ZIËBIkZËËSCHË NIEUWSBODE. Dinsdag 11 Februari 1890. TO LM VEI® Directeur-Uitgever J. WAALE. POSTERIJEN. KENNISGEVING. BEKENDMAKING. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 4.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per weekf 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5808. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend De DIRECTEUR van het Postkantoor te Zierikzee maakt bekend, dat er voortaan des Zondagsmiddags tusschen l'/s en 2 ure gelegenheid zal worden gegeven tot het afhalen van brieven en andere stukken. VAN ENCK, fa. Directeur. Zierikzee, 10 Febr. 1890. De GEDEPUTEERDE STATEN van Zeeland, gezien art. 73, 2de lid van de wet regelende het kiesrecht en de benoeming van afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37), gewijzigd bjj de wet van 6 November 1887 (Staatsblad no. 193); noodigen de inwoners der provincie uitzoo zjj in de grondbelasting, de personele belasting of het patentrecht op de kohieren tot den loopenden dienst behoorende, elders zijn aangeslagen, daarvan door toezending van de vereischte bescheiden (aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren en eene berekening vao hetgeen in hoofdsom en in de Rijks-opcenten afzonderlijk wordt betaald) vóór 1 April aanstaande aan hen te doen blijken. Middelburg, 31 Januari 1890. Gedeputeerde Staten, DE BRAUW, Voorzitter. E. FOKKER, Griffier. Onveiligheid op het Haringvliet. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van zeevarendendie daarbjj belang kunnen hebben, dat de springproeven met geladen torpedo's in het vaarwater bij Hellevoetsluisbij gunstige weers gesteldheid, op Maandag den ÏO Februari e.k. zullen worden hervat. Zoolang het vaarwater dientengevolge onveilig is, zal waarschuwing worden gegeven door vaartuigen van den torpedo-dienst, die de roode vlag in top voeren, en zich ongeveer 300 Meters boven en beneden het onveilige terrein zullen ophouden. Zierikzee, den 8 February 1890. De Burgemeester, J. P. N. ERMERINS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie rikzee maken bekenddat de Commissie van beheer van het Kazernementsfondster benoeming van een lid in die Commissie, in plaats van wijlen den heer JAN VAN DER VLIET, op Zaterdag- den lSden Februari e.k.te 2 uur des namiddags, eene Vergadering zal houden in een der lokalen van het Raadhuis, waartoe de gerechtigden tot dat fonds by deze worden opgeroepen. Zierikzee, den 10 February 1890. De Burgemeester en Wethouders, J. P. N. ERMERINS. De Secretaris, J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ. Wat laug verwacht was, is gebeurd. De Minister van Koloniën heeft zich niet kunnen handhaven in het «kostelijk ministerie". De Eerste Kamer verwierp, het is onzen lezers bekend, de begrooting van Koloniën en gaf daarmede te kennen, dat zij de belangen onzer over- zeesche bezittingen niet meer veilig achtte onder bet beheer van dezen Minister. Dat deze beslissing van het lichaam, waarin de liberalen nog de meerderheid hebben, bij de tegen partij heftige verontwaardiging heeft gewekt, is te begrijpen; de zoogenaamde coterie heeft het deerlijk verbruid. Maar is er voor die verontwaardiging wel reden Laat ons eens nagaan wat onze Eerste Kamer er wel toe bewogen kan hebben, om ditmaal gebruik te maken van baar grondwettig recht en niet maar zich te bepalen tot goedkeuring van datgene wat de Tweede Kamer had aangenomen. Wij stellen daarbij voorop, dat deze Eerste Kamer, sedert de verkiezingen van 1888, die bet optreden van het clerikaal ministerie ten gevolge hadden, ten duidelijkste heeft doen blijken van een streven naar bedachtzaam bandelen. Geen oogenblik beeft zij ge poogd misbruik te maken van het toeval, dat in haar midden de liberale partij nog het hecht in banden hadindien dit haar streven was geweest, zouden niet in November van het vorige jaar de tientallen adressen lot verwerping van de Schoolwet vruchteloos zijn gebleven. Bij de behandeling der Schoolwet heeft de Eerste Kamer getoond, dat boven partij-belangen