ZlllllkZIIMIII NIEUWSBODE.
Zaterdag 13 September 1890.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Algemeen Overzicht.
nieuwstijdingen""
FEUILLETON.
EEN VAN GEWICHT.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post
ƒ1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, ƒ10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5898.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar "plaatsruimte berekend.
Een der eerste voorwaarden voor een rustig
huiselijk leven, is, dat van al de kleine onaangenaam
heden, die in een huishouden zoo licht kunnen
voorkomen, de buitenwereld niets afweet. Zoodra
dit het geval wordt, kan men verzekerd zijn, dat
de rust weg is, maar ook dat er iets in de huise
lijke omstandigheden is, dat niet is, zooals het
behoort. Is het zoo in de kleine maatschappij, het
huishouden, voor de groote maatschappij geldt het
bovenstaande evenzeer: frankrijk geeft er ons
dezer dagen weder het bewijs van. Zoolang het in
het Boulangisme alles boter boven was, zoolang
hoorde men niets van de geschillen, die in den
boezem der partij zelve heerschten, doch nu de
partij uiteen is gespat, wordt alles wereldkundig
gemaakt en verliest de held der partij, le brav'
général, hoe langer hoe meer van zijne grootheid.
Vooral de schrijver van het //Boulangisme achter
de schermen" heeft dingen verteld van de partij
zoo ergerlijk, dat zelfs de verstoktste aanhanger van
Boulanger genezen zal zijn van zijne ideeën. Het
blijkt toch hoe Boulauger geheuld heeft met alle
anti-republikeinsche partijen, alleen om de Republiek
afbreuk te doen en hij daartoe zelfs niet opzag
tegen verloochening van eigen principes. Dat deze
onthullingen de weinige aanhangers aie Boulanger
nog telt verre van aangenaam zijn, valt licht te
begrijpen, doch dat die onthullingen aanleiding
geven tot duels is ergerlijk, vooral wanneer zij ge
voerd worden op eene wijze als dat tusschen den
bekenden vriend van Boulanger, Rochefort en
Thibaud. Deze heeren zouden duelleeren. Rochefort
uit Erankrijk gedreven en verblijf houdende in
Engeland, kwam daartoe uit Engeland over naar
België, waar hij Thibaud ontmoette. Op de Neder-
landsche en Belgische grenzen zou het duel met den
degen plaats vinden. Doch de Nederlandsche politie
verhinderde Vrijdag de uitvoering te Selzaete;
Zaterdag echter vonden de heeren gelegenheid te
St. Gilles, nabij Hulst, op de Nederlandsche grens.
Thibaud ontving drie degenstooten eu nu was aan
de eer voldaan en gingen de vroegere vijanden
gearmd naar den dokter om de wonden te doen
verbinden. Is dit comediespel ernstige menschen
niet onwaardig? Door al de drukte, die de ont
hullingen omtrent het Boulangisme heeft berokkend,
is de herinnering aan het twintigjarig bestaan der
Republiek op den achtergrond geraakt. Toch is het
wel de moeite waard, daar even de aandacht op te
vestigen. Weinigen hadden vermoed in 1870, dat
Erankrijk twintig jaren lang zou kunnen leven
onder eene republikeinsche regeeringsvorm, minder
nog, dat die vorm ten zegen zou zijn voor dit land.
Doch wat bijna ieder onmogelijk achtte is bewezen
te kunnen. Niet alleen dat de Republiek in Erank
rijk twintig jaar zich staande heeft gehouden, een
tijdvak, dat geen enkele regeeringsvorm in de laatste
eeuw in Erankrijk bleef bestaan, doch Erankrijk
heeft onder den republikeinschen regeeringsvorm zich
op politiek, financieel en maatschappelijk gebied
hersteld van de groote schokken, die het had ge
leden; daarom was het wenschelijk geweest, dat
de dag van 7 September niet onopgemerkt was
voorbijgegaan.
