ZIERÏKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 28 November 1889. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 46ste JAARGANG. No. 5777. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend. De Eerste Kamer en de Novemberbeweging. I. Het xnoet wel de algemeene aandacht trekken dat onder ons anders zoo 'kalme volk eene be weging is ontstaan, niets meer of tninder be- oogende dan te verkrijgen dat de Eerste Kamer een wetsontwerp verwerpe, dat door den anderen tak der Wetgevende Macht reeds met aanzienlijke meerderheid is aangenomen. Soortgelijke bewegingen hebben wij in ons land gehad b. v. in 1853, de Aprilbeweging geheeten, en iD 1878, het volkspetitionnement tegen de zelfde schoolwet, welke dan nu totaal omgekeerd dreigt te worden. Evenwel, wij zeggen soortgelijke bewegingen. Wij willen volstrekt niet zeggen dat zij eenzelfde karakter hebben. Volgens onze overtuiging staat de Novembevbeweging van 1889 vrij wat booger. In de beweging van 1853 was godsdiensthaat de machtige drijfveer, in die van 1878 was te veel kunstigs, te veel georganiseerds. De beweging, welke wij thans waarnemen heeft een zuiver staatkundig karakter en is geheel ongedwongen. Dit is het verschil. Ons dunkt, dit feit moet wel de bijzondere aandacht wekken: deze adresbeweging is uit bet volk zelf opgekomen; zij is door niemand in de hand gewerkt, maar door eigen politieke vrienden met alle kracht tegengehouden. Toch heeft zij zulk een omvang gekregen dat met haar niet te spotten valt althans niet door de liberale partij. De organen der clericale partij hebben reeds voor lang hun giftigste schimp over de adresbeweging uitgestort. Nog voor enkele dagen noemde het als bezadigd geroemde hoofdorgaan der katholieke partij, De Tijd, de machtige en weldadig werkende Maatschappij tot Nut van 't Algemeen eene giftige bes", alleen omdat zij aan de adresbeweging deelneemt iels dat trouwens ook dubbel merkwaardig is, zooals wij in den loop dezes zullen aantoonen. Het petitionnement in 1878 was van veel grooter omvang, dit is niet te ontkennen. Maar dit petitionnement was door de geheele partij, die over zoo krachtige hulpmiddelen beschikt, niet alleen gesteund, maar opgezweept. Die beweging was door de leiders zeer beslist georganiseerd en klaargemaakt, en toen het er op aan kwam handteekeningen te krijgen, werd er met eene zeldzame luchthartigheid geworven, rijp en groen, edel en onedel, als men maar namen bad en met groote getallen kon pronken. Het is bekend dat op de Eerste Kamer toen ter tijd zulk een gebruik van het recht van petitionnement een hoogst onaaugenamen indruk beeft gemaakt. Nu staan de zaken heel anders. Men heeft hier blijkbaar te doen met de uiting van eene groote onrust, welke zich van de gemoederen heeft meester gemaakt en die van de wet Mackay rampen voor het land en voor de liberale partij ducht, en daarom in uitersten nood zich wendt tot de Eerste Kamer. De oorsprong van deze beweging is gemakke lijk na te gaan en in weinige woorden aan te geven. Het liberale volk gevoelt dat het is over rompeld, dat er eene soort samenspanning op touw is gezet, waarvan het gevolg zal wezen dat eene onzer schoonste staatsinstellingen wordt Men zal moeten toegeven dat voor zulk eene overtuiging goede gronden bestaan. Toen het Ministerie—Mackay zijne schoolwet indiende wer den er sommige stemmen vernomen die lieten hooren: We komen er genadig af! We kunnen den vrede koopen voor nog geen millioen! Dat waren geen stemmen uit het volk, dat waren de stemmen van hen die de eeuwige schoolquaestie wilden aan kant zetten. Zij, die de strekking van de wet—Mackay doorzagen, dachten geen oogenblik dat de liberalen als partij aan die wet hun steun zouden geven. Doch wat geschiedde er Op Paaschzondag van dit jaar werd door het bestuur van de «Liberale