Donderdag 10 April 1890. Henriëtte. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Samenwerking en waardeering. NIEUWSTIJDINGEN. Feuilleton. /intik/nsdii i\iedwsbode. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prjjs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5832. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar -plaatsruimte berekend. De groote verkiezingen in 1891 naderen alweder en zullen spoediger voor de deur staan dan men verwacht. Het is, dunkt ons, zaak, dat wij het voorbeeld onzer anti-revolutionaire tegenstanders volgen, die nu reeds den akker bewerken, waarin het zaad gestrooid moet worden, waarvan men in 1891 den oogst hoopt binnen te halen. Er is, o. i., voor de practijk van het verkiezings- werk wel iets te verbeteren, en, waar dit het geval is, moet men er spoedig mee beginnen, opdat men tegen den tijd, dat een nieuw of gewgzigd stelsel werken moet, er mede gereed zij. Behalve in de praktijk is er ook in de beginselen, waardoor wjj, buiten de staatkunde ons in onze staatkundige verhoudingen laten leiden, wel een en ander, dat ons Modderman'»: Herzie u zeiven" in herinnering brengt. Wij hebben nu bjjv. het oog op het gemis onder de onzen van het gevoel van onderlinge aanspra kelijkheid, dat bjj onze tegenstanders zoo sterk is. Waar zag men ooit een Ministerie, uit vrij zinnige gelederen voortgekomen, zóó door dik en dun nagedraafd, en tegen eiken ook nog zoo ge rechtvaardigden aanval verdedigd, als dit Ministerie uit de rechterzijde door zijn, let wel, in zich zelf verdeelde meerderheid? Waar zag men bjj onze kamerleden ooit zoodanig gemeen overleg, zulk een gemeenschappelijk en eendrachtig optreden als bjj onze tegenstanders, waarvan de enkelen die zich afecheiden en nu en dan een eigen stelling innemen, al» met den vinger nagewezen worden, terwijl het ons schering en inslag is, dat een deel der kamerleden afwijkt van een ander deel. En let men op de verhouding tusschen kiezers en gekozenen, wie is er onder ons ooit getuig» geweest van een zoo algemeen en onverdeeld partij trekken voor een gevallen staatsman van onze richting, als nu bjj de anti-revolutionairen voor Mr. Keuchenius? Wie zag ooit bjj vrjjzinnigen een zoo algemeene vereering >als de doctor," d. i. de heer Schaepman, bjj de Roomschen geniet? En bij de kiezers onder ling: waar laat men, zooal» bjj ons, een zwak district in den steek? Nu meene men niet, dat wij de grondoorzaak van dit verschil uit het oog verliezen. Bjj Room schen en anti-revolutionairen gaat de stoot, waaruit de beweging ontstaat, van boven naar beneden; bjj ons van beneden naar bovenbij hen gaat de beweging uit van een gemeenschappelijk midden punt en verspreidt zich naar de uiteinden; bjj ons ontstaat de beweging bij ieder op zich zelf, en zjj kan slechts een gemeenschappelijk midden punt bereiken als van de verschillende uiteinden de richting dadeljjk naar dat middenpunt leidt, wat niet altijd het geval is noch kan zjjn. Al erkennen wij dus, dat er bjj ons bijna nooit sprake kan zijn van een verdediging zonder omzien van een Ministerie, zooals wjj dat in onze dagen zien, waarbij de partij, waaruit het ontstond, haar eigen beginselen verloochent, haar eigen behoeften vergeet, haar eigen beschuldigingen te schande maakt, toch kan er in dat alles wel eene ver andering ten goede komen en in sommige opzichten zelfs groote verbetering plaats hebben. Zoo bjjv. wat onze Minis teriën betreft, al zou den wij nooit verlangen, dat een der onzen zijne over tuiging geweld zou aandoen om een minister te verdedigen, wij zouden wel wenschen, dat niet van elk meeningsverschil een staatszaak gemaakt werd en dat men er meer op uit ware zich met elkander te verstaan, dan steeds op de punten van verschil den