ZIERIkZEKSCHE NIEUWSBODE.
Dinsdag 4 Maart 1890.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
BERICHT.
BEKENDMAKING.
NATIONALE MILITIE.
BEKENDMAKING.
DE K O SM HM C.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5817.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
De inzending van Advertentiën in dit
blad kan geschieden op den dag der
uitgave, Maandag, Woensdag en Vrijdag,
uiterlijk tot des middags 13 nnr.
Later komende, moeten deze blijven
liggen tot het volgend No.
H.H. Correspondenten gelieven
ook van dat uur nota te nemen.
Eerst© zitting- -van den Militieraad.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
Gemeente Zibrikzee:
brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente,
behoorende tot de lichting van het jaar 1890, dat de
militieraad op Maandag- deu IT? Maart
1890, des voormiddag8 te ÏO uur te Middelburg
in »de Abdij" aldaar zitting zal houden, om uitspraak
te doen omtrent de verschenen vrijwilligers voor de
militie, en de lotelingen, die redenen van vrijstelling
hebben ingediend, op grond van de bepalingen der
wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72); alsmede
omtrent de lotelingeD, die, volgens de artt. 55 en 56
der wet niet tot den dienst der militie kunnea worden
toegelaten, en omtrent alle overige lotelingen; voorts,
dat bij art. 54 dier wet is bepaald, dat geene vrij
stelling, aangevraagd wegens ziekeljjke gesteldheid of
gebreken of wegens gemis aan lengte, wordt verleend,
wanneer de betrokken loteling niet voor den militie
raad is verschenen, zjjode dit evenwel niet toepasselijk
op den loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten
staat is voor den militieraad te verschijnen, daar deze,
volgens art. 89 der wet, geneeskundig zal kunnen
worden onderzocht op de plaats, waar hjj zich be
vindt; en
dat de lotelingen, die om bovengemelde redenen
vrijstelling van den dienst der militie verlangen, en
zij, die zich als vrijwilligers voor de militie hebben
aangeboden, mitsdien worden aangemaand, om op den
bepaalden tijd voor den militieraad te verschijnen en
zich niet te verlaten op het ontvangen van een op
roepingsbiljet, daar het niet ontvangen van dit biljet
niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen
voor dien raad.
Zierikzee, den 3 Maart 1890.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
Aangifte voor de Zeemilitie.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge-
meente Zierikzee, noodigen de lotelingen hunner
gemeente, behoorende tot de lichting van dit jaar,
uit, om, wanneer zij bij de zeemilitie verlangen te
dienen, zich daartoe in persoon, vóór den 1 April eerst
komende, op een werkdag, van des voormiddags 10 tot
des namiddags 1 uur, ter secretarie dezer gemeente
aan te meldt-n.
De bepalingen der wet, die betrekking hebben tot
de zeemilitie, komen hoofdzakelijk op het volgende
neder
1°. de zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de
verdedigingsvaartuigen voor den binnenlandschen
dienst en langs de kusten.
Zij wordt niet naar de koloniën en bezittingen
vaD het Rijk in andere werelddeelen gezonden,
tenzjj, ingeval van zeer buitengewone omstandig
heden, eene nadere wet daartoe machtiging verleene;
2°. voor de ingeljjfden bjj de militie ter zee duurt
den dienst vier jaren;
3°. alleen aan hen, die vóór hunne inlijving lij de militie
hun leroep van de buitenlandsche zeevaart maak'en
en zich voor de zeemilitie hébben aangebodenwordt
ook wanneer zij bij de zeemilitie niet hebben
kunnen worden aangenomen, gedurende hunnen
verloftijd, vergunning verleend, om het beroep
van buitenlandsch zeevarende te big ven uitoefenen,
welke vergunning in gewone tijden hun niet wordt
geweigerd, en zonder welke zij niet tot eene ver
bintenis voor de buitenlandsche zeevaart worden
toegelaten
4°. de manschappen bg de zeemilitie kunnen, in ge
wone tijden, vergunning bekomen tot het aaDgaan
van een huwelijk, wanneer zij hun derde dienstjaar
hebben volbracht;
5°. zij zijn, na het bekomen van een behoorlijk pas
poort, in tijd van vredevan den dienst der schutte
rijen vrijgesteld.
Gedaan te Zierikzee, den 3 Maart 1890.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
III.