ook bij baar ging het belang van bet Vaderland en zij heeft, door die wet, welke zeker op veel punten in strijd was met de persoonlijke wenschen van velen barer leden, aan te nemen, het ministerie van de overzijde krachtige hulp geboden tot beëindiging van den schoolstrijd. Maar nu? Was thans op eens in de Eerste Kamer de zucht gevaren, om partijpolitiek te gaan drijven, zooals een radicaal orgaan insinueerde, en was het afstemmen dezer begrooting gericht tegen den heer Keuchenius, alleen omdat hij, meer dan de andere ministers, de anti-revolutionaire kleur gaf aan dit kabinet? Zij, die deze meening bij het volk ingang trachten te doen vinden, doen dubbel verkeerd, omdat zij beter weten. Zij handelen al even erg als de Maas bode, die de verwerping van Hoofdstuk X noemde »een triumf der ongeloovigen". Neen, de Eerste Kamer verwierp Hoofdstuk X niet uit partijbelang en ook niet omdat zij het Christendom in de koloniën in zijn geleidelijke ont wikkeling in den weg wilde staan. Maar zij heeft den Minister Keuchenius haar vertrouwen ontzegd, omdat hij, in plaats van zijn bekende werkkracht en groote kennis van Indische toestanden aan te wenden tot verwezenlijking van gedane beloften, den tijd zoek bracht met bet drijven van eene gevaarlijke politiek, door al zijn aandacht te bepalen tot het gebied van de kerkelijke propaganda. Aanschrijvingen en missives op kerkelijk gebied zijn daar om te bewijzen, dat de Minister allerlei maatregelen heeft doen nemen, die de inlandscbe bevolking tot bitterheid dreigden te stemmen. En verbittering van het inlandscb element in de Koloniën dit zal toch ieder moeten toegeven is bet ergste, waaraan men Nederland kan bloot stellen. Men zou het een ijveraar voor bet geloof kunnen vergeven, maar in een Minister, een Staats man, mag bet niet worden geduld, dat hij door een dweeperij, welke aan godsdienstwaanzin grenst, zooals bet in de Eerste Kamer werd uitgedrukt, gevaar doet ontstaan voor een opstand onder de inlandsche bevolking. Hebben wij nog niet genoeg aan den Atjeb-oorlog? Van dien oneindigen strijd was door den Minister het einde in zicht gesteld. Pacificatie werd in de troonrede toegezegd. Nu, wij voor ons hebben er geen oogenblik aan gedacht, dat het een Minister, wien dan ook, zou gelukken in een zoo korte spanne tijds daartoe te geraken. Maar wanneer U verzekert wordt, dat de Atjehsehe hoofden vredelievender ge zind worden en gij ziet dan, hoe by Kota Pohama bet Indisch leger tal van zijn dapperste strijders door het moorddadig vuur van den vijand verliest, vraagt gij dan uzelf niet af, of de ministerieele verzekering wel getuigde van een ernstig streven om zich op de hoogte te stellen van wat er in Atjeh omging? Heeft verder de heer Keuchenius getracht de steeds door hem als Kamerlid aangevallen opium pacht te hervormen? Nogmaals, ook van diequaestie verlangde niemand de geheele oplossing in twee jaren tijds. Een kwaad, hetwelk zoo diep is inge^ vreten in de zeden van een volk, i*oeit men opeens niet uit, vooral niet, als de schatkist de millioenen niet missen kan, welke dat kwaad haar opbrengt. Tot ernstige en langdurige overweging bestond dus reden, maar alleen op voorwaarde, dat de lang durige overwegingen ook werkelijk ernstig waren. Die voorwaarde is door den Minister niet vervuld. Door niets werd blijk gegeven, dat de Minister ook maar één krachtigen maatregel ter bestrijding van het kwaad had overdacht. De duur van de opium pacht werd van drie jaren op één jaar gebracht en het gevolg was alleen, dat de pachtschatten overal belangrijk verminderden, zonder dat daardoor de voldoening werd verkregen, dat nu de Javaan ook maar één pijp opium minder zou schuiven. De ge heime verkoopplaatsen van opium moesten zoo beval de Minister overal worden gesloten en ambtenaren van allerlei rang werden belast met het opsporen van overtredingen alles een schermen in het wilde, onuitvoerbare geboden, zoolang er niet op gezonnen werd, boe den invloed te keeren van het alles vermogende geld van den