INGEVOLGE VAN DIEN.'
Heijae als voorzitter (reeds gemeld), uit de volgende
leden: G. Kok Jr. direct., F. F. Leupen, F. P. Visser
en B. W. Mondt, leeraren H. B. S. te Zierikzee; J. Ver-
meule direct., H. Snijders, W. O. Swaving en dr. J. J.
Couvée, leeraren H. B. S. te Middelburg; M. C. J. de
Visser, F. Allans, dr. Z. Th. Diehl en jhr. W. A.
Teding van Berkhout, leeraren H. B. S. te Goes.
De Goesche Cl. bevat de volgende wel ietwat
duistere mededeeling:
By aanleiding van de verschillende geruchten, die
omtrent my in omloop zyn, wensch ik voorloopig slechts
te constateeren, dat ik ten volle de werkelykheid blijf
erkennen van de feiten van het spiritisme en spiritu
alisme, maar er overigens volkomen mede gebroken heb.
Wanneer ik daartoe het oogenblik gekomen acht,
zal ik allen, die er naar vragen, gelijkelijk in het
openbaar antwoorden.
Aangenaam zal het my zyn, als ook andere bladen
dit bericht willen overnemen. Uw dw. dn.
(get.) P. HUET.
Naar men aan de Stand, meldt, heeft een der
grootste vakvereenigingen, de timmerlieden-vereeniging
te Amsterdam, zich losgemaakt van den Centralen
Raad van den Sociaal-Democratischen Bond. Door deze
scheiding mist de kas een jaarlyksch inkomen van
pkm.300.
Voorts schynen de typografen hetzelfde plan te
hebben, tenminste van hun losmaking moet ernstig
sprake zijn.
Zaterdagavond heeft in de suikerfabriek De Amstel,
te Amsterdam, een moordaanslag plaats gehad. Een
arbeider, Waay genaamd, plakte een soort manifest ten
gunste van de 1 Mei-beweging aan, toen hij door den
meesterknecht betrapt werd, die van het geval aan
gifte deed by zyn patroons.
Waay werd op staanden voet ontslagen. Hy ging
heen, doch keerde eenigen tjjd later terug, om zyn
woede aan hem, dien hij vërkeerdelyk als den be
werker van zyn ongeluk beschouwde, te koelen. Met
een revolver gewapend, trad hy op den meesterknecht
toe, schoot, doch miste. De man, die beter suiker dan
kruit weet te behandelen, had den laadstok in den
loop van het pistool laten zitten!
Onmiddellyk wa3 de dader in handen der politie,
die hem echter sedert weer moet hebben vrijgelaten.
In de Zondag namiddag te Hengeloo gehouden
9de jaarlyksche vergadering van de leden van het
zieken- en pensioenfonds, verbonden aan de fabriek der
firma Gebr. Storck Co., deelde de heer C. T. Storck
als oudste firmant mede, dat zyne firma besloten had
dit jaar eene bydrage aan het fonds te schenken, groot
5000. Deze mededeeling werd met applaus begroet.
Te Neerheide onder Rukfen is bij publieke veiling
verkocht een huis met erf, stal en tuin, te zamen
voor 64 gulden.
Met betrekking tot de werkstaking in de Friesche
venen wordt gemeld dat Dinsdag ochtend om 9 uren
op het appèl te Beets 1000 werkstakers tegenwoordig
waren. Besloten werd vol te houden, en een tweede
appèl is bepaald op a.s. Maandag. De heer Domela
Nieuwenhuis sprak hen met vuur toe en ruim 200
brooden werden uitgedeeld. Het plan bestaat, dat
Zaterdag de groote verveners zullen vergaderen. Som
mige verveners hebben in alle eischen toegestemd,
doch geen arbeider werkt. Geen schip kan geladen
worden.
In verband met de ongeregeldheden in de
veenderijen, zullen de miliciens der lichting 1889, be-
hoorende tot het le regiment infanterie te Leeuwarden,
Groningen, Assen en Den Helder, die 80 April met
groot verlof zouden vertrekken, voorloopig onder de
wapenen blyven.
TELEGRAMMEN.
's-Grravenhagfe, 25 April.
