ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 29 December 1889. MEU YV ST1J l)ii\GE:\. Feuilleton. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5789. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. BERICHT. In het No. van 1 Januari a.s. zal weder gelegenheid zijn tot het plaatsen van Nieuwjaars-Félicitatiën, contant 30 Cents. Dit No- zal worden gedrukt op Oude jaarsavond, zoodat het op Nieuwjaars morgen overal is verspreid. De inzending van Advertentiën, voor dat No. bestemd, kan plaats hebben uiterlijk tot Dinsdag 31 December a.s. te 12 uur. Benoeming van leden der vaste Raadscommissiën. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee brengen ter kenDia van de ingezetenen, dat door den Raad dier gemeente, in zijne op den 17den en den 23sten dezer gehouden vergaderingen zjjn bonoemd tot leden der vaste Commissiën, bedoeld by art. 54 der Gemeentewet, te weten: Voor de Strafverordeningen: De heeren Mrs. van Manen en Fokker; Voor de Fabricage; De heeren de Looze, Jbr. Six en Mulock Houwer; Voor de Gasfabriek en de Straatverlichting De heeren Dr. Goemans, de Looze en Jhr. Six; Voor de uitgraving en aflevering der Zelkasch De beeren Zuurdeeg en S. J. Ochtman; en tot Commissarissen der Vischmarkt De heeren S. J: Ochtman en Mulock Houwer. Zullende de Commissie voor de Strafverordeningen worden gepresideerd ,door den Burgemeester, ingevolge de Wet; do Commissie van Fabricage door don Burge meester, en bjj diens verhindering door den Wethouder Ochtman; de Commissie voor de Gasfabriek en de Straatverlichting en de Commissie voor de uitgraving en aflevering van Zelkasch, door den Wethouder Ochtman, eu bjj diens verhindering door den Burgemeester. Ziebikzee, den 23 December 1889. De Burgemeester en Wethouders, J. P. N. ERMERINS. De Secretaris, J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ. Brazilië. Telegrammen nit Rio Janeiro melden, dat de toe stand daar verre van bevredigend is. Er heerscht zelfs eenigszins anarchie, en de toestand komt overeen met dien van Frankrjjk onder de Commune. De militaire dicta tors zjjn zeer bevreesd voor de gevolgen hunner haastige onderneming. Zjj hebben thans niet alleen de gilt aan den ex-Keizer van 5000 contos, die zij geen recht hadden te verleenen, ingetrokken, maar ook de civiele ljjst afgeschaft, hopende aldus den Keizer te dwingen af te tredeD. r- Het besluit der voorloopige regeering, waarin de verkiezingen tot 15 September en de bijeenkomst der Constitueerende Vergadering tot 15 November 1890 verschoven worden, bevat bovendien de verbanning van Pedro II en van alle leden der keizerlijke familie, die van den burggraaf De Ouropreto en van zijnen broeder Carlos AfFonso, en de deportatie van den senator Da Silveira Martins, gouverneur van de provincie Rio Grande do Sul. In hetzelfde besluit wordt de aan den keizergedane schenking van vyf millioen milreis te niet gedaan en zjjn inkomen geschorst. Op verlangen van 's keizers geneesheeren is dit be sluit der Braziliaansche regeeriDg hem nog niet mede gedeeld. Pedro II en zijne gemalin zjjn naarCoimbra vertrokken. Het is nog niet zeker waarheen zij verder gaan zullen; er wordt gesproken van Pan en Londen en later van Cannes. De keizer bewaart een ondoordringbaar stil zwijgen over de Braziliaansche zakeD, zelfs als hem berichten daarover worden medegedeeld. Amerika. Uit Amerika wordt eene uitvinding van Edison ge meld, die, zoo het bericht waar is, een reusnehtige omwenteling in de journalistiek zal teweeg brengen. Het moet hem namelyk gelukt zjjn het middel te vinden om per kabel drukvormen te stereotypeeren Een blad hier gezet, zou dus terstond na het opmaken van den vorm, zoowel hier, als te Amsterdam, te Arnhem en te Groningen ter perse gelegd kunnen worden. Op het oogenblik moge men dit met ons voor een sprookje houden, meo bedenke, dat men nog geen twaalf jaar geleden ditzelfde dacht van de telefoon. Engeland. Naar men weet heerscht in Engeland de ratten- plaag. De bladen geven nu allerlei