ZIERIkZEKSCHE NIEUWSBODE. Dinsdag 4 Maart 1890. Directeur-Uitgever J. WAALE. BERICHT. BEKENDMAKING. NATIONALE MILITIE. BEKENDMAKING. DE K O SM HM C. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5817. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. De inzending van Advertentiën in dit blad kan geschieden op den dag der uitgave, Maandag, Woensdag en Vrijdag, uiterlijk tot des middags 13 nnr. Later komende, moeten deze blijven liggen tot het volgend No. H.H. Correspondenten gelieven ook van dat uur nota te nemen. Eerst© zitting- -van den Militieraad. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Zibrikzee: brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente, behoorende tot de lichting van het jaar 1890, dat de militieraad op Maandag- deu IT? Maart 1890, des voormiddag8 te ÏO uur te Middelburg in »de Abdij" aldaar zitting zal houden, om uitspraak te doen omtrent de verschenen vrijwilligers voor de militie, en de lotelingen, die redenen van vrijstelling hebben ingediend, op grond van de bepalingen der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72); alsmede omtrent de lotelingeD, die, volgens de artt. 55 en 56 der wet niet tot den dienst der militie kunnea worden toegelaten, en omtrent alle overige lotelingen; voorts, dat bij art. 54 dier wet is bepaald, dat geene vrij stelling, aangevraagd wegens ziekeljjke gesteldheid of gebreken of wegens gemis aan lengte, wordt verleend, wanneer de betrokken loteling niet voor den militie raad is verschenen, zjjode dit evenwel niet toepasselijk op den loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten staat is voor den militieraad te verschijnen, daar deze, volgens art. 89 der wet, geneeskundig zal kunnen worden onderzocht op de plaats, waar hjj zich be vindt; en dat de lotelingen, die om bovengemelde redenen vrijstelling van den dienst der militie verlangen, en zij, die zich als vrijwilligers voor de militie hebben aangeboden, mitsdien worden aangemaand, om op den bepaalden tijd voor den militieraad te verschijnen en zich niet te verlaten op het ontvangen van een op roepingsbiljet, daar het niet ontvangen van dit biljet niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor dien raad. Zierikzee, den 3 Maart 1890. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. P. N. ERMERINS. De Secretaris, J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ. Aangifte voor de Zeemilitie. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge- meente Zierikzee, noodigen de lotelingen hunner gemeente, behoorende tot de lichting van dit jaar, uit, om, wanneer zij bij de zeemilitie verlangen te dienen, zich daartoe in persoon, vóór den 1 April eerst komende, op een werkdag, van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur, ter secretarie dezer gemeente aan te meldt-n. De bepalingen der wet, die betrekking hebben tot de zeemilitie, komen hoofdzakelijk op het volgende neder 1°. de zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de verdedigingsvaartuigen voor den binnenlandschen dienst en langs de kusten. Zij wordt niet naar de koloniën en bezittingen vaD het Rijk in andere werelddeelen gezonden, tenzjj, ingeval van zeer buitengewone omstandig heden, eene nadere wet daartoe machtiging verleene; 2°. voor de ingeljjfden bjj de militie ter zee duurt den dienst vier jaren; 3°. alleen aan hen, die vóór hunne inlijving lij de militie hun leroep van de buitenlandsche zeevaart maak'en en zich voor de zeemilitie hébben aangebodenwordt ook wanneer zij bij de zeemilitie niet hebben kunnen worden aangenomen, gedurende hunnen verloftijd, vergunning verleend, om het beroep van buitenlandsch zeevarende te big ven uitoefenen, welke vergunning in gewone tijden hun niet wordt geweigerd, en zonder welke zij niet tot eene ver bintenis voor de buitenlandsche zeevaart worden toegelaten 4°. de manschappen bg de zeemilitie kunnen, in ge wone tijden, vergunning bekomen tot het aaDgaan van een huwelijk, wanneer zij hun derde dienstjaar hebben volbracht; 5°. zij zijn, na het bekomen van een behoorlijk pas poort, in tijd van vredevan den dienst der schutte rijen vrijgesteld. Gedaan te Zierikzee, den 3 Maart 1890. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. P. N. ERMERINS. De Secretaris, J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ. III. De Koning heeft het recht van de Munt. Dat is eene uit den ouden tijd overgenomen uitdruk king; toen hadden verschillende sleden »het recht van munt", dat is, dat zij munten mochten slaan. Nu beteekent het niets anders, dan dat de Koning recht heeft, de munten te doen slaan, maar al wat op gehalte en waarde der muntstukken, het toe zicht en de zorg voor de munt enz. betrekking heeft, wordt bij de wet geregeld en terecht, want het muntwezen is eene zaak van het hoogste belang. De beeltenis des Konings wordt op de munten aangebracht. De Koning verleent adeldom. Dat is een persoonlijk recht des Konings, die zich daarbij laat voorlichten door een afzonderlijk lichaam, den Hoogen Raad van Adel. Noch de wetgevende macht, noch de Ministers hebben zicb daarin te mengen. Trouwens, aan den adeldom zijn in onzen tijd niet meer, zooals vroeger, allerlei voorrechten verbonden. Vreemde adeldom mag door geen Nederlander worden aangenomen. Die bepaling vindt haar oor sprong daarin, dat in andere landen de adeldom verplichtingen kan opleggen, die in strijd zijn met die van den Nederlander. Ridderorden worden bij de wet, doch op voorstel des Konings, ingesteld. Voorstellen daartoe kunnen derhalve niet van de Staten-Generaal uitgaan. Wij hebben twee ridderorden, die van den Nederland- schen Leeuw en de Militaire Willemsorde. De orde van den Nederlandschen Leeuw, ingesteld bij de wet van 29 Sept. 1815, wordt verleend aan Neder landers, die zich door vaderlandsliefde, ijver en trouw in het volbrengen van hunne burgerplichten of door bekwaamheid onderscheiden. Zij telt drie klassen: grootkruizen, commandeurs en ridders. Voorts heeft men nog broeders". Tot broeders van den Ned. Leeuw worden benoemd, zij die zicb door daden van algemeennut, door zelfopoffering of menschlievendheid onderscheiden, zooals dezer dagen schipper Niemann, die de bemanning der »Yoxford redde. Broeders ontvangen eene toelage van ƒ200 'sjaars, die bij hun dood voor de helft op hunne weduwen overgaat. De Mil. Willemsorde, ingesteld bij de wet van 30 April 1815 telt vier klassen: grootkruis en commandeur, en ridder van de 3e en de 4e klasse. Zij wordt verleend aan hen, die door uitstekende daden van moed, beleid en trouw, ter zee of te land den Koning hebben gediend. Ridders 4e klasse beneden den rang van officier ontvangen een riddersoldij. De toekenning dier ridderorde geschiedt naar regelen, die in sommige gevallen aan de be trokken personen recht geven hun aanspraak te doen gelden, dat wil zeggeneen officier uit Indië b.v. kan, wanneer hij onder bepaalde omstandig heden een dapper feit heeft verricht, gesteund door de noodige bewijzen, gewoon om de Willemsorde vragen. De ordeteekenen worden van 's Rijks wege ver strekt en moeten bij overlijden of bij verhooging worden teruggegeven. In sommige gevallen kan ook aan vreemdelingen die orde worden verleend. De beide genoemde orden worden alleen verleend op voordracht en onder verantwoordelijkheid der Ministers. De Koning heeft echter als Groothertog van Luxemburg ook nog de orde van de Eikeki'oon te begeven, alsmede, als Hertog van Nassau, de Gouden Leeuw van Nassau. Daartoe zijn geene regeerings-voordrachten noodig. Voorts kan de Koning bijzondere eereteekenen instellen, zooals die van Waterloo, het Metalen Kruis, die voor