ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Zaterdag 21 Jnni 1890. Directeur-Uitgever J. WAALE. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Feuilleton. Een intéressante achtermiddag. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5862. Adyertentiënvan 1—3 rogels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot d Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. buiten deze stad, die den Nieuwsbode ontvangen door tusschenkomst van een Postdirecteur, die voortaan geene conranten meer leveren dan tegen vooruitbetaling, gelieven zich bij een Boekhandelaar of aan ods Bureau aan te melden. JDe toezending geschiedt alsdan op de gewone wijze. Bij alle Hulpkantoren blijft de ge legenheid tot abonnement open. MEISJES, die na de aanstaande Zomervacantie op de Meisjesschool (School D) wenschen te komen, gelieven zich daartoe aan te melden bij het Hoofd dier school, Mej. T. VISSER, op Woensdag den 9 Juli a.s. De Secretaris der Plaatselijke Schoolcommissie, J. F. YAN DER LEK DE CLERCQ. Dat de invloed van het aftreden van Bismarck als Bismarck, niet zonder invloed zon zijn op de Euro- peesche toestanden, werd dadelijk bij zijn aftreden vermoed. Maar bij dit vermoeden bleef bet en rustig wachtte men den loop der gebeurtenissen, die tot heden dit vermoeden nog niet bevestigden. Thans echter is de zaak veranderd en bet vermoeden bleek niet zoo flauw als men meende. Immers niemand minder dan de Rijkskanselier van Dtiitachland Caprivi, heeft het openlijk uitgesproken. In de Rijks commissie voor het militaire wetsontwerp, verklaarde de Rijkskanselier, dat, hoewel de verhoudingen tot het buitenland niet waren veranderd, de behandeling der zaken door Bismarck's aftreden veel moeilijker zjjn gemaakt. De eenvoudigste zaken, zeidè hij, vallen ons nog moeilijk, omdat Bismarck zijn gewicht niet meer in de schaal legt. Hij ontkende voorts nadrukkelijk, dat de voorgestelde plannen van hem alleen afkomstig waren. Hij bad ze reeds gevonden bjj zijn optreden en Bismarck had ze voorbereid. Hjj vroeg een jaar tijd om zich voor te bereiden, dan zou hjj gereed zjjn tot den strijd, thans verzocht hij mede werking en kan hg het begrijpelijk vinden, indien men wenschte, dat de zaak dezen loop niet genomen had of dat Bismarck terugkeerde. Deze verklaring werd echter door de Commissie met teekenen van ontkenning beantwoord en dit moge eene schadeloos stelling zjjn voor Caprivi; bij de moeilijkheden, die hjj ondervindt, om deze nieuwe verhooging van oorlogsuitgaven toe te staan. Toch zal de Regeering wel in dezen ook haar zin krijgen, want, ofschoon de party vaQ Windthorst een viertal eischen heeft laten hooren en de stemming over art. 1 tot den 16en is verdaagd, toch meent men zeker te weten dat het Centrum zal voorstemmen en is art. 2 reed8 aangenomen. In den Rijksdag heeft de bekende Eugène Richter de vraag gedaan hoe de nieuwe Rijks kanselier dacht over den bestaanden pasdwang en de beperking van het ongestoord verblijf in Elzas- Lotharingen. De bekende grieven der Elzassers, dat door deze maatregelen niet alleen het verkeer tus- schen familieleden, maar niet minder ook handel en njjverheid schade lijden, werden bijgebracht. De heer Richter verklaarde, dat hij de vraag niet deed uit eenig vriendschappelijk gevoel voor Frankrijk, maar uitsluitend in het belang van Duitschland, opdat alles uit den weg worde geruimd, wat eene innige aaneensluiting van dit oud-Duitsche gebied aan het Duitsche vaderland belemmert. De Rijks kanselier was dadelijk met zijn antwoord gereed. Ernstig en herhaaldelijk had hij over deze zaak na gedacht, maar hij is tot de slotsom gekomen, dat de bedoelde maatregelen moeten worden gehandhaafd. Het is niet te verdedigen, dat Fransche officieren zich vrij en frank zouden kunnen bewegen op een terrein, dat later wellicht het tooneel van den strijd zou worden. De