ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Zaterdag 21 Jnni 1890.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Feuilleton.
Een intéressante achtermiddag.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5862.
Adyertentiënvan 1—3 rogels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot d
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
buiten deze stad, die den Nieuwsbode
ontvangen door tusschenkomst van een
Postdirecteur, die voortaan geene
conranten meer leveren dan tegen
vooruitbetaling, gelieven zich bij een
Boekhandelaar of aan ods Bureau aan te
melden. JDe toezending geschiedt alsdan
op de gewone wijze.
Bij alle Hulpkantoren blijft de ge
legenheid tot abonnement open.
MEISJES, die na de aanstaande Zomervacantie op de
Meisjesschool (School D) wenschen te komen, gelieven zich
daartoe aan te melden bij het Hoofd dier school, Mej.
T. VISSER, op Woensdag den 9 Juli a.s.
De Secretaris der Plaatselijke Schoolcommissie,
J. F. YAN DER LEK DE CLERCQ.
Dat de invloed van het aftreden van Bismarck als
Bismarck, niet zonder invloed zon zijn op de Euro-
peesche toestanden, werd dadelijk bij zijn aftreden
vermoed. Maar bij dit vermoeden bleef bet en rustig
wachtte men den loop der gebeurtenissen, die tot
heden dit vermoeden nog niet bevestigden. Thans
echter is de zaak veranderd en bet vermoeden bleek
niet zoo flauw als men meende. Immers niemand
minder dan de Rijkskanselier van Dtiitachland
Caprivi, heeft het openlijk uitgesproken. In de Rijks
commissie voor het militaire wetsontwerp, verklaarde
de Rijkskanselier, dat, hoewel de verhoudingen tot
het buitenland niet waren veranderd, de behandeling
der zaken door Bismarck's aftreden veel moeilijker
zjjn gemaakt. De eenvoudigste zaken, zeidè hij,
vallen ons nog moeilijk, omdat Bismarck zijn gewicht
niet meer in de schaal legt. Hij ontkende voorts
nadrukkelijk, dat de voorgestelde plannen van hem
alleen afkomstig waren. Hij bad ze reeds gevonden
bjj zijn optreden en Bismarck had ze voorbereid. Hjj
vroeg een jaar tijd om zich voor te bereiden, dan zou
hjj gereed zjjn tot den strijd, thans verzocht hij mede
werking en kan hg het begrijpelijk vinden, indien
men wenschte, dat de zaak dezen loop niet genomen
had of dat Bismarck terugkeerde. Deze verklaring
werd echter door de Commissie met teekenen van
ontkenning beantwoord en dit moge eene schadeloos
stelling zjjn voor Caprivi; bij de moeilijkheden, die
hjj ondervindt, om deze nieuwe verhooging van
oorlogsuitgaven toe te staan. Toch zal de Regeering
wel in dezen ook haar zin krijgen, want, ofschoon
de party vaQ Windthorst een viertal eischen heeft
laten hooren en de stemming over art. 1 tot den
16en is verdaagd, toch meent men zeker te weten
dat het Centrum zal voorstemmen en is art. 2 reed8
aangenomen. In den Rijksdag heeft de bekende
Eugène Richter de vraag gedaan hoe de nieuwe Rijks
kanselier dacht over den bestaanden pasdwang en
de beperking van het ongestoord verblijf in Elzas-
Lotharingen. De bekende grieven der Elzassers, dat
door deze maatregelen niet alleen het verkeer tus-
schen familieleden, maar niet minder ook handel en
njjverheid schade lijden, werden bijgebracht. De
heer Richter verklaarde, dat hij de vraag niet deed
uit eenig vriendschappelijk gevoel voor Frankrijk,
maar uitsluitend in het belang van Duitschland,
opdat alles uit den weg worde geruimd, wat eene
innige aaneensluiting van dit oud-Duitsche gebied
aan het Duitsche vaderland belemmert. De Rijks
kanselier was dadelijk met zijn antwoord gereed.
