ZlllllkZIIMIII NIEUWSBODE. Zaterdag 13 September 1890. Directeur-Uitgever J. WAALE. Algemeen Overzicht. nieuwstijdingen"" FEUILLETON. EEN VAN GEWICHT. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post ƒ1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, ƒ10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 5898. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar "plaatsruimte berekend. Een der eerste voorwaarden voor een rustig huiselijk leven, is, dat van al de kleine onaangenaam heden, die in een huishouden zoo licht kunnen voorkomen, de buitenwereld niets afweet. Zoodra dit het geval wordt, kan men verzekerd zijn, dat de rust weg is, maar ook dat er iets in de huise lijke omstandigheden is, dat niet is, zooals het behoort. Is het zoo in de kleine maatschappij, het huishouden, voor de groote maatschappij geldt het bovenstaande evenzeer: frankrijk geeft er ons dezer dagen weder het bewijs van. Zoolang het in het Boulangisme alles boter boven was, zoolang hoorde men niets van de geschillen, die in den boezem der partij zelve heerschten, doch nu de partij uiteen is gespat, wordt alles wereldkundig gemaakt en verliest de held der partij, le brav' général, hoe langer hoe meer van zijne grootheid. Vooral de schrijver van het //Boulangisme achter de schermen" heeft dingen verteld van de partij zoo ergerlijk, dat zelfs de verstoktste aanhanger van Boulanger genezen zal zijn van zijne ideeën. Het blijkt toch hoe Boulauger geheuld heeft met alle anti-republikeinsche partijen, alleen om de Republiek afbreuk te doen en hij daartoe zelfs niet opzag tegen verloochening van eigen principes. Dat deze onthullingen de weinige aanhangers aie Boulanger nog telt verre van aangenaam zijn, valt licht te begrijpen, doch dat die onthullingen aanleiding geven tot duels is ergerlijk, vooral wanneer zij ge voerd worden op eene wijze als dat tusschen den bekenden vriend van Boulanger, Rochefort en Thibaud. Deze heeren zouden duelleeren. Rochefort uit Erankrijk gedreven en verblijf houdende in Engeland, kwam daartoe uit Engeland over naar België, waar hij Thibaud ontmoette. Op de Neder- landsche en Belgische grenzen zou het duel met den degen plaats vinden. Doch de Nederlandsche politie verhinderde Vrijdag de uitvoering te Selzaete; Zaterdag echter vonden de heeren gelegenheid te St. Gilles, nabij Hulst, op de Nederlandsche grens. Thibaud ontving drie degenstooten eu nu was aan de eer voldaan en gingen de vroegere vijanden gearmd naar den dokter om de wonden te doen verbinden. Is dit comediespel ernstige menschen niet onwaardig? Door al de drukte, die de ont hullingen omtrent het Boulangisme heeft berokkend, is de herinnering aan het twintigjarig bestaan der Republiek op den achtergrond geraakt. Toch is het wel de moeite waard, daar even de aandacht op te vestigen. Weinigen hadden vermoed in 1870, dat Erankrijk twintig jaren lang zou kunnen leven onder eene republikeinsche regeeringsvorm, minder nog, dat die vorm ten zegen zou zijn voor dit land. Doch wat bijna ieder onmogelijk achtte is bewezen te kunnen. Niet alleen dat de Republiek in Erank rijk twintig jaar zich staande heeft gehouden, een tijdvak, dat geen enkele regeeringsvorm in de laatste eeuw in Erankrijk bleef bestaan, doch Erankrijk heeft onder den republikeinschen regeeringsvorm zich op politiek, financieel en maatschappelijk gebied hersteld van de groote schokken, die het had ge leden; daarom was het wenschelijk geweest, dat de dag van 7 September niet onopgemerkt was voorbijgegaan. Dat verwachtingen op politiek gebied niet altijd worden vervuld, leert Duitschland weer. On danks den ophef, die gemaakt was van de reis des Keizers naar Rusland en de geruchten, die verspreid werden omtrent de vriendschappelijke verhoudingen tusschen de beide landen, blijkt het' hoe langer hoe meer, dat in de groote politiek Erankrijk en Rus land geïsoleerd blijven staan en de overige groote mogendheden zich vast aaneensluiten. Waren