ophitsing tegen den bestaanden toe stand onder de bevolking van heb Rijksland was onvermoeid voortgezet en daartegen moest de Duitsche Regeering zich te weer stellen. Aan zacht heid heeft de Duitsche Regeering bet in de 17 jaar, dat het Rijksland onder haar beheer staat, niet laten ontbreken en al wil nu de Regeering gaarne bij de toepassing der voorgeschreven maatregelen alle strengheid vermijden, hoever zij met zachtheid gaan kan, hangt slechts af van de houding der bevolking zelf. De Rijkskanselier verzocht ten slotte, dat in het vervolg interpellaties, welke de buitenlandsehe politiek raken, niet worden ingediend zonder ver trouwelijke mededeeling en overleg. Yoor geen enkelen Staat zijn de buitenlandsehe verhoudingen van moeilijker aard dan voor Duitschland. Ook de interpellatie over den pasdwang had eenerzijds de buitenlandsehe politiek aangeroerd. De Rijkskanselier had er naar gestreefd, niets te zeggen, wat eeniger- wijze onaangenaam zou kunnen zijn voor de naburen en de grensbewoners, omdat er vooral in denlaatsten tijd menig verblijdend verschijnsel waargenomen is van verbetering in de wederzijdsche verhouding en het hem leed zou doen, wanneer in dit opzicht achteruitgang zou moeten worden waargenomen. Is deze mededeeling belangrijk en bemoedigend, en heeft zij de aandacht allerwege getrokken, niet minder is dit het geval met hetgeen in OostenriJJc in de afgeloopen week is gezegd. De Keizer heeft verklaard, dat het hem persoonlijk een groot ge noegen deed, dat de twist tusschen Czeechen en Duitschers en Bohemers was bijgelegd; maar be langrijker dan dit is de rede geweest, die de Minister Kalnoky in de Hongaarsche delagatie heeft uitgesproken. Na verklaard te hebben, dat de algemeene richting der Oostenrijksch-Hongaarsche politiek onveranderd gebleven is en dat het verbond tusschen Oostenrijk, Italië en Duitschland zoo hecht is als ooit te voren, en verklaard te hebben, dat hij de hoop had ook nu elk gevaar zou worden afgewend en de vrede behouden zou blijven, kwam de Minister tot Bulgarije én Servië. Omtrent Bulgarije zeide hij, dat het zich op vreedzame wijze ontwikkelde, en blijk had gegeven met alle naburen, inzonderheid met de Por te, in vrede en goede ver standhouding te willen leven. Het gemis aan formeele erkenning van den Vorst doet zich niet gevoelenhet land erkent hem zonder tegenspraak als zoodanig en hoe wenschelijk het nu ook zij, dat Bulgarjje's toestand wettelijk worde erkend, van Oostenrijk-Hongarije hangt dit niet alleen af. Was er dus voor Bulgarije lof, voor Servië was er niets dan eene geduchte waarschuwing. Na de herinnering hoe Oostenrijk alles had gedaan om met dit land in vriendschap te blijven, vervolgde de Minister, dat het mogelijk was, dat de goede wil daartoe ook niet bjj het Regentschap ontbrak, maar de weinig vriendschappelijke of liever vijandelijke gevoelens jegens Oostenrijk-Hongarije zjjn op dit oogenblik krachtiger dan het gezag van het Ministerie en van het Regentschap, die machteloos staan tegenover de agitatie en de pers. De ligging van Servië en zijne financieele toestand maakten echter, dat Kalnoky weinig vrees koestert, dat het moeilijkheden met zijne naburen zal uitlokken. Men ziet het, eene ernstige waarschuwing aan Servië, die dan ook onmiddellijk een nota heeft gezonden om zijne vriend schappelijke gevoelens nopens Oostenrijk te bewijzen. Of deze nota veel zal veranderen, betwijfelen wij. Alleen een krachtig optreden van het Regentschap en van de Ministers tegen de meer en meer veld winnende Russische partij, zal Oostenrijk tevreden kunnen stellen. De begrootingen zijn bjjna allen goedgekeurd, ook die van Oorlog, ofschoon ook hier nog vermeerdering van uitgaven zijn aange kondigd. Indruk vooral maakten de woorden door den Minister van Oorlog in de Oostenrijksche delegatie gesprokenhij verklaarde toch dat de verhooging van