groolsten nadruk te leggen. Wjj zouden nooit wenschen, dat een kamerlid ter wille van de eenheid der partij een voorstel aannam dat hij meent te moeten bestrijden, maar moet men daarom ook in ieder klein verschil een onoverkomelijke hinderpaal tegen samenwerking zien, of zou men dienen te bedenkendat men om een gemeenschappelijke handeling mogeljjk te maken, iets van eigen meening moet weten ten offer te brengen Wij kunnen ons zeer wel voorstellen, dat onze mannen op een hulde op bestelling, zooals nu aan Keuchenius gebracht is, geen groeten prijs zouden stellen, en zien niet voorbij, dat bij de vereering van »den doctor" veel op den achter grond gehouden moet worden, dat bjj meer op rechtheid de huldiging minder onverdeeld zou maken. Maar al wederom bij ons geschiedt te veel het omgekeerde: zoodra iemand gekozen is, wordt hij onder het vergrootglas gelegd; men bekijkt hem in hart en in nieren, let wel, niet om te zien of hij in het staatkundige aan de vlag getrouw is, waaronder bjj gekozen is; of hij als gekozene zjjn staatkundigen plicht doet; neen: wij willen niet beweren, dat men zich daarom minder be kreunt; wjj verheugen ons te mogen zeggen, dat voor zoodanig onderzoek veelal weinig grond bestaat, omdat in dit opzicht onze gekozenen in den regel aan de verwachting beantwoorden. Wij bekijken ze echter met een ander oogwjj zien in de gekozenen niet de menschen, die zich voor ons een lastige taak getroosten, maar personen, aan wie wjj kiezers een dienst bewezen hebben, door hun een eere baantje toe te vertrouwen. Als de gekozene dus daarna niet vriendeljjk genoeg is jegens zijn kiezers als men hun een kleinen dienst vraagt en zjj zich niet jjverig genoeg toonen in het bewijzen daarvan, als men meent, dat zij belangen, waarvoor zij, ter wille hunner kiezers, zouden moeten opkomen, niet met genoeg warmte behartigen, dan is wel niet altjjd de banvloek bij de hand, maar men voelt toch zijn warmte verminderen en als zoo iemand aan de beurt van aftreding is, dan is niet zelden de jjver voor hem heel wat bekoeld. Dat effen slecht treffen" is, volgt intusschen daaruit dat een gekozene, die zich wat heel vriendelijk en tegemoetkomend voor de kiezers betoont, zich alras kiezersvrees hoort verwijten. Omgekeerd, ook dit moet gezegd worden, konden onze officieren wel eens bjj de tegenpartjjen in de leer gaan, om te zien, hoe die bjj de soldaten den jjver weten gaande te houden, door hen »te kennen", ook als zij niet in het vuur behoeven te gaan. Van weerszjjden moest men bij ons wat meer in gedachten houden, dat men een gemeenschappelijke zaak heeft voor te staan, dat kiezers en gekozenen voor dezelfde beginselen opkomen, dat de kiezers dus de gekozenen moeten dragen en steunen, maar de gekozenen daarentegen bij de kiezers den ijver en de warmte er in moeten houden. Het eerst en het meest dient nu echter met het oog op de aanstaande verkiezingen de onderlinge aansprakelijkheid en de verplichting tot samen werking van de kiezers onderling bedacht te worden. In het district A is men gerust; de vrjjzinnigen hebben er onbetwist de meerderheid, en als men op den gewonen weg candidaten stelt en aanbeveelt, en de kiezers in de verkiezingsdagen een beetje opwekt en aanmoedigt, dan loopt verder alles van zelf. In het district C is de toestand hopeloos. Wat men doet, of wat men laat, men kan er niet winnen. Maar daartusschen bevindt zich het district B, waar de vrijzinnige party zou kunnen winnen, mits alle krachten worden ingespannen en alle zeilen worden bijgezet. Wat nu ligt meer voor de hand, dan dat men uit A, waar men niet veel be hoeft te doen en uit C, waar al wat men er doet, vergeefsch is, B te hulp snelt 1 Dat gebeurt niet, althans niet genoeg. Dat het helpen kan, daarvan