Duitschland, Oostenrijk, Italië reeds verbonden, liet laatste bezoek des Keizers aan Engeland schijnt ook dat rijk te hebben genoopt toe te treden tot het drievoudig verbond. Opmerkelijk is het feit toch, dat aan de groote oefeningen der Duitsche vloot, die de Keizer bijwoont, niet alleen een Oosten- rijksch maar ook een Engelsch eskader deelneemt. Eene lichtzijde ligt er in deze toenadering. Meer en meer zal Rusland er toe komen om door deze handelwijze gedreven, den toestand op het Balkan- schiereiland te regelen. Reeds is er eene merk waardige verandering te bespeuren in den toon, dien de Russische pers over Bulgarije in de laatste dagen hooren doet. Heette Bulgarije vroeger de mijn van Europa, thans wordt ontkend dat Bulgarije eenig gevaar oplevert voor den Europeeschen vrede en aangedrongen op de erkenning van den staats rechterlijken toestand van Bulgarije. De erkenning van Bulgarije als koninkrijk staat ondertusschen voor de deur. R^eds moet er volkomen overeenstemming op dit punt tusschen de regeering te Konstantinopel en die te Sofia zijn verkregen en zal Turkije de onafhankelijkheid van Bulgarije erkennen. Ook heeft de Sultan aan den Aartsbisschop van Armenië de bepaalde belofte gedaan, dat binnenkort belang rijke maatregelen zullen genomen worden om de rust te herstellen. Want hoewel de berichten der zoogenaamde Armenische gruwelen zeer overdreven schijnen te zijn, is verbetering van den toestand daar toch hoog noodig en vooral de vragen be treffende de privilegiën van het patriarchaat eischen dringend oplossing. Het gesloten tractaat tusschen Kngeland en Portugal levert weder heel wat stof tot op merkingen. Beide volkeren achten zich verongelijkt en wilden meer van den buit hebben. De Koning van Portugal is ernstig ziek. Zwak van gezondheid zijnde, vreest men vooral met het oog op de op volging voor een vroegtijdigen dood, wat voor dit land, dat toch zooveel te kampen heeft met finan- cieele moeielijkheden, een zeer ernstige zaak zijn zou. In JEngeland houdt sedert Maandag de Trades- Union eene algemeene vergadering van werklieden. Besluiten als de invoering der 8uur-werkdag en meer dergelijke zijn daar genomen. Tegenover deze vereeniging heeft zich nu eene vereeniging gevormd van Engelsche reeders, die zich bezig zal houden met het arbeidersvraagstuk en die inzonderheid het hoofd zal trachten te bieden aan de tirannie der Trades-Union. De geest van muiterij, die zich onlangs reeds bij het Engelsche leger vertoonde, schijnt nog niet uitgedoofd. Een twintigtal man schappen van het 7e regiment huzaren te Canter bury hebben den dienst geweigerd en toen zij in arrest werden genomen, nog glasruiten verbrijzeld. De werkstaking in België in de Borinage is bijna geheel geëindigd. Ofschoon de arbeiders op vele punten hunne eischen zagen ingewilligd, is de beëindiging daaraan niet toe te schrijven, doch veel meer aan den invloed der socialistische leiders, die de werkstaking ontijdig achtten en al hunnen invloed aanwendden om den arbeid te doen hervatten tot November, wanneer de algemeene vergadering de wenschelijkheid eener algemeene werkstaking zal hebben aangenomen. Transvaal. Den llden Augustus is de zitting van den Trans- vaalschen Volksraad gesloten. De Staatspresident zeide in zijne bjj die gelegenheid gehouden rede onder anderen dit: Dank voor uw geduld, ook in de moeielybste zaken, zooals die van de Swazieland-conventie, en gy hebt gezien dat geduld de beste wyze is om iets te ver krijgen; en als gij op het woord en de belofte van Hare Majesteit de Koningin van Engeland vertrouwt, zal zjj inzien dat deze raad wil medewerken om den bloei en de welvaart van ons land te bevorderen. Ik bljjf er by dat gy zult vinden, dat ons vertrouwen in haar niet te vergeefs is geweest. Ik ben zeker dat uwe woorden niet slechts ja, ja, geweest zyn, maar dat het volk zal zien dat gy hier uw best gedaan hebt. Ik weet dat gy het volk zult voorgaan en aansporen om