ZimiKZEESGHfi NIEUWSBODE.
I
Donderdag 27 Februari 1890.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
AFKONDIGING.
NIEUWSTIJDINGEN.
Haagsche Brieven,
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
46ste JAAFfGANG. No. 5314.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot dea
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Het HOOFD van het Gemeentebestuur te Zierikzeb
maakt bekend, dat door den heer Provincialen In
specteur der Directe Belastingen te Middelburg zijn
executoir verklaard de kohieren over het dienstjaar
1889/90 van deze gemeente, voor de belasting op het
Personeel (Be kwartaal) zes maanden recht, en van
het Patentrecht (3e kwartaal), die op heden aan den
heer OntvaDger der Directe Belastingen alhier worden
ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder verpligt
is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Zierikzee, den 25 Februari) 1890.
J. P. N. ERMERINS.
De Bondgenooten.
De Oplossing.
Het is bekend en ook door ons meermalen in het
licht gesteld, dat de trouwe bondgenooten, de r.-
katholieken en de anti-revolutionairen, eigenlijk geen
ander vereenigingspunt hebben dan hun ge
schappelijke haat tegen de vrijzinnigen. Dit werd
door hunne woordvoerders en hunne bladen wel ont
kend, maar dat het desniettemin zóó is, weet ieder,
die dieper ziet dan de oppervlakte der dingen. Dat
het openbaar zou worden, zoodra er eenig ernstig
verschil van meening onstond, was boven allen twijfel
verheven.
Het is dan ook reeds nu aan den dag gekomen. De
val van den Minister Keuchenius heeft den leiders
de voorzichtigheid uit het oog doen verliezen, waar
mee zij tot dusver alle kloven en spleten en scheuren
wisten te bedekken en heeft een blik doen gunnen
in den afgrond, die de bondgenooten scheidt.
Keuchenius was de man bij uitnemendheid van de
echte anti-revolutionairen. Hij gaf aan bet Minis
terie den stempel van een anti-revolutionair
Ministerie te zijn. Verdween hij uit het kabinet,
dan had bet zijn bij uitstek anti-revolutionair
karakter verloren.
Vandaar de zeer verklaarbare hevigheid, waarmee
de anti-revolutionaire pers tegen de Eerste Kamer
optrad, allen veroordeelende die het durfden wagen bet
voor baar meerderheid op te nemenvandaar dat zij
het Ministerie door haar vinnigheid, en door de ver
klaringen haver kiesverenigingen, angst en schrik
poogde aan te jagen, helaas, met beter gevolg dan in
's lands belang goed is.
»Het Christelijk optreden van Keuchenius stelt
het ons ten plicht", zeide de Stand. o. a. »in verzet
te komen tegen een votum als dat der Eerste Kamex-,
dat juist uit reactie tegen dit optreden van Keuche
nius geboren was.
»Eu een Kabinet, of Kamerclub, of party, die aan
zulk een punt der historie toegekomen, het inzicht
of den moed mist, om over alle tekortkomingen en
zonderlingheid heen te zien, en de quaestie in haar
hartader aan te grijpen, zou daarmee niet den ge
troffen Minister doen bloeden, maar de bron afsnijden
vt»n eigen levenskracht en eigen toekomst."
Men ziet dus, de zaak werd hoog genoeg op
genomen.
Wij herhalen: dit is verklaarbaar.
Keuchenius was bij uitnemendheid en bij uitslui
ting de man van de Stand.
Het loont misschien de moeite hier op een kleine,
maar kenmerkende tegenstrijdigheid te wijzen.
Tegenover het beweren van net Hbl., dat het
kabinet, als bet Keuchenius losliet, een gewoon be
houdend kabinet zou kunnen worden, barstte de
Stand, los, en noemde dien raad onrechtvaardig
tegenover de ministers Mackay, Havelaar en Godin
de Beaufort, »van wien zonder zweem van bewijs
wordt ondersteld, dat zij bereid zouden zijn, zich
tegen de anti-revolutionaire partij te keeren."
Ziet, als die drie ministers goed antirevolutionair
zijn, dan zou de val van Keuchenius ook niet
aan het kabinet zijn antirevolutionair karakter kun
nen ontnemen, en dan ware de heftigheid, waarmee
men alles op baren en snaren zette in den strijd voor
Keuchenius onbegrijpelijk.
Maar dat in 't voorbijgaan. Aan zulke tegen
strijdigheden is men bij de Stand, gewoon. Dit punt
heeft met de zaak, die wij thans behandelen, ook niet
te maken.