oorlogsuitgaven onvermijdelijk was. Europa, zeide hij, verkeert in financieelen oorlogs toestand men doodt elkander nietmen richt elkander financieel ten gronde. Voorwaar eene waarheid, maar welk een treurige! In FranJcrijJc ia de wet op de graanrechten aangenomen. De Hertog van Orleans, die zich over België naar Engeland heeft begeven, heeft van daar uit een proclamatie tot het Fransche volk gericht, waarin hij zijn gedrag erg ophemelt. In Bngeland heeft het Ministerie het hard te verantwoorden. Ternauwernood ontkwam het Ministerie en het Lagerhuis eene nederlaag, doordat met slechts 275 tegen 246 stemmen een haar vgandig amendement op de belasting-voorstellen werd verworpen. Meer en meer neemt ook de agitatie toe, naarmate de geruchten zich verbreiden, als zou de Regeèring eene overeenkomst hebben gesloten met Duitschland in zake Oost-Afrika, waarbij de Britsche belangen niet genoeg zijn behartigd. In België zijn de hooge verwachtingen, die de liberalen van de algemeene verkiezingen zich hadden voorgesteld, niet verwezenlijkt. Integendeel, de eenige liberale stad, die zjj in Vlaanderen bezaten, is voor hen verloren: Gent heeft zijn liberale af gevaardigden, waaronder de Burgemeester Lippens, los gelaten en clericalen gekozen. Dat de vreugde in het kamp der laatsten groot is, laat zich be grijpen. Voor twee misschien zells voor vier jaren is nu de regeering weer in hunne handen en tijd gewonnen is ook daar veel gewonnen. Engeland. Londen, 19 Juni. De Oost-Afrikaansche meren- maatschappy heeft verklaard dat de overeenkomst met Duitschland bevredigend geacht mag worden, maar de Londensche Kamer van koophandel is van eene tegenovergestelde meening. De ochtendbladen schryven in denzelfden zin alB gisteren. De ministerieels pers verdedigt andermaal de overeenkomst, waarbjj de Times in herinnering brengt dat het afstaan van Helgoland geenszins zonder voorbeeld in de geschie denis is, aangezien Java aan Nederland en de Ionische eilanden aan Griekenland terruggegeven zjjn. De Daily News volhardt in hare afwachtende, eenigszins dubbel zinnige houding. De Daily Chronicle blylt tegen de overeenkomst uitvaren. Zjj zegt dat Engeland de vriendschap van Duitschland gekocht, maar tegelyk den allernoodzakelyksten steun van Frankrgk verbeurd heeft. Wilde Engeland onvoorwaardelijk van Helgoland af zjjn, dan had Denemarken daarop betere aanspraken dan Duitschland. De Chronicle voorspelt de regeering ten gevolge van dezen stap eene nederlaag en de ontbinding van het parlement. Rusland. Een slaaf, Nicolaas Ankoudine genaamd, werd ia 1850, toen de lijfeigenschap in Rusland nog bestond, door zyn meester, een rjjken Russischen grondeigenaar uit Saratoff, beschuldigd, hem twee roebels ontstolen te hebben. Daar de grondeigenaar zeer bevriend was met den gouverneur van Saratoff, werd de arme moujik zonder vorm van proces naar Siberië verbannen. Acht en dertig lange jaren leefde Ankoudine te Ochotsk vergeten, zyn bestaan vindend in de jacht en de bereiding van huiden. Slechts door een toeval kwam de gouverneur van West-Siberië te weten, dat Ankoudine bestond, wien hg daarop genade schonk. Onmiddellijk begaf de 70- jarige grijsaard zich naar zyn geboorteplaats op weg, waarnaar hjj zoovele jaren had verlangd. Met geen cent ia den zak legde hy bedelende den 15000 K.M. langen weg af, en na een voetreis van 22 maanden bereikte hy kort geleden Saratoff. Duitschland. Berlyn, 16 Juni. De militaire commissie van den Ryksdag verwierp het voorstel-Rickert (jaarlyksche vaststelling van de legersterkte op voet van vrede), en het voorstel-Richter (tweejarige diensttijd), onder scheidenlijk met 19 tegen 9 en 18 tegen 10 stemmen. Goedgekeurd werden met 17 tegen 11 stemmen de vaststelling der legersterkte op voet van vrede op 486,983 man, de overige paragrafen, en met 16 tegen 12 stemmen het geheele wetsontwerp. De bekende