ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 14 December 1889.
DJOUIYIANE.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Feuilleton.
Terschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5784.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Met ingang van 15 dezer zijn op Schouwen
en Duivelaud de hulpkantoren der Posterijen
op Zon- en feestdagen voor het publiek open als volgt:
Ouwerkerb 8-9, 1-2; Viano 8-9, 1-2; Schuddebeura
7-8, 1-2; Dreischor 7-8, 12-1; Noordgouwe 7-8, 12-1;
Zonnemaire 7-8, 12-1; Brouwershaven 8 9, 1-2, 7-8;
Kerkwerve 7-8, 12-1; Duiveodyke 7-8, 12-1; Eikerzee
7 8, 11-12; Ellemeet 8-9, 11-12; Serooskerke 7-8, 1-2;
Noordwelle 7-8 12-1Renesse 7-8, 12-1; Haamstede
7-8, 12 1; Burgh 7-8, 11-12; Nieuwerkerk 7-8, 12-1;
Oosterland 7-8, 11-12; Sir-Jansland 7-8, 12 1; Bruinisse
8-9, lO'/j-ll, 1-2.
Wederom zijn wij genoodzaakt in dit Algemeen
Overzicht te spreken over werkstakingen. Pas was de
storm bijna overal bezworen, door het toegeven aan de
eischen der arbeiders en meende men nu die waren
ingewilligd, dat de verhouding tusschen werkgever on
werkman voortaan geen aanleiding govon zou tot
onderlinge botsingen, of weer komt het bericht, dat de
toestand in de steenkolenmijnen in Buitscliland zeer
onrustbarend is. Op hetzelfde terrein dus, waar het
vorige jaar de werkstakingen plaats vonden, zullen zij
nu wederom uitbreken en het groote publiek, dat door
stijging dor steenkolenprijzen den nadeeligen invloed
van do vorige werkstaking nog ondervindt, zal de dupe
dus in nog grootere mate worden van de huidige. Wat
is de oorzaak nu wederom? De oorzaak is geen andere
dan het gebeurde bij do vorige staking. De mijnbesturen
hebben toen, zooals men weet, aan de meest© eischen
der arbeiders toegegeven en ook onder meer beloofd,
dat geen mijnwerker zou worden ontslagen, op grond,
dat hij aan do beweging had deelgenomen. Thans
beweren de arbeiders, dat dit toch is geschied en dat
de besturen weigeren dezulken in dien6t te nemen,
die do vorige beweging leidden of daaraan een zeer
werkzaam aandeel hebben gehad. De mijnbosturen
daarentegen, verklaren alleen die personen te hebben
geweigerd, dio het volk opruiden en zich schuldig
f maakten aan oproerige bewegingen. Ziedaar het punt
van verschil. Reeds hebben op eene Vrijdag gehouden
vergadering de werklieden van 39 mijnen besloten het
werk te staken en dit besluit is op eene Zondag
gehouden algemeene vergadering kenbaar gemaakt,
terwijl men toen tevens trachten zou, tot eene algemeene
werkstaking to komen. Deze nieuwe beweging trekt
zeer de aandacht en reeds is er in den Rijksdag over
gesproken. Een voorstel werd daar ingediend om de
v zoogenoemde werkboekjes af te schaffen. Deze boekjes
moeten als bewijzen van ontslag uit hun tegenwoordigen
of uit hun Iaatsten dienst worden overgelegd. Deze
verplichting dient, opdat de eigenaars van mijnen niemand
zullen aannemen, die niet van zoodanig bewijs is voorzien.
Nu gebruiken de mijnbesturen deze boekjes om elkander
op de hoogte te stellen van de anticidenten van den
houder van het boekje, door daarin het een of ander
tecken te plaatsen, waarvan de beteekenis hun bekend
is. Dit wekt natuurlyk groot ongenoegen onder de
mijnwerkers en de afschaffing dier boekjes zou een
groot struikelblok zijn uit den weg geruimd. De bankwet
is door den Rijksdag onveranderd in derde lezing
aangenomen.
