ZICRIkZEESCIIE MEI WSBODE.
Zaterdag 4 Januari 1800.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Algemeen Overzicht.
AUAJYVSTIJDIAGEX.
Feuilleton.
De Goudvink.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
46ste JAARGANG.
No. 5792.
Advertentiënvan 1.pegels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot de
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Wanneer dit overzicht onder de oogen der lezers
komt, is 1889 reeds voorbij en staan we aan het
begin van 1890. Waar wij wederom gedurende een
jaar, iedere week, den maatschappelijken en poli-
tieken toestand der verschillende landen, zoover ons
bestek dit gedoogde, hebben nagegaan, daar dunkt
het ons niet ten onpas, wanneer we, wederom aan
het einde van een jaarkring gekomen, een terugblik
daarop werpen, 't Blijft nog als altoos waar„in 't
verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal".
Bij 't beschouwen van 't jaar 1889 treft het ons
al dadelijk, dat ofschoon er geen ingrijpende gebeur
tenissen hebben plaats gehad, niemand den moed zal
hebben om dit jaar onbeduidend te noemen, flet is
waar, rijk aan politieke gebeurtenissen was het in
geen enkel opzicht. Groote schokken, die hun invloed
op de wereldgeschiedenis zoozeer kunnen doen gelden,
hadden in geen enkel land plaats, en ofschoon de
vrede zoo nu en danvooral door den gang dei-
zaken op het Balkan-Schiereilanddreigde verstoord
te worden, toch blijkt de meening der Staatslieden
bewaarheid, die zij bij den aanvang van dit jaar,
bijna eenparig uitspraken, dat er geen aanleiding
bestond om te vreezen dat de vrede dit jaar zou
worden verstoord. Bij den terugblik in dit jaar,
kunnen we met gerustheid er op wijzen, dat de kans
voor oorlog bij den aanvang van 1890 nog geringer
is, dan bij den aanvang van 1889. Dank zij de
vredelievende houdingdie Duitsclilaiid heeft
aangenomendank vooral den persoonlijken invloed,
dien de tegenwoordige Keizer heeft uitgeoefend bij
zijn bezoek aan de verschillende Europeesche hoof
den, is de verhouding tusschen de groote Europeesche
Staten thans bepaald vriendschappelijk te noemen.
Door den komst van den Czaar te Berlijn, is de
eenigszins gespannen verhoudingdie er tusschen
Rusland en Duitschland bestondgeweken, en heeft
plaats, gemaakt voor de oude vriendschap, die jaren
lang tusschen deze landen heerschte. Scheen 't aan
vankelijk alsof Oostenrijks belangen aan die vriend
schap waren opgeofferd en toonde dat land dan ook
spoedig, na het bezoek van den Czaar te Berlijn,
wantrouwen in de gevolgde staatkundena de
terugkomst van den Duitschen Keizer, na zijn bezoek
aan de Porte, en de daaraan onmiddellijk vooraf
gegane ontmoeting van de Duitsche en Oostenrjjk-
sche kanseliers, maakte dit wantrouwen plaats voor
een gegronde hoop, dat de oorzaak van de ver
wijdering tusschen Oostenrijk en Rusland, de be
staande toestand op 't Balkan-Schiereiland, na een
niet al te lang tijdsverloop, bare vreedzame oplossing
zal vinden. De toestand daar, wijst ontegenzeggelijk
op vooruitgang. Wel is waar, moesten wjj dit jaar
wijzen op de twisten, die Servië verdeeld hadden,
vooral ter zake van de oneenigheden tusschen den
Koning en zijne gemalin, waardoor zelfs de eerste
genoodzaakt werd afstand van den troon te doen,
doch langzamerhand komt het land ook daar tot
rust en schrijdt evenals Bulgarije en Rumenië lang
zaam voort op den weg der ontwikkeling.
De toestand tusschen FranKrijlt en Italiëdie
somtijds aanleiding gaf om een uitbarsting te vreezen,
verbetert ook, nu Italië de handelsbetrekkingen met
Frankrijk weder tracht aan te knoopenen ofschoon
op het oogenblik de verhouding tusschen Creta en
Turkije nog te .wenseken overlaat, het geschil tus
schen Portugal en Engeland nog niet is bijgelegd,
toch is de algemeen e politieke toestand van dien
aard, dat geen uitbarsting van een oorlog daardoor
is te vreezen.
Is de staatkundige toestand van Europa dus
bij den aanvang van 1890 zoo gunstig als dit
in geen jaren het geval is geweest, dubbel te
betreuren is het daarom, dat de maatschappelijke
zooveel te wenschen overlaat. Het is waar, bijna
geen land is erof het heeft in het afgeloopen
jaar zich onledig gehouden met verbetering aan te
brengen in de sociale wetgeving. De tentoonstelling
in Parijs gehouden, heeft een grooten maatschappe
lijken invloed uitgeoefend ten goede, om van den
politieken, waardoor Boulanger en zijn lichting ten
onder gingen, hier niet te spreken. Maar toch ont
kend worden mag het niet, dat ook de-' sociale
wetgeving in de verschillende landen, hoe ook in
dit jaar verbeterd, niet in staat werd bevonden om
aan de grieven der arbeidende klasse tegemoet te
komen. Luider en luider deden dit jaar de werk
lieden hun stem hooren om datgene te eischen,
waarop zij recht meenden te hebben, en werden de
eischen niet ingewilligd, fluks was men gereed om
door werkstaking het kapitaal te doen dwingen
voor de kracht van den arbeid. Dat het in dien strijd
tusschen arbeid en kapitaal vaak heftig toeging,
herinnert zich ieder, die zich te binnen brengt de 'i
tverkstaking in de Duitsche kolenmijnen in het voor
jaar, die van de dokwerkers in Londen in dén zomer
en de thans weer uitgebroken werkstaking in de
kolenbekkens in België. Laat o'ns hopen, dat wij bij
het einde van 1890 ook op een verbetering der
maatschappelijke toestanden wijzen kunnen, opdat
de arbeiders datgene erlangen, waarop zij billijker
wijze aanspraak hebben en de verhouding tusschen
werkgever en arbeider niet langer een zoodanige
zijwaarin de een zich meester toont boven den
ander, maar een die gegrondvest is op wederzijdsch
vertrouwen en onderlinge waardeering. Wanneer
de regeeringen van de verschillende landen nu
Europa een tijdperk van vrede beleeft, daaraan al
hunne krachten wijden, dan zal voorzeker ook aan
veel maatschappelijk lijden een einde worden ge
maakt en zal 1890 een werkelijk goed jaar zijn.
Amerika.
Een merkwaardig geval van hondentrouw en schran
derheid wordt door Amerikaansche bladen verhaald.
Vijf jaren geleden werd. in den omtrek van Punta
Arenas (Chili) een landeigenaar vermoord en beroofd
van den gordel, waarin hij zijn goudgeld bij zich droeg.
Men vond den grooten hond van den vermoorde huilend
bij het Ijjk; maar het trouwe dier was stellig niet bij
de misdaad tegenwoordig geweest; anders zou het zijn
meester verdedigd hebben. De hond werd door een
vriend van zijn dooden meester in huis genomen.)
Van den moordenaar kon men geen spoor ontdekken,
totdat men onlangs op de plek, waar de moord ge
pleegd was, een onbekende man dood vond liggen, en
op hem den hond, die in groote woede bezig was hem
te verscheuren. De vrees dat het dier dol was, bleek
ongegrond; weldra ontdekte men de oorzaak van zjjn
woede; de doode had den gordel van den vermoorden
landeigenaar om, en de hond, die daaraan in hem den I
moordenaar herkende, had zjjn meester gewroken.
Engeland.
Louden, 2 Januari. De werkstakende Zuid-
Londensche gasstokers vergaderden gisteren avond en
besloten den atrjjd tot het uiterste voort te zetten. De
werkstakers volharden in hunne pogingen om den
kolentoevoer naar Londen af te snijden; verscheidene
bladen waarschuwen heD, dat het welslagen dezer po
gingen leiden moet tot eene inmenging van het par
lement en eene verscherpte wetgeving tegen werklieden-
combinatiën, tot groot nadeel van het openbaar belang.
Italië.
Door het Italiaansche landbouw comité werden in
het afgeloopen jaar weder een groot aantal kleine voor
schotten gegeven aan den kleinen landbouwer, en wel
tot een bedrag van 27,000 lires. De voorschotten zijn
nimmer kleiner dan 10 of grooter dan 100 lires. Wat
wel opmerking verdient, is, dat het comité gedurende
het geheele jaar geen enkel schadepostje te boeten
heeft gehad. De instelling heeft in dit, haar 8e levens
jaar, weder uitstekende resultaten afgeworpen.
Frankrijk.
Te Parijs vond men een echtpaar dood in het bed.
Uit een brief van de vrouw tileek, dat zjj haar man
in zjjn slaap drie revolverkogels door het hoofd gejaagd
en daarna zichzelf gedood had.
Baron Rothschild te Parjjs beeft aan het Ge
meentebestuur aldaar een som van 100,000 francs
gezonden voor de slachtoffers der Influenza.
België.
Zooals de telegraaf reeds heeft gemeld, heeft in het
kolendistrict van Charleroi de werkstaking zich nog
verder uitgebreid, en waren het Dinsdag niet minder
dan 17,000 man, d. i. meer da.n de helft der in dat
bekken wonende mijnwerkers, die den arbeid hadden
gestaakt. Deze uitbreiding maakte een des te ver
rassender indruk na de op ruime schaal verspreide
kennisgeving van den burgemeester vau Charleroi, dat
er maatregelen genomen zijn ter beveiliging van de
arbeiders die' weuBchen te werken.
Naar gemeld wordt, zouden de mijnbesturen geneigd
ijjn de geëischte loonsverhooging toe te staan, maar
weigeren zjj beslist toe te stemmen in de inkrimping
van den werktijd van 11 op 9 uur. Nog in het midden
latende, of eene rationeele en winstgevende exploitatie
der mijn een werktjjd van slechts 9 uur per etmaal,
met inbegrip vau het nederdalen in en het ophalen
uit de mijn, toelaat, achten de mijnbesturen eenstemmig
de inkrimping van den werktijd, met behoud van het
op 11 uur arbeidens berekend Iood, onaannemelijk.
Evenzeer hebben zij den eisch afgewezen van een
standaardloon voor alle mijnwerkers; hierin trouwens
vinden zij bij vele arbeiders steun, die zeer goed inzien
dat de bekwaamste en ijverigste ook meer loon dan
de onbekwame en luie moet kunnen verdienen.
Brussel, 2 Januari. Uit Luik wordt bericht
dat ook in het gebied van Seraing de werkstaking
onder de mijnwerkers is uitgebroken, in de mijnen van
Cockrill en van de vereeniging Lahaue. Yoor het oogen
blik hebben 1200 man den arbeid gestaakt. Zij eischen
loonsverhooging, maar zijn kalm. Aan den linker
Maasoever zijn alle mijnen nog in vollen gang. Rondom
Charleroi is de toestand onveranderd.
De eerste dag van 1890 is voor het Koninklijke
gezin van België een ongelukkige dag geweest. Het
paleis des Konings te Laeken, dat zich niet zoozeer
door uiterlijke schoonheid kenmerkt, als wel door de
kostbare kunstschatten, welke het bevatte, is een prooi
der vlammen geworden. De koning en de koningin
waren in de morgenuren naar het paleis te Brussel
gereden, om de gebruikelijke nieuwjaarsreceptie te
houden. Nauweljjks had zij een aanvang genomen,
toen per telefoon uit Laeken het bericht kwam, dat
het paleis in brand stond. Onmiddellijk het was
half twee en dus de receptie nog in lang niet af
geloopen werd de receptie gestaakt en begaven de
koning en de koningin zich in allerjjl naar Laeken,
waar zjj het paleis in vlammen vonden. Van alle
kanten kwamen de brandspuiten aangerukt, waarmede
men alleen de kabinetten des konings wist te behouden.
De beide vleugels van het gebouw zjjn geheel vernield
en daarmede ook de kunstschatten, die er zich in
bevonden.
Van de koninljjke familie was alleen de jongste
dochter des konings, prinses Clementine, in het palris
aanwezig, toen de brand uitbrak, die met veel moeite
is gered kunnen worden. Eerst ging het gerucht, dat
de gouvernante der prinses in de vlammen was om
gekomen, doch later is dat gerucht gelukkig gebleken
onwaar te zijn. De brand is ontstaan in den rechter
vleugel van het gebouw en wordt toegeschreven aan
een slechte inrichting van een verwarmingstoestel in
een zaal van dien vleugel. De schade is zeer groot.
De kostbare en vermaarde serres zijn ongedeerd gebleven.
Nederland.
Amsterdam, 31 Dec. In de buurt van de
Bloemgracht alhier, werd verleden week het volgende
overlijdens-bericht door den aanspreker Bniet in-'
kostuum, verspreid:
Heden overleed mijn trouwe vriend
BOY,
na een langdurig en geduldig lijden in den ouderdom
van 12 jaren.
G. ROOS.
Amsterdam, 23 Dec. 1889.
Bloemgracht 53.
Verzoeke van rouwbeklag verschoond te bljjven."
Deze mededeeling, met zwarten rand omlijst, had
betrekking op den in die buurt overbekenden hond van
den heer R., welke Dinsdagavond zou begraven worden.
Toen tegen negen uur een met twee bokken bespannen
wagentje met brandende lantaarns voor het huis van
den heer R. stil hield, was al spoedig zooveel volk op
de been, dat het raadzaam werd geoordeeld de met
schroeven gesloten kist, met den hond er in en een
krans er op, niet voor het sterfhuis op het wagentje
te plaatsen. De equipage vertrok derhalve zonder de
kist, welke later op den avond door den aanspreker
B. onder den arm genomen en bjj de Raampoort, waar
de bokken wachtten, op het wagentje gezet werd.
Alsnu werd de tocht voortgezet en had de begrafenis
plaats in het tuintje De Vriendschap op het Steenpad.
Amsterdam, 2 Jan. Het duikerwerk aan de
in het Noordzeekanaal gezonken »Thorbecke VII", en
daarmede ook de ophooging der verschansing, is ver-
loopen Zaterdag gereed gekomen, waarna men begonnen
is met het leegpompen, welk werk dag en nacht wordt
voortgezet.
Het vaartuig is al meer recht gekomen en is van
voren reeds vrij wat gelicht, doch zat gisteren van
hchteren nog aan den grond. Het uitlossen in lichters
is begonnen, terwijl de stoomboot Hercules" ter plaatse
flinke diensten bewijst.
Het Amsterdamsche abattoir heeft thans twee
jaren bestaan. Aan rijksaccijnzen van het geslacht
bracht het eerste jaar ongeveer 80,000 meer op dan
het geval was aan de oude veemarkt. Nu is dat cijfer
gestegen tot 100,000 meer, terwjjl de opbrengst van
het vee, hetwelk voor Amsterdam buiten de gemeente
geslacht wordt, aan accijnzen bedraagt ongeveer
ƒ40,000.
Middelburg;, 2 Jan. Der Commissie voor-
Kindervoeding alhier zjjn reeds jaarlijksche giften tot
een bedrag van circa 1500 toegezegd, behalve eenige
bijdragen in eeDs. De begrooting voor de bestaande
behoefte was f 2000, het ontbrekende gering bedrag
zal voorzeker wel gevonden worden.
Goes, 1 Jan. Den tweeden Kerstdag kregen twee
bekende drinkebroers ruzie, die zoo hoog liep, dat de
een in al zjjne zakken tastte om een mes te vinden.
Doch in plaats van een mes vond hjj een kwartje.
Dit werkte zoo kalmeerend, dat met het gevonden
kwartje de vriendschap weer werd vernieuwd.
Een paar dagen later heeft de vrouw van een
logementhouder de aardigheid om met haar jongste
kind, het noodige reisgeld en met hare beste kleeren
in gezelschap van een barer logees de echtelijke woning
te verlaten.
Haar echtgenoot nam met deze vrijwillige ver
wijdering geen genoegen en reisde haar achterna. Te
Bergen op Zoom ontmoette hjj zjjne wederhelft nog
altjjd in gezelschap van haren aanbidder, een koopman
in postpapier. Bjj den wettigen echtgenoot scheen de
liefde wel van duur te zjjn. Althans hjj toonde niet
de minste rancune, en nam zjjne vrouw en kind met
haren schaker meê naar de echteljjke woning. Het
drietal, man, vrouw en aanbidder, leeft in de beste
harmonie!
Gi-oes, 2 Jan. Een drama op Nieuwjaarsavond.
De vrjjer der dienstbode van de Wed. T. was door
zjjn meisje ^afgezegd". Om zich te wreken heeft hjj
haar gisterenavond op beestachtige wjjze met zijD
nies toegetakeld. Eene diepe snede over den hald,
zoodat het oor bijna is afgesneden, en andere ver
wondingen heeft hjj haar toegebracht. Na het vol
brengen van zjjn heldenstuk is hjj op den loop gegaan,
waarna men hem half verstjjfd van kou in de Poel
Hjj schjjnt bekend te hebben dat het zjjn voor
nemen is geweest het meisje te vermoorden.
De justitie heeft hem naar Middelburg overgebracht.
Ten gevolge van misbruik maken van sterken
drank heeft een weesjongen zich op handtas tel jjke
wjjze vergrepen aan de vader en moeder uit die in
richting.
Ierselie, 2 Jan. De nieuwjaarscollecte heeft
hier opgebracht 286,465, benevens 40 pond brood
en spek.
Aan de oproeping tot het stichten van een
nieuw kolenfonds werd door circa 100 personen gehoor
gegeven. De heeren M. de Korte en Z. Bouwens hebben
op zich genomen om bjj andere fondsen inlichtingen
te vragen en later weer de toegetredenen na de ge--
wonnen inlichtingen op te roepen tot een tweede
vergadering.
Een Belgisch oester handelaar heeft pogingen
aangewend om in eene put voor de oestercultuur
alhier Fransche oesters te bewaren voor de verzending.
i.
Op een der eerste dagen van laatstleden November,
toen een begin van sneeuw de daken der residentie
wit poederde, kwam een vigilante in snellen draf
de Spoorstraat uit en het Stationsplein oprjjden, met
een impériale zóó vol beladen met koffers en doozen,
dat het allen schjjn had, alsof zich achter de her
metisch gesloten portierraampjes een gevierde actrice
bevond, die met haar geheele tooneel-garderobe op
reis ging.
't Was echter nog veel slimmer. Daarbinnen zat
een zieke met roode, bolle wangen, een welgedaan
uiterlijk en gezonde tint een dier ingebeelde
zieken, die om een speldeprik hun kamer houden
en die hun einde voelen naderen, wanneer zij een
verkoudheid in het hoofd hebben opgedaan. Deze
verbeeldde zich in de eerste plaats, dat hij een zwakke
borst had; zoodra zich daarom de eerste kentee-
kenen van den winter deden gevoelen, dook hij weg
achter eene verschansing van bontwerk, reisdekens
en pelzen en nam de wjjk naar Nizza.
Wiskinos, zoo luidde zijn eenigszins Poolschklin-
kende naam was ongehuwd, niettegenstaande hjj
aan eiken vinger een vrouw bad kunnen krjjgen,
indien hjj gewild had want tal van jonge en ook
oudere dames hadden hem en zjjn vijftigduizend
gulden jaarljjksch inkomen smachtend toegelokt
zonder dat een van haar hem echter had kunnen
«5 overhalen haar zjjn hand aan te bieden Het aller-
meest hield hjj van zichzelf en daarna van zjjn keu-
I kenmeid; niet om haar beminneljjk wezen, o, neen!
4 maar alleen om haar kookkunst. Niemand was er
die hem in de zorg voor eigen gemak en welzjjn kon
evenaren, laat staan overtreffenhjj zou zich onder
geen voorwendsel hoegenaamd gederangeerd hebben,
om een vriend te helpenja, zelfs als zijn eigen
grootvader hem op straat had staande gehouden om
een kwartje van hem te leenen, zou hij het den
ouden man onverbiddeljjk hebben geweigerd, omdat
hjj zijn overjas zou hebben moeten losknoopen, om
zjjn portemonuaie te krijgen.
Daarbij was hjj de werktuigeljjkste machine, die
ooit op twee beenen rondliepzijn geheele dageljjk-
sche levenswandel was tot in de kleinste bijzonder
heden precies afgebakend en als klokwerk geregeld;
hjj sliep, ontwaakte, at, rookte en slikte medicijnen,
letterlijk met zjjn horloge in de hand.
Dat hjj om zijn eigenaardigheden menigmaal door
zoogenaamde geestige kennissen tot het mikpunt
hunner zoutelooze grappen werd gekozen, of daarvan
soms door dezen of genen slimmen vogel partjj werd
getrokken, om hem te bedotten, spreekt van zelf.
Hij was bjj voorbeeld zóó nerveus, zóó prikkelbaar,
dat straatorgelmuziek hem altijd overstuur maakte,
waarom zjjn oppasser in last had, straatvirtuozen,
van welk geslacht of kaliber ook, meedoogenloos te
werendesnoods met geweld. Verkozen zjj zich
echter daar niet aan te storen en draaiden zij toch,
dan wierp hij hun njjdig een kwartje toe, op voor
waarde, dat zjj oogenblikkeljjk hun gejank of ge
tingel staakten. Zijn uitgeslapen dienaar behoefde
dit geen tweemaal te zien gebeuren, om er voordeel
uit te trekkentelkens wanneer de brave Dirk trek
naar een versnapering op den hoek bespeurde en
dat kwam niet zelden voor plakte hjj zich een
tot dat doel gekochten zwarten baard aan, hing een
scharlaken rood manteltje om zjjn schouders en ging
met een overdekte waschmand, als een draaiorgel
voor de borst, onder de vensters staan. Dan verhief
hij als ouverture zjjn liefelijk stemgeluid, en nauwe
ljjks hadden die eerste tonen de haren van zjjn
meester te berge doen rjjzen, of hjj had zjjn kwartje
beet. Zjjn collega's en de andere „booien" aan weers
kanten en van de overzjj, moesten zich bjj die ver
tooning altijd den buik vasthouden van de pret.
Maar er zijn menschen, die overal om lachen, dus
dat bewees niemendal.
II.
Te Nizzn had hij voor steövaste gewoonte, zijn
intrek te nemen in het „Grand Hotel de Courbevoie
et des Etats-Unis", waar altijd sedert vjjftien jaren
dezelfde weelderig ingerichte kamer voor hem ge
reserveerd werd. Het was de eenige, die hem beviel,
omdat zjj op het zuiden lag en bjjgevolg veel zon
had. Daar bleef hjj dan tot den tweeden April 's na
middags twaalf uren precies, op welk tjjdstip hjj de
terugreis aanvaardde.
De heer Wiskinos nam, evenals vorige jaren, een
biljet eerste klasse en arriveerde den volgenden
avond tegen zes uren in Nizza. Daar gebruikte hjj
eerst een copieus dinerzeekreeft, een kwartel, een
kalfszwezerik, asperges, bevochtigd met een flesch
Chateau-Larose. Daarmee hoopte hjj het tot den
volgenden dag te kunnen uithouden, zonder van
geeuwhonger te sterven. Na vervolgens, onder het
genot van een lichte, geurige sigaar, zjjn kop zwarte
koffie met een scheutje cognac fine champagne te
hebben leeggeslui-pt, maakte hjj aanstalten om te
gaan slapen.
Het sloeg negen uren, toen hij de kaars uitblies
en in het mollige veeren bed neerzonk, hij strekte
zich welbehaaglijk uit en met het voornemen eens
ter dege lekker te Blapen, draaide hij zich langzaam
op één oor en kneep zjjn oogen dicht.
Nauwelijks was hjj echter even ingedruild, toen
in de aangrenzende kamer het begin van de bekende
aria uit »Lucie de Lammermoor" ai pour moi
mon droitmon glaive! werd gefloten.
Het klonk glashelder en liefelijk in de avondstilte.
De eerste indruk was dan ook betooverend, maar
plotseling brak de fluiter zijn melodie bjj de vjjfde
maat af, waarna hjj verscheidene malen achtereen
van voren af aan begon. Vervolgens nam hjj vjjf
minuten rust om daarna op dezelfde wijs weer te
beginnen en aldaar bjj dezelfde noot af te breken.
„Wat moet dat beduiden?" mompelde Wiskinos.
De fluiter ging intus3chen bedaard zijn gang.
Niets kan echter zóó mooi zijn of 't begint op
den langen duur vervelend te worden, en toen het
gefluit voor de dertigste maal werd aangeheven, was
Wiskinos zoo vrjj even tegen het schot van zijn
kamer te kloppen. Het gefluit zweeg. Wiskinos,
innig tevreden, dronk een glas suikerwater, dat op
het nachttafeltje voor zjjn ledikant in gereedheid
stond en knipte zjjn loome oogleden weer toe. Het
was intusschen tien uren geworden; het hotel was
bijna verlaten, de meeste gasten genoten nog op de
promenade of in den tuin van de zoele avondlucht.
Plotseling klonk het te midden der rustige stilte
opnieuw:
„J1 ai pour moi mon droitmon glaive
Wiskinos springt op.
„Wat duivel! Dat gezanik begint me te vervelen.
Als dat een grap moet verbeelden, vind ik kaar
allemachtig flauw
Onder deze overdenkingen klopte neen bonkte
hjj ditmaal woedend tegen den kamerwand en riep
„Als je gedaan hebtl vervelende snuiter. Weet
je niet wat er op volgt? Pour f rapper mon bras
se leve is de tweede regel en die zal ik je waar
maken, als 't niet gauw uit is! Ik waar
schuw je
Wanneer de heer Wiskinos zich boos maakte
verloor hjj de voorschriften der beleefdheid wel eens
uit het oog. Een oogenblik bleef het stil en de ver
bolgen gast begon weer vrjjer te ademen. Maar
eensklaps
ai pour moienz.
„Onuitstaanbaar kreatuursiste hjj tusschen de
tanden, terwjjl bjj aan het schelkoord rukte.
Een kellner verscheen.
»Wie is die idioot naast me, die den god-
ganscheljjken avond hetzelfde fluit vroeg hjj
verstoord.
Iemand die fluit?" zeide de kellner met een
ongeloovig gezicht. »Mjjnheer droomt. De kamer
is leeg".
Wiskinos zweeg als verpletterd bij dit kalme
antwoord. Een verschrikkeljjk voorgevoel had hem
bevangenmisschien was het een begin van ver-
standsverbjjstering, dat zich bjj hem openbaarde
Bovendien zoolang de kellner boven was, hield het
gefluit stil. Maar nauweljjks was de zwartgerokte
verdwenen of: krak!
Pai pour moi mon droit enz."
En zoo vervolgens, ongeveer eens in de minuut.
Wiskinos, ten einde raad, kroop rillend onder de
dekens en bleef, aan den hevigsten angst ten
prooi, roerloos liggen. (Slot volgt.)