raad om deze dieren te verdelgen. Vergift, vallen, machines, zout op den staart, alles wordt aanbevolen. Een van de aangegeven vallen is het volgende. Men vuile een vat half vol met water en plaatse daarin eene verhevenheid, dit» even boven het nat uitsteekt. Vervolgens bind-:- men eon vel papier over het vat en geve daarin een kruis snede. Eindelijk hange men daarboven eeDig aas en geve de ratten gelegenheid boven op het vat te kun nen klimmen. Zoodra eeD barer op het papier loopt valt zjj door de kruissnede naar beneden in het water, vindt daarin de verhevenheid en gaat er op zitten, zonder verder weg te kunnen, daar het papier zich boven haar gesloten heeft. De volgende rat die naar beneden valt vindt geen droog plekje om op te zitten en tracht de eerste te verjagen. Het piepen van die twee brengt al de ratten die het hooien kunnen naderbjj om te zien wat er te doen is, en allen vindon hun graf in het water. Hieruit leert men de duivelsche slimheid van den mensch en »La lutte pour la vie" onder de ratten. Italië. JE£ome, 24 Dec. Heden ontving de Paus de kardinalen en prelaten. De Heilige Vader vermaande hen tot eenheid in liefde. Na te hebben geklaagd over don strjjd tegen de Kerk, hoofdzakelijk in Italië, maakte bjj gewag van het wetsontwerp tot hervorming der liefdadige instellingen, uit hetwelk hij afleidde dat de strijd evenzeer tegen God als tegen den Paus is inge richt. Zijne Heiligheid vermaande de Katholieke wereld tot trouw aan hare plichten. Frankrijk. Te Vemenet, in het kanton Laissac, werd dezer dagen zekere Alary, een zestigjarig man, ter aarde besteld, die eene beroerte gekregen had en niet weder bjjgekomen was. Den volgenden dag hoorde een dood graver, die in de nabjjheid van het graf arbeidde, herhaald geklop in de kist, snelde verschrikt naar zjjne woning en viel er flauw. Bjjgekomen, verhaalde hij wat er voorgevallen was. Men haastte zich de kist te openen en vond het lichaam nog warm; de ongeluk kige Alary was echter reeds gestikt. Het getal ljjderB aan influenza te Parjjs wordt op 600.000 geschat. Duitschland. Wie tegenwoordig te Berljjn in een tram luide hoest, loopt gevaar van door den conducteur op een stemmig bevel van de andere passagiers, uit den wagen gezet te worden; de droschken-koetsier weigert, onder beroep op de politieverordening, die hem 't vervoer van personen, aan besmettelijke ziekte ijjdende, ver biedt, een ieder op te nemen, wiens stem maar heesch klinkt. Een zwakke toespeling op de omstandigheid, dat in een winkel één der verkoopera ziek ia gewor den, kan alle klanten verjagen en menschen, met bjj- zonder prikkelbare zenuweD, neinen aan geen diner deel wanneer zjj vermoeden, dat het door hoestende menschen is toebereid. Belg'ië. Een persoon, die voor eenige dagen te Antwerpen in slaap viel en waarbjj de dokters al de teekenen van schjjndood vonden, was naar zjjne zuster overge bracht, welke Brussel bewoont. Daar is hjj den zesden dag wakker gewordeD, heeft eene tas koffie gedronken en is weer in slaap gevallen. Toen de dokter poogde hem te wekken, keerde hjj zich plotseling om en zeide: »Laat rnjj met rust! ik wil slapen!" Sinds dat oogen blik slaapt hjj nog altjjd voort. De echtgenooten X., wonenende op den Antwerp- schen Steenweg te Brussel, hadden voor eenigen tjjd een meisje van een twintigtal jaren oud, in dienst genomeD, zonder voorafgaande inlichtingen gevraagd te hebben. Op zekeren avond verdween er uit de lade eene som van 100- frank en natuurljjk werd de meid verdacht. Deze hield echter bjj hoog en laag staande, dat zjj onschuldig was als een lam. Ten teeken van waarheid gaf zjj hare meesteres den raad, eene waarzegster te gaan raadplegen, welker adres zjj opgaf. De vrouw liet zich overhalen en begaf zich naar het opgegeven adres. De waarzegster verzekerde haar, dat de meid onrechtvaardig verdacht was, maar dat haar man met de 100 fr. op den loop was Teruggekomen vertelde zjj hnar wedervaren aan de meid, en deze raadde haar thans aan, niets aan