De Koning heeft het recht van de Munt. Dat
is eene uit den ouden tijd overgenomen uitdruk
king; toen hadden verschillende sleden »het recht
van munt", dat is, dat zij munten mochten slaan.
Nu beteekent het niets anders, dan dat de Koning
recht heeft, de munten te doen slaan, maar al wat
op gehalte en waarde der muntstukken, het toe
zicht en de zorg voor de munt enz. betrekking
heeft, wordt bij de wet geregeld en terecht, want
het muntwezen is eene zaak van het hoogste belang.
De beeltenis des Konings wordt op de munten
aangebracht.
De Koning verleent adeldom. Dat is een
persoonlijk recht des Konings, die zich daarbij
laat voorlichten door een afzonderlijk lichaam, den
Hoogen Raad van Adel. Noch de wetgevende macht,
noch de Ministers hebben zicb daarin te mengen.
Trouwens, aan den adeldom zijn in onzen tijd niet
meer, zooals vroeger, allerlei voorrechten verbonden.
Vreemde adeldom mag door geen Nederlander
worden aangenomen. Die bepaling vindt haar oor
sprong daarin, dat in andere landen de adeldom
verplichtingen kan opleggen, die in strijd zijn
met die van den Nederlander.
Ridderorden worden bij de wet, doch op voorstel
des Konings, ingesteld. Voorstellen daartoe kunnen
derhalve niet van de Staten-Generaal uitgaan. Wij
hebben twee ridderorden, die van den Nederland-
schen Leeuw en de Militaire Willemsorde. De orde
van den Nederlandschen Leeuw, ingesteld bij de
wet van 29 Sept. 1815, wordt verleend aan Neder
landers, die zich door vaderlandsliefde, ijver en
trouw in het volbrengen van hunne burgerplichten
of door bekwaamheid onderscheiden. Zij telt drie
klassen: grootkruizen, commandeurs en ridders.
Voorts heeft men nog broeders". Tot broeders
van den Ned. Leeuw worden benoemd, zij die zicb
door daden van algemeennut, door zelfopoffering
of menschlievendheid onderscheiden, zooals dezer
dagen schipper Niemann, die de bemanning der
»Yoxford redde. Broeders ontvangen eene toelage
van ƒ200 'sjaars, die bij hun dood voor de helft
op hunne weduwen overgaat.
De Mil. Willemsorde, ingesteld bij de wet van
30 April 1815 telt vier klassen: grootkruis en
commandeur, en ridder van de 3e en de 4e klasse. Zij
wordt verleend aan hen, die door uitstekende daden
van moed, beleid en trouw, ter zee of te land
den Koning hebben gediend. Ridders 4e klasse
beneden den rang van officier ontvangen een
riddersoldij. De toekenning dier ridderorde geschiedt
naar regelen, die in sommige gevallen aan de be
trokken personen recht geven hun aanspraak te
doen gelden, dat wil zeggeneen officier uit Indië
b.v. kan, wanneer hij onder bepaalde omstandig
heden een dapper feit heeft verricht, gesteund door
de noodige bewijzen, gewoon om de Willemsorde
vragen.
De ordeteekenen worden van 's Rijks wege ver
strekt en moeten bij overlijden of bij verhooging
worden teruggegeven.
In sommige gevallen kan ook aan vreemdelingen
die orde worden verleend.
De beide genoemde orden worden alleen verleend
op voordracht en onder verantwoordelijkheid der
Ministers. De Koning heeft echter als Groothertog
van Luxemburg ook nog de orde van de Eikeki'oon
te begeven, alsmede, als Hertog van Nassau, de
Gouden Leeuw van Nassau. Daartoe zijn geene
regeerings-voordrachten noodig. Voorts kan de
Koning bijzondere eereteekenen instellen, zooals
die van Waterloo, het Metalen Kruis, die voor
belangrijke krijgsbedrijven of veldtochten, voor
menschlievende daden, het Officierskruis van lang-
durigen dienst, enz.
Vreemde orden, waaraan geen verplichtingen
verbonden zijn, mogen worden aangenomen door
den Koning, en met zijne toestemming door de
Prinsen van Zijn Huis. Dus, wanneer er verplich
tingen aan verbonden zijn, mag zelfs de Koning
ze niet aannemen. Voor de Prinsen wordt de toe
stemming stilzwijgend verleend. Andere Nederlanders
of vreemdelingen in Nederlandschen staatsdienst
hebben uitdrukkelijk verlof noodig voor het aan
nemen, niet alleen van vreemde ordeteekenen maar
ook van titels, rang of waardigheid.