Dat verwachtingen op politiek gebied niet altijd
worden vervuld, leert Duitschland weer. On
danks den ophef, die gemaakt was van de reis des
Keizers naar Rusland en de geruchten, die verspreid
werden omtrent de vriendschappelijke verhoudingen
tusschen de beide landen, blijkt het' hoe langer hoe
meer, dat in de groote politiek Erankrijk en Rus
land geïsoleerd blijven staan en de overige groote
mogendheden zich vast aaneensluiten. Waren
Duitschland, Oostenrijk, Italië reeds verbonden, liet
laatste bezoek des Keizers aan Engeland schijnt
ook dat rijk te hebben genoopt toe te treden tot
het drievoudig verbond. Opmerkelijk is het feit
toch, dat aan de groote oefeningen der Duitsche
vloot, die de Keizer bijwoont, niet alleen een Oosten-
rijksch maar ook een Engelsch eskader deelneemt.
Eene lichtzijde ligt er in deze toenadering. Meer
en meer zal Rusland er toe komen om door deze
handelwijze gedreven, den toestand op het Balkan-
schiereiland te regelen. Reeds is er eene merk
waardige verandering te bespeuren in den toon,
dien de Russische pers over Bulgarije in de laatste
dagen hooren doet. Heette Bulgarije vroeger de
mijn van Europa, thans wordt ontkend dat Bulgarije
eenig gevaar oplevert voor den Europeeschen vrede
en aangedrongen op de erkenning van den staats
rechterlijken toestand van Bulgarije. De erkenning
van Bulgarije als koninkrijk staat ondertusschen voor
de deur. R^eds moet er volkomen overeenstemming
op dit punt tusschen de regeering te Konstantinopel
en die te Sofia zijn verkregen en zal Turkije de
onafhankelijkheid van Bulgarije erkennen. Ook heeft
de Sultan aan den Aartsbisschop van Armenië
de bepaalde belofte gedaan, dat binnenkort belang
rijke maatregelen zullen genomen worden om de
rust te herstellen. Want hoewel de berichten der
zoogenaamde Armenische gruwelen zeer overdreven
schijnen te zijn, is verbetering van den toestand
daar toch hoog noodig en vooral de vragen be
treffende de privilegiën van het patriarchaat eischen
dringend oplossing.
Het gesloten tractaat tusschen Kngeland en
Portugal levert weder heel wat stof tot op
merkingen. Beide volkeren achten zich verongelijkt
en wilden meer van den buit hebben. De Koning
van Portugal is ernstig ziek. Zwak van gezondheid
zijnde, vreest men vooral met het oog op de op
volging voor een vroegtijdigen dood, wat voor dit
land, dat toch zooveel te kampen heeft met finan-
cieele moeielijkheden, een zeer ernstige zaak zijn zou.
In JEngeland houdt sedert Maandag de Trades-
Union eene algemeene vergadering van werklieden.
Besluiten als de invoering der 8uur-werkdag en
meer dergelijke zijn daar genomen. Tegenover deze
vereeniging heeft zich nu eene vereeniging gevormd
van Engelsche reeders, die zich bezig zal houden
met het arbeidersvraagstuk en die inzonderheid het
hoofd zal trachten te bieden aan de tirannie der
Trades-Union. De geest van muiterij, die zich
onlangs reeds bij het Engelsche leger vertoonde,
schijnt nog niet uitgedoofd. Een twintigtal man
schappen van het 7e regiment huzaren te Canter
bury hebben den dienst geweigerd en toen zij in
arrest werden genomen, nog glasruiten verbrijzeld.
De werkstaking in België in de Borinage is
bijna geheel geëindigd. Ofschoon de arbeiders
op vele punten hunne eischen zagen ingewilligd,
is de beëindiging daaraan niet toe te schrijven,
doch veel meer aan den invloed der socialistische
leiders, die de werkstaking ontijdig achtten en al
hunnen invloed aanwendden om den arbeid te
doen hervatten tot November, wanneer de algemeene
vergadering de wenschelijkheid eener algemeene
werkstaking zal hebben aangenomen.