belangrijke krijgsbedrijven of veldtochten, voor menschlievende daden, het Officierskruis van lang- durigen dienst, enz. Vreemde orden, waaraan geen verplichtingen verbonden zijn, mogen worden aangenomen door den Koning, en met zijne toestemming door de Prinsen van Zijn Huis. Dus, wanneer er verplich tingen aan verbonden zijn, mag zelfs de Koning ze niet aannemen. Voor de Prinsen wordt de toe stemming stilzwijgend verleend. Andere Nederlanders of vreemdelingen in Nederlandschen staatsdienst hebben uitdrukkelijk verlof noodig voor het aan nemen, niet alleen van vreemde ordeteekenen maar ook van titels, rang of waardigheid. Tot de schoonste rechten des Konings behoort dat van gratie: dat is het recht om aan veroor deelden kwijtschelding of vermindering van straf te verleenen, hun door den rechter opgelegd. De rechter moet naar de wet vonnis wijzen, maar men kent het spreekwoord: het hoogste recht is soms de grootste onbillijkheid. Waar zich omstandigheden voordoen, die de wetgever niet voorzien heeft, moet er een middel zijn, om aan zulk een gebrek in de strafwet te gemoet te komen. Dat middel bestaat in het recht van gratie, maar daar van dit middel licht misbruik zou kunnen gemaakt worden tot schade van de majesteits des rechts, moet de Koning, alvorens dat recht uit te oefenen, advies inwinnen van den rechter, daartoe bij algemeenen maatregel van bestuur aangewezen. De grondwet van 1848 gaf zelve den rechter aan, die gehoord moest worden. Amnestie of abolitie worden niet dan bij de wet toegestaan. Die rechten gaan trouwens nog verder dan dat van gratie. Amnestie is de kwijtschelding van straf aan een of meer groepen van overtreders der wet, abolitie is de staking eener reeds begonnen strafvervolging. In den regel komen beiden slechts voor bij staatkundige misdrijven, en daar de ver volgingen deswege in ons land tot de zeldzaamheden behooren, behoeft er van toepassing dier bepalingen ook weinig of geen sprake te zijn. Een laatste recht des Konings, waarover wij nog spreken moeten daar alle anderen öf reeds vroeger behandeld zijn öf uit vroeger behandelde punten voortvloeien is het recht van dispensatie. Een hoofdbeginsel van onze staatsinstellingen is dat de wetten onschendbaar en allen voor de wet gelijk zjjn. Derhalve is iedereen aan de wet onder worpen en mag niemand er afwijken. Toch kunnen zich gevallen voordoen, dat de toepassing der wet tot schromelijke onbillijkheden of moeielijkheden aanleiding zou kunnen geven. Dan moet er tot afwijking gelegenheid zijn. Die afwijking wordt verkregen door het recht van dispensatie, dat is het recht des Konings om aan bijzondere personen verlof te geven tot zaken, die door de wet verboden zijn. Daar evenwel de wet krachteloos gemaakt zou kunnen worden, als daarvan naar willekeur afge weken kon worden, schrijft de grondwet voor, dat dispensatie slechts kan verleend worden met machti ging van de wet, terwijl die wet de bepalingen moet opnoemen, waarover de bevoegdheid tot dispen satie zich uitstrekt. Volgens de gemeentewet zijn sommige betrek kingen niet vereenigbaar met het burgemeesterschap, maar de Koning kan daarvan dispensatie verleenen voor het aangaan van een huwelijk wordt zekere leeftijd vereiscbt, maar de Koning kan vrijheid verleenen vroeger te trouwen. Iets anders is het met de algemeene maatregelen van bestuur. Daar moet de gelegenheid uit den aard der zaak ruimer zijn. De wet stelt algemeene voor ieder geldende regelen. Maatregelen van bestuur betreffen de onderdeelen, de bijzonderheden, die onder de algemeene regelen niet vallen. Daarom moet er des te meer gelegenheid zijn, om tot afwijking van de voor die onderdeelen gegeven voorschriften vrijheid te geven, en kan het vei'leenen der ver- gunning daartoe aan dezelfde macht ovex-gelaten wox-den, die de regelen stelt. Toch bepaalt ook te dezen aanzien de Groudwet, dat dispensatie van een Koninklijk besluit slechts verleend kan worden, voor zoover dat Koninklijk besluit de bevoegdheid daartoe aan den Koning heeft voorbehouden. Dus ook hier weder de gewenschte ruimte van beweging, gepaard aan den onmisbaren waarbox-g tegen willekeur. Om een voorbeeld te noemenin de arbeidswet zijn aan algemeene maatregelen van bestuur vele beschikkingen overgelaten, maar, bij het geven van die beschikkingen is tevens de gelegenheid geopend om in verschillende gevallen, die dit dan ook inder daad dringend noodig maken, ontheffing te verleenen. Ziehier de voornaamste bepalingen die de Grond wet omtrent de uitpefening der Koninkljjke macht en waardigheid bevat, en die het bewijs leveren, dat in onze Staatsiifetellingen de Koning bekleed is met al die bevoegdheden, die hem boven de partijen verheffen, zonder dat er sprake kan zijn van wille keurige machten itoeteixing. Aan het beeld, dat onze grondwet zich van den constitutioneelen Koning gevormd heeftheeft Willem III ten volle beantwoord. Van daden van willekeur heeft men onder zijne veeljarige regeering niet vernomen. Van vooringenomenheid met of afkeer van eenige partij is nooit blijk gegeven. Integendeel, zoo al nu eens deze, dan eens die richting zich als Oranjelievend bij uitnemendheid op den voorgrond trachtte te stellen, Willem III kende geen partijen, doch slechts Nederlanders, die hg allen met dezelfde trouw liefhad, evenals hij aller liefde op even hoogen prijs stelde. Rusland. Een vreeseljjke'ontdekking is te Warschau gedaan. Men heeft een vroedvrouw aangehouden, onder be schuldiging van verscheidene kindermoorden gepleegd te hebben; twee medeplichtige vrouwen en een jongeling zijn insgelijks in handen van het gerecht. Laatstgenoemde heeft verklaard, dat hg in de laatste drie maanden omtrent 50 kinderlijkjes had weggebracht. Die ontdekking heeft verscheidene huiszoekingen ten gevolge gehad, waarbij nog eenige aanhoudingen gedaan werden. Naar het schijnt bestond er te Warschau een echte kioderslachterij in het groot, die haar agenten bezat in verscheidene groote steden van Rusland, van waar men de kinderen naar Warschau zond. Zonder den brand in het huis van een der medeplichtige vrouwen had men"die misdaden misschien nooit ontdekt. JDuitschland. Berlijn, 28 Febr. De nota, welke de Duitsche regeering door haren diplomatieken vertegenwoordiger te '8-Gravenhage heeft doen overhandigen aan de Nederlandsche regeering, luidt als volgt „Op bevel van zjjne regeering heeft de onderge- teekende de eerenz., met verwijzing naar zijne vroegere mondelinge mededeeling, ter kennis van Uwe Exellentie enz. te brengen, dat Z. M de Keizer voor stelt eene bijeenkomst te doen plaats hebben van ver tegenwoordigers der regeeringen, die belangstellen in de verbetering van het lot van arbeiders in fabrieken en mijoeo, opdat deze vertegenwoordigers over de vraagstukken van internationale beteekenis kunnen beraadslagen, die in een bijlage vermeld zijn. Deze vraagstukken schijnen, omdat ze geen politieke be teekenis hebben, geschikt te zijn om in de eerste plaats onderworpen te worden aan het onderzoek van des kundigen. Om het aanvangen en den verderen loop der beraadslagingen te vergemakkelijken, heeft de Keizer lijke regeericg een programma laten ontwerpen, welks tekst bij deze nota is gevoegd. De ondergeteekende heeft de eer Uwe Exellentie enz. te verzoeken, hem te willen laten weten of de Nederlandsche regeering bereid is, deel te nemen aan de conferentie, die den 15en Maart te Berljjn bijeen zal komen. De onderge teekende veroorlooft zich hierbij te voegen, dat eene gelijkluidende uitnoodiging verzonden is aan de re geeringen van Hunne Majesteiten den keizer van Oostenrjjk-Hongarjje, den koning der Belgen, dnn koning van Denemarken, de Fransche Republiek, Hare Majesteit de koningin van Groot Britannië, den Zwitserschen Bond, Hunne majesteiten den koning van Italië, den koniDg der Nederlanden en den koning van Zweden en Noorwegen. Berl\jn, 1 Maart. Naar de Post meldt, sloot de Keizer gisteren de zitting der atdeelingen van den Staatsraad ongeveer met de volgende woorden Bestrijdt gij, mijne heeren, de onder het publiek verspreide meening, als waren wjj hier bjjeen gekomen, om zoo iets vau een geheim tot geneezing van alle sociale nooden en gebreken te ontdekken. Wjj hebben ons op redelijke wijze moeite gegeven om middelen te vinden teneinde menige zaak te verbeteren en de grenzen der mogelijkheid te bepalen, tot welke de maatregelen ter bescherming der arbeiders kunnen en mogen gaan. Ik hoop, dat er uit uwe beraadslagingen iets goeds zal te voorschijn komen. Nederland. 's Gravenliage, 27 Febr. Twee schaapherders uit Scherpenisse, die door de Rechtbank te Zierikzee, de eerste wegens diefstal van een geweer, de tweede wegens heliDg van het gestolen voorwerp achtereen volgens waren veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 6 en van 5 maanden, stonden heden voor het Hof te '8 Hage terecht in appel. De eerste beklaagde ontkende pertinent iets met de zaak uitstaande te hebben, hij beweerde zelfs »zéér onschuldig" te zijn. De tweede beklaagde legde gedeeltelijke beken tenis af. Mr. A. Slotemaker, die als verdediger alléén voor den tweeden bekl. optrad, wees er op dat slechts eene gebrekkige wijze van zich uit te drukken de reden was geweest waarom zijn cliënt in deze niet de ge- heele waarhoid had gezegd. Het was zijne bedoeling om berouwvol voor den Hove te erkennen wat hg had misdreven. Waren er echter aanwijzingen aan wezig die van elders de bekentenis staafden Pleiter betwijfelde dit de bekentenis stond gaaf alléén, en mocht dus niet als volledig bewijs worden aangemerkt. Indien het Hof echter het tegendeel aannam, dan wees pl. op de verleiding waaraan bekl. had blootge staan, en op de pressie, die op hem was uitgeoefend door den eersten beklaagde. Hij concludeerde derhalve tot vrijspraak en subsidiair' tot het opleggen van eene lichte straf. Het O. M. wees op verschillende daadzaken, waaruit bevestiging van de bekentenis kon worden geput en requireerde be vestiging van het vonnis. Een koopman en photograaf uit Rotterdam stond vervolgens terecht als appellant van een vonnis, even eens door de rechtbank te Zierikzee gewezen, waarbjj hij was veroordeeld tot eene gevangenisstraf van één jaar, wegens oplichting. Hjj zou namelijk te Brouwershaven in een boeren familie zich hebben voorgedaan als knecht van eene Duitsche juffrouw, die linnens en lakens a tout prix wilde zetten van de hand omdat zjj naar Amerika ging. Hjj kon dat goed zeer goedkoop van die juffrouw koopen en vroeg daarom van dien boer geld ter leen. De goederen werden bekeken en het geld werd ge geven 136. Een paar dagen later zou de koopman terugkomen om het goed te halen en het voor hen weer te verkoopen, waarna de gezamenljjke winst ge zamenlijk zou worden gedeeld. Mr. A. Slotemaker betoogde als toegevoegd verde diger, dat wederrechtelijke bevoordeeling hier niet zou hebben plaats gehad althans niet wa9 bewezen waar de waarde van het eene stuk linnen onbepaald was gebleven en de waarde van het laken niet veel minder kon zjjn dan de prijs die er voor was betaald. In de tweede plaats was het samenstel van leugens doorzichtig geworden, wjjl de getuigen hadden ver klaard niets te gelooven dat de juffrouw eeBe Duitsche was. Waar zelfs de getuigen de leugen hadden doorzien, was niet aan te nemen dat zij geld hadden ter leen verstrekt aan iemand die voor hen vreemdeling was wel dat zjj hadden gekocht, in de hoop vap winst te maken. Niet de leugens van den bekl., dierfejj toch niot g e h l geloofden, noopte hen daartoe, alléén de hoop op winst. Het O. M. betoogde dat juist die hoop op winst door bedriegelijke voorspiegelingen van bekl. was ont staan, en de bedrogenen had genoopt tot afgifte van hun geld, weshalve Z.E.G.A. requireerde bevestiging van het vonnis. 