Chineeschen pachter. De Comptabiliteitswet, die den geldelijken band tusschen Indië en bet Moederland regelt, zou ge wijzigd, het Regeeringsreglement, dat verouderd is, zóu herzien worden Heeft men ooit, gedurende het ministerschap van den beer Keuchenius, van eenigen stap vernomen om daartoe te geraken? «Hoe wilt gij dat alles van mij", zeide de Minister, hervormingen zijn zonder groote offers niet te ver krijgen, en bovendien, ik ben geen b er vormer 1 Men beeft acte genomen van die laatste woorden. Goed. Men kan een redelijk minister zijn zonder hervormingen tot stand te brengenmen houdt dan slechts de zaken gaande. Maar wanneer uw party den volke met luider stem verkondigd heeft, dat gij hervormen zoudt, dat gij de koloniën zoudt opheffen uit het verval waarin zij geraakt waren door het jarenlang wanbeheer der liberalen", dat gij een einde zoudt maken aan de scheeve verhouding, waardoor voor het moederland alles werd genomen en aan de koloniën niets gegeven als uw vrienden beloofd hebben dat gij dat alles zoudt beproeven (wij spreken nog slechts van beproeven!) en het volk is daarop ingegaan welnu, dan hebben ernstige mannen het recht, van U te verlangen, dat gij toont, iets meer te willen, dan de zaken gaande te houden, dan alle hervormingen onbeproefd te laten. En wanneer daarbij komt, dat gij niet alleen, niet hervormt, de zaken ook zelfs niet gaande houdt, maar de rust in Indië door uw godsdienstig drijven aan het grootste gevaar blootstelt, dat denkbaar is, dan zouden die ernstige mannen niet langer tegenover het Vaderland verantwoord zijn, zoo zij U bun vertrouwen bleveu schenken. Daarom kan het Nederlandsche Volk der Eerste Kamer dankbaar zijn, dat zij deze beslissing heeft doen vallen. Had zij het partybelang willen dienen, zij bad Keuchenius staande gehouden. In 1891 zou. bet kiezersvolk dan verbaasd zijn geweest over het weinige, dat in die vier jaren was te recht gekomen van de koloniale paragrafen der kerkelijke ver kiezingsprogramma's. Dat ware misschien den liberalen ten goede gekomen. Maar in dien tusschen- tijd had, als men den heer Keuchenius zjjn gang had laten gaan, in Indië dan ook het ergste kunnen gebeuren. Dat heeft de Eerste Kamer trachten te verhoeden en dit is de beteekenis der beslissing geweest. Australië. Te Sidney werd onlaags eene tentoonstelling van kleine kinderen gehouden, die tot onstuimige tooneelen aanleiding gaf. Meer dan 300 zuigelingen waren inge zonden, die natuurlijk allen door hun moeder werden begeleid. Verscheidene prijzen in geld waren voor de mooiste zuigelingen uitgeloofd en de toewijzing ge schiedde bij meerderheid van stemmen der bezoekers, van wie ieder zijn stem gaf aan 't kind, dat hem toe scheen de mooiste zuigeling te zyn. De tentoonstelling werd in het geheel door zeventig duizend personen bezocht en de meeste stemmen werden uitgebracht op een meisje van 10 maanden, dat 10 kilogram woog. Aan de gelukkige moeder van de pryswinster werd 1200 gulden uitbetaald. De meeste andere moeders, wier zuigelingen niets hadden gekregen, waren- daarmede echter niet tevreden. Heel boos door haar beleedigde moedertrots, kwamen op den laatsten dag der tentoonstelling ongeveer honderd vrouwen by een, met het loffelyk doel de leden van het uit voerend comité en de overige beambten een pak slaag te geven. Reeds was men handgemeen, toen de slimme directeur van de tentoonstelling op de reddende gedachte kwam om het gas te laten uitdraaien. Thans ontBtond een tafereel van onbeschrijfelijke verwarring, want de strijdlustige vrouwen lieten dadelijk de beambten los en hadden veel moeite om haar zuigelingen, die zij zoolang in de kleedkamer in bewaring hadden gegeven, terug te vinden en naar buiten te komen. Amerika. "Wasliiug:ton, 8 Febr. De bladen kondigen eene reusachtige financieele operatie aan, die zal worden georganiseerd door den Amerikaanschen arbeidsbond. Het doel is een fonds te vormen, waaruit geld zal worden beschikbaar gesteld voor lederen tak van ny verheid, van welken de werklieden