Transvaal.
Den llden Augustus is de zitting van den Trans-
vaalschen Volksraad gesloten. De Staatspresident zeide
in zijne bjj die gelegenheid gehouden rede onder
anderen dit:
Dank voor uw geduld, ook in de moeielybste zaken,
zooals die van de Swazieland-conventie, en gy hebt
gezien dat geduld de beste wyze is om iets te ver
krijgen; en als gij op het woord en de belofte van
Hare Majesteit de Koningin van Engeland vertrouwt,
zal zjj inzien dat deze raad wil medewerken om den
bloei en de welvaart van ons land te bevorderen. Ik
bljjf er by dat gy zult vinden, dat ons vertrouwen in
haar niet te vergeefs is geweest. Ik ben zeker dat
uwe woorden niet slechts ja, ja, geweest zyn, maar dat
het volk zal zien dat gy hier uw best gedaan hebt.
Ik weet dat gy het volk zult voorgaan en aansporen
om in de regeering te vertrouwen. Wy hopen en ver
trouwen ook dat gjj niet zult teleurgesteld worden en
dat gij zult vinden dat de regeering gewerkt heeft
tot welzjjn van het land, te zamen met den Vrystaat
en andere Staten in Zuid-Atrika".
Frankrijk.
De onthullingen van het Boulangisme achter de
schermen hebben wat een pennen in beweging gebracht.
Nu weer trekt vooral de aandacht een opmerkelijk
artikel in de Figaro van den bekenden royalist Saint-
Genest, dat het opschrift voert: Voor alles blyve
Frankrijk bestaan".
Hy herinnert aan de dagen der commune in 1871
en aan die der glorie van Boulanger in 1889.
Beide zyn een tydperk van schande en vernedering
voor Frankrijk geweest, zegt hy.
»Nog heb ik de tooneelen van 19 Maart 1871 steedB
voor mjjn oogen. Ik zie my nog altoos te Fontainebleau
komen, waar de Pruisen tot my zeidenKapitein, gy
moet u verbergen, want sedert gisteren vermoorden
de Paryzenaars hunne officieren". Nog zie ik die
dronken bende van den 27en Januari 1889, nog hoor
ik het liedje van Paulus, het »Revenant de la Revue."
Ik zy tot myzelve: Hoe, achter die benden staat
onze aristocratie, onze geestelijkheid! Acbter Paulus
vindt men de grootste namen van Frankrijk! Hoe,
deze monarchie, die onze troost was, onze hoop, ge
sleurd door het slykO, dan is het gedaan met ons
Indien Boulanger zegeviert, is het èn de burgeroorlog
èn de buitenlandsche oorlog; indien hy het onderspit
delft, is het de verplettering der royalistische party,
ondergaande in spot en schande".
Gelukkig, wy zyn overwonnen.
Al wat den generaal gediend heeft, is voortaan
veroordeeld. Wie het Boulangisme maar heeft aange
raakt, is door het Boulangisme gedood. Er blyven
niets anders dan ellendige puinhcopen van over.
Men spreke nu van geen staatsgrepen meer; want
sedert het land weet, wat men in zijne plaats heeft
willen Btellen, heeft men het recht verloren te brand
merken hetgeen bestaat.
Duitschland.
Chariottenfrurff, 11 Sept. De keizer met
graaf Moltke en gevolg is ten 7'/2 ure, en vervolgens
is de keizerin ten 7,35 alhier aangekomen. Ten 8,10
zyn de keizer en keizerin, met prins en prinses Leopold,
de hertog en de hertogiu van Connaught, graaf Moltke
en gevolg naar Breslau vertrokken.