reso lutie van Windthorst werd met groote meerderheid aangenomen. Nederland. Amsterdam, 18 Juni. Naar men meldt, zullen Burgemeester en Wethouders in hooger beroep komen van het vonnis der Arrondissements-Rechtbank, waarbjj de gemeente, in zake de normaal-Argand-brander van Dumas veroordeeld is aan de >Imperial Continental Gas-Assotiation11 alle schade en interessen te vergoeden, veroorzaakt door het volgens dat vonnis verkeerd toe passen van art. 15 al. 4 der gasconcessie. Aan dit proces is veel gelegen; naar men hier en daar beweert, zou de gemeente bjj het verliezen van dit proces, een som van p.m. anderhalf millioen aan de >Imperiar' hebben te betalen. De zaak is dus van groot gewicht. Maandagavond heeft te Amsterdam in de Egelantiersstraat een circa 25jarig man zyn vader met een talhout doodgeslagen. Reeds meermalen was de ellendeling in arreBt geweest, wyl hjj zyn vader ver volgd of met een mes gedreigd had. Graveuhage, 19 Juni. Tweede Kamer. Bjj zjjne interpellatie over het adres-Tindal over de mogelijkheid van beschieting van Den Haag heeft de heer Rooseboom gevraagd of de Regeering zoodanig bombardement al of niet in strjjd acht met het volken recht en of eene beschieting der residentie bedacht moest doen zyn op een verplaatsing van den regeerings- zetel uit Den Haag. De Minister van Oorlog antwoordde in hoofdzaak dat een beschieting van Den Haag niet zoo ernstig zou zyn om aan onze verdedigbaarheid te wanhopen en achtte een bombardement, 't moge door het volkenrecht niet verboden zjjD, onmogelijk. De heer Nieuwenhuis meende dat jhr. Tindal niet mocht worden hard gevallen over zjjn streven om de oogen van het volk over odzo verdediging te openen en hjj vroeg verlof de Regeering nader te interpelleeren over de verdedigbaarheid des lands. De heer Nieuwenhuis verklaarde te willen interpel leeren over de concentratie en de mobilisatie der troopen in tjjd van oorlog. Een lang debat ontstond over de toelaatbaarheid van deze interpellatie, die door de heeren Sejjffardt, Rooseboom en Van Vljjmen sterk werd bestreden, als veel te onbegrensd en niet vatbaar voor publieke bespreking. Met 39 tegen 29 stemmen weigerde de Kamer ten slotte de interpellatie. De leden der Eerste Kamer zjjn bijeengeroepen tegen Woensdag 25 dezer, des avonds te half negen ure. Het gerechtshof deed heden uitspraak in de bekende appèl-zaak tegen Charles Hoare, den Engelsch- man, door de Middelhurgsche rechtbank den len April jl. veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, wegens het ontstelen van een zakboekje aan een reiziger op 25 Juni 1889 by aankomst van de stoomboot »Prinses Marie" te Vlissingen. Het hof bevestigde dit vonnis, en verminderde voorts de door de rechtbank te Zierikzee aan een metselaar te Scherpenisse, wegens mishandeling, opgelegde ge vangenisstraf van zei weken, tot eene van een maand. "Willemsstacl, 18 Juni. Als een zeldzaam geval, zoowel van moed op jeugdigen leeftjjd als van broeder liefde, verdient het volgende vermelding: Een kind van ongeveer 6 jaar sprong in de Kerkgracht alhier, om een ouderen broeder, die te water was geraakt, te redde*. Gelukkig kwam de vader toesnellen en bracht beide kinderen behouden aan wal. Iez*seke, 19 Juni. Dinsdagavond geraakte een knaapje van omstreeks 8 jaar met zjjne linkerhand in een snjjmolen met het ongelukkig gevolg, dat de pink en een zinger bjjna afgesneden werden. Naar wjj vernemen gooide heden morgen eene vrouw in hare boosheid met een groot mes naar hare dochter, doch in plaats dat de dochter geraakt werd, kwam het terecht in het gezichtje van een klein kind van nog geen jaar oud. De kleine bekwam een hevige wond, zoodat er dadeljjk geneeskundige hulp noodig was. Go©», 18 Juni. Over de belangrijke vraag zoo belangrjjk dat er zelfs eene avondzitting voor werd gehouden kleven in Nederland het grondbezit ge breken aan en op welke wjjze kan men die doen verdwjjnen of verminderen, werd bjjna twee uren lang i gediacusseerd, en eindelyk de volgende conclusie aan genomen Gehoord de discussie, verklaart bet Congres- bestuur, dat gebreken bestaan aan het eigendomsrecht en dat onder de middelen om te verbeteren behooren: afschaffing van de mutatierechten; wjjziging van de gemeentewet, betrekkelijk de heffing eener plaatselijke directe belasting, ook van uitwonende eigenaren, en hiervan mededeeling te doen aan het Landbouw-comité. De heer E. v. d. Bosch leidde de vraag in of het wenschelyk was by het vee een groot vetgehalte te krjjgen, hetgeen met het oog op de uitvoer zeer wenschelyk was. Als conclusie werd de wenschelykheid uitgesproken om bjj het aanfokken van vee te letten op vetgehalte en groote melkopbrengst. Het volgende vraagpunt luidde: wat is de meest doelmatige wijze van betaling der melk bjj levering aan de Zuivelfabrieken. Als conclusie werd aangenomen, dat het onderzoek, door de later uitgevonden en verbeterde werktuigen zeer goed uitvoerbaar is, doch in Bommige gevallen op moeilijkheden stuit. Is de mogelijkheid om paarden en vee te kunnen verzekeren tegen sterfte, tengevolge van ongelukken, by eene Nederlandsche Maatschappij, die eene bepaalde premie rekent, niet een landbouwbelang Daaromtrent waren allen het eens. Werkt de wet op de besmettelijke ziekten ten aan zien van den vlekkentyphus bjj de varkens gunstig, of zjjn daaromtrent gegronde klachten? Hoe daarin verbetering te brengen De heer Breebaart eischte afmaking der dieren en schadevergoeding van Rijkswege. Daaromtrent was men het vrjj wel eens. Met het oog op de te verwachten algemeene ver gadering vond de behandeling van het vraagpunt Uit het Duitseh. In September 1883 stierf mijne goede grootmoe der op ruim 87-jarigen leeftijd. Gaarne sprak zy van eene kleine épisode nit haar leven, die zij gewoon was >een intéressante achtermiddag" te noemen. Wellicht stellen ook anderen belang in deze gebeur tenis, en daarom wil ik trachten die weer te geven, zooals mjjne grootmoeder ze op hare eenvoudige manier vertelde. In het jaar 1815 ontving mijne moeder een' brief van hare zuster, die gouvernante was in eene keurvorsteljjke familie, waarin ik uitgenoodigd werd om eenige weken bjj haar te komen doorbrengen. Het was eene gebeurtenis van gewicht voor het kleine stadje, waar wjj woonden, toen ik op een fraaien zomermorgen plaats nam in die oude post koets, die mjj uit onze stille omgeving in de wijde wereld voeren zou. Ik logeerde niet bij mijne tante, die zelf op het slot woonde, maar nam mjjn intrek bjj de vrouw van den intendant der tuinen, die mjj hartelijk ontving, bjj wie ik een allerliefst kamertje voor mij ingericht vond. Het beviel er mij uitstekend, maar de prettigste uren van de dagen waren die, welke ik bij mijne tante mocht doorbrengen. Hoe veel nieuws en schoons heb ik daar niet aanschouwd. Menigmaal zag ik ook, in de kamer mjjner tante achter een zwaar gordjjn verborgen, de vorsteljjke personen voorbjjgaan. Ik had mij echter in mijn provincie-stadje zulke visioenen van tooverachtige pracht en verblindenden luister gemaakt, dat de werkelijkheid mij inderdaad eenigszins tegenviel. Iets verrukkelijker evenwel dan de twee prinsesjes, die aan de zorg mijner tante waren toevertrouwd, kan men zich moeielijk voorstellen, en het was voor mij eene groote voldoening te bemerken, dat ik wederkeerig in den smaak der lieftallige kinderen vielzij schenen gaarne met mij te spelen, en weldra deden zij niets liever dan naar mijne verhalen luisteren. Op zekeren dag belaadde mjjne tante my met doeken en speel goed, en bracht ons een eind ver naar eene eenzame plek aan het eind van het park. »Zoodoende loopen wij niemand in den weg", zeide zij. Er zou dien middag namelijk een Russischen Grootvorst op het slot komen, en ter zijner eerewerd er een