ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 14 December 1889. DJOUIYIANE. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Feuilleton. Terschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5784. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Met ingang van 15 dezer zijn op Schouwen en Duivelaud de hulpkantoren der Posterijen op Zon- en feestdagen voor het publiek open als volgt: Ouwerkerb 8-9, 1-2; Viano 8-9, 1-2; Schuddebeura 7-8, 1-2; Dreischor 7-8, 12-1; Noordgouwe 7-8, 12-1; Zonnemaire 7-8, 12-1; Brouwershaven 8 9, 1-2, 7-8; Kerkwerve 7-8, 12-1; Duiveodyke 7-8, 12-1; Eikerzee 7 8, 11-12; Ellemeet 8-9, 11-12; Serooskerke 7-8, 1-2; Noordwelle 7-8 12-1Renesse 7-8, 12-1; Haamstede 7-8, 12 1; Burgh 7-8, 11-12; Nieuwerkerk 7-8, 12-1; Oosterland 7-8, 11-12; Sir-Jansland 7-8, 12 1; Bruinisse 8-9, lO'/j-ll, 1-2. Wederom zijn wij genoodzaakt in dit Algemeen Overzicht te spreken over werkstakingen. Pas was de storm bijna overal bezworen, door het toegeven aan de eischen der arbeiders en meende men nu die waren ingewilligd, dat de verhouding tusschen werkgever on werkman voortaan geen aanleiding govon zou tot onderlinge botsingen, of weer komt het bericht, dat de toestand in de steenkolenmijnen in Buitscliland zeer onrustbarend is. Op hetzelfde terrein dus, waar het vorige jaar de werkstakingen plaats vonden, zullen zij nu wederom uitbreken en het groote publiek, dat door stijging dor steenkolenprijzen den nadeeligen invloed van do vorige werkstaking nog ondervindt, zal de dupe dus in nog grootere mate worden van de huidige. Wat is de oorzaak nu wederom? De oorzaak is geen andere dan het gebeurde bij do vorige staking. De mijnbesturen hebben toen, zooals men weet, aan de meest© eischen der arbeiders toegegeven en ook onder meer beloofd, dat geen mijnwerker zou worden ontslagen, op grond, dat hij aan do beweging had deelgenomen. Thans beweren de arbeiders, dat dit toch is geschied en dat de besturen weigeren dezulken in dien6t te nemen, die do vorige beweging leidden of daaraan een zeer werkzaam aandeel hebben gehad. De mijnbosturen daarentegen, verklaren alleen die personen te hebben geweigerd, dio het volk opruiden en zich schuldig f maakten aan oproerige bewegingen. Ziedaar het punt van verschil. Reeds hebben op eene Vrijdag gehouden vergadering de werklieden van 39 mijnen besloten het werk te staken en dit besluit is op eene Zondag gehouden algemeene vergadering kenbaar gemaakt, terwijl men toen tevens trachten zou, tot eene algemeene werkstaking to komen. Deze nieuwe beweging trekt zeer de aandacht en reeds is er in den Rijksdag over gesproken. Een voorstel werd daar ingediend om de v zoogenoemde werkboekjes af te schaffen. Deze boekjes moeten als bewijzen van ontslag uit hun tegenwoordigen of uit hun Iaatsten dienst worden overgelegd. Deze verplichting dient, opdat de eigenaars van mijnen niemand zullen aannemen, die niet van zoodanig bewijs is voorzien. Nu gebruiken de mijnbesturen deze boekjes om elkander op de hoogte te stellen van de anticidenten van den houder van het boekje, door daarin het een of ander tecken te plaatsen, waarvan de beteekenis hun bekend is. Dit wekt natuurlyk groot ongenoegen onder de mijnwerkers en de afschaffing dier boekjes zou een groot struikelblok zijn uit den weg geruimd. De bankwet is door den Rijksdag onveranderd in derde lezing aangenomen. In Engeland is ook wederom eene werkstaking uitgebroken en wel onder de gasstokers te Londen en te Manchester, alsmede van de kolendragers te Londen. Wat eene werkstaking der gasstokers te Londen beteekent, komt duidelijk uit, wanneer men bedenkt, dat gas het voornaamste middel is tot verlichting aldaar. In den tegenwoordigen tijd, nu mist en nog eens mist te Londen schering en inslag is, een mist vaak zoo zwaar, dat het daglicht niet in staat is, om die te doorboren, moet het kunstlicht hulp verleenen endoor de werkstaking is dit nu onmogelijk en zit half Londen