den man te zeggen, maar hem van nabjj in 't oog te houdeD. Dit gebeurde. De vrouw werd koud, onverschillig tegen haren echtgenoot, zoodanig dat deze weldra uit*, leggingen vroeg over bare zonderlinge handelwijze. Het eeoe woord bracht het andere, en de man, die nu vernam wat er gebeurd was, ging op zjjne beurt ook naar de waarzegster; hjj vernam dat in hetzelfde huis ook de vrijer dei f meid woonde. Nu behoefde hjj niets meer te vragen. De meid, de vrjjer en de waarzegster zullen voor het gerecht wel verdere uitleggingen geven. Io het Belgisch kolendistrict Charleroi breidt de werkstaking zich steeds uit. Een kleine 6000 man loopen ledig en men vreest dat het er nog wel -meer zal worden. Overal heerscht tot nu toe rust. Nederland. Amsterdam, 23 Dec. Zaterdag middag tugBchen 2 en 3 uren is in het Noordzeekanaal, ter hoogte van het gehucht Buitenhuizen, aan den ingang van het kanaal, het Nederlandsche zeilschip >Thorbecke VII", kapitein J. F. Höper, dat van Batavia naar Amsterdam kwam, in aanvaring gekomen met het stoomschip »P. Caland", van Amsterdam naar New-York. De botsing ontstond doordat eerstgenoemd schip, eenigszins voor het tweede willende uitwjjken, in dwarsche richting landwaarts stuurde, waardoor hem de »P. Caland" in den boeg liep en daarin een gat boorde. De >lhorbecke" werd gesleept, de Caland" (om 12 u. uit Amsterdam vertrokken) stoomde zeewaarts. Het gevaar ziende, werkte de »Caland", naar de le stuur man ons verklaarde, full speet achteruit, zoodat zjj bjjna stil lag, toen de «Thorbecke", wier sleepboot met volle kracht poogde, ondanks den hevigen wind, rechts naar den zuidwal te houden, er mede in aan varing kwam. De »Caland"_ trof de »Thorbecke" aan bakboord even vóór het fokkenwant tot nagenoeg het midden van het schip. Als een bjjl in een boom drong de ijzeren steven in den stuksplinterenden en afgebrokkelden houten wand, waarin een bres van verscheidene meters leügte ontstond. Ware de »Caland" niet dadeljjk achteruit gestoomd, dan was de voorsteven der »Thorbecke" van het achterschip gescheiden. Toen de Caland" het gevaar bemerkte, gaf zjj een stoot op de stoomfluit, die door de sleepboot der »Thorbecke" werd beantwoord. De schok werd aan boord der »Caland" zoo weinig gevoeld, dat de scheepsdokter, die zat piano te spelen, vroeg, >waar al die drukte op het dek voor diende?" De beide schepen zaten ongeveer eene halve minuut in elkaar verward. De Caland" ontving alleen on beduidende schade aan het lofwerk van den steven; men was alleen bevreesd dat het want der »Thorbecke" naar beneden zou komen. Door de aanvaring vielen de rjjstbalen bjj menigte uit de gemaakte bres. Aan pompen viel niet te denken; het schip zonk met verbazende snelheid, en ligt nu, omstreeks midden in de vaart, naar stuurboord eenigs zins overhellende, zoodat de masten door tonnen aan den noordwal moesten worden verbonden om het op zjj vallen te beletten. Een lichterschip en eenige sleep- booten liggen er naast, en er wordt geduikt naar de rest der lading. De »Thorbecke" zonk toen tot aan het dek onder water. De ladiüg bestond uit rjjat. De »P. Caland" heeft geen schade bekomen, doch zat heden morgen nog vaBt tusschen het gezonken vaaituig en den kant van het kanaal. De vaart was Zaterdag en gisteren gestremd. Kleinere schepen konden evenwel passeeren. Gisteren heeft men opgenomen hoe door uitbaggering de doortocht verbreed zou kunnen worden, terwjjl met duikers beproefd is het gat in de »Thorbecke" te vinden om dit daarna dicht te stoppen en vervolgens het schip leeg te pompen, om het zoo te lichten. Gistereu waren den geheelen dag op de plaats van de aanvaring de inspecteur van den waterstaat Conrad, de hoofd-ingenieur van Maanen en de ingenieur de Brujjn. Het stoomschip >P. Caland" der N. A. S. M., dat door de aanvaring met het Nederlandsche barkschip >Thorbecke VU" in het Noordzeekanaal eenige dagen werd opgehouden, vertrok den 24sten Dec. des avonds ten 5 u. 30 min. van IJmuiden naar. New-York. A-iusterclam, 