's Gravenhage, 1 Maart. De commissie van Rapporteurs der Tweede Kamer voor de wets-ontwerpen van den heer Borgesius c. s., tot verbetering van ons belastingstelsel, heeft haar eindverslag uitgebracht en verklaard, dat de openbare beraadslaging over deze voorstellen genoegzaam zjjn voorbereid. Er bestaat dus groote kans, dat deze ontwerpen eerstdaags in de Kamer aan de orde zullen gesteld worden. 's Hertog-enhosch, 27 Febr. Gedep. Staten van Noord-Brabant hebben tot provinciaal veearts in het district Breda benoemd den heer G. Quadekker, paardenarts te Breda. Middelburg, 2 Maart. Heden morgen tea omstreeks kwart over elf uren, is een uitslaande brand uitgebroken in het huis van den heer L., in de Noord straat, de brand is weer ontstaan door petroleum en wel door een petroleumconfoor. De bewoner, n.l. een weduwnaar met zijn eenige dochter, waren naar de kerk gegaan en hadden, opdat zjj bij thuiskomst dadelijk kokend water zouden hebben, een ketel op het confoor gezet en daarover een doek gelegd, welke doek zeker vlam gevat zal hebben en zoo dus de brand is ontstaan. Spoedig was de militaire spuit op de plaats des onheils aanwezig, en het is dan ook aan de militairen en niemand anders te danken, dat de brand zich niet verder uitstrekte, hetgeen door de sterke wind zeer gemakkeljjk had kunnen gebeuren; alsdan hadden de ongelukken niet te overzien ge weest, aangezien het postkantoor slechts eenige huizen van daar ia gelegen. Men kon in de Noordstraat, aan de zjjde vanwaar de wind kwam, door de rookmassa's, personen die naast elkaar stonden, onmogeljjk kennen, en het was daar dan ook om te stikken en niettegen staande dat, zetten de militairen op de brandladder, met onversaagden moed, het blusschingswerk voort. Spoedig waren mede stadsbrandspuiten, die dadeljjk met alle kracht begonnen te spuiten, autoriteiten, de garnizoenscommandant, de majoor der schutterij, burgemeester en wethouders, aanwezig en was bjj het brandende perceel de toegang door schutterij en politie afgezet. Het huis is verzekerd, doch de inboedel niet en de bewoner heeft dan ook belangrjjke schade geleden. Scherpenisse. De extra-lootjesdag voor deze gemeente behoort alzoo tot het verleden; treurige aanleiding die deze extra maakte! Doch hoe treurig ook dat die dag zulke leelijke gevolgen heeft gehad. Wat is er toch gebeurd? De meeste lotelingen met nog vele andere makkers, allen heel of half dronken, zijn met den middag naar de gemeente Poortvliet gegaan om nu we zullen zien. Daar gekomen hebben ze zich dra aan politie-overtredingen schuldig gemaakt. Vecht partijen zjjn vervolgens ontstaan en een groot deel der Poortvlietsche burgers hebben de belhamels de gemeente uitgejaagd, alzoo een waardiglijke ontvangst. Processen-verbaal zullen van zelf niet uitblgven. Hoe droevig toch, jongens die nog niets van zich lieten hooren tot nu toe, vergrijpen zich op zulk een dag aan de ruwste daden. Een landbouweraknecht, die op lootjesdag te paard van hier terugkeerde naar het naburige St. Maar- teDsdjjk, daar hg zjjn vrjj gelote broeder had wezen feliciteeren, had het ongeluk, dat zjjn paard schrikte en steigerde, waardoor een der steigbeugels brak en hjj zelf op den grond viel, terwjjl de voet in de andere beugel vast bleef zitten; met gebroken been is de ruiter per r jjtuig naar het ouderljjke huis teruggebracht. Zierikasee, 3 Maart. De tarieven in de concessie voorwaarden voor de waterleiding alhier vastgesteld, luiden als volgt: TARIEF A. De abonnementsprijs voor