Eeu treffend voorbeeld van letterknechtery levert
een hondengeschiedenis uit Ratibor. Een welgesteld
inwoner was door de politie met 1 Mark beboet, omdat
zyn hond tydens een uitgevaardigd gebod zonder
muilkorf op straat gezien was. De heer ging naar de
politie en verzocht om opheffing der boete, daar hy,
zooals hy kon aantoonen, nooit een hond had bezeten.
Men bracht hem aan het verstand dat op deze ver
klaring niet gelet kon worden, en dat hy zich, als
hy meende onrechtvaardig gestraft te zyn, tot den
rechter moest wenden. Hy deed dit niet, omdat hy
tegen de moeite opzag en betaalde de geringe boete
om van alles af te zyn.
Korten tyd daarna ontving hy een aanslag in de
^hondenbelasting" voor het loopende halfjaar tot een
bedrag van 4 Mark 50 pf. met de waarschuwing dat,
als het bedrag niet tegen een bepaalden dag was
voldaan, tot executie zou worden overgegaan. De heer
meende, dat het een vergissing was en begaf zich
naar den Oberbürgermeister, wien hy de zaak uiteenzette.
Deze verklaarde niet in staat te zyn hem te helpen.
Door het betalen toch van de 1 mark boete voor den
hond (die in werkelijkheid niet bestond) had de heer
stilzwygend erkend, dat hij er een had. Daar hy verder
van het hebben van een houd (die niet bestond) geen
aangifte had gedaan by het kantoor der belastingen,
was by voor het volle bedrag aangeslagen. Zoo werd
de in het geheel niet bestaande hond door de adminis
tratie tot bestaand voorwerp verheven.
De beboete en aangeslagen eigenaar van dit fictieve
huisdier besloot den aanslag niet te betalen en zich
desnoods te laten executeeren.
Nederland.
Arnhem, 10 Sept. Na het bericht in ons vorig
nommer valt weinig meer van het bezoek aan Arnhem
van H. M. de Koningin en H. K. H. de Prinses te
melden. Het bezoek by den Commissaris des Konings
duurde ongeveer een kwartier, luide toejuichingen,
afgewisseld met de volksliederen, weergalmden over
de markt. Juist op den aangegeven tyd gaf de burge
meester, die de leiding van den optocht op zich had
genomen en in zijne equipage voorreed, het teeken en
werd weder plaats genomen om naar Bronbeek te
ryden. Hier was een zeer feestelyke ontvangst bereid.
Onder de toonen van de eigen muziek, die het Wil
helmus deed hooren, ontving de commandant-generaal
Karei van der Heyden en zyn staf Hare Majesteit en
de Prinses, die het standbeeld van Willem II bezich
tigden en met blykbaar welgevallen de goedgeslaagde
uitvoering by woonden der leden van de uitstekende
Arnhemsche liedertafel Aurora", die senige Holland-
sche liederen voordroeg. Het bezoek aan de wapenzaal
met de veroverde veldteekens, vlaggen en kanonnen
en het overige van de inrichting werd vluchtiger
gebracht, dan oorspronkelyk in het plan lag, daar
Hare Majesteit den wensch had te kennen gegeven
om kennis te maken met de echtgenoote van den
burgemeester. De terugkeer naar de stad werd geno
men door het voor een paar jaar door de stad aan
gekochte buitengoed Klarenbeek en over de Steenen
tafel, zoodat Hare Majesteit en de Prinses niet alleen
de stad, maar ook een deel der beroemde omstreken
hebben aanschouwd, onder een prachtige zon en met
vrooljjke vlaggen versierd, zoodat Hare Majesteit ten
huize van jhr. D. J. A. A. van Lawick van Pabst van Nye-
velt, burgemeester der gemeente, niet nalaten kon te ver
klaren, dat dit bezoek Haar ten zeerste voldaan had.