Daarvoor moeten wij wijzen op de houding der
r.-kath. pers, die wel tegen de stemming der Eerste
Kamer opkwam, maar al dadelijk de zaak heel wat
kalmer behandelde, en hoewel daarin een geschikt
middel ziende om tegen de vrijzinnige partij uit te
varen, er geen oogenblik aan dacht, het kabinet er
aan te wagen om Keuchenius te behouden.
De Stand, heeft er voor gezorgd, dat dit verschil
van standpunt duidelijk werd. In haar overmoed gaf
zij een schets van de vorming van het kabinet, die
den r.-katholieken onaangenaam was. Zij beweerde,
dat nooit een »afdoende zegevierende reactie tegen
het liberalisme zou geopend zijn" zonder de anti
revolutionaire partij, die op haar beurt nooit haar
vaandel ontplooid zou hebben zonder de calvinisten.
»In het feit zelf", zegt het blad, »dat een anti
revolutionair door den Koning tot kabinets-formateur
was aangewezen, is deze historische waarheid een
voudig belichaamd, eu noch van roomsche, noch
van conservatieve zijde, is er in April '88 ook maar
een oogenblik aan gedacht, dat de formatie van
het kabinet van een niet-anti-x-evolutionair had kun
nen uitgaan.
»A1 is dan ook het kabinet geen zuiver anti-revo
lutionair kabinet, wat niet kan, toch blijft het
feit onweersproken, dat het kabinet een anti-revo
lutionaire signatuur draagt."
Toen werd het den r.-katholieken te erg en nie
mand minder dan dr. Schaepman zelf, vond het
noodig, om daartegen op te komen.
»Naar mijne meening", zeide dr. S. in bet Centrum,
»!igt in de opdracht der kabinetsformatie aan den
heer Mackay eenvoudig deze historische waarheid
opgesloten, dat na de verkiezingen van 1888 een
kabinet der rechterzijde als op den toestand passend
en dus noodig werd geacht. Zeker is de heer Mackay
beslist anti-revolutionair, maar de kabinetsformeer
der was de man der rechterzijde, aan wien deze
rechterzijde eenparig hare stemmen had gegeven
voor het voorzitterschap der Kamer en die bij de
pogingen tot herziening der wet van 1878 en tot
herziening van art. 194 der grondwet van 1848
haar aanvoerder was geweest. De heer Mackay ver
tegenwoordigde niet ééne der fractiën van de
rechterzijde, maar hij vertegenwoordigt de rechter
zijde in het gemeenschappelijk streven, dat aan beide
fractiën, met behoud van ieders eigenaardige zelf
standigheid, gemeen is en dat een begin van uit
voering vond in de wet van 8 December 1889."
Hierop antwoordde de Stand, dadelijk, dat zij op
het behoud van het bondgenootschap geen prijs zou
stellen, zoo dit doel alleen te bereiken ware door
inlijving van de anti-revolutionare partij in eene
conservatieve fusie", dat is eene samenvoeging
van behoudende partijen.
Het was alsof de Stand, weer opleefde nu ze haar
tegenvoeters niet meer had te ontzien.
»Het is", zoo juichte ze, »of de anti-revolutionare
pers weer vrijer ademhaalt, nu baar de eei*e gegund
wordt, om, onder de ongunstigste constellatie en
dóór niemand (na Schaepman's verklaring) meer
gesteund, voor haar vaandel te mogen opkomen."
En over de beleekenis dier verklaring liet zij niet
den minsten twijfel over. Zij beweerde, altijd over
tuigd te zijn geweest, dat de Roomsch-Katholieke
Staatspartij de samenwerking met de anti-revolutio-
naii*en nooit anders zocht dan uit eigenbelang, en
waarlijk nooit ons ten genoegen. En wij op onze
beurt hebben eveneens nimmer de bedoeling gehad,
om de Roomsch-Katholieke party een dienst te be
wijzen, maar uitsluitend gebruik gemaakt van wat
ons in het belang van het land scheen."
Het spx-eekt van zelf, dat de roomsch-katholieken
deze voorstelling kunnen omkeeren en beweren,
dat zij alleen in 's lands belang het bondgenootschap
zochten en de Standaard-psxt^, alleen eigenbelang
beoogde, maar van eigengex-echtigheid gaf de leider
dezer partij steeds meer blijk dan van christelijken
ootmoed. Doch ook dat alweer daargelaten, de
Stand, bewees volkomen goed te begrijpen, dat deze
wederzijdsche ophelderingen gevaar zouden opleveren
voor het bondgenootschap, want zij zeide:
»Gaat dus de R.-Kath. Staatspartij thans een
weg op, of neemt ze een houding aan, waardoor aan
die samenwerking een einde wordt gemaakt, dan
zal geen onzer er aan denken, dit haar ook maar
één oogenblik euvel te duiden.
