Zlllllk/HMIN NIEUWSBODE. Zaterdag 17 Mei 1890. WAARHEEN? Directeur-Uitgever J. WAALE. Keuring der Rijtuigen. NIEUWSTIJDINGEN. Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 4.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,— per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5848. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot deB Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Door bet POSTKANTOOR te Zisrikzes zjjn gedurende de tweede helft der maand April 1890 de volgende brieven verzonden aan personen, wier naam op bet adres vermeld, ter plaatse van bestemming onbekend waren. Roda.geb. Renters, 'a IIage. Van Brouwershaven: Wed. G. O verheul, Rotterdam. Amerika: L. Wedatunie, Grand-Rapids. Belanghebbendengeboren in 1S65, worden herinnerd aan de inschrijving voor de Schutterij ter Gemeente-Secretarie voor het einde dezer maand. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee, Gelet op art. 47 der Algemeene Politie-Verordening voor deze gemeente, licbbon goedgevonden to bepalen dat op Zaterdag den 31 Mei e. k., des namiddags te 5 uur, aan de Balie, eene KEURING zal worden gehouden der verhuurd wordende Rij- en Voertuigen en Sleden. Mitsdien worden alle Rijtuigverhuurders opgeroepen om alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde plaats bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te onder gaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie- Verordening bedreigde boete. Ziewkzeb, den 10 Mei 1890. De Burgemeester en Wethouders, W. A. OCHTMAN, Weth. l.° B. Do Secretaris, J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ. Wat soort menscbenkinderen zullen er over één, twee eeuwen deze aarde bevolken? Welke denkbeelden zullen zij hebben over staat kunde, over godsdienst, over maatschappelijke ver houdingen 't Ib een knappe kop die 't zeggen kan. Maar iets anders is het om kalm en onbevooroordeeld na te gaan de richting, die het gros der menschheid volgt, den koers die uitgezeild wordt door de raadslieden en leidslieden en die door een grooter of kleiner aantal volgelingen als de juiste en ware wordt geacht. Voor zoo'n overdenking is ieder in staat, die over gewone gezonde hersenen te be schikken heeft. Voor menschen, die de »leef-er-maar-op-los" methode volgen, of wier levensbeschouwing op de >alles-komt-terecbt" of 't-zal-zoo'n-vaart-niet- loopen" theorie steunt, voor hen worden deze woorden niet geschreven. De laatste helft der eeuw waarin wij thans leven, zal door hen, die na oiis komen, teboek gesteld worden als een tydperk van verbazende ontwikkeling, van grooten vooruitgang op alle gebied. Reuzen werken zijn tot stand gekomen door het genie en den vindingsgeest van den mensch, schier onbreidel- bare natuurkrachten zijn onderworpen en dienstbaar gemaakt aan 's menschen wil, de wetenschap door geniale, vorschende geesten steeds verder gebracht. Dit alles ter onbetwistbare glorie van bet menschdom. Maar nu de menschen zeiven? Zeldzaam groot is de verscheidenheid onder hen naar den geest. Er zijn enkelen, die door rijkdom van talenten torenhoog boven hunne omgeving uitsteken en anderen, die over de duizenden sporten van den geestesladder verdeeld staan, maar het gros, de over-over-groote massa, staat nog op de alleronderste treden. Vandaar de schrille, de schokkende tegenstelling. Wij behoeven niet den blik het onafzienbare aard oppervlak te laten doorzoekenin beperkten kring, in ons eigen landje, zijn deze toestanden voor een ieder duidelijk waar te nemen. Zie naar de verschillende lagen der maatschappij in onze steden en op het platte land en men staat verbaasd over de geringe hoogte der woZA-sontwikkeling. Jaarlijks leveren de lotelingen voor de militie en altjjd door de boeken van den burgerlijken stand de treurige bewjjzen van veler gemis aan alle geestelijke ontwikkeling. Lezen en schrijven, het eerste kenmerkende verschil tusschen dieren en