in de regeering te vertrouwen. Wy hopen en ver trouwen ook dat gjj niet zult teleurgesteld worden en dat gij zult vinden dat de regeering gewerkt heeft tot welzjjn van het land, te zamen met den Vrystaat en andere Staten in Zuid-Atrika". Frankrijk. De onthullingen van het Boulangisme achter de schermen hebben wat een pennen in beweging gebracht. Nu weer trekt vooral de aandacht een opmerkelijk artikel in de Figaro van den bekenden royalist Saint- Genest, dat het opschrift voert: Voor alles blyve Frankrijk bestaan". Hy herinnert aan de dagen der commune in 1871 en aan die der glorie van Boulanger in 1889. Beide zyn een tydperk van schande en vernedering voor Frankrijk geweest, zegt hy. »Nog heb ik de tooneelen van 19 Maart 1871 steedB voor mjjn oogen. Ik zie my nog altoos te Fontainebleau komen, waar de Pruisen tot my zeidenKapitein, gy moet u verbergen, want sedert gisteren vermoorden de Paryzenaars hunne officieren". Nog zie ik die dronken bende van den 27en Januari 1889, nog hoor ik het liedje van Paulus, het »Revenant de la Revue." Ik zy tot myzelve: Hoe, achter die benden staat onze aristocratie, onze geestelijkheid! Acbter Paulus vindt men de grootste namen van Frankrijk! Hoe, deze monarchie, die onze troost was, onze hoop, ge sleurd door het slykO, dan is het gedaan met ons Indien Boulanger zegeviert, is het èn de burgeroorlog èn de buitenlandsche oorlog; indien hy het onderspit delft, is het de verplettering der royalistische party, ondergaande in spot en schande". Gelukkig, wy zyn overwonnen. Al wat den generaal gediend heeft, is voortaan veroordeeld. Wie het Boulangisme maar heeft aange raakt, is door het Boulangisme gedood. Er blyven niets anders dan ellendige puinhcopen van over. Men spreke nu van geen staatsgrepen meer; want sedert het land weet, wat men in zijne plaats heeft willen Btellen, heeft men het recht verloren te brand merken hetgeen bestaat. Duitschland. Chariottenfrurff, 11 Sept. De keizer met graaf Moltke en gevolg is ten 7'/2 ure, en vervolgens is de keizerin ten 7,35 alhier aangekomen. Ten 8,10 zyn de keizer en keizerin, met prins en prinses Leopold, de hertog en de hertogiu van Connaught, graaf Moltke en gevolg naar Breslau vertrokken. Eeu treffend voorbeeld van letterknechtery levert een hondengeschiedenis uit Ratibor. Een welgesteld inwoner was door de politie met 1 Mark beboet, omdat zyn hond tydens een uitgevaardigd gebod zonder muilkorf op straat gezien was. De heer ging naar de politie en verzocht om opheffing der boete, daar hy, zooals hy kon aantoonen, nooit een hond had bezeten. Men bracht hem aan het verstand dat op deze ver klaring niet gelet kon worden, en dat hy zich, als hy meende onrechtvaardig gestraft te zyn, tot den rechter moest wenden. Hy deed dit niet, omdat hy tegen de moeite opzag en betaalde de geringe boete om van alles af te zyn. Korten tyd daarna ontving hy een aanslag in de ^hondenbelasting" voor het loopende halfjaar tot een bedrag van 4 Mark 50 pf. met de waarschuwing dat, als het bedrag niet tegen een bepaalden dag was voldaan, tot executie zou worden overgegaan. De heer meende, dat het een vergissing was en begaf zich naar den Oberbürgermeister, wien hy de zaak uiteenzette. Deze verklaarde niet in staat te zyn hem te helpen. Door het betalen toch van de 1 mark boete voor den hond (die in werkelijkheid niet bestond) had de heer stilzwygend erkend, dat hij er een had. Daar hy verder van het hebben van een houd (die niet bestond) geen aangifte had gedaan by het kantoor der belastingen, was by voor het volle bedrag aangeslagen. Zoo werd de in het geheel niet bestaande hond door de adminis tratie tot bestaand voorwerp verheven. De beboete en aangeslagen eigenaar van dit fictieve huisdier besloot den aanslag niet te betalen en zich desnoods te laten executeeren. Nederland. Arnhem, 10 Sept. Na het bericht in ons vorig nommer valt weinig meer van het bezoek aan Arnhem van H. M. de Koningin en H. K. H. de