ZIËBIkZËËSCHË NIEUWSBODE.
Dinsdag 11 Februari 1890.
TO LM VEI®
Directeur-Uitgever J. WAALE.
POSTERIJEN.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 4.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per weekf 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5808.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.,
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend
De DIRECTEUR van het Postkantoor
te Zierikzee maakt bekend, dat er
voortaan des Zondagsmiddags tusschen
l'/s en 2 ure gelegenheid zal worden
gegeven tot het afhalen van brieven en
andere stukken.
VAN ENCK,
fa. Directeur.
Zierikzee, 10 Febr. 1890.
De GEDEPUTEERDE STATEN van Zeeland,
gezien art. 73, 2de lid van de wet regelende het
kiesrecht en de benoeming van afgevaardigden ter
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4
Juli 1850 (Staatsblad no. 37), gewijzigd bjj de wet van
6 November 1887 (Staatsblad no. 193);
noodigen de inwoners der provincie uitzoo zjj in
de grondbelasting, de personele belasting of het patentrecht
op de kohieren tot den loopenden dienst behoorende,
elders zijn aangeslagen, daarvan door toezending van
de vereischte bescheiden (aanslagbiljetten of uittreksels
uit de kohieren en eene berekening vao hetgeen in
hoofdsom en in de Rijks-opcenten afzonderlijk wordt
betaald) vóór 1 April aanstaande aan hen te doen
blijken.
Middelburg, 31 Januari 1890.
Gedeputeerde Staten,
DE BRAUW, Voorzitter.
E. FOKKER, Griffier.
Onveiligheid op het Haringvliet.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter
kennis van zeevarendendie daarbjj belang kunnen
hebben, dat de springproeven met geladen torpedo's in
het vaarwater bij Hellevoetsluisbij gunstige weers
gesteldheid, op Maandag den ÏO Februari
e.k. zullen worden hervat.
Zoolang het vaarwater dientengevolge onveilig is,
zal waarschuwing worden gegeven door vaartuigen van
den torpedo-dienst, die de roode vlag in top voeren,
en zich ongeveer 300 Meters boven en beneden het
onveilige terrein zullen ophouden.
Zierikzee, den 8 February 1890.
De Burgemeester,
J. P. N. ERMERINS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee maken bekenddat de Commissie van beheer
van het Kazernementsfondster benoeming van een lid
in die Commissie, in plaats van wijlen den heer JAN
VAN DER VLIET, op Zaterdag- den lSden
Februari e.k.te 2 uur des namiddags, eene
Vergadering zal houden in een der lokalen van het
Raadhuis, waartoe de gerechtigden tot dat fonds by
deze worden opgeroepen.
Zierikzee, den 10 February 1890.
De Burgemeester en Wethouders,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
Wat laug verwacht was, is gebeurd. De Minister
van Koloniën heeft zich niet kunnen handhaven in
het «kostelijk ministerie".
De Eerste Kamer verwierp, het is onzen lezers
bekend, de begrooting van Koloniën en gaf
daarmede te kennen, dat zij de belangen onzer over-
zeesche bezittingen niet meer veilig achtte onder bet
beheer van dezen Minister.
Dat deze beslissing van het lichaam, waarin de
liberalen nog de meerderheid hebben, bij de tegen
partij heftige verontwaardiging heeft gewekt, is te
begrijpen; de zoogenaamde coterie heeft het deerlijk
verbruid. Maar is er voor die verontwaardiging wel
reden Laat ons eens nagaan wat onze Eerste Kamer
er wel toe bewogen kan hebben, om ditmaal gebruik
te maken van baar grondwettig recht en niet maar
zich te bepalen tot goedkeuring van datgene wat de
Tweede Kamer had aangenomen.
Wij stellen daarbij voorop, dat deze Eerste Kamer,
sedert de verkiezingen van 1888, die bet optreden
van het clerikaal ministerie ten gevolge hadden, ten
duidelijkste heeft doen blijken van een streven naar
bedachtzaam bandelen. Geen oogenblik beeft zij ge
poogd misbruik te maken van het toeval, dat in
haar midden de liberale partij nog het hecht in
banden hadindien dit haar streven was geweest,
zouden niet in November van het vorige jaar de
tientallen adressen lot verwerping van de Schoolwet
vruchteloos zijn gebleven.
Bij de behandeling der Schoolwet heeft de Eerste
Kamer getoond, dat boven partij-belangen ook bij
baar ging het belang van bet Vaderland en zij heeft,
door die wet, welke zeker op veel punten in strijd
was met de persoonlijke wenschen van velen barer
leden, aan te nemen, het ministerie van de overzijde
krachtige hulp geboden tot beëindiging van den
schoolstrijd.
Maar nu? Was thans op eens in de Eerste Kamer
de zucht gevaren, om partijpolitiek te gaan drijven,
zooals een radicaal orgaan insinueerde, en was het
afstemmen dezer begrooting gericht tegen den heer
Keuchenius, alleen omdat hij, meer dan de andere
ministers, de anti-revolutionaire kleur gaf aan dit
kabinet?
Zij, die deze meening bij het volk ingang trachten
te doen vinden, doen dubbel verkeerd, omdat zij
beter weten. Zij handelen al even erg als de Maas
bode, die de verwerping van Hoofdstuk X noemde
»een triumf der ongeloovigen".
Neen, de Eerste Kamer verwierp Hoofdstuk X
niet uit partijbelang en ook niet omdat zij het
Christendom in de koloniën in zijn geleidelijke ont
wikkeling in den weg wilde staan. Maar zij heeft
den Minister Keuchenius haar vertrouwen ontzegd,
omdat hij, in plaats van zijn bekende werkkracht en
groote kennis van Indische toestanden aan te wenden
tot verwezenlijking van gedane beloften, den tijd
zoek bracht met bet drijven van eene gevaarlijke
politiek, door al zijn aandacht te bepalen tot het
gebied van de kerkelijke propaganda.
Aanschrijvingen en missives op kerkelijk gebied
zijn daar om te bewijzen, dat de Minister allerlei
maatregelen heeft doen nemen, die de inlandscbe
bevolking tot bitterheid dreigden te stemmen. En
verbittering van het inlandscb element in de
Koloniën dit zal toch ieder moeten toegeven
is bet ergste, waaraan men Nederland kan bloot
stellen. Men zou het een ijveraar voor bet geloof
kunnen vergeven, maar in een Minister, een Staats
man, mag bet niet worden geduld, dat hij door een
dweeperij, welke aan godsdienstwaanzin grenst,
zooals bet in de Eerste Kamer werd uitgedrukt,
gevaar doet ontstaan voor een opstand onder de
inlandsche bevolking.
Hebben wij nog niet genoeg aan den Atjeb-oorlog?
Van dien oneindigen strijd was door den Minister
het einde in zicht gesteld. Pacificatie werd in de
troonrede toegezegd. Nu, wij voor ons hebben er
geen oogenblik aan gedacht, dat het een Minister,
wien dan ook, zou gelukken in een zoo korte spanne
tijds daartoe te geraken. Maar wanneer U verzekert
wordt, dat de Atjehsehe hoofden vredelievender ge
zind worden en gij ziet dan, hoe by Kota Pohama
bet Indisch leger tal van zijn dapperste strijders
door het moorddadig vuur van den vijand verliest,
vraagt gij dan uzelf niet af, of de ministerieele
verzekering wel getuigde van een ernstig streven
om zich op de hoogte te stellen van wat er in Atjeh
omging?
Heeft verder de heer Keuchenius getracht de
steeds door hem als Kamerlid aangevallen opium
pacht te hervormen? Nogmaals, ook van diequaestie
verlangde niemand de geheele oplossing in twee
jaren tijds. Een kwaad, hetwelk zoo diep is inge^
vreten in de zeden van een volk, i*oeit men opeens
niet uit, vooral niet, als de schatkist de millioenen
niet missen kan, welke dat kwaad haar opbrengt.
Tot ernstige en langdurige overweging bestond dus
reden, maar alleen op voorwaarde, dat de lang
durige overwegingen ook werkelijk ernstig waren.
Die voorwaarde is door den Minister niet vervuld.
Door niets werd blijk gegeven, dat de Minister ook
maar één krachtigen maatregel ter bestrijding van
het kwaad had overdacht. De duur van de opium
pacht werd van drie jaren op één jaar gebracht en
het gevolg was alleen, dat de pachtschatten overal
belangrijk verminderden, zonder dat daardoor de
voldoening werd verkregen, dat nu de Javaan ook
maar één pijp opium minder zou schuiven. De ge
heime verkoopplaatsen van opium moesten zoo
beval de Minister overal worden gesloten en
ambtenaren van allerlei rang werden belast met het
opsporen van overtredingen alles een schermen
in het wilde, onuitvoerbare geboden, zoolang er
niet op gezonnen werd, boe den invloed te keeren
van het alles vermogende geld van den Chineeschen
pachter.
De Comptabiliteitswet, die den geldelijken band
tusschen Indië en bet Moederland regelt, zou ge
wijzigd, het Regeeringsreglement, dat verouderd is,
zóu herzien worden Heeft men ooit, gedurende
het ministerschap van den beer Keuchenius, van
eenigen stap vernomen om daartoe te geraken?
«Hoe wilt gij dat alles van mij", zeide de Minister,
hervormingen zijn zonder groote offers niet te ver
krijgen, en bovendien, ik ben geen b er vormer 1
Men beeft acte genomen van die laatste woorden.
Goed. Men kan een redelijk minister zijn zonder
hervormingen tot stand te brengenmen houdt dan
slechts de zaken gaande. Maar wanneer uw party
den volke met luider stem verkondigd heeft, dat gij
hervormen zoudt, dat gij de koloniën zoudt opheffen
uit het verval waarin zij geraakt waren door het
jarenlang wanbeheer der liberalen", dat gij een
einde zoudt maken aan de scheeve verhouding,
waardoor voor het moederland alles werd genomen
en aan de koloniën niets gegeven als uw vrienden
beloofd hebben dat gij dat alles zoudt beproeven
(wij spreken nog slechts van beproeven!) en het volk
is daarop ingegaan welnu, dan hebben ernstige
mannen het recht, van U te verlangen, dat gij toont,
iets meer te willen, dan de zaken gaande te houden,
dan alle hervormingen onbeproefd te laten.
En wanneer daarbij komt, dat gij niet alleen, niet
hervormt, de zaken ook zelfs niet gaande houdt,
maar de rust in Indië door uw godsdienstig drijven
aan het grootste gevaar blootstelt, dat denkbaar is,
dan zouden die ernstige mannen niet langer
tegenover het Vaderland verantwoord zijn, zoo zij
U bun vertrouwen bleveu schenken.
Daarom kan het Nederlandsche Volk der Eerste
Kamer dankbaar zijn, dat zij deze beslissing heeft
doen vallen. Had zij het partybelang willen dienen,
zij bad Keuchenius staande gehouden. In 1891 zou.
bet kiezersvolk dan verbaasd zijn geweest over het
weinige, dat in die vier jaren was te recht gekomen
van de koloniale paragrafen der kerkelijke ver
kiezingsprogramma's. Dat ware misschien den
liberalen ten goede gekomen. Maar in dien tusschen-
tijd had, als men den heer Keuchenius zjjn gang
had laten gaan, in Indië dan ook het ergste kunnen
gebeuren.
Dat heeft de Eerste Kamer trachten te verhoeden
en dit is de beteekenis der beslissing geweest.
Australië.
Te Sidney werd onlaags eene tentoonstelling van
kleine kinderen gehouden, die tot onstuimige tooneelen
aanleiding gaf. Meer dan 300 zuigelingen waren inge
zonden, die natuurlijk allen door hun moeder werden
begeleid. Verscheidene prijzen in geld waren voor de
mooiste zuigelingen uitgeloofd en de toewijzing ge
schiedde bij meerderheid van stemmen der bezoekers,
van wie ieder zijn stem gaf aan 't kind, dat hem toe
scheen de mooiste zuigeling te zyn.
De tentoonstelling werd in het geheel door zeventig
duizend personen bezocht en de meeste stemmen werden
uitgebracht op een meisje van 10 maanden, dat 10
kilogram woog. Aan de gelukkige moeder van de
pryswinster werd 1200 gulden uitbetaald. De meeste
andere moeders, wier zuigelingen niets hadden gekregen,
waren- daarmede echter niet tevreden. Heel boos door
haar beleedigde moedertrots, kwamen op den laatsten
dag der tentoonstelling ongeveer honderd vrouwen
by een, met het loffelyk doel de leden van het uit
voerend comité en de overige beambten een pak slaag
te geven.
Reeds was men handgemeen, toen de slimme directeur
van de tentoonstelling op de reddende gedachte kwam
om het gas te laten uitdraaien. Thans ontBtond een
tafereel van onbeschrijfelijke verwarring, want de
strijdlustige vrouwen lieten dadelijk de beambten los
en hadden veel moeite om haar zuigelingen, die zij
zoolang in de kleedkamer in bewaring hadden gegeven,
terug te vinden en naar buiten te komen.
Amerika.
"Wasliiug:ton, 8 Febr. De bladen kondigen
eene reusachtige financieele operatie aan, die zal worden
georganiseerd door den Amerikaanschen arbeidsbond.
Het doel is een fonds te vormen, waaruit geld zal worden
beschikbaar gesteld voor lederen tak van ny verheid,
van welken de werklieden den arbeid staken.
Nu men zich gereed maakt, den dag te herdenken,
waarop Amerika vóór 400 jaren ontdekt werd, komt
uit de Vereenigde Statea "een tamelijk ontnuchterend
bericht. De heer Mul vil Dewez, directeur van de Bi
bliotheek te New-York, beweert namelijk op geheel
toevallige wyze te Parys een manuscript te hebben
gevonden, waaruit «zonneklaar" blijkt, dat Columbus
niet de eerste Europeaan is geweest, die de Nieuwe
Wereld in de 15e eeuw heeft bezocht. De heer Dewez
iB van plan zyn brochure te plubliceeren op den dag,
waarvan wjj hierboven spraken.
De Btoombooten, welke den 4n Febr. te New-York
aankwamen, hadden alle weer een moeielyke reis. Er
dreven groote ijsbergen in den Atlantischen Oceaan,
waarmede vele booten in gevaarlijke botsing kwamen.
De kapitein van de «Queensmore" bericht, dat zyn
boot bij New-Foundland door een hevigen storm werd
overvallen, die gepaard ging met een rcodgekleurden
regen. Zoodra het water, dat op het dek viel, was op
gedroogd, liet het een spoor na, dat het best te ver
gelijken was met een roestvlek. De stoomboot «Gellert"
van de Hamburg-AmerikaaDsche lyn, liep tegen een
jjsberg en bekwam twee gaten in den voorsteven, ter
grootte van een voet in 't vierkant. Gelukkig kon de
boot New-York nog bereiken. De kapitein zegt, dat
hy twintig jjsbergen heeft gezien.
Engeland.
In het jongste verslag der «London, Tilbury and
Southend Railway Company," de maatschappij, die de
landingsplaats in Tbames-Haven exploiteert, wordt
melding gemaakt van de toegenomen inkomsten ten
gevolge van het vervoer van vee. Die vermeerdering
was 6300 pd. st., waarvan 5300 pd. st. op rekening komt
van het vee uit Holland. De voorzitter betreurt het,
dat dit vervoer thans verboden is, maar de Britsche
Regeering kon, naar hij verklaarde, niet anders handelen.
Hy wist, dat de indruk bestond, dat de handelwyze
der Regeering het gevolg was van den persoonlijken
invloed van den heer Chaplin, die een protectionist
genoemd werd, doch by geloofde, dat deze niet anders
kon handelen dan hy deed. Men mocht hopen, dat de
beperkingen spoedig zouden worden opgeheven en het
vervoer was voor de maatschappij van groot belang,
maar het was moeilyk te zeggen of het even groot
zou blyven als het tot dusver was. Hy geloofde in-
tusschen, dat men op inkomsten van 15,000 pd. st. per
jaar uit deze bron kon rekenen.
Behalve 40 ljjken zyn 100 man levend en niet
ernstig gewond uit de mjjn te Newport gehaald.
Rusland.
Den 29en Januari begaven zich een menigte
visschers uit het Russische dorp Tochorna op het jjs
van het Peipusmeer. Het wa9 dooiweer en een scherpe
wind waaide, die het jjs in het midden van het meer
deed barsten. Daardoor werd aan talrjjke visschers de
terugweg afgesneden, die nu in de richting van Gdow
den anderen oever trachtten te bereiken. Eene groote
menigte evenwel zat op eene ijsschots, die rondom in
het water zat. Gelukkig werden hun noodkreten ge
hoord aan den oever en met drie booten, die eerst ander
halve werst over het ys moesten worden gesleept, voor
men open water had, ijlde men de ongelukkigen te
hulp. Na driemaal heen en terug te zijn gevaren, had
meu 32 menschen en 12 paarden het leven gered.
Altyd werd de jjsschots verder het meer ingedreven,
tot de nacht inviel en de redding moest worden ge
staakt tot den volgenden morgen. Zoodra het even
slechts licht werd, wilde men weer aan den arbeid
teigen, doch ijsschots, menschen en paarden waren in
de diepte verdwenen.
Turkije.
Nu den grooten «zieken man" in Turkije byna de
fondsen zouden gaan ontbreken om zyn «geneesmid
delen" te betalen, komt voor bem onverwacht een
uitredding. In de vroegere schatkamers der oude
Griekache keizers te Conetantinopel is n.l. een schat
gevonden. Eenige werklieden zouden, naar uit de
Turkscbe hoofdstad bericht wordt, onlangs in denabjj
de Hagia Sophia gelegen oude schatkamers, die men
sedert lang reeds leeg waande, een geheime deur hebben
ontdekt, welke blykbaar naar een nog dieper gelegen
keldergewelf voerde. De sultan, niet weinig nieuws
gierig naar 't geen daar nog aanwezig zou kunnen zyn,
heeft dadelyk een uit 3 hoogestaatsambtenaren bestaande
commissie benoemd, die de deur heeft laten openen,
daardoor het dieper gelegen lage, maar uitgebreide
gewelf is binnengedrongen en ontdekt heeft, dat dit
gevuld was met schatten uit den tjjd van vóór Con-
stantinopels verovering. Een aantal stukken zyn reeds
naar het keizerljjk paleis overgebracht, maar omtrent
de vermoedelyke totaal-waarde wordt het diepste stil
zwijgen bewaard. Slechts dit is men te weten gekomen,
dat zich onder het gevondene ook veel kostbare
wapenen bevinden, grootendeels afkomstig uit de ryke
verzameling van keizer Konstantijn Palaeologus.
Frankrijk.
Parys, 7 Febr. De Hertog van Orleans, de zoon
van den Graaf van Parys, is heden avond ten huize
van den Hertog van Luynes in hechtenis genomen en
naar de conciergerie overgebracht. De inhechtenisneming
is geschied op grond van de wet, welke aan de hoofden
der geregeerd hebbende familiëa verbiedt het Fransche
territoor te betreden.
8 Febr. De Hertog van OrleanB was te ParyB
gekomen om zjjne indeeling by het leger te vragen en
alzoo zyn dienstplicht te vervullen.
Drie meisjes van 9, 10 en 11 jaar, gehoorzamende
aan de bevelen van Capuchon, een knaap van 14 jaar,
hadden te Parys samen een vereeniging gesticht, dief
stal tot doel hebbende. Naar het schijnt, gingen de
zaken zelfs zeer goed, want, toen men de kinderen
aanhield, waren zjj in het bezit van 3000 fr. in geld,
vele juweelen en verscheidene andere voorwerpen. In
een hotel van de rue Faubourg-Montmartre werd de
kleine bende gevangen genomen. De afwezigheid van
den patroon waarnemende, waren zjj in het bureel van
het hotel gedrongen om te stelen; de patroon kwam
eensklaps terug en de jonge aanvoerder, die de wacht
hield, wilde de vlucht nemen, maar hy werd vastge
grepen en allen werden naar het politiebureau gebracht,
waar zij iedereen verbaasden door hun koelbloedigheid
eri stoutmoedigheid. Ingevolge het onderzoek is de
moeder van een der jonge deugnieten aangehouden.
Te Grenoble had de politie in een kamer een
vrouw gevonden, voorover op den grond liggende, met
verbrijzelden schedel. In een tweede kamer lagen op
een bed de ljjken van een man en een vrouw, elkander
omarmende; den man was een kogel in den slaap ge
schoten en hy had een zware revolver in de hand.
Ook de vrouw was in den slaap geschoteneen kleinere,
geheel geladen revolver lag op een tafel midden in
de kamer. Yan worsteling was geen spoor. De ljjken
op het bed bleken te zyn die van Julienne Gabet, 38
jaar oud eu van Marius Peyrinet, een handschoen
maker van 20 jaar. De andere doode was vrouw Ray
mond, 30 jaar, evenals Peyrinet by vrouw Gabet
inwonende. Vrouw Raymond had nog een naald in de
hand en een vingerhoed aan. Men schynt jaloerschheid
van Peyrinet als dryfveer tot het voorgevallene te
moeten aannemen.
Voor de civiele rechtbank te Parjjs is een proces
aanhangig, waarvan de afloop met veel belangstelling
wordt tegemoet gezien.
33 jaar geled-n besteedde een moeder, Pagès, haar
kiDd bjj een min op het land uit. Onlangs stierf de
vader en de zoon meende thans gerechtigd te zyn de
nalatenschap van zyn vader in bezit te nemen. De
moeder verzette zich echter hiertegen, daar zij beweerde,
dat hij, die meende de wettige erfgenaam te zyn, niet
haar zoon, doch de zoon der min was. Haar kind
- zoo zegt zjj was gestorven, en de min had dit
geheim gehouden om zoodoende het loon niet te
verliezen.
.Duitschland.
Te Keulen heeft zich het zeldzame geval voor
gedaan, dat een tenor, die aan de keel eene operatie
onderging, werd hervormd in een bariton. De man is
over die stemverwisseling, naar zich denken laat, niet
tevreden, daar goede tenoren zeldzamer zyn dan
goede baritons en derhalve duurder betaald worden.
Hij moet dan ook voornemens wezen den geneesheer,
die de operatie verrichtte, in rechten aan te spreken!
België.
De stad Spa heeft een aardig voordeeltje gekregen.
De onlangs overleden eigenaresvan het»Hoteld'Orange",
een groot logement in die stad, blijkt de gemeente
tot universeele erfgename van haar vermogen te hebben
benoemd, dat een bedrag van een half millioen francs
uitmaakt. Op de stad rust echter de verplichting om
een weeshuis voor arme kinderen te stichteD. In het
belang van het personeel dat bjj haar in dienst was,
heeft de overledene de bepaling gemaakt, dat het
logement nog drie jaren moet blyven bestaan.
Te Luik zyn 2000 kilogram patronen ontdekt,
afkomstig van den voorraad van Corvilain, welke het
schrikkelijk onheil te Antwerpen veroorzaakte. Het
O. M. was door een naamloozen brief gewaarschuwd;
het bleek, dat er voor 150 kilogram gevulde bjj
waren; zekere A. had ze van een Antwerpenaar
gekocht. Er is een onderzoek ingesteld.
Nederland.
Amsterdam, 7 Febr. De oplichters schijnen
in het bedenken van middelen om hun plannen uit te
voeren, nooit uitgestudeerd. By een winkelier in de
St. Janstraat kwam gisteravond omstreeks 10y2 uur
een manspersoon, die voorgaf een lid van de recherche
te zyn en vriend van een anderen rechercheur.
Hij vroeg den naam en de woonplaats van een jongen,
die aldaar een ons worst kocht, tegelyk den winkelier
waarschuwende voor twee verdachte knapen, die buiten
stonden te wachten. Na deze vaderljjke bezorgheid be
stelde de quasi-rechercheur den winkelier een pond
worst en een pond spek. De kooper tastte in den zak,
maar o spjjt! hy had zyn portemonnaie vergeten.
Nu, zoo dacht de winkelier, een man van de politie,
dus dat komt wel terech't, en liet hem gaan.
Buiten gekomen werd de man door die knapen,
waarvoor hij gewaarschuwd had, aangehouden, waar
door een volksoploop ontstond. Bij de woordenwisseling
werden den winkelier de oogen geopend en hy maakte
van de verwarring gebruik om de van hem gekochte
worst en het spek terug te nemen. De rechercheur
koos het hazenpad.
's Gravenhage, 7 Febr. Het gerechtshof
alhier bevestigde de vonnissen der Zierikzeesche recht
bank, houdende veroordeeling van personen uit Zonne-
maire en Bruinisse, wegens mishandeling en verzet
tegen de politie.
'es Gravenhage, 8 Febr. Heden heeft de Mi
nisterraad zjjn advies omtrent de ontslag-aanvrage van
den Minister van Koloniën aan den Koning verzonden.
Van den inhoud is nog niets bekend.
Men verzekert dat door het Ministerie geen Kabinets
kwestie is gesteld.
's Gravenhage, 8 Febr. De leiders der anti
revolutionaire party in en buiten de Tweede Kamer,
de heeren De Savornin Lohman en dr. A. Kuyper, zyn
gisteren hier geweest en hebben met eenige ministers
een onderhoud gehad.
De Commissie van Rapporteurs betrekkeljjk de
wetten tot regeling van de pensioenen voor burgerlijke
ambtenaren enz., heeft een zeer uitvoerig zelfstandig
eindverslag daarover uitgebracht, waaruit blijkt, dat
zjj geen tweede afdeelingsonderzoek heeft noodig
geoordeeld, maar het daarentegen wenBcheljjk heeft
geacht, omtrent de gewjjzigde wetsontwerpen alsnog
in schriftelijk overleg te treden met de Regeering.
Van die gedachten wisseling bevat het verslag de
resultaten.
De minister verklaart zich tegen het stelsel door
de commissie aanbevolen, om ten behoeve van het
wéduwenpensioen te heffen het halve tractement als
loopende korting en daarnevens 3 pCt. doorloopend,
omdat daardoor de last te zwaar zou worden. Welke
beslissing overigens ook ten aanzien der kortiDg
genomen wordt, in elk geval acht de minister het
wenschelijk de ambtenaarspensioenen ten laste van
den Staat te laten, ten einde geen dubbele administratie
te verkrygen, waaruit verwarring zou ontstaan.
De Regeering blijft ook ontraden het plan om alsnog
pensioen toe te kennen aan de weduwen en weezen
der ambtenaren, die voor 1889 gepensionneerd of
overleden zyn. 's Ministers bezwaar is vooral hierin
gelegen, dat men bjj deze wet daardoor een antecedent
in 't leven zou roepen, waarby voor een nieuwen
maatregel een zoo langdurige termijn, waar binnen
die zal terugwerken, wordt aangenomen.
Omtrent de vraag, of het op te richten weduwen-
en weezenfonds wel in staat zal zjjn ten allen tijde
aan zijn verplichtingen te voldoen, Btemt de minister
in met de meening, dat de regeling, zooals zy thans
is voorgesteld, geen overwegend bezwaar aanbiedt,
mits vaststaat, dat het op te richten fonds op eigen
wieken zal dry ven.
liotterdam, 9 Febr. Door de Zuid-Hollandsche
Maatschappij tot redding van schipbreukelingen zyn
in de maand Januari de volgende onderscheidingen
Aan G. Basroger, kapitein van het Fransche stoom
schip «Emma" van Havre, de gouden medaille, voor
de reddiDg der equipage en passagiers, te zamen on
geveer 500 personen, van het Nederlandsche stoomschip
«Leerdam", den 16 December 1889 door aanvaring in
de Noordzee gezoüken.
Aan B. G. Bruinsma, kapitein van het Nederlandsche
stoomschip «Leerdam", den 16a December 1889 door
aanvaring in de Noordzee gezonken, de gouden medaille
voor de uitstekende orde, door hem na die aanvaring
aan boord van zijn schip gehouden, en de bedaardheid,
waarmede hjj de 500 aan boord zijnde personen in de
booten deed overgaan, waardoor allen door kapitein
Basroger, van het Fransche stoomschip «Emma", later
gered konden worden.
Maassluis, 7 Febr. De burgemeester dezer ge
meente, de leden van den Raad, de consul van Engeland,
Jhr. Heemskerk van Beest, en de gemeente-secretaris
waren gisteren in het stadhuis samengekomen om den
nieuwbenoemden Broeder in de orde van den Nederl.
Leeuw, L. Nieman, te ontvangen en met hem zijn
wakkere tochtgenooten, L. Spujj, T. Klop, J. van
Drimmelen en J. Brandenburg, aan wie door het
Engelsche Gouvernement en door de Zuid Hol-
landsche Maatschappij tot» redding van scbipbreuké-
lingen gouden of andere medailles met getuigschriften
waren toegekend, voor het redden van schipbreukelingen,
inzonderheid van de bemanning van het atoomschip
«Yoxford."
De uitreiking dier eereteekenen had in het openbaar
op de Markt plaats, waarby het fanfarenkorps der
schuttery zich deed hooren.
Na een kernachtige toespraak overhandigde de burge
meester, de heer Wesseling, daarna aan schipper Nieman
het Kruis. Vervolgens sprak de heer G. Dirkzwager
namens de Engelsche Regeering en namens de Maatsch.
tot redding van drenkelingen en reikte bjj met een
harteljjken gelukweDsch de medailles uit, die door zjjn
dochtertje de begiftigden op de borst werden gehecht.
Nadat Jhr. Heemskerk van Beest nog tot de man
schappen, den burgemeester en de ingezetenen van
Maassluis had gesproken, werd de eerewyn aangeboden
en hief de muziek het volks- en andere liederen aan,
terwjjl de schutterjj voorbjj de redders defileerde. Daar
mede was de plechtigheid afgeloopen.
"Vlissing-oii, 8 Febr. Heden avond te ongeveer 10
ure ontdekte men, dat op de Veersche loodskotter, in
het dok alhier liggende, brand was ontstaan. Spoedig
waren de Burgemeester en andere autoriteiten benevens
de brandweer aldaar aanwezig en het bleek toen, dat
de wacht van de kotter, een matroos, niet meer aan
boord was, en de kachel in het vooronder witgloeiend
gestookt waB, tengevolge waarvan zeker het een of
ander vlam gevat heeft en dientengevolge de brand
is ontstaan. Men was gelukkig den brand spoedig
meester, hoewel er nog zeer veel schade is geleden;
hetgeen men zeker mag gelukkig noemen, aangezien
er in den omtrek van de kotter nog vele andere
kotters lagen.
Middelburg;, 7 Febr. Ter openbare terecht
zitting der rechtbank werd heden behandeld de zaak
tegen M. R., 19 jaren oud, koopman te Ierseke, thans
gedetineerd alhier, ter zake dat bjj, ter openbare
terechtzitting dier rechtbank, d.d. 22 November 1889
als getuige onder eede gehoord in de strafzaak tegen
W. Ie B-, oud 26 jaren, werkman te Ierseke, beklaagd
van mishandeling, opzetteljjk valsch en in strjjd met
de waarheid het navolgende heeft verklaard: «ik heb
le B. niet zien gooien, ik ben naar den ryks veld
wachter Van Loon, die mij gehoord had over bet
gebeurde op 17 October 11., toegegaan om mjjn eerste
verklaring aan te vullen en heb toen wel opgegeven,
dat ik le B. had hooren zeggen tegen A. D., «geen
namen noemen", hetgeen ik verzwegen had, maar ik
heb toen niet aan den rijksveldwachter opgegeven,
dat ik gezien had, dat le B. had gegooid."
Gehoord werden 9 getuigen, door het O. M. voor
gebracht en 1 deskundige om den geestestoestand van
beklaagde te constateeren, terwijl vanwege de verde
diging 2 getuigen a décharge werden gehoord. Het
O. M. vorderde bekl.'s veroordeeling tot 18 maanden
gevangenisstraf, vermits de in de dagvaarding vermelde,
aan bekl. ten laste gelegde feiten den meineed vol
komen staafden. De door beklaagde opgeworpen exceptie
als zou hy abnormaal zyn wegens eene door hem
ondergane ziekte, werd door den deskundige en door
het schryven van den geneesheer, die bekl. indertyd
behandelde, volkomen gelogenstraft. De verdediger,
mr. M. J. de Witt Hamer, die in plaats van den
ambtshalve toegevoegden verdediger mr. Van der Bilt
voor den beklaagde optrad, vorderde vrjjspraak, vermits
het eerste bjj dagvaarding ten laste gelegde feit volstrekt
niet bewezen was en dat het bewys voor wat het
2e feit betrof, ten volle ontbrak.
Uitspraak in deze zaak heden over 8 dagen.
Mixldollburg:, 8 Febr. Het O. M. bjj de recht
bank alhier eischte heden 3 maanden gevangenisstraf
voor den 53jarigen arbeider D. v. d. W. te Kruiningen,
aan wien het te wyfcen is, dat den 18 Oct. 1.1. M. Moll,
door den sneltrein overreden en gedood werd, aan
gezien dezen toestemde den overweg van den spoorweg
over te gaan, wetende dat de trein in aantocht was.
Door Gedep. Staten van Zeeland is, met ingang
van 15 Febr., benoemd tot klerk bjj den prov. waterstaat
de heer C. Hollestelle te Tholen.
Heinkenszand, 7 Febr. Gisteren is het den
brigadier-majoor der ryksveldwacht T. Vob alhier gelukt
den dief op het spoor te komeD, die van den blikken
offerbus van het zangkoor in de R. K. kerk het slot
heeft weten te verbreken en daaruit het geld, ten
bedrage van f 1,08, heeft ontvreemd, waarna hjj de
offerbus verborgen had op de tweede verdieping der
kerk. De bus en nog eenig geld, dat de dief in den
zak had, werd in beslag genomen en proces verbaal
tegen hem opgemaakt, 't Is de 13jarige F. B., een
bekende van politie en justitie.
Cortsjene, 8 Febr. Bjj de op gisteren gehouden
aanbesteding van 777 M3. grint, was ingeschreven als
volgt: Vet te Coljjnsplaat voor ƒ1528.27; A. v. d.
Zegen de Beer te Hoofdplaat voor ƒ1619,75; G. Kor
poraal te Sliedrecht voor f 1337,28; J. v. d. Berg te
Viane voor ƒ1539,46 en A. Karreman te Coljjnsplaat
voor ƒ1373,50.
Aan den minsten inschrjjver, Korporaal, is de leve
ring gegund.
Stavonisse. Donderdag 1.1. had alhier plaats
de 3e (voor dezen winter) vergadering met dames der
vereeniging: „Tot nut en genoegen" alhier. De opkomst
getuigde wederom van groote belangstelling. Als biblio
thecaris werd herkozen de beer J. W. H. F. Buyze.
Als spreker trad eerst op de heer Iz. Hage van Ierseke,
die in een flinke rede, getiteld: „Dat kan niet en dat
kan 'k niet" duidelyk uiteenzette, dat niet kunnen
gewoonlijk het gevolg is van niet willen en bjjna nooit
bestaat. De heer Feith uit Bergen-op-Zoom, ook expres-
seljjk hiervoor overgekomen, leverde eeuige keurige
voordrachten, als: „Waarom," „Het wiel van Heusden"
en „Eduard de derde voor Calais," waarna genoemde
heer Hage ons op humoristische wyze schetste een
plattelandsavondschool voor volwassenen, waarna de
heeren Cruck en Letzer bet publiek ook nog op een
voordracht vergastten. Een gezellige en leerrjjke avond
sloot hiermede voor dezen winter onze gezellige
bijeenkomsten.
Vrydag 7 dezer had alhier eene vergadering
plaats, ten doel hebbende het oprichten van een
musschengilde, ingevolge de vrijstelling van Z. E. de
Commissaris des Konings in Zeeland, bedoeld in Prov.
Blad No. 59, waarby, gedurende een bepaalden tijd van
het jaar, als niet beschermd worden aangeduidbonte
kraai, roek, kauw, kerk- en torenkauw, torenka, huis-,
ring-, boom-, berg- of veldmusch. Circa 50 leden
hadden zich aangesloten. Als bestuur werd gekozen:
de heer C. Broodman, president en de heeren L. J. Dorst
en L. G. Tuynman als commissarissen. Het aantal