menschen, de allereerste geestelijke behoeften van een mensch waardig bestaan er zijn er in deze wegstervende 19e eeuw nog honderden, die het niet kunnen! Voeg daar nog bij de duizenden, die met niets meer, en weer andere duizenden, die met iets meer dan deze geestesgaven gewapend den strijd des levens moeten wagen, dan beseft men onmiddellijk, dat van een geregelden, geleidelijken voortgang van al die zoo verschillend toegeruste individuen geen sprake kan zjjn. Wat voor den één een ordelijk, zichzelf aanwijzend verloop ie, blijkt voor anderen moeilijk verklaarbaar en voor derden totaal onbegrijpelijk. Intusschen, dank zjj den graad van ontwikkeling en beschaving die een altjjd toch aanzienlijk deel wy spreken natuurlijk betrekkelijkerwijze der menschen verkregen, werden ook de begrippen omtrent politieke, godsdienstige en maatschappelijke verhoudingen ruimer. Het aandeel, dat de burgers in staatkundige en staathuishoudkundige zaken zich persoonlijk wenschten toegekend te zien, werd steeds grooter, en niet minder wijzigden zich de ziens wijzen omtrent natuurlijke en bovennatuurlijke aangelegenheden. Wat de meer ontwikkelden als geheel naar den aard der dingen en een on betwistbaar recht erlangden, werd deels op grond van billykheid, uit gevoel van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, anderdeels wegens moeilijk heid van juiste scheidingen te maken, evenzoo toegekend aan de staatkundig-onmondige burgers. Hierdoor werd echter hier en daar een toestand I geboren, die de uitkomsten leeren het in alle opzichten ongezond is. Men heeft gedacht dat die schare van weinig ontwikkelde lieden toch allicht de gave des onder scheids deelachtig zoude worden; dat zij leiding en voorlichting zoude zoeken en dan naar beste meenen en weten handelen. Die berekening is voor een groot deel mislukt en het bewijs daarvoor is klaar en duidelijk ge bleken bij het aan hen toegekende recht om personen in 's lands vergaderzaal te kiezen, die de te volgen richting in de staatkunde zullen aangeven. Wij willen dat geenszins hunzelven wijten, doch wel aan de lieden, die van de onmondigheid der nieuwe kiezers misbruik maakten. Er zijn handige leiders geweest die, ter bereiking van hun doel in het staatkundige, een gansch daaraan vreemd element hebben binnengesmokkeld en nu is een groot deel der goê-gemeente geheel en al het spoor bijster geworden. De godsdienst en dit is het vreemde element wat wij bedoelden is door die slimme leiders zoo met staatkundige beginselen dooreengemengd en gehaspeld, dat een breede schare van eenvoudige lieden in den lande den draad gansch is kwijt geraakt. Door allerlei drogredenen en politieke bereke ningen zijn die onnoozelen gevangen en stemmen er maar op los, onverschillig niet alleen of de candidaat Zwarte Piet of de Shah van P e r z i is, maar zonder zich ook maar eenige rekenschap te geven waarheen een staatkunde, als de te verkiezene zegt voor te staan, zal leiden. Waarheen? Dit belangrijk vraagstuk, zoo'n gewichtig onder zoek, raakt de koude kleóren niet van een groot deel van sommige kiezerstrouwens, zjj zijn slechts ten deele toerekenbaar door uiterst geringe geestes ontwikkeling. Het bijbrengen van zoo'n verzachtende omstandig heid klinkt bjjna als een verwijt; maar als men toestanden wil ontleden en oorzaken opsporen, dan moet de waarheid onder de oogen worden gezien, ook al is die soms minder aangenaam. Een ontwikkeld volk leesten hoe meer die zucht naar goede lectuur toeneemt en doordringt in alle lagen der maatschappij, des te meer pleit dit voor de verstandelijke hoogte waarop zoq'n volk staat. En het zjjn vooral dagbladen, couranten, die in deze een betrouwbaren maatstaf leveren voor het peil van volksontwikkeling. Goedkoopte, groote verscheidenheid van stof, het steeds op de hoogte houden van alles wat er in onze omgeving en daarbuiten voor belangrijks voorvalt, zijn de groote oorzaken