Ernstig en herhaaldelijk had hij over deze zaak na
gedacht, maar hij is tot de slotsom gekomen, dat de
bedoelde maatregelen moeten worden gehandhaafd.
Het is niet te verdedigen, dat Fransche officieren
zich vrij en frank zouden kunnen bewegen op een
terrein, dat later wellicht het tooneel van den strijd
zou worden. De ophitsing tegen den bestaanden toe
stand onder de bevolking van heb Rijksland was
onvermoeid voortgezet en daartegen moest de
Duitsche Regeering zich te weer stellen. Aan zacht
heid heeft de Duitsche Regeering bet in de 17 jaar,
dat het Rijksland onder haar beheer staat, niet laten
ontbreken en al wil nu de Regeering gaarne bij de
toepassing der voorgeschreven maatregelen alle
strengheid vermijden, hoever zij met zachtheid gaan
kan, hangt slechts af van de houding der bevolking
zelf. De Rijkskanselier verzocht ten slotte, dat in
het vervolg interpellaties, welke de buitenlandsehe
politiek raken, niet worden ingediend zonder ver
trouwelijke mededeeling en overleg. Yoor geen
enkelen Staat zijn de buitenlandsehe verhoudingen
van moeilijker aard dan voor Duitschland. Ook de
interpellatie over den pasdwang had eenerzijds de
buitenlandsehe politiek aangeroerd. De Rijkskanselier
had er naar gestreefd, niets te zeggen, wat eeniger-
wijze onaangenaam zou kunnen zijn voor de naburen
en de grensbewoners, omdat er vooral in denlaatsten
tijd menig verblijdend verschijnsel waargenomen is
van verbetering in de wederzijdsche verhouding en
het hem leed zou doen, wanneer in dit opzicht
achteruitgang zou moeten worden waargenomen.
Is deze mededeeling belangrijk en bemoedigend,
en heeft zij de aandacht allerwege getrokken, niet
minder is dit het geval met hetgeen in OostenriJJc
in de afgeloopen week is gezegd. De Keizer heeft
verklaard, dat het hem persoonlijk een groot ge
noegen deed, dat de twist tusschen Czeechen en
Duitschers en Bohemers was bijgelegd; maar be
langrijker dan dit is de rede geweest, die de
Minister Kalnoky in de Hongaarsche delagatie heeft
uitgesproken. Na verklaard te hebben, dat de
algemeene richting der Oostenrijksch-Hongaarsche
politiek onveranderd gebleven is en dat het verbond
tusschen Oostenrijk, Italië en Duitschland zoo hecht
is als ooit te voren, en verklaard te hebben, dat
hij de hoop had ook nu elk gevaar zou worden
afgewend en de vrede behouden zou blijven, kwam
de Minister tot Bulgarije én Servië. Omtrent
Bulgarije zeide hij, dat het zich op vreedzame wijze
ontwikkelde, en blijk had gegeven met alle naburen,
inzonderheid met de Por te, in vrede en goede ver
standhouding te willen leven. Het gemis aan
formeele erkenning van den Vorst doet zich niet
gevoelenhet land erkent hem zonder tegenspraak
als zoodanig en hoe wenschelijk het nu ook zij, dat
Bulgarjje's toestand wettelijk worde erkend, van
Oostenrijk-Hongarije hangt dit niet alleen af. Was
er dus voor Bulgarije lof, voor Servië was er niets
dan eene geduchte waarschuwing. Na de herinnering
hoe Oostenrijk alles had gedaan om met dit land
in vriendschap te blijven, vervolgde de Minister,
dat het mogelijk was, dat de goede wil daartoe
ook niet bjj het Regentschap ontbrak, maar de weinig
vriendschappelijke of liever vijandelijke gevoelens
jegens Oostenrijk-Hongarije zjjn op dit oogenblik
krachtiger dan het gezag van het Ministerie en
van het Regentschap, die machteloos staan tegenover
de agitatie en de pers. De ligging van Servië en
zijne financieele toestand maakten echter, dat
Kalnoky weinig vrees koestert, dat het moeilijkheden
met zijne naburen zal uitlokken. Men ziet het,
eene ernstige waarschuwing aan Servië, die dan ook
onmiddellijk een nota heeft gezonden om zijne vriend
schappelijke gevoelens nopens Oostenrijk te bewijzen.
