ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Dinsdag 11 laart 1890. Directeur-Uitgever J. WAALE. BERICHT. Ministers des Konings. NIEUWSTIJDINGEN Feuilleton. Henriëtte, Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. eens per week, 10,per jaar, 46ste JAARGANG. No. 5820. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. De inzending van Advertentiën in dit blad kan geschieden op den dag der uitgave, MaandagWoensdag en Vrijdag, uiterlijk tot des middags 18 nnr. Later komende, moeten deze blijven liggen tot het volgend No. BW" H.H. Correspondenten gelieven ook van dat uur nota te nemen. De Arnh. Ct. heeft dezer dagen de aandacht gevestigd op het feit, dat bij de vermelding der benoeming van de nieuwe Ministers, dezen werden aangeduid als Ministers des Konings. De Arnh. Ct. had gelijk, toen ze dit afkeurde, maar aanvankelijk kwam het ons voor, dat zij het wel wat hoog opnam, en dat men er geen staatszaak van behoeft te maken, als iemand lust heeft in het vrij onschuldig vermaak van een deftigen naam of titel te voeren. Later is is ons gebleken, dat toch inderdaad het voeren van dien naam niet zoo onschuldig is als men op het eerste gezicht wel zou meenendaar aan dien naam begrippen worden vastgeknoopt, die met onze grondwettige instellingen in strijd.zijn, en waartegen hel te meer zaak is om op te komen, nu in het kabinet getreden is een man, die zich door zijn heerschzucht maar al te licht zal laten verlokken, om zijn wil als wet te beschouwen en die dus maar al te gretig gebruik zal maken van het middel, om aan dien wil kracht bij te zetten, door er den schijn aan te geven, dat zijn wil 's Konings wil is. Wij vonden aanleiding tot deze opmerking in de omstandigheiddat een der kleinere anti revolutionaire blaadjes heftig uitroer tegen een liberaal blad, dat de benoeming van den heer de Savornin Lokman tot Minister van Binnenlandsche Zaken in bezadigde taal, doch streng afkeurde. Zie nu eens, zoo ongeveer deed het zich hooren, dat blad, dat zich steeds den schijn geeft van te blaken van liefde voor den Koning en zijn Huis, durft een Minister des Konings, een man, die de Koning tot zijn Minister benoemd heeft, te veroordeelen. Ook andere bladen van die richting toonden zich vrij geraakt, dat men de Savornin Lohman als een gewoon mensch durfde beoordeelen en bespreken; De r.-katholieke bladen waren orer 't algemeen vrij mat in hun bewondering van den nieuwen Minister van «de" rechterzijde. Dat droombeeld van >da" rechterzijde is trouwens, na 't geen wij in een vorig nommer daarvan zeiden, door de voortgezette wisseling van steeds duidelijker beleefdheden tusschen de anti-revolutionaire en de r.-katholieke bladen, nog nevelachtiger geworden dan het toen reeds was. Ja, het bleef niet meer bij bespiegelingen. De oneenigheid, die komen moest en aan het komen is, openbaarde zich reeds feitelijk bij de benoeming van een commies-griffier der Tweede Kamer, tot welke betrekking de heer Patijn gekozen werd, omdat een deel der anti revolutionairen verkoos niet op den r.-katholieken heer Vos de Waal te stemmen, toen deze en niet de anti-revolulionaire de Savornin Lohman in de herstemming gekomen wasl Ministers des Konings hadden wij vóór de Grond wet van 1848. Men heeft ze nog in Pruisen. Zulke Ministers zijn de eerste ambtenaren des Konings. Zij zijn den Koning, niet aan de Vertegenwoordiging verantwoording schuldig. Zij zijn de uitvoerders ran den wil des Konings. 't Is geheel het van de verhouding in Groot-Britanniö, waar men parlementaire Ministers- heeft, en waar de Ministers de uitvoerders zijn van den wil van het parlement, en waar hunne benoeming afhangt van het parlement. Ons stelsel staat tusschen de twee in. Onze Ministers zijn geen parlementaire Ministers in den eigenlijken zin des woords, want de Koning benoemt hen »naar welgevallen". Dat geldt van de personen, maar het geldt ook van de beginselen. De Koning kan een Ministerie handhaven dat het vertrouwen der vertegenwoordiging niet geniet, en de Grond wet geeft in het recht van Kamerontbinding aan den Koning het middel in handen, om in zoo'n geval de kiezers uitspraak te laten doen. Men moet niet meenen, dat in dit stelsel de Ministers hier te lande lager staan dan in Pruisen of in Engeland. Integendeel. Onder onze Grondwet nemen de Ministers eene zelfstandige stelling in, zoowel tegenover den Koning als tegenover de volksvertegenwoordiging. Zij zijn niet de uitvoerders der bevelen des Konings. De Ministers zijn verant woordelijk, en omdat zij verantwoordelijk zijn, doen zij geen voorstellen, verrichten zij geen daden dan de zoodanige, waarvoor zij zeiven de verantwoorde lijkheid kunnen en willen dragen. Dit geldt zoowel een er zij ds tegenover den Koning, als anderzijds tegen over de volksvertegenwoordigingeen Minister behoeft, behoort niets te doen, noch ter wille van den Koning, noch ter wille van de vertegenwoordigers, dan wat hij zelf goed acht, wat hij zelf verantwoorden kan. Zijne zelfstandigheid is een uitvloeisel van zijne verantwoordelijkheid; wie niet zelfstandig is, kan niet verantwoordelijk zijn. Minister des Konings moge dus wellicht iets deftiger klinken dan enkel Minister, inderdaad is de Minister naar onze Grondwet meer dan de Minister des Konings zijn kan. Maar men moet van die meerderheid de gevolgen dragen. Dient voor een Minister des Konings de Koning als een schild, waarachter hij zijne zwakheid en zijne fouten verbergen kan, onze Ministers strekken den Koning tot een schild. Omdat wij verant woordelijke en dus zelfstandige Ministers hebben, dóArom kan by ons >de Koning onschendbaar" zijn, en is hij dat. Hij is dat ook, al keurt men nog zoo streng de personen af, die hij tot Minister benoemt. Ook daarvoor is niet de Koning, maar is een Minister verantwoordelijk, de Minister die het besluit der benoeming mede onderteekent, en de meest Oranje gezinde Nederlander kan met de grootste vrij moedigheid zijn oordeel uitspreken over eiken Minister. Hoe scherp zijn oordeel zijn moge, het treft den Koning niet, het treft uitsluitend hen, die de Ministers hebben voorgedragen en hen die de benoeming aannamen. Dat weten de anti-revolutionairen ook wel. Want, hoe zouden zij het anders hebben durven wagen, om den Koning te willen dwingen mr. Keuchenius als Minister te behouden! Het is toch duidelijk, dat, als men den Koning te na komt door de benoeming van een Minister af te keuren, men hem ook te na komt, als men het ontslag van een Minister afkeurt. En evengoed als de Standaard met al haar volgelingen het recht hebben om vóór Keuchenius partij te trekken, hebben wij, en die met ons ééns geesies zijn, het recht te verklaren: dat wij de benoeming van den heer de Savornin Lohman een ramp voor het vaderland achten. Wij gelooven niet daarmede den Koning iéts te kort te doen. Integendeelindien men naast vele andere staatkundige ketterijen, ook die zich veroor looft, dat men 's Konings naam mengt in eene zaak, waarin niet de onschendbare Koning, maar wel de ver antwoordelijke Ministers rekenschap schuldig zijn, dan moet men den Koning de eer geven, dat hij ook nu weder blijk gegeven heeft een constitu tioneel vorst bij uitnemendheid te zijn, want als er van 's Konings persoonlijke gevoelens in deze sprake mocht zijn, dan gelooven wij het er voor te mogen houden, dat het hem zelfverloo chening gekost heeft zijn naam te plaatsen onder een besluit, waarbij tot Minister benoemd werd een man, die zoo groot is in geloofshaat en kei'kelijke geestdrijverij als de Oranje's in het algemeen en Willem III in 't bij zonder groot zijn in godsdienstige verdraagzaamheid en eerbied voor ieders overtuiging. Transvaal. In Johannesburg heerscht thans hevig de typhus. In het ziekenhuis zijn van 70 zieken 30 Europeanen en 7 inlanders door de typhus aangetast. Bijna de helft der Europeesche politiemacht is ziek. Engeland. Donderdag werd door 20000 dokwerkers een optocht door de straten van Liverpool gehouden. De eigenaars van schepen laten zooveel mogelijk werklieden uit andere steden overkomen, maar het aantal werkstakers is zoo groot, dat een menigte schepen en stoombooten moeten stil liggen. Ook de kolendragers weigerden te werken, indien werklieden, die geen lid der Union zijn, werden aangenomen. Dfe werklieden, die uit andere plaatsen overgekomen zjjn, werken bin nen de dokken, zoodat zjj niet door de werkstakers kunnen worden tegengewerkt. De politie houdt streng toezicht op de dokken. Italië. De Vrijmetselaars te Rome besloten voor hun rekening bjj het standbeeld van Bruno een zpstuk als gedenk- teeken voor Mazzini te laten plaatsen. Dadelijk werd voor fr. 20,000 geteekend. Rusland. Het onderzoek over de monsterachtige misdaden te Warschau, heeft reeds de vreeseljjkste bijzonderheden aan 't licht gebracht. Het getal slachtoffers bedraagt verscheidene honderden en het is bewezen, dat de misdadige vrouwen in ver scheidene Poolsche en Russische steden hare agenten hadden, welke de ouders, die zich van hunne kinderen wenschten te ontdoen, aanzetten ze in het «welbekend Skoblinski-gesticht" te Warschau te plaatsen. St. Petersburg, 7 Maart. Op onverklaarbare wjjze vond de Czaar op zgn schrijftafel onder de offi- ciëele stukken een dreigbrief, door een vrouwenhand geschreven en onderteekend met den naam Tchebrikowa, waarin hem hetzelfde lot voorspeld wordt als zjjn over grootvader, grootvader en vader, bjjaldien hij het volk geen Grondwet en Parlement geeft en do reactionaire politiek niet staakt. De Czaar is heftig ontsteld en heeft den Minister van Politie van het schryven on middellijk kennis gegeven, die buitengewone voorzorgs maatregelen heeft voorgeschreven. Oostenrijk. Uit Weenen wordt gemeld dat Keizer Frans Jozef Dom Pedro heeft uitgenoodigd den zomer te komen doorbrengen op het Keizerlijk kasteel van Hitzendorf, bjj Weenen, 'tgeen de ei-Keizer van Brazilië heeft aangenomen. Er is aan het kasteel Hitzendorf eene droeve her innering verbonden. De jongste dochter vaD Aartshertog Albrecht, Aartshertogin Mathilde, verbrandde er levend in 1869. Zjj stond aan een venster van het kasteel te praten met een harer neven, en hem niet willende laten zien dat zjj rookte, hield zjj haar hand, waarin zjj eene cigarette vasthield, onder de vensterbank. De lichte mouseline van haar kleed vatte echter vuur en eeriemand de kamer kon binnenloopen, stond zjj geheel in brand. De ongelukkige Prinses was alstoen 20 jaar oud en op het punt verloofd te worden met Koning Humbert, Kroonprins van Italië. Te Stockerau aan den Donau is verleden week een oude vrouw, die in vuile armoede met een paar honden en katten leefde, vermoord in haar huisje gevonden. De politie maakte in het krot een inventaris op en vond aan goud, zilver en effectenpl.m. een half millioen florijn. De oude jongejuffrouw, Theresa Schiller, heeft, naar 't schjjnt, veel kennissen gehad in de groote (dieven)werold. Toch bestond haar maal Bteeds uit de kliekjes door arme kinderen aan de huizen op gehaald, waarvoor zjj dageljjks eenige kreuzers uitgaf. Frankrijk. In een hospitaal te Parijs is een Pool gestorven, die men voor doodarm hield; de man liet 500,000 frs. na voor het stichten van een courant in verschillende talen te Parjjs, 100,000 frs. om te Parijs een gedenk- teeken op te richten, ten bewjjze van de dankbaarheid der Polen aan Frankrjjk, en een groote som om Linds Poolsche dictionnaire voort te zetten; verder kleine legaten tot een bedrag van 170,000 frs. De fabrikant Chanteloup, te Montreal, die dezer dagen overleed, heeft zjjn geheele vermogen 12 13 millioen gulden vermaakt aan de bedienden en werklieden van zijn fabriek. Een jongmensch te Chapelle-Thonrault heeft op den dag, dat bij zich in het huwelijk zou begeven, een einde aan zijn leven gemaakt. Alvorens deze verschrikkelijke daad te volvoeren, schreef hjj brieven aan zjjne bruid en vrienden, waarin hjj hen op zijn begrafenis uitnoodigde. De Eiffeltoren in diamanten, die eerst te Parjjs en daarna te Londen tentoongesteld is geweest, is, toen hjj aan het noorderstation te Parijs aankwam, in beslag genomen op last van de heeren Haas en Block, die als BchuldeiBchera van de eigenaars van den toren, de ge failleerde firma Martin Posno Co., beweren er recht op te hebben. Yoorloopig is nu de toren bij de «Crédit Lyonnais" in bewaring gegeven, totdat de quaeatie zal zijn op gelost. De Aartsbisschop van Parijs heeft aan de pastoors in zjj o kerspel het besluit van het Yatikaan meegedeeld, waarbjj aan de Katholieken verboden wordt hun lijken te laten verbranden, of lid te zjjn van ljjkverbrandings- vereenigingen. Ook zal de kerkelijke begrafenis worden geweigerd aan hen, die wenschen dat hun Ijjken worden verbrand. België. De ingenieur van de buskruitfabriek van Corvilain te Antwerpen, Delaunay genaamd, die tot eene gevan genisstraf van 2 jaar was veroordeeld, heeft van den Koning gratie ontvangen en is reeds uit de gevangenis ontslagen. Nederland. 's Gravenliage, 8 Maart. Yoor het geval het door de heeren Yan Delden c. s. voorgestelde nieuwe artikel 28 van de wet tot regeling van het pensioen der weduwen en weezen van burgerljjke ambtenaren wordt aangenomen, stellen de heeren Smeenge en Yan Delden voor, daarop te laten volgen een nieuw artikel 29, luidende: Art. 29. Yoor de toepassing van de bepalingen van de twee voorafgaande artikelen worden de hoofden van Departementen van algemeen bestuur als zoodanig niet als burgerljjke ambtenaren aangemerkt, en hunne weduwen en weezen hebben Blechts in zoover aanspraak op pensioen, als eerstgenoemden vóór hunne optreding als hoofd van een Departement of na hunne aftreding als zoodanig, als burgerljjke ambtenaren in betrekking zjjn geweest. 's Gravenhage, 10 Maart. Te Leiden, waar hij vertoefde, overleed Zondagnacht Mr. S. H. Lett van Oostvoorne, raadsheer in het gerechtshof alhier. Middelburg, 8 Maart. Terwjjl Maandag jl. het stoomschip «Yalk" hier in lossing lag werd een der knechts door een zwaar stuk hout verwond. Hjj werd ter verpleging in het gasthuis opgenomen en is daar Donderdag namiddag overleden. De man, A. O. ge- heeten, afkomstig van Poortvliet, was slechts 26 jaar oud, ongehuwd en oppassend van gedrag. Naar het Fransch van Francois Cop pee VII. Reeds den dag na zijn ontmoeting, ging Ai-mand naar Theodoor Verdier en vond hem bezig met in een woordenboek naar een vierde rijmwoord op yliefdete zoeken voor een gloeiend gedicht, dat dienen moest voor een brunette met den naam van >Flo", een verkorting van Florestinedie op dit oogenblik de roem was van een klein bierhuis in de rue Monsieur-le-Prince. Met een vroolijken schaterlach boorde Theodoor de halve bekentenis aan, die zijn makker hem blozende deed. Bravo«jongejuffrouwriep hij uit. Wel mijn compliment 1 Je treft het uitmuntend. Mijn voorlaatste liefje was juist een beetje jaloersch op dat bruintje en als ons schuilhoekje van vroeger een afgelegen wijk, nette woning nog beschik baar is, heb je precies wat je zoekt. Kom, laten we samen gaan zien. Het was een tamelijk groote kamer," zindeljjk en voldoende gemeubileerd. Ze had twee ramen, die uitzagen op een der breede lanen, die om de Inva lides loopen. Ze was bet laatst door een hoofd-officier bewoond, zooals de portierster zeide; voor welke bewering de prent pleitte, die aan de muur hing en M. Thiers voorstelde. Op aanraden van zijn vriend liet Armand die plaat wegnemen en gaf hij bevel het ameublement met twee lampen, een tapijt en wat planten aan te vullen om de kamer meer ge zellig te maken. Na de eerste maand vooruit betaald en zijn vriend hartelijk bedankt te hebben, keerde bij naar huis terug, erg gelukkig dat hij zulk een lief hoekje had ontdekt. Thuis gekomen, overhandigde de concierge hem het eerste briefje van Henriëtte. Het behelsde goed nieuws 1 Ze had de betrekking by Paméla, de groote modiste, gekregen en reeds den volgenden dag, Dinsdag, zou ze er heengaan. Wat ze echter niet vertelde, was, dat ze ook blij was, dat ze nu niet meer bij Mevr. Bernard behoefde terug te komen, want ze had zeker niet meer onder de oogen van Armand's mama durven verschijnen. Als Ar mand 's avonds om half negen, wanneer ze van het atelier kwam, vrij was, zou ze hem onder de bogen van de rue de Kivoli, voor het Hotel Continental op wachten. De brief eindigde met een paar lieve en vleiende woordjes, die Ax-mand met een van vreugde kloppend hart las, zonder zicb te storen, geloof hec vrij, aan de willekeurige spelling en het kinder achtige handje. Armand ging 's avonds zelden uit. Omdat zijn moeder zich niet zou verwonderen over die plotselinge verandering in zijn gewoonten, loog hij, helaasvoor de eerste maal in zijn leven en verzon als voorwendsel een samenkomst met eenige studen ten; en den volgenden dag was'hij op den juisten tijd op de plaats van het rendez-vous. Henriëtte had den geheelen dag op het atelier in de rue Castiglione gewerkt. Maar zoodra ze gegeten had ze was in den kost had ze haar servet op gevouwen, haar hoed opgezet, allen goeden avond gewenscht en als een zwaluw vloog ze naar de rue de Kivoli. Armand wachtte haar reeds een kwartier. Van verre herkende ze zijn slanke gestalte. En dade lijk gingen ze arm in arm, de handen in elkaar en zoo dicht mogelijk aaneengesloten, als op de wieken van den droom, op weg naar hun nestje. Twee weken lang kwamen ze bijna iederen avond zoo bij elkaar en brachten verrukkelijke uren door. Hoe beminden ze elkaar 1 O, zeker, met de vreugde en in de dwaasheid hunner jonge harten, maar toch ook zoo teder 1 Voor Armand was Henriëtte niet alleen de Vrouw, bet Droombeeld van den jongeling, dat hij eindelijk had gegrepen en veroverd, ze was voor hem reeds de teergeliefde, de eenig beminde, zij, die, wanneer men ver van haar verwijderd de oogen sluit, voor zich ziet, zjj, aan wie men ieder oogenblik denkt, met wie men in de gedachte leeft. Naast zijne driften, ontwikkelde zich in hem een gevoel van dankbaarheid en edelmoedig medelijden jegens dit onnoozel en belangloos kind, dat zonder berekening en ook zonder verdediging van af baar eersten glimlach, zooals men een roos geeft, hem haar eenigen schat, de bloem harer twintig jaren, had geschonken. En hij zwoer bij zichzelf, de op rechte en eerlijke jongeling, dat hij haar zijn geheele leven zou liefhebben. Wat Henriëtte betreft, zij gaf zicb aan zijn liefde over met die benijdenswaardige gemakkelijkheid van hem, die slechts voor bet tegenwoordige leeft, met die onbezorgdheid, die het voorrecht is der een- voudigen en onwetenden. Ze wist het, van af den dag, waarop ze van Armand zou scheiden, zou er voor haar geen geluk meer op aarde bestaan. En onder- tusschen genoot ze met volle teugen van dit tijdelijk geluk. Het kwam haar menigmaal voor, alsof hij te schoon was. Hjj was voor haar als een voorwerp van hooge waarde, dat men haar in de hand had gegeven, maar waarvan ze het gebruik niet kende. Het arme meisje, ze stond ontsteld als een bedelaar, wanneer men hem als aalmoes een ster gaf. Terwijl ze aangebeden werd als een vrouw slechts kan gedaan worden, bewaarde ze de vreesachtige onderworpenheid van een slavin. Er gingen ver scheidene dagen voorbij, voor ze er toe besluiten kon haar minnaar met «jij" en «jou" aan te spreken. Hij plaagde er haar dikwijls over en schepte vrengde in de onhandige pogingen, die Henriëtte deed om meer vertrouwelijk te worden. Als ze in haar opge wondenheid bem een of anderen lieven naam, als «lieverd" of zelfs «schat", die niet erg fijn waren, maar die Armand erg lief vond, bad toegevoegd, gevoelde ze zicb er plotseling beschaamd over en verborg baar gelaat aan de borst van den jongeling, om haar blos te verbergen. Zoo bang was ze dat ze zicb jegens hem niet gedroeg zooals. 't behoorde. Hoewel ze wist dat ze bem aan zicb gekluisterd had, gevoelde ze toch, dat ze zijns gelijke niet was. Vaak nam ze zachtjes zijn hand in de hare, zijn fijn en zenuwachtig aristocratisch handje, be schouwde haar een langen tijd, met een gevoel als raakte ze iets zeer zeldzaams, buitengewoons aan £n bracht baar eindelijk aan haar lippen om er een kiesch, eerbiedig kusje op te drukken. Als dan de knaap van gisteren, van wien zij een man had gemaakt, zag hoe onderworpen, hoe bedeesd, hoe ongewapend tegenover bet leren ze was, bedacht hij met vertedering en trots, dat dit zwakke schepseltje aan hem behoorde, van hem afhankelijk was en dat het vandaar zijn plicht was haar te verdedigen en te beschermen. Hoe beminden ze elkaarWat waren ze gelukkig De natuur werkte mede om hun idylle nog betoverender te maken. Tegen elf ure verlieten onze twee geliefden hun schuilplaats en bracht Armand Henriëtte langs de breede en eenzame boulevards der voorstad naar haar eenvoudige woning terug. De lucht was zoel, de lange rijen hoornen in vollen tooi wasemden verkwikkende geuren uit. Het koepeldak der Invalides verhief zich met zijn flauw schitterende gouden schubben trotsch in de lucht. Buiten het gewoel der groote stad, dat van uit de verte als bet gegons van bijen tot hen kwam, welk een plechtige stilteGearmd, met een gevoel van zalige vermoeidheid, liepen de verliefden met langzamen tred te midden der een zaamheid, die hen omringde, voort. Ze waren zoo vol van hun geluk, dat ze zicb verbeeldden dat de gansche natuur er deel in nam, en als ze eenige oogenblikken stil stonden, was bet hun alsof al wat hen omringde, de groote lanen, de hooge gebouwen, het dichte gebladerte en de Zodiak met zijn tallooze ontloken bloemen van licht, tegelijk met hen een eindelooze zucht van vreugde en weelde slaakte. IX. Uit dien schoonen droom werd Armand eens klaps wakker geschud. Zijn moeder wist alles, zijn bewonderingswaar- dige moeder, die hij met geheel zijn hart liefhad, maar wier jaloezie en heerschzucht hij kende. Hij had een voorgevoel, dat het verschrikkelijk zou zijn, dat hy zou lyden en doen lijden. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1