Tweede Kamer. Mr. v. d. "Velde is toegelaten. Bij
de voortgezette behandeling van Hoofdst. Koloniën,
werd de Surinaamsche kwestie besproken. De heer
Heldt kreeg verlof de Regeering te interpelleeren over
het optreden der justitie te Heerenveen op 17 dezer.
Berlijn, 25 April.
Heden is in tegenwoordigheid der Keizerin de tuin
bouwtentoonstelling geopenddie hoogelyk wordt
geroemd.
Londen, 25 April.
Depêches uit New-York melden, dat de werkstaking
te Chicago zich steeds uitbreid, thans zyn 15000 slagers
knechts toegetredeneischende acht uren werkens
per dag.
KERKNIEUWS.
Voor een talrijk gehoor aanvaardde dr. P. J. Muller
het professoraat in de theologie aan de Amsterdamsche
universiteit, met eene rede, getiteld«Dichten of
denken, eene dogmatische vraag beantwoord."
Vóór het uitspreken zyner rede, had de heer Muller
in handen van den president der synode de door het
synodaal reglement op het Hooger Onderwys tot vor
ming van evangelie-dienaren voor de Nederlandsche
hervormde kerk voorgeschreven belofte afgelegd, en
was hij met eene gepaste toespraak in zyn ambt
bevestigd.
r Beroepen by de Herv. Gem. te Middelburg,
Ds. N. C. J. de Minjer te Leerdam.
L ANDBOU W.
Is het van byna algemeene bekendheid, dat de
landbouwers in Schouwen en Duivelend steeds een
practischen blik hebben en naar het verloopen van
het gety ook de bakens verzetten, een feit dat wy
heden vernamen, bevestigt dit gevoelen.
Naar wij uit goede bron vernemen heeft de heer
J. M. Klompe te Dreischor gekocht de meestoot «de
Landbouw" te Zonnemaire, met het doel daarin op te
richten eene fabriek van zuivelbereiding. Zóó vervangt
het nieuwe het oude; de meekrap, waarin vroeger de
Schouwscho landbouwer zijn hoofdbestaan vond, wordt
vervangen door zuivelbereiding, dat wil zeggen, door
te trachten alles uit het vee, in verband met den
landbouw, te halen wat er uit te halen valt.
Het voornemen van den heer Klompe moet zyn een
coöperatieve vereeniging daar te stellen, zoodat ver
schillende landbouwers hunne melk zoo productief
mogeljjk kunnen maken. Om dit doel te bereiken zou
echter noodig zyn eene onderlinge bespreking dezer zaak,
opdat inlichtingen omtrent d«zen tak van landbouw
industrie worden ingewonnen, die ten slotte zeer zeker
zouden leiden tot verbetering van den toestand der
landbouwers in deze eilanden.
Dit schrijven kan waarschijnlijk medewerken tot
voorloopige bespreking dezer zaak; elk landbouwer
zal toch begrijpen dat ook in deze zaak «Eendracht
Macht maakt."
Aanbestedingen, Verkoopingen, enz.
Zierik'zeo. Ten overstaan van den notaris mr.
J. C. van der Lek de Clercq, zijn op 25 April 1890
in het openbaar verkocht een woon- en winkelhuis,
schuurtje en erve op den Sint-Anthonijsdam alhier
voor 876; een woonhuis en erve daarnaast voor
f 525; een woonhuis, nieuwe schuur met erve in de
Nobelstraat alhier voor ƒ1661; twee schuren, erven
en tuin alhier voor 900een wagenhuis en boom
gaard alhier voor 510; alles aankomende de wed.
en erven B. Koppens.
Terneuzen, 24 April. Heden namiddag is door
het bestuur der waterkeering van den calamiteusen
polder Nieuwe Neuzen alhier, in het openbaar bjj
enkele inschrijving, aanbesteed het jaarlyksch herstel
de vernieuwing en het onderhoud van de aarde-, kram-,
rjjs- en steenglooiingwerken en van het maken van
werken tot dyksverbetering enz. waarvan de begroo
ting beloopt 18,053,165. Het laagst werd daarvoor
ingeschreven door den heer A. van der Beek te Zaam-
slag, voor f 18,362.
Gemengde
Het kamergeschut der vrouio. In de groote wapen
en rustkamers der vrouwelijke tuighuizen en arsenalen,
van de lichte lansen, stokdegens en .dolken der woor
den tot het zwaar geschut der tranen en de vieren
twintig-ponders der flauwten en onmachten, ia geen
wapen zoo verderfelijk, als die soort van geschut, welke
men in de vroegere oorlogen kamergeschut noemde en
thans in de tweegevechten van de liefde en 't huwelijk
pruilen heet. Schreien en met den voet stampen zijn
enkel klein- en zydgeweer der vrouwengillen, tieren,
de haren uittrekken enz. zijn het kleine belegerings
geschut; flauwten, onmachten en migraines, dat zyn
de muurbrekers, veldslangen en kartouwenmaar.
pruilen, dat is de uithongering van den vijand. Een
pruilende vrouw is een altijd lekkende dakgoot, die
eindelijk den hardsten geduldssteen uitholt. Te Rot
terdam is overleden een gehuwde vrouw van16
jaar. Een hotelhouder te Amsterdam heeft uit
wanboop over mislukte speculatien in N.-Zweedsche
Spoorwegaandeelen door verdrinking een einde aan zijn
leven gemaakt. Zóódoende is alles weg. Een Amster
dammer, die gewoon was zyn „middagdutje" te doen,
was met een brandende pjjp in den mond in slaap
gevallen. Des avonds vond men hem gestikt op zyn
legerstede. Hen nieuw voordeeltje van accijnsen. Sedert
hooge rechten op tabak worden geheven, is de smok
kelhandel natuurlijk zeer toegenomen. Om het smok
kelen zooveel mogelijk tegen te gaan moest natuurlyk
allereerst het aantal grensbeambten worden uitgebreid.
Dat kostte aan de landen die van accynzen profiteeren
willen du9 belangryk meer aan uitgaven. Thans is het.
personeel, in den kring van Turnhout, volgens de
„Kempenaar" van nieuwe revolvers voorzien, welke
aardigheid aan de schatkist op eene uitgave van
twintig duizend francs komt te staan. Op zoo'n manier
blyft er niet veel van de meerdere baten der verhoogde
heffing op den invoer van tabak over. Men meent
te weten fet de opruier van 't gemeen tegen de Heil
soldaten geen vlag maar een breekyzer voert. Zoo
bedoelt Izak ook in de Oesterkrant. Eene fijne familie,
een levende verontschuldiging voor onzedelijkheid en
ongerechtigheid. Wat zal je er van zeggen. De predi
kantennood is thans zoo groot, dat zelfs een man, die
men op Niemandsdorp niet hebben kan, nog wordt
verkoren, waar zyn vrouw heeft ingebroken. Het
Goessche kofje Pietje en Janna van Ellepak, geladen
met Beijersch bier voor een hotel te N. is aangevaren
door de bark Kryn gelukkig was er een Belgische
loods aan boord, zoodat het kofje nog op het walletje
aan het droge is gebracht. Een jongen te Scharen-
dyke wordt aangeraden de navolgende versjes inacht
te nemen.
Joost je met uw valsche streken
Wil toch geen kwaad van and'ren spreken
Uw reis is naar Amerika, l
Draai rond, zoo langs Batavia.
Kyk nimmer door een anders oogen,
In bosch of boom, in 1t veld of 't strand,
Daar overal wordt uw last gevonden
En toch ging Maatje van de hand.
Dus, ventjemet uw metgezel,
Er zyn er twee die weten 't wel.
Dus reis vooruit, de wereld in,
't Zij al of niet met tegenzin.
„Wel, wel" zegt een dametje uit de Kerkstraat te
Sch. „wat is het mij toch bitter tegengevallen met
Paschen, ik meende een kleermaker te snappen en ik
heb het met een molenaarsjongen moeten doen".
„Aanzien dóet gedenken", izegt Kees van den Achter
weg te Br., „dus ik wil myn portret hebben, al moest
het my een gulden kosten; dan zal ik een ander zien
te bespiegelen", maar dat gaat niet erg gemakkelyk,
want hij heeft al zooveel bezoeken afgelegd, doch allen
zonder gevolg. Eerstdaags zal te Z. worden opge
voerd de komst van Pietje, waarin Betje de draaister
de hoofdrol zal spelen. Ie bedrijfde voorbereider
voor de komst der dochter2e bedrijf, het bezoek by
de familie en haar broeder; 3e bedryf, de teleurstel
ling na het bezoek4e bedryf, het berouw komt te
laat; 5e bedryf, het afscheid van de moeder. Kaarten
zijn te bekomen by het draaiende Betje.
Ingezonden Stukken.
Nieuwe-Tonge, 22 April 1890.
Mijnheer de Redacteur 1
Met de plaatsing van het volgende in Uw veel
gelezen blad zult U mij zeer verplichten, dewijl het
misschien anderen tot voorzichtigheid zal aansporen.
Op Vrijdag 18 April 11. met de Zeeuwsche stoom
boot «Schelde" te Rotterdam aangekomen zijnde met
een paard, waarmede ik mijne reis naar Flakkee
vervolgen wilde per stoomboot »Middelharnis", die ten
3 ure 's nam. van Rotterdam zou vertrekken, ver
voegde ik mij ten half 1 ure bij den kapitein van
bedoelde boot en verkreeg van hem ten antwoord,
dal het paard medegenomen en een hok daarvoor
in gereedheid gebracht zou worden.
Ten half drie ure kwamen mijn broer en ik met
het paard vóór de boot en vroeg ik of het hok ge
reed was. Des kapiteins antwoord luidde»Kom maar
d s gauw aan, want het is meer als tijd!"
Mijn broer leidde het paard dus op de boot en in
het daarvoor aanwezige hok. Maar ziet, het hok was
nog niet klaar. Toen het paard er in was, moest het
borsthout nog ingezet worden, de beugels over het
hok mankeerden nog en touwen waren nog te zoeken;
zoodat, toen het borsthout eenmaal ingezet was,
door het ontbreken van touwen om over den nek te
sjorren, het paard gelegenheid kreeg om over het
borsthout te springen, zoodat mijn broer, die voor
het hok gestaan had, benigen tijd in levensgevaar
verkeerde onder het voorover en nog aan de achter-
beenen hangende paard. Eindelijk op de voorbeenen
steunende, gelukte het mijn broer er van tusschen te
komen en kon het paard toen met moeite ook de
achterbeenen over het borsthout krijgen.
Een eenigszins van plicht doordrongen kapitein zou
in dat geval, naar aanleiding van het levensgevaar
van mijn broer en de mogelijke verwonding van het
paard, excuus gevraagd hebben voor het gemis aan
zorg bij hem en zijne knechts. Maar bij dezen Cerberus
was het omgekeerde het geval. Hij gelastte, dat het
paard van de boot moest en toen ik hem onder het
oog bracht, dat mijn broer en ik en het paard nog
een dag te R. zouden moeten vertoeven, meende hij
waarschijnlijk aan zijn lastgeving kracht te moeten
bijzetten, door te roepen: »Als de d r met het
paard van de boot!" waarop toen een politie-agent
meende een handje te moeten komen helpen, hetgeen
evenwel na de eigenaardige uitnoodiging des kapiieins
onnoodig was.
Ik meen bij deze een woord van lof te moeten
uitbrengen voor de nette en zorgvolle manier van
mijn paard te vervoeren, zoowel des morgens op de
Zeeuwsche boot «Schelde", als den volgenden dag
op de boot «den Bommel" ondervonden en zulks in
tegenstelling met het hierbij te voegen woord van
protest tegen de voor 't minst onbeschofte behandeling
door den kapitein van de boot «Middelharnis".
U bij voorbaat dankend voor de opname dezer
regelen, verblijve hoogachtend,
UEd. Dienaar,
A. C. BREESNEE Tz.
In Enschedé werd 't werk gestaakt,
En idem in de venen,
Ik dacht zoo bij me zeiven dan,
Waar moet het nu tocli henen.
Ik vroeg dat gister aan een vriend,
Die zei, dat zal 'k je zeggen
Men geeft zoo weinig loon, dat 't volk
Zich er bij neer gaat leggen.
Dat 's raar, dacht ik, hoe moet het zijn,
Als men dan 't werk gaat staken,
En 't weinige nog missen moet,
Hoe moet men 't dan wel maken
Zoo dacht ik en zoo denk ik nog,
Enfin, de tijd zal 't leeren,
Maar 'k denk, als zeek're club verdween,
Men minder zou ontberen.
De werk verschaffer zou dan toch,
Bij goed gegronde klachten,
Het loon verhoogen, wat men nu
Van hem niet kan verwachten.
De werkman van Noord-Beveland,
Hij denkt er nog niet over
Om ;t werk te staken, al is 't loon
Dat hij verdient ook pover.
Want anders immers had hij niets,
Voor vrouw en kroost om t' eten,
En hij!? Verlegen zou hij zijn,
Zijn plicht zoo te vergeten.
Daarom een woord van lof gebracht,
Aan 't werkvolk van ons eiland,
En 't is verdiend, als men hun geeft.
Als 'tnood is, allen bijstand.
Wissenkbrke, 23 April 1890.
WITTE HAGE.
BEI)ltS- EiV MARKTBERICHTEN.
Amsterdam.
SIAAISLEENINOEN. 23 24
April. April.
Nederland. pCt. Bedrag stukken.
Cert. N. W. Sch. 2»/, f 1000 81% 811/,
dito dito3 1000 96% 963/,,
dito dito31/, 1000 102'/, 102'/.
dito Obl3'/, 1000 1029/, J
Hong. O. L. 1867 5 120-1200 96% 963/
dito Goudl5 100
Italië. Inschr. '62/81 5 Lir. 100-100000
Oostenrijk. Obl.
Mei—Nov5 fl. 1000 74% 741/
dito Jan.—Juli. 5 1000 75 74%
dito dito Goud.4 200-1000 93%
Polen. O. Sch. '44. 4 Z.R. 500 91
Port. Ob. Bt. '53/84 3 p.St. 100 61% 61%
dito dito 1888/89 4'/, 20 90»/4 90
Rusland. Obl.
Hope 1798/1815 f 1000 104»/* 104'/,
Cert. Ins. 5 S. '54 Z.R. 500 68'/,
dito dito 6 S. '55 500 76»/8 76'/*
Obligatiën 1862 5 p.St. 50-100 1007/8
dito 1864 5 f 1000 102% 102»/4
dito Oost. le S. 5 Z.R. 100-1000 65'/,
dito dito 2e 5 100-1000 65%
dito dito 3e 5 100-4000
dito '60 2e L dito 4»/, 100 101101%
dito '75 gec. dito 4'/, 50-100 101 »/4
dito '80 gec. dito 4 Z.R. 125-625 90 90
dito 1889 dito 4 R. 125 91 91
Obl. 1. 1867/1869 4 p.St. 20-100 94 94'/,,
dito '84 gec. dito 5 50-100 99% 99%
Spanje. O. B. Perp. 4 Pes. 1000-24000 69'/, 693/,,
dito binn. Perpet. 4 Pr. 500-25000
Turkije. Geprivil. 5 fr. 500-2500 95 95
Gecv. S. D. O. p.St. 20-1000 18'/, 18*/*
dito Gereg. 1869 fr. 500-12500
Egypte. O. L. 1876 4 p.St. 20-100 943/.
dito sp. dito 1876 5 20-100
Brazilië. Obl.
Londen 1865 5 100
dito Leen. 18755 100
dito 1863 4'/, 100
dito 1879 4'/, 56/5&112.10
Venezuela 1881 4 100-500- 51 */4
Industr. en liuanc. Onderuem.
Nederland. pCt.
Aandeel rescontre 5 f 1000 147»/, 147%
N.-I. Handb. aand. 150 104 103%
Duitschland. Crt.. R.M. 3000
Oostenrijk. Aand fl. 600 133'/, 133%
Spoorwogleomugon.
Nederland. pCt.
Maatsch. t. Expl. v.
St.-Spoorw. Aand. f 250 130%
Ned. Ctr. spw. A. 250
dito Gest. Obl. 235 89% 89
N.-I. spoorw. aand. 250-1000
N. Rijnspoorw.
volgef. Aand. p.St. 20-200 110 UI3/.
N.-Br. Boxt. Obl.
gestemp. 1875/80. 100 59
Hongarije. Theis
Spw. aand5 fl. 200
dito dito Obl.5 200-1000
Italië. Vict. Eman.
spw. Obl3 Lir. 500 58»/, 59»/,
Zuid-Ital. Sp. O. 3 500-5000 59% 59
Oostenrijk. Franscli-
Oost. Sp. Oblig. 3 ir. 500
Polen. W.-W. Aand. Z.R. 100 1 093/, 110
Rusland. Groote Sp.-
Maatsch. Aand. 5 125-625 119»/, 119%
dito Obl4»/, 500 98'/,
dito dito dito 4 1125
Balt Spw. Aand. 3 25-1250 61% 61%
Jeles-Griasi dito. 5 125-50
Losowo.-Sew 5 f 1000 100% 100%
Morsch.-Sysr. A. Z.R. 125-1250 33 33%
Mosk.-Smol. Obl. 5 f 1000 102%
Orel-Vitebsk aand. 5 Z.R. 125 101%
R.-Wiasma Aand. 125 33»/,c 33'/,
Zuid-West Sp. M. 5 100-1000 69% 69%
Amerika. Ctr. P. O. 6 Doll. 1000 111»/,
Win. St.-Peter do 7 500-1000
dito S.-W. Obl. 7 500-1000 119»/.
Illin. Cert. v. A. 500-1000 116 116
dito Leas L. St. C. 4 500-1000 98 98
St-P. M. M. Obl. 7 500-1000 110'/,
Un Pac. Hfdl. do. 6 1000
Rotterdam, 21 April. Meekrap. De vraag was in
de laatste dagen wat beter en werden diverse partijtjes tot
vorige vraagprijzen genomen, wat hooger gehouden werd
bleef onverkocht. Noteering onveranderd f 16,a f 16,50
voor goede tot mooie onberoofde.
Dordreclit, 24 April Tarwe. Tweejarige puike
Zeeuwsche, Vlaamsche en Overmaassche f 7,60 a f 7,80,
Jarige puike Zeeuwsche, Vlaamsche en Overmaassche f 7,60
a f 7,80. Jarige Overmaassche, goede en mindere f 7,20 a
f7,50. Nieuwe puike Zeeuwsche, Vlaamsche en Overmaassche
f 7,20 a f 7,70, dito goede f 6,50 a f 7,dito mindere
en blauwe f 6,a f 6,30, dito zomer f 0,a f 0,
dito Canada f0,af 0,Rogge. Nieuwe Z., VI. en Overm,
f 5,50 a f 5,80. Gerst. N. Winter-, Zeeuwsche en Vlaamsche
f 5,a f 5,20, dito dito Overmaassche en Flakkeesche
«van Armand hoe boos en ontevreden u was
«over mijn omgang met hem. Ik erken mijn
«ongelijk. U had me toegang tot uw woning
«gegeven, u is zeer góed jegens me geweest
«en door de minnares van Armand te worden
«heb ik den schijn op me geladen van misbruik
«te maken van uw vertrouwen. Ik begrijp dat
«u het me zeer kwalijk nam en dat u slechte
«gedachten van me kreeg. Toch hoop ik dat
u medelijden met me zal hebben en me vergeven
«zal, als u dezen brief zal ontvangen, want
«dan zal ik gestorven zijn, gestorven van verdriet*
«De geneesheeren zeggen dat de lever aangedaan
«is. Maar sedert den dood van mijn zeerge-
liefden Armand, voelde ik dat ik sterven ging,
«dat is de waarheid. Mevrouw, een stervende
«liegt niet, u moet me gelooven. Ik bezweer
»u, dat Armand mijn eerste en eenige minnaar
«is geweest. Ik heb hem van het eerste oogenblik
«af bemind, arme dwaas, die ik was, zoo
«als men niet meer beminnen kan. Maar ik
«heb niet de coquette gespeeld, dat verzeker
«ik u, en nog verwondert het me, dat hij
«met een zoo onnoozele minnares te doen>r
«wilde hebben, dat hij zich niet over me
«schaamde. Wees toegevend, Mevrouw, bedenk
«hoe jong wy beiden waren.
«Ik wist wel dat die toestand niet lang
«zou duren, dat de jongelieden van goede familie
«met iemand uit hun stand moeten trouwen,
«dat u vroeg of laat uw zoon zou overgehaald
«hebben om me te verlaten. Maar ik had me
«er van te voren mee verzoend, en, wees er
«zeker van, zij, die een Armand had lief
«gehad, zij zou geen slechte vrouw geworden
«zyn. Ja, ik zou geheel alleen hebben kunnen
«leven in myn hoekje, met myn dierbare en
eenige herinnering aan mijnjeugd, me troostende
«met de gedachte, dat Armand, hij tenminste,
«gelukkig zou zijn geweest, in 't bezit van
«een schoone, jonge vrouw en schoone kinderen.
«Maar de gedachte dat hij op twintigjarigen
«leeftijd en binnen zoo weinige dagen gestorven
«is, zonder dat ik hem een laatste maal heb
«mogen omhelzen, heb ik niet kunnen ver-
dragen.
«Toen ik het in de woning van uw con-
«cierge vernam, heb ik een schok doorstaan,
«die doodelijk voor me is geweest. Yan af
«dien verschrikkelijken dag, is het me alsof
«er jjs om mijn hart ligt. Van stonden aan
«gevoelde ik me onwel en toen twee maanden
«na Armand mijn oude tante ook stierf, bleef
«ik alleen achter. Ik werkte dag en nacht
ik moest wel 1 maar als een machine,
«en ik bleef uren, dagen zonder een woord
«te spreken, alleen met mijn verdriet, dat aan
«mijn leven knaagde. Mijn eenige troost was
's Zondags morgens naar het kerkhof te gaan
«en bloemen op Armand's graf te brengen.
«En wat dat betreft, Mevrouw, moet ik u er
«nog wel hartelijk voor danken, dat u mijn
eenvoudige bouquetjes naast de uwe hebt geduld.
«Dat heeft me zelfs hoop gegeven, dat u wat
«minder boos op me was, dat u me bijna
«vergeving schonk. Eindelijk ben ik plat ziek
«geworden, Ik kon niet meer werken, was
«zonder middelen en ben dus naar het zieken-
«huis moeten gaan. Maar als u wist, wat ik
«den eersten Zondag, dien ik hier doorbracht,
«geleden heb, bij de gedachte dat u daarginds
«slechts mijn verwelkt bouquetje zou vinden
en denken dat ik Armand was vergeten
Daarom ook schrijf ik u, opdat U zou weten,
«dat ik sterf met zyn naam op de lippen.
«Mevrouw, ik ben gisteren bediend. De vrouw,
wie ik dezen brief voorzeg, is godsdienstig en
«heeft me gevraagd of ik een geestelijke wilde
«zien. Sedert mijn eerste communie ben ik
«niet meer in de kerk geweest en ik was
«een beetje bang voor geestelijken. Maar degeen
«die bij me geweest is, heeft me zeer
«vriendelijk en zacht toegesproken en gezegd
«dat mijn zonden vergeven zouden worden.
«En U zult nu even goed zijn als hij, niet
«waar? en U zult niet meer boos op me zijn
«omdat ik zooveel van uw zoon heb gehouden?
«Vaarwel, mevrouwI Als ik (J nog iets zou
«mogen verzoeken, zou ik U vragen om, wan-
«neer U naar Montparnasse gaat, aan den
«ingang van het kerkhof een bouquetje te wil-
«len koopen, zooals ik altijd deed, een bouquetje
«van twee stuivers, meer niet en het op het
«graf van Armand te willen leggen bij de Uwe.
«Mijnheer de abt beeft wel gezegd, dat men in
«den Hemel terugvindt zij, die men heeft lief-
gehad; maar wat weet men er van? Het komt
«me voor, dat Armand in ieder geval, in zijn
«kist tevreden zal zyn, als hij het aandenken
«van zyn geliefde ontvangt. U zal een groote
weldaad bewijzen, Mevrouw, door den laatsten
wensch te vervullen van
«Uwe zeer nederige en zeer eerbiedige
dienaresse,
«Henriëtte Pbruin."
Als Mevr. Bernard des Vignes dezen brief gelezen
heeft, barstte ze in tranen uit. Hoe is die Junizon op
eens verbleektHoe somber is die lentedag 1 En
daar op den divan ligt in die geopende kartonnen
doos, het mooie trouwhoedje, met het seringentakje 1
Ze kan er niet naar kijken, zij, de bruid van morgen
Ze schaamt er zich over 1
Zeker, ze heeft vergiffenis geschonken, ze doet het
nu nogl Zeker, ze zal den wensch van den doode
vervullen 1 Maar met de oogen gevestigd op de hand-
teekening van Henriëtte Perrin, op de twee eenige
woorden, die het arme meisje met haar stervende
hand heeft kunnen schrijven, fluistert de moeder
van Armand op den spijtigen toon van den over
wonnene, waaruit wrok en jaloezie spreekt:
Zij beminde hem meer dan ik
EINDE.