Tot de schoonste rechten des Konings behoort
dat van gratie: dat is het recht om aan veroor
deelden kwijtschelding of vermindering van straf
te verleenen, hun door den rechter opgelegd. De
rechter moet naar de wet vonnis wijzen, maar men
kent het spreekwoord: het hoogste recht is soms
de grootste onbillijkheid. Waar zich omstandigheden
voordoen, die de wetgever niet voorzien heeft, moet
er een middel zijn, om aan zulk een gebrek in
de strafwet te gemoet te komen. Dat middel bestaat
in het recht van gratie, maar daar van dit middel
licht misbruik zou kunnen gemaakt worden tot
schade van de majesteits des rechts, moet de Koning,
alvorens dat recht uit te oefenen, advies inwinnen van
den rechter, daartoe bij algemeenen maatregel van
bestuur aangewezen. De grondwet van 1848 gaf
zelve den rechter aan, die gehoord moest worden.
Amnestie of abolitie worden niet dan bij de wet
toegestaan. Die rechten gaan trouwens nog verder
dan dat van gratie. Amnestie is de kwijtschelding
van straf aan een of meer groepen van overtreders
der wet, abolitie is de staking eener reeds begonnen
strafvervolging. In den regel komen beiden slechts
voor bij staatkundige misdrijven, en daar de ver
volgingen deswege in ons land tot de zeldzaamheden
behooren, behoeft er van toepassing dier bepalingen
ook weinig of geen sprake te zijn.
Een laatste recht des Konings, waarover wij
nog spreken moeten daar alle anderen öf reeds
vroeger behandeld zijn öf uit vroeger behandelde
punten voortvloeien is het recht van dispensatie.
Een hoofdbeginsel van onze staatsinstellingen is
dat de wetten onschendbaar en allen voor de wet
gelijk zjjn. Derhalve is iedereen aan de wet onder
worpen en mag niemand er afwijken. Toch kunnen
zich gevallen voordoen, dat de toepassing der wet
tot schromelijke onbillijkheden of moeielijkheden
aanleiding zou kunnen geven. Dan moet er tot
afwijking gelegenheid zijn. Die afwijking wordt
verkregen door het recht van dispensatie, dat is het
recht des Konings om aan bijzondere personen verlof
te geven tot zaken, die door de wet verboden zijn.
Daar evenwel de wet krachteloos gemaakt zou
kunnen worden, als daarvan naar willekeur afge
weken kon worden, schrijft de grondwet voor, dat
dispensatie slechts kan verleend worden met machti
ging van de wet, terwijl die wet de bepalingen
moet opnoemen, waarover de bevoegdheid tot dispen
satie zich uitstrekt.
Volgens de gemeentewet zijn sommige betrek
kingen niet vereenigbaar met het burgemeesterschap,
maar de Koning kan daarvan dispensatie verleenen
voor het aangaan van een huwelijk wordt zekere
leeftijd vereiscbt, maar de Koning kan vrijheid
verleenen vroeger te trouwen.
Iets anders is het met de algemeene maatregelen
van bestuur. Daar moet de gelegenheid uit den aard
der zaak ruimer zijn. De wet stelt algemeene voor ieder
geldende regelen. Maatregelen van bestuur betreffen
de onderdeelen, de bijzonderheden, die onder de
algemeene regelen niet vallen. Daarom moet er
des te meer gelegenheid zijn, om tot afwijking van
de voor die onderdeelen gegeven voorschriften
vrijheid te geven, en kan het vei'leenen der ver-
gunning daartoe aan dezelfde macht ovex-gelaten
wox-den, die de regelen stelt. Toch bepaalt ook te
dezen aanzien de Groudwet, dat dispensatie van
een Koninklijk besluit slechts verleend kan worden,
voor zoover dat Koninklijk besluit de bevoegdheid
daartoe aan den Koning heeft voorbehouden. Dus
ook hier weder de gewenschte ruimte van beweging,
gepaard aan den onmisbaren waarbox-g tegen
willekeur.
Om een voorbeeld te noemenin de arbeidswet
zijn aan algemeene maatregelen van bestuur vele
beschikkingen overgelaten, maar, bij het geven van
die beschikkingen is tevens de gelegenheid geopend
om in verschillende gevallen, die dit dan ook inder
daad dringend noodig maken, ontheffing te verleenen.
