Zlllllk/HMIN NIEUWSBODE.
Zaterdag 17 Mei 1890.
WAARHEEN?
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Keuring der Rijtuigen.
NIEUWSTIJDINGEN.
Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 4.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,— per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5848.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot deB
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Door bet POSTKANTOOR te Zisrikzes zjjn gedurende
de tweede helft der maand April 1890 de volgende
brieven verzonden aan personen, wier naam op bet adres
vermeld, ter plaatse van bestemming onbekend waren.
Roda.geb. Renters, 'a IIage.
Van Brouwershaven:
Wed. G. O verheul, Rotterdam.
Amerika:
L. Wedatunie, Grand-Rapids.
Belanghebbendengeboren in 1S65,
worden herinnerd aan de inschrijving
voor de Schutterij ter Gemeente-Secretarie
voor het einde dezer maand.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee,
Gelet op art. 47 der Algemeene Politie-Verordening voor
deze gemeente,
licbbon goedgevonden to bepalen
dat op Zaterdag den 31 Mei e. k., des namiddags
te 5 uur, aan de Balie, eene KEURING zal worden gehouden
der verhuurd wordende Rij- en Voertuigen en Sleden.
Mitsdien worden alle Rijtuigverhuurders opgeroepen om
alsdan al hunne voertuigen op de daarvoor bestemde plaats
bijeen te brengen, ten einde de noodige keuring te onder
gaan, ter voorkoming van de bij de Algemeene Politie-
Verordening bedreigde boete.
Ziewkzeb, den 10 Mei 1890.
De Burgemeester en Wethouders,
W. A. OCHTMAN, Weth. l.° B.
Do Secretaris,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
Wat soort menscbenkinderen zullen er over één,
twee eeuwen deze aarde bevolken?
Welke denkbeelden zullen zij hebben over staat
kunde, over godsdienst, over maatschappelijke ver
houdingen
't Ib een knappe kop die 't zeggen kan. Maar
iets anders is het om kalm en onbevooroordeeld
na te gaan de richting, die het gros der menschheid
volgt, den koers die uitgezeild wordt door de
raadslieden en leidslieden en die door een grooter
of kleiner aantal volgelingen als de juiste en ware
wordt geacht. Voor zoo'n overdenking is ieder in
staat, die over gewone gezonde hersenen te be
schikken heeft.
Voor menschen, die de »leef-er-maar-op-los"
methode volgen, of wier levensbeschouwing op
de >alles-komt-terecbt" of 't-zal-zoo'n-vaart-niet-
loopen" theorie steunt, voor hen worden deze
woorden niet geschreven.
De laatste helft der eeuw waarin wij thans leven,
zal door hen, die na oiis komen, teboek gesteld
worden als een tydperk van verbazende ontwikkeling,
van grooten vooruitgang op alle gebied. Reuzen
werken zijn tot stand gekomen door het genie en
den vindingsgeest van den mensch, schier onbreidel-
bare natuurkrachten zijn onderworpen en dienstbaar
gemaakt aan 's menschen wil, de wetenschap door
geniale, vorschende geesten steeds verder gebracht.
Dit alles ter onbetwistbare glorie van bet
menschdom.
Maar nu de menschen zeiven?
Zeldzaam groot is de verscheidenheid onder hen
naar den geest.
Er zijn enkelen, die door rijkdom van talenten
torenhoog boven hunne omgeving uitsteken en
anderen, die over de duizenden sporten van den
geestesladder verdeeld staan, maar het gros, de
over-over-groote massa, staat nog op de alleronderste
treden.
Vandaar de schrille, de schokkende tegenstelling.
Wij behoeven niet den blik het onafzienbare aard
oppervlak te laten doorzoekenin beperkten kring,
in ons eigen landje, zijn deze toestanden voor een
ieder duidelijk waar te nemen.