Prinses te melden. Het bezoek by den Commissaris des Konings duurde ongeveer een kwartier, luide toejuichingen, afgewisseld met de volksliederen, weergalmden over de markt. Juist op den aangegeven tyd gaf de burge meester, die de leiding van den optocht op zich had genomen en in zijne equipage voorreed, het teeken en werd weder plaats genomen om naar Bronbeek te ryden. Hier was een zeer feestelyke ontvangst bereid. Onder de toonen van de eigen muziek, die het Wil helmus deed hooren, ontving de commandant-generaal Karei van der Heyden en zyn staf Hare Majesteit en de Prinses, die het standbeeld van Willem II bezich tigden en met blykbaar welgevallen de goedgeslaagde uitvoering by woonden der leden van de uitstekende Arnhemsche liedertafel Aurora", die senige Holland- sche liederen voordroeg. Het bezoek aan de wapenzaal met de veroverde veldteekens, vlaggen en kanonnen en het overige van de inrichting werd vluchtiger gebracht, dan oorspronkelyk in het plan lag, daar Hare Majesteit den wensch had te kennen gegeven om kennis te maken met de echtgenoote van den burgemeester. De terugkeer naar de stad werd geno men door het voor een paar jaar door de stad aan gekochte buitengoed Klarenbeek en over de Steenen tafel, zoodat Hare Majesteit en de Prinses niet alleen de stad, maar ook een deel der beroemde omstreken hebben aanschouwd, onder een prachtige zon en met vrooljjke vlaggen versierd, zoodat Hare Majesteit ten huize van jhr. D. J. A. A. van Lawick van Pabst van Nye- velt, burgemeester der gemeente, niet nalaten kon te ver klaren, dat dit bezoek Haar ten zeerste voldaan had. Den weezen van het burgerweeshuis werd hier gele genheid gegeven hun opwachting te maken en kwamen met twee bouquetten aandragen voor de Koningin en de Prinses. Voor het Prinsesje was gezorgd, dat deze zoowel ten huize van den Commissaris des Ko nings als van den burgemeester eenige Arnhem sche ingezetenen vond van gelyken leeftyd als onze toekomstige gebiedster. Hoewel het Prinsesje hen na een enkel woord van Hare Majesteit vrymoedig tegen- trad, liep de conversatie der jeugdigen een weinig stug. Het was een onafzienbare menschenmaesa, die zich naby het Stationsplein had opgesteld om der Koningin en der prinses een laatsten groet toe te roepen. Het scheen als wilde aan de hoera's geen einde komen, als nam het gejuich ieder oogenblik nog in kracht toe, toen het rytuig langzaam naar het station reedalvorens uit te stygen, boog Hare Majesteit nogmaals voor de in de verte verzamelde menigte en verdween in het station, waar Zy aan de autori teiten, die Haar gedurende den tocht gevolgd waren, dank betuigde voor het geleide en na nogmaals Hare voldoening over dit bezoek te hebben uitge sproken, plaats nam in den salonwagen, waarin de bloemen en bouqetten waren gedragen, Haar onder weg aangeboden. De trein reed 11 min. vóór vijf uur weg, onder de feestkreten der menigte om het station verzameld, waarby de officiëele personen voor een deel instemden, vooral toen het Prinsesje de achterbly venden vroolyk met de hand toewuifde. Wy twyfelen niet of dit bezoek aan Arnhem zal aanleiding geven, ook andere plaatsen in ons land te bezoeken. Onze jeugdige Prinses bleef van het begin tot het einde van den tocht even opgeruimd en bleef dapper hare buigingen afsteken. Van vermoeidheid was geen sprake, vroolyk stapte zy den salonwagen in, als ging zy een pleizierritje ondernemen. De goede stemming bij zeer weinig wanordelijkheden duurde natuurlyk den geheelen avond door, de koffie huizen maakten schitterende zaken, floevele kleinen en grooten hebben heden nacht gedroomd van ons Prinsesje? Haarlem, 10 Sept. Eenigen tyd geleden werd medegedeeld dat de firma Beynis bezig was een salon- spoorwegrytuig te vervaardigen voor den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Indië, waarvan de kosten geraamd zijn op j 20,000. Wij zyn thans in de ge legenheid om daaromtrent eenige bijzonderheden mede te deelen. Het door