Den weezen van het burgerweeshuis werd hier gele
genheid gegeven hun opwachting te maken en kwamen
met twee bouquetten aandragen voor de Koningin
en de Prinses. Voor het Prinsesje was gezorgd, dat
deze zoowel ten huize van den Commissaris des Ko
nings als van den burgemeester eenige Arnhem
sche ingezetenen vond van gelyken leeftyd als onze
toekomstige gebiedster. Hoewel het Prinsesje hen na
een enkel woord van Hare Majesteit vrymoedig tegen-
trad, liep de conversatie der jeugdigen een weinig stug.
Het was een onafzienbare menschenmaesa, die zich
naby het Stationsplein had opgesteld om der Koningin
en der prinses een laatsten groet toe te roepen. Het
scheen als wilde aan de hoera's geen einde komen,
als nam het gejuich ieder oogenblik nog in kracht
toe, toen het rytuig langzaam naar het station
reedalvorens uit te stygen, boog Hare Majesteit
nogmaals voor de in de verte verzamelde menigte
en verdween in het station, waar Zy aan de autori
teiten, die Haar gedurende den tocht gevolgd waren,
dank betuigde voor het geleide en na nogmaals
Hare voldoening over dit bezoek te hebben uitge
sproken, plaats nam in den salonwagen, waarin de
bloemen en bouqetten waren gedragen, Haar onder
weg aangeboden. De trein reed 11 min. vóór vijf uur
weg, onder de feestkreten der menigte om het station
verzameld, waarby de officiëele personen voor een deel
instemden, vooral toen het Prinsesje de achterbly venden
vroolyk met de hand toewuifde.
Wy twyfelen niet of dit bezoek aan Arnhem zal
aanleiding geven, ook andere plaatsen in ons land te
bezoeken. Onze jeugdige Prinses bleef van het begin
tot het einde van den tocht even opgeruimd en bleef
dapper hare buigingen afsteken. Van vermoeidheid was
geen sprake, vroolyk stapte zy den salonwagen in, als
ging zy een pleizierritje ondernemen.
De goede stemming bij zeer weinig wanordelijkheden
duurde natuurlyk den geheelen avond door, de koffie
huizen maakten schitterende zaken, floevele kleinen
en grooten hebben heden nacht gedroomd van ons
Prinsesje?
Haarlem, 10 Sept. Eenigen tyd geleden werd
medegedeeld dat de firma Beynis bezig was een salon-
spoorwegrytuig te vervaardigen voor den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië, waarvan de kosten
geraamd zijn op j 20,000. Wij zyn thans in de ge
legenheid om daaromtrent eenige bijzonderheden mede
te deelen.
Het door de Koninklyke rytuigfabriek te Haarlem
aangenomen werk bestaat in het vervaardigen, opstellen,
verpakken, vervoeren en afleveren langs boord van een
daartoe aan te wijzen schip van een geheel compleet
en voor het gebruik geschikt salon-spoorwegrijtuig,
voor 1.067 M. spoorwijdte, bestemd voor dienstreizen
van den Gouverneur-Generaal. Het rytuig zal lang zijn
11.50 M. en breed 2.45 M. en bevatten een salon voor
den Gouverneur-Generaal met balkon, een middengang
met aan den eenen kant een >cabinet d'aisance" en
aan de andere zijde een buffetkamertje, en aan het
eind van dien gang een salon met bordes voor het
gevolg. Er zal bij de inrichting om alles gedacht
worden: tot wering van zonnehitte en stof worden in
de raamopeningen zakkende met kopergaas gedekte
jaloezieramen aangebracht; om het gedruisch tijdens
het ryden te verminderen zal de ruimte tusschen de
dubbele teakhouten bekleeding, waaruit de vloer van
het rytuig zal bestaan, met tegen bederf beveiligd
houtschraapsel worden opgevuld; ook deventilatiekap
is zoo gemaakt, dat zy zoo goed mogelyk aan het
doel zal beantwoorden.