Zie naar de verschillende lagen der maatschappij
in onze steden en op het platte land en men staat
verbaasd over de geringe hoogte der woZA-sontwikkeling.
Jaarlijks leveren de lotelingen voor de militie en
altjjd door de boeken van den burgerlijken stand de
treurige bewjjzen van veler gemis aan alle geestelijke
ontwikkeling.
Lezen en schrijven, het eerste kenmerkende
verschil tusschen dieren en menschen, de allereerste
geestelijke behoeften van een mensch waardig bestaan
er zijn er in deze wegstervende 19e eeuw nog
honderden, die het niet kunnen!
Voeg daar nog bij de duizenden, die met niets
meer, en weer andere duizenden, die met iets meer
dan deze geestesgaven gewapend den strijd des
levens moeten wagen, dan beseft men onmiddellijk,
dat van een geregelden, geleidelijken voortgang van
al die zoo verschillend toegeruste individuen geen
sprake kan zjjn.
Wat voor den één een ordelijk, zichzelf aanwijzend
verloop ie, blijkt voor anderen moeilijk verklaarbaar
en voor derden totaal onbegrijpelijk.
Intusschen, dank zjj den graad van ontwikkeling
en beschaving die een altjjd toch aanzienlijk deel
wy spreken natuurlijk betrekkelijkerwijze
der menschen verkregen, werden ook de begrippen
omtrent politieke, godsdienstige en maatschappelijke
verhoudingen ruimer. Het aandeel, dat de burgers
in staatkundige en staathuishoudkundige zaken zich
persoonlijk wenschten toegekend te zien, werd steeds
grooter, en niet minder wijzigden zich de ziens
wijzen omtrent natuurlijke en bovennatuurlijke
aangelegenheden. Wat de meer ontwikkelden als
geheel naar den aard der dingen en een on
betwistbaar recht erlangden, werd deels op grond
van billykheid, uit gevoel van gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid, anderdeels wegens moeilijk
heid van juiste scheidingen te maken, evenzoo
toegekend aan de staatkundig-onmondige burgers.
Hierdoor werd echter hier en daar een toestand I
geboren, die de uitkomsten leeren het in alle
opzichten ongezond is.
Men heeft gedacht dat die schare van weinig
ontwikkelde lieden toch allicht de gave des onder
scheids deelachtig zoude worden; dat zij leiding
en voorlichting zoude zoeken en dan naar beste
meenen en weten handelen.
Die berekening is voor een groot deel mislukt
en het bewijs daarvoor is klaar en duidelijk ge
bleken bij het aan hen toegekende recht om personen
in 's lands vergaderzaal te kiezen, die de te volgen
richting in de staatkunde zullen aangeven.
Wij willen dat geenszins hunzelven wijten, doch
wel aan de lieden, die van de onmondigheid der
nieuwe kiezers misbruik maakten.
Er zijn handige leiders geweest die, ter bereiking
van hun doel in het staatkundige, een gansch
daaraan vreemd element hebben binnengesmokkeld
en nu is een groot deel der goê-gemeente geheel
en al het spoor bijster geworden.
De godsdienst en dit is het vreemde element
wat wij bedoelden is door die slimme leiders
zoo met staatkundige beginselen dooreengemengd
en gehaspeld, dat een breede schare van eenvoudige
lieden in den lande den draad gansch is kwijt
geraakt.
Door allerlei drogredenen en politieke bereke
ningen zijn die onnoozelen gevangen en stemmen
er maar op los, onverschillig niet alleen of de
candidaat Zwarte Piet of de Shah van
P e r z i is, maar zonder zich ook maar eenige
rekenschap te geven waarheen een staatkunde,
als de te verkiezene zegt voor te staan, zal
leiden.
Waarheen?
Dit belangrijk vraagstuk, zoo'n gewichtig onder
zoek, raakt de koude kleóren niet van een groot
deel van sommige kiezerstrouwens, zjj zijn slechts
ten deele toerekenbaar door uiterst geringe geestes
ontwikkeling.