den arbeid staken. Nu men zich gereed maakt, den dag te herdenken, waarop Amerika vóór 400 jaren ontdekt werd, komt uit de Vereenigde Statea "een tamelijk ontnuchterend bericht. De heer Mul vil Dewez, directeur van de Bi bliotheek te New-York, beweert namelijk op geheel toevallige wyze te Parys een manuscript te hebben gevonden, waaruit «zonneklaar" blijkt, dat Columbus niet de eerste Europeaan is geweest, die de Nieuwe Wereld in de 15e eeuw heeft bezocht. De heer Dewez iB van plan zyn brochure te plubliceeren op den dag, waarvan wjj hierboven spraken. De Btoombooten, welke den 4n Febr. te New-York aankwamen, hadden alle weer een moeielyke reis. Er dreven groote ijsbergen in den Atlantischen Oceaan, waarmede vele booten in gevaarlijke botsing kwamen. De kapitein van de «Queensmore" bericht, dat zyn boot bij New-Foundland door een hevigen storm werd overvallen, die gepaard ging met een rcodgekleurden regen. Zoodra het water, dat op het dek viel, was op gedroogd, liet het een spoor na, dat het best te ver gelijken was met een roestvlek. De stoomboot «Gellert" van de Hamburg-AmerikaaDsche lyn, liep tegen een jjsberg en bekwam twee gaten in den voorsteven, ter grootte van een voet in 't vierkant. Gelukkig kon de boot New-York nog bereiken. De kapitein zegt, dat hy twintig jjsbergen heeft gezien. Engeland. In het jongste verslag der «London, Tilbury and Southend Railway Company," de maatschappij, die de landingsplaats in Tbames-Haven exploiteert, wordt melding gemaakt van de toegenomen inkomsten ten gevolge van het vervoer van vee. Die vermeerdering was 6300 pd. st., waarvan 5300 pd. st. op rekening komt van het vee uit Holland. De voorzitter betreurt het, dat dit vervoer thans verboden is, maar de Britsche Regeering kon, naar hij verklaarde, niet anders handelen. Hy wist, dat de indruk bestond, dat de handelwyze der Regeering het gevolg was van den persoonlijken invloed van den heer Chaplin, die een protectionist genoemd werd, doch by geloofde, dat deze niet anders kon handelen dan hy deed. Men mocht hopen, dat de beperkingen spoedig zouden worden opgeheven en het vervoer was voor de maatschappij van groot belang, maar het was moeilyk te zeggen of het even groot zou blyven als het tot dusver was. Hy geloofde in- tusschen, dat men op inkomsten van 15,000 pd. st. per jaar uit deze bron kon rekenen. Behalve 40 ljjken zyn 100 man levend en niet ernstig gewond uit de mjjn te Newport gehaald. Rusland. Den 29en Januari begaven zich een menigte visschers uit het Russische dorp Tochorna op het jjs van het Peipusmeer. Het wa9 dooiweer en een scherpe wind waaide, die het jjs in het midden van het meer deed barsten. Daardoor werd aan talrjjke visschers de terugweg afgesneden, die nu in de richting van Gdow den anderen oever trachtten te bereiken. Eene groote menigte evenwel zat op eene ijsschots, die rondom in het water zat. Gelukkig werden hun noodkreten ge hoord aan den oever en met drie booten, die eerst ander halve werst over het ys moesten worden gesleept, voor men open water had, ijlde men de ongelukkigen te hulp. Na driemaal heen en terug te zijn gevaren, had meu 32 menschen en 12 paarden het leven gered. Altyd werd de jjsschots verder het meer ingedreven, tot de nacht inviel en de redding moest worden ge staakt tot den volgenden morgen. Zoodra het even slechts licht werd, wilde men weer aan den arbeid teigen, doch ijsschots, menschen en paarden waren in de diepte verdwenen. Turkije. Nu den grooten «zieken man" in Turkije byna de fondsen zouden gaan ontbreken om zyn «geneesmid delen" te betalen, komt voor bem onverwacht een uitredding. In de vroegere schatkamers der oude Griekache keizers te Conetantinopel is n.l. een schat gevonden. Eenige werklieden zouden, naar uit de Turkscbe hoofdstad bericht wordt, onlangs in denabjj de Hagia Sophia gelegen oude schatkamers, die men sedert lang reeds leeg waande, een geheime deur hebben ontdekt, welke blykbaar naar een nog dieper gelegen keldergewelf voerde. De sultan, niet weinig nieuws