In Engeland is ook wederom eene werkstaking
uitgebroken en wel onder de gasstokers te Londen en
te Manchester, alsmede van de kolendragers te Londen.
Wat eene werkstaking der gasstokers te Londen beteekent,
komt duidelijk uit, wanneer men bedenkt, dat gas het
voornaamste middel is tot verlichting aldaar. In den
tegenwoordigen tijd, nu mist en nog eens mist te
Londen schering en inslag is, een mist vaak zoo zwaar,
dat het daglicht niet in staat is, om die te doorboren,
moet het kunstlicht hulp verleenen endoor de werkstaking
is dit nu onmogelijk en zit half Londen niet alleen
's avonds, maar een groot gedeelte van den dag in
het duister. Als oorzaak voor deze werkstaking wordt
gemeld, dat de directeuren der gasmaatschappij eene
regeling hebben ingevoerd, waarbij onder zekere
voorwaarden de arbeiders deel krijgen in de winsten
der fabriek. Tegen dat aandeel in de winsten nu
hebben de heeren natuurlijk geen bezwaar, maar wel
tegen de voorwaarden, waarbij o. a. bepaald wordt,
dat de werkman zich verbindt gedurende twaalf maanden
in dienst der fabriek te blijven en wanneer hij zijn
dienst binnen den gestelden termijn wil verlaten, hij
daarvan behoort kennis te geven aan den ingenieur
der fabriek, die beoordeelt of dat ontslag zonder nadeel
voor de fabriek kan plaats hebben. Door deze bepalingen
achten de stokers zich in hunne vrijheid belemmerd
en daar de directiën deze bepalingen willen invoeren,
staken de stokers den arbeid.
Is het dus in de arbeiderswereld verre van rustig,
ook in de politieke wereld is het hier en daar heftig
toegegaan. Vooral is dit het geval geweest in het
Belgische Parlement. De zaak Pourbain, die reeds
zoo lang België bezig houdt, kwam weder op het
tapijt in de Kamer en wel naar aanleiding van het
ontslag, dat door de] Regeering aan den chef der
openbare veiligheid was verleend. De oud-Minister van
Justitie Bara en de talentvolle advocaat Janson, die als
verdediger in de processen over de zaak Pourbain
optrad, vielen de Regeering heftig aan. De eerste noemde
het ontslag slechts eene wraakoefening van de Regeering
omdat de ontslagen chef uit de school had geklapt en
volgens hen zou de rechterzijde zich aan grove
onrechtvaardigheid schuldig maken, wanneer zij in
deze zaken de Regeering dekken wilde. De Minister
antwoordde, dat een administratief beambte het recht
niet heeft van archiefstukken gebruik te maken en er
bovendien stukken zijn vervalscht. De advocaat Janson
hield eene redevoering van drie uren, waarin hij meende
te hebben aangetoond, dat door drie achtereenvolgende
uitspraken het gebruik van opruiende agenten wordt
afgekeurd. Toch maakte de Regeering van de diensten
dier lieden gebruik en het heeft zich daardoor naar
zijn inzien onwaardig gemaakt langer op de Ministerieele
banken te zitten. In en buiten de Kamer was er veel
volk en veel rumoer. Dadelijk gevolg zal het gesprokene
niet hebben, daar de Regeering door de rechterzijde
gesteund blijft.