Het bijbrengen van zoo'n verzachtende omstandig
heid klinkt bjjna als een verwijt; maar als men
toestanden wil ontleden en oorzaken opsporen, dan
moet de waarheid onder de oogen worden gezien,
ook al is die soms minder aangenaam.
Een ontwikkeld volk leesten hoe meer die zucht
naar goede lectuur toeneemt en doordringt in alle
lagen der maatschappij, des te meer pleit dit voor
de verstandelijke hoogte waarop zoq'n volk staat.
En het zjjn vooral dagbladen, couranten, die in
deze een betrouwbaren maatstaf leveren voor het
peil van volksontwikkeling.
Goedkoopte, groote verscheidenheid van stof, het
steeds op de hoogte houden van alles wat er in
onze omgeving en daarbuiten voor belangrijks
voorvalt, zijn de groote oorzaken dat de >de pers"
zoo'n ruim en dankbaar arbeidsveld vindt onder
eene ontwikkelde bevolking.
Vergelijkt men nu met deze gegevens de uit
gebreidheid, den omvang van dem lezerskring, dien
de bladen der verschillende politieke partijen be
zitten, dan hebben wij een vrij goede schaal ter
vergelijking van het geestelijk peil dier politieke
partyen.
Hier in ons land bestaat eene in aantal volgelingen
zeker aanzienlijke politieke partij, die vaak haar
naam ontleent aan het hoofdorgaan harer richting,
de Standaard.
Die gansche partij ontvangt dagelijks politiek
voedsel van dit ééne orgaan, want het is het eenige
dagblad dat van die partij bestaat. De kleinere,
wekeljjks of halfwekelijks verschijnende blaadjes
kunnen als zuivere echo's van het toongevend
orgaan buiten beschouwing blijven: Vaandel, Banier
e. d. kunnen wij gerust laten waaien.
Die in het oog springende wanverhouding tusschen
party-orgaan en lezerskring, vergeleken met soort
gelijke gansch andere toestanden by Katholieke en
Liberale partijen, pleit zeer ten nadeele van het
geestelijk peil, waarop de aanhangers der boven
genoemde party staan.
Ziehier dus reeds een onwraakbaar getuigenis,
wanneer wy hierboven spraken van de ontoereken
baarheid van velen dezer partjjgenooten.
Maar niettemin leggen die onmondigen door het
ook aan hen toegekende kiesrecht gewicht in de
schaal by de te volgen binnenlandsche politiek.
Sedert 1888 is, zooals een ieder weet, hier te
lande de politieke overmacht in handen van twee
Kerkelijke staatspartijen.
Wy willen ditmaal niet alleen wjjzen op het
heillooze van een dergelijk bondgenootschap; ver
derfelijk voor het staatsbestuur als verontheiligend
voor den godsdienst zeiven. Maar wie nu nauwkeurig
nagaat, bespeurt nog andere omstandigheden, die
een ongedachte toenadering tusschen beide Kerke
lijke partijen aangeven.
By die stoere,zachtzinnige Calvinisten, waaruit
een groot deel der *S?cmc?aard-partjj bestaat, is het
oude, door en door echt-Protestantsche begrip in
hoogst bedenkelijke mate verbasterd. Zjj naderen
steeds en onbetwistbaar meer naar de oude moeder
kerk, de Katholieke. En dit verklaart dan ook
meer en beter dan eenig andere oorzaak de mogelijk
heid van samenwerken van Calvinisten en Roomsch-
Katholieken.
De gansche Kerkelijke richting van een deel dier
volgers van Calvijn, het eenhoofdig geestelijk gezag
al ontbreekt slechts de naam de absolute
onderdrukking van iedere vrije uiting en oordeel
over godsdienstige vraagpunten of leerstukken
al deze toestanden zyn en waren steeds de ken
merkende eigenschappen van Rome's Kerk..