groot gala-diner gegeven. Na eene korte poos werd mijne tante onwel. >Hoe onaangenaam", klaagde zij, »ik voel een aanval van mijn gewone maagkramp opkomen, en ik heb geen poeders bij mjj. Ik weet echter Agatha, dat ik mijne prinsesjes voor een korte poos volkomen aan uwe zorg kan toevertrouwen, en ga dus even naar het slot terug om mijne medicjjnen te halen. Gij kunt het zoo goed samen vinden", voegde zjj er lachend bjj, >dat ik eigenljjk overbodig ben, maar denk er aan, dat gij de kinderen geen minuut uit het oog verliest, al is hier water noch afgrond. Geen minuut, hoort gjj". Ik voelde mij ontzaggeljjk vereerd met deze op dracht, en beloofde plechtig het- mjj geschonken vertrouwen waardig te maken. Door allerlei omstan digheden werd mjjne tante langer dan een uur bezig gehouden, en door dit oponthoud werd deze achtermiddag de belangrjjkste van mijn geheele leven. Van de plaats, waar wjj ons bevonden, konden wij naar beide zijden den weg opzien, en terwijl ik het verhaal deed van den Prins van Bagbad en de schoone Prinses Selima keken zjj mjjne tante na, tot dat zjj uit het oog verdween. Dezen middag schenen de lotgevallen van mijn Oostersche helden en heldinnen de prinsesjes niet te boeien en mjjzelf ging het evenzoo, waarschjjnlyk ten gevolge van het warme zomerweder. Marie wiegde hare pop in slaap, want Amalia was moede, en haar allerliefste zusje, dat nog geen vier jaren telde, sleepte al onze doeken bij elkander om Amalia een zacht bedje te spreiden. Droomerig keek ik naar de bekoorljjke kinderen, toen een zacht geruisch mijn oor trof, en ik plotse ling eene kleine bruine vrouw voor mij zag staan, die als uit den grond opgekomen scheen. Het was een stokoud moedertje in bonte lappen gehuld, klaarblijkeljjk eene Zigeunerin. Toen zjj zag hoe ik ontstellende, en mij als 't ware beschermende tus schen haar en de spelende kinderen plaatste, zeide zij op zachten, zangeren toon »Gij moogt een arme oude ziel niet mistrouwen, jonge witte vrouw 1 Zij heeft u geen kwaad gedaan, maar zjj is oud oud heel oud 1 Doch hare oogen zjjn jong gebleven, en zien nog even helder als voor tachtig jaren in de toekomst. Wenscht een nieuwsgierig, verlangend meisjeshart niets te weten 1 Ik zal u zeggen wat gjj wenscht te hooren, en daarvoor geeft gjj in ruil een blanke munt aan de oude vrouw, die er een teug wijn voor koopen zal, waarmee zij de vermoeide leden kan verkwikken". Het arme oude rnensck had mjj ook inderdaad geen kwaad gedaan, hare zwarte oogen zagen mjj zoo trouwhartig vragend aan en ik was jong en nieuwsgierig. Zoo stak ik haar dan mjjne hand toe, die zij in hare bruine vingers nam, waarop zjj alleen voor mjj verstaanbaar mompelde: »Eene goede hand, gemakkeljjk te lezen. Verlangen tranen doch dat gaat weldra voorbjj een brave man weinig tegenspoed ver van het gewoel des levens dus gelukkig gelukkig Zielsverrukt over deze gunstige voorspelling gaf ik aan de oude een' nieuwen Thaler, die mijne tante mij pas den vorigen dag geschonken had. Zjj scheen zeer dankbaar te zijn, want zjj riep uit: »Nu moet gjj de oude Estrella ook toestaan om voor zulk een rijke gift aan die beide kinderen de toekomst te voorspellen. Ik maakte eene beslist weigerende be- beweging en zeide, dat de kleinen daarvoor nog veel te jong waren. Zjj echter schudde het hoofd, »de ljjnen waaruit wjj de lotgevallen der menschen lezen zjjn reeds bij de geboorte aanwezig, en de oude Estrella kan ze in de kleinste hand verklaren". Het oudste prinsesje sloeg geen acht op ons, zij had het te druk met hare pop in slaap te zingen, maar de jongste scheen de bewegingen der Zigeunerin voor een nieuw spelletje te houden, waaraan zjj gaarne wilde meedoen. Zonder vrees voor de oude heks zag zij ons lachende aan, en kwam met uitge stoken handje naderzij gaf het echter niet aan de i

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1