»Dit is haar recht; gelijk het ons recht is te
waken voor de zelfstandigheid en voor de eere
onzer beginselen."
Ja, ze ging in hare zelfopwinding nog verder en
verklaarde
»Maar nu, terwijl het christelijk beginsel is
aangerand, en we daarvoor opstuiven, een man
als dr. Schaepman den vinger tegen ons opheft,
spreekt het van zelf, dat wij onzerzijds elke samen
werking wel als verbroken moeten beschouwen,
zoolang niet al wat zweemt naar eene bedreiging
•wegvalt."
Wij kunnen natuurlijk in dien strijd der bond
genooten ons niet mengen; bet is niet onmogelijk,
niet eens onwaarschijnlijk, dat hij, hetzij uit eigen
belang", hetzij in »'s lands belang" tijdelijk weder
worde bijgelegd, maar het kwam ons voor, nuttig
te zijn, onze lezers er op te wijzen, hoe nu dr.
Kuyper eenerzijds en dr. Schaepman anderzijds in
een helder licht gesteld hebben, wat men van de
eenheid of zelfs maar van de overeenstemming der
bondgenooten hebbe te denken!
Slechts eene korte opmerking ten slotte: noch
de voorstelling van dr. Schaepman, noch die van dr.
Kuyper omtrent het karakter van het Ministerie
Mackay is juist; dr. Kuyper heeft volkomen gelijk,
wanneer hij beweert, dat van een Ministerie van
»de" rechterzijde geen sprake kan zijn; »de" rechter
zijde bestaat niet. Maar evenzeer heeft dr. Schaepman
gelijk, wanneer hij aan het kabinet een uitsluitend,
zelfs een bij uitstek anti-revolutionair karakter ont
zegt. Zonder de hulp der anti-revolutionaix-en
waren de r.-katholieken, zonder die der ïv-katho
lieken de anti-revolutionairen nooit zoo ver gekomen
als ze nu zijnen als men de stembusgeschiedenis
nagaat, zijn de anti-revolutionairen trouwer door de
r.-katbolieten, dan deze door de anti-revolutionairen
geholpen. Het is dus louter eigenwaan, aan het
Kabinet een bijzonder anti-revolutionair karakter
toe te kennen. Maar van »de" rechterzijde mag
men evenmin spreken, niet omdat de Standaard-
partij zegt, haar zelfstandigheid te willen handhaven,
maar omdat de tegenwoordige meerderheid in de
Tweede Kamer inderdaad bestaat uit verschillende
partijen; partijen, die niet alleen tegenstrijdige be
ginselen hebben, maar die zelfs niet overeenstemmen
in het practisch doel, dat zij in de naaste toekomst
willen bereiken. Nu de Schoolwet herzien is, is
haar eenig vereenigingspunt: gemeenschappelijke
haat tegen de vrijzinnige richting.
En het zal zeer de vraag zijn, of niet de eerste
en voornaamste, en wellicht eenige vrucht der samen-
werking van de tegenvoeters, de onderwijswet,
een bx-on van twist en tweespalt worden zal, want
wat men er van zeggen moge, antirevolutionairen
en r.-katholiekengunnen elkander het licht
in de oogen niet.
Wat er van de onderwijswet worden moet, na
de oplossing der Minister-crisiswaarvan het bericht
tot ons kwam, nadat het vorenstaande geschx*even
was, is een raadsel.
Wat met zooveel moeite, overleg en beleid tot
stand gekomen is, zal nu zeer waarschijnlijk de
gewenschte vruchten niet diagen. De herziening der
schoolwet is een poging, om door wederzijdsche
inschikkelijkheid, strijdige belangen en verlangens
zooveel mogelijk te bevredigen.
In de toepassing vordert zulk een wet veel kalmte,
veel beleid, een open oog zoowel voor het doel der
wet, als voor de bij hare uitvoering betrokken uit-
eenloopende volksbelangen. De vader der wet,
de heer Mackaybezat al wat men in dat opzicht
wenschen kon, en nu nu is die zooveel om
zichtigheid en bezadigdheid vei'eischende taak op
gedragen aan den heer de Savornin Lohman, den man,
die in de Nieuwe kerk te Amsterdam getoond heeft
hoever hij zich door zijn hartstochtelijke eenzijdigheid
en partyzucht drijven laat, en wiens zonderlinge
opvatting van de onderwijswet wij kennen. Herinneren
wij slechts aan »de Pacificatiewaarin hij de
openbare school »niet meer het symbool van ver
draagzaamheid en volkseenheid en volkskracht"
noemde, omdat zij, »ter wille van hare bestemming,
ten dienste van allen, neutraal, kleurloos,
tot zekere mate onvrij en belemmerd moet zijn;"
waarin hij de bijzondere ochool gesteld acbt boven
de openbare, in zoover de wetgever, vertrouwende
op de volhax'ding en de energie harer begunstigers,
geheel hare inrichting vrij laat, en den bijzonderen
onderwijzer geenerlei belemmering in den weg legt".