Unie" eene geheime vergadering gehouden te Am sterdam, tot welker bijwoning men verschillende leden van Eerste- en Tweede Kamer en de drie hoofdredacteuren van de drie voornaamste liberale bladen had genoodigd en in die geheime verga dering werd besloten dat men, om des vredes wil en om redenen van hooge politiek, de wet Mackay zou steunen. Als gevolg daarvan gaf het bestuur der «Liberale Unie" eene circulaire in het licht, waarin werd geadviseerd om zich bij de wet—Mackay neder te leggen onder zekere voorwaarden. Die circulaire werd niet vooraf aan elke liberale kiesvereeniging ter overweging gezonden, om daar door van de meening der liberalen in dezfe ge wichtige quaeslie een zuiver beeld te krijgen, neen zij werd eensklaps in alle dagbladen open baar gemaakt. Hoe is het bestuur der «Liberale Unie" ooit tot zoodanige handeling gekomen? Wij vermoeden door de inblazingen van hen, die reeds vroeger zich als «concilianten" hadden doen kennen. In elk geval, het was zeer begrijpelijk dat, na die circulaire, eene algemeene vergadering der genoemde Uuie zich voor de door het bestuur gewilde politiek verklaarde, vooral daar het eind van waarborgen voor deugdelijk bijzonder gesub sidieerd -onderwijs, ongerepte handhaving van het openbaar onderwijs en de wensch naar leerplicht werd uitgesproken. Toch was het gros der liberalen vrij gerust. Eene poging om art. 194 der grondwet te ver anderen was immers afgestuit op den vasten wil der liberalen, en al nam nu de Tweede Kamer deze wet al aan, wat te wachten was, daar zij eene clericale meerderheid heeft, dan zou de Eerste Kamer, het bolwerk van onze staatsinstel lingen, tech wel nooit hare goedkeuring aan zulk eene wet geven. Wat echter niemand had verwacht was, dat 17 liberalen in de Tweede Kamer hunne stem aan de wet zouden geven. Men gevoelde al te wel dat dit voor de Eerste Kamer eene reden of een voorwendsel kon zijn om eveneens te bukken en onder dien indruk, dat er door de «conci- lianten", tegen den wensch der liberalen in, een komplot was gesmeed om de wet door te drijven, heeft het liberale volk zich gewend tot de Eerste Kamer met de bededoe den eersten stap op den noodlottigen weg niet! Had men kunnen vermoeden dat 17 liberalen zich bij de kerkelijke partijen zouden aangesloten hebben, de beweging zou veel eerder reeds ontstaan zijn. Is de ooi-sprong der Novemberbeweging dus vrij duidelijk, het is de vraag of zij goed te keuren is, of bet in het belang van het land mag geacht worden dat zij haar doel bereikt, dat wil zeggen dat de Eerste Kamer haar veto uitspreekt over de wet—Mackay. Wij zouden op die vraag volmondig ja! ant woorden. En van dit gevoelen geven wij gaarne rekenschap. Om dit te kunnen doen moeten wij een terugtred maken. De beweging tegen de openbare school toch is hoofdzakelijk op touw gezet door Groen van Prinsterer, maar met een geheel ander doel dan de tegenwoordige kerke lijke partijen najagen. Het is duidelijk, de twee anti-liberale partijen hebben zich van de schoolquaestie meester ge maakt, haar kunstmatig leven ingeblazen, om zoo doende tegenover de liberalen een geduchte macht te ontwikkelen. Die beweging is onoprecht. De leiders weten zeer goed dat de openbare school voor ieder bruikbaar is, zij verklaren er zeiven geleerd te hebbenzij weten zeer goed dat secte- scholen de onverdraagzaamheid schromelijk be vorderen, maar het was hun louter te doen om eene strijdleus, waarbij men de liberalen van onrecht kon betichten. Is men daarom gerechtigd tot de bewering dat uit de verkiezingen van 1888 noodzakelijk eene wet—Mackay moest voortkomen? Dit ontkennen wij ten sterkste. Dat de clericale partijen toen de meerderheid in de Tweede Kamer hebben ge haald is niet in hoofdzaak aan de schoolquaestie te wijten. Die quaestie, juist omdat zij kunst matig in het leven