dat de >de pers" zoo'n ruim en dankbaar arbeidsveld vindt onder eene ontwikkelde bevolking. Vergelijkt men nu met deze gegevens de uit gebreidheid, den omvang van dem lezerskring, dien de bladen der verschillende politieke partijen be zitten, dan hebben wij een vrij goede schaal ter vergelijking van het geestelijk peil dier politieke partyen. Hier in ons land bestaat eene in aantal volgelingen zeker aanzienlijke politieke partij, die vaak haar naam ontleent aan het hoofdorgaan harer richting, de Standaard. Die gansche partij ontvangt dagelijks politiek voedsel van dit ééne orgaan, want het is het eenige dagblad dat van die partij bestaat. De kleinere, wekeljjks of halfwekelijks verschijnende blaadjes kunnen als zuivere echo's van het toongevend orgaan buiten beschouwing blijven: Vaandel, Banier e. d. kunnen wij gerust laten waaien. Die in het oog springende wanverhouding tusschen party-orgaan en lezerskring, vergeleken met soort gelijke gansch andere toestanden by Katholieke en Liberale partijen, pleit zeer ten nadeele van het geestelijk peil, waarop de aanhangers der boven genoemde party staan. Ziehier dus reeds een onwraakbaar getuigenis, wanneer wy hierboven spraken van de ontoereken baarheid van velen dezer partjjgenooten. Maar niettemin leggen die onmondigen door het ook aan hen toegekende kiesrecht gewicht in de schaal by de te volgen binnenlandsche politiek. Sedert 1888 is, zooals een ieder weet, hier te lande de politieke overmacht in handen van twee Kerkelijke staatspartijen. Wy willen ditmaal niet alleen wjjzen op het heillooze van een dergelijk bondgenootschap; ver derfelijk voor het staatsbestuur als verontheiligend voor den godsdienst zeiven. Maar wie nu nauwkeurig nagaat, bespeurt nog andere omstandigheden, die een ongedachte toenadering tusschen beide Kerke lijke partijen aangeven. By die stoere,zachtzinnige Calvinisten, waaruit een groot deel der *S?cmc?aard-partjj bestaat, is het oude, door en door echt-Protestantsche begrip in hoogst bedenkelijke mate verbasterd. Zjj naderen steeds en onbetwistbaar meer naar de oude moeder kerk, de Katholieke. En dit verklaart dan ook meer en beter dan eenig andere oorzaak de mogelijk heid van samenwerken van Calvinisten en Roomsch- Katholieken. De gansche Kerkelijke richting van een deel dier volgers van Calvijn, het eenhoofdig geestelijk gezag al ontbreekt slechts de naam de absolute onderdrukking van iedere vrije uiting en oordeel over godsdienstige vraagpunten of leerstukken al deze toestanden zyn en waren steeds de ken merkende eigenschappen van Rome's Kerk.. Teruggang der oud-Protestantsche Kerjc, toe nadering naar Rome; wij zien dit uit de feiten. Maar bemerken en begrijpen die volgelingen dier Calvinistische groep de richting waarheen derge lijke toestanden in Kerk en Staat zullen deiden? Kenmerkend is de berusting, waarmede sommigen hunner het verloop der dingen volgen. Er zijn er en hier wijzen wij met vollen nadruk op er zijn er, die met gelatenheid dien overgang van hunne zonen of kinds-kinderen van het Calvinistische geloof naar de Roomsche Moeder kerk zullen dragen. Kenmerkend, maar hoogst bedenkelijk was het antwoord dat een Zeeuwsche boer gaf, toen hem op het gevaar gewezen was, dat eenmaal zijne kinderen of kinds-kinderen Roomseh zouden worden. Hoe ongelooflijk ook voor hem, die onze Walchersche landbouwers kent, antwoordde deze ultra-rechtzinnig- geloovige man in zijn eigenaardigen tongval: »N(o)u a(l)s dat mo(e)t, dan mo(e)t dat ma(ar) 1" Zoo'n kalme onderwerping in hetgeen vroeger tot de ondenkbaarheden, tot de grofste onmogelijk heden zou geacht worden te behooren, wordt in deze eeuw, onder deze omstandigheden een gangbare meening! De groote Napoleon heeft met zienersblik ge profeteerd, dat de wereld zou worden of Russisch of Paapsch. Dit oordeel van dezen ontzettenden reus onder ons menscbenkinderen werd uitgesproken bijna een eeuw