Herinneren we voorts nog aan het schi'ijven van
de anti-revolutionaire Kamerclub, met den heer
Lohman als voorzitter, waarin gezegd wordt, dat
de wet den regel heeft omgekeerd, en dat voortaan
het by zonder onderwijs regel, het openbaar uit
zondering moet zijn 1
Met zulke verklaringen voor zich, moet men wel
met bekommering de daden van dezen Minister
afwachten.
De oplossing der crisis is de slechtste, die wij ons
denken kunnen. Wij gaan er in elk opzicht mede
achteruit.
De heer Mackay verlaat een departement, waar
voor hij, alle partij-inzichten daargelaten, gi-oote
talenten heeft aan den dag gelegd, om eene por
tefeuille te aanvaarden, waarvoor, om er niet meer
van te zeggen, zijne geschiktheid nog blijken moet
en minstens zeer twijfelachtig is. En dat, terwijl
in Indië krachtig, doortastend handelend met kennis
van zaken en naar een vast plan zoo dringend
noodig is!
De portefeuille van Binnenlandsche Zaken gaat
uit handen van een bekwaam, geschikt en bezadigd
man over in handen van den heer de Savornin
Lohman, die noch bekwaam, noch geschikt, en in
stede van bezadigd in hooge mate hartstochtelijk en
partijzuchtig is.
De vervanging van den heer Keuchenius door
den heer de Savornin Lohman is een zegepraal
der partijzucht. Van den heer Keuchenius wist men,
dat hij een eenzijdig en zonderling man was, maar
men legde zich des ondanks bij zijn optreden neer,
omdat er een roep van bekwaamheid en warme
liefde voor Indië van hem uitging; de heer de
Savornin Lohmau heeft nooit eenig blijk gegeven
van geschiktheid voor de taak, die hij nu waagt
te aanvaarden, hij mist daarvoor alle eigenschappen
en men doet hem des ondanks benoemen, enkel
omdat hij een eenzijdig en hartstochtelijk partij
ganger is. Zijn eenige titel is: zijne geestverwant
schap met dr. Kuyper.
Het eenig lichtpunt, als men het als zoodanig
wil opnemen, is dit, dat de oplossing der cx-isis de
stemming der Eerste Kamer ten volle rechtvaardigt.
Wat moet bet dringend noodig geweest zijn, voor
Indië na Kexxchenius een bezadigd en beleidvol man
te doen optreden, dat de x-egeeviug, om dit doel te
bereiken, tot zulk een oplossing komen moest!
Amerika.
INT©w-York, 25 Febr. Uit de bijzonderheden
omtrent de ramp te Arizona blykt, dat laatstleden
Zaterdag ten gevolge van een geduchten golfslag in
de Hassayampa 34 werklieden zyn verdronken. In
strjjd met de eerste berichten is gebleken, dat de stad
Wickenburg behouden is gebleven. Het aantal slacht
offers tus8chen Wickenburg en den dyk zou niet meer
dan een veertigtal bedragen.
Eng-eland.
Men moet waarlijk eerbied hebben voor de matig
heids-apostelen, wanneer men het doel, dat zij zich
voorstellen, toetst aan de reusachtige hoeveelheden
sterken drank, die er worden gebruikt. Hoe groot die
hoeveelheid is, zal wel uit de statistieken bij benade
ring opgemaakt kunnen worden, maar een denkbeeld
er van verkrijgt men reeds, wanneer men in de Times
leest, dat in 1889 in Engeland alleen voor 7,000,000
pd. st. meer werd gedronken dan in 1888; maar in
de laatste tien jaren 100,000,000 pd. st., dus ruim een
millard gulden minder gebruikt werd dan in het
daaraan voorafgaand tiental. Wanneer er sprake is
van eene vermeerdering of vermindering van het ge
bruik met tien millioen 's jaars in één land, dan zou
men bijna zeggen, dat eene poging om het gebruik
tot nul te herleiden, een onbegonnen werk is.
Dat een trein door eene vrouw bestuurd wordt,
zulks ziet men niet alle dagen. Dat is echter voor
eenige dagen in Schotland het geval geweest.