werd geroepen, had ten tijde van de verkiezingen hare scherpe kanten reeds verloren. Den doorslag heeft gegeven de alom be staande ontevredenheid. Ontevredenheid over het geen door de liberalen verzuimd was, vooral op belastinggebied; ontevredenheid veroorzaakt door de hoogst ongunstige oeconomische en sociale toestanden, ontevredenheid, die door volkspartij, radicalen en socialisten werd in de hand gewerkt. De redenen, welke men voor de wet—Mackay van liberale zijde heeft aangevoerd, komen ons dan ook niet overtuigend voor. Het wil ons eer toeschijnen of wij thans in de omgekeerde wereld leven. Men vermaant de liberalen conciliant en ver draagzaam te zijn en daarom de kweek plaatsen van onverdraagzaamheid in de hand te werken en uit de openbare kas te steunen. Maar juist omdat de liberalen kerkelijke onverdraag zaamheid niet stelsel ihatig willen bevorderd zien, stellen zjj zoo hoogen prijs op het behoud van de openbare school. Het is nu eenmaal niet anders, de moderne staat kan met eene verouderde kerkelijke macht niet op goeden voet staan. Al gaf men de school geheel prijs aan de kerkelijke partijen, dan nog zou de strijd voortduren, neen veel heftiger worden. Er is maar één middel om dien strijd te doen bedarende vastbesloten heuding van den modernen staat om zijn standpunt te hand haven. Wij weten het, 't klinkt heel lief en zij die zich op dit standpunt hebben geplaatst, hebben wèl de fraaie rol voor zich genomen, door te zeggenlaat ons toch toegeven, als de menschen nu eenmaal niet gediend zijn van onze openbare school, help ze dan aan sectescholen. Maar 't is toch eigenlijk heel slecht om zoo te spreken, want men helpt daardoor het volk drukken. Zie hier hoe de zaken staanDe kerkelijke partij leiders zeggende ouders moeten vrij zijn, zij moeten niet genoopt worden hunne kindereu op de openbare school te zenden. Maar waarom zeggen zij dat? Omdat zij zulke vurige verdedigers der vrijheid zijn? Komwij weten beter. Men zegt dit, omdat men de ouders niet vertrouwt. Het heet, dat aan hen de opvoeding moet overgelaten worden en wat doet men in werkelijkheid? Men neemt de opvoeding uit de handen der ouders en legt ze in de handen van onderwijzers, die tegelijk catechiseermeester of monnik zijn. De ouders worden dan vervolgens langs al de wegen, welke de geestelijke overheid kan be wandelen, gedwongen hunne kinderen naar de secte- school te zenden. Dat is hnnne vrijheid. En nu zal de wetgever komen en dit ronselstelsel met staats geld gaan steunenIn naam der vrijheid dient dus, zouden wij zeggen, de openbare school gehandhaafd, niet het omgekeerde. Daarom is het toenemen van sectescholen ook volstrekt geen bewijs, dat de open bare school bij het volk niet gewild is, maar alleen hiervoor, dat de zucht tot propaganda en beheer- scbing van de gemoederen, voortdurend de vrijheid der ouders bedreigen. Daarom is ook het beginsel van verplichte school geldheffing, in de wet—Mackay opgenomen, zoo verderfelijk. De secteschool is daarin geheel vrij, en bij de geestelijke invloeden kan men nu ook de invloeden van de beurs voegen, die de vrijheid der onders zullen belemmeren. Al ware het alleen om dit beginsel, moet de wet—Mackay onvoor waardelijk vallen. Wij behoeven over de nadeelen voor het volksonderwijs, van die wet te «luchten, niet verder uit te weiden, daar ze van de meest bevoegde zijden reeds hethaaldeljjk in het licht gesteld zijn. Dit is evenwel onze vaste overtuiging, dat de wetMackay de wonderkuil zal wezeu, welke, gesleept door de twee partijen, de openbare school zal leegsleepen. Zou de wetgevende macht wel terug deinzen voor de werking van den wonderkuil waar het ansjovis betreft, en er luchtig overheen stappen waar het de kinderen des volks betreft? Wij voor ons hebben van de Eerste Kamer betere gedachten. Ons dunkt zij