Teruggang der oud-Protestantsche Kerjc, toe
nadering naar Rome; wij zien dit uit de feiten.
Maar bemerken en begrijpen die volgelingen dier
Calvinistische groep de richting waarheen derge
lijke toestanden in Kerk en Staat zullen deiden?
Kenmerkend is de berusting, waarmede sommigen
hunner het verloop der dingen volgen.
Er zijn er en hier wijzen wij met vollen
nadruk op er zijn er, die met gelatenheid dien
overgang van hunne zonen of kinds-kinderen van
het Calvinistische geloof naar de Roomsche Moeder
kerk zullen dragen.
Kenmerkend, maar hoogst bedenkelijk was het
antwoord dat een Zeeuwsche boer gaf, toen hem
op het gevaar gewezen was, dat eenmaal zijne
kinderen of kinds-kinderen Roomseh zouden worden.
Hoe ongelooflijk ook voor hem, die onze Walchersche
landbouwers kent, antwoordde deze ultra-rechtzinnig-
geloovige man in zijn eigenaardigen tongval:
»N(o)u a(l)s dat mo(e)t, dan mo(e)t dat ma(ar) 1"
Zoo'n kalme onderwerping in hetgeen vroeger
tot de ondenkbaarheden, tot de grofste onmogelijk
heden zou geacht worden te behooren, wordt in
deze eeuw, onder deze omstandigheden een gangbare
meening!
De groote Napoleon heeft met zienersblik ge
profeteerd, dat de wereld zou worden of Russisch
of Paapsch.
Dit oordeel van dezen ontzettenden reus onder
ons menscbenkinderen werd uitgesproken bijna een
eeuw geledenhad die kolossus zich de eenheid
kunnen droomen van het groote machtige Duitsche
rijk en den grooten voortgang van maatschappelijke
denkbeelden, dan zou hij het eerste deel dier voor
zegging achterwege hebben gelaten.
De wereldgeschiedenis leidt onverbiddelijk naar
Rome. De verbonden kerkelijke partyen in ons
land werken dapper mede dat wij niet achter
blijven op dien weg.
En dan zal het uit zijn met de vrijheid en zullen
van het sckoone gebouw, door onze Vaderen ten
koste van goed en bloed opgetrokken, geen twee
steenen meer op elkander blijven!
Indië.
Batavia., 9 April. Eren onverwacht als treffend
was het instorten van de Roomsche kerk op het Water-
looplein. Dat gebouw, dat gisteren nog zoo fier en
slank zich verhief, een sieraad van de stad, een
meesterstuk van architectuur, ligt nu daar ak een
onoogeljjke puinhoop.
De oorzaak van het ongeluk moet noodwendig in
een fout in den bouw schuilen, want aan een grond
verzakking of een aardbeving kan het niet worden
geweten. Het gebouw, zooals het daar hedenmorgen
nog stond, was nauweljjks twaalf jaar oud, dus werkeljjk
nog nieuw te noemen. Jammer is het zeker van zulk
een schoon, monumentaal gebouw.
De kerk dan is byna geheel ingestort; alleen het
voorste en het achterste gedeelte, waar het altaar staat,
is als door een wonder gespaard gebleven. Om half
zes hedenochtend bemerkte de pastoor VaD Santen, dat
een weinig kalk van een der pilaren was gevallen, en
bleek het by een dadeljjk ingesteld onderzoek, dat die
pilaar aan het wijken was. Onmiddelljjk werd nu
werkvolk ontboden om den pilaar te schragen. Dit
kon evenwel niet onmidelljjk plaats hebben, daar de
daarvoor benoodigde materialen niet beschikbaar waren;
een uur later begon ook een tweede pilaar uit het lood
te zakken, en een paar seconden later viel plotseling
het dak naar omlaag en stortten de zjjmuren gedeel
telijk in.
Het orgol is zwaar beschadigd.