geledenhad die kolossus zich de eenheid kunnen droomen van het groote machtige Duitsche rijk en den grooten voortgang van maatschappelijke denkbeelden, dan zou hij het eerste deel dier voor zegging achterwege hebben gelaten. De wereldgeschiedenis leidt onverbiddelijk naar Rome. De verbonden kerkelijke partyen in ons land werken dapper mede dat wij niet achter blijven op dien weg. En dan zal het uit zijn met de vrijheid en zullen van het sckoone gebouw, door onze Vaderen ten koste van goed en bloed opgetrokken, geen twee steenen meer op elkander blijven! Indië. Batavia., 9 April. Eren onverwacht als treffend was het instorten van de Roomsche kerk op het Water- looplein. Dat gebouw, dat gisteren nog zoo fier en slank zich verhief, een sieraad van de stad, een meesterstuk van architectuur, ligt nu daar ak een onoogeljjke puinhoop. De oorzaak van het ongeluk moet noodwendig in een fout in den bouw schuilen, want aan een grond verzakking of een aardbeving kan het niet worden geweten. Het gebouw, zooals het daar hedenmorgen nog stond, was nauweljjks twaalf jaar oud, dus werkeljjk nog nieuw te noemen. Jammer is het zeker van zulk een schoon, monumentaal gebouw. De kerk dan is byna geheel ingestort; alleen het voorste en het achterste gedeelte, waar het altaar staat, is als door een wonder gespaard gebleven. Om half zes hedenochtend bemerkte de pastoor VaD Santen, dat een weinig kalk van een der pilaren was gevallen, en bleek het by een dadeljjk ingesteld onderzoek, dat die pilaar aan het wijken was. Onmiddelljjk werd nu werkvolk ontboden om den pilaar te schragen. Dit kon evenwel niet onmidelljjk plaats hebben, daar de daarvoor benoodigde materialen niet beschikbaar waren; een uur later begon ook een tweede pilaar uit het lood te zakken, en een paar seconden later viel plotseling het dak naar omlaag en stortten de zjjmuren gedeel telijk in. Het orgol is zwaar beschadigd. Persoonlijke ongelukken hebben gelukkig niet plaats gehad. De politie zette onmiddellijk het terrein af, om diefstal te voorkomen. Een geluk mag het zeker heeten, dat dit niet gebeurd is tydens de godsdienstoefeningen op de Paaschdagen, de kerk was toen stampvol en menig menschenleven zou daarbij zeker gemoeid zyn geweeet. Rusland. Een profeet" door zjjne volgelingen als een Messias beschouwd, zal eerstdaags te Kiew als oplichter terecht staan. Deze man, Malewany genaamd, is een 40-jarige boer, die lezen noch schryven kan, maar die met behulp van zyn kinderen en door middel van zjjn uitmuntend geheugen veel bijbelkennis heeft opgedaan en daarna is opgetreden als stichter van de secte der «aidderaars". Hjj wist zich door zyn preeken over het naderend einde der wereld en boetedoening, door visioenen, somnam bulisme, enz., groot aanzien en veel aanhangers te verwerven. De boeren hielden hem voor een Messias en braohten rjjke gaven in een te zynen huize geplaatste bus, als offers aan God. Malewany gaf voor, dat hjj door God gevoed werd, maar hy leefde onder tusschen met de zijnen van de offergelden. Dit duurde zoolang tot er door twisten onder de geloovigen zaken aan het licht kwamen, welke aan leiding gaven tot inhechtenisneming van den Messias. Frankrijk. Twee Fransche reizigers, de heeren Roqiie en Coata, zyn door Ghineesche roovers in Tonkin gevangen ge nomen en op losgeld gesteld. De Fransche Resident te Dong-trien heeft zich onder geleide van een detache ment mariniers en van een inlandschen prie ster als tolk naar het kamp der roovers begeven, om de gevangenen in te lossen. Het escorte werd echter genoodzaakt, buiten de bamboezen omheining .hunner versterking te bljjven; slechts de resident en de priester werden daarin toegelaten en met gewapende krygsl.ieden, gereed om by het minste alarm vuur te geven, omringd. Daarna werd de losprys, bestaande uit ongeveer 120,000 gulden aan geld, 100 stukken zijde en 12 horloges, nauwkeurig onderzocht; op de qualiteit