niet alleen 's avonds, maar een groot gedeelte van den dag in het duister. Als oorzaak voor deze werkstaking wordt gemeld, dat de directeuren der gasmaatschappij eene regeling hebben ingevoerd, waarbij onder zekere voorwaarden de arbeiders deel krijgen in de winsten der fabriek. Tegen dat aandeel in de winsten nu hebben de heeren natuurlijk geen bezwaar, maar wel tegen de voorwaarden, waarbij o. a. bepaald wordt, dat de werkman zich verbindt gedurende twaalf maanden in dienst der fabriek te blijven en wanneer hij zijn dienst binnen den gestelden termijn wil verlaten, hij daarvan behoort kennis te geven aan den ingenieur der fabriek, die beoordeelt of dat ontslag zonder nadeel voor de fabriek kan plaats hebben. Door deze bepalingen achten de stokers zich in hunne vrijheid belemmerd en daar de directiën deze bepalingen willen invoeren, staken de stokers den arbeid. Is het dus in de arbeiderswereld verre van rustig, ook in de politieke wereld is het hier en daar heftig toegegaan. Vooral is dit het geval geweest in het Belgische Parlement. De zaak Pourbain, die reeds zoo lang België bezig houdt, kwam weder op het tapijt in de Kamer en wel naar aanleiding van het ontslag, dat door de] Regeering aan den chef der openbare veiligheid was verleend. De oud-Minister van Justitie Bara en de talentvolle advocaat Janson, die als verdediger in de processen over de zaak Pourbain optrad, vielen de Regeering heftig aan. De eerste noemde het ontslag slechts eene wraakoefening van de Regeering omdat de ontslagen chef uit de school had geklapt en volgens hen zou de rechterzijde zich aan grove onrechtvaardigheid schuldig maken, wanneer zij in deze zaken de Regeering dekken wilde. De Minister antwoordde, dat een administratief beambte het recht niet heeft van archiefstukken gebruik te maken en er bovendien stukken zijn vervalscht. De advocaat Janson hield eene redevoering van drie uren, waarin hij meende te hebben aangetoond, dat door drie achtereenvolgende uitspraken het gebruik van opruiende agenten wordt afgekeurd. Toch maakte de Regeering van de diensten dier lieden gebruik en het heeft zich daardoor naar zijn inzien onwaardig gemaakt langer op de Ministerieele banken te zitten. In en buiten de Kamer was er veel volk en veel rumoer. Dadelijk gevolg zal het gesprokene niet hebben, daar de Regeering door de rechterzijde gesteund blijft. Ook in den Boheeuischeii Landdag gaat het woelig toe. Nu de Duitsche oppositie afwezig blijft, gaan de Czechen onderling aan het twisten. Uit vrees voor do jong-Czechen verlangden de oud-Czechen de goedkeuring der Regeering te vragen op de besluiten van den Boheemschen Landdag, volgens welke niet alleen de rijksambtenaren, zooals nu het geval is, maar ook de kantonnale en gemeentebesturen zich desverlangd van het Czechisch zouden moeten bedienen en voorts dat aan de Czecbische scholen, waar de Czechen de minderheid der bevolking vormen, subsidies zullen worden uitgekeerd. Heftige debatten hadden daarover plaats. Ondertusschen hebben de Duitsche afgevaardigden eene vergadering bijeen geroepen om tegen de besluiten van den Boheemschen Landdag to protcsteeren en bij de Regeering aan te dringen, dat zij die niet goedkeure, daar anders zelfs in de zuivere Duitsch-Boheemscho gemeenten, zoo er slechts één Czechisch huisgezin vestigt, het gebruik van het Czechisch en de subsidieering eener Czechische school verplichtend zyn zal. Bij de beraadslaging over het adres van antwoord op de troonrede bij de opening der Italiaansche Kamer gehouden, werd aangedrongen op de invoering van differentieele rechten. Crispi verklaarde, dat de betrekkingen met Frankrijk uitstekend waren, behalve eenige kleine verschilpunten op handelsgebied, die spoedig uit den weg hopen te worden geruimd. Ondertusschen doen de Italiaansche bladen hun best om Duitschland gerust te stellen aangaande de meerdere toenadering, die er tusschen Frankrijk en Italië heerschen gaat. In de