Ook in den Boheeuischeii Landdag gaat het
woelig toe. Nu de Duitsche oppositie afwezig blijft,
gaan de Czechen onderling aan het twisten. Uit vrees
voor do jong-Czechen verlangden de oud-Czechen de
goedkeuring der Regeering te vragen op de besluiten
van den Boheemschen Landdag, volgens welke niet
alleen de rijksambtenaren, zooals nu het geval is,
maar ook de kantonnale en gemeentebesturen zich
desverlangd van het Czechisch zouden moeten bedienen
en voorts dat aan de Czecbische scholen, waar de
Czechen de minderheid der bevolking vormen, subsidies
zullen worden uitgekeerd. Heftige debatten hadden
daarover plaats. Ondertusschen hebben de Duitsche
afgevaardigden eene vergadering bijeen geroepen om
tegen de besluiten van den Boheemschen Landdag to
protcsteeren en bij de Regeering aan te dringen, dat
zij die niet goedkeure, daar anders zelfs in de zuivere
Duitsch-Boheemscho gemeenten, zoo er slechts één
Czechisch huisgezin vestigt, het gebruik van het Czechisch
en de subsidieering eener Czechische school verplichtend
zyn zal.
Bij de beraadslaging over het adres van antwoord
op de troonrede bij de opening der Italiaansche
Kamer gehouden, werd aangedrongen op de invoering
van differentieele rechten. Crispi verklaarde, dat de
betrekkingen met Frankrijk uitstekend waren, behalve
eenige kleine verschilpunten op handelsgebied, die spoedig
uit den weg hopen te worden geruimd. Ondertusschen
doen de Italiaansche bladen hun best om Duitschland
gerust te stellen aangaande de meerdere toenadering,
die er tusschen Frankrijk en Italië heerschen gaat.
In de Spaansche Kamer heeft de Minister-President
verklaard eene verzoenende politiek te willen volgen
en aan to blijven zoolang de meerderheid in de Kamer
en het volk hem blijft steunen.
De verdreven Brnziliaaiisclie Keizer is met zijne
familie behouden te Lissabon aangekomen. De zaken gaan
in Brazilië vrij rustig hun gang, al wordt de nieuwe
Republiek voorloopig nog niet door de Europeesche
Mogendheden erkend. De gezant te Londen wordt
vervangen door dien te Rome, omdat hij tegen de
Republikeinsche Regeering is. Men vreest, dat Koningin
Victoria den. nieuwbenoemden gezant niet zal willen
ontvangen.
Amerika.
Men heeft te Milville, in den Amerikaanscben staat
New-Yersey, een vrouw, een kleurling, vermoord ge
vonden, die op dezelfde wijze verminkt was als de
slachtoffers van Jack the Ripper, den Londenschen
vrouwenmoordenaar. De vermoedelyke moordenaar
is gevat.
Volgens den New York Herald wordt een alge
meene Katholieke bank gesticht, door den Paus ge
zegend en voorzien met een kapitaal van f 250,000,000.
Het hoofdkantoor van de bank zai te New-York gevestigd
zyn en zy zal bijkantoren hebben in al de voornaamste
steden van Europa.
Engeland.
Londen, 11 Dec. De werklieden in de gas
fabrieken hebben een manifest uitgevaardigd, waarin
zy verklaren dat door hunne vertegenwoordigers po
gingen zyn gedaan om een vergelyk te treffen met de
directeuren, die evenwel iedere tegemoetkoming ge
weigerd hebben, zoodat thans het werk moet worden
gestaakt.
Xjontloii, 12 Dec. Indrukwekkend was gisteren
de begrafenis van Jefferson Davis op het kerkhof te
New-OrleaDs. Men schat de toeschouwers op honderd
duizend. Acht gouverneurs van zuidelyke staten droe
gen de slippen van het lijkkleed, alle overheden der
zuidelyke staten, vele oud-officieren en soldaten der
O-jderatie en vertegenwoordigers van het Ameri-
kaansche leger en de marine waren tegenwoordig.
Uit Londen wordt geschreven
Dezer dagen liet zekere vrouw Miles, die in de St.
Peterstraat, Hocking, woont, haar beide kinderen in
het achtervertrek der bovenverdieping achter, terwijl
zy uitging, om eenige inkoopen te doen. Tijdens haat
afwezigheid geraakte het huis in brand, en de trappen
en de kamer waren weldra met een dikken rook ge
vuld, door welken men het hulpgeroep der beide
kleinen hoorde.