der stukken zjjde werd wel aanmerking gemaakt, doch ten slotte genoegen mede genomen, wjjl ze in een korten tjjd byeen hadden moeten worden gebracht. Na accoord- bevinding had daarna de uitlevering der reizigers, wier lichamen nog de sporen der ondergane mishandeling droegen, plaats. Het hoofd dezer bende is nog Blechts 20 jaren oud en heerscht als een tiran over zjjn volk. Een Chinee6ch handelaar, die de Fransche reizigers vergezelde en door de roovers niet werd vertrouwd, werd onmiddeilyk door hen onthoofd, wjjl ze bang waren, dat hy later over hun inlichtingen zou Jkunnen verstrekken, die tot bestraffing konden leiden. België. Een geval van schyndood deed zich <dezer dagen in de Belgische gemeente Boot by Thienen voor. Een .jong meisje gevoelde zich ongesteld en begaf sich des avonds eenigszins vroeger naar bed, 'dan zy gewoon was. Toen de moeder 's morgens haai- dochter wilde wekken, bevond zij tot hare ontsteltenis, dat het lichaam koud en gevoelloos was als een ljjk. I>e geneesheer en allen geloofden het meisje dood en het noodige- werd in orde gemaakt tot de begrafenis. Op den dag daartoe werd het lyk in de kerk geplaatst, toen men onder de H. Mis gesmoorde kreten uit do kist hooide op stijgen. De schrik Bloeg den menschen om het hart en de moedigsten haastten zich om de kleeden en het deksel weg te rukken en het doodgewaande meisje ging terstond rechtop zitten en zag verwonderd rond. Hare ongesteldheid was niet anders geweest dan eene slaapziekte, die zulke schromelijke gevolgen had kun nen hebben. Dat de droefheid der oudera in de grootste vreugde verkeerde, behoeft niet gemeld. Nederland. Amsterdam, 14 Mei. De gewone maandver gadering der Vrjje Vrouwen was ditmaal niet gehouden, maar gisteren was, buiten de vereeniging om, eene vergadering door mej. Drucker belegd in de door haar gebuurde bovenzaal van «Constantia", Rozengracht. Ofschoon de vergadering geheel van huishoudeljjken aard was, had mej. Drucker vrijheid gegeven, dat ieder lid eene vrouw en een man mocht introduceeren. Er wareü dan ook vele mannen opgekomen, en de zaal bleek spoedig te klein. Speciaal uitgenoodigd waren, de heeren dr. De Vries, president van >De Dageraad", Gerhard en Joan Nieuwenhnis. De aanleiding tot de vergadering was deze: mej. Drucker had op eene uitnoódiging van dr. De Vries in de vereeniging »De Dageraad" gesproken over de oud-Mozaïsche en Griekscho godsdiensten met betrek king tot de vrouw. In het daarop gevolgde debat had de heer Gerhard zich ongunstig uitgelaten over de Vrouwen-vereeniging en volgens mej. Drucker gezegd: Ik heb eene aversie van die vrouw (mej. Drucker), hetgeen, altoos volgens mej. Drucker, vergezeld ging van een zeer beleedigend gebaar. Daarop was het verslag in het Radicale Weekblad gevolgd, waarbij mej. Drucker onder meer beschuldigd wordt, eenen schandelijken zedelyken invloed uit ts oefenen op vrouwen en jonge meisjes. Deze beschuldiging trekt zy zich zoo aan, dat zjj zich dood verklaart voor de Vrye Vrouwen-Vereeniging; deze mag in geen enkele betrekking tot haar staan zy bljjft niet eens lid, alleen donatrice. By hare verdediging bracht zy allerlei private aan gelegenheden van de heeren Nieuwenhnis en Gerhard ter sprake, en ging zelfs zoover, den laatsten een ellendeling te noemen, voor wien zyn vader zich moest schamen. In »De Dageraad" had men haar een strik gespannenanderen hadden haar gewaarschuwd, maar zy was er toch ingeloopen. Het was alleen om haar zedslyk te vernietigen en daarmede de Vereeniging; deze zou schter onder eene nieuwe presidente blooien. Toen de presidente alles gezegd had wat zy op het hart had, weerlegde eerst dr. De Vries de beschuldiging van den valstrik niemand buiten hem wist iets van haar optreden. De heer Nieuwenhuis verdedigde als redacteur ,,het gewraakt» artikel, en beweerde, dat mej. Druclcer by al hare deugden, het zwak had alles te donker in te zien, waarschynlyk