de Koninklyke rytuigfabriek te Haarlem aangenomen werk bestaat in het vervaardigen, opstellen, verpakken, vervoeren en afleveren langs boord van een daartoe aan te wijzen schip van een geheel compleet en voor het gebruik geschikt salon-spoorwegrijtuig, voor 1.067 M. spoorwijdte, bestemd voor dienstreizen van den Gouverneur-Generaal. Het rytuig zal lang zijn 11.50 M. en breed 2.45 M. en bevatten een salon voor den Gouverneur-Generaal met balkon, een middengang met aan den eenen kant een >cabinet d'aisance" en aan de andere zijde een buffetkamertje, en aan het eind van dien gang een salon met bordes voor het gevolg. Er zal bij de inrichting om alles gedacht worden: tot wering van zonnehitte en stof worden in de raamopeningen zakkende met kopergaas gedekte jaloezieramen aangebracht; om het gedruisch tijdens het ryden te verminderen zal de ruimte tusschen de dubbele teakhouten bekleeding, waaruit de vloer van het rytuig zal bestaan, met tegen bederf beveiligd houtschraapsel worden opgevuld; ook deventilatiekap is zoo gemaakt, dat zy zoo goed mogelyk aan het doel zal beantwoorden. In het salon van den Gouv.-Gen., waarvan de bin- nenbetimmering zal bestaan deels uit geschilderde paneelen, deels uit verschillende fijne houtsoorten in gebeeldhouwd lystwerk vervat, zullen geplaatst worden twee groote divans, vier verplaatsbare fauteuils en eene tafel; in een der hoeken komt een buffetkast, in den tegenovergestelden hoek eene yskast met ruimte tot afkoeling van vruchten en dranken. Verlicht zal het salon worden door vier basculeerende dubbelstaal- zilveren lusters voor kaarsen. Amsterdam, 11 Sept. In het huis van bewa ring op den Heiligenweg alhier is eergisteren onder 107 aldaar opgesloten gevangenen een begin van oproer ontstaan. De aanleiding daartoe was, dat vier gevan genen,. wegens overtreding tegen do tucht, cellulair zouden worden opgesloten. Men weet, dat in de huizen van bewaring niet het cellulaire stelsel bestaat, maar dat de gevangenen gezamenlyk op zalen zich ophouden. Toen nu eergisteravond op het bepaalde uur de gevangenen van de werkzaal, waar zy allen te zamen gedurende den dag vertoeven, naar de drie slaapzalen overgingen, wilden zy niet toestaan, dat op de vier, die afzonderlyk moesten geplaatst worden, deze straf zou worden toegepast. Er ontstond een hevig tumult, met geweld werd den bewaarders door de opstuwende gevangenen belet aan de vier gecorrigeerden de hand te slaan, terwyl hunne houding hoe langer zoo drei gender werd. Te vergeefs beproefde de directeur zich verstaanbaar te maken en met zijne vier bewaarders de orde te handhaven. De militaire macht, welke steeds in het gebouw is gelegerd 4 man infanterie onder bevel van een korporaal kwam te hulp, doch deze konden de gemoederen niet tot bedaren brengen. De president der arrondissements-rechtbank, de officier van justitie en de directeur der celgevangenis waren spoedig ter plaatse, doch niet dan nadat de noodige politiemacht onder commando van een inspecteur, uit het bureau, voormalig gymnasium, verscheen, mocht het gelukken de gevangenen de lokalen te doen binnen gaan, waarna het geschreeuw nog eenigen tyd voort duurde. Een kleine Westersche stad, waarvan de bevolking niet meer dan zestien duizend zielen telt, werd op zekeren morgen in opschudding gebracht door het verdwijnen van een der eerzaamste kooplieden der plaats. Mijnheer Bourimel, een man van ongeveer vijftig jaren, met een aanzienlijk vermogen en sedert lang lid van den gemeenteraad, was door zijn huisgenooten op etenstijd thuisgewacht en niet gekomen. Er verliepen drie dagen zonder dat men te weten kon komen, wat er van hem geworden was. Aan vermoedens en gissingen geen gebrek. Men sprak van ruïnatie, van zelfmoord 1 Maar de notaris bewees dat de financiëele omstandigheden van mijnheer Bourimel nooit beter geweest waren. In de stad woonde een zeer onbeteekenend jong- mensch, Mijnheer Anténor Dujardin. Het was een dom, verwaand