23 Dec. Da. J. J. L. ten Kate ontving heden op zjjn zeventigsten verjaardag zoo van hier als van elders vele stoffelijke bljjken van hoog achting en waardeering. De heer Ten Kate, die lydende was, ontving de feest-commissie in zjjn studeerkamer. De eere-voorzitter der commissie, de heer van Tienhoven, huldigde den jubilaris als een grootheid in stad en land. Dr. Lau- rillard prees hem als een toovenaar in taal en zang en lied. De heer Hasebroeck gaf een dichterljjke ontboezeming ten beste. Als bljjvend huldebljjk schonk de feest commissie den heer Ten Kate een Apollobeeld met een album, waarin de namen der schenkers, aan het hoofd daarvan de naam des Konings, die den jubilaris daarenboven tot commandeur der Eikenkroon benoemde en de namen der Koningin en de Prinses, dié hare portretten schot ken. De heer Ten Kate antwoordde kort. De wolk over zjjn feest uitgebreid werd door licht omstraald, voort spruitende uit de harten zjjner vrienden. Anistordam, 26 Dec. Ds. J. J. L. ten Kate ia heden namiddag ten 1 ure zacht en kalm overleden. Te Amsterdam heeft Zondagavond op den Dam een militair op een meisje een pistoolschot gelost en daarna op zich zeiven. De militair werd doodeljjk ge troffen de hoofdwacht binnengebracht, het meisje verwond naar het gasthuis vervoerd. 's Graveuhago, 23 Dec. Tweede Kamer. De begrooting van Koloniën is aangenomen met 53 tegen 33 stemmen. De Kamer is tot nadere bjjeenroeping gescheiden. 's Grraveiiliagfo, 24 Dec. De Commissie, die Zaterdag bijeengekomen is om den Min. van Binnenl. Zaken van advies te dienen aangaande de concept besluiten betreffende de nieuwe wet op het Lager Onderwijs, bestaat uit de inspecteurs van het lager onderwijs en eenige districts-schoolopzieners. De Minister had bedoelde ontwerpen met verzoek om advies in handen van deze ambtenaren gesteld, en heeft toegestaan dat deze zich in Commissie zouden vereenigen om ge zamenlijk te overleggen. Op 15 Nov. jl. ia in Den Haag een overeenkomst onderteekend tusschen Nederland en Duitachland, over het tegeDgaan van koppelarjj. Beide regeeriugen ver binden zich door streng toezicht het lokken van vrouwen uit het eene land naar het andere, voor on zedelijke doeleinden, te bestrijden. Door den Min. van Binnenl. Zaken is ingediend een wetsontwerp tot onteigening van eigendommen voor den aanleg Yan een weg over de zoogenaamde Helledreef tusschen den Helle- en den Moermondsweg te Noordwelle. In de Memorie van Toelichting zegt de Minister het volgende: De Moermondsweg en de Helleweg in de gemeente Noordwelle zjjn verbonden door de zoogenaamde Helle- dreef, een weg, die als publiek voetpad in gebruik is, doch, voor het openbaar verkeer met voertuigep, door den eigenaar wordt gesloten gehouden. Het verkeer tusschen het noordelijk en het overige deel der ge meente moet dientengevolge grootendeels langs aan zienlijke omwegen over de aangrenzende gemeenten Ellemeet of Renesse plaats hebben. Herhaalde pogingen om de openstelling van gemelde dreef als rjjweg te verkrjjgen, zjjn zonder gunstig gevolg gebleven. De BtukkeD hebben ter voldoening aan art. 7 der wet van 28 Augustus 1851 Staatsblad no. 125) ter inzage gelegen. De eigenaar der dreef heeft schriftelijk bezwaren ingebracht. Hjj tracht aan te toonen, dat de voorgestelde onteigening niet in het algemeen belang is en beweert, dat de bestaande afscheiding der dreef, die geheel door zjjne eigendommen wordt ingesloten, daarentegen voor hem van groot belang is en hem gemak oplevert, terwjjl hjj vreest dat, uit de open stelling van de dreef als openbaren weg, voor hem lastige verplichtingen zullen voortvloeien. Burgemeester en wethouders van Noordwelle. echter verklaren, dat een groot deel van de bevolking dier gemeente belang heeft bjj het aanleggen van een rjjv over de Helledreef en daarvan gemak zal hebben. n van een ryweg Ook voor de uitoefening van den publieken dienst achten zjj dien aanleg noodig. Zjj zetten uitvoerig uiteen, dat de bestaande toestand sedert lang tot vele bezwaren aanleiding heeft gegeven. Volgens hen zal, wegens dien aanleg, in de bestaande afsluiting geen verande ring behoeven te worden gebracht en kan van last voor den reclamant geen sprake zjjn. Voor zoover de gemaakte bezwaren de nadeelen betreffen, die voor hem van de onteigening het gevolg zullen zjjn, be lmoren zjj bij de regeling der schadevergoeding te worden onderzocht. Gedeputeerde Staten van Zeeland achten de ont eigening ter wegneming der bestaande moeiljjkheden, onvermjjdeljjk. Dit is ook het gevoelen van den Minister. Rotterdam, 23 Dec. Door de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart-Maatsch. werd, behoudens de gebruikelijke inspectiën, aangekocht het stalen stoomschip »Arabie" der »Oceanic Steam Narigation Climited" te Liverpool. Genoemd stoomschip, groot 2788 reg. tons, in 1881 gebouwd door de heeren Harland Wolff te Belfast, zal onder den naam van >Spaarndam" in de Noordljjn worden opgenomen. Naar wjj vernemen, hebben alle Hollandsche kajuitspassagiers van de gezonken stoomboot »Leerdam" gezamenljjk een schrjjven aan de Ned. Amerik. Stoomv. Maatschappij gericht, waarin zjj allen lof aan kapitein Bruinsma toebrengen voor diens kalm en flink optreden bjj de zeeramp, waaraan zjj zoowel hunne redding als die van alle opvarenden danken. Voor hen, die voornemens zijn hun geluk in de nieuwe wereld te gaan beproeven, kan het zjjn nut hebben eenigszins op de hoogte te zjjn van de reisgelegenheid naar de Vereenigde Staten en ook van de dingen, die men op de zeereis best doet, bjj zich te hebben. Ik zal me daarom in dezen brief meer in het bizonder bij de zeereis bepalen, en dit doen in den vorm van een reisverhaal. Op een Vrijdagavond in de maand September j.l. was de groote loods der Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij (N. A. S. M.) te Rotterdam gevuld met eenige honderden mannen, vrouwen en kinderen, die met ongeduld het oogenblik afwachtten, waarop de deuren der loods zouden worden geopend. Die honderden waren 3de klasse- of tuaschendeks- passagiers en meest allen landverhuizers, die het land hunner geboorte gingen verlaten, om onder een vreemd volk verbetering hunner tjjdelijke om standigheden te gaan zoeken. Verscheidenen ook waren terugkeerende Amerikanen, die, omdat alle plaatsen in de 2de klasse bezet waren, nu de 3de klasse voor lief nemen moesten. Toen eindelijk het uur daar was, waarop de deuren geopend werden en het der menigte vergund werd zich aan boord van het stoomschip »Obdam" te begeven, ontstond er zulk een gekrioel en gedrang om toch maar zoo spoedig mogelijk aan boord te komen, dat vooral vrouwen en kinderen ernstig gevaar liepen en de deuren meer dan eenmaal toe geschoven moesten worden, om ongevallen te verhinderen. Buiten gekomen, stond men op eene opone plaats en vóór zich uit zag men het reusachtige stoomschip, dat gedurende tien of twaalf dagen tot gemeen schappelijk verblijf zou moeten verstrekken aan vertegenwoordigers der meest uiteenloopende natio naliteiten. Aan de loopplank gekomen, werd men tegen gehouden door een paar beambten der Maatschappij, die toezagen dat elkeen voorzien was van een passagebiljet. Als dat in orde was kreeg de reiziger verlof, zich aan boord te begeven om het niet meer te verlaten, tot dat bet vaartuig zou zijn geland aan de pier der Rotterdamsche Stoombootljjn in Jersey City, Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Eenigen tjjd vóór de inscheping had elk dei- passagiers aan het kantoor der stoomboot eene genummerde kaart ontvangen en op vertoon dezer kaart verwees één der bemanning den reiziger naar dat gedeelte van het tusachendek waar de kooi lag, wier nummer overeenkwam met dat op de kaart. Bedienden, voorzien van brandende lantaarns, wezen hier den reizigers hunne kooien aan en spoedig wist een ieder de plaats, die hjj gedurende den overtocht zijne eigene noemen kon. Het tusschendek of de 3de klasse was afgedeeld in een soort van kamers. In bjjna elke kamer be vonden zich twintig kooien, verdeeld in vier reien twee reien met benedenkooien en twee reien met bovenkooien. In het midden tusschen de kooien was een gang, zoodat er tien kooien lagen ter rechter- en tien der linkerzijde, vijf beneden en vjjf boven. Om in de bovenkooien te komen, moest men op de beddeplank der onderste klimmen. Degenen, die in de onderste kooien sliepen, waren niet zoo goed af als zij, wien de bovenste kooien ten deel was gevallen. Niet alleen was er meer licht en lucht in de bovenste kooien, maar zjj, die de onderste kooien bewoonden, hadden wel eens overlast van de bezitters der bovenste. Elke kooi was voorzien van een bed, een kussen en een deken. Behalve deze artikelen vond men er ook een blikken waschbekken, bord, drinkkop, waterkan, benevens lepel, vork en mes, alles ten gebruike der passagiers. Van handdoeken en zeep echter, moesten de reizigers der 3de klasse zichzelven voorzien. Vele gezinnen hadden ook hun eigen bedaegoed meögebracht en spreidden dat uit over de bedden, die zij in hunne kooien vonden. 's Morgens te zeven uur werd het ontbijt uit gedeeld. Uitgedeeld" zeg ik, want de hofmeesters der derde klasse gingen rond met groote emmers, waarin het brood was. Voor elke hut hielden zij stil en voorzagen ieder der reizigers van twee of meer flinke, goed gesmeerde boterhammen, terwijl een paar anderen vond gingen met thee met suiker en melk. 's Middags om een uur werd het middag maal rondgedeeld. Dit bestond gewoonlijk uit soep en aardappelen met vleesch, terwijl er een paar malen per week rij at met krenten of eenige andere toespijs als dessert werd bijgevoegd, 's Avonds om zes uur kwam er weer geboterd brood met baring of kaas, en koffie met suiker en melk. Dit besloot de dageljjksche maaltijden. Altijd kwam do administrateur" der boot rond om te vernemen of er ook klachten waren over de hoedanigheid van het voedsel. Als de klachten billijk waren, werd er spoedig voor gezorgd, dat zij niet konden worden herhaald. Toen in het begin de bedienden der derde klasse nog niet wisten in welke hut een ieder der passagiers behoorde, was er dikwijls een tooneel van verwarring en strjjd, waarbij hooren en zien haast verging. Zoodra de uitdeelers der spijs zich slechts even aan den ingang der zaal vertoonden, was er van allo zjj den zulk eeu geloop en gedrang om toch maar onder de eersten te behooren, die van spjjs en drank voorzien werden, dat het bjjna een wonder was, dat men elkaar niet onder den voet liep. Het hielp niet of de bedienden al zeiden: Blijft op uwe plaatsen; gij zult evenwel eene beurt krijgen 1" Als uitgehongerde wolven rondom het doode lichaam van een paard, zoo verdrongen zich die menschen om soepketel, aard- appel- of broodemmer. Meer dan eens ontsnapte een krachtige zeemansuitdrukking de lippen der uitdeelers. Zij hadden als 't ware hun weg dooi de krioelende menigte heen te vechten en moesten soms zelfs dreigen heen te gaan. Maar niets hielp, want de meesten verslonden hun toch niet. Latei- ging het beter. Toen begonnen de bedienden te weten, waar een ieder behoorde. Als er dan een onbeschaamd genoeg was om zijne beurt niet af te wachten, ontving hij een krachtigen duw en kon tot het laatst wachten, voordat hij voorzien werd. Dit hielp. Thans kon de uitdeeling meer geregeld voortgaan en ieder ontving veel spoediger zijn aandeel, dan te voren. Zoodra allen voorzien waren, kwam er vrede en zelfs stilte, waar even te voren alles wanorde en strijd was. Deze zocht zich een plaats bij de lange tafel, een ander nam den grond voor lief, een derde zocht de eenzaamheid zijner kooi tot het verorberen der hem toegedeelde spijs. Na afloop van den maaltjjd gingen degenen, die zindelijkheid op prijs stelden, naar boven op het dek, om daar zichzelven en hunne eetgereedschappen te reinigen met het frissche zeewater, dat altijd in overvloed te verkrijgen was. Drinkwater, echter, werd slechts tweemaal per dag, 's morgeus eu 's avonds, uit-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1889 | | pagina 1