ZICRIkZEESCIIE MEI WSBODE. Zaterdag 4 Januari 1800. Directeur-Uitgever J. WAALE. Algemeen Overzicht. AUAJYVSTIJDIAGEX. Feuilleton. De Goudvink. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5792. Advertentiënvan 1.pegels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot de Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Wanneer dit overzicht onder de oogen der lezers komt, is 1889 reeds voorbij en staan we aan het begin van 1890. Waar wij wederom gedurende een jaar, iedere week, den maatschappelijken en poli- tieken toestand der verschillende landen, zoover ons bestek dit gedoogde, hebben nagegaan, daar dunkt het ons niet ten onpas, wanneer we, wederom aan het einde van een jaarkring gekomen, een terugblik daarop werpen, 't Blijft nog als altoos waar„in 't verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal". Bij 't beschouwen van 't jaar 1889 treft het ons al dadelijk, dat ofschoon er geen ingrijpende gebeur tenissen hebben plaats gehad, niemand den moed zal hebben om dit jaar onbeduidend te noemen, flet is waar, rijk aan politieke gebeurtenissen was het in geen enkel opzicht. Groote schokken, die hun invloed op de wereldgeschiedenis zoozeer kunnen doen gelden, hadden in geen enkel land plaats, en ofschoon de vrede zoo nu en danvooral door den gang dei- zaken op het Balkan-Schiereilanddreigde verstoord te worden, toch blijkt de meening der Staatslieden bewaarheid, die zij bij den aanvang van dit jaar, bijna eenparig uitspraken, dat er geen aanleiding bestond om te vreezen dat de vrede dit jaar zou worden verstoord. Bij den terugblik in dit jaar, kunnen we met gerustheid er op wijzen, dat de kans voor oorlog bij den aanvang van 1890 nog geringer is, dan bij den aanvang van 1889. Dank zij de vredelievende houdingdie Duitsclilaiid heeft aangenomendank vooral den persoonlijken invloed, dien de tegenwoordige Keizer heeft uitgeoefend bij zijn bezoek aan de verschillende Europeesche hoof den, is de verhouding tusschen de groote Europeesche Staten thans bepaald vriendschappelijk te noemen. Door den komst van den Czaar te Berlijn, is de eenigszins gespannen verhoudingdie er tusschen Rusland en Duitschland bestondgeweken, en heeft plaats, gemaakt voor de oude vriendschap, die jaren lang tusschen deze landen heerschte. Scheen 't aan vankelijk alsof Oostenrijks belangen aan die vriend schap waren opgeofferd en toonde dat land dan ook spoedig, na het bezoek van den Czaar te Berlijn, wantrouwen in de gevolgde staatkundena de terugkomst van den Duitschen Keizer, na zijn bezoek aan de Porte, en de daaraan onmiddellijk vooraf gegane ontmoeting van de Duitsche en Oostenrjjk- sche kanseliers, maakte dit wantrouwen plaats voor een gegronde hoop, dat de oorzaak van de ver wijdering tusschen Oostenrijk en Rusland, de be staande toestand op 't Balkan-Schiereiland, na een niet al te lang tijdsverloop, bare vreedzame oplossing zal vinden. De toestand daar, wijst ontegenzeggelijk op vooruitgang. Wel is waar, moesten wjj dit jaar wijzen op de twisten, die Servië verdeeld hadden, vooral ter zake van de oneenigheden tusschen den Koning en zijne gemalin, waardoor zelfs de eerste genoodzaakt werd afstand van den troon te doen, doch langzamerhand komt het land ook daar tot rust en schrijdt evenals Bulgarije en Rumenië lang zaam voort op den weg der ontwikkeling. De toestand tusschen FranKrijlt en Italiëdie somtijds aanleiding gaf om een uitbarsting te vreezen, verbetert ook, nu Italië de handelsbetrekkingen met Frankrijk weder tracht aan te knoopenen ofschoon op het oogenblik de verhouding tusschen Creta en Turkije nog te .wenseken overlaat, het geschil tus schen Portugal en Engeland nog niet is bijgelegd, toch is de algemeen e politieke toestand van dien aard, dat geen uitbarsting van een oorlog daardoor is te vreezen. Is de staatkundige toestand van Europa dus bij den aanvang van 1890 zoo gunstig als dit in geen jaren het geval is geweest, dubbel te betreuren is het daarom, dat de maatschappelijke zooveel te wenschen overlaat. Het is waar, bijna geen land is erof het heeft in het afgeloopen jaar zich onledig gehouden met verbetering aan te brengen in de sociale wetgeving. De tentoonstelling in Parijs gehouden, heeft een grooten maatschappe lijken invloed uitgeoefend ten goede, om van den politieken, waardoor Boulanger en zijn lichting ten onder gingen, hier niet te spreken. Maar toch ont kend worden mag het niet, dat ook de-' sociale wetgeving in de verschillende landen, hoe ook in dit jaar verbeterd, niet in staat werd bevonden om aan de grieven der arbeidende klasse tegemoet te komen. Luider en luider deden dit jaar de werk lieden hun stem hooren om datgene te eischen, waarop zij recht meenden te hebben, en werden de eischen niet ingewilligd, fluks was men gereed om door werkstaking het kapitaal te doen dwingen voor de kracht van den arbeid. Dat het in dien strijd tusschen arbeid en kapitaal vaak heftig toeging, herinnert zich ieder, die zich te binnen brengt de 'i tverkstaking in de Duitsche kolenmijnen in het voor jaar, die van de dokwerkers in Londen in dén zomer en de thans weer uitgebroken werkstaking in de kolenbekkens in België. Laat o'ns hopen, dat wij bij het einde van 1890 ook op een verbetering der maatschappelijke toestanden wijzen kunnen, opdat de arbeiders datgene erlangen, waarop zij billijker wijze aanspraak hebben en de verhouding tusschen werkgever en arbeider niet langer een zoodanige zijwaarin de een zich meester toont boven den ander, maar een die gegrondvest is op wederzijdsch vertrouwen en onderlinge waardeering. Wanneer de regeeringen van de verschillende landen nu Europa een tijdperk van vrede beleeft, daaraan al hunne krachten wijden, dan zal voorzeker ook aan veel maatschappelijk lijden een einde worden ge maakt en zal 1890 een werkelijk goed jaar zijn. Amerika. Een merkwaardig geval van hondentrouw en schran derheid wordt door Amerikaansche bladen verhaald. Vijf jaren geleden werd. in den omtrek van Punta Arenas (Chili) een landeigenaar vermoord en beroofd van den gordel, waarin hij zijn goudgeld bij zich droeg. Men vond den grooten hond van den vermoorde huilend bij het Ijjk; maar het trouwe dier was stellig niet bij de misdaad tegenwoordig geweest; anders zou het zijn meester verdedigd hebben. De hond werd door een vriend van zijn dooden meester in huis genomen.) Van den moordenaar kon men geen spoor ontdekken, totdat men onlangs op de plek, waar de moord ge pleegd was, een onbekende man dood vond liggen, en op hem den hond, die in groote woede bezig was hem te verscheuren. De vrees dat het dier dol was, bleek ongegrond; weldra ontdekte men de oorzaak van zjjn woede; de doode had den gordel van den vermoorden landeigenaar om, en de hond, die daaraan in hem den I moordenaar herkende, had zjjn meester gewroken. Engeland. Louden, 2 Januari. De werkstakende Zuid- Londensche gasstokers vergaderden gisteren avond en besloten den atrjjd tot het uiterste voort te zetten. De werkstakers volharden in hunne pogingen om den kolentoevoer naar Londen af te snijden; verscheidene bladen waarschuwen heD, dat het welslagen dezer po gingen leiden moet tot eene inmenging van het par lement en eene verscherpte wetgeving tegen werklieden- combinatiën, tot groot nadeel van het openbaar belang. Italië. Door het Italiaansche landbouw comité werden in het afgeloopen jaar weder een groot aantal kleine voor schotten gegeven aan den kleinen landbouwer, en wel tot een bedrag van 27,000 lires. De voorschotten zijn nimmer kleiner dan 10 of grooter dan 100 lires. Wat wel opmerking verdient, is, dat het comité gedurende het geheele jaar geen enkel schadepostje te boeten heeft gehad. De instelling heeft in dit, haar 8e levens jaar, weder uitstekende resultaten afgeworpen. Frankrijk. Te Parijs vond men een echtpaar dood in het bed. Uit een brief van de vrouw tileek, dat zjj haar man in zjjn slaap drie revolverkogels door het hoofd gejaagd en daarna zichzelf gedood had. Baron Rothschild te Parjjs beeft aan het Ge meentebestuur aldaar een som van 100,000 francs gezonden voor de slachtoffers der Influenza. België. Zooals de telegraaf reeds heeft gemeld, heeft in het kolendistrict van Charleroi de werkstaking zich nog verder uitgebreid, en waren het Dinsdag niet minder dan 17,000 man, d. i. meer da.n de helft der in dat bekken wonende mijnwerkers, die den arbeid hadden gestaakt. Deze uitbreiding maakte een des te ver rassender indruk na de op ruime schaal verspreide kennisgeving van den burgemeester vau Charleroi, dat er maatregelen genomen zijn ter beveiliging van de arbeiders die' weuBchen te werken. Naar gemeld wordt, zouden de mijnbesturen geneigd ijjn de geëischte loonsverhooging toe te staan, maar weigeren zjj beslist toe te stemmen in de inkrimping van den werktijd van 11 op 9 uur. Nog in het midden latende, of eene rationeele en winstgevende exploitatie der mijn een werktjjd van slechts 9 uur per etmaal, met inbegrip vau het nederdalen in en het ophalen uit de mijn, toelaat, achten de mijnbesturen eenstemmig de inkrimping van den werktijd, met behoud van het op 11 uur arbeidens berekend Iood, onaannemelijk. Evenzeer hebben zij den eisch afgewezen van een standaardloon voor alle mijnwerkers; hierin trouwens vinden zij bij vele arbeiders steun, die zeer goed inzien dat de bekwaamste en ijverigste ook meer loon dan de onbekwame en luie moet kunnen verdienen. Brussel, 2 Januari. Uit Luik wordt bericht dat ook in het gebied van Seraing de werkstaking onder de mijnwerkers is uitgebroken, in de mijnen van Cockrill en van de vereeniging Lahaue. Yoor het oogen blik hebben 1200 man den arbeid gestaakt. Zij eischen loonsverhooging, maar zijn kalm. Aan den linker Maasoever zijn alle mijnen nog in vollen gang. Rondom Charleroi is de toestand onveranderd. De eerste dag van 1890 is voor het Koninklijke gezin van België een ongelukkige dag geweest. Het paleis des Konings te Laeken, dat zich niet zoozeer door uiterlijke schoonheid kenmerkt, als wel door de kostbare kunstschatten, welke het bevatte, is een prooi der vlammen geworden. De koning en de koningin waren in de morgenuren naar het paleis te Brussel gereden, om de gebruikelijke nieuwjaarsreceptie te houden. Nauweljjks had zij een aanvang genomen, toen per telefoon uit Laeken het bericht kwam, dat het paleis in brand stond. Onmiddellijk het was half twee en dus de receptie nog in lang niet af geloopen werd de receptie gestaakt en begaven de koning en de koningin zich in allerjjl naar Laeken, waar zjj het paleis in vlammen vonden. Van alle kanten kwamen de brandspuiten aangerukt, waarmede men alleen de kabinetten des konings wist te behouden. De beide vleugels van het gebouw zjjn geheel vernield en daarmede ook de kunstschatten, die er zich in bevonden. Van de koninljjke familie was alleen de jongste dochter des konings, prinses Clementine, in het palris aanwezig, toen de brand uitbrak, die met veel moeite is gered kunnen worden. Eerst ging het gerucht, dat de gouvernante der prinses in de vlammen was om gekomen, doch later is dat gerucht gelukkig gebleken onwaar te zijn. De brand is ontstaan in den rechter vleugel van het gebouw en wordt toegeschreven aan een slechte inrichting van een verwarmingstoestel in een zaal van dien vleugel. De schade is zeer groot. De kostbare en vermaarde serres zijn ongedeerd gebleven. Nederland. Amsterdam, 31 Dec. In de buurt van de Bloemgracht alhier, werd verleden week het volgende overlijdens-bericht door den aanspreker Bniet in-' kostuum, verspreid: Heden overleed mijn trouwe vriend BOY, na een langdurig en geduldig lijden in den ouderdom van 12 jaren. G. ROOS. Amsterdam, 23 Dec. 1889. Bloemgracht 53. Verzoeke van rouwbeklag verschoond te bljjven." Deze mededeeling, met zwarten rand omlijst, had betrekking op den in die buurt overbekenden hond van den heer R., welke Dinsdagavond zou begraven worden. Toen tegen negen uur een met twee bokken bespannen wagentje met brandende lantaarns voor het huis van den heer R. stil hield, was al spoedig zooveel volk op de been, dat het raadzaam werd geoordeeld de met schroeven gesloten kist, met den hond er in en een krans er op, niet voor het sterfhuis op het wagentje te plaatsen. De equipage vertrok derhalve zonder de kist, welke later op den avond door den aanspreker B. onder den arm genomen en bjj de Raampoort, waar de bokken wachtten, op het wagentje gezet werd. Alsnu werd de tocht voortgezet en had de begrafenis plaats in het tuintje De Vriendschap op het Steenpad. Amsterdam, 2 Jan. Het duikerwerk aan de in het Noordzeekanaal gezonken »Thorbecke VII", en daarmede ook de ophooging der verschansing, is ver- loopen Zaterdag gereed gekomen, waarna men begonnen is met het leegpompen, welk werk dag en nacht wordt voortgezet. Het vaartuig is al meer recht gekomen en is van voren reeds vrij wat gelicht, doch zat gisteren van hchteren nog aan den grond. Het uitlossen in lichters is begonnen, terwijl de stoomboot Hercules" ter plaatse flinke diensten bewijst. Het Amsterdamsche abattoir heeft thans twee jaren bestaan. Aan rijksaccijnzen van het geslacht bracht het eerste jaar ongeveer 80,000 meer op dan het geval was aan de oude veemarkt. Nu is dat cijfer gestegen tot 100,000 meer, terwjjl de opbrengst van het vee, hetwelk voor Amsterdam buiten de gemeente geslacht wordt, aan accijnzen bedraagt ongeveer ƒ40,000. Middelburg;, 2 Jan. Der Commissie voor- Kindervoeding alhier zjjn reeds jaarlijksche giften tot een bedrag van circa 1500 toegezegd, behalve eenige bijdragen in eeDs. De begrooting voor de bestaande behoefte was f 2000, het ontbrekende gering bedrag zal voorzeker wel gevonden worden. Goes, 1 Jan. Den tweeden Kerstdag kregen twee bekende drinkebroers ruzie, die zoo hoog liep, dat de een in al zjjne zakken tastte om een mes te vinden. Doch in plaats van een mes vond hjj een kwartje. Dit werkte zoo kalmeerend, dat met het gevonden kwartje de vriendschap weer werd vernieuwd. Een paar dagen later heeft de vrouw van een logementhouder de aardigheid om met haar jongste kind, het noodige reisgeld en met hare beste kleeren in gezelschap van een barer logees de echtelijke woning te verlaten. Haar echtgenoot nam met deze vrijwillige ver wijdering geen genoegen en reisde haar achterna. Te Bergen op Zoom ontmoette hjj zjjne wederhelft nog altjjd in gezelschap van haren aanbidder, een koopman in postpapier. Bjj den wettigen echtgenoot scheen de liefde wel van duur te zjjn. Althans hjj toonde niet de minste rancune, en nam zjjne vrouw en kind met haren schaker meê naar de echteljjke woning. Het drietal, man, vrouw en aanbidder, leeft in de beste harmonie! Gi-oes, 2 Jan. Een drama op Nieuwjaarsavond. De vrjjer der dienstbode van de Wed. T. was door zjjn meisje ^afgezegd". Om zich te wreken heeft hjj haar gisterenavond op beestachtige wjjze met zijD nies toegetakeld. Eene diepe snede over den hald, zoodat het oor bijna is afgesneden, en andere ver wondingen heeft hjj haar toegebracht. Na het vol brengen van zjjn heldenstuk is hjj op den loop gegaan, waarna men hem half verstjjfd van kou in de Poel Hjj schjjnt bekend te hebben dat het zjjn voor nemen is geweest het meisje te vermoorden. De justitie heeft hem naar Middelburg overgebracht. Ten gevolge van misbruik maken van sterken drank heeft een weesjongen zich op handtas tel jjke wjjze vergrepen aan de vader en moeder uit die in richting. Ierselie, 2 Jan. De nieuwjaarscollecte heeft hier opgebracht 286,465, benevens 40 pond brood en spek. Aan de oproeping tot het stichten van een nieuw kolenfonds werd door circa 100 personen gehoor gegeven. De heeren M. de Korte en Z. Bouwens hebben op zich genomen om bjj andere fondsen inlichtingen te vragen en later weer de toegetredenen na de ge-- wonnen inlichtingen op te roepen tot een tweede vergadering. Een Belgisch oester handelaar heeft pogingen aangewend om in eene put voor de oestercultuur alhier Fransche oesters te bewaren voor de verzending. i. Op een der eerste dagen van laatstleden November, toen een begin van sneeuw de daken der residentie wit poederde, kwam een vigilante in snellen draf de Spoorstraat uit en het Stationsplein oprjjden, met een impériale zóó vol beladen met koffers en doozen, dat het allen schjjn had, alsof zich achter de her metisch gesloten portierraampjes een gevierde actrice bevond, die met haar geheele tooneel-garderobe op reis ging. 't Was echter nog veel slimmer. Daarbinnen zat een zieke met roode, bolle wangen, een welgedaan uiterlijk en gezonde tint een dier ingebeelde zieken, die om een speldeprik hun kamer houden en die hun einde voelen naderen, wanneer zij een verkoudheid in het hoofd hebben opgedaan. Deze verbeeldde zich in de eerste plaats, dat hij een zwakke borst had; zoodra zich daarom de eerste kentee- kenen van den winter deden gevoelen, dook hij weg achter eene verschansing van bontwerk, reisdekens en pelzen en nam de wjjk naar Nizza. Wiskinos, zoo luidde zijn eenigszins Poolschklin- kende naam was ongehuwd, niettegenstaande hjj aan eiken vinger een vrouw bad kunnen krjjgen, indien hjj gewild had want tal van jonge en ook oudere dames hadden hem en zjjn vijftigduizend gulden jaarljjksch inkomen smachtend toegelokt zonder dat een van haar hem echter had kunnen «5 overhalen haar zjjn hand aan te bieden Het aller- meest hield hjj van zichzelf en daarna van zjjn keu- I kenmeid; niet om haar beminneljjk wezen, o, neen! 4 maar alleen om haar kookkunst. Niemand was er die hem in de zorg voor eigen gemak en welzjjn kon evenaren, laat staan overtreffenhjj zou zich onder geen voorwendsel hoegenaamd gederangeerd hebben, om een vriend te helpenja, zelfs als zijn eigen grootvader hem op straat had staande gehouden om een kwartje van hem te leenen, zou hij het den ouden man onverbiddeljjk hebben geweigerd, omdat hjj zijn overjas zou hebben moeten losknoopen, om zjjn portemonuaie te krijgen. Daarbij was hjj de werktuigeljjkste machine, die ooit op twee beenen rondliepzijn geheele dageljjk- sche levenswandel was tot in de kleinste bijzonder heden precies afgebakend en als klokwerk geregeld; hjj sliep, ontwaakte, at, rookte en slikte medicijnen, letterlijk met zjjn horloge in de hand. Dat hjj om zijn eigenaardigheden menigmaal door zoogenaamde geestige kennissen tot het mikpunt hunner zoutelooze grappen werd gekozen, of daarvan soms door dezen of genen slimmen vogel partjj werd getrokken, om hem te bedotten, spreekt van zelf. Hij was bjj voorbeeld zóó nerveus, zóó prikkelbaar, dat straatorgelmuziek hem altijd overstuur maakte, waarom zjjn oppasser in last had, straatvirtuozen, van welk geslacht of kaliber ook, meedoogenloos te werendesnoods met geweld. Verkozen zjj zich echter daar niet aan te storen en draaiden zij toch, dan wierp hij hun njjdig een kwartje toe, op voor waarde, dat zjj oogenblikkeljjk hun gejank of ge tingel staakten. Zijn uitgeslapen dienaar behoefde dit geen tweemaal te zien gebeuren, om er voordeel uit te trekkentelkens wanneer de brave Dirk trek naar een versnapering op den hoek bespeurde en dat kwam niet zelden voor plakte hjj zich een tot dat doel gekochten zwarten baard aan, hing een scharlaken rood manteltje om zjjn schouders en ging met een overdekte waschmand, als een draaiorgel voor de borst, onder de vensters staan. Dan verhief hij als ouverture zjjn liefelijk stemgeluid, en nauwe ljjks hadden die eerste tonen de haren van zjjn meester te berge doen rjjzen, of hjj had zjjn kwartje beet. Zjjn collega's en de andere „booien" aan weers kanten en van de overzjj, moesten zich bjj die ver tooning altijd den buik vasthouden van de pret. Maar er zijn menschen, die overal om lachen, dus dat bewees niemendal. II. Te Nizzn had hij voor steövaste gewoonte, zijn intrek te nemen in het „Grand Hotel de Courbevoie et des Etats-Unis", waar altijd sedert vjjftien jaren dezelfde weelderig ingerichte kamer voor hem ge reserveerd werd. Het was de eenige, die hem beviel, omdat zjj op het zuiden lag en bjjgevolg veel zon had. Daar bleef hjj dan tot den tweeden April 's na middags twaalf uren precies, op welk tjjdstip hjj de terugreis aanvaardde. De heer Wiskinos nam, evenals vorige jaren, een biljet eerste klasse en arriveerde den volgenden avond tegen zes uren in Nizza. Daar gebruikte hjj eerst een copieus dinerzeekreeft, een kwartel, een kalfszwezerik, asperges, bevochtigd met een flesch Chateau-Larose. Daarmee hoopte hjj het tot den volgenden dag te kunnen uithouden, zonder van geeuwhonger te sterven. Na vervolgens, onder het genot van een lichte, geurige sigaar, zjjn kop zwarte koffie met een scheutje cognac fine champagne te hebben leeggeslui-pt, maakte hjj aanstalten om te gaan slapen. Het sloeg negen uren, toen hij de kaars uitblies en in het mollige veeren bed neerzonk, hij strekte zich welbehaaglijk uit en met het voornemen eens ter dege lekker te Blapen, draaide hij zich langzaam op één oor en kneep zjjn oogen dicht. Nauwelijks was hjj echter even ingedruild, toen in de aangrenzende kamer het begin van de bekende aria uit »Lucie de Lammermoor" ai pour moi mon droitmon glaive! werd gefloten. Het klonk glashelder en liefelijk in de avondstilte. De eerste indruk was dan ook betooverend, maar plotseling brak de fluiter zijn melodie bjj de vjjfde maat af, waarna hjj verscheidene malen achtereen van voren af aan begon. Vervolgens nam hjj vjjf minuten rust om daarna op dezelfde wijs weer te beginnen en aldaar bjj dezelfde noot af te breken. „Wat moet dat beduiden?" mompelde Wiskinos. De fluiter ging intus3chen bedaard zijn gang. Niets kan echter zóó mooi zijn of 't begint op den langen duur vervelend te worden, en toen het gefluit voor de dertigste maal werd aangeheven, was Wiskinos zoo vrjj even tegen het schot van zijn kamer te kloppen. Het gefluit zweeg. Wiskinos, innig tevreden, dronk een glas suikerwater, dat op het nachttafeltje voor zjjn ledikant in gereedheid stond en knipte zjjn loome oogleden weer toe. Het was intusschen tien uren geworden; het hotel was bijna verlaten, de meeste gasten genoten nog op de promenade of in den tuin van de zoele avondlucht. Plotseling klonk het te midden der rustige stilte opnieuw: „J1 ai pour moi mon droitmon glaive Wiskinos springt op. „Wat duivel! Dat gezanik begint me te vervelen. Als dat een grap moet verbeelden, vind ik kaar allemachtig flauw Onder deze overdenkingen klopte neen bonkte hjj ditmaal woedend tegen den kamerwand en riep „Als je gedaan hebtl vervelende snuiter. Weet je niet wat er op volgt? Pour f rapper mon bras se leve is de tweede regel en die zal ik je waar maken, als 't niet gauw uit is! Ik waar schuw je Wanneer de heer Wiskinos zich boos maakte verloor hjj de voorschriften der beleefdheid wel eens uit het oog. Een oogenblik bleef het stil en de ver bolgen gast begon weer vrjjer te ademen. Maar eensklaps ai pour moienz. „Onuitstaanbaar kreatuursiste hjj tusschen de tanden, terwjjl bjj aan het schelkoord rukte. Een kellner verscheen. »Wie is die idioot naast me, die den god- ganscheljjken avond hetzelfde fluit vroeg hjj verstoord. Iemand die fluit?" zeide de kellner met een ongeloovig gezicht. »Mjjnheer droomt. De kamer is leeg". Wiskinos zweeg als verpletterd bij dit kalme antwoord. Een verschrikkeljjk voorgevoel had hem bevangenmisschien was het een begin van ver- standsverbjjstering, dat zich bjj hem openbaarde Bovendien zoolang de kellner boven was, hield het gefluit stil. Maar nauweljjks was de zwartgerokte verdwenen of: krak! Pai pour moi mon droit enz." En zoo vervolgens, ongeveer eens in de minuut. Wiskinos, ten einde raad, kroop rillend onder de dekens en bleef, aan den hevigsten angst ten prooi, roerloos liggen. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1