ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Dinsdag 11 laart 1890.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
BERICHT.
Ministers des Konings.
NIEUWSTIJDINGEN
Feuilleton.
Henriëtte,
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz.
eens per week, 10,per jaar,
46ste JAARGANG. No. 5820.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
De inzending van Advertentiën in dit
blad kan geschieden op den dag der
uitgave, MaandagWoensdag en Vrijdag,
uiterlijk tot des middags 18 nnr.
Later komende, moeten deze blijven
liggen tot het volgend No.
BW" H.H. Correspondenten gelieven
ook van dat uur nota te nemen.
De Arnh. Ct. heeft dezer dagen de aandacht
gevestigd op het feit, dat bij de vermelding der
benoeming van de nieuwe Ministers, dezen werden
aangeduid als Ministers des Konings. De Arnh. Ct.
had gelijk, toen ze dit afkeurde, maar aanvankelijk
kwam het ons voor, dat zij het wel wat hoog opnam,
en dat men er geen staatszaak van behoeft te maken,
als iemand lust heeft in het vrij onschuldig vermaak
van een deftigen naam of titel te voeren. Later is
is ons gebleken, dat toch inderdaad het voeren van
dien naam niet zoo onschuldig is als men op het
eerste gezicht wel zou meenendaar aan dien naam
begrippen worden vastgeknoopt, die met onze
grondwettige instellingen in strijd.zijn, en waartegen
hel te meer zaak is om op te komen, nu in het
kabinet getreden is een man, die zich door zijn
heerschzucht maar al te licht zal laten verlokken,
om zijn wil als wet te beschouwen en die dus
maar al te gretig gebruik zal maken van het middel,
om aan dien wil kracht bij te zetten, door er den
schijn aan te geven, dat zijn wil 's Konings wil is.
Wij vonden aanleiding tot deze opmerking in
de omstandigheiddat een der kleinere anti
revolutionaire blaadjes heftig uitroer tegen een
liberaal blad, dat de benoeming van den heer de
Savornin Lokman tot Minister van Binnenlandsche
Zaken in bezadigde taal, doch streng afkeurde. Zie
nu eens, zoo ongeveer deed het zich hooren, dat
blad, dat zich steeds den schijn geeft van te blaken
van liefde voor den Koning en zijn Huis, durft een
Minister des Konings, een man, die de Koning tot
zijn Minister benoemd heeft, te veroordeelen. Ook
andere bladen van die richting toonden zich vrij
geraakt, dat men de Savornin Lohman als een
gewoon mensch durfde beoordeelen en bespreken;
De r.-katholieke bladen waren orer 't algemeen
vrij mat in hun bewondering van den nieuwen
Minister van «de" rechterzijde.
Dat droombeeld van >da" rechterzijde is trouwens,
na 't geen wij in een vorig nommer daarvan zeiden,
door de voortgezette wisseling van steeds duidelijker
beleefdheden tusschen de anti-revolutionaire en de
r.-katholieke bladen, nog nevelachtiger geworden
dan het toen reeds was. Ja, het bleef niet meer bij
bespiegelingen. De oneenigheid, die komen moest
en aan het komen is, openbaarde zich reeds feitelijk
bij de benoeming van een commies-griffier der
Tweede Kamer, tot welke betrekking de heer
Patijn gekozen werd, omdat een deel der anti
revolutionairen verkoos niet op den r.-katholieken
heer Vos de Waal te stemmen, toen deze en niet
de anti-revolulionaire de Savornin Lohman in de
herstemming gekomen wasl
Ministers des Konings hadden wij vóór de Grond
wet van 1848. Men heeft ze nog in Pruisen. Zulke
Ministers zijn de eerste ambtenaren des Konings.
Zij zijn den Koning, niet aan de Vertegenwoordiging
verantwoording schuldig. Zij zijn de uitvoerders
ran den wil des Konings. 't Is geheel het
van de verhouding in Groot-Britanniö, waar
men parlementaire Ministers- heeft, en waar de
Ministers de uitvoerders zijn van den wil van het
parlement, en waar hunne benoeming afhangt van
het parlement.
Ons stelsel staat tusschen de twee in. Onze
Ministers zijn geen parlementaire Ministers in den
eigenlijken zin des woords, want de Koning benoemt
hen »naar welgevallen". Dat geldt van de personen,
maar het geldt ook van de beginselen. De Koning
kan een Ministerie handhaven dat het vertrouwen
der vertegenwoordiging niet geniet, en de Grond
wet geeft in het recht van Kamerontbinding aan
den Koning het middel in handen, om in zoo'n
geval de kiezers uitspraak te laten doen.
Men moet niet meenen, dat in dit stelsel de
Ministers hier te lande lager staan dan in Pruisen
of in Engeland. Integendeel. Onder onze Grondwet
nemen de Ministers eene zelfstandige stelling in,
zoowel tegenover den Koning als tegenover de
volksvertegenwoordiging. Zij zijn niet de uitvoerders
der bevelen des Konings. De Ministers zijn verant
woordelijk, en omdat zij verantwoordelijk zijn, doen
zij geen voorstellen, verrichten zij geen daden dan
de zoodanige, waarvoor zij zeiven de verantwoorde
lijkheid kunnen en willen dragen. Dit geldt zoowel
een er zij ds tegenover den Koning, als anderzijds tegen
over de volksvertegenwoordigingeen Minister
behoeft, behoort niets te doen, noch ter wille van
den Koning, noch ter wille van de vertegenwoordigers,
dan wat hij zelf goed acht, wat hij zelf verantwoorden
kan. Zijne zelfstandigheid is een uitvloeisel van
zijne verantwoordelijkheid; wie niet zelfstandig is,
kan niet verantwoordelijk zijn.
Minister des Konings moge dus wellicht iets
deftiger klinken dan enkel Minister, inderdaad is
de Minister naar onze Grondwet meer dan de
Minister des Konings zijn kan. Maar men moet
van die meerderheid de gevolgen dragen.
Dient voor een Minister des Konings de Koning
als een schild, waarachter hij zijne zwakheid en
zijne fouten verbergen kan, onze Ministers strekken
den Koning tot een schild. Omdat wij verant
woordelijke en dus zelfstandige Ministers hebben,
dóArom kan by ons >de Koning onschendbaar" zijn,
en is hij dat.
Hij is dat ook, al keurt men nog zoo streng de
personen af, die hij tot Minister benoemt. Ook
daarvoor is niet de Koning, maar is een Minister
verantwoordelijk, de Minister die het besluit der
benoeming mede onderteekent, en de meest Oranje
gezinde Nederlander kan met de grootste vrij
moedigheid zijn oordeel uitspreken over eiken
Minister. Hoe scherp zijn oordeel zijn moge, het
treft den Koning niet, het treft uitsluitend hen,
die de Ministers hebben voorgedragen en hen die
de benoeming aannamen.
Dat weten de anti-revolutionairen ook wel. Want,
hoe zouden zij het anders hebben durven wagen, om
den Koning te willen dwingen mr. Keuchenius als
Minister te behouden! Het is toch duidelijk, dat,
als men den Koning te na komt door de benoeming
van een Minister af te keuren, men hem ook te na
komt, als men het ontslag van een Minister afkeurt.
En evengoed als de Standaard met al haar
volgelingen het recht hebben om vóór Keuchenius
partij te trekken, hebben wij, en die met ons ééns
geesies zijn, het recht te verklaren: dat wij de
benoeming van den heer de Savornin Lohman een
ramp voor het vaderland achten.
Wij gelooven niet daarmede den Koning iéts te
kort te doen. Integendeelindien men naast vele
andere staatkundige ketterijen, ook die zich veroor
looft, dat men 's Konings naam mengt in eene zaak,
waarin niet de onschendbare Koning, maar wel de ver
antwoordelijke Ministers rekenschap schuldig zijn,
dan moet men den Koning de eer geven, dat hij
ook nu weder blijk gegeven heeft een constitu
tioneel vorst bij uitnemendheid te zijn, want
als er van 's Konings persoonlijke gevoelens in
deze sprake mocht zijn, dan gelooven wij het er
voor te mogen houden, dat het hem zelfverloo
chening gekost heeft zijn naam te plaatsen onder
een besluit, waarbij tot Minister benoemd werd
een man, die zoo groot is in geloofshaat en
kei'kelijke geestdrijverij als de Oranje's in het
algemeen en Willem III in 't bij zonder groot zijn
in godsdienstige verdraagzaamheid en eerbied voor
ieders overtuiging.
Transvaal.
In Johannesburg heerscht thans hevig de typhus.
In het ziekenhuis zijn van 70 zieken 30 Europeanen
en 7 inlanders door de typhus aangetast. Bijna de helft
der Europeesche politiemacht is ziek.
Engeland.
Donderdag werd door 20000 dokwerkers een optocht
door de straten van Liverpool gehouden.
De eigenaars van schepen laten zooveel mogelijk
werklieden uit andere steden overkomen, maar het
aantal werkstakers is zoo groot, dat een menigte schepen
en stoombooten moeten stil liggen. Ook de kolendragers
weigerden te werken, indien werklieden, die geen lid
der Union zijn, werden aangenomen. Dfe werklieden,
die uit andere plaatsen overgekomen zjjn, werken bin
nen de dokken, zoodat zjj niet door de werkstakers
kunnen worden tegengewerkt. De politie houdt streng
toezicht op de dokken.
Italië.
De Vrijmetselaars te Rome besloten voor hun rekening
bjj het standbeeld van Bruno een zpstuk als gedenk-
teeken voor Mazzini te laten plaatsen. Dadelijk werd
voor fr. 20,000 geteekend.
Rusland.
Het onderzoek over de monsterachtige misdaden te
Warschau, heeft reeds de vreeseljjkste bijzonderheden
aan 't licht gebracht.
Het getal slachtoffers bedraagt verscheidene honderden
en het is bewezen, dat de misdadige vrouwen in ver
scheidene Poolsche en Russische steden hare agenten
hadden, welke de ouders, die zich van hunne kinderen
wenschten te ontdoen, aanzetten ze in het «welbekend
Skoblinski-gesticht" te Warschau te plaatsen.
St. Petersburg, 7 Maart. Op onverklaarbare
wjjze vond de Czaar op zgn schrijftafel onder de offi-
ciëele stukken een dreigbrief, door een vrouwenhand
geschreven en onderteekend met den naam Tchebrikowa,
waarin hem hetzelfde lot voorspeld wordt als zjjn over
grootvader, grootvader en vader, bjjaldien hij het volk
geen Grondwet en Parlement geeft en do reactionaire
politiek niet staakt. De Czaar is heftig ontsteld en
heeft den Minister van Politie van het schryven on
middellijk kennis gegeven, die buitengewone voorzorgs
maatregelen heeft voorgeschreven.
Oostenrijk.
Uit Weenen wordt gemeld dat Keizer Frans Jozef
Dom Pedro heeft uitgenoodigd den zomer te komen
doorbrengen op het Keizerlijk kasteel van Hitzendorf,
bjj Weenen, 'tgeen de ei-Keizer van Brazilië heeft
aangenomen.
Er is aan het kasteel Hitzendorf eene droeve her
innering verbonden. De jongste dochter vaD Aartshertog
Albrecht, Aartshertogin Mathilde, verbrandde er levend
in 1869. Zjj stond aan een venster van het kasteel te
praten met een harer neven, en hem niet willende
laten zien dat zjj rookte, hield zjj haar hand, waarin
zjj eene cigarette vasthield, onder de vensterbank.
De lichte mouseline van haar kleed vatte echter vuur
en eeriemand de kamer kon binnenloopen, stond zjj
geheel in brand.
De ongelukkige Prinses was alstoen 20 jaar oud en
op het punt verloofd te worden met Koning Humbert,
Kroonprins van Italië.
Te Stockerau aan den Donau is verleden week een
oude vrouw, die in vuile armoede met een paar honden
en katten leefde, vermoord in haar huisje gevonden.
De politie maakte in het krot een inventaris op en
vond aan goud, zilver en effectenpl.m. een
half millioen florijn. De oude jongejuffrouw, Theresa
Schiller, heeft, naar 't schjjnt, veel kennissen gehad in
de groote (dieven)werold. Toch bestond haar maal Bteeds
uit de kliekjes door arme kinderen aan de huizen op
gehaald, waarvoor zjj dageljjks eenige kreuzers uitgaf.
Frankrijk.
In een hospitaal te Parijs is een Pool gestorven, die
men voor doodarm hield; de man liet 500,000 frs. na
voor het stichten van een courant in verschillende
talen te Parjjs, 100,000 frs. om te Parijs een gedenk-
teeken op te richten, ten bewjjze van de dankbaarheid
der Polen aan Frankrjjk, en een groote som om Linds
Poolsche dictionnaire voort te zetten; verder kleine
legaten tot een bedrag van 170,000 frs.
De fabrikant Chanteloup, te Montreal, die dezer
dagen overleed, heeft zjjn geheele vermogen 12 13
millioen gulden vermaakt aan de bedienden en
werklieden van zijn fabriek.
Een jongmensch te Chapelle-Thonrault heeft op
den dag, dat bij zich in het huwelijk zou begeven, een
einde aan zijn leven gemaakt.
Alvorens deze verschrikkelijke daad te volvoeren,
schreef hjj brieven aan zjjne bruid en vrienden, waarin
hjj hen op zijn begrafenis uitnoodigde.
De Eiffeltoren in diamanten, die eerst te Parjjs
en daarna te Londen tentoongesteld is geweest, is, toen
hjj aan het noorderstation te Parijs aankwam, in beslag
genomen op last van de heeren Haas en Block, die als
BchuldeiBchera van de eigenaars van den toren, de ge
failleerde firma Martin Posno Co., beweren er recht
op te hebben.
Yoorloopig is nu de toren bij de «Crédit Lyonnais"
in bewaring gegeven, totdat de quaeatie zal zijn op
gelost.
De Aartsbisschop van Parijs heeft aan de pastoors
in zjj o kerspel het besluit van het Yatikaan meegedeeld,
waarbjj aan de Katholieken verboden wordt hun lijken
te laten verbranden, of lid te zjjn van ljjkverbrandings-
vereenigingen. Ook zal de kerkelijke begrafenis worden
geweigerd aan hen, die wenschen dat hun Ijjken worden
verbrand.
België.
De ingenieur van de buskruitfabriek van Corvilain
te Antwerpen, Delaunay genaamd, die tot eene gevan
genisstraf van 2 jaar was veroordeeld, heeft van den
Koning gratie ontvangen en is reeds uit de gevangenis
ontslagen.
Nederland.
's Gravenliage, 8 Maart. Yoor het geval het
door de heeren Yan Delden c. s. voorgestelde nieuwe
artikel 28 van de wet tot regeling van het pensioen
der weduwen en weezen van burgerljjke ambtenaren
wordt aangenomen, stellen de heeren Smeenge en Yan
Delden voor, daarop te laten volgen een nieuw artikel
29, luidende:
Art. 29. Yoor de toepassing van de bepalingen van
de twee voorafgaande artikelen worden de hoofden van
Departementen van algemeen bestuur als zoodanig niet
als burgerljjke ambtenaren aangemerkt, en hunne
weduwen en weezen hebben Blechts in zoover aanspraak
op pensioen, als eerstgenoemden vóór hunne optreding
als hoofd van een Departement of na hunne aftreding
als zoodanig, als burgerljjke ambtenaren in betrekking
zjjn geweest.
's Gravenhage, 10 Maart. Te Leiden, waar hij
vertoefde, overleed Zondagnacht Mr. S. H. Lett van
Oostvoorne, raadsheer in het gerechtshof alhier.
Middelburg, 8 Maart. Terwjjl Maandag jl. het
stoomschip «Yalk" hier in lossing lag werd een der
knechts door een zwaar stuk hout verwond. Hjj werd
ter verpleging in het gasthuis opgenomen en is daar
Donderdag namiddag overleden. De man, A. O. ge-
heeten, afkomstig van Poortvliet, was slechts 26 jaar
oud, ongehuwd en oppassend van gedrag.
Naar het Fransch van Francois Cop pee
VII.
Reeds den dag na zijn ontmoeting, ging Ai-mand
naar Theodoor Verdier en vond hem bezig met in
een woordenboek naar een vierde rijmwoord op
yliefdete zoeken voor een gloeiend gedicht, dat
dienen moest voor een brunette met den naam van
>Flo", een verkorting van Florestinedie op
dit oogenblik de roem was van een klein bierhuis in
de rue Monsieur-le-Prince. Met een vroolijken
schaterlach boorde Theodoor de halve bekentenis
aan, die zijn makker hem blozende deed.
Bravo«jongejuffrouwriep hij uit. Wel
mijn compliment 1 Je treft het uitmuntend. Mijn
voorlaatste liefje was juist een beetje jaloersch op
dat bruintje en als ons schuilhoekje van vroeger
een afgelegen wijk, nette woning nog beschik
baar is, heb je precies wat je zoekt. Kom, laten we
samen gaan zien.
Het was een tamelijk groote kamer," zindeljjk en
voldoende gemeubileerd. Ze had twee ramen, die
uitzagen op een der breede lanen, die om de Inva
lides loopen. Ze was bet laatst door een hoofd-officier
bewoond, zooals de portierster zeide; voor welke
bewering de prent pleitte, die aan de muur hing en
M. Thiers voorstelde. Op aanraden van zijn vriend
liet Armand die plaat wegnemen en gaf hij bevel
het ameublement met twee lampen, een tapijt en
wat planten aan te vullen om de kamer meer ge
zellig te maken. Na de eerste maand vooruit betaald
en zijn vriend hartelijk bedankt te hebben, keerde
bij naar huis terug, erg gelukkig dat hij zulk een
lief hoekje had ontdekt.
Thuis gekomen, overhandigde de concierge hem
het eerste briefje van Henriëtte. Het behelsde goed
nieuws 1 Ze had de betrekking by Paméla, de groote
modiste, gekregen en reeds den volgenden dag,
Dinsdag, zou ze er heengaan. Wat ze echter niet
vertelde, was, dat ze ook blij was, dat ze nu niet
meer bij Mevr. Bernard behoefde terug te komen,
want ze had zeker niet meer onder de oogen van
Armand's mama durven verschijnen. Als Ar
mand 's avonds om half negen, wanneer ze van het
atelier kwam, vrij was, zou ze hem onder de bogen
van de rue de Kivoli, voor het Hotel Continental op
wachten. De brief eindigde met een paar lieve en
vleiende woordjes, die Ax-mand met een van vreugde
kloppend hart las, zonder zicb te storen, geloof hec
vrij, aan de willekeurige spelling en het kinder
achtige handje.
Armand ging 's avonds zelden uit. Omdat zijn
moeder zich niet zou verwonderen over die
plotselinge verandering in zijn gewoonten, loog hij,
helaasvoor de eerste maal in zijn leven en verzon
als voorwendsel een samenkomst met eenige studen
ten; en den volgenden dag was'hij op den juisten
tijd op de plaats van het rendez-vous.
Henriëtte had den geheelen dag op het atelier in
de rue Castiglione gewerkt. Maar zoodra ze gegeten
had ze was in den kost had ze haar servet op
gevouwen, haar hoed opgezet, allen goeden avond
gewenscht en als een zwaluw vloog ze naar de rue
de Kivoli. Armand wachtte haar reeds een kwartier.
Van verre herkende ze zijn slanke gestalte. En dade
lijk gingen ze arm in arm, de handen in elkaar en
zoo dicht mogelijk aaneengesloten, als op de wieken
van den droom, op weg naar hun nestje.
Twee weken lang kwamen ze bijna iederen
avond zoo bij elkaar en brachten verrukkelijke
uren door.
Hoe beminden ze elkaar 1 O, zeker, met de vreugde
en in de dwaasheid hunner jonge harten, maar toch
ook zoo teder 1 Voor Armand was Henriëtte niet
alleen de Vrouw, bet Droombeeld van den jongeling,
dat hij eindelijk had gegrepen en veroverd, ze was
voor hem reeds de teergeliefde, de eenig beminde,
zij, die, wanneer men ver van haar verwijderd de
oogen sluit, voor zich ziet, zjj, aan wie men ieder
oogenblik denkt, met wie men in de gedachte leeft.
Naast zijne driften, ontwikkelde zich in hem een
gevoel van dankbaarheid en edelmoedig medelijden
jegens dit onnoozel en belangloos kind, dat zonder
berekening en ook zonder verdediging van af baar
eersten glimlach, zooals men een roos geeft, hem
haar eenigen schat, de bloem harer twintig jaren,
had geschonken. En hij zwoer bij zichzelf, de op
rechte en eerlijke jongeling, dat hij haar zijn geheele
leven zou liefhebben.
Wat Henriëtte betreft, zij gaf zicb aan zijn liefde
over met die benijdenswaardige gemakkelijkheid
van hem, die slechts voor bet tegenwoordige leeft,
met die onbezorgdheid, die het voorrecht is der een-
voudigen en onwetenden. Ze wist het, van af den dag,
waarop ze van Armand zou scheiden, zou er voor
haar geen geluk meer op aarde bestaan. En onder-
tusschen genoot ze met volle teugen van dit tijdelijk
geluk. Het kwam haar menigmaal voor, alsof hij te
schoon was. Hjj was voor haar als een voorwerp
van hooge waarde, dat men haar in de hand had
gegeven, maar waarvan ze het gebruik niet kende.
Het arme meisje, ze stond ontsteld als een bedelaar,
wanneer men hem als aalmoes een ster gaf.
Terwijl ze aangebeden werd als een vrouw slechts
kan gedaan worden, bewaarde ze de vreesachtige
onderworpenheid van een slavin. Er gingen ver
scheidene dagen voorbij, voor ze er toe besluiten
kon haar minnaar met «jij" en «jou" aan te spreken.
Hij plaagde er haar dikwijls over en schepte vrengde
in de onhandige pogingen, die Henriëtte deed om
meer vertrouwelijk te worden. Als ze in haar opge
wondenheid bem een of anderen lieven naam, als
«lieverd" of zelfs «schat", die niet erg fijn waren,
maar die Armand erg lief vond, bad toegevoegd,
gevoelde ze zicb er plotseling beschaamd over en
verborg baar gelaat aan de borst van den jongeling,
om haar blos te verbergen. Zoo bang was ze dat
ze zicb jegens hem niet gedroeg zooals. 't behoorde.
Hoewel ze wist dat ze bem aan zicb gekluisterd had,
gevoelde ze toch, dat ze zijns gelijke niet was.
Vaak nam ze zachtjes zijn hand in de hare, zijn
fijn en zenuwachtig aristocratisch handje, be
schouwde haar een langen tijd, met een gevoel als
raakte ze iets zeer zeldzaams, buitengewoons aan £n
bracht baar eindelijk aan haar lippen om er een
kiesch, eerbiedig kusje op te drukken.
Als dan de knaap van gisteren, van wien zij
een man had gemaakt, zag hoe onderworpen,
hoe bedeesd, hoe ongewapend tegenover bet leren
ze was, bedacht hij met vertedering en trots,
dat dit zwakke schepseltje aan hem behoorde, van
hem afhankelijk was en dat het vandaar zijn plicht
was haar te verdedigen en te beschermen.
Hoe beminden ze elkaarWat waren ze gelukkig
De natuur werkte mede om hun idylle nog
betoverender te maken. Tegen elf ure verlieten
onze twee geliefden hun schuilplaats en bracht
Armand Henriëtte langs de breede en eenzame
boulevards der voorstad naar haar eenvoudige
woning terug. De lucht was zoel, de lange rijen
hoornen in vollen tooi wasemden verkwikkende
geuren uit. Het koepeldak der Invalides verhief
zich met zijn flauw schitterende gouden schubben
trotsch in de lucht. Buiten het gewoel der groote
stad, dat van uit de verte als bet gegons van bijen
tot hen kwam, welk een plechtige stilteGearmd,
met een gevoel van zalige vermoeidheid, liepen de
verliefden met langzamen tred te midden der een
zaamheid, die hen omringde, voort. Ze waren zoo
vol van hun geluk, dat ze zicb verbeeldden dat
de gansche natuur er deel in nam, en als ze
eenige oogenblikken stil stonden, was bet hun
alsof al wat hen omringde, de groote lanen, de
hooge gebouwen, het dichte gebladerte en de
Zodiak met zijn tallooze ontloken bloemen van
licht, tegelijk met hen een eindelooze zucht van
vreugde en weelde slaakte.
IX.
Uit dien schoonen droom werd Armand eens
klaps wakker geschud.
Zijn moeder wist alles, zijn bewonderingswaar-
dige moeder, die hij met geheel zijn hart liefhad,
maar wier jaloezie en heerschzucht hij kende. Hij
had een voorgevoel, dat het verschrikkelijk zou
zijn, dat hy zou lyden en doen lijden.
Wordt vervolgd.