Of deze nota veel zal veranderen, betwijfelen wij.
Alleen een krachtig optreden van het Regentschap
en van de Ministers tegen de meer en meer veld
winnende Russische partij, zal Oostenrijk tevreden
kunnen stellen. De begrootingen zijn bjjna allen
goedgekeurd, ook die van Oorlog, ofschoon ook
hier nog vermeerdering van uitgaven zijn aange
kondigd. Indruk vooral maakten de woorden door
den Minister van Oorlog in de Oostenrijksche
delegatie gesprokenhij verklaarde toch dat de
verhooging van oorlogsuitgaven onvermijdelijk was.
Europa, zeide hij, verkeert in financieelen oorlogs
toestand men doodt elkander nietmen richt
elkander financieel ten gronde. Voorwaar eene
waarheid, maar welk een treurige!
In FranJcrijJc ia de wet op de graanrechten
aangenomen. De Hertog van Orleans, die zich over
België naar Engeland heeft begeven, heeft van
daar uit een proclamatie tot het Fransche volk
gericht, waarin hij zijn gedrag erg ophemelt.
In Bngeland heeft het Ministerie het hard
te verantwoorden. Ternauwernood ontkwam het
Ministerie en het Lagerhuis eene nederlaag, doordat
met slechts 275 tegen 246 stemmen een haar
vgandig amendement op de belasting-voorstellen
werd verworpen. Meer en meer neemt ook de
agitatie toe, naarmate de geruchten zich verbreiden,
als zou de Regeèring eene overeenkomst hebben
gesloten met Duitschland in zake Oost-Afrika,
waarbij de Britsche belangen niet genoeg zijn
behartigd.
In België zijn de hooge verwachtingen, die de
liberalen van de algemeene verkiezingen zich hadden
voorgesteld, niet verwezenlijkt. Integendeel, de
eenige liberale stad, die zjj in Vlaanderen bezaten,
is voor hen verloren: Gent heeft zijn liberale af
gevaardigden, waaronder de Burgemeester Lippens,
los gelaten en clericalen gekozen. Dat de vreugde
in het kamp der laatsten groot is, laat zich be
grijpen. Voor twee misschien zells voor vier jaren
is nu de regeering weer in hunne handen en tijd
gewonnen is ook daar veel gewonnen.
Engeland.
Londen, 19 Juni. De Oost-Afrikaansche meren-
maatschappy heeft verklaard dat de overeenkomst
met Duitschland bevredigend geacht mag worden, maar
de Londensche Kamer van koophandel is van eene
tegenovergestelde meening. De ochtendbladen schryven
in denzelfden zin alB gisteren. De ministerieels pers
verdedigt andermaal de overeenkomst, waarbjj de
Times in herinnering brengt dat het afstaan van
Helgoland geenszins zonder voorbeeld in de geschie
denis is, aangezien Java aan Nederland en de Ionische
eilanden aan Griekenland terruggegeven zjjn. De Daily
News volhardt in hare afwachtende, eenigszins dubbel
zinnige houding. De Daily Chronicle blylt tegen de
overeenkomst uitvaren. Zjj zegt dat Engeland de
vriendschap van Duitschland gekocht, maar tegelyk den
allernoodzakelyksten steun van Frankrgk verbeurd
heeft. Wilde Engeland onvoorwaardelijk van Helgoland
af zjjn, dan had Denemarken daarop betere aanspraken
dan Duitschland. De Chronicle voorspelt de regeering
ten gevolge van dezen stap eene nederlaag en de
ontbinding van het parlement.