Ziehier de voornaamste bepalingen die de Grond
wet omtrent de uitpefening der Koninkljjke macht
en waardigheid bevat, en die het bewijs leveren,
dat in onze Staatsiifetellingen de Koning bekleed is
met al die bevoegdheden, die hem boven de partijen
verheffen, zonder dat er sprake kan zijn van wille
keurige machten itoeteixing.
Aan het beeld, dat onze grondwet zich van den
constitutioneelen Koning gevormd heeftheeft
Willem III ten volle beantwoord. Van daden van
willekeur heeft men onder zijne veeljarige regeering
niet vernomen. Van vooringenomenheid met of
afkeer van eenige partij is nooit blijk gegeven.
Integendeel, zoo al nu eens deze, dan eens die
richting zich als Oranjelievend bij uitnemendheid
op den voorgrond trachtte te stellen, Willem III
kende geen partijen, doch slechts Nederlanders, die
hg allen met dezelfde trouw liefhad, evenals hij
aller liefde op even hoogen prijs stelde.
Rusland.
Een vreeseljjke'ontdekking is te Warschau gedaan.
Men heeft een vroedvrouw aangehouden, onder be
schuldiging van verscheidene kindermoorden gepleegd
te hebben; twee medeplichtige vrouwen en een
jongeling zijn insgelijks in handen van het gerecht.
Laatstgenoemde heeft verklaard, dat hg in de laatste
drie maanden omtrent 50 kinderlijkjes had weggebracht.
Die ontdekking heeft verscheidene huiszoekingen ten
gevolge gehad, waarbij nog eenige aanhoudingen
gedaan werden. Naar het schijnt bestond er te Warschau
een echte kioderslachterij in het groot, die haar
agenten bezat in verscheidene groote steden van
Rusland, van waar men de kinderen naar Warschau
zond. Zonder den brand in het huis van een der
medeplichtige vrouwen had men"die misdaden misschien
nooit ontdekt.
JDuitschland.
Berlijn, 28 Febr. De nota, welke de Duitsche
regeering door haren diplomatieken vertegenwoordiger
te '8-Gravenhage heeft doen overhandigen aan de
Nederlandsche regeering, luidt als volgt
„Op bevel van zjjne regeering heeft de onderge-
teekende de eerenz., met verwijzing naar zijne
vroegere mondelinge mededeeling, ter kennis van Uwe
Exellentie enz. te brengen, dat Z. M de Keizer voor
stelt eene bijeenkomst te doen plaats hebben van ver
tegenwoordigers der regeeringen, die belangstellen in
de verbetering van het lot van arbeiders in fabrieken
en mijoeo, opdat deze vertegenwoordigers over de
vraagstukken van internationale beteekenis kunnen
beraadslagen, die in een bijlage vermeld zijn. Deze
vraagstukken schijnen, omdat ze geen politieke be
teekenis hebben, geschikt te zijn om in de eerste plaats
onderworpen te worden aan het onderzoek van des
kundigen. Om het aanvangen en den verderen loop der
beraadslagingen te vergemakkelijken, heeft de Keizer
lijke regeericg een programma laten ontwerpen, welks
tekst bij deze nota is gevoegd. De ondergeteekende
heeft de eer Uwe Exellentie enz. te verzoeken, hem
te willen laten weten of de Nederlandsche regeering
bereid is, deel te nemen aan de conferentie, die den
15en Maart te Berljjn bijeen zal komen. De onderge
teekende veroorlooft zich hierbij te voegen, dat eene
gelijkluidende uitnoodiging verzonden is aan de re
geeringen van Hunne Majesteiten den keizer van
Oostenrjjk-Hongarjje, den koning der Belgen, dnn koning
van Denemarken, de Fransche Republiek, Hare Majesteit
de koningin van Groot Britannië, den Zwitserschen
Bond, Hunne majesteiten den koning van Italië, den
koniDg der Nederlanden en den koning van Zweden
en Noorwegen.
Berl\jn, 1 Maart. Naar de Post meldt, sloot de
Keizer gisteren de zitting der atdeelingen van den
Staatsraad ongeveer met de volgende woorden Bestrijdt
gij, mijne heeren, de onder het publiek verspreide
meening, als waren wjj hier bjjeen gekomen, om zoo
iets vau een geheim tot geneezing van alle sociale
nooden en gebreken te ontdekken. Wjj hebben ons op
redelijke wijze moeite gegeven om middelen te vinden
teneinde menige zaak te verbeteren en de grenzen der
mogelijkheid te bepalen, tot welke de maatregelen ter
bescherming der arbeiders kunnen en mogen gaan. Ik
hoop, dat er uit uwe beraadslagingen iets goeds zal
te voorschijn komen.