Spaansche Kamer heeft de Minister-President verklaard eene verzoenende politiek te willen volgen en aan to blijven zoolang de meerderheid in de Kamer en het volk hem blijft steunen. De verdreven Brnziliaaiisclie Keizer is met zijne familie behouden te Lissabon aangekomen. De zaken gaan in Brazilië vrij rustig hun gang, al wordt de nieuwe Republiek voorloopig nog niet door de Europeesche Mogendheden erkend. De gezant te Londen wordt vervangen door dien te Rome, omdat hij tegen de Republikeinsche Regeering is. Men vreest, dat Koningin Victoria den. nieuwbenoemden gezant niet zal willen ontvangen. Amerika. Men heeft te Milville, in den Amerikaanscben staat New-Yersey, een vrouw, een kleurling, vermoord ge vonden, die op dezelfde wijze verminkt was als de slachtoffers van Jack the Ripper, den Londenschen vrouwenmoordenaar. De vermoedelyke moordenaar is gevat. Volgens den New York Herald wordt een alge meene Katholieke bank gesticht, door den Paus ge zegend en voorzien met een kapitaal van f 250,000,000. Het hoofdkantoor van de bank zai te New-York gevestigd zyn en zy zal bijkantoren hebben in al de voornaamste steden van Europa. Engeland. Londen, 11 Dec. De werklieden in de gas fabrieken hebben een manifest uitgevaardigd, waarin zy verklaren dat door hunne vertegenwoordigers po gingen zyn gedaan om een vergelyk te treffen met de directeuren, die evenwel iedere tegemoetkoming ge weigerd hebben, zoodat thans het werk moet worden gestaakt. Xjontloii, 12 Dec. Indrukwekkend was gisteren de begrafenis van Jefferson Davis op het kerkhof te New-OrleaDs. Men schat de toeschouwers op honderd duizend. Acht gouverneurs van zuidelyke staten droe gen de slippen van het lijkkleed, alle overheden der zuidelyke staten, vele oud-officieren en soldaten der O-jderatie en vertegenwoordigers van het Ameri- kaansche leger en de marine waren tegenwoordig. Uit Londen wordt geschreven Dezer dagen liet zekere vrouw Miles, die in de St. Peterstraat, Hocking, woont, haar beide kinderen in het achtervertrek der bovenverdieping achter, terwijl zy uitging, om eenige inkoopen te doen. Tijdens haat afwezigheid geraakte het huis in brand, en de trappen en de kamer waren weldra met een dikken rook ge vuld, door welken men het hulpgeroep der beide kleinen hoorde. Terwyl eenige buren de brandweer waarschuwden, beproefde eene vrouw de trappen op te gaan en tot in het vertrek door te dringen; maar de verstikkende rook en de vlammen dreven haar terug; na haar poogde een man de kinderen te redden, tevergeefseen derde redde zich van stikken door van boven de trap af te springen. Daar hoorde de moeder, die in do nabyheid was, van het gevaar, waarin haar kinderen verkeerdenzij snelde huiswaarts en kwam juist aan, toen de laatste poging tot redding mislukt was. Zjj stortte zich blindelings in het brandende huis en liep door rook en vlammen de trap op. Het was een vreeselyk wachten voor de beneden verzamelde menigte. Eindeljjk verscheen de moeder, zwart van rook en met verzengde haren, op eiken arm een bewusteloos kind dragende. Met gejuich werd zij begroet; Telen weenden tranen van vreugde! De kinderen kwamen spoedig weder tot bewustzijn. De kamer, waarin zjj zich bevonden hadden, brandde geheel nit. Met Kerstmis zal op de tafel van de Koningin te Osborne een vierendeel van een rund prjjken, ter zwaarte van 300 Engelsche ponden. Dit stuk vleesch zal gebraden worden op het kasteel van Windsor. De Daily News meldt uit Lissabon, dat de oud- keizerin van Brazilië de tjjding heeft ontvangen, dat al hare juweel en, waaronder de schoonste diamanten der wereldgestolen zjjn. Dit is een zware slag voor de keizerljjke familie, daar de keizer zjjn privaat ver mogen verbruikte en op de juweelen rekende voor latere eventualiteiten. Niettemin heeft Dom Pedro de hem aangeboden villa's te Cannes geweigerd en zal hij het logement aldaar betrekken. Naar het beet bestaan er geschillen tusschen graaf d'Eu en den keizer. De