In het salon van den Gouv.-Gen., waarvan de bin-
nenbetimmering zal bestaan deels uit geschilderde
paneelen, deels uit verschillende fijne houtsoorten in
gebeeldhouwd lystwerk vervat, zullen geplaatst worden
twee groote divans, vier verplaatsbare fauteuils en
eene tafel; in een der hoeken komt een buffetkast,
in den tegenovergestelden hoek eene yskast met ruimte
tot afkoeling van vruchten en dranken. Verlicht zal
het salon worden door vier basculeerende dubbelstaal-
zilveren lusters voor kaarsen.
Amsterdam, 11 Sept. In het huis van bewa
ring op den Heiligenweg alhier is eergisteren onder
107 aldaar opgesloten gevangenen een begin van oproer
ontstaan. De aanleiding daartoe was, dat vier gevan
genen,. wegens overtreding tegen do tucht, cellulair
zouden worden opgesloten. Men weet, dat in de huizen
van bewaring niet het cellulaire stelsel bestaat, maar
dat de gevangenen gezamenlyk op zalen zich ophouden.
Toen nu eergisteravond op het bepaalde uur de
gevangenen van de werkzaal, waar zy allen te zamen
gedurende den dag vertoeven, naar de drie slaapzalen
overgingen, wilden zy niet toestaan, dat op de vier,
die afzonderlyk moesten geplaatst worden, deze straf
zou worden toegepast. Er ontstond een hevig tumult,
met geweld werd den bewaarders door de opstuwende
gevangenen belet aan de vier gecorrigeerden de hand
te slaan, terwyl hunne houding hoe langer zoo drei
gender werd. Te vergeefs beproefde de directeur zich
verstaanbaar te maken en met zijne vier bewaarders
de orde te handhaven. De militaire macht, welke
steeds in het gebouw is gelegerd 4 man infanterie
onder bevel van een korporaal kwam te hulp, doch
deze konden de gemoederen niet tot bedaren brengen.
De president der arrondissements-rechtbank, de officier
van justitie en de directeur der celgevangenis waren
spoedig ter plaatse, doch niet dan nadat de noodige
politiemacht onder commando van een inspecteur, uit
het bureau, voormalig gymnasium, verscheen, mocht
het gelukken de gevangenen de lokalen te doen binnen
gaan, waarna het geschreeuw nog eenigen tyd voort
duurde.
Een kleine Westersche stad, waarvan de bevolking
niet meer dan zestien duizend zielen telt, werd op
zekeren morgen in opschudding gebracht door het
verdwijnen van een der eerzaamste kooplieden der
plaats. Mijnheer Bourimel, een man van ongeveer
vijftig jaren, met een aanzienlijk vermogen en
sedert lang lid van den gemeenteraad, was door zijn
huisgenooten op etenstijd thuisgewacht en niet
gekomen. Er verliepen drie dagen zonder dat men
te weten kon komen, wat er van hem geworden was.
Aan vermoedens en gissingen geen gebrek. Men
sprak van ruïnatie, van zelfmoord 1 Maar de notaris
bewees dat de financiëele omstandigheden van
mijnheer Bourimel nooit beter geweest waren.
In de stad woonde een zeer onbeteekenend jong-
mensch, Mijnheer Anténor Dujardin. Het was een
dom, verwaand kwastje, dat te korte jasjes en
hoedjes met bijna onzichtbare randen droeg. Hij
was de zoon van een procureurmaar had om reden
van onbekwaamheid er van af moeten zien zijn
vader in die betrekking op te volgen. Van de
opbrengst van den verkoop van het kantoor en van
de spaarpenningen van den overleden ambtenaar
had een familieraad aan Anténor acht a negen
duizend francs rente toegewezen, die hem tot een
werkeloos leven in staat stelden. Men zag hem
geregeld van twaalf tot vier uur en van acht uur
tot middernacht op zijn gemak zyn partijtje piquet
in het militair koffiehuis spelen. Hij gebruikte er
tweemaal daags zijn halve kop koffie, rookte er een
sigaar uit zijn meerschuimen pijp, die zoo zwart
als ebbenhout was, en deed zijn mond niet open of
het moest zijn om tot zijn hond te zeggenDaar
liggen, Rambler!