kwastje, dat te korte jasjes en hoedjes met bijna onzichtbare randen droeg. Hij was de zoon van een procureurmaar had om reden van onbekwaamheid er van af moeten zien zijn vader in die betrekking op te volgen. Van de opbrengst van den verkoop van het kantoor en van de spaarpenningen van den overleden ambtenaar had een familieraad aan Anténor acht a negen duizend francs rente toegewezen, die hem tot een werkeloos leven in staat stelden. Men zag hem geregeld van twaalf tot vier uur en van acht uur tot middernacht op zijn gemak zyn partijtje piquet in het militair koffiehuis spelen. Hij gebruikte er tweemaal daags zijn halve kop koffie, rookte er een sigaar uit zijn meerschuimen pijp, die zoo zwart als ebbenhout was, en deed zijn mond niet open of het moest zijn om tot zijn hond te zeggenDaar liggen, Rambler! Rambler sperde geeuwend een vervaarlijk wijden bek open, rekte zich langzaam op zijn vier pooten uit, kreunde als om aan te duiden dat hy zich beestachtig verveelde en ging, bij slot van rekening, toch onder de tafel liggen. Korten tijd na de verdwijning van Mijnheer Bourimel ging Anténor Dujardin met zijn jachtacte in den zak op de snippenjacht. Hij doorliep de moerassige gronden in de nabijheid van de stad gelegen, toen Rambler plotseling den neus in den wind stak en stilstond. Hier, Rambler! riep Anténor. Maar de hond stootte een scherp en afgebroken geblaf uit. Welk spoor mag hy toch ontdekt hebben? vroeg Dujardin zichzelven af. Rambler antwoordde met klagende kreten. Er is bepaald iets En Anténor ging voorzichtig voorwaarts tot aan biezen, die aan den kant van een sloot groeiden. Hij ontdekte toen in het modderachtige water een lijk, halverwege onder en ondanks eene verschrikkelijke wonde aan het hoofd, had hij geen moeite mijnheer Bourimel te herkennen. Nooit had een dergelijke aandoening het eentonig bestaan van Anténor verstoord. Hij liep wat hij loopen kon naar de stad en kwam geheel buiten adem bij den officier van justitie aan, wien hij van zijne ontdekking in kennis stelde. Een uur later was de gansche stad op de been. De justitie begaf zich naar de plaats waar het lijk lag en vervoerde het per rijtuig naar de stad. Een onderzoek werd ingesteld. Mijnheer, zeide de rechter van instructie tot Anténor Dujardin, wellicht zult u de eerste en eenige getuige in deze zaak zijn. Ik weet het, antwoordde Dujardin op een toon, waaruit reeds een zeker gewicht sprak. De justitie rekent op u Zij kan op mij rekenen. Van af dezen dag werd Anténor de held van de stad. Iedereen hield hem staande om hem vragen te doen. Hoe lag het lijk? Het hoofd was nagenoeg onder water, niet waar? Waren de kleeren verward? Er heeft ongetwijfeld een worsteling tusschen Mijnheer Bourimel en de moordenaar plaats gehad? Er zullen er wel verscheidene geweest zijn? Zoo'n goede man! En dan een huisvader! De vragen en antwoorden kwamen neer als hagel en Anténor herhaalde van den morgen tot den avond dezelfde geschiedenis, zonder dat het hem ooit vermoeide. Ik was 's morgens uitgegaan om snippen te schietenAan het Poudrière-moeras gekomen, ging ik langs de Fossé-Renaud, toen Rambler eens klaps aan den kant van het moeras stilstond Ik roep hemhij hoort niet. Ik ga een paar passen vooruiten verbeeldt je mijn ontsteltenis Ach! mijnheer Anténor! Die arme mijnheer Bourimel, zijn beenen waren styf, zijn hoofd gekloofd Afgrijselijk! Ik ben zoo snel ik kon naar de stad terug- 13 Daar hebt u goed aan gedaan. En ik hoop dat men zoo gelukkig zal zijn de moordenaars te ontdekken. Sedert dien dag duidde men Anténor Dujardin nooit anders aan dan als >de mijnbeer, die het lijk aan de Fossé-Renaud gevonden heeft." Kort daarna arresteerde de politie in een gemeene kroeg twee Spaansche matrozen, die in staat van dronkenschap verkeerden. Bij een hunner vond men het horloge van mijnheer Bourimel. Ziende dat er geen ontkomen was, bekenden ze een burger, dien

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1