eerstgenoemde wjjt den val van het keizerrjjk aan hetgeen bij noemt een sentimenteel liberalisme, en ook aan de aangemoedigde immigratie'als tegenwicht tegen de emancipatie der slaven. De keizer verwerpt beslist het opgeworpen plan, dat hij en de kroon prinses van den troon moeten afstand doen ten bate van haren oudsten zoon. De kroonprinses met hare kinderen vergezelt het keizerlyk paar niet naar Cannes, maar gaat naar Pau. De geheele familie gaat later naar Lourdes. De agent der „London-Brazilian Bank" te Lissabon heeft de dringend aangevraagde 50000 p. st. naar Rio gezonden, waar de voorloopige regeeriog aan geld gebrek heeft, hoofdzakelijk wegens dringend ver klaarde legerbehoeften. Rusland. De griep of Influenza. Uit alle deelen van Europa komen heden berichten over het voortwoekeren dezer epidemie, die minder de aandacht trekt door het gevaar dat zij oplevert, dan door haar reusachtige en snelle verbreiding, en door de stoornis die zjj in het maatschappelijk verkeer veroorzaakt. Te Petersburg, van waar de eerste berichten kwamen, neemt het aantal aangetasten toe. Of de Keizer tot de ljjders behoort, is nog steeds niet bekend; te Berlyn werd het plotse ling opontbod naar Petersburg van een van Duitsch- lands eerste artsen prof. Lejjden met de ziekte in verband gebracht. Te Odessa zyn de laatste dagen onder meer 250 soldaten, 30 studenten en de helft van de bemanningen der stoombooten aangetaststerf gevallen kwamen daar niet voor, maar het verkeer ljjdt geducht. Te Helsingfors is het nog erger. Daar kan men geen brieven bestellen omdat er geen com miezen en bestellers zyn, do bladen hebben geen zetters en geen nieuwB, de handelskantoren geen klerken, kortom de verwarring is groot. Te Moskou zyn reeds 20,000 personen aangetast. De ziekte kondigt zich twee of drie dagen te voren aan door een soort loomheid, dan breekt eensklaps de koorts uit, die allengs ge durende zes of acht uur toeneemt en vergezeld gaat met jjlen, hoofdpijn, zwellen van de gewrichten, ontsteking van de keel, .pijn in de leden en een lastige hoest. De koorts duurt 24 uur en de zieke is na 3 10 dagen geheel hersteld, hoewel het gevaar voor weder- inetorting groot blijft. De ziekte is ondertusschen reeds ver over de grenzen van Rusland verspreid en zal naar men vreest het geheele Oosten van ons werelddeel bezoeken. Te Weenen woedt de epidemie nu reeds hevig. Ook te Londen schjjnt de besmetting overgebracht te zyn, en wel uit de OoBtzee. Italië. Z. H. de Paus heeft weder een aanzienlijke erfenis gekregen. Baron Lilienthal, een onlangs overleden edelman, heeft zjjn vermogen van 17,000,000 aan Z. H. vermaakt. Frankrijk. Yoor het hof van Assises te Parjjs had dezer dagen een treffende gebeurtenis plaats. Eene vrouw, beschul digd van het door - zware mishandeling veroorzaken van den dood van haar tienjarig dochtertje, stond terecht. Het zoontje van de moordenares, een jongen van dertien jaar, moest de verschillende martelingen, die deze ontaarde moeder haar kind liet ondergaan, aan de jury verbalen. Op het oogenblik, dat by zijn getuigenis zou afleggen, riep de moeder: »Adrien, kjjk mij eens aan, ik ben je moeder". Het kind luisterde echter niet en somde alles op, wat hij gezien had, daarby aanwijzing doende van de voorwerpen, waar mede de mishandelingen gepleegd waren; o. a. de tang, die de moeder op het kind had stuk geslagen, een steen, waarmede ze het op het hoofd had gebeukt, een strykyzer, waarmede ze het had gebrand en een touw, waaraan het kind aan de schouders was opge hangen. De jury veroordeelde dit monster tot twintig jaren dwangarbeid. Toen ze het vonnis hoorde uit spreken, trok de vrouw onverschillig haar voile over het gezicht, haakte haar mantel toe en verliet de rechtzaal zonder van eenige ontroering blyk te geven. Slechts met moeite konden de agenten haar tegen het woedende publiek verdedigen. Duitschland. Berlyn, 10 Dec. Aan den Rijksdag is een Witboek overgelegd, met