gierig naar 't geen daar nog aanwezig zou kunnen zyn, heeft dadelyk een uit 3 hoogestaatsambtenaren bestaande commissie benoemd, die de deur heeft laten openen, daardoor het dieper gelegen lage, maar uitgebreide gewelf is binnengedrongen en ontdekt heeft, dat dit gevuld was met schatten uit den tjjd van vóór Con- stantinopels verovering. Een aantal stukken zyn reeds naar het keizerljjk paleis overgebracht, maar omtrent de vermoedelyke totaal-waarde wordt het diepste stil zwijgen bewaard. Slechts dit is men te weten gekomen, dat zich onder het gevondene ook veel kostbare wapenen bevinden, grootendeels afkomstig uit de ryke verzameling van keizer Konstantijn Palaeologus. Frankrijk. Parys, 7 Febr. De Hertog van Orleans, de zoon van den Graaf van Parys, is heden avond ten huize van den Hertog van Luynes in hechtenis genomen en naar de conciergerie overgebracht. De inhechtenisneming is geschied op grond van de wet, welke aan de hoofden der geregeerd hebbende familiëa verbiedt het Fransche territoor te betreden. 8 Febr. De Hertog van OrleanB was te ParyB gekomen om zjjne indeeling by het leger te vragen en alzoo zyn dienstplicht te vervullen. Drie meisjes van 9, 10 en 11 jaar, gehoorzamende aan de bevelen van Capuchon, een knaap van 14 jaar, hadden te Parys samen een vereeniging gesticht, dief stal tot doel hebbende. Naar het schijnt, gingen de zaken zelfs zeer goed, want, toen men de kinderen aanhield, waren zjj in het bezit van 3000 fr. in geld, vele juweelen en verscheidene andere voorwerpen. In een hotel van de rue Faubourg-Montmartre werd de kleine bende gevangen genomen. De afwezigheid van den patroon waarnemende, waren zjj in het bureel van het hotel gedrongen om te stelen; de patroon kwam eensklaps terug en de jonge aanvoerder, die de wacht hield, wilde de vlucht nemen, maar hy werd vastge grepen en allen werden naar het politiebureau gebracht, waar zij iedereen verbaasden door hun koelbloedigheid eri stoutmoedigheid. Ingevolge het onderzoek is de moeder van een der jonge deugnieten aangehouden. Te Grenoble had de politie in een kamer een vrouw gevonden, voorover op den grond liggende, met verbrijzelden schedel. In een tweede kamer lagen op een bed de ljjken van een man en een vrouw, elkander omarmende; den man was een kogel in den slaap ge schoten en hy had een zware revolver in de hand. Ook de vrouw was in den slaap geschoteneen kleinere, geheel geladen revolver lag op een tafel midden in de kamer. Yan worsteling was geen spoor. De ljjken op het bed bleken te zyn die van Julienne Gabet, 38 jaar oud eu van Marius Peyrinet, een handschoen maker van 20 jaar. De andere doode was vrouw Ray mond, 30 jaar, evenals Peyrinet by vrouw Gabet inwonende. Vrouw Raymond had nog een naald in de hand en een vingerhoed aan. Men schynt jaloerschheid van Peyrinet als dryfveer tot het voorgevallene te moeten aannemen. Voor de civiele rechtbank te Parjjs is een proces aanhangig, waarvan de afloop met veel belangstelling wordt tegemoet gezien. 33 jaar geled-n besteedde een moeder, Pagès, haar kiDd bjj een min op het land uit. Onlangs stierf de vader en de zoon meende thans gerechtigd te zyn de nalatenschap van zyn vader in bezit te nemen. De moeder verzette zich echter hiertegen, daar zij beweerde, dat hij, die meende de wettige erfgenaam te zyn, niet haar zoon, doch de zoon der min was. Haar kind - zoo zegt zjj was gestorven, en de min had dit geheim gehouden om zoodoende het loon niet te verliezen. .Duitschland. Te Keulen heeft zich het zeldzame geval voor gedaan, dat een tenor, die aan de keel eene operatie onderging, werd hervormd in een bariton. De man is over die stemverwisseling, naar zich denken laat, niet tevreden, daar goede tenoren zeldzamer zyn dan goede baritons en derhalve duurder betaald worden. Hij moet dan ook voornemens wezen den geneesheer, die de operatie verrichtte, in rechten aan te spreken! België. De stad Spa heeft een aardig voordeeltje gekregen. De onlangs overleden eigenaresvan het»Hoteld'Orange", een groot logement