Rusland.
Een slaaf, Nicolaas Ankoudine genaamd, werd ia
1850, toen de lijfeigenschap in Rusland nog bestond,
door zyn meester, een rjjken Russischen grondeigenaar
uit Saratoff, beschuldigd, hem twee roebels ontstolen
te hebben. Daar de grondeigenaar zeer bevriend was
met den gouverneur van Saratoff, werd de arme moujik
zonder vorm van proces naar Siberië verbannen.
Acht en dertig lange jaren leefde Ankoudine te
Ochotsk vergeten, zyn bestaan vindend in de jacht en
de bereiding van huiden.
Slechts door een toeval kwam de gouverneur van
West-Siberië te weten, dat Ankoudine bestond, wien
hg daarop genade schonk. Onmiddellijk begaf de 70-
jarige grijsaard zich naar zyn geboorteplaats op weg,
waarnaar hjj zoovele jaren had verlangd. Met geen cent
ia den zak legde hy bedelende den 15000 K.M. langen
weg af, en na een voetreis van 22 maanden bereikte
hy kort geleden Saratoff.
Duitschland.
Berlyn, 16 Juni. De militaire commissie van den
Ryksdag verwierp het voorstel-Rickert (jaarlyksche
vaststelling van de legersterkte op voet van vrede),
en het voorstel-Richter (tweejarige diensttijd), onder
scheidenlijk met 19 tegen 9 en 18 tegen 10 stemmen.
Goedgekeurd werden met 17 tegen 11 stemmen de
vaststelling der legersterkte op voet van vrede op
486,983 man, de overige paragrafen, en met 16 tegen
12 stemmen het geheele wetsontwerp. De bekende reso
lutie van Windthorst werd met groote meerderheid
aangenomen.
Nederland.
Amsterdam, 18 Juni. Naar men meldt, zullen
Burgemeester en Wethouders in hooger beroep komen
van het vonnis der Arrondissements-Rechtbank, waarbjj
de gemeente, in zake de normaal-Argand-brander van
Dumas veroordeeld is aan de >Imperial Continental
Gas-Assotiation11 alle schade en interessen te vergoeden,
veroorzaakt door het volgens dat vonnis verkeerd toe
passen van art. 15 al. 4 der gasconcessie.
Aan dit proces is veel gelegen; naar men hier en
daar beweert, zou de gemeente bjj het verliezen van
dit proces, een som van p.m. anderhalf millioen aan
de >Imperiar' hebben te betalen.
De zaak is dus van groot gewicht.
Maandagavond heeft te Amsterdam in de
Egelantiersstraat een circa 25jarig man zyn vader met
een talhout doodgeslagen. Reeds meermalen was de
ellendeling in arreBt geweest, wyl hjj zyn vader ver
volgd of met een mes gedreigd had.
Graveuhage, 19 Juni. Tweede Kamer.
Bjj zjjne interpellatie over het adres-Tindal over de
mogelijkheid van beschieting van Den Haag heeft de
heer Rooseboom gevraagd of de Regeering zoodanig
bombardement al of niet in strjjd acht met het volken
recht en of eene beschieting der residentie bedacht
moest doen zyn op een verplaatsing van den regeerings-
zetel uit Den Haag.
De Minister van Oorlog antwoordde in hoofdzaak
dat een beschieting van Den Haag niet zoo ernstig zou
zyn om aan onze verdedigbaarheid te wanhopen en
achtte een bombardement, 't moge door het volkenrecht
niet verboden zjjD, onmogelijk.
De heer Nieuwenhuis meende dat jhr. Tindal niet
mocht worden hard gevallen over zjjn streven om de
oogen van het volk over odzo verdediging te openen
en hjj vroeg verlof de Regeering nader te interpelleeren
over de verdedigbaarheid des lands.