Nederland.
's Gravenliage, 27 Febr. Twee schaapherders
uit Scherpenisse, die door de Rechtbank te Zierikzee,
de eerste wegens diefstal van een geweer, de tweede
wegens heliDg van het gestolen voorwerp achtereen
volgens waren veroordeeld tot eene gevangenisstraf
van 6 en van 5 maanden, stonden heden voor het Hof
te '8 Hage terecht in appel.
De eerste beklaagde ontkende pertinent iets met de
zaak uitstaande te hebben, hij beweerde zelfs »zéér
onschuldig" te zijn.
De tweede beklaagde legde gedeeltelijke beken
tenis af.
Mr. A. Slotemaker, die als verdediger alléén voor
den tweeden bekl. optrad, wees er op dat slechts eene
gebrekkige wijze van zich uit te drukken de reden
was geweest waarom zijn cliënt in deze niet de ge-
heele waarhoid had gezegd. Het was zijne bedoeling
om berouwvol voor den Hove te erkennen wat hg
had misdreven. Waren er echter aanwijzingen aan
wezig die van elders de bekentenis staafden Pleiter
betwijfelde dit de bekentenis stond gaaf alléén, en
mocht dus niet als volledig bewijs worden aangemerkt.
Indien het Hof echter het tegendeel aannam, dan
wees pl. op de verleiding waaraan bekl. had blootge
staan, en op de pressie, die op hem was uitgeoefend
door den eersten beklaagde.
Hij concludeerde derhalve tot vrijspraak en subsidiair'
tot het opleggen van eene lichte straf. Het O. M. wees
op verschillende daadzaken, waaruit bevestiging van de
bekentenis kon worden geput en requireerde be
vestiging van het vonnis.
Een koopman en photograaf uit Rotterdam stond
vervolgens terecht als appellant van een vonnis, even
eens door de rechtbank te Zierikzee gewezen, waarbjj
hij was veroordeeld tot eene gevangenisstraf van één
jaar, wegens oplichting.
Hjj zou namelijk te Brouwershaven in een boeren
familie zich hebben voorgedaan als knecht van eene
Duitsche juffrouw, die linnens en lakens a tout prix
wilde zetten van de hand omdat zjj naar Amerika
ging. Hjj kon dat goed zeer goedkoop van die juffrouw
koopen en vroeg daarom van dien boer geld ter leen.
De goederen werden bekeken en het geld werd ge
geven 136. Een paar dagen later zou de koopman
terugkomen om het goed te halen en het voor hen
weer te verkoopen, waarna de gezamenljjke winst ge
zamenlijk zou worden gedeeld.
Mr. A. Slotemaker betoogde als toegevoegd verde
diger, dat wederrechtelijke bevoordeeling hier niet zou
hebben plaats gehad althans niet wa9 bewezen
waar de waarde van het eene stuk linnen onbepaald
was gebleven en de waarde van het laken niet
veel minder kon zjjn dan de prijs die er voor was
betaald.
In de tweede plaats was het samenstel van leugens
doorzichtig geworden, wjjl de getuigen hadden ver
klaard niets te gelooven dat de juffrouw eeBe Duitsche
was. Waar zelfs de getuigen de leugen hadden doorzien,
was niet aan te nemen dat zij geld hadden ter leen
verstrekt aan iemand die voor hen vreemdeling was
wel dat zjj hadden gekocht, in de hoop vap winst
te maken. Niet de leugens van den bekl., dierfejj toch
niot g e h l geloofden, noopte hen daartoe, alléén
de hoop op winst.
Het O. M. betoogde dat juist die hoop op winst
door bedriegelijke voorspiegelingen van bekl. was ont
staan, en de bedrogenen had genoopt tot afgifte van
hun geld, weshalve Z.E.G.A. requireerde bevestiging
van het vonnis.
's Gravenhage, 1 Maart. De commissie van
Rapporteurs der Tweede Kamer voor de wets-ontwerpen
van den heer Borgesius c. s., tot verbetering van ons
belastingstelsel, heeft haar eindverslag uitgebracht en
verklaard, dat de openbare beraadslaging over deze
voorstellen genoegzaam zjjn voorbereid.