Terwyl eenige buren de brandweer waarschuwden,
beproefde eene vrouw de trappen op te gaan en tot in
het vertrek door te dringen; maar de verstikkende
rook en de vlammen dreven haar terug; na haar
poogde een man de kinderen te redden, tevergeefseen
derde redde zich van stikken door van boven de trap
af te springen. Daar hoorde de moeder, die in do
nabyheid was, van het gevaar, waarin haar kinderen
verkeerdenzij snelde huiswaarts en kwam juist aan,
toen de laatste poging tot redding mislukt was.
Zjj stortte zich blindelings in het brandende huis
en liep door rook en vlammen de trap op. Het was
een vreeselyk wachten voor de beneden verzamelde
menigte.
Eindeljjk verscheen de moeder, zwart van rook en
met verzengde haren, op eiken arm een bewusteloos
kind dragende. Met gejuich werd zij begroet; Telen
weenden tranen van vreugde! De kinderen kwamen
spoedig weder tot bewustzijn. De kamer, waarin zjj
zich bevonden hadden, brandde geheel nit.
Met Kerstmis zal op de tafel van de Koningin te
Osborne een vierendeel van een rund prjjken, ter
zwaarte van 300 Engelsche ponden. Dit stuk vleesch
zal gebraden worden op het kasteel van Windsor.
De Daily News meldt uit Lissabon, dat de oud-
keizerin van Brazilië de tjjding heeft ontvangen, dat
al hare juweel en, waaronder de schoonste diamanten
der wereldgestolen zjjn. Dit is een zware slag voor
de keizerljjke familie, daar de keizer zjjn privaat ver
mogen verbruikte en op de juweelen rekende voor
latere eventualiteiten. Niettemin heeft Dom Pedro de
hem aangeboden villa's te Cannes geweigerd en zal hij
het logement aldaar betrekken. Naar het beet bestaan
er geschillen tusschen graaf d'Eu en den keizer. De
eerstgenoemde wjjt den val van het keizerrjjk aan
hetgeen bij noemt een sentimenteel liberalisme, en ook
aan de aangemoedigde immigratie'als tegenwicht
tegen de emancipatie der slaven. De keizer verwerpt
beslist het opgeworpen plan, dat hij en de kroon
prinses van den troon moeten afstand doen ten bate
van haren oudsten zoon. De kroonprinses met hare
kinderen vergezelt het keizerlyk paar niet naar Cannes,
maar gaat naar Pau. De geheele familie gaat later
naar Lourdes. De agent der „London-Brazilian Bank"
te Lissabon heeft de dringend aangevraagde 50000 p. st.
naar Rio gezonden, waar de voorloopige regeeriog aan
geld gebrek heeft, hoofdzakelijk wegens dringend ver
klaarde legerbehoeften.
Rusland.
De griep of Influenza. Uit alle deelen van Europa
komen heden berichten over het voortwoekeren dezer
epidemie, die minder de aandacht trekt door het
gevaar dat zij oplevert, dan door haar reusachtige en
snelle verbreiding, en door de stoornis die zjj in het
maatschappelijk verkeer veroorzaakt. Te Petersburg,
van waar de eerste berichten kwamen, neemt het
aantal aangetasten toe. Of de Keizer tot de ljjders behoort,
is nog steeds niet bekend; te Berlyn werd het plotse
ling opontbod naar Petersburg van een van Duitsch-
lands eerste artsen prof. Lejjden met de ziekte in
verband gebracht. Te Odessa zyn de laatste dagen
onder meer 250 soldaten, 30 studenten en de helft
van de bemanningen der stoombooten aangetaststerf
gevallen kwamen daar niet voor, maar het verkeer
ljjdt geducht. Te Helsingfors is het nog erger. Daar
kan men geen brieven bestellen omdat er geen com
miezen en bestellers zyn, do bladen hebben geen zetters
en geen nieuwB, de handelskantoren geen klerken,
kortom de verwarring is groot. Te Moskou zyn reeds
20,000 personen aangetast. De ziekte kondigt zich twee
of drie dagen te voren aan door een soort loomheid,
dan breekt eensklaps de koorts uit, die allengs ge
durende zes of acht uur toeneemt en vergezeld gaat met
jjlen, hoofdpijn, zwellen van de gewrichten, ontsteking
van de keel, .pijn in de leden en een lastige hoest.