De markiezin van Tweedale heeft den eersten trein
bestuurd, die over de nieuwe Forth brug liep. Men
weet, dat die brug het stoutste werk is van de geheele
wereld.
Niettegenstaande de af te leggen weg zeer lang was
de wind ijskoud blies, heeft de edele lady op be
wonderenswaardige wijze bare taak vervuld.
Men wenschte haar geluk over de eenvormige snel
heid, die zy heeft weten te behouden.
Italië.
Dezer dagen vond te Rome een verkooping plaats,
waarin de nalatenschap van een overleden handelaar
in oudheden werd verkocht. Een oude, grijze markies
kocht een sterke, zware rotting met zeer eigenaardig
gevormden knop. Nauwelyks had bij het voorwerp
betaald en was het in zyn handen of 't was met de
kalmte, die hy tot nog toe getoond had, gedaan. Hy
schroefde haastig den knop af en haalde uit de holle
ruimte een prachtigen halsband vaD paarlen, verschei
dene ringen met edelgesteenten en andere kostbaarheden.
De verkooper wilde, in 't belang van zijn ordergevers,
den verkoop thans ongeldig verklareD, maar dit gelukte
niet, want de oude beer liet aan twee officieren der
karabiniers, die toevallig aanwezig waren, een document
zien, dat ook in de rotting aanwezig was en op zijn
naam luidde, waaruit overtuigend bleek, dat hij een
maal de eigenaar van den stok was geweest.
Veertig jaren geleden was den markies, toen hij een
reis door Sicilië maakte, zijn bagage; waaronder ook
zjjn stok, ontroofd. Geen der vele latere bezitters van
het voorwerp had ooit vermoed, welke kostbaarheden
het verborg en de bestolene dacht wel het allerminst,
dat het hem gegund zou zijn, na verloop van zoovele
jaren, zijn eigendom weder in handen te krijgen.
Frankrijk.
Oostenrijk.
De oudste burgeres van Weenen, misschien van heel
Oostenrijk en zelfs van gansch Europa, Magdalena
Panza, is overleden; ze werd 114 jaar en 2 maanden
oud. Behalve enkele dagen in haar 100e jaar was ze
nooit ziek; toen was zy gevallen; zij heeft 7 kinderen
gehad, waarvan er één, een 74 jarige weduwe, nog
in leven is. Zij was op een boerdery werkzaam tot
vóór 20 jaren.
Parijs, 24 Febr. De minister van justitie liet
zich in de couloirs der Kamer zeer ten nadeele
van gratie uit aan den Hertog van Orleans te ver-
leenen. Hadden eenige leden verwacht, dat de gratie
nu reeds verleend had moeten worden, de minister
wees er op, dat de regeering in den loop van het
gerecht niet mag ingrijpen en dus met het verleenen
van vermindering van straf of volkomen gratie zeker
wachten moet tot de termyn geheel verstreken is, den
gevangene gelaten om in appèl te komen tegen zijn
vonnis.
De prins, die nog steeds in de Conciergerie wordt
gehouden, zal een klein deel zijner straf in een ge
vangenis moeten ondergaan.
Het bleek, dat de ministers tegen het verleenen van
eene amnestie waren op dit oogenblik; met het oog
op den uitslag der verkiezingen in Parys zou het den
indruk maken, als ware de regeering bevreesd ge
worden.
Parys, 25 Febr. De hertog van Orleans heeft
gisteren avond ten 11 '/2 ure de gevangenis der Con
ciergerie verlaten en is toen naar het Oosterspoorweg
station gebracht, van waar by met den trein naar de
centrale gevangenis te Clairvaux vervoerd werd. Hij
was vergezeld van twee politie-dienaren.
JDuitschland.
Als een staaltje van de lichtvaardigheid, waarmede
werklieden soms den arbeid staken, wordt uit Bun-
aalau in Silezië gemeld, dat aldaar dezer dagen 100
metselaars zulks deden, omdat hun verboden was in
een hun ter beschikking gesteld verwarmd lokaal kaart
te spelen. Dit was hun eerst toegelaten, maar leidde
tot verzuim. De heeren zijn echter spoedig tot inkeer
gekomen.
In Juni van het vorige jaar verliet een 13-jarige
knaap de ouderlijke woning te St. Johaon-Saarbrücken,
vanwaar hy zich, al bedelende, over Luxemburg naar
België en van daar naar Nederland begaf. Te Amster
dam vond hy een onderkomen aan boord van een
stoomschip, dat hem naar Afrika bracht.
Op dezelfde wijze kwam hij weder naar Nederland
terug, vanwaar hij zich weder naar België begaf. Te
Brussel werd de jeugdige avonturier door de politie
aangehouden, die hem verleden week over Herbesthal
naar Duitschland bracht, waar hy door de Duitsche
politie in ontvangst genomen en naar de ouderlyke
woning teruggebracht werd.
Over de ontvangst, die de treurende ouders hun
zoontje bereidden, wordt niet gesproken.
België.
Te Luik vonden, in de laatste weken, een aantal
misdrijven plaats, die den dader zelf geen enkel voor
deel maar duizenden onberekenbare schade brachten.
Sedert eenigen tijd werd de in boud van een groot
aantal post-brievenbussen, gewoonlijk twee of drie per
avond, door middel van brandend zwam in brand ge
stoken. De politie verzocht daarom alle handelaars in
tabak om haar koopers te willen opgeven van het
nagenoeg in onbruik geraakte zwam en zij slaagde er
op die wijze werkeljjk in, de dader in handen te krygen.
Zondag avond kwam een werkman in een winkel en
kocht voor een halven stuiver zwam. De verkoopster
stuurde den onbekende een kind na, en dit zag hoe
de man op straat een stuk zwam aan zyn pjjp opstak,
dit in een brievenbus wierp en toen baastig de vlucht
nam.
Op denzelfden avond brandden nog twee bussen ledig.
Den volgenden morgen gaf de winkelierster de politie
eene zeer juiste persoonsbeschry ving van den zonder
lingen brandstichter, waarop een reeds meermalen ge
straft man, als ernstig van de daad verdacht, werd
gearresteerd. Nadat hy aan van kei yk hardnekkig had
ontkend, erkende bij ten slotte al de branden in de
brievenbussen te hebben gesticht.
Nederland.
Apeldoorn, 24. Febr. Baron M. Mackay en
jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman zijn heden middag
te één uur op Het Loo door Z. M. den Koning, als
minister van koloniën en van binnenlandsche zaken,
beëedigd. Na vervolgens ook door H. M. de Koningin
ontvangen te zijn, verlieten beide heeren te half drie
in een huurrytuig het paleis.
®ss Gravonhage, 25 Febr. De afgetreden
minister van binnenlandsche zaken, baron Mackay, heeft
heden afscheid genomen van de hoofdambtenaren,
chefs van afdeelingen aan dit departement en heeft
daarna zijn ambt als minister van koloniëa aanvaard,
met de gebruikelyke voorstelling der ambtenaren, welke
ook plaats bad, toen heden de nieuwe minister van
binnenlandsche zaken in functie is getreden.
Te 's Hage is Zaterdag een hangsteiger, waarin
een verver en een verversjongen aan het werk waren
en welke aan de dakgoot vastgehaakt was, losgeraakt
en op straat terechtgekomen. De beide personen voel
den den bak onder hun lichaam verdwijnen. De jongen
had de tegenwoordigheid van geest zich met de handen
aan de dakgoot vast te klampen, uit welken benarden
toestand hy verlost werd zoodra het oogeval werd
opgemerkt. Hij werd gegrepen en door het dakvenster
binnengebracht.
De verversknecht stortte ongelukkigerwijze op straat,
en werd in gevaarlijken toestand opgenomen en naar
het ziekenhuis overgebracht.
Biervliet, 24 Febr. Aan de Pauline- en Thomaes-
polder alhier is verleden week eene oeverafschuiving
ontstaan, lang 144 en breed 40 M., terwijl er nu weder
eene oeverafschuiving plaats had, die 55 M. lang en
13 M. breed was. De hierdoor ontstane kosten zyn nog
niet te ramen.
De raad der gemeente Biervliet heeft besloten
aan Z. M. den Koning dispensatie te vragen van de
verplichting tot het heffen van schoolgeld.
Mi<l<l©Tfcmrgf, 25 Febr. Heden is door de recht
bank uitspraak gedaau in de moord-geschiedenis te
Hulst. Daarbij is J. W. W., 29 jaar, barbier te Hulst,
thans gedetineerd alhier, ter zake van zware mishan
deling, die den dood ten gevolge heeft gehad, veroordeeld
tot een gevangenisstraf van 1 jaar.
Middelburg;, 25 Febr. Door het bestuur der
Yereeniging tot het- bezoeken der armen is een circu
laire verspreid, waarin den steun der ingezetenen wordt
ingeroepen, ten einde in staat te zijn deze nuttige
instelling reeds 45 jaren bestaat zy, welke zoo
aan het kwijnen is, weder te doen bloeien, waardoor
de Vereeniging dan weder in staat is gesteld haar
liefderijk werk voort te zetten.