betrekking tot het in Duitsch land geldende verbod tot invoer van varkens en over de maatregelen door Engeland, Frankrijk, België en Nederland genomen tegen den in- en doorvoer van vee uit Duitschland. Het jongste maandoverzicht over den stand van het mond- en klauwzeer in Pruisen wijst op een groote vermindering van de ziekte. Berlyn, 11 Dec. De griep-epidemie begint zich ook alhier uit te breidenzy schijnt te worden be vorderd door het zachte weder. Aangezien de lastige ziekte zich sterk voordoet onder de schoolgaande kinderen, wordt de vraag overwogen of men niet reeds thans de kerst-vacantie kan laten beginnen. Het heet dat in de militaire werkplaatsen te Spandau reeds 600 Sersonen door de griep zijn aangetast. Uit steden in ■ost-Pruisen en Midden-Duitsohland wordt ook het verschjjnen der ziekte gemeld. Zy schynt zich langzaam naar het Westen te verspreiden. België. De Koning der Belgen ontving dezer dagen een brief van een 13jarig meisje, Bessie Kèim, uit Phila delphia. Het kind vroeg daarin gratie voor haren oom, den matroos Frank Moore, die wegens desertie tot een langdurige gevangennisstraf was veroordeeld. Moore was, zoo schreef Bessie, alleen gedeserteerd, toen hem verlof geweigerd werd, om te voldoen aan het dringend verzoek zijner stervende zuster, die bem nog eens wilde zien. Later was hij, onder een anderen naam, weer in dienst getreden. »Als Uwe .Majesteit," zoo besloot zy, >in oom's plaats was geweest, zou u dan niet evenals hy gehandeld hebben?" Wat al de pogingen van de vrienden des veroordeelden Diet konden ver- krjjgen, dat bewerkte deze brief van een kind. Bessie ontving weldra een schrijven uit het koDinklyk paleis te Brussel, waarin haar werd bericht, dat Koning Leopold baren oom onmiddellijk in vryheid had doen Btellen ter wille van Zr. Ms. kleine vriendin. Nederland. Amsterdam, 11 Dec. Groote verontwaardiging heerscht alhier over de bejegening, welke de moedige juffrouw Kattenburg, na hare vergeefsche poging tot Eene episode uit den oorlog in Algiers. Uit het Eransch door Duro. IV. Plotseling borrelde er in de put eene groote, blauwachtige, slijkerige blaas op en uit dit slijk kwam de reusachtige kop eener slang te voorschijn. Het ondier had eene grijze loodkleur en phosphor- achtige oogen. Onwillekeurig deinsde ik achteruit; ik hoorde een zwakken gil en het geluid van een zwaar lichaam, dat in het water viel. Toen ik, na verloop van misschien een tiende seconde, den blik weder naar beneden richtte, zag ik alleen den toovenaar aan den rand der put, waarvan het water nog opborrelde. Te midden van het verscheurde vlies dreef de doek, welke het haar van het kleine meisje bedekt had. Reeds was de steen weder in beweging en viel hij op de opening van den verschrikkelijken afgrond. Toen werden de fakkels alle tegelijk uitgedoofd, en bleef ik in de duisternis onder eene zoo diepe stilte, dat ik duidelijk het kloppen van mijn hart hooren kon. Zoodra ik een weinig van dit verschrikkelijk tooneel was bekomen, wilde ik de spelonk verlaten; ik zwoer, dat ik, als ik er in slaagde mijne kameraden terug te vinden, weder zou komen om de afschuwelijke monsters van deze plaats, zoowel menschen als dieren, uit te roeien. Het kwam er nu echter op aan den terugweg te vinden; naar mijn gissing was ik een hon derdtal schreden ver de spelonk ingegaan, altijd den rotsmuur aan mijne rechterzijde houdende. Ik keerde mij half om, maar werd niet het minste licht gewaar, dat de opening van dit onderaardsche verblijf aanduidde; de oorzaak daarvan was onge twijfeld deze, dat het hol zich niet in eene rechte lijn uitstrekte en bovendien was ik steeds, van den oever der rivier af, naar boven gegaan. Met de linkerhand betastte ik de rots, met de rechter hield ik mijn sabel omklemd en peilde het terrein, langzaam met omzichtigheid voortschrijdende. Ge durende een kwartier, twintig minuten, een half uur misschien, ging ik voort 'zonder den uitgang te vinden. De