De koorts duurt 24 uur en de zieke is na 3 10
dagen geheel hersteld, hoewel het gevaar voor weder-
inetorting groot blijft.
De ziekte is ondertusschen reeds ver over de grenzen
van Rusland verspreid en zal naar men vreest het
geheele Oosten van ons werelddeel bezoeken. Te Weenen
woedt de epidemie nu reeds hevig. Ook te Londen
schjjnt de besmetting overgebracht te zyn, en wel uit
de OoBtzee.
Italië.
Z. H. de Paus heeft weder een aanzienlijke erfenis
gekregen. Baron Lilienthal, een onlangs overleden
edelman, heeft zjjn vermogen van 17,000,000 aan
Z. H. vermaakt.
Frankrijk.
Yoor het hof van Assises te Parjjs had dezer dagen
een treffende gebeurtenis plaats. Eene vrouw, beschul
digd van het door - zware mishandeling veroorzaken
van den dood van haar tienjarig dochtertje, stond
terecht. Het zoontje van de moordenares, een jongen
van dertien jaar, moest de verschillende martelingen,
die deze ontaarde moeder haar kind liet ondergaan,
aan de jury verbalen. Op het oogenblik, dat by zijn
getuigenis zou afleggen, riep de moeder: »Adrien, kjjk
mij eens aan, ik ben je moeder". Het kind luisterde
echter niet en somde alles op, wat hij gezien had,
daarby aanwijzing doende van de voorwerpen, waar
mede de mishandelingen gepleegd waren; o. a. de
tang, die de moeder op het kind had stuk geslagen,
een steen, waarmede ze het op het hoofd had gebeukt,
een strykyzer, waarmede ze het had gebrand en een
touw, waaraan het kind aan de schouders was opge
hangen. De jury veroordeelde dit monster tot twintig
jaren dwangarbeid. Toen ze het vonnis hoorde uit
spreken, trok de vrouw onverschillig haar voile over
het gezicht, haakte haar mantel toe en verliet de
rechtzaal zonder van eenige ontroering blyk te geven.
Slechts met moeite konden de agenten haar tegen het
woedende publiek verdedigen.
Duitschland.
Berlyn, 10 Dec. Aan den Rijksdag is een
Witboek overgelegd, met betrekking tot het in Duitsch
land geldende verbod tot invoer van varkens en over
de maatregelen door Engeland, Frankrijk, België en
Nederland genomen tegen den in- en doorvoer van
vee uit Duitschland. Het jongste maandoverzicht over
den stand van het mond- en klauwzeer in Pruisen
wijst op een groote vermindering van de ziekte.
Berlyn, 11 Dec. De griep-epidemie begint zich
ook alhier uit te breidenzy schijnt te worden be
vorderd door het zachte weder. Aangezien de lastige
ziekte zich sterk voordoet onder de schoolgaande
kinderen, wordt de vraag overwogen of men niet reeds
thans de kerst-vacantie kan laten beginnen. Het heet
dat in de militaire werkplaatsen te Spandau reeds 600
Sersonen door de griep zijn aangetast. Uit steden in
■ost-Pruisen en Midden-Duitsohland wordt ook het
verschjjnen der ziekte gemeld. Zy schynt zich langzaam
naar het Westen te verspreiden.
België.
De Koning der Belgen ontving dezer dagen een
brief van een 13jarig meisje, Bessie Kèim, uit Phila
delphia. Het kind vroeg daarin gratie voor haren
oom, den matroos Frank Moore, die wegens desertie
tot een langdurige gevangennisstraf was veroordeeld.
Moore was, zoo schreef Bessie, alleen gedeserteerd, toen
hem verlof geweigerd werd, om te voldoen aan het
dringend verzoek zijner stervende zuster, die bem nog
eens wilde zien. Later was hij, onder een anderen naam,
weer in dienst getreden. »Als Uwe .Majesteit," zoo
besloot zy, >in oom's plaats was geweest, zou u dan
niet evenals hy gehandeld hebben?" Wat al de pogingen
van de vrienden des veroordeelden Diet konden ver-
krjjgen, dat bewerkte deze brief van een kind. Bessie
ontving weldra een schrijven uit het koDinklyk paleis
te Brussel, waarin haar werd bericht, dat Koning
Leopold baren oom onmiddellijk in vryheid had doen
Btellen ter wille van Zr. Ms. kleine vriendin.
Nederland.
Amsterdam, 11 Dec. Groote verontwaardiging
heerscht alhier over de bejegening, welke de moedige
juffrouw Kattenburg, na hare vergeefsche poging tot
Eene episode uit den oorlog in Algiers.
Uit het Eransch door Duro.
IV.
Plotseling borrelde er in de put eene groote,
blauwachtige, slijkerige blaas op en uit dit slijk
kwam de reusachtige kop eener slang te voorschijn.
Het ondier had eene grijze loodkleur en phosphor-
achtige oogen.
Onwillekeurig deinsde ik achteruit; ik hoorde
een zwakken gil en het geluid van een zwaar
lichaam, dat in het water viel. Toen ik, na
verloop van misschien een tiende seconde, den
blik weder naar beneden richtte, zag ik alleen
den toovenaar aan den rand der put, waarvan
het water nog opborrelde. Te midden van het
verscheurde vlies dreef de doek, welke het haar
van het kleine meisje bedekt had.
Reeds was de steen weder in beweging en viel
hij op de opening van den verschrikkelijken
afgrond. Toen werden de fakkels alle tegelijk
uitgedoofd, en bleef ik in de duisternis onder
eene zoo diepe stilte, dat ik duidelijk het kloppen
van mijn hart hooren kon. Zoodra ik een weinig
van dit verschrikkelijk tooneel was bekomen,
wilde ik de spelonk verlaten; ik zwoer, dat ik,
als ik er in slaagde mijne kameraden terug te
vinden, weder zou komen om de afschuwelijke
monsters van deze plaats, zoowel menschen als
dieren, uit te roeien.
Het kwam er nu echter op aan den terugweg
te vinden; naar mijn gissing was ik een hon
derdtal schreden ver de spelonk ingegaan, altijd
den rotsmuur aan mijne rechterzijde houdende.
Ik keerde mij half om, maar werd niet het minste
licht gewaar, dat de opening van dit onderaardsche
verblijf aanduidde; de oorzaak daarvan was onge
twijfeld deze, dat het hol zich niet in eene rechte
lijn uitstrekte en bovendien was ik steeds, van
den oever der rivier af, naar boven gegaan. Met
de linkerhand betastte ik de rots, met de rechter
hield ik mijn sabel omklemd en peilde het terrein,
langzaam met omzichtigheid voortschrijdende. Ge
durende een kwartier, twintig minuten, een half
uur misschien, ging ik voort 'zonder den uitgang
te vinden.
De onrust maakte zich van mij meester. Had
ik mij, zonder het te bemerken, in eene zijgalerij
begeven, in plaats van langs denzelfden weg terug
te keeren, dien ik eerst gevolgd was?
Steeds schreed ik voort, den muur betastende,
toen ik, in plaats van de koude van de rots, een
behangsel voelde, hetwelk, onder mijne hand uit
wijkende, een lichtstraal doorliet. Met verdubbelde
voorzichtigheid schoof ik, zonder geluid te veroor
zaken, het behang ter zijde en daarop bevond ik
mij in eene kleine, smalle gang, welke op eene
helder verlichte kamer uitkwam, Waarvan de deur
open stond. Ik zag, dat deze kamer behangen
was met eene stof, waarop zijden en gouden
bloemen geborduurd waren. Ik onderscheidde een
Turksch tapijt, een gedeelte van een fluweelen
divan. Op het tapijt stonden een zilveren Turk-
sche pijp in den vorm van eene kruik en ver
scheidene reukvaten. Kortom, het was een weelde
rig, volgens Arabische» smaak, gemeubileerd vertrek.
Ik schreed onhoorbaar voort tot aan de deur.
Op dezen divan, in de nabijheid waarvan een
ingelegd tafeltje was geplaatst, dat een groot,
verguld zilveren, met kopjes, fleschjes en bloera-
ruikers beladen blad droeg, zat eene jonge vrouw
neergehurkt.
Deze onderaardsche, nauwe gang binnentredende,
gevoelde men zich bedwelmd door ik weet niet
welken heerlijken geur; overal zag ik de schitte
ring van goud, rijke stoften, zeldzame bloemen
en afwisselende kleuren. In het eerst werd de
jonge vrouw mij niet gewaar; zij liet het hoofd
hangen en met een peinzend uiterlijk speelde zij
tusschen hare vingers met eenige paarlen, die de
koralen van haren rozekrans uitmaakten. Zij was
eene ware schoonheid. Hare gelaatstrekken geleken
op die van het ongelukkige kind, dat ik zoo
even gezien had, maar zij waren scherper en
regelmatiger. Ravenzwart haar,
Lang als een koningsmantel,
viel neer op hare schouders, op den divan, ja
zelfs op het tapijt aan hare voeten. Een zijden,
doorziclitig gewaad, met breede streepen, liet een
bewonderenswaardigen boezem, bewonderenswaar
dige armen raden. Een fluweelen, met goud op
gelegd jakje omsloot hare tengere gestalte, en uit
haar kort, blauw satijnen broekje kwam een buiten
gewoon klein voetje te voorschijn, waaraan eene
met gouddraad bestikte pantoffel hing, welke zij
met eene grillige, bevallige beweging liet dansen.
Mijne laarzen kraakten, zij hief haar hoofd op
en bemerkte mij.
Zonder dat zij zich gestoord gevoelde, zelfs
zonder zich er in het minst verwonderd over te
toonen, bij haar eenen vreemdeling te zien binnen
treden met den sabel in de hand, klapte zij vroolijk
in hare handen en wenkte mij nader te komen.
Ik groette haar door mijn hand aan mijn hart
en mijn hoofd te brengen, om haar te toonen,
dat ik met de Muzelmansche etiquette op de
hoogte was. Zij beloonde mij met een lief glim
lachje en streek met beide handen beur haar weg,
dat den divan bedektedat beteekende ongetwijfeld
dat ik naast haar mocht plaats nemen.
Mij beleefd willende gedragen, zette ik mij op
het uiterste puntje van den divan neder, terwijl
ik mij echter voornam straks dichter bij haar te
gaan zitten. Zij nam van het blad een Kopje met
een schoteltje van draadwerk, schonk het vol
kofiie en, na het even met hare lippen te hebben
aangeraakt, reikte zij het mij toe met de woorden
//Hé, Roumi, Roumi. Zullen wij niet eens
een slokje nemen, mijn waarde luitenant?"
Bij deze woorden opende ik mijne oogen zoo
ver als koetspoorten. Die jonge vrouw had een
ontzachlijken knevel en geleek sprekend op den
wachtmeester Wagner
Ik was op mijn paard in slaap geraakt; wij
waren aan de halt gekomen. Wagner stond voor
mij en reikte mij een kop koffie toe, terwijl ik,
op den hals van mijn paard hangende, hem ge
heel en al verbijsterd aankeek.
//Gij schijnt een aardig dutje gevangen te
hebben, luitenant? Wij zijn aan de doorwaadbare
plaats, pas op! de koffie is kokend".
EI N D K.