Rambler sperde geeuwend een vervaarlijk wijden
bek open, rekte zich langzaam op zijn vier pooten
uit, kreunde als om aan te duiden dat hy zich
beestachtig verveelde en ging, bij slot van rekening,
toch onder de tafel liggen.
Korten tijd na de verdwijning van Mijnheer
Bourimel ging Anténor Dujardin met zijn jachtacte
in den zak op de snippenjacht. Hij doorliep de
moerassige gronden in de nabijheid van de stad
gelegen, toen Rambler plotseling den neus in den
wind stak en stilstond.
Hier, Rambler! riep Anténor.
Maar de hond stootte een scherp en afgebroken
geblaf uit.
Welk spoor mag hy toch ontdekt hebben?
vroeg Dujardin zichzelven af.
Rambler antwoordde met klagende kreten.
Er is bepaald iets
En Anténor ging voorzichtig voorwaarts tot aan
biezen, die aan den kant van een sloot
groeiden. Hij ontdekte toen in het modderachtige
water een lijk, halverwege onder en ondanks eene
verschrikkelijke wonde aan het hoofd, had hij geen
moeite mijnheer Bourimel te herkennen.
Nooit had een dergelijke aandoening het eentonig
bestaan van Anténor verstoord. Hij liep wat hij
loopen kon naar de stad en kwam geheel buiten
adem bij den officier van justitie aan, wien hij van
zijne ontdekking in kennis stelde.
Een uur later was de gansche stad op de been.
De justitie begaf zich naar de plaats waar het lijk
lag en vervoerde het per rijtuig naar de stad. Een
onderzoek werd ingesteld.
Mijnheer, zeide de rechter van instructie tot
Anténor Dujardin, wellicht zult u de eerste en eenige
getuige in deze zaak zijn.
Ik weet het, antwoordde Dujardin op een toon,
waaruit reeds een zeker gewicht sprak.
De justitie rekent op u
Zij kan op mij rekenen.
Van af dezen dag werd Anténor de held van de
stad. Iedereen hield hem staande om hem vragen
te doen.
Hoe lag het lijk?
Het hoofd was nagenoeg onder water, niet
waar?
Waren de kleeren verward?
Er heeft ongetwijfeld een worsteling tusschen
Mijnheer Bourimel en de moordenaar plaats gehad?
Er zullen er wel verscheidene geweest zijn?
Zoo'n goede man!
En dan een huisvader!
De vragen en antwoorden kwamen neer als hagel
en Anténor herhaalde van den morgen tot den
avond dezelfde geschiedenis, zonder dat het hem
ooit vermoeide.
Ik was 's morgens uitgegaan om snippen te
schietenAan het Poudrière-moeras gekomen,
ging ik langs de Fossé-Renaud, toen Rambler eens
klaps aan den kant van het moeras stilstond
Ik roep hemhij hoort niet. Ik ga een paar passen
vooruiten verbeeldt je mijn ontsteltenis
Ach! mijnheer Anténor!
Die arme mijnheer Bourimel, zijn beenen waren
styf, zijn hoofd gekloofd
Afgrijselijk!
Ik ben zoo snel ik kon naar de stad terug-
13
Daar hebt u goed aan gedaan.
En ik hoop dat men zoo gelukkig zal zijn
de moordenaars te ontdekken.
Sedert dien dag duidde men Anténor Dujardin
nooit anders aan dan als >de mijnbeer, die het
lijk aan de Fossé-Renaud gevonden heeft."
Kort daarna arresteerde de politie in een gemeene
kroeg twee Spaansche matrozen, die in staat van
dronkenschap verkeerden. Bij een hunner vond men
het horloge van mijnheer Bourimel. Ziende dat er
geen ontkomen was, bekenden ze een burger, dien