In de circulaire wordt aangespoord zich te verbinden
voor een vaste jaarlyksche contributie, waardoor men
dan lid van de Vereeniging zou kunnen heeten.
Goes, 24 Febr. Van de 72 jongelingen, die in
geschreven waren voor de nationale militie, waren 7
eenige zoons, 4 reeds in dienst, 6 hadden gebreken,
terwijl 20 hunner broederdienst konden reclameeren.
De grootste helft had dus om een of andere reden
récht op vrijstelling.
Buitengewoon rumoerig was die „lootjeedag". Reeds
overdag werd er gevochten, maar 's avonds was het
bepaald brutaal. Op potsierlijke wijze uitgedost, en
gezeten op eene steekkar werdeD vier jongens in optocht
door de stad gereden, natuurlyk omstuwd door eene
onafzienbare massa schreeuwers en schreeuwsters. Niet
minder dan 25 ruiten werden verbrijzeld. De politie
is tegenover zulk een bende natuurlyk machteloos.
In navolging van zoovele gemeenten in Zuid-
Beveland is ook hier een musschengilde opgericht onder
het bestuur van J. Zandee, A. J. Hendrikse, J. de Dreun,
M. Rjjk en P. de JoDge Jz. Onmiddellijk traden een
twintigtal personen toe, die 10 cent contributie per
maand zullen betalen en minstens 20 gedoode musschen
moeten inleveren als bewjjs hunner activiteit. Blijft
een lid in gebreke, dan betaalt by 1 cent boete voor
elke musch, die hy minder dan het bepaalde minimun
inlevert.
Ook ratten zal men den verdelgingsoorlog aandoen,
maar dat men ook zwarte mollen (talpa europaea) zal
trachten uit te roeien, pleit juist niet voor het gezond
verstand der oprichters.
De heer W. Pelle heeft een navolgenswaardig
voorbeeld gegeven door in dezen winter al zyix grond
te doen spitten. Daardoor werd er menig gezin, zooals
men zegt, ten minste de mond opengehouden.
De heer S. van der Vegt, waterbouwkundig
ambtenaar bij den calamiteusen polder Oost-Beveland,
is voorloopig belast met de betrekking van opzichter
over den Wilbelmina-polder.
De oud-gereformeerde gemeente van ds. Wijting,
mocht zich onder diens opvolger ds. Groeneweg in
zulk een bloei verheugen, dat men er toe moest over
gaan om een nieuw en grooter kerkgebouw te stichten.
Het gebouwtje, waar vroeger de godsdienstoefeningen
gehouden werden, staat nu verlaten.
Dit heeft enkelen op het denkbeeld gebracht om
eene nieuwe gemeente te stichten, waarvoor beroepen
zal worden ds. Boom van Borsele. Aan kerken is
hier geen gebrek.
Zierikzee, 23 Febr. Naar wij vernemen, hebben
J. de B., arbeider te Renesse, veroordeeld tot 1 jaar
gevangenisstraf, wegens verzet tegen den Burgemeester
van Haamstede en het wederrechtelijk binnendringen
van diens woning, en D. G., landbouwersknecht te
Scherpenisse, wegens mishandelimr, veroordeeld tot 4
maanden gevangenisstraf, tegen die vonnissen hooger
beroep aangeteekend.
Aan mejuffrouw G. J. Rozenberg, onderwijzeres
te Poortvliet, is op verzoek, met ingang van 1 April
e. k., eervol ontslag verleend.
Te Retranchement is in bet lokaal van >Het
Leger des Heils" door een der bekeerden (nota bene)
uit een paar busjes ongeveer 12 ontvreemd.
Uit Mijdrecht wordt gemeld:
Zekere E. K. was txxsschen zyne inschrijving en
loting voor de nat. militie naar Amerika vertrokken. H t
voor hem getrokken nummer was dienstplichting;
toen hij zich dezer dagen, tot het ontvangen van eenige
gelden, in deze gemeente ophield, herinnerde het
gemeentebestuur zich zijne onvervulde militieplichten
en werd hy voor Ged. Staten gebracht, die hem wel
voor vijf jaren zullen inlijven.
De karrijder F. D., te Kooten (Fr.), die zich
dezer dagen by 't snijden van beschimmeld brood voor
de honden in de hand sneed en tengevolge van de
daardoor ontstane bloedvergiftiging om geneeskundige
hulp naar Groningen moest wordeD vervoerd, waar de
arm werd afgezet, is thans overleden.
Ziei'ilrzee, 25 Febr. In de heden avond voortge
zette gemeenteraads-vergadering werd met de verdere be
handeling der voorwaaiden van concessie voor den aanleg
eener waterleiding voort gegaan.