zal te schande maken de meening dat een soort komplot, een handel is op touw gezet omvoor de prijs van verzaking van beginselen, betere politieke toestanden te koopen. Want, dit zou het gevolg zijn, als de wet— Mackay werd aangenomende schoolstrijd op politiek gebied zou gedaan zijn, en men kon zich dan eens geheel wijden aan de groote landsbelangen. Dit is her haaldelijk gezegd, maar het is een holle phrase zonder eenigen degelijken grondslag. De schoolstrijd, juist omdat hij niet oprecht is, heeft nooit verhinderd, dat men groote landsbelan gen behartigde. Wortelde bij in het volk, bet zou iets anders wezen. Maar de schoolstrijd is ons opge legd. Men zoual werd de wet-Mackay aangenomen, den schoolstrijd zien voortzetten, niet alleen dooi de clericalen, die nog lang niet bebben wat zij verlangen: de overmacht in den Staat, maar ook door de liberalen. Of denkt men dat de-liberale partjj zich zal neerleggen bij eene wet als deze, weike door haar als eene aanranding van de Grondwet en van den modernen staat wordt beschouwd? Waarlijk dan kent men het liberale volk niet. NIEUWSTIJDINGEN. Transvaal. Volgens ontvangen berichten is te Lijdenburg, in Transvaal, op 19 October regen gevallen. De opgewondenheid over den regen was groot, ge tuige de volgende ontboezeming in een der bladen HIEP, HIEP, HOERA REGENREGEN Lijdenburg, 20 October. Prachtige regens zjjn alhier gevallen, en de hagel was twéé voeten dik. Alles verlustigt zich in een over- vloedigen regen. Amerika. Volgens de New York Herald kan men de voor de tentoonstelling van '90 bestemde terreinen niet krijgen, zoodat het plan niet doorgaat. Engeland. Loiuleu, 26 November. De Banca Nacional van Brazilië heeft bericht ontvangen, dat de Vereenigde Staten en Chili de BraziliaaDsche republiek erkend hebben. De gevolmachtigde van de Braziliaansche schat kist heeft aan de dagbladen kenni9 gegeven, dat hjj gemachtigd is de bewering tegen te spreken, als zou de voorloopige regeering eenig toezicht uitoefenen op de naar het buitenland bestemde telegrammen. Portugal. Lissabon, 25 Nov. De gezant van Brazilië heeft van de voorloopige regeering de uitnoodiging ont vangen op zjjn post te bljjven en dpn ex-keizer en zjjne familie officiëel tu ontvangen. Deze beeft daarop van de Portugeesche regeering toezegging verkregen, dat de Btoomboot «Alagoas" zonder quarantaine direct aan de kade zal worden toegelaten. Het stoomschip wordt hier 1 December verwacht en een étage van een hotel werd voor dom Pedro afgehuurd, daar men niet weet of hjj de uitnoodiging zal aanvaarden aan het hof te vertoeven. De ex keizer zal zich naar Cannes begeven. Verwacht wordt een manifest, waarbjj hjj afstand doet ten gunste van de gravin d'Eu, aan deze eene verklaring inhoudende, dat zij hare rechten overdraagt aan prins Pedro, terwijl de monarchisten in Brazilië nu reeds zjjn neef Pedro van Coburg als candidaat steunen. Van de doctoren, die Dom Luis van Portugal bijstonden, kreeg er een 60,000 gd. voor 18, een 30,000 gd. voor 10, en een 42,000 gd. voor 18 consulten. In het geheel kostte de ziekte des Koning aan consulten alleen 150,000 gd.! Frankrijk. De Eiffeltoren zal van 1 December tot het voorjaar gesloten blijven. Duitschland. De jonge smidsgezel Emil Becker werkte gedurende twee jaren aan eene geweeifabriek te Berlijn. Door zijne bekwaamheid maakte hjj spoedig vorderingen en werd, na een korten tjjd als gezel werkzaam te zijn geweest, benoemd tot meesterknecht. Te Berljjn leerde bij eene jonge dame kennen, die steeds zeer elegant gekleed ging, wier beurs altjjd vol goudgeld was en die in Charlottenburg een prachtig huis bewoonde. Emil had de jonge dame lief en de jonge dame hem, doch de pracht, die steeds haar omgaf, maakte zulk een geweldigen indruk op hem en hij vond bet meisje zoo aardig, dat hjj besloot zija