Er bestaat dus groote kans, dat deze ontwerpen
eerstdaags in de Kamer aan de orde zullen gesteld
worden.
's Hertog-enhosch, 27 Febr. Gedep. Staten
van Noord-Brabant hebben tot provinciaal veearts in
het district Breda benoemd den heer G. Quadekker,
paardenarts te Breda.
Middelburg, 2 Maart. Heden morgen tea
omstreeks kwart over elf uren, is een uitslaande brand
uitgebroken in het huis van den heer L., in de Noord
straat, de brand is weer ontstaan door petroleum
en wel door een petroleumconfoor. De bewoner, n.l.
een weduwnaar met zijn eenige dochter, waren naar
de kerk gegaan en hadden, opdat zjj bij thuiskomst
dadelijk kokend water zouden hebben, een ketel op
het confoor gezet en daarover een doek gelegd, welke
doek zeker vlam gevat zal hebben en zoo dus de
brand is ontstaan. Spoedig was de militaire spuit op
de plaats des onheils aanwezig, en het is dan ook aan
de militairen en niemand anders te danken, dat de
brand zich niet verder uitstrekte, hetgeen door de
sterke wind zeer gemakkeljjk had kunnen gebeuren;
alsdan hadden de ongelukken niet te overzien ge
weest, aangezien het postkantoor slechts eenige huizen
van daar ia gelegen. Men kon in de Noordstraat, aan
de zjjde vanwaar de wind kwam, door de rookmassa's,
personen die naast elkaar stonden, onmogeljjk kennen,
en het was daar dan ook om te stikken en niettegen
staande dat, zetten de militairen op de brandladder,
met onversaagden moed, het blusschingswerk voort.
Spoedig waren mede stadsbrandspuiten, die dadeljjk
met alle kracht begonnen te spuiten, autoriteiten,
de garnizoenscommandant, de majoor der schutterij,
burgemeester en wethouders, aanwezig en was bjj het
brandende perceel de toegang door schutterij en politie
afgezet. Het huis is verzekerd, doch de inboedel niet en
de bewoner heeft dan ook belangrjjke schade geleden.
Scherpenisse. De extra-lootjesdag voor deze
gemeente behoort alzoo tot het verleden; treurige
aanleiding die deze extra maakte! Doch hoe treurig
ook dat die dag zulke leelijke gevolgen heeft gehad.
Wat is er toch gebeurd? De meeste lotelingen met
nog vele andere makkers, allen heel of half dronken, zijn
met den middag naar de gemeente Poortvliet gegaan
om nu we zullen zien. Daar gekomen hebben ze zich
dra aan politie-overtredingen schuldig gemaakt. Vecht
partijen zjjn vervolgens ontstaan en een groot deel
der Poortvlietsche burgers hebben de belhamels de
gemeente uitgejaagd, alzoo een waardiglijke ontvangst.
Processen-verbaal zullen van zelf niet uitblgven. Hoe
droevig toch, jongens die nog niets van zich lieten
hooren tot nu toe, vergrijpen zich op zulk een dag
aan de ruwste daden.
Een landbouweraknecht, die op lootjesdag te
paard van hier terugkeerde naar het naburige St. Maar-
teDsdjjk, daar hg zjjn vrjj gelote broeder had wezen
feliciteeren, had het ongeluk, dat zjjn paard schrikte en
steigerde, waardoor een der steigbeugels brak en hjj
zelf op den grond viel, terwjjl de voet in de andere
beugel vast bleef zitten; met gebroken been is de
ruiter per r jjtuig naar het ouderljjke huis teruggebracht.
Zierikasee, 3 Maart. De tarieven in de concessie
voorwaarden voor de waterleiding alhier vastgesteld,
luiden als volgt:
TARIEF A.
De abonnementsprijs voor water bestemd voor gewoon
huisseljjk gebruik wordt per jaar berekend als volgt:
Bij abonnement naar het aantal kamers onverschillig
het aantal bewoners en wel:
voor 1 kamer f 7,—, voor 2 kamers 10,
3 kamers 12,4 14,
5 16,6 18,—
en voorts 2,meer voor elke kamer boven de zes.
De keuken wordt als eene kamer berekend; vertrekken
welke 10 M2. of minder oppervlakte hebben, worden
niet in rekening gebracht.