Persoonlijke ongelukken hebben gelukkig niet plaats
gehad. De politie zette onmiddellijk het terrein af,
om diefstal te voorkomen.
Een geluk mag het zeker heeten, dat dit niet gebeurd
is tydens de godsdienstoefeningen op de Paaschdagen,
de kerk was toen stampvol en menig menschenleven
zou daarbij zeker gemoeid zyn geweeet.
Rusland.
Een profeet" door zjjne volgelingen als een Messias
beschouwd, zal eerstdaags te Kiew als oplichter terecht
staan. Deze man, Malewany genaamd, is een 40-jarige
boer, die lezen noch schryven kan, maar die met behulp
van zyn kinderen en door middel van zjjn uitmuntend
geheugen veel bijbelkennis heeft opgedaan en daarna
is opgetreden als stichter van de secte der «aidderaars".
Hjj wist zich door zyn preeken over het naderend einde
der wereld en boetedoening, door visioenen, somnam
bulisme, enz., groot aanzien en veel aanhangers te
verwerven. De boeren hielden hem voor een Messias
en braohten rjjke gaven in een te zynen huize geplaatste
bus, als offers aan God. Malewany gaf voor, dat hjj
door God gevoed werd, maar hy leefde onder tusschen
met de zijnen van de offergelden.
Dit duurde zoolang tot er door twisten onder de
geloovigen zaken aan het licht kwamen, welke aan
leiding gaven tot inhechtenisneming van den Messias.
Frankrijk.
Twee Fransche reizigers, de heeren Roqiie en Coata,
zyn door Ghineesche roovers in Tonkin gevangen ge
nomen en op losgeld gesteld. De Fransche Resident
te Dong-trien heeft zich onder geleide van een detache
ment mariniers en van een inlandschen prie ster als
tolk naar het kamp der roovers begeven, om de
gevangenen in te lossen. Het escorte werd echter
genoodzaakt, buiten de bamboezen omheining .hunner
versterking te bljjven; slechts de resident en de priester
werden daarin toegelaten en met gewapende krygsl.ieden,
gereed om by het minste alarm vuur te geven, omringd.
Daarna werd de losprys, bestaande uit ongeveer 120,000
gulden aan geld, 100 stukken zijde en 12 horloges,
nauwkeurig onderzocht; op de qualiteit der stukken
zjjde werd wel aanmerking gemaakt, doch ten slotte
genoegen mede genomen, wjjl ze in een korten tjjd
byeen hadden moeten worden gebracht. Na accoord-
bevinding had daarna de uitlevering der reizigers, wier
lichamen nog de sporen der ondergane mishandeling
droegen, plaats. Het hoofd dezer bende is nog Blechts
20 jaren oud en heerscht als een tiran over zjjn volk.
Een Chinee6ch handelaar, die de Fransche reizigers
vergezelde en door de roovers niet werd vertrouwd,
werd onmiddeilyk door hen onthoofd, wjjl ze bang
waren, dat hy later over hun inlichtingen zou Jkunnen
verstrekken, die tot bestraffing konden leiden.
België.
Een geval van schyndood deed zich <dezer dagen in
de Belgische gemeente Boot by Thienen voor. Een
.jong meisje gevoelde zich ongesteld en begaf sich des
avonds eenigszins vroeger naar bed, 'dan zy gewoon
was. Toen de moeder 's morgens haai- dochter wilde
wekken, bevond zij tot hare ontsteltenis, dat het lichaam
koud en gevoelloos was als een ljjk. I>e geneesheer en
allen geloofden het meisje dood en het noodige- werd
in orde gemaakt tot de begrafenis. Op den dag daartoe
werd het lyk in de kerk geplaatst, toen men onder
de H. Mis gesmoorde kreten uit do kist hooide op
stijgen. De schrik Bloeg den menschen om het hart en
de moedigsten haastten zich om de kleeden en het
deksel weg te rukken en het doodgewaande meisje
ging terstond rechtop zitten en zag verwonderd rond.