werkkring geheim te houden. De beide geliefden leefden ale duifjes. Op ze keren dag toen zij weer elkaar allerlei woordjes van liefde toefluisterden, kwam een bediende het gesprek storen met een brief, die eene aanzienlijke geldsom inhield. Toen ontdekte de smid, dat zjjne aangebedene de dochter was van een Russischen graaf. Dat werd den eenvoudigen gezel wat te kras. Hij, de smid, en zij, de gravin, zouden nooit een paartje kunnen wor den. Zjjn verstand raadplegende, besloot hjj zijneliefde te verbannen, bekende aan de schoone gravin wie en wat bij was en deelde haar mede, dat het groote ver schil van stand tusschen hem en haar voor altijd een hinderpaal zou zijn voor eene echtelijke verbimltenis, en dat het daarom beter was van elkaar te scheiden. De gravin wilde hiervau niets weten. Zjj verhaalde hoe haar vader haar de ouderlijke woning had ont zegd, omdat zij weigerde te huwen met den man, die voor haar tot echtgenoot was bestemd. Zij kon leven op den voet waarop zij thuis had geleefd en waar zij wilde, doch de deur van het ouderljjke huis bleef voor altjjd voor haar gesloten. Haar minnaar verlaten deed zij nooit. En inderdaad, iederen avond haalde zij in 't vervolg haar Emil van de fabriek. Op zekeren avond deelde zij haar minnaar mede, dat haar vader thans toegevender was geworden; hij had haar zelfs verzocht weer thuis te komen. Zij had zich bereid verklaard, doch slechts onder ééae voorwaarde: haar minnaar zou haar mogen vergezellen. Ook hierin stemde de vader toe, en een week of drie geleden stoomden de jongelui naar Rusland. De jonge smid werd als toekomstige schoonzoon aangenomen en eerstdaags zal hjj met zjjn gravinnetje in het huweljjk treden. Behoort de groote werkstaking, die in het voor jaar van dit jaar een deel van Duitschland, ja een deel van Europa een paar merkwaardige weken deed doorleven, tot het verleden, zooals na alle bewegingen van dien aard bljjft er een zekere gevoeligheid tus schen de beide partjjen bestaan, die, zoo althans geen nieuwe breuk in dien tusschentjjd ontstaat, eerst na jaren geheel verdwjjnt. De arbeidersbeweging in de mijndistricten bljjft dan ook voortdurend levendig en openbaart zich ten deele in een meer beslist optreden der arbeiders tegenover de patroons, met wie zjj op een anderen voet zijn gekomen; anderdeels weer blijft de groote krachtsinspanning om tot vereeniging van alle werklieden te komen, aan de werkstaking herinneren. In het district Essen bv. ontvingen de mjjndirecties namens een groote vergadering van mjjowerkers uit dat district een circulaire, door die arbeiders onder teekend, waarin met levendige kleuren de grieven werden geschetst, die men tegen de directies koesterde, ter zake van de weigering om elders wegens deelneming aan de groote werkstaking ontslagen arbeiders aan te nemen. Dit stuk droeg het karakter van een ultimatum, daar zoo vóór 1 December geen voldoend antwoord was ontvangen, de directies voor de gevolgen verant woordelijk werden gesteld. Deze stap droeg echter geenszins de goedkeuring van alle arbeiders, mpt name verschillende leiders der arbeidersbeweging hebben zich er tegen verklaard. De directies hebben een antwoord op dit schrijven vastgesteld, waarin zjj beslist ontkennen iemand wegens de werkstaking te hebben ontslagen, en integendeel bereid zijn ordeljjke werklieden aan te nemen. Zjjn er enkelen sinds de groote werkstaking ontslagen, dan geschiedde dit wegens weerspannigheid. Het totale aantal der ontslagenen bedraagt, volgens andere berichten, slechts 15 of 20 op een aantal van 25000 mjju werkers. Berljjn, 25 Nov. De Nordd. Allg. Zeitung zegt: De toestand in Brazilië, voor zoover daarover uit de telegraphische berichten te oordeelen valt, zal waar- schjjolijk voor het oogenblik de mogendheden geen aanleiding tot onrust geven. De voorloