ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 29 December 1889.
MEU YV ST1J l)ii\GE:\.
Feuilleton.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5789.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
BERICHT.
In het No. van 1 Januari a.s. zal weder
gelegenheid zijn tot het plaatsen van
Nieuwjaars-Félicitatiën,
contant 30 Cents.
Dit No- zal worden gedrukt op Oude
jaarsavond, zoodat het op Nieuwjaars
morgen overal is verspreid.
De inzending van Advertentiën, voor
dat No. bestemd, kan plaats hebben
uiterlijk tot Dinsdag 31 December a.s.
te 12 uur.
Benoeming van leden der
vaste Raadscommissiën.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee brengen ter kenDia van de ingezetenen, dat door
den Raad dier gemeente, in zijne op den 17den en
den 23sten dezer gehouden vergaderingen zjjn bonoemd
tot leden der vaste Commissiën, bedoeld by art. 54
der Gemeentewet, te weten:
Voor de Strafverordeningen:
De heeren Mrs. van Manen en Fokker;
Voor de Fabricage;
De heeren de Looze, Jbr. Six en Mulock Houwer;
Voor de Gasfabriek en de
Straatverlichting
De heeren Dr. Goemans, de Looze en Jhr. Six;
Voor de uitgraving en aflevering der
Zelkasch
De beeren Zuurdeeg en S. J. Ochtman;
en tot Commissarissen der Vischmarkt
De heeren S. J: Ochtman en Mulock Houwer.
Zullende de Commissie voor de Strafverordeningen
worden gepresideerd ,door den Burgemeester, ingevolge
de Wet; do Commissie van Fabricage door don Burge
meester, en bjj diens verhindering door den Wethouder
Ochtman; de Commissie voor de Gasfabriek en de
Straatverlichting en de Commissie voor de uitgraving en
aflevering van Zelkasch, door den Wethouder Ochtman,
eu bjj diens verhindering door den Burgemeester.
Ziebikzee, den 23 December 1889.
De Burgemeester en Wethouders,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
Brazilië.
Telegrammen nit Rio Janeiro melden, dat de toe
stand daar verre van bevredigend is. Er heerscht zelfs
eenigszins anarchie, en de toestand komt overeen met
dien van Frankrjjk onder de Commune. De militaire dicta
tors zjjn zeer bevreesd voor de gevolgen hunner haastige
onderneming. Zjj hebben thans niet alleen de gilt aan
den ex-Keizer van 5000 contos, die zij geen recht
hadden te verleenen, ingetrokken, maar ook de civiele
ljjst afgeschaft, hopende aldus den Keizer te dwingen
af te tredeD.
r- Het besluit der voorloopige regeering, waarin de
verkiezingen tot 15 September en de bijeenkomst der
Constitueerende Vergadering tot 15 November 1890
verschoven worden, bevat bovendien de verbanning van
Pedro II en van alle leden der keizerlijke familie, die
van den burggraaf De Ouropreto en van zijnen broeder
Carlos AfFonso, en de deportatie van den senator Da
Silveira Martins, gouverneur van de provincie Rio
Grande do Sul. In hetzelfde besluit wordt de aan den
keizergedane schenking van vyf millioen milreis te
niet gedaan en zjjn inkomen geschorst.
Op verlangen van 's keizers geneesheeren is dit be
sluit der Braziliaansche regeeriDg hem nog niet mede
gedeeld.
Pedro II en zijne gemalin zjjn naarCoimbra vertrokken.
Het is nog niet zeker waarheen zij verder gaan zullen;
er wordt gesproken van Pan en Londen en later van
Cannes. De keizer bewaart een ondoordringbaar stil
zwijgen over de Braziliaansche zakeD, zelfs als hem
berichten daarover worden medegedeeld.
Amerika.
Uit Amerika wordt eene uitvinding van Edison ge
meld, die, zoo het bericht waar is, een reusnehtige
omwenteling in de journalistiek zal teweeg brengen.
Het moet hem namelyk gelukt zjjn het middel te
vinden om per kabel drukvormen te stereotypeeren
Een blad hier gezet, zou dus terstond na het opmaken
van den vorm, zoowel hier, als te Amsterdam, te
Arnhem en te Groningen ter perse gelegd kunnen
worden. Op het oogenblik moge men dit met ons voor
een sprookje houden, meo bedenke, dat men nog geen
twaalf jaar geleden ditzelfde dacht van de telefoon.
Engeland.
Naar men weet heerscht in Engeland de ratten-
plaag.
De bladen geven nu allerlei raad om deze dieren te
verdelgen. Vergift, vallen, machines, zout op den
staart, alles wordt aanbevolen. Een van de aangegeven
vallen is het volgende. Men vuile een vat half vol
met water en plaatse daarin eene verhevenheid, dit»
even boven het nat uitsteekt. Vervolgens bind-:- men
eon vel papier over het vat en geve daarin een kruis
snede. Eindelijk hange men daarboven eeDig aas en
geve de ratten gelegenheid boven op het vat te kun
nen klimmen. Zoodra eeD barer op het papier loopt
valt zjj door de kruissnede naar beneden in het water,
vindt daarin de verhevenheid en gaat er op zitten,
zonder verder weg te kunnen, daar het papier zich
boven haar gesloten heeft. De volgende rat die naar
beneden valt vindt geen droog plekje om op te zitten
en tracht de eerste te verjagen. Het piepen van die
twee brengt al de ratten die het hooien kunnen
naderbjj om te zien wat er te doen is, en allen vindon
hun graf in het water. Hieruit leert men de duivelsche
slimheid van den mensch en »La lutte pour la vie"
onder de ratten.
Italië.
JE£ome, 24 Dec. Heden ontving de Paus de
kardinalen en prelaten. De Heilige Vader vermaande
hen tot eenheid in liefde. Na te hebben geklaagd over
don strjjd tegen de Kerk, hoofdzakelijk in Italië, maakte
bjj gewag van het wetsontwerp tot hervorming der
liefdadige instellingen, uit hetwelk hij afleidde dat de
strijd evenzeer tegen God als tegen den Paus is inge
richt. Zijne Heiligheid vermaande de Katholieke wereld
tot trouw aan hare plichten.
Frankrijk.
Te Vemenet, in het kanton Laissac, werd dezer
dagen zekere Alary, een zestigjarig man, ter aarde
besteld, die eene beroerte gekregen had en niet weder
bjjgekomen was. Den volgenden dag hoorde een dood
graver, die in de nabjjheid van het graf arbeidde,
herhaald geklop in de kist, snelde verschrikt naar zjjne
woning en viel er flauw. Bjjgekomen, verhaalde hij wat
er voorgevallen was. Men haastte zich de kist te
openen en vond het lichaam nog warm; de ongeluk
kige Alary was echter reeds gestikt.
Het getal ljjderB aan influenza te Parjjs wordt
op 600.000 geschat.
Duitschland.
Wie tegenwoordig te Berljjn in een tram luide
hoest, loopt gevaar van door den conducteur op een
stemmig bevel van de andere passagiers, uit den wagen
gezet te worden; de droschken-koetsier weigert, onder
beroep op de politieverordening, die hem 't vervoer
van personen, aan besmettelijke ziekte ijjdende, ver
biedt, een ieder op te nemen, wiens stem maar heesch
klinkt. Een zwakke toespeling op de omstandigheid,
dat in een winkel één der verkoopera ziek ia gewor
den, kan alle klanten verjagen en menschen, met bjj-
zonder prikkelbare zenuweD, neinen aan geen diner
deel wanneer zjj vermoeden, dat het door hoestende
menschen is toebereid.
Belg'ië.
Een persoon, die voor eenige dagen te Antwerpen
in slaap viel en waarbjj de dokters al de teekenen
van schjjndood vonden, was naar zjjne zuster overge
bracht, welke Brussel bewoont. Daar is hjj den zesden
dag wakker gewordeD, heeft eene tas koffie gedronken
en is weer in slaap gevallen. Toen de dokter poogde
hem te wekken, keerde hjj zich plotseling om en zeide:
»Laat rnjj met rust! ik wil slapen!" Sinds dat oogen
blik slaapt hjj nog altjjd voort.
De echtgenooten X., wonenende op den Antwerp-
schen Steenweg te Brussel, hadden voor eenigen tjjd
een meisje van een twintigtal jaren oud, in dienst
genomeD, zonder voorafgaande inlichtingen gevraagd
te hebben.
Op zekeren avond verdween er uit de lade eene som
van 100- frank en natuurljjk werd de meid verdacht.
Deze hield echter bjj hoog en laag staande, dat zjj
onschuldig was als een lam. Ten teeken van waarheid
gaf zjj hare meesteres den raad, eene waarzegster te
gaan raadplegen, welker adres zjj opgaf.
De vrouw liet zich overhalen en begaf zich naar het
opgegeven adres. De waarzegster verzekerde haar, dat
de meid onrechtvaardig verdacht was, maar dat haar
man met de 100 fr. op den loop was
Teruggekomen vertelde zjj hnar wedervaren aan de
meid, en deze raadde haar thans aan, niets aan den
man te zeggen, maar hem van nabjj in 't oog te
houdeD.
Dit gebeurde. De vrouw werd koud, onverschillig
tegen haren echtgenoot, zoodanig dat deze weldra uit*,
leggingen vroeg over bare zonderlinge handelwijze.
Het eeoe woord bracht het andere, en de man, die
nu vernam wat er gebeurd was, ging op zjjne beurt
ook naar de waarzegster; hjj vernam dat in hetzelfde
huis ook de vrijer dei f meid woonde.
Nu behoefde hjj niets meer te vragen. De meid, de
vrjjer en de waarzegster zullen voor het gerecht wel
verdere uitleggingen geven.
Io het Belgisch kolendistrict Charleroi breidt
de werkstaking zich steeds uit. Een kleine 6000 man
loopen ledig en men vreest dat het er nog wel -meer
zal worden. Overal heerscht tot nu toe rust.
Nederland.
Amsterdam, 23 Dec. Zaterdag middag tugBchen
2 en 3 uren is in het Noordzeekanaal, ter hoogte van
het gehucht Buitenhuizen, aan den ingang van het
kanaal, het Nederlandsche zeilschip >Thorbecke VII",
kapitein J. F. Höper, dat van Batavia naar Amsterdam
kwam, in aanvaring gekomen met het stoomschip »P.
Caland", van Amsterdam naar New-York. De botsing
ontstond doordat eerstgenoemd schip, eenigszins voor
het tweede willende uitwjjken, in dwarsche richting
landwaarts stuurde, waardoor hem de »P. Caland" in
den boeg liep en daarin een gat boorde.
De >lhorbecke" werd gesleept, de Caland" (om 12 u.
uit Amsterdam vertrokken) stoomde zeewaarts. Het
gevaar ziende, werkte de »Caland", naar de le stuur
man ons verklaarde, full speet achteruit, zoodat zjj
bjjna stil lag, toen de «Thorbecke", wier sleepboot
met volle kracht poogde, ondanks den hevigen wind,
rechts naar den zuidwal te houden, er mede in aan
varing kwam.
De »Caland"_ trof de »Thorbecke" aan bakboord
even vóór het fokkenwant tot nagenoeg het midden
van het schip.
Als een bjjl in een boom drong de ijzeren steven
in den stuksplinterenden en afgebrokkelden houten
wand, waarin een bres van verscheidene meters leügte
ontstond. Ware de »Caland" niet dadeljjk achteruit
gestoomd, dan was de voorsteven der »Thorbecke"
van het achterschip gescheiden.
Toen de Caland" het gevaar bemerkte, gaf zjj een
stoot op de stoomfluit, die door de sleepboot der
»Thorbecke" werd beantwoord.
De schok werd aan boord der »Caland" zoo weinig
gevoeld, dat de scheepsdokter, die zat piano te spelen,
vroeg, >waar al die drukte op het dek voor diende?"
De beide schepen zaten ongeveer eene halve minuut
in elkaar verward. De Caland" ontving alleen on
beduidende schade aan het lofwerk van den steven;
men was alleen bevreesd dat het want der »Thorbecke"
naar beneden zou komen.
Door de aanvaring vielen de rjjstbalen bjj menigte
uit de gemaakte bres. Aan pompen viel niet te denken;
het schip zonk met verbazende snelheid, en ligt nu,
omstreeks midden in de vaart, naar stuurboord eenigs
zins overhellende, zoodat de masten door tonnen aan
den noordwal moesten worden verbonden om het op zjj
vallen te beletten. Een lichterschip en eenige sleep-
booten liggen er naast, en er wordt geduikt naar de
rest der lading.
De »Thorbecke" zonk toen tot aan het dek onder
water. De ladiüg bestond uit rjjat. De »P. Caland"
heeft geen schade bekomen, doch zat heden morgen
nog vaBt tusschen het gezonken vaaituig en den kant
van het kanaal. De vaart was Zaterdag en gisteren
gestremd. Kleinere schepen konden evenwel passeeren.
Gisteren heeft men opgenomen hoe door uitbaggering
de doortocht verbreed zou kunnen worden, terwjjl met
duikers beproefd is het gat in de »Thorbecke" te vinden
om dit daarna dicht te stoppen en vervolgens het
schip leeg te pompen, om het zoo te lichten.
Gistereu waren den geheelen dag op de plaats van
de aanvaring de inspecteur van den waterstaat Conrad,
de hoofd-ingenieur van Maanen en de ingenieur de Brujjn.
Het stoomschip >P. Caland" der N. A. S. M., dat
door de aanvaring met het Nederlandsche barkschip
>Thorbecke VU" in het Noordzeekanaal eenige dagen
werd opgehouden, vertrok den 24sten Dec. des avonds
ten 5 u. 30 min. van IJmuiden naar. New-York.
A-iusterclam, 23 Dec. Da. J. J. L. ten Kate
ontving heden op zjjn zeventigsten verjaardag zoo van
hier als van elders vele stoffelijke bljjken van hoog
achting en waardeering.
De heer Ten Kate, die lydende was, ontving de
feest-commissie in zjjn studeerkamer. De eere-voorzitter
der commissie, de heer van Tienhoven, huldigde den
jubilaris als een grootheid in stad en land. Dr. Lau-
rillard prees hem als een toovenaar in taal en zang
en lied.
De heer Hasebroeck gaf een dichterljjke ontboezeming
ten beste. Als bljjvend huldebljjk schonk de feest
commissie den heer Ten Kate een Apollobeeld met
een album, waarin de namen der schenkers, aan het
hoofd daarvan de naam des Konings, die den jubilaris
daarenboven tot commandeur der Eikenkroon benoemde
en de namen der Koningin en de Prinses, dié hare
portretten schot ken.
De heer Ten Kate antwoordde kort. De wolk over
zjjn feest uitgebreid werd door licht omstraald, voort
spruitende uit de harten zjjner vrienden.
Anistordam, 26 Dec. Ds. J. J. L. ten Kate ia
heden namiddag ten 1 ure zacht en kalm overleden.
Te Amsterdam heeft Zondagavond op den Dam
een militair op een meisje een pistoolschot gelost en
daarna op zich zeiven. De militair werd doodeljjk ge
troffen de hoofdwacht binnengebracht, het meisje
verwond naar het gasthuis vervoerd.
's Graveuhago, 23 Dec. Tweede Kamer. De
begrooting van Koloniën is aangenomen met 53 tegen
33 stemmen.
De Kamer is tot nadere bjjeenroeping gescheiden.
's Grraveiiliagfo, 24 Dec. De Commissie, die
Zaterdag bijeengekomen is om den Min. van Binnenl.
Zaken van advies te dienen aangaande de concept
besluiten betreffende de nieuwe wet op het Lager
Onderwijs, bestaat uit de inspecteurs van het lager
onderwijs en eenige districts-schoolopzieners. De Minister
had bedoelde ontwerpen met verzoek om advies in
handen van deze ambtenaren gesteld, en heeft toegestaan
dat deze zich in Commissie zouden vereenigen om ge
zamenlijk te overleggen.
Op 15 Nov. jl. ia in Den Haag een overeenkomst
onderteekend tusschen Nederland en Duitachland, over
het tegeDgaan van koppelarjj. Beide regeeriugen ver
binden zich door streng toezicht het lokken van
vrouwen uit het eene land naar het andere, voor on
zedelijke doeleinden, te bestrijden.
Door den Min. van Binnenl. Zaken is ingediend
een wetsontwerp tot onteigening van eigendommen
voor den aanleg Yan een weg over de zoogenaamde
Helledreef tusschen den Helle- en den Moermondsweg
te Noordwelle.
In de Memorie van Toelichting zegt de Minister
het volgende:
De Moermondsweg en de Helleweg in de gemeente
Noordwelle zjjn verbonden door de zoogenaamde Helle-
dreef, een weg, die als publiek voetpad in gebruik is,
doch, voor het openbaar verkeer met voertuigep, door
den eigenaar wordt gesloten gehouden. Het verkeer
tusschen het noordelijk en het overige deel der ge
meente moet dientengevolge grootendeels langs aan
zienlijke omwegen over de aangrenzende gemeenten
Ellemeet of Renesse plaats hebben. Herhaalde pogingen
om de openstelling van gemelde dreef als rjjweg te
verkrjjgen, zjjn zonder gunstig gevolg gebleven.
De BtukkeD hebben ter voldoening aan art. 7 der
wet van 28 Augustus 1851 Staatsblad no. 125) ter
inzage gelegen. De eigenaar der dreef heeft schriftelijk
bezwaren ingebracht. Hjj tracht aan te toonen, dat de
voorgestelde onteigening niet in het algemeen belang
is en beweert, dat de bestaande afscheiding der dreef,
die geheel door zjjne eigendommen wordt ingesloten,
daarentegen voor hem van groot belang is en hem
gemak oplevert, terwjjl hjj vreest dat, uit de open
stelling van de dreef als openbaren weg, voor hem
lastige verplichtingen zullen voortvloeien.
Burgemeester en wethouders van Noordwelle. echter
verklaren, dat een groot deel van de bevolking dier
gemeente belang heeft bjj het aanleggen van een rjjv
over de Helledreef en daarvan gemak zal hebben.
n van een ryweg
Ook voor de uitoefening van den publieken dienst
achten zjj dien aanleg noodig. Zjj zetten uitvoerig uiteen,
dat de bestaande toestand sedert lang tot vele bezwaren
aanleiding heeft gegeven. Volgens hen zal, wegens
dien aanleg, in de bestaande afsluiting geen verande
ring behoeven te worden gebracht en kan van last
voor den reclamant geen sprake zjjn. Voor zoover de
gemaakte bezwaren de nadeelen betreffen, die voor
hem van de onteigening het gevolg zullen zjjn, be
lmoren zjj bij de regeling der schadevergoeding te
worden onderzocht.
Gedeputeerde Staten van Zeeland achten de ont
eigening ter wegneming der bestaande moeiljjkheden,
onvermjjdeljjk. Dit is ook het gevoelen van den
Minister.
Rotterdam, 23 Dec. Door de Nederlandsch
Amerikaansche Stoomvaart-Maatsch. werd, behoudens
de gebruikelijke inspectiën, aangekocht het stalen
stoomschip »Arabie" der »Oceanic Steam Narigation
Climited" te Liverpool.
Genoemd stoomschip, groot 2788 reg. tons, in 1881
gebouwd door de heeren Harland Wolff te Belfast,
zal onder den naam van >Spaarndam" in de Noordljjn
worden opgenomen.
Naar wjj vernemen, hebben alle Hollandsche
kajuitspassagiers van de gezonken stoomboot »Leerdam"
gezamenljjk een schrjjven aan de Ned. Amerik. Stoomv.
Maatschappij gericht, waarin zjj allen lof aan kapitein
Bruinsma toebrengen voor diens kalm en flink optreden
bjj de zeeramp, waaraan zjj zoowel hunne redding als
die van alle opvarenden danken.
Voor hen, die voornemens zijn hun geluk in de
nieuwe wereld te gaan beproeven, kan het zjjn nut
hebben eenigszins op de hoogte te zjjn van de
reisgelegenheid naar de Vereenigde Staten en ook
van de dingen, die men op de zeereis best doet, bjj
zich te hebben. Ik zal me daarom in dezen brief
meer in het bizonder bij de zeereis bepalen, en dit
doen in den vorm van een reisverhaal.
Op een Vrijdagavond in de maand September j.l.
was de groote loods der Nederlandsch Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij (N. A. S. M.) te Rotterdam
gevuld met eenige honderden mannen, vrouwen en
kinderen, die met ongeduld het oogenblik afwachtten,
waarop de deuren der loods zouden worden geopend.
Die honderden waren 3de klasse- of tuaschendeks-
passagiers en meest allen landverhuizers, die het
land hunner geboorte gingen verlaten, om onder
een vreemd volk verbetering hunner tjjdelijke om
standigheden te gaan zoeken. Verscheidenen ook
waren terugkeerende Amerikanen, die, omdat alle
plaatsen in de 2de klasse bezet waren, nu de
3de klasse voor lief nemen moesten.
Toen eindelijk het uur daar was, waarop de
deuren geopend werden en het der menigte vergund
werd zich aan boord van het stoomschip »Obdam"
te begeven, ontstond er zulk een gekrioel en gedrang
om toch maar zoo spoedig mogelijk aan boord te
komen, dat vooral vrouwen en kinderen ernstig
gevaar liepen en de deuren meer dan eenmaal toe
geschoven moesten worden, om ongevallen te
verhinderen.
Buiten gekomen, stond men op eene opone plaats
en vóór zich uit zag men het reusachtige stoomschip,
dat gedurende tien of twaalf dagen tot gemeen
schappelijk verblijf zou moeten verstrekken aan
vertegenwoordigers der meest uiteenloopende natio
naliteiten.
Aan de loopplank gekomen, werd men tegen
gehouden door een paar beambten der Maatschappij,
die toezagen dat elkeen voorzien was van een
passagebiljet. Als dat in orde was kreeg de reiziger
verlof, zich aan boord te begeven om het niet meer
te verlaten, tot dat bet vaartuig zou zijn geland
aan de pier der Rotterdamsche Stoombootljjn in
Jersey City, Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
Eenigen tjjd vóór de inscheping had elk dei-
passagiers aan het kantoor der stoomboot eene
genummerde kaart ontvangen en op vertoon dezer
kaart verwees één der bemanning den reiziger naar
dat gedeelte van het tusachendek waar de kooi lag,
wier nummer overeenkwam met dat op de kaart.
Bedienden, voorzien van brandende lantaarns, wezen
hier den reizigers hunne kooien aan en spoedig
wist een ieder de plaats, die hjj gedurende den
overtocht zijne eigene noemen kon.
Het tusschendek of de 3de klasse was afgedeeld
in een soort van kamers. In bjjna elke kamer be
vonden zich twintig kooien, verdeeld in vier reien
twee reien met benedenkooien en twee reien met
bovenkooien. In het midden tusschen de kooien
was een gang, zoodat er tien kooien lagen ter
rechter- en tien der linkerzijde, vijf beneden en
vjjf boven. Om in de bovenkooien te komen, moest
men op de beddeplank der onderste klimmen.
Degenen, die in de onderste kooien sliepen, waren
niet zoo goed af als zij, wien de bovenste kooien
ten deel was gevallen. Niet alleen was er meer
licht en lucht in de bovenste kooien, maar zjj, die
de onderste kooien bewoonden, hadden wel eens
overlast van de bezitters der bovenste. Elke kooi
was voorzien van een bed, een kussen en een deken.
Behalve deze artikelen vond men er ook een blikken
waschbekken, bord, drinkkop, waterkan, benevens
lepel, vork en mes, alles ten gebruike der passagiers.
Van handdoeken en zeep echter, moesten de reizigers
der 3de klasse zichzelven voorzien. Vele gezinnen
hadden ook hun eigen bedaegoed meögebracht en
spreidden dat uit over de bedden, die zij in hunne
kooien vonden.
's Morgens te zeven uur werd het ontbijt uit
gedeeld. Uitgedeeld" zeg ik, want de hofmeesters
der derde klasse gingen rond met groote emmers,
waarin het brood was. Voor elke hut hielden zij
stil en voorzagen ieder der reizigers van twee of
meer flinke, goed gesmeerde boterhammen, terwijl
een paar anderen vond gingen met thee met suiker
en melk. 's Middags om een uur werd het middag
maal rondgedeeld. Dit bestond gewoonlijk uit soep
en aardappelen met vleesch, terwijl er een paar
malen per week rij at met krenten of eenige andere
toespijs als dessert werd bijgevoegd, 's Avonds om
zes uur kwam er weer geboterd brood met baring
of kaas, en koffie met suiker en melk. Dit besloot
de dageljjksche maaltijden. Altijd kwam do
administrateur" der boot rond om te vernemen of
er ook klachten waren over de hoedanigheid van
het voedsel. Als de klachten billijk waren, werd er
spoedig voor gezorgd, dat zij niet konden worden
herhaald.
Toen in het begin de bedienden der derde
klasse nog niet wisten in welke hut een ieder
der passagiers behoorde, was er dikwijls een tooneel
van verwarring en strjjd, waarbij hooren en zien
haast verging. Zoodra de uitdeelers der spijs zich
slechts even aan den ingang der zaal vertoonden,
was er van allo zjj den zulk eeu geloop en gedrang
om toch maar onder de eersten te behooren, die
van spjjs en drank voorzien werden, dat het bjjna
een wonder was, dat men elkaar niet onder den
voet liep. Het hielp niet of de bedienden al
zeiden: Blijft op uwe plaatsen; gij zult evenwel
eene beurt krijgen 1" Als uitgehongerde wolven
rondom het doode lichaam van een paard, zoo
verdrongen zich die menschen om soepketel, aard-
appel- of broodemmer. Meer dan eens ontsnapte
een krachtige zeemansuitdrukking de lippen der
uitdeelers. Zij hadden als 't ware hun weg dooi
de krioelende menigte heen te vechten en moesten
soms zelfs dreigen heen te gaan. Maar niets hielp,
want de meesten verslonden hun toch niet. Latei-
ging het beter. Toen begonnen de bedienden te
weten, waar een ieder behoorde. Als er dan een
onbeschaamd genoeg was om zijne beurt niet af
te wachten, ontving hij een krachtigen duw en
kon tot het laatst wachten, voordat hij voorzien
werd. Dit hielp. Thans kon de uitdeeling meer
geregeld voortgaan en ieder ontving veel spoediger
zijn aandeel, dan te voren.
Zoodra allen voorzien waren, kwam er vrede en
zelfs stilte, waar even te voren alles wanorde en
strijd was. Deze zocht zich een plaats bij de lange
tafel, een ander nam den grond voor lief, een
derde zocht de eenzaamheid zijner kooi tot het
verorberen der hem toegedeelde spijs. Na afloop
van den maaltjjd gingen degenen, die zindelijkheid
op prijs stelden, naar boven op het dek, om daar
zichzelven en hunne eetgereedschappen te reinigen
met het frissche zeewater, dat altijd in overvloed
te verkrijgen was. Drinkwater, echter, werd slechts
tweemaal per dag, 's morgeus eu 's avonds, uit-