water bestemd voor gewoon huisseljjk gebruik wordt per jaar berekend als volgt: Bij abonnement naar het aantal kamers onverschillig het aantal bewoners en wel: voor 1 kamer f 7,—, voor 2 kamers 10, 3 kamers 12,4 14, 5 16,6 18,— en voorts 2,meer voor elke kamer boven de zes. De keuken wordt als eene kamer berekend; vertrekken welke 10 M2. of minder oppervlakte hebben, worden niet in rekening gebracht. Grenzen aan de gebouwen, open plaatsen, tuinen of grasvelden, welke men met het water uit de water leiding direct door middel van slangen, buizen, kranen of dergelijke wenscht te besproeien, dan wordt betaald voor eene grootte van 200 M2. en daaronder per 100 M2. 6,per jaar en voor meerdere grootte per 100 M2. 3,30 per jaar. Gedeelten van 100 M2. worden naar verhouding be rekend. Die voor het gebruik van water geabonneerd zijn, betalen bovendien jaarljjks 1°. Voor eene badinrichting7,50. een watercloset7, 3°. elk paard4,— 4°. tweewielig rjjtuig2,50. 5°. vierwielig rjjtuig4,—. 6°. paard boven de twee eerste 2, 7°. tweewielig rjjtuig boven de 2 eerste1,50. 8°. vierwielig rjjtuig boven de 2 eerste2, 9°. besproeiing van straten of gevels zoo dit direct plaats heeft door middel van slangen, buizen, kranen of dergelijke, per M2. opper vlakte der gebouwen zooals boven is om schreven 0,02, doch niet minder dan 6,— per jaar. 10°. x> een urinoir moet het water voor besproeiing volgens Meter ad ƒ0,20 per M3. worden betaald. Het abonnementsjaar eindigt 31 December. Wie zich tusschentjjds abonneert betaalt zooveel twaalfden als er maanden vau het jaar over zjjn. Gedeelten van maanden worden voor geheele gerekend. Wanneer het abonnement niet uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van den bepaalden termjjn schrif telijk wordt opgezegd, wordt het geacht onder dezelfde bepalingen voor een jaar te zjjn verlengd. De betalingen van den abonnementsprijs kan doof concessionarissen gevorderd worden bjj vooruitbetaling van het voor een maand verschuldigde. TARIEF B. Per watermeter voor een gebruik van gemiddeld per 25,— per jaar. 30,- 300 Liter 301— 400 401500 37,50 501600 45, 601— 700 52,50 701800 60, 801—1000 70,— Bjj een verbruik van minder dan 300 Liters gemiddeld per dag, wordt het water geleverd tot een prjjs van f 0,25 per M3., met dien verstande, dat een geabon neerde volgens tarief B in elk geval een minimum bedrag van f 1,20 per maand voor watergebruik moet betalen. Boven een verbruik van 1 M3. per dag wordt voor dit meerdere 0,15 per M3. berekend. Overschrijdt het verbruik 2 M3. per dag, dan wordt voor hetgeen daarboven wordt verbruikt f 0,12 per M3. berekend. De concessionarissen behouden zich het recht voor, daar waar tarief A door den geabonneerde is gekozen en wordt toegepast en gegronde redenen om waterverkwisting te vermoeden aanwezig zjjn, te vorderen dat voor het vervolg de levering en berekening van het verschuldigde volgens watermeter zal plaats hebben, overeenkomstig tarief B. Voor fonteinen in- of bjj gebouwen van waterleiding voorzien, wordt betaald volgens aanwjjzing van een door concessionarissen te plaatsen watermeter ad ƒ0,15 per M3. Aan schepen wordt het water geleverd ad 0,10 per 100 Liter aan de verkoopplaats op de haven. Voor tjjdeljjk gebruik van water bij het uitvoeren van werken als anderzins, kan eene bijzondere overeen komst getroffen worden. TARIEF C. Industrieëlen en zij die eenig bedrijf uitoefenen waar voor water benoodigd is, kunnen dit alleen verkrjjgen per watermeter. De prjjs van het te verbruiken water is: 1000 M3. per jaar 0,10 per M3. 