H E R IJ K. Amsterdamsche Schetsen. Volgens het reglement van de pachtvoorwaarden mogen er geen Fransche oesters op de bank aanwezig zijn, doch enkele putten waren er al, voor het reglement gemaakt is en waarop dus het reglement niet van toepassing is. De eigenaars hebben echter hun eigen belang begrepen en het niet toegestaan. In October 1889 zjjn van het telegraafkantoor alhier verzonden 304 telegrammen en ontvangen 1612, dus samen 1916 verhandeld. In de spaarbank is in gelegd 500,42 en uitgenomen 476,75. Slechts één boekje is er aangevraagd. Ooirtgyene. Tot lid van het Burgerl. Armbestuur is benoemd C. Marcusse. De Nieuwjaars-collecte heeft alhier opgebracht 250. Tliolon. Maandag avond trad in de vergadering van het Nutsdepartement alhier als spreker op, de heer J. de Buisonjé uit Oostburg. Met eene boeiende voor dracht over den toestand van de vrouw" bjj de ver schillende volken, zoowel voorheen als thans, hield hij zijne hoorders bezig; terwijl bij met het volgende »Twee uren in het chacot" hunne lachspieren in beweging bracht. Als nastukje gaf bjj nog Béets' Jan Jansen ten beste. Bruinisse, 30 Dec. Bij de gehouden aanbesteding voor de leverancie der steenkolen, gedurende het jaar 1890 voor de gemeente benoodigd, bleek de minste inschrijver te zijn D. van den Berge Az, steenkolenhandelaar alhier. Voor de bonoodigdegoederen voor het handwerk-onderwjjs aan de openbare school was het minst ingeschreven door A. Chr. van den Berg, manufacturier alhier. Bij kerkvoogden en notabelen der hervormde gemeente bestaat het voornemen de pastorie te doen afbreken en door eene nieuwe te doen vervangen. Ouwerkerk, 31 Dec. Ongeveer tien jaren ge leden werd hier op initiatief van den Burgemeester, de heer B. G. van der Have, geheel ten gerieve van den werkenden stand, een kolenfonds opgericht, onder de zinspreuk »Eendracht maakt macht", waarvan ieder zonder eenigen inleg lid kon worden en volgens de Statuten tegen eene wekelijksche bjjdrage, beginnende Maart en eindigende October, naar evenredigheid der dagelijksche verdiensten, coöperatief de kolen voor een geheel jaar rechtstreeks van de mjjn werden aange voerd, zonder eenig geldeljjk voordeel. Ook de meergegoeden, het voordeel en gemak daar van inziende, hebben de meesten zich daarvan als lid laten inschrijven. Dat het motto >Eendracht maakt macht" geen ijdele klank hier is, diene, dat de inslag van ongeveer 5000 H.L., kosteloos ten behoeve der werkende klasse, be houdens enkele uitzonderingen, gereden en te huis bezorgd wordt. Geen wonder dan ook, dat allen met dankbaarheid den dag herdenken waarop den eersten stoot aan dit waarljjk humaan streven gegeven werd. Zierikzee, 3 Jan. Volgens achterstaande adver tentie zal de vereeniging »Talma" op Vrjjdag a.s. eene afscheidsvoorstelling geven. Naar wij vernemen hebben verschillende oorzaken tot ontbinding dezer Vereeni ging geleid. Hoe 't zij, de opheffing van »Talma" valt te betreuren, daar deze Vereeniging èn door decoratief èn door het spel van enkele barer leden aan velen onzer stadgenoten menigmaal een aan- genamen avond verschafte. Wij vertrouwen dat van deze laatste voorstelling druk zal worden gebruik gemaakt. Het is een zeer eigenaardig gezicht, de werk zaamheden aan de» Vlietepolder (Noord-Beveland) in vollen gang te zien. Ook hier is de vooruitgang onzer eeuw merkbaar; want in de plaats dat de te verwerken grond met de gewone kleine kruiwagens over planken wordt vervoerd, geschiedt dit thans in opzettelijk daarvoor vervaardigde jjzeren karren of wagentjes, die over draagbaar spoor loopen. Die karren zijn van een bijzonder maaksel. Op een onderstel met tram wielen rust op vier bouten (twee aan elk uit einde) een geheel losse bak, van onder nauw, van boven wijd, zoodat de wanden schuin staan. Is de kar ter bestemder plaatse aangekomen, dan wordt ze öf naar den linker- öf naar den rechterkant overgeduwd, al naar de plaats, waar de lading moet gestort worden. Deze valt er uit, de bak wordt recht getrokken, en voort gaat het weer. Er zijn aan dit werk twaalf handkarren, elk door drie man voortgeduwd en zes andere, door een paard getrokken. De laatste kunnen 1 M3. grond laden, de eerste een halven M3. De voor malige directie-keet is de vorige week gesloopt, de nieuwe inlaagdjjk afgebakend. De heer A. Moens heeft wegens voortdurende ongesteldheid zijn eervol ontslag gevraagd als inspecteur van het lager onderwjjs. In de omstreken van Mark en Dintel, Rozen- daalsche en Steenbergsche vliet wordt door de suiker fabrikanten gecontracteerd tegen 12 per 1000 E.G. beetwortelen, met J 70 voorschot per Hectare. De prijs der pulp is voor het volgende seizoen bepaald op 1 per 1000 E.G. Op een der stoomschepen van de Eon. Ned. Stoomvaartmaatschappij, aan de Eattenburgerloods te Amsterdam, gebeurde dezer dagen een ongeluk, waarop eerst weinig gelet werd, doch dat ernstige gevolgen heeft gehad. Bij ongeluk kreeg de met het toezicht op de inlading belaste Rijksambtenaar een slag met een spoorstaaf in den nek, wat aanvankelijk wel veel pjjn veroorzaakte, doch korten tjjd daarna niet meer ge voeld werd. Den volgenden dag echter gevoelde de ambtenaar zware hoofdpjjn en binnen enkele uren was hjj volslagen krankzinnig. De ongelukkige huisvader en oppassend ambtenaar moest gebonden naar het Buitengasthuis vervoerd worden, en thans heeft men zich genoodzaakt gezien hem naar Meerenberg over te brengen. Zieriltasee, ook voor Eerkwerve, 18, 19, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 28 Februari en 1 Maart; Brouwers haven, ook voor Duivendjjke, 7 en 8 Maart; Zonne- maire, 10 Maart voormiddags; Nooragouwe, 10 Maart namiddags; Dreischor, 11 Maart; Eikerzee, 12 Maart voormiddags; Ellemeet, 12 Maart namiddagsRenesse, 13 Maart voormiddags; Noordwelle, ook voor Seroos- kerke, 13 Maart namiddagsHaamstede, ook voor Burgh, 14 Maart; Ouwerkerk, 15 Maart voormiddags; Nieuwerkerk, 15 Maart namiddags; BruinisBe, 17 en 18 Maart; Oosterland, 19 Maart; Cortgene, 25 Maart; Wissekerke, 26 en 27 Maart; Coljjnsplaat, ook voor Cats, 28 en 29 Maart. Goes, ook voor Eloetinge en Eattendjjke, bene vens 's Heer Hendrikakinderen en Wissekerke, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 21, 22, 23, 24 en 25 April; Wolfaarts- djjk, 26 AprilHeinkenszand, ook voor 's Heer Arends- kerke, 28 en 29 April des voormiddags; 's Heerenhoek, ook voor Borsele en Nieuwdorp, 29 April namiddags en 30 April; Ovezand, ook voor Nisse, 1 Mei; Elle- woutsdjjk, ook voor Driewegen, 2 Mei; Baarland, ook voor Oudelande, 3 MeiHoedekenskerke, 5 Mei voor- middags; 's Gravenpolder, ook voor 's Heer Abtskerke, 5 Mei namiddags; Kapelle, ook voor Schore, 6 en 7 Mei; Wemeldinge, 8 Mei; Ierseke, 9 en 10Mei; Hans- weert, 12 Mei; Eruiningen, met uitzondering van Hansweert, 13 Mei; Era'obendjjke, ook voor Waarde, 14 en 16 Mei; Rilland—Bath, 17 Mei. Stavenisso, 2 Juni St. Annaland, 3 en 4 Juni; St. Philipsland, 5 Juni; Oud-Vosmeer, 6 Juni; Tholen, 7 en 9 JuniPoortvliet, 10 Juni; Scherpenisse, 11 Juni; St. Maartensdijk, 12 en 13 Juni; Breskens, 30 Juni; Groede, 1 en 2 Juli; Nieuwvliet, 3 Juli voormiddags; Cadzand, 3 Juli namiddags; Zuidzande, 4 Juli voormiddags; Retranchement, 4 Juli namiddags. TELEGRAMMEN. Lissabon. Bjj dev opening der Cortes sprak de EoniDg in de troonrede de hoop uit op eene vreedzame schikking met Engeland. Het diplomatiek overleg duurt nog voort, doch er bljjft verwachting bestaan op schikking. Petersburg. Het bericht dat de Czaar ziek is, wordt stellig tegengesproken. KERKNIEUWS. Bedankt voor het beroep naar Zuidzande door ds. J. H. Tjjl te Terhejjden (N.-Br.) Bedankt voor het beroep naar Serooskerke (Schouwen) door Ds. Eui^éri te Obdam. Beroepen te Ierseke, Ds. H. J. Eouwenhoven te Zaamslag. Voor de meer dan 350 vacante predikantsplaatsen bij de Herv. kerk is thans geen enkele candidaat meer beroepbaar, daar alle candidaten, die in dit jaar tot de evangeliebediening zijn toegelaten, reeds een beroep hebben aangenomen. Gemengde Bericliteu. Behalve van influenza heeft men te Berlijn tegen woordig last vaninsolvenza. De deurwaarders kunnen het werk bjjna niet af. Deze laatste kwaal doet zich ook op andere plaatsen voor; de iLfluentio van de influenza isinfluent. Een mooi begin Het tekort op de Nederlandsche Staatsbegrooting, die 134l/s millioen gld. bedraagt, is maar 12l/s millioen gld. De ongesteldheid van Eeizer Wilhelm heeft voor hem leeljjke gevolgen. De doctoren hebben hem verboden te reizen en te jagen. Voor de betrekking van klerk aan het krankzinnigen-gesticht te Medenblik op een salaris van 250, behalve kost en inwoning, zijn ongeveer 300 sollicitanten. In den Staat New-York zijn 50,000 personen door de griep aan getast. 't Ean alle menschen niet even goed gaan in de wereld. Toch moet het pleizieriger zijn, plotseling van arm stucadoor millionnair te worden, zooals onlangs een Engelschman gebeurde, dan zóó door vrouwe Fortuna te worden verlaten als zekere J. E., die vroeger registratie-ontvanger was en in goeden doen verkeerde en nu te Sloten in N.-Holland is aangehouden als bedelaar. Iemand te V., die op den tweeden Eerstavond met veel beweging een stukje voordroeg, kwam door zijne gesticulation in aanraking met eene lamp, die brandende op den grond viel. De vlam werd spoedig gebluscht, maar ook het vuur der voordracht was spoedig gebluscht. Hendrik te Drie. heeft een mooi baantje om brieven te lezen en te schrijven voor ongeleerde weduwtjes aldaar. Zou dat eene winstgevende zaak zijn? Twee meisjes te Oud-Vosmeer worden in hun eigen belang aan geraden des avonds zoo dikwijls niet naar het dorp te komen, want zjj zullen net zoo lang loopen tot zjj met bakkerskoek tehuis komen. Een meisje te Oosterveld wordt aangeraden zulke gemeene praatjes niet uit te strooien van een jongen, waarvan niets te zeggen valt; het was beter dat zjj zich wat beter aanstelde dan met meerder soort te loopen, dat toch eens verkeerde gevolgen heeft. Een meisje te Tholen wordt aangeraden om niet te dikwjjls naar Molenvliet te loopen, want Adriaan wil haar toch niet hebben. Betje uit de vlashandel te O., moest zich bjj ééne joDgen houden, dat is veel fatsoenljjker dan een ander aan te lokken met wien zij zich dan gaarne een avondje vermaakt; zjj moest de cadeaux aan haar vorige vrijer teruggeven. Eeu boer onder St. A. wordt geraden des morgens zoo vroeg niet bezoeken te gaan brengen als de man weg is, want dat zal verkeerd uitkomen. IX. Valsche Profeten. Wij leven in de beschaafde, verlichte 19de eeuw. Natuurlijk heeft die hooggeroemde en zulks niet ten onrechte beschaving zich voornamelijk in de groote steden geconcentreerd. Men is daar dan ook gewoon met een zeker medelijden van „die buiten- menschen" te spreken, die eenvoudige wezens, welke nog sidderen voor een weerwolf en huiveren voor een spook, die nog met schrik en beving in het donker over een kerkhof gaan en in elkander ge draaide bedveeren en ziekelijke kinderen aan toover- heksen toeschrijven. Als menig eerzaam Willem- strater een mannelijk wezen met polkahaar en gewoonlijk bombazijnen broek en hoog, zijden pet in de courant een bericht speltdat het verhaal bevat eenèr zoogenaamde betoovering op een eenvou dig dorp, schudt hij bedoelde zijden pet medelijdend en verzekert dan aan allen, die het hooren willen, dat ze hem niet zouden te pakken nemen en dat hij iedere tooverheks uitdaagt hem reis te komme betooveren. Bewijs genoeg, dunkt onsdat in de hoofdstad het geloof aan spoken en heksen tot het verleden behoort. Maar waarzegsters en planeet lezers, ja, dat is wat anders. Dat moet hij eerlijk bekennendat zijn menschen, die meer weten dan een ander. Daar zijn voorbeelden te over van. Daar hebt ge nog dat geval van Kaat van 't Vuile Weespad, die haar psalmboek met gouden slot kwijt was. Ze is toch maar naar een waarzegster gegaan en die heeft er toch maar netjes gezegd, dat ze het nooit terug zou zien en 't is toch maar wat netjes uitgekomen. Wat blief? En gelooft nu niet, waarde lezer, dat die bevoorrechte wezens, wien het ver gund is in koffiedik de toekomst te lezenzich verbergen. Verre van daar. Dagelijks schier komen advertentiën voor in de volksbladende adressen meldende van planeetkundigen en waarzegsters, ja zelfs van eene dame, zich nederig teekenende „juf frouw A. B., die met een ei werkt". De nieuws gierigheid dreef ons aannadat wij van enkele kennissen iets aangaande die zaken vernomen hadden, ook reis den gevorderden prijs te betalen om een blik te kunnen werpen, door de oogen van zoo'n waarzegster, in de toekomst, die ons wacht. Aan gezien wij over dag niet gaarne het huis betraden waar de Godin der Wijsheid troonde, en ook wijl het duister van den avond den mensch meer ont vankelijk maakt voor dergelijke gewaarwordingen, als ons wachtten, gingen wij eenige dagen geleden, omstreeks 9 uren in den avond, naar de gracht No. 53, 3 hoog. Wij moesten dus nog al hoog klimmen. Doch die moeite werd rijkelijk beloond, toen wij omhoog blikkende naar het portaal dei- Se verdieping, waar een klein petroleumlampje een melancholisch licht verspreidde of liever niet ver spreidde, doch de duisternis slechts des te meer deed uitkomen, een paar witte kousen bespeurden, eindigende in zwarte pantoffels. Van boven de kousen uit hoorden wij een knarsende vrouwenstem, welker geluid zich het best laat vergelijken met het geknars van een roestige zaag op een spijker. „Kom mar boove heerre", inviteerde de stem, en wij stegen verder opwaarts en bevonden ons welhaast van aangezicht tot aangezicht tegenover de waar zegster, die een geur verspreidde, welke onwille keurig aan geestrijk vocht deed denken. Na eenige woordenbetrekking hebbende op het weder en het doel van ons bezoek, werden wij binnen gelaten in een klein voorkamertje, waar ons een stoel werd gepresenteerd, welks leuning zeer vroolijk en geestig versierd was met een houten doodskopje. De lamp werd aangestoken en de waarzegster verwijderde zich met vele verontschul digingen voor een oogenblik. Wij bleven alleen. Natuurlijk keken wij het kamertje eens rond. Weinig meubelen. Een ronde tafel met een vuil kleed be dekt; een kast zonder slot en met een gebarsten deur; een paar stoelen en een opgezetten uil; ziet daar alles. Het weinige licht, dat de lamp gaf, deed dat weinige echter nog somber genoeg uit komen. De juffrouw bleef nog al enkele oogenblikken weg en wij zaten juist er over te peinzen, hoeveel personen zich wel in dit zelfde kamertje hadden laten bedotten, toen zij eindelijk binnenkwam. Uit de kast kreeg zij een spel kaarten, vuil en dik, een kopje zondër oor en een koffiekan, die zij op een klein komfoor zette, dat zij medegebracht had. Wij moeten bekennen, dat de plechtigheid, waarmede zij al die voorbereidende maatregelen trof, ons zekeren angst veroorzaakte. Stilzwijgend spreidde de juffrouw de kaarten voor ons op de tafel uit en zag ons aan. „Wat wil meneer nou weten?" begon zij met hare krassende stem, zoodat wij onwillekeurig op keken, denkende dat de opgezette uil de gave dei- spraak had verkregen. „Iets over zen eigen zeile vers of over zen femilje, of over zen meisie, of o,ver zen geluk in de loterij?" vervolgde zij, een paar kaarten verschuivende. Daar wij nooit in de loterij spelen en dus ook niet in de tegenwoordige, vroegen wij haar of wij gelukkig zouden wezen met ons „twintigje." „Welk nummer?" was de weder vraag, terwijl zij naar de koffiepot greep. Het scheen dus dat de kaarten haar daarin niet konden helpen. Met eene koelbloedigheid een betere zaak waardig, gaven wij onmiddellijk zonder haperen als ons num mer op: 20345. „Bestig meneer", zei ze, geferneerd of klassikaal?" „Gefourneerd juffrouw?" „20345 geferneerd bestig", sprak zeeen weinig koffie in het kopje schenkende en het dik nauwkeurig be schouwende. Wij zaten zooals van zelf spreekt in bange verwachting. Want er hing voor ons veel van haar antwoord a.f. Er volgden een paar minuten stilte. De oogen der juffrouw draaiden in de ronde, alsof zij daarin les genomen had bij den overleden uil. Eindelijk opende zij den mond en ons plechtig ja ernstig aanziende, zeide zij „Deurgeferneerd meneer?" Wij konden slechts ja" knikken, want het ont zag hield ons de tong geboeid." „Dan meneer," vervolgde zij met een verdraaien harer oogen, dat haar meer dan ooit op den be treurden uil deed gelijken, dan mot ik uwe zegge, as dat uwe beter had gedaan met niet „deur te fer- neeren", want nou zal uwe niks anders krijge as een kras of eigen geld." Wij schudden mistroostig het hoofd en zuchtten hoorbaar. Dit scheen haar te treffen. 't Is spijtig meneer", troostte zij, »mar een vol gende keer mot uwe nog mar reis komme, dan zal ik uwe reis zegge, welk nommer uwe nemen mot". Wij bedankten haar en vroegen nu eenig naricht omtrent ons meisie. „Weer keek ze ons een poos aan; zelfs boog ze zich een weinig naar ons over, .zoodat een gemengde geur van Schiedammer en snuif ons reukorgaan streelde. „Nou motte we de kaarten hobbe, meneer zei ze, na ons goed aangekeken te hebben". „Eerstens mot ik uwe vragen, meneer 1" sprak zij, haar vuile wijsvinger op de eerste kaart leggende, „of uwe al reis een meisie gehad heeft." Daar wij begrepen dat een klein leugentje hier niet helpen zou, antwoordden wij bevestigend. Zwart of blond, meneer?" was de tweede vraag. „Tusschenbeide", was het antwoord. »En", ging zij voort, uwe begrijpt wel, asdat ik dat eigenlijk wel uit de kaarten kan weten; maar ik doe het maar uit gemak en om geen tijd te verliezen, uwes tegenwoordige meisie, wat is die „Van 't vrouwelijk geslacht, juffrouw De juffrouw zag op en keek ons dreigend aan. „Uwe mot me niet ih de maling neme, meneer," zeide ze „wan dan kan ik niet voor uwe werke". Ontzet over de vreeselijke gevolgen, die hare werk staking voor ons zou hebben en niet van plan zijnde, het aantal „strikes" met eene te vermeerderen haastten wij ons duidelijker inlichtingen te geven. Nooit is er in de salons van waarzegsters eene dich- terlijker beschrijving gegeven van een jonge dame, als toen onzer mond ontvloeide. „Rozenlipjes" en ivoren tanden" wisselden af met goudblonde lokken" en zijden wimpers". Eene feeëngestalte en zachtaardig gemoed maakten met de eerst- gemelde zaken een allerbekoorlijkst geheel. Toen wij uitgesproken waren en onze oogen weder op haar vestigden, op haar, die zoo duidelijk het vergankelijke van alle helaas ook vrouwelijke schoonheid predikte zagen wij dat zij nu den vinger gezet had op het portret van dien nijveren landman, algemeen bekend als „ruitenboer". „Uwe heeft een valschen vriend, meneer", zeide zij, „een vriend met een snor". Daar het nu van iemand op onzen leeftijd niet ónwaarschijnlijk isdat hij een vriend met een snor bezit, zoo moesten wij haar ten aanzien van dit laatste artikel gelijk geven. Maar wij waagden het toch eenigen twijfel te opperon, aangaande valsch- heid van dien snorreman. „Uwe vertrouwt hem te veel, meneer", ging zij voort, „ziet uwe maar. Ruitenboer ligt naast har tendame, ziet uwe?" Wjj moesten toestemmen, dat bedoelde heer zijn gezelschap opgedrongen had aan voornoemde dame. „Daar hebt uwe het dan al" vervolgde zij. „Har tendame kijkt nog maar naar „klaverenheer", dat is uwe, weet uwe, maar er ligt „ruitentien" tusschen u en haai;, en dat is twist tusschen u en haar door ruitenboer en zoo zal het afraken. Wij zaten verpletterd. Natuurlijk, wie zou niet verpletterd zijn, als hij vooruit wist, dat „ruiten boer" hem zijn „hartedame" zou afnemen. »En is daar niets aan te doen?" was onze droevige vraag. Weer werden de kaarten bekeken. Eerst schudde zij het hoofd, zoodat enkele korrels snuif op het gelaat van hartendame" vielen. Maar langzamerhand verminderde dat schudden en einde lijk zeide zij: »Uw eerste meisie meneer, weet uwe daar wat van af?" Aangezien wij wisten, dat onze eerste liefde, na vooraf haar hart per brief teruggevraagd, en het onze met diezelfde gelegenheid wedergegeven te hebben, hand en hart en zes kinderen van een eerzamen boekhouder had aanvaard, konden wij het goede mensch volledige inlichtingen geven. Dóch het lustte ons, te zeggen, dat wij niets van baar gehoord hadden, en nu zeide de waarzegsterDus meneer, kan ik uwe fielleseteere. Uwe eerste meisie heeft een hart zoo trouw as goud en zoo zuiver als wat. Ze treurt nog steeds over uwo en laat zien, twaalf en tien is twintig over een klein half jaar is uwe met haar getrouwd. Die laatste tijding was ons te sterk. Wij stoven op, betaalden het verschuldigde voor hare onschat bare inlichtingen en vertrokken, uitgeleide gedaan door de juffrouw, die boven aan de trap bleef staan, zoodat wij beneden gekomen nog hare witte kousen zagen schemeren. Op het punt de deur dicht te trekken, veranderden wij van besluit, daar twee dienstmeisjes juist de stoep opkwamen, die onge twijfeld ook de waarzegster moesten spreken. Zoover ons bezoek. Nu nog eenige woorden. Planeetlezers hebben wij niet bezocht, evenmin als wij de verbazende toeren zijn gaan bewonderen, die juffrouw A. B. met haar ei verricht. Wij twijfelen niet of mej. A. B. in te vullen bijv. met Aller Bedriegster" of iets dergelijks, zal als werkende met een tot dusver onbekend middel nog ontzettender geheimen dan onze waarzegster weten te onthullen. Maar wij twijfelen er wel aan of wij het nog zullen beleven, dat alle waarzegsters, planeetlezers en dergelijke bedriegers der goed- geloovige gemeente, genoodzaakt zullen zijn, zonder eenig hulpmiddel, zich zeiven te moeten voor spellen, dat al hunne kunsten hun geen droog korstje brood meer zullen opbrengen. Z E L A N D I A. Iugezouden Stukken. Mijnheer de Redacteur 1 Gaarne maakt de ondergeteekende van uwe wel willendheid gebruik, om eenige ruimte in uw blad te vragen voor de volgende regelen: In deze gemeente is eene beweging aanhangig, ten einde de kermis af te schaffen. Mjjns inziens, mits het langs g;eleicïeliy ken weg geschiede, een goed streven. Ziehier waarom: a. De kermis is, met hare verouderde, ingekankerde gebreken, die onafscheidelijk dus aan haar wozen zijn verbonden, de gelegenheid by uitstek voor zwendelarjj, dronkenschap en zede loosheid, voor vechtpartijen en twistgedingen. b. Zjj levert niets op dat tot nut en ontspanning leidt; jaar op jaar één of twee mallemolens, één schommel, één kraam met kinderspeelgoed, één voor wafel bakkerij en een vier- of vijftal voor koek, geen tooneel voorstelling, geen paarden spel, geen gymnastiek, geen rariteiten, het is nog eens en nog eens speelgoed en koek, schommelen en draaien, niets meer. Doen nu de keerzjjde van de medaille bekeken. Begrypen de adressanten wel, dat het onbilljjk is, om het volk de kermis te ontnemen en het dan met ledige hauden te laten staan? Zullen ze zich nu als één man te weer stelleD, om het iets in de plaats te geven, dat de kermis vergoedt, dat meer genot verschaft dan kermishouden Iets, dat, al is het dan ook niet van smetten vrij, veredelend werkt op hoofd en hart? Want als ge het spelende kind nu het scherpe mes, dan de vergiftige lucifers ontneemt, geef het dan toch tegelijkertijd de doos met kegels of de veelkleurige pias in de plaats; doet ge dit niet, zoo gevoelt de kleine zich verlaten, ontevreden en begint van zjjne opvoeders afkeerig te worden, hij ziet hen aan voor harde menschen. Dan rollen wel spoedig zyne poppen over den vloer, en dus de orde van het huisgezin ljjdt er onder, maar onthoudt hem ze daarom niet; bemoei u met zijne driftige, zenuw achtige bewegingen, geeft leiding aan zjjn spel en ge ziet een van vreugde stralend oog en de kleine is veilig onder uwe hoede. Het is in de volksopvoeding evenwel vaak anders; men volgt maar al te dikwjjls eene afbrekende critiek, alles moet omvergehaald; van opbouwing, van lang zamerhand beter is geen sprake. Zjjn de meeste van de bestrjjders van de kermis niet eveneens bestrjjders van elke vereeniging, die ontwikkelend en vormend volksvermaak beoogt, omdat zij het woord g-otls- dieuHt in haar vaan niet voert? Maar eilieve, is dan de eisch aan een vereenigingslid gesteld, om zich steeds fatsoenljjk te gedragen, om zich te onthouden van alles, wat indruischt tegen de wetten van be schaving,- niet de eerste stap op den weg naar den tempel der deugd? De muziek vereeniging in onze gemeente telt nog geen twintig werkende leden, waarom is dit getal geen veertig? Waarom is er geen zanggezelschap, dat des Zondags avonds de straten vrjj zou houden van gejoel en getier? Waarom is er geen kinderkoor, dat de toekomstige volwassenen gewend aan gezellig bjjeenzjjn en nuttige werkzaamheid? Waarom is er geen bibliotheek, waarin oud en jong onderhoudende boekwerken vindt, die men gratis of tegen kleine vergoeding lezen kan? Als de kinderen de school verlaten hebben, waar men zjjn best doet, om ze aan nuttige lectuur te gewennen, is hun goede tjjd voorbjj. Waarom is er geen....? maar genoeg, middelen en wegen te over, die de vooruitgang iu de hand kunnen werken. Dit alles ontbreekt; geen ouders, geen autoriteiten, be houdens enkelen, stellen belang in dat alles- de meerderheid der burgerjj spoort niemand aan,laat staan gaat zelf niet voor, om op bovenbedoelde wjjze slyten^6 Ure° °P aangename en nuttige wjjze te Wanneer dus de kermis eventueel afgeschaft mocht worden, zoo zal dit op het gebied van zedeljjke ver betering geen gewenscht resultaat geven, tenzjj men blyken van liefde voor het groerto volksvermaak geefttenzy men zyne medewerking verleent aan elke stap in de goede richting; zonder dit zal ook zonder kermis de toestand niet verbeteren«Ledigheid is des duivels oorkussen". Die het dus wol meent met de volksoeschaving, met de deugdzaamheid in onze gemeente, en dit kan toch het eenig doel van de adressanten zyn, en daarom de kermis wil zien zoo niet dooden, dan toch wegsterven, die spore een ieder in zyne omgeving aan om èn stoffelijk èn zedelijk te steunen wat er is en tot stand te brengen teTverkrijgen 61n^e gewenschte verbetering Houdt het volk, houdt de jeugd bezig gedurende het geheele jaar, en de gelegenheid tot het afwjjken van het rechte spoor wordt geringer, ge geeft zelf werkzaamheid, dit vormt het gemoed in de goede richting, dit ontwikkelt het verstand, dit baart zelfvertrouwen en voldoening, verhoogt het gevoel van eigenwaarde en bij dat, de behoefte aan het alschuwelyke kermishouden, en welk »houden" het ook zyn moge, wordt minder. U dankende, heer Redacteur 1 voor de verleende' ruimte in uw blad, heb ik de eer te zjjn, Uw Dv. Dienaar. Scherpenisse, Dec. 1889. >H. Z. O. D."

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 2