De heer Nieuwenhuis verklaarde te willen interpel
leeren over de concentratie en de mobilisatie der
troopen in tjjd van oorlog.
Een lang debat ontstond over de toelaatbaarheid
van deze interpellatie, die door de heeren Sejjffardt,
Rooseboom en Van Vljjmen sterk werd bestreden, als
veel te onbegrensd en niet vatbaar voor publieke
bespreking.
Met 39 tegen 29 stemmen weigerde de Kamer ten
slotte de interpellatie.
De leden der Eerste Kamer zjjn bijeengeroepen
tegen Woensdag 25 dezer, des avonds te half negen ure.
Het gerechtshof deed heden uitspraak in de
bekende appèl-zaak tegen Charles Hoare, den Engelsch-
man, door de Middelhurgsche rechtbank den len April
jl. veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, wegens
het ontstelen van een zakboekje aan een reiziger op
25 Juni 1889 by aankomst van de stoomboot »Prinses
Marie" te Vlissingen.
Het hof bevestigde dit vonnis, en verminderde voorts
de door de rechtbank te Zierikzee aan een metselaar
te Scherpenisse, wegens mishandeling, opgelegde ge
vangenisstraf van zei weken, tot eene van een maand.
"Willemsstacl, 18 Juni. Als een zeldzaam geval,
zoowel van moed op jeugdigen leeftjjd als van broeder
liefde, verdient het volgende vermelding: Een kind
van ongeveer 6 jaar sprong in de Kerkgracht alhier,
om een ouderen broeder, die te water was geraakt, te
redde*. Gelukkig kwam de vader toesnellen en bracht
beide kinderen behouden aan wal.
Iez*seke, 19 Juni. Dinsdagavond geraakte een
knaapje van omstreeks 8 jaar met zjjne linkerhand in
een snjjmolen met het ongelukkig gevolg, dat de pink
en een zinger bjjna afgesneden werden.
Naar wjj vernemen gooide heden morgen eene
vrouw in hare boosheid met een groot mes naar hare
dochter, doch in plaats dat de dochter geraakt werd,
kwam het terecht in het gezichtje van een klein kind
van nog geen jaar oud. De kleine bekwam een hevige
wond, zoodat er dadeljjk geneeskundige hulp noodig was.
Go©», 18 Juni. Over de belangrijke vraag zoo
belangrjjk dat er zelfs eene avondzitting voor werd
gehouden kleven in Nederland het grondbezit ge
breken aan en op welke wjjze kan men die doen
verdwjjnen of verminderen, werd bjjna twee uren lang
i gediacusseerd, en eindelyk de volgende conclusie aan
genomen Gehoord de discussie, verklaart bet Congres-
bestuur, dat gebreken bestaan aan het eigendomsrecht
en dat onder de middelen om te verbeteren behooren:
afschaffing van de mutatierechten; wjjziging van de
gemeentewet, betrekkelijk de heffing eener plaatselijke
directe belasting, ook van uitwonende eigenaren, en
hiervan mededeeling te doen aan het Landbouw-comité.
De heer E. v. d. Bosch leidde de vraag in of het
wenschelyk was by het vee een groot vetgehalte te
krjjgen, hetgeen met het oog op de uitvoer zeer
wenschelyk was.
Als conclusie werd de wenschelykheid uitgesproken
om bjj het aanfokken van vee te letten op vetgehalte
en groote melkopbrengst.
Het volgende vraagpunt luidde: wat is de meest
doelmatige wijze van betaling der melk bjj levering
aan de Zuivelfabrieken.
Als conclusie werd aangenomen, dat het onderzoek,
door de later uitgevonden en verbeterde werktuigen
zeer goed uitvoerbaar is, doch in Bommige gevallen op
moeilijkheden stuit.
Is de mogelijkheid om paarden en vee te kunnen
verzekeren tegen sterfte, tengevolge van ongelukken,
by eene Nederlandsche Maatschappij, die eene bepaalde
premie rekent, niet een landbouwbelang Daaromtrent
waren allen het eens.