in die stad, blijkt de gemeente tot universeele erfgename van haar vermogen te hebben benoemd, dat een bedrag van een half millioen francs uitmaakt. Op de stad rust echter de verplichting om een weeshuis voor arme kinderen te stichteD. In het belang van het personeel dat bjj haar in dienst was, heeft de overledene de bepaling gemaakt, dat het logement nog drie jaren moet blyven bestaan. Te Luik zyn 2000 kilogram patronen ontdekt, afkomstig van den voorraad van Corvilain, welke het schrikkelijk onheil te Antwerpen veroorzaakte. Het O. M. was door een naamloozen brief gewaarschuwd; het bleek, dat er voor 150 kilogram gevulde bjj waren; zekere A. had ze van een Antwerpenaar gekocht. Er is een onderzoek ingesteld. Nederland. Amsterdam, 7 Febr. De oplichters schijnen in het bedenken van middelen om hun plannen uit te voeren, nooit uitgestudeerd. By een winkelier in de St. Janstraat kwam gisteravond omstreeks 10y2 uur een manspersoon, die voorgaf een lid van de recherche te zyn en vriend van een anderen rechercheur. Hij vroeg den naam en de woonplaats van een jongen, die aldaar een ons worst kocht, tegelyk den winkelier waarschuwende voor twee verdachte knapen, die buiten stonden te wachten. Na deze vaderljjke bezorgheid be stelde de quasi-rechercheur den winkelier een pond worst en een pond spek. De kooper tastte in den zak, maar o spjjt! hy had zyn portemonnaie vergeten. Nu, zoo dacht de winkelier, een man van de politie, dus dat komt wel terech't, en liet hem gaan. Buiten gekomen werd de man door die knapen, waarvoor hij gewaarschuwd had, aangehouden, waar door een volksoploop ontstond. Bij de woordenwisseling werden den winkelier de oogen geopend en hy maakte van de verwarring gebruik om de van hem gekochte worst en het spek terug te nemen. De rechercheur koos het hazenpad. 's Gravenhage, 7 Febr. Het gerechtshof alhier bevestigde de vonnissen der Zierikzeesche recht bank, houdende veroordeeling van personen uit Zonne- maire en Bruinisse, wegens mishandeling en verzet tegen de politie. 'es Gravenhage, 8 Febr. Heden heeft de Mi nisterraad zjjn advies omtrent de ontslag-aanvrage van den Minister van Koloniën aan den Koning verzonden. Van den inhoud is nog niets bekend. Men verzekert dat door het Ministerie geen Kabinets kwestie is gesteld. 's Gravenhage, 8 Febr. De leiders der anti revolutionaire party in en buiten de Tweede Kamer, de heeren De Savornin Lohman en dr. A. Kuyper, zyn gisteren hier geweest en hebben met eenige ministers een onderhoud gehad. De Commissie van Rapporteurs betrekkeljjk de wetten tot regeling van de pensioenen voor burgerlijke ambtenaren enz., heeft een zeer uitvoerig zelfstandig eindverslag daarover uitgebracht, waaruit blijkt, dat zjj geen tweede afdeelingsonderzoek heeft noodig geoordeeld, maar het daarentegen wenBcheljjk heeft geacht, omtrent de gewjjzigde wetsontwerpen alsnog in schriftelijk overleg te treden met de Regeering. Van die gedachten wisseling bevat het verslag de resultaten. De minister verklaart zich tegen het stelsel door de commissie aanbevolen, om ten behoeve van het wéduwenpensioen te heffen het halve tractement als loopende korting en daarnevens 3 pCt. doorloopend, omdat daardoor de last te zwaar zou worden. Welke beslissing overigens ook ten aanzien der kortiDg genomen wordt, in elk geval acht de minister het wenschelijk de ambtenaarspensioenen ten laste van den Staat te laten, ten einde geen dubbele administratie te verkrygen, waaruit verwarring zou ontstaan. De Regeering blijft ook ontraden het plan om alsnog pensioen toe te kennen aan de weduwen en weezen der ambtenaren, die voor 1889 gepensionneerd of overleden zyn. 's Ministers bezwaar is vooral hierin gelegen, dat men bjj deze wet daardoor een antecedent in 't leven zou roepen, waarby voor een nieuwen maatregel een zoo langdurige termijn, waar binnen die zal terugwerken, wordt aangenomen. Omtrent de vraag, of het op te richten weduwen- en weezenfonds wel in staat zal zjjn ten allen tijde aan zijn verplichtingen te voldoen, Btemt de minister in met de meening, dat de regeling, zooals zy thans is voorgesteld, geen overwegend bezwaar aanbiedt, mits vaststaat, dat het op te richten fonds op eigen wieken zal dry ven. liotterdam, 9 Febr. Door de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van schipbreukelingen zyn in de maand Januari de volgende onderscheidingen Aan G. Basroger, kapitein van het Fransche stoom schip «Emma" van Havre, de gouden medaille, voor de reddiDg der equipage en passagiers, te zamen on geveer 500 personen, van het Nederlandsche stoomschip «Leerdam", den 16 December 1889 door aanvaring in de Noordzee gezoüken. Aan B. G. Bruinsma, kapitein van het Nederlandsche stoomschip «Leerdam", den 16a December 1889 door aanvaring in de Noordzee gezonken, de gouden medaille voor de uitstekende orde, door hem na die aanvaring aan boord van zijn schip gehouden, en de bedaardheid, waarmede hjj de 500 aan boord zijnde personen in de booten deed overgaan, waardoor allen door kapitein Basroger, van het Fransche stoomschip «Emma", later gered konden worden. Maassluis, 7 Febr. De burgemeester dezer ge meente, de leden van den Raad, de consul van Engeland, Jhr. Heemskerk van Beest, en de gemeente-secretaris waren gisteren in het stadhuis samengekomen om den nieuwbenoemden Broeder in de orde van den Nederl. Leeuw, L. Nieman, te ontvangen en met hem zijn wakkere tochtgenooten, L. Spujj, T. Klop, J. van Drimmelen en J. Brandenburg, aan wie door het Engelsche Gouvernement en door de Zuid Hol- landsche Maatschappij tot» redding van scbipbreuké- lingen gouden of andere medailles met getuigschriften waren toegekend, voor het redden van schipbreukelingen, inzonderheid van de bemanning van het atoomschip «Yoxford." De uitreiking dier eereteekenen had in het openbaar op de Markt plaats, waarby het fanfarenkorps der schuttery zich deed hooren. Na een kernachtige toespraak overhandigde de burge meester, de heer Wesseling, daarna aan schipper Nieman het Kruis. Vervolgens sprak de heer G. Dirkzwager namens de Engelsche Regeering en namens de Maatsch. tot redding van drenkelingen en reikte bjj met een harteljjken gelukweDsch de medailles uit, die door zjjn dochtertje de begiftigden op de borst werden gehecht. Nadat Jhr. Heemskerk van Beest nog tot de man schappen, den burgemeester en de ingezetenen van Maassluis had gesproken, werd de eerewyn aangeboden en hief de muziek het volks- en andere liederen aan, terwjjl de schutterjj voorbjj de redders defileerde. Daar mede was de plechtigheid afgeloopen. "Vlissing-oii, 8 Febr. Heden avond te ongeveer 10 ure ontdekte men, dat op de Veersche loodskotter, in het dok alhier liggende, brand was ontstaan. Spoedig waren de Burgemeester en andere autoriteiten benevens de brandweer aldaar aanwezig en het bleek toen, dat de wacht van de kotter, een matroos, niet meer aan boord was, en de kachel in het vooronder witgloeiend gestookt waB, tengevolge waarvan zeker het een of ander vlam gevat heeft en dientengevolge de brand is ontstaan. Men was gelukkig den brand spoedig meester, hoewel er nog zeer veel schade is geleden; hetgeen men zeker mag gelukkig noemen, aangezien er in den omtrek van de kotter nog vele andere kotters lagen. Middelburg;, 7 Febr. Ter openbare terecht zitting der rechtbank werd heden behandeld de zaak tegen M. R., 19 jaren oud, koopman te Ierseke, thans gedetineerd alhier, ter zake dat bjj, ter openbare terechtzitting dier rechtbank, d.d. 22 November 1889 als getuige onder eede gehoord in de strafzaak tegen W. Ie B-, oud 26 jaren, werkman te Ierseke, beklaagd van mishandeling, opzetteljjk valsch en in strjjd met de waarheid het navolgende heeft verklaard: «ik heb le B. niet zien gooien, ik ben naar den ryks veld wachter Van Loon, die mij gehoord had over bet gebeurde op 17 October 11., toegegaan om mjjn eerste verklaring aan te vullen en heb toen wel opgegeven, dat ik le B. had hooren zeggen tegen A. D., «geen namen noemen", hetgeen ik verzwegen had, maar ik heb toen niet aan den rijksveldwachter opgegeven, dat ik gezien had, dat le B. had gegooid." Gehoord werden 9 getuigen, door het O. M. voor gebracht en 1 deskundige om den geestestoestand van beklaagde te constateeren, terwijl vanwege de verde diging 2 getuigen a décharge werden gehoord. Het O. M. vorderde bekl.'s veroordeeling tot 18 maanden gevangenisstraf, vermits de in de dagvaarding vermelde, aan bekl. ten laste gelegde feiten den meineed vol komen staafden. De door beklaagde opgeworpen exceptie als zou hy abnormaal zyn wegens eene door hem ondergane ziekte, werd door den deskundige en door het schryven van den geneesheer, die bekl. indertyd behandelde, volkomen gelogenstraft. De verdediger, mr. M. J. de Witt Hamer, die in plaats van den ambtshalve toegevoegden verdediger mr. Van der Bilt voor den beklaagde optrad, vorderde vrjjspraak, vermits het eerste bjj dagvaarding ten laste gelegde feit volstrekt niet bewezen was en dat het bewys voor wat het 2e feit betrof, ten volle ontbrak. Uitspraak in deze zaak heden over 8 dagen. Mixldollburg:, 8 Febr. Het O. M. bjj de recht bank alhier eischte heden 3 maanden gevangenisstraf voor den 53jarigen arbeider D. v. d. W. te Kruiningen, aan wien het te wyfcen is, dat den 18 Oct. 1.1. M. Moll, door den sneltrein overreden en gedood werd, aan gezien dezen toestemde den overweg van den spoorweg over te gaan, wetende dat de trein in aantocht was. Door Gedep. Staten van Zeeland is, met ingang van 15 Febr., benoemd tot klerk bjj den prov. waterstaat de heer C. Hollestelle te Tholen. Heinkenszand, 7 Febr. Gisteren is het den brigadier-majoor der ryksveldwacht T. Vob alhier gelukt den dief op het spoor te komeD, die van den blikken offerbus van het zangkoor in de R. K. kerk het slot heeft weten te verbreken en daaruit het geld, ten bedrage van f 1,08, heeft ontvreemd, waarna hjj de offerbus verborgen had op de tweede verdieping der kerk. De bus en nog eenig geld, dat de dief in den zak had, werd in beslag genomen en proces verbaal tegen hem opgemaakt, 't Is de 13jarige F. B., een bekende van politie en justitie. Cortsjene, 8 Febr. Bjj de op gisteren gehouden aanbesteding van 777 M3. grint, was ingeschreven als volgt: Vet te Coljjnsplaat voor ƒ1528.27; A. v. d. Zegen de Beer te Hoofdplaat voor ƒ1619,75; G. Kor poraal te Sliedrecht voor f 1337,28; J. v. d. Berg te Viane voor ƒ1539,46 en A. Karreman te Coljjnsplaat voor ƒ1373,50. Aan den minsten inschrjjver, Korporaal, is de leve ring gegund. Stavonisse. Donderdag 1.1. had alhier plaats de 3e (voor dezen winter) vergadering met dames der vereeniging: „Tot nut en genoegen" alhier. De opkomst getuigde wederom van groote belangstelling. Als biblio thecaris werd herkozen de beer J. W. H. F. Buyze. Als spreker trad eerst op de heer Iz. Hage van Ierseke, die in een flinke rede, getiteld: „Dat kan niet en dat kan 'k niet" duidelyk uiteenzette, dat niet kunnen gewoonlijk het gevolg is van niet willen en bjjna nooit bestaat. De heer Feith uit Bergen-op-Zoom, ook expres- seljjk hiervoor overgekomen, leverde eeuige keurige voordrachten, als: „Waarom," „Het wiel van Heusden" en „Eduard de derde voor Calais," waarna genoemde heer Hage ons op humoristische wyze schetste een plattelandsavondschool voor volwassenen, waarna de heeren Cruck en Letzer bet publiek ook nog op een voordracht vergastten. Een gezellige en leerrjjke avond sloot hiermede voor dezen winter onze gezellige bijeenkomsten. Vrydag 7 dezer had alhier eene vergadering plaats, ten doel hebbende het oprichten van een musschengilde, ingevolge de vrijstelling van Z. E. de Commissaris des Konings in Zeeland, bedoeld in Prov. Blad No. 59, waarby, gedurende een bepaalden tijd van het jaar, als niet beschermd worden aangeduidbonte kraai, roek, kauw, kerk- en torenkauw, torenka, huis-, ring-, boom-, berg- of veldmusch. Circa 50 leden hadden zich aangesloten. Als bestuur werd gekozen: de heer C. Broodman, president en de heeren L. J. Dorst en L. G. Tuynman als commissarissen. Het aantal

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1