10011500 0,09 1501—2000 0.08 2001-3000 0,07 3001—4000 0,06 Bjj een verbruik van meer dan 4000 M3. per jaar, wordt 0,05 per M3. betaald. Bg een verbruik van minder dan 1000 M3. per jaar wordt tarief B toe gepast. Overal waar uit een der tarieven B en C de plaat sing van een watermeter voortvloeit, zal daarvoor door de verbruikers jaarlijks aan concessionarissen betaald worden een huurprijs van 15 °/0 van den koopprjjs. Concessionarissen verbinden zich geen der tarieven te verhoogen, zonder schriftelijke toestemming van den Gemeenteraad. De laatste 5 alinea's van tarief A gelden evenzeer voor tarief B en tarief C. Door concessionarissen mogen overigens geen voor waarden aan de waterlevering verbonden worden welke niet vooraf de goedkeuring van Burgem. en Weth. verworven hebben. Bij verschil van gevoelen over de beteekenis der bepalingen van dit artikel (Tariet A, B en C) beslissen Burgemeester en Wethouders. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN bij 's Rjjks kust verlichting te Westen-Schouwen, gedurende Februari 1890. Negentien dagen meer of minder sterke vorst, slechts drie regendagen, met een val van 1,8 m.M., een bedrag zóó gering voor deze maand, als sedert jaren niet werd waargenomen, immers het laagste cjjfer gedurende de laatste tien jaren (tjjdens Februari 1887) gaf nog 9,8 m.M., terwjjl Februari 1878 64,2 m.M. verschafte. De Bannen ontvingen dan ook slechts 33480 M31 hemelwater en de waterstand daalde 0,342 M. Sneeuw en hagel viel slechts driemaal in zeer ge ringe hoeveelheid; nevel en mist kwam tienmaal storm eenmaal voor; een ring rond de maau en dauw werd eenmaal waargenomen. Donderdag vergaderde de djjkraad van den cala- miteuzen Vlietepolder (N. B.). De loopende begrooting van den dienst 1889/90, oorspronkelijk vastgesteld op f 48.115,8172. werd behoudens goedkeuring van Ged. Staten verhoogd tot 95.010,45. Deze verhooging is het gevolg van de oeverafschui- ving en dgkval van 11 Sept. jl. __Voor gewoon onderhoud werd gerekpnd noodig te zjjn 3409,86 en voor buitengewoon 182.789,30. De werken, die noodig geoordeeld worden, bestaan in het leggen van een inlaagdjjk ter lengte van 890 meter. Voorts het leggen van 9 zinkstukken tot een oppervlakte van 17400 vierkante meters met steenbe- storting. Deze zinkstukken moeten dienen om de be staande werken, waar dezelve door de oe veraf schuivin gen van '86 en '89 verzwakt zjjn te versterken. Tot directeur der gasfabriek te Utrecht is door den raad, op een traktement van zes duizend gulden, benoemd de heer D. v. d. Horst te Leiden. Zierikzee, 3 Maart. De op den 24 Febr. 11. gehoudene aanbesteding van het maken en inhangen van een nieuwe vloeddeur voor het Sas en het doen van andere daarmede in verband staande werken is gegund en toegewezen aan den heer Matthijs van der Linden te Zierikzee voor 5237. Aan mej. W. P. Bal, onderwijzeres te Oosterland, is door Burgem. en Weth. tegen 18 Maart a. s. eervol ontslag verleend. De influenza, die op Terschelling andermaal is verschenen, gaat op het westen van dit eiland nogal met doodelijken afloop gepaard. Voorzichtigheid blijft voorhand& zeer aanbevolen. KERKNIEUWS. Door den heer M. Kievit, voorzanger der Ned. Herv. gemeente te Scherpenisse, is uit die betrekking eervol ontslag aangevraagd. VKKKOOPINGEJN, enz. lerselce. Vrijdag werd bjj J. Harthoorn door not. Mulock Houwer publiek verkocht 5 koopen ieder van 100,000 zaaioesters le soort reep. voor 14 50- 16 16.10 16 en 16,03 en 200,000 2e soort waarvan 50,000 a 8,20de overige a/9 de 1000 in den put van den heer Hage. Tegelijk werd door dhr. Pelle publiek verkocht le. soort zaaioesters, zijnde 25000 aan J. v. d. Velde a 9,50, 25000 aan C. Nieuwenhuise a f 9,61, 25000 aan J. v. d. Velde a 9,51 en 25000 aan C. Poelman a 9,55 per 1000. 2 koopen 100.000 aan de oestermaatschappg de Schelde reap. 8,20 en a 8.10; 100.000 aan Jan v. d. Velde a 8,06, en 100.000 aan Jacob Hieftie h 8,10 de 1000. Alles in den put van dhr. Sauer. Totaal 4200,25 en 10 pet. voor onkosten.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1