Werkt de wet op de besmettelijke ziekten ten aan
zien van den vlekkentyphus bjj de varkens gunstig,
of zjjn daaromtrent gegronde klachten? Hoe daarin
verbetering te brengen
De heer Breebaart eischte afmaking der dieren en
schadevergoeding van Rijkswege. Daaromtrent was
men het vrjj wel eens.
Met het oog op de te verwachten algemeene ver
gadering vond de behandeling van het vraagpunt
Uit het Duitseh.
In September 1883 stierf mijne goede grootmoe
der op ruim 87-jarigen leeftijd. Gaarne sprak zy van
eene kleine épisode nit haar leven, die zij gewoon
was >een intéressante achtermiddag" te noemen.
Wellicht stellen ook anderen belang in deze gebeur
tenis, en daarom wil ik trachten die weer te geven,
zooals mjjne grootmoeder ze op hare eenvoudige
manier vertelde.
In het jaar 1815 ontving mijne moeder een'
brief van hare zuster, die gouvernante was in eene
keurvorsteljjke familie, waarin ik uitgenoodigd werd
om eenige weken bjj haar te komen doorbrengen.
Het was eene gebeurtenis van gewicht voor het
kleine stadje, waar wjj woonden, toen ik op een
fraaien zomermorgen plaats nam in die oude post
koets, die mjj uit onze stille omgeving in de wijde
wereld voeren zou. Ik logeerde niet bij mijne tante,
die zelf op het slot woonde, maar nam mjjn intrek
bjj de vrouw van den intendant der tuinen, die mjj
hartelijk ontving, bjj wie ik een allerliefst kamertje
voor mij ingericht vond. Het beviel er mij uitstekend,
maar de prettigste uren van de dagen waren die,
welke ik bij mijne tante mocht doorbrengen. Hoe
veel nieuws en schoons heb ik daar niet aanschouwd.
Menigmaal zag ik ook, in de kamer mjjner tante
achter een zwaar gordjjn verborgen, de vorsteljjke
personen voorbjjgaan. Ik had mij echter in mijn
provincie-stadje zulke visioenen van tooverachtige
pracht en verblindenden luister gemaakt, dat de
werkelijkheid mij inderdaad eenigszins tegenviel. Iets
verrukkelijker evenwel dan de twee prinsesjes, die
aan de zorg mijner tante waren toevertrouwd, kan
men zich moeielijk voorstellen, en het was voor mij
eene groote voldoening te bemerken, dat ik wederkeerig
in den smaak der lieftallige kinderen vielzij schenen
gaarne met mij te spelen, en weldra deden zij niets
liever dan naar mijne verhalen luisteren. Op zekeren
dag belaadde mjjne tante my met doeken en speel
goed, en bracht ons een eind ver naar eene eenzame
plek aan het eind van het park.
»Zoodoende loopen wij niemand in den weg",
zeide zij. Er zou dien middag namelijk een Russischen
Grootvorst op het slot komen, en ter zijner eerewerd
er een groot gala-diner gegeven.
Na eene korte poos werd mijne tante onwel.
>Hoe onaangenaam", klaagde zij, »ik voel een
aanval van mijn gewone maagkramp opkomen, en
ik heb geen poeders bij mjj. Ik weet echter Agatha,
dat ik mijne prinsesjes voor een korte poos volkomen
aan uwe zorg kan toevertrouwen, en ga dus even
naar het slot terug om mijne medicjjnen te halen.
Gij kunt het zoo goed samen vinden", voegde zjj er
lachend bjj, >dat ik eigenljjk overbodig ben, maar
denk er aan, dat gij de kinderen geen minuut uit
het oog verliest, al is hier water noch afgrond. Geen
minuut, hoort gjj".