Hare ongesteldheid was niet anders geweest dan eene
slaapziekte, die zulke schromelijke gevolgen had kun
nen hebben. Dat de droefheid der oudera in de grootste
vreugde verkeerde, behoeft niet gemeld.
Nederland.
Amsterdam, 14 Mei. De gewone maandver
gadering der Vrjje Vrouwen was ditmaal niet gehouden,
maar gisteren was, buiten de vereeniging om, eene
vergadering door mej. Drucker belegd in de door haar
gebuurde bovenzaal van «Constantia", Rozengracht.
Ofschoon de vergadering geheel van huishoudeljjken
aard was, had mej. Drucker vrijheid gegeven, dat ieder
lid eene vrouw en een man mocht introduceeren. Er
wareü dan ook vele mannen opgekomen, en de zaal
bleek spoedig te klein. Speciaal uitgenoodigd waren,
de heeren dr. De Vries, president van >De Dageraad",
Gerhard en Joan Nieuwenhnis.
De aanleiding tot de vergadering was deze: mej.
Drucker had op eene uitnoódiging van dr. De Vries
in de vereeniging »De Dageraad" gesproken over de
oud-Mozaïsche en Griekscho godsdiensten met betrek
king tot de vrouw. In het daarop gevolgde debat had
de heer Gerhard zich ongunstig uitgelaten over de
Vrouwen-vereeniging en volgens mej. Drucker gezegd:
Ik heb eene aversie van die vrouw (mej. Drucker),
hetgeen, altoos volgens mej. Drucker, vergezeld ging
van een zeer beleedigend gebaar. Daarop was het
verslag in het Radicale Weekblad gevolgd, waarbij
mej. Drucker onder meer beschuldigd wordt, eenen
schandelijken zedelyken invloed uit ts oefenen op
vrouwen en jonge meisjes. Deze beschuldiging trekt
zy zich zoo aan, dat zjj zich dood verklaart voor de
Vrye Vrouwen-Vereeniging; deze mag in geen enkele
betrekking tot haar staan zy bljjft niet eens lid, alleen
donatrice.
By hare verdediging bracht zy allerlei private aan
gelegenheden van de heeren Nieuwenhnis en Gerhard
ter sprake, en ging zelfs zoover, den laatsten een
ellendeling te noemen, voor wien zyn vader zich moest
schamen. In »De Dageraad" had men haar een strik
gespannenanderen hadden haar gewaarschuwd, maar
zy was er toch ingeloopen. Het was alleen om haar
zedslyk te vernietigen en daarmede de Vereeniging;
deze zou schter onder eene nieuwe presidente blooien.
Toen de presidente alles gezegd had wat zy op het
hart had, weerlegde eerst dr. De Vries de beschuldiging
van den valstrik niemand buiten hem wist iets van
haar optreden. De heer Nieuwenhuis verdedigde als
redacteur ,,het gewraakt» artikel, en beweerde, dat
mej. Druclcer by al hare deugden, het zwak had alles
te donker in te zien, waarschynlyk door bittere levens
ervaring geleerd.
Nu nam de heer Gerhard het woord. Hy had niet
gezegd dat zy de mannen haat, maar wel het manne-
ljjk geslacht, hy gaf haar ter dege over het woord
ellendeling", door haar aanhoudend gebeaigd, en liet
zich de onvoorzichtige uitdrakking ontvallen, dat hare
bittere «rvaring misschien by honderd mannen was
opgedaan. Dit gaf aanleiding tot een hevig tumult.
Eenige vrouwen verlieten beangst de zaal: «Zitten
blyven 1" schreeuwde mej. Drucker en hamerde er maar
op los. Eindelyk gelukte het een heer, op een stoel
geklommen, de gemoederen een weinig te doen bedaren
hy stelde voor, in plaats van elkander uit te schelden,
liever een kop chocolade beneden te gaan drinken,
want dat het niet aanging eene openbare vergadering
te beleggen voor particuliere grieven. Mej. Drucker
verdedigde andermaal haar recht om deze vergadering
te' beleggen.