Grenzen aan de gebouwen, open plaatsen, tuinen of
grasvelden, welke men met het water uit de water
leiding direct door middel van slangen, buizen, kranen
of dergelijke wenscht te besproeien, dan wordt betaald
voor eene grootte van 200 M2. en daaronder per 100
M2. 6,per jaar en voor meerdere grootte per 100
M2. 3,30 per jaar.
Gedeelten van 100 M2. worden naar verhouding be
rekend.
Die voor het gebruik van water geabonneerd zijn,
betalen bovendien jaarljjks
1°. Voor eene badinrichting7,50.
een watercloset7,
3°. elk paard4,—
4°. tweewielig rjjtuig2,50.
5°. vierwielig rjjtuig4,—.
6°. paard boven de twee eerste 2,
7°. tweewielig rjjtuig boven de
2 eerste1,50.
8°. vierwielig rjjtuig boven de
2 eerste2,
9°. besproeiing van straten of gevels zoo dit
direct plaats heeft door middel van slangen,
buizen, kranen of dergelijke, per M2. opper
vlakte der gebouwen zooals boven is om
schreven 0,02, doch niet minder dan
6,— per jaar.
10°. x> een urinoir moet het water voor besproeiing
volgens Meter ad ƒ0,20 per M3. worden betaald.
Het abonnementsjaar eindigt 31 December.
Wie zich tusschentjjds abonneert betaalt zooveel
twaalfden als er maanden vau het jaar over zjjn.
Gedeelten van maanden worden voor geheele gerekend.
Wanneer het abonnement niet uiterlijk drie maanden
vóór het verstrijken van den bepaalden termjjn schrif
telijk wordt opgezegd, wordt het geacht onder dezelfde
bepalingen voor een jaar te zjjn verlengd.
De betalingen van den abonnementsprijs kan doof
concessionarissen gevorderd worden bjj vooruitbetaling
van het voor een maand verschuldigde.
TARIEF B.
Per watermeter voor een gebruik van gemiddeld per
25,— per jaar.
30,-
300 Liter
301— 400
401500 37,50
501600 45,
601— 700 52,50
701800 60,
801—1000 70,—
Bjj een verbruik van minder dan 300 Liters gemiddeld
per dag, wordt het water geleverd tot een prjjs van
f 0,25 per M3., met dien verstande, dat een geabon
neerde volgens tarief B in elk geval een minimum
bedrag van f 1,20 per maand voor watergebruik moet
betalen.
Boven een verbruik van 1 M3. per dag wordt voor
dit meerdere 0,15 per M3. berekend.
Overschrijdt het verbruik 2 M3. per dag, dan wordt
voor hetgeen daarboven wordt verbruikt f 0,12 per M3.
berekend. De concessionarissen behouden zich het recht
voor, daar waar tarief A door den geabonneerde is
gekozen en wordt toegepast en gegronde redenen om
waterverkwisting te vermoeden aanwezig zjjn, te vorderen
dat voor het vervolg de levering en berekening van
het verschuldigde volgens watermeter zal plaats hebben,
overeenkomstig tarief B.
Voor fonteinen in- of bjj gebouwen van waterleiding
voorzien, wordt betaald volgens aanwjjzing van een
door concessionarissen te plaatsen watermeter ad ƒ0,15
per M3.
Aan schepen wordt het water geleverd ad 0,10 per
100 Liter aan de verkoopplaats op de haven.
Voor tjjdeljjk gebruik van water bij het uitvoeren
van werken als anderzins, kan eene bijzondere overeen
komst getroffen worden.
TARIEF C.
Industrieëlen en zij die eenig bedrijf uitoefenen waar
voor water benoodigd is, kunnen dit alleen verkrjjgen
per watermeter.
De prjjs van het te verbruiken water is:
1000 M3. per jaar 0,10 per M3.
10011500 0,09
1501—2000 0.08
2001-3000 0,07
3001—4000 0,06
Bjj een verbruik van meer dan 4000 M3. per jaar,
wordt 0,05 per M3. betaald. Bg een verbruik van
minder dan 1000 M3. per jaar wordt tarief B toe
gepast.
Overal waar uit een der tarieven B en C de plaat
sing van een watermeter voortvloeit, zal daarvoor door
de verbruikers jaarlijks aan concessionarissen betaald
worden een huurprijs van 15 °/0 van den koopprjjs.
Concessionarissen verbinden zich geen der tarieven
te verhoogen, zonder schriftelijke toestemming van den
Gemeenteraad.