Ik voelde mij ontzaggeljjk vereerd met deze op
dracht, en beloofde plechtig het- mjj geschonken
vertrouwen waardig te maken. Door allerlei omstan
digheden werd mjjne tante langer dan een uur
bezig gehouden, en door dit oponthoud werd deze
achtermiddag de belangrjjkste van mijn geheele
leven.
Van de plaats, waar wjj ons bevonden, konden wij
naar beide zijden den weg opzien, en terwijl ik het
verhaal deed van den Prins van Bagbad en de
schoone Prinses Selima keken zjj mjjne tante na, tot
dat zjj uit het oog verdween.
Dezen middag schenen de lotgevallen van mijn
Oostersche helden en heldinnen de prinsesjes niet te
boeien en mjjzelf ging het evenzoo, waarschjjnlyk
ten gevolge van het warme zomerweder. Marie
wiegde hare pop in slaap, want Amalia was moede,
en haar allerliefste zusje, dat nog geen vier jaren
telde, sleepte al onze doeken bij elkander om Amalia
een zacht bedje te spreiden.
Droomerig keek ik naar de bekoorljjke kinderen,
toen een zacht geruisch mijn oor trof, en ik plotse
ling eene kleine bruine vrouw voor mij zag staan,
die als uit den grond opgekomen scheen. Het was
een stokoud moedertje in bonte lappen gehuld,
klaarblijkeljjk eene Zigeunerin. Toen zjj zag hoe ik
ontstellende, en mij als 't ware beschermende tus
schen haar en de spelende kinderen plaatste, zeide
zij op zachten, zangeren toon »Gij moogt een arme
oude ziel niet mistrouwen, jonge witte vrouw 1 Zij
heeft u geen kwaad gedaan, maar zjj is oud oud
heel oud 1 Doch hare oogen zjjn jong gebleven, en
zien nog even helder als voor tachtig jaren in de
toekomst. Wenscht een nieuwsgierig, verlangend
meisjeshart niets te weten 1 Ik zal u zeggen wat
gjj wenscht te hooren, en daarvoor geeft gjj in ruil
een blanke munt aan de oude vrouw, die er een teug
wijn voor koopen zal, waarmee zij de vermoeide
leden kan verkwikken".
Het arme oude rnensck had mjj ook inderdaad
geen kwaad gedaan, hare zwarte oogen zagen mjj
zoo trouwhartig vragend aan en ik was jong
en nieuwsgierig. Zoo stak ik haar dan mjjne hand
toe, die zij in hare bruine vingers nam, waarop zjj
alleen voor mjj verstaanbaar mompelde: »Eene
goede hand, gemakkeljjk te lezen. Verlangen
tranen doch dat gaat weldra voorbjj een brave
man weinig tegenspoed ver van het gewoel
des levens dus gelukkig gelukkig
Zielsverrukt over deze gunstige voorspelling gaf
ik aan de oude een' nieuwen Thaler, die mijne tante
mij pas den vorigen dag geschonken had. Zjj scheen
zeer dankbaar te zijn, want zjj riep uit: »Nu moet
gjj de oude Estrella ook toestaan om voor zulk een
rijke gift aan die beide kinderen de toekomst te
voorspellen. Ik maakte eene beslist weigerende be-
beweging en zeide, dat de kleinen daarvoor nog veel
te jong waren.
Zjj echter schudde het hoofd, »de ljjnen waaruit
wjj de lotgevallen der menschen lezen zjjn reeds bij
de geboorte aanwezig, en de oude Estrella kan ze in
de kleinste hand verklaren".
Het oudste prinsesje sloeg geen acht op ons, zij
had het te druk met hare pop in slaap te zingen,
maar de jongste scheen de bewegingen der Zigeunerin
voor een nieuw spelletje te houden, waaraan zjj
gaarne wilde meedoen. Zonder vrees voor de oude
heks zag zij ons lachende aan, en kwam met uitge
stoken handje naderzij gaf het echter niet aan de
i