onrust maakte zich van mij meester. Had ik mij, zonder het te bemerken, in eene zijgalerij begeven, in plaats van langs denzelfden weg terug te keeren, dien ik eerst gevolgd was? Steeds schreed ik voort, den muur betastende, toen ik, in plaats van de koude van de rots, een behangsel voelde, hetwelk, onder mijne hand uit wijkende, een lichtstraal doorliet. Met verdubbelde voorzichtigheid schoof ik, zonder geluid te veroor zaken, het behang ter zijde en daarop bevond ik mij in eene kleine, smalle gang, welke op eene helder verlichte kamer uitkwam, Waarvan de deur open stond. Ik zag, dat deze kamer behangen was met eene stof, waarop zijden en gouden bloemen geborduurd waren. Ik onderscheidde een Turksch tapijt, een gedeelte van een fluweelen divan. Op het tapijt stonden een zilveren Turk- sche pijp in den vorm van eene kruik en ver scheidene reukvaten. Kortom, het was een weelde rig, volgens Arabische» smaak, gemeubileerd vertrek. Ik schreed onhoorbaar voort tot aan de deur. Op dezen divan, in de nabijheid waarvan een ingelegd tafeltje was geplaatst, dat een groot, verguld zilveren, met kopjes, fleschjes en bloera- ruikers beladen blad droeg, zat eene jonge vrouw neergehurkt. Deze onderaardsche, nauwe gang binnentredende, gevoelde men zich bedwelmd door ik weet niet welken heerlijken geur; overal zag ik de schitte ring van goud, rijke stoften, zeldzame bloemen en afwisselende kleuren. In het eerst werd de jonge vrouw mij niet gewaar; zij liet het hoofd hangen en met een peinzend uiterlijk speelde zij tusschen hare vingers met eenige paarlen, die de koralen van haren rozekrans uitmaakten. Zij was eene ware schoonheid. Hare gelaatstrekken geleken op die van het ongelukkige kind, dat ik zoo even gezien had, maar zij waren scherper en regelmatiger. Ravenzwart haar, Lang als een koningsmantel, viel neer op hare schouders, op den divan, ja zelfs op het tapijt aan hare voeten. Een zijden, doorziclitig gewaad, met breede streepen, liet een bewonderenswaardigen boezem, bewonderenswaar dige armen raden. Een fluweelen, met goud op gelegd jakje omsloot hare tengere gestalte, en uit haar kort, blauw satijnen broekje kwam een buiten gewoon klein voetje te voorschijn, waaraan eene met gouddraad bestikte pantoffel hing, welke zij met eene grillige, bevallige beweging liet dansen. Mijne laarzen kraakten, zij hief haar hoofd op en bemerkte mij. Zonder dat zij zich gestoord gevoelde, zelfs zonder zich er in het minst verwonderd over te toonen, bij haar eenen vreemdeling te zien binnen treden met den sabel in de hand, klapte zij vroolijk in hare handen en wenkte mij nader te komen. Ik groette haar door mijn hand aan mijn hart en mijn hoofd te brengen, om haar te toonen, dat ik met de Muzelmansche etiquette op de hoogte was. Zij beloonde mij met een lief glim lachje en streek met beide handen beur haar weg, dat den divan bedektedat beteekende ongetwijfeld dat ik naast haar mocht plaats nemen. Mij beleefd willende gedragen, zette ik mij op het uiterste puntje van den divan neder, terwijl ik mij echter voornam straks dichter bij haar te gaan zitten. Zij nam van het blad een Kopje met een schoteltje van draadwerk, schonk het vol kofiie en, na het even met hare lippen te hebben aangeraakt, reikte zij het mij toe met de woorden //Hé, Roumi, Roumi. Zullen wij niet eens een slokje nemen, mijn waarde luitenant?" Bij deze woorden opende ik mijne oogen zoo ver als koetspoorten. Die jonge vrouw had een ontzachlijken knevel en geleek sprekend op den wachtmeester Wagner Ik was op mijn paard in slaap geraakt; wij waren aan de halt gekomen. Wagner stond voor mij en reikte mij een kop koffie toe, terwijl ik, op den hals van mijn paard hangende, hem ge heel en al verbijsterd aankeek. //Gij schijnt een aardig dutje gevangen te hebben, luitenant? Wij zijn aan de doorwaadbare plaats, pas op! de koffie is kokend". EI N D K.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1889 | | pagina 1