Op verschillende artt. waren amendementen ingediend door
den heer Six en door de heeren Fokker en Six die voor het
grootste deel na bespreking werden aangenomen.
Na de behandeling der artikelen werd op voorstel van
den heer Zuurdeeg nog besloten, tot het opnemen eener
bepaling in art. 9 waarbij aan B. en W. het recht wordt
verleend om het 'water behalve chemisch, ook microscopisch
te doen onderzoeken teneinde te. kunnen constateeren of
het vrij is van pathogene bestanddeelen.
Naar aanleiding van een dezer dagen in den Nieuwsbode
geplaatst ingezonden stuk, waarbij twijfel werd geopperd of
de terreinen der waterleiding wel voldoende water zullen
kunnen opleveren, hield de heer Six een vertoog, waaruit
bleek, dat die twijfel ongegrond is en die terreinen ongeveer
vijf maal de benoodigde hoeveelheid water zullen kunnen
verschaffen.
De definitieve concessie werd daarna verleend met 9 tegen
2 stemmen. Tegen stemden de heeren van Manen en Boeije.
De tarieven, zooals die door den raad zijn vastgesteld,
deelen wij in een volgend nummer mede.
Voor kennisgeving werden aangenomen, twee brieven van
Ged. Staten, houdende goedkeuring van een raadsbesluit en
van het suppl. kohier van den hoofdelijke» omslag over 1889,
alsmede een brief van den heer H. C. van den Ende houdende
aanneming van zijne benoeming tot regent van het Burg.
Armbestuur.
hx handen van B. en W. werd om prae-advies gesteld een
adres van den heer J. van der Jagt, Sasmeester, om eene
extra-toelage over 1889 wegens de lage opbrengst der door
hem genoten schutgelden.
De jaarwedde van de onderwijzeres aan school C Mej.
J. H. Krenser geb. Bax, aan wie thans de hoofdleiding van
het onderwijs in de handwerken aan die school is opge
dragen, werd op voorstel van B. en W. tengevolge dier opdracht
met f 50 verhoogd.
Op voorstel van den Voorz. werd besloten in het najaar
39 oude en scheeve boomen aan den Grachtweg tusschen
de Zuidvvellebrug en de Nobelpoort, ter roeiïng te verkoopen.
Daarna werd besloten tot het doen van eenige af- en
overschrijvingen op de begrooting der gemeente voor 1889.
Vervolgens werd op voorstel van B. en W. besloten aan
het bestuur van Schouwen te kennen te geven, dat de Raad
geen bezwaar heeft tegen de werken aan het West haven
hoofd zooals die zijn geprojecteerd, zonder intusschen eenige
uitspraak te doen omtrent de verplichtingen der gemeente
ten aanzien van de bijdragen in de kosten.
Nadat de heer Six nog de aandacht van B. en W. had
gevestigd op de wenschelijkheid om de stoombooten geen
oponthoud te doen veroorzaken door de ligging van schepen
in de haven, zooals onlangs met de Spoorboot het geval
was, sluit de Voorz. de vergadering.
KERKNIEUW
De kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Den Bommel
heeft een weigerend antwoord gegeven op het verzoek
van enkele ledea om met de Synodale Organisatie
te breken.
Beroepen te OobL en West-Souburg ds. J. P]i.
Hattink Jr. te Leimuiden.
Bij de plaats gehad hebbende verkiezing van 13
gemachtigden in bet Kiescollege der Herv. Gem. te
Zierikzee zijn uitgebracht 173 st. Gekozen zijn de
heerenJ. G. Bethe, Mr. C. J. Fokker, S. G. Nauta
van der Grijp, N. Huson, Mars. Kasboek, J. J. Keiler,
J. Lammers Jz J. van der Linden, M. Lokker, G. J.
Lunenberg, W. P. Rensen, J. Verdoom Azn., J. Wiltson.
•s GRA.VGNHAGE, 24 Februari 1890.
nWer bat gedacht, was ist volbracht," dit gaf jl. Vrijdag
avond den Nederlandschen toonkunstenaar Nicolaï, toen hem
schier overstelpende hulde werd gebracht bij gelegenheid
van zijn 25-jarig jubilé als directeur der Koninklijke Muziek
school aanleiding tot een kernachtige en zinrijke improvisatie.
Voor een politieke» brief zou ik ditmaal geen juiste tekst
kunnen bedenken. Wie had een maand geleden durven
voorspellen dat het Kamerlid De Savornin Lohman de plaats
zou innemen op het torentje en Minister Mackay zou ver
huizen naar Koloniën? Die zulk een vermoeden had durven