door bittere levens ervaring geleerd. Nu nam de heer Gerhard het woord. Hy had niet gezegd dat zy de mannen haat, maar wel het manne- ljjk geslacht, hy gaf haar ter dege over het woord ellendeling", door haar aanhoudend gebeaigd, en liet zich de onvoorzichtige uitdrakking ontvallen, dat hare bittere «rvaring misschien by honderd mannen was opgedaan. Dit gaf aanleiding tot een hevig tumult. Eenige vrouwen verlieten beangst de zaal: «Zitten blyven 1" schreeuwde mej. Drucker en hamerde er maar op los. Eindelyk gelukte het een heer, op een stoel geklommen, de gemoederen een weinig te doen bedaren hy stelde voor, in plaats van elkander uit te schelden, liever een kop chocolade beneden te gaan drinken, want dat het niet aanging eene openbare vergadering te beleggen voor particuliere grieven. Mej. Drucker verdedigde andermaal haar recht om deze vergadering te' beleggen. Zjj. zeide dat niet honderd mannen, maar wel een bittere ervaring, haar familie treffende, er haar toe bracht, anderen het lyden te besparen, dat zy geleden had. Mej. Cohen vroeg het woord en bracht al snikkende uit, dat zy eigenlyk de Vrjje Vrouwen-Vereeniging had gesticht, dat zjj hare vriendin, mej. Drucker, ver zocht had, het presidentschap te aanvaarden, dat deze na het gebeurde niet bljjven wilde, en dat zjj haar hulde bracht voor haar bestuur. Mej. Drucker sloot thans de vergadering met het verzoek, dat niemand voor of tegen haar party zou trekken en men rustig uiteen zou gaan. Dit geschiedde te kwart vóór elf. Aan de deur werd gecollecteerd voor de werkstakers te Enschedé. Volgens mej. Drucker is zy de Maagd van Orleans, die door Gerhard is ter dood gebracht. Maar zij was niet dood; zjj zou de zweep der sociaal-democraten worden. 's Graveulmgc, 14 Mei. De Eerste Kamer zal eerst in de helft van Juli terugkomen, o. a. tot afdoening van het voorstel tot verlenging van den militiediensttyd. Hulst, 14 Mei. Bjj herstemming is de heer B. A. Wilking tot lid van den gemeenteraad gekozen. Hiddeltmrj^, 15 Mei. Het z.g. Mei-concert vanwege de zangvereeniging >Tot oefening en uit spanning", dit jaar te geven, belooft zeer veel schoons. Het zal plaats hebben Dinsdag 20 Mei en bjj die gelegenheid zal worden uitgevoerd »Paulus", van F. Mendelssohn Bartholdy. Geeft dit oratorium voor soli, koor, kinderkoor en orkest op zicb zelve reeds veel te genieten, te meer belangstelling verdient de uitvoering daarvan ditmaal, nu de zangvereeniging zich do medewerking heeft verzekerd van een viertal solisten, die met eere genoemd mogen worden. Behalve eene bekende en zeer gewaardeerde stad- genoote, zullen aan de uitvoering deelnemou mejuffrouw Marie Snjjders, concertzangeres uit Delft; de heer F. Litzinger, in onze stad zoo goed bekend dat het noemen van zyn naam al voldoende is om de belang stelling te vorhoogenen de heer Max Büttner, hertogeljjk kamerzanger uit Gotha, een bas van buitengewoon talent. Wjj twjjfelen niet of bjj dit Meiconcert zal wederom de groote zaal van het Schuttershof bljjken te kloin te zjjn. 15 Mei. Heden morgen was het hier ter stede nog al vrjj rumoerig, veroorzaakt door opgeschoten jongens en aankomeudo mannen (ongeveer een 30tal), uit Ylissingen komende. Al zingende en drukte makende trokken zjj door verschillende straten en wilden op de Varkensmarkt eeif herberg binnen gaat), doch de eigenaar belette hen evenwel de toegang, waarin de (heeren 1) weinig zin schenen te hebben en een ruit stuk sloegen. Onmiddelljjk riep de eigenaar de hulp der politie in; toen de politie evenwel op de Varkensmarkt aankwam, waren de druktemakers reeds verdwenen en hadden zy hunne route genomen over de Beestenmarkt, door de Lange Geere, de Langeviele inkomende, alwaar zjj ontmoet werden door de politie. Toen de politie evenwel een drietal van hen in ariröst nam en naar het politie-bureau wilde overbrengen,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1