De laatste 5 alinea's van tarief A gelden evenzeer
voor tarief B en tarief C.
Door concessionarissen mogen overigens geen voor
waarden aan de waterlevering verbonden worden welke
niet vooraf de goedkeuring van Burgem. en Weth.
verworven hebben.
Bij verschil van gevoelen over de beteekenis der
bepalingen van dit artikel (Tariet A, B en C) beslissen
Burgemeester en Wethouders.
WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN
bij 's Rjjks kust verlichting te Westen-Schouwen,
gedurende Februari 1890.
Negentien dagen meer of minder sterke vorst, slechts
drie regendagen, met een val van 1,8 m.M., een bedrag
zóó gering voor deze maand, als sedert jaren niet
werd waargenomen, immers het laagste cjjfer gedurende
de laatste tien jaren (tjjdens Februari 1887) gaf nog
9,8 m.M., terwjjl Februari 1878 64,2 m.M. verschafte.
De Bannen ontvingen dan ook slechts 33480 M31
hemelwater en de waterstand daalde 0,342 M.
Sneeuw en hagel viel slechts driemaal in zeer ge
ringe hoeveelheid; nevel en mist kwam tienmaal
storm eenmaal voor; een ring rond de maau en dauw
werd eenmaal waargenomen.
Donderdag vergaderde de djjkraad van den cala-
miteuzen Vlietepolder (N. B.). De loopende begrooting
van den dienst 1889/90, oorspronkelijk vastgesteld op
f 48.115,8172. werd behoudens goedkeuring van Ged.
Staten verhoogd tot 95.010,45.
Deze verhooging is het gevolg van de oeverafschui-
ving en dgkval van 11 Sept. jl.
__Voor gewoon onderhoud werd gerekpnd noodig te
zjjn 3409,86 en voor buitengewoon 182.789,30.
De werken, die noodig geoordeeld worden, bestaan
in het leggen van een inlaagdjjk ter lengte van 890
meter. Voorts het leggen van 9 zinkstukken tot een
oppervlakte van 17400 vierkante meters met steenbe-
storting. Deze zinkstukken moeten dienen om de be
staande werken, waar dezelve door de oe veraf schuivin
gen van '86 en '89 verzwakt zjjn te versterken.
Tot directeur der gasfabriek te Utrecht is door
den raad, op een traktement van zes duizend gulden,
benoemd de heer D. v. d. Horst te Leiden.
Zierikzee, 3 Maart. De op den 24 Febr. 11.
gehoudene aanbesteding van het maken en inhangen
van een nieuwe vloeddeur voor het Sas en het doen
van andere daarmede in verband staande werken is
gegund en toegewezen aan den heer Matthijs van der
Linden te Zierikzee voor 5237.
Aan mej. W. P. Bal, onderwijzeres te Oosterland,
is door Burgem. en Weth. tegen 18 Maart a. s. eervol
ontslag verleend.
De influenza, die op Terschelling andermaal is
verschenen, gaat op het westen van dit eiland nogal
met doodelijken afloop gepaard.
Voorzichtigheid blijft voorhand& zeer aanbevolen.
KERKNIEUWS.
Door den heer M. Kievit, voorzanger der Ned. Herv.
gemeente te Scherpenisse, is uit die betrekking eervol
ontslag aangevraagd.
VKKKOOPINGEJN, enz.
lerselce. Vrijdag werd bjj J. Harthoorn door
not. Mulock Houwer publiek verkocht 5 koopen ieder
van 100,000 zaaioesters le soort reep. voor 14 50-
16 16.10 16 en 16,03 en 200,000 2e soort
waarvan 50,000 a 8,20de overige a/9 de 1000
in den put van den heer Hage.
Tegelijk werd door dhr. Pelle publiek verkocht le.
soort zaaioesters, zijnde 25000 aan J. v. d. Velde a
9,50, 25000 aan C. Nieuwenhuise a f 9,61, 25000
aan J. v. d. Velde a 9,51 en 25000 aan C.
Poelman a 9,55 per 1000.
2 koopen 100.000 aan de oestermaatschappg de
Schelde reap. 8,20 en a 8.10; 100.000 aan Jan
v. d. Velde a 8,06, en 100.000 aan Jacob Hieftie h
8,10 de 1000.
Alles in den put van dhr. Sauer. Totaal 4200,25
en 10 pet. voor onkosten.