Zjj. zeide dat niet honderd mannen, maar wel een
bittere ervaring, haar familie treffende, er haar toe
bracht, anderen het lyden te besparen, dat zy geleden
had.
Mej. Cohen vroeg het woord en bracht al snikkende
uit, dat zy eigenlyk de Vrjje Vrouwen-Vereeniging
had gesticht, dat zjj hare vriendin, mej. Drucker, ver
zocht had, het presidentschap te aanvaarden, dat deze
na het gebeurde niet bljjven wilde, en dat zjj haar
hulde bracht voor haar bestuur. Mej. Drucker sloot
thans de vergadering met het verzoek, dat niemand
voor of tegen haar party zou trekken en men rustig
uiteen zou gaan. Dit geschiedde te kwart vóór elf.
Aan de deur werd gecollecteerd voor de werkstakers
te Enschedé.
Volgens mej. Drucker is zy de Maagd van Orleans,
die door Gerhard is ter dood gebracht. Maar zij was
niet dood; zjj zou de zweep der sociaal-democraten
worden.
's Graveulmgc, 14 Mei. De Eerste Kamer
zal eerst in de helft van Juli terugkomen, o. a. tot
afdoening van het voorstel tot verlenging van den
militiediensttyd.
Hulst, 14 Mei. Bjj herstemming is de heer B. A.
Wilking tot lid van den gemeenteraad gekozen.
Hiddeltmrj^, 15 Mei. Het z.g. Mei-concert
vanwege de zangvereeniging >Tot oefening en uit
spanning", dit jaar te geven, belooft zeer veel schoons.
Het zal plaats hebben Dinsdag 20 Mei en bjj die
gelegenheid zal worden uitgevoerd »Paulus", van
F. Mendelssohn Bartholdy.
Geeft dit oratorium voor soli, koor, kinderkoor en
orkest op zicb zelve reeds veel te genieten, te meer
belangstelling verdient de uitvoering daarvan ditmaal,
nu de zangvereeniging zich do medewerking heeft
verzekerd van een viertal solisten, die met eere genoemd
mogen worden.
Behalve eene bekende en zeer gewaardeerde stad-
genoote, zullen aan de uitvoering deelnemou mejuffrouw
Marie Snjjders, concertzangeres uit Delft; de heer
F. Litzinger, in onze stad zoo goed bekend dat het
noemen van zyn naam al voldoende is om de belang
stelling te vorhoogenen de heer Max Büttner,
hertogeljjk kamerzanger uit Gotha, een bas van
buitengewoon talent.
Wjj twjjfelen niet of bjj dit Meiconcert zal wederom
de groote zaal van het Schuttershof bljjken te kloin
te zjjn.
15 Mei. Heden morgen was het
hier ter stede nog al vrjj rumoerig, veroorzaakt door
opgeschoten jongens en aankomeudo mannen (ongeveer
een 30tal), uit Ylissingen komende. Al zingende en
drukte makende trokken zjj door verschillende straten
en wilden op de Varkensmarkt eeif herberg binnen
gaat), doch de eigenaar belette hen evenwel de toegang,
waarin de (heeren 1) weinig zin schenen te hebben en
een ruit stuk sloegen. Onmiddelljjk riep de eigenaar
de hulp der politie in; toen de politie evenwel op de
Varkensmarkt aankwam, waren de druktemakers reeds
verdwenen en hadden zy hunne route genomen over
de Beestenmarkt, door de Lange Geere, de Langeviele
inkomende, alwaar zjj ontmoet werden door de politie.
Toen de politie evenwel een drietal van hen in ariröst
nam en naar het politie-bureau wilde overbrengen,