zouden wij uit den strijd van 1888 voorbeelden kunnen aanvoeren. Hoe moet dat gaan? Ja, hoe A en hoe O, B moeten en kunnen helpen, moet men in B weten, 't Kan heel verkeerd zjjn als anderen dan de met plaatselijke omstandigheden en verhoudingen beken de personen zich met het verkiezingswerk in eenig district inlaten. Maar één algemeen middel is wel aan te wijzen; vele doeltreffende middelen om menschen te winnen, 't zij voor beginselen, 't zij voor candidaten stuiten af op de kosten. Men stelle dus geld beschikbaar, veel geld zelfs, want men bedenke wel, dat goed en doelmatig werken niet alleen deugdelijke voorbereiding vordert, maar ook tot groote uitgaven leidt, bij ons meer nog dan bij de andere partijen, die in pastoors en kapelaans en in predikanten een onkostbaar en doeltreffend caiddal hebben om met weinig moeite en weinig omhaal het wachtwoord uit het hoofdkwartier te verbreiden, waar tegenover bjj ons, noch van een hoofdkwartier in dien zin, noch van wachtwoord sprake is, en de kiezers door woord en geschrift overreed moeten worden. Dit is het doel der Liberale Unie, en zjj zou in deze richting zeker meer doen, als men haar, ook geldelijk, krachtiger steunde. Met »meu" bedoelen wjj hier ieder geestverwant op zich zelf, die ter bereiking van het gemeen schappelijk doel aan de Liberale Unie zjjn steun kan verleenen, door zich voor een jaarlijksche bij drage als buitengewoon lid te doen inschrijven. Het best zou het zijn, wanneer die bijdrage niet te klein was, doch als ieder naar zjjn middelen blijk geeft van zijne belangstelling, zal men ten slotte zien, hoe veel kleintjes een groote maken. Transvaal. Eer» b!oe<lba<l in Swazieland, Den 2a Maart jl. ontving de Barberton Herald be richten van een zeer bedenkeljjk karakter uit Swazieland. De Swazie-duivela zoo schreef men hebben na een langdurigen wapenstilstand weder eens het oorlogs pad betreden. In den mocgen van 26 Febr. nam de slachting een aanvang, en het is moeieljjkte beschrjjven met welk een duivelschen wellust deze bloedige •xpeditie werd ondernomen. Een der opperhoofden der kraal was volgens de meening zijner buren te rijk aan vee, en hierdoor werd hun moordlust opgewekt. Een impi kwam met een der Swazie-regimenten, ongeveer zestig man sterk, in den vroegen morgen van Kings-kraal af. Ongeveer 30 of 40 inboorlingen, uit da nabjjheid der noodlottige kraal, voegden zich bjj hen en het arme volk ontdekte de tegenwoordig heid der onmenschen eerst door de angstkreten, die uit de eerst aangevallen hut opstegen. De bewoners der eerste hut werden allen onbarm hartig gedood, terwjjl de in do andere hutten aan wezigen naar alle richtingen de vlucht namen; eenige vrouwen en kinderen vroegen bescherming aan den heer Simpkins, den bestierder der Wyldsdale Concessie, wiens dapper en edel gedrag aller sympathie verdient. De heer Simpkins stelde, niettegenstaande zjjn vrouw en kinderen bjj hem thuis waren, alle pogingen in 't werk, om de vrouwen en kinderen voor den wreeden moordlust van den impi te bewaren. Hjj was op dat oogenblik slechts met twee blanken te zamen. Hjj zond daarop terstond bericht naar Pigg's Peak, naar Kobolands en andere plaatsen, met het resultaat dat 's avonds tien gewapende blanken in zjjn huis verzameld waren, om de brutale vorderingen van den impi weerstand te kunnen bieden. De geweldenaars deden echter geen poging om zich in 't bezit der vrouwen en kinderen te stellen. Niet tegenstaande de strenge vermaningen, die Sir Francis de Wioton bjj zjjn vertrek aan do Koningin-Regentes heeft gegeven, heeft men bericht ontvangen, dat de oude tjjgerin deze expoditie moet hebben uitgerust. De heer Royston heeft de zaak aan den heer en het comité bericht en de zaak zal nauwkeurig onderzocht worden. Men dacht eerst, dat 40 of 50 waren gedood, doch na onderzoek bljjkt, dat 10 werden vermoord. Na de slachting te Wyldsdale beproefden de beulen hun werk te kunnen voortzetten in eenige kralen nabjj Ledley's Kamp. Doch de gebeurtenissen van dien morgen waren reeds te ver verspreid, en de blanken hadden de inboorlingen gewaarschuwd om zich uit de voeten te maken. Zij handelden hiernaar en niemand werd vermoord. Te Embekelweni voelt men zich ook niet zeker. Er is een voorgevoel, dat, wanneer er niets tusschen komt, aldaar binnen eenige maandeu even eens een bloedbad zal worden aangericht. Na deze gebeurtenissen en bjj het vooruitzicht van een spoedige herhaling, kan er natuurljjk weinig sprake meer rijn van behartiging der wenschen naar de onaf ban keljjk- heid der Swazie-natie, daar deze onafhankeljjkheid gebaseerd zou zjjn op moord en doodslag. Amerika. "Washington, 6 April. De Senaat heeft een wetsontwerp aangenomen, waarbjj er eene keuring wordt ingesteld over alle voor uitvoer bestemde soorten van vleesch en spek. Daarbjj wordt tevens de president der republiek gemachtigd den invoer van vee te ver bieden, als voorbehoedmiddel tegen epidemieën. Engeland. Londen, 5 April. Onder voorzitterschap van generaal Boulanger en in tegenwoordigheid ook van Rochefort en Déroulède, hebben de boulangisten in het hotel >de la Pomme d'or" te St. Heiier, gisteren twee bjjeenkom8ten gehouden, waarin de candidaturen voor den Parijschen gemeenteraad en die voor de Algemeene Raden zjjn besproken. Ondanks langdurige en heftige diacussiën is men 't over de voorgestelde namen niet eens kunnen wor den. Boulanger heeft ernstige scènes tusschen de ver schillende leiders niet kunnen voorkomen en hel gevolg is, dat maar weinig candidaturen eenparig zullen worden gesteld, zoodat den kiezers zeiven in tal van districten van Parjjs de keus moet worden overgelaten tusschen verschillende boulangistische candidaten voor eenzelfden zetel. Officieel is bericht ontvangen, dat de overgang van Emin pacha in Duitschen dienst in Stanley's plannen geen verandering zal brengen, zoodat het vertrek van den Afrika-reiziger naar Brindisi, Nizza, Parijs en Brussel bepaald bljjft op a.s. Maandag. Het verzoek om gratie voor de gebroeders Da- vies, te Crewe, die wegens vadermoord werden ter dood veroordeeld, is reeds van een 3000-tal handteeke- ningen voorzien. Bjj een gesprek, dat een dagbladreporter met den voorzitter der jury, Farrel, had, deelde deze mede, dat men het niet spoedig over het vonnis eens was kun nen worden. Een der juryleden was sterk tegen de doodstraf, doch kon zijn medeleden niet van gedachte doen veranderen. Een ander lid beval de jongelingen in de clementie der jury aan, met het oog op de bij komende omstandigheden. Daarna werd voorgesteld, dat de jury hen, met het oog op hun jeugdigen leef tijd, dringend in de genade der rechters zou aanbevelen de jury vereenigde zich met dit voorstel, het woordje »dringend" liet men echter wegvallen. Ten slotte besloot de jury het verzoek om gratie voor de beide vadermoorders te teekenen. Het verzoek om gratie voor de jonge vader moordenaars van Crewe, de gebroeders Davies, is slechts door de Engelsche Regeering ingewilligd voor zoover het den 17-jarigen George betreft. Zjjn doodvonnis wordt veranderd in levenslangen dwangarbeid. Maar zjju 19- jarige broeder Richard zal de doodstraf ondergaan. De jongelieden doodden, zooals men weet, hun vader omdat deze hunne moeder mishandelde. JDuitschland. Eenige werklieden te Schelz vermaakten zich dezer dagen met het vertoonen van eene ^terechtstelling". Niets ontbrak aan het feest, noch de beul, noch de rechter, noch de priester, noch de veroordeelde. De laatste ontving de gebruikelijke troostmiddelen, dronlc een groot glas brandewjjn en legde zjjn hoofd op het noodlottige blok. De beul hief de bjjl op onge lukkig gleed deze uit en de veroordeelde ontving een ernstige verwonding aan den hals, zoodat hjj na Naar het Fransch van Fa an 901s C oppée. XI. De jaloerscbe moeder in er wanhopig over. Menig maal, als ze zoo met Armand in gesprek was, heeft ze beproefd opnieuw op dit pijnlijk onderwerp terug te komen, er op te zinspelen tenminste. Maar tel kens heeft Armand dan een eerbiedig zwijgen bewaard en slechts blozend de oogen neergeslagen. Echter heeft September de boomgaarden met rjjpe vruchten gevuld. De druiven langs het latwerk hebben hun purperen kleur bekomen. October nadert met zjjn ochtendnevels. Hij gaat voorbij, verstrjjkt. Reeds komen er gele bladeren aan de boomen. Dan komen op een goeden morgen de dichte, kille herfstregens. Mevr. Bernard kan haar zoon nu geen enkele reden meer opgeven om haar verblijf buiten langer te rekken. De colleges aan de Hoogeschool gaan weer beginnen. Ze moeten naar Parijs, naar hun woning op de quais Malaquai. terug. En van af den eersten dag na hun thuiskomst vangt weer de zwijgende strjjd aan. Ze staan van de tafel op; Mevr. Bernard zet zich aan haar borduurwerk. Ga je uit? Ja, mama. Nog steeds is haar zoon de minnaar van die Henriëtte! O! hoe haat ze haar! XI. Maar heden mag er wel van liefde sprake zijn. Ar mand is ziek, ernstig ziekArmand is in doodsgevaar Die ziekte heeft hjj zes weken na zijn terugkomst te Parjjs gekregen. Mevr. Bernard herinnert zich zeer wel dat hij sedert eenige dagen onrustig, opgewon den was. Hjj is over hoofdpijn gaan klagen, bracht telkens zjjn hand aan zjjn hoofd, alsof het hem te zwaar werd. Wat scheelt je toch? vroeg zjjn moeder hem beangst. Je ziet veel te roodDat mag ik niet Dat is niet natuurlijk. Maar hjj antwoordde onbezorgd: Och kom, dat gaat weer wel over"schudde zijn schoone lokken, als om de pjjn te verdrjjven en ging, ondanks de herhaalde opmerkingen van zjjn moeder, voort eiken avond uit te gaan naar die Henriëtte, 0die meid 1 en dat langs de natte, besljjkfce straten, door het vochtige December-weer. Eindeljjk, den anderen morgen vroeg, was hij nog niet na middernacht thuisgekomen, het onge lukkige kind? heeft hij Louis, den bediende, ge scheld en hem gezegd, terwijl hij nauweljjks kon spreken Ik heb een slechten nacht gehad Ik ben volstrekt niet goed Ga mjjn moeder halen Ik ben zoo dorstig, ik heb de koorts O, wat doet mjjn hoofd zeer! Mevr. Bernard was niet zoodra gewaarschuwd of ze heeft een peignoir aangetrokken en is naar haar zoon gesneld. Zijn gezicht zag zeer rood, zijn voor hoofd gloeide en hjj rilde en klappertandde onder de dekens. De typheuze koorts! Ja, het was de typheuze koortsTegenwoordig is ze te Parjjs epidemisch. Mevr. Bernard beeft er over in de kranten gelezen, ze herinnert het zich nu. En die verschrikkelijke ziekte tast vooral jongelieden aan en is inzonderheid te duchten voor zwakke gestellen. Als ze het was Heere in den HemelAls ze het eens was Mevr. Bernard rukt aan de schellen. Het huis is onderst boven. Léontine, roept ze haar kamenierster toe, die onder het dichtrijgen van haar keursljjf komt aan- loopen. Léontine, gauw, spring in een vigelante Ga dokter Forly halen. Laat hem dadelijk hier komen, dadeljjk! En machteloos, niet wetende wat te doen, blijft ze op haar zoon staren, die kreunende van pijn het hoofd in de kussens verbergt. Eindeljjk, na een kwartier, komt Léontine terug, gevolgd door den huisdokter, dien ze het geluk heeft gehad, juist te snappen op het oogenblik, dat hij in zijn rijtuig stapte om naar zijn hospitaal te gaan. Het is een oud vakman, met plechtstatige, min of meer ouderwetsehe manieren, maar beroemd om de zekerheid zijner diagnose en zjjn geneeskundigen blik. Hjj gaat aan het voeteind van het bed zitten, trekt langzaam zjjn handschoenen uit, voelt de pols van den zieke, onderzoekt en ondervraagt hem, staat vervolgens op en zegt op barteljjken toon: Ik heb er wel erger gehad. Dat zullen we wel spoedig klaarspelen. Maar zijn opgeruimdheid klinkt valsch en Mevr. Bernard heeft opgemerkt, dat hjj, zoodra hjj het hoofd omdraaide, het voorhoofd fronste. Met een angstig kloppend hart trekt ze hem zacht in de aangrenzende kamer. O! verschrikkelijkHet is wat ze geducht had! Het is de thypheuze koortsDe oude en voorzichtige geneesheer is verplicht het Mevr. Bernard in 't be lang van den zieke te bekennen, opdat men zoo behoedzaam mogeljjk zij. En de ziekte, voegt hjj er bij, openbaart zich met. buitengewone hevigheid. Dan schrjjft hjj zijn recepten en belooft binnen eenige uren terug te komen. En gedurende tien dagen, tien verschrikkelijk bange dagen, neemt de koorts toe en gaat de zieke al meer en meer achteruit.En de thermometer, die zjjn moeder hem ieder uur onder den arm houdt, och, het arme kind 1 de minste beweging vermoeit hem! de on verbiddel jjke thermometer wijst altijd verschrikkeljjk hooge tem peraturen aan. Negen en dertig! Veertig! Een en veertig 1 en, daarboven, is het dood! Maar die dokters zijn dus allen stommeriken Ze kunnen dus nietsZelfs die dokter Forly, in wien Mevr. Bernard al haar vertrouwen steldeAls bjj zich toch eens vergistteAls hjj eens niet voorzichtig genoeg was, of niet flink genoeg 1 Waarom schrjjft hij geen ijsbaden voor, waarvan men tegenwoordig zoo veel spreekt en die, naar men hoort, bepaald wonders hebben gedaan? Mevr. Bernard wil andere dokters raadplegen, de hulp inroepen van de beroemdheden, de groote genezers van Parijs. Er komen er drie tegelijk, gewikkeld in zware pelsjassen en gezeten in fijne coupés. De beangste moeder tracht in hun oogen het geniale vuur te zien schitterenze tracht vertrouwen te putten uit de groote rosette in hun knoopsgat, uit hunne weidsche titels van professor en lid van de academie, uit hunne door geheel Frankrjjk bekende namen. Maar zoodra ze bjj den zieke komen bespiedt ze op hun gelaat dien trek, die bjjua onmerkbare uitdrukking, die ze zoo vaak bjj dokter Forly heeft waargenomen en die haar telkens zoo beangst maakt. De dokters gaan zwjjgend in de salon om met elkaar te consul teeren en achter de deur staande, luistert ze naar het verwarde gemompel hunner stemmen. Heilige moederindien ze haar aanstonds konden verzeke ren, dat Armand niet in zoo'n groot gevaar verkeert, dat ze voor zijn leven instaan 1 Ohwelk een vreugde zou dat zjjn! Ze zou er van sterven 1 Maar neen, als ze na het consult weer binnen komen, krijgt ze uit hen niets dan onbeduidende, on bepaalde antwoorden: »Men moet afwachten Er kan een gunstige reactie komen en som- tjjds enkele koude woorden van hoop. Ondertusschen wordt haar zoon hoe langer hoe erger, ze ziet het wel. Hjj git onophoudeljjk. Mevr. Bernard wjjkt niet van zijn legerstede, dag noch nacht. De nachten vooral zijn verschrikkeljjk. Soms, als de zieke be daard is, heerschte er in de door het bleeke schjjnsel van het nachtpitje nauwelijks verlichte ziekenkamer, een sombere, diepe stilte. Alleen doet de pendule op den schoorsteen haar gejaagden hartklop hooren. Tik-tak, tik-tak, tik-tak, tik-tak. En onwillekeurig luistert, Mevr. Bernard er naar. Wat gaat de tijd snelWat loopen ze, de bjjgende secondenWat haasten ze zichEn naar welk onbekend doel Tik-tak, tik-tak, tik-tak. Welk is toch het noodlottig 'uur, dat ze met zooveel spoed willen bereiken? Tik tak, tik-iak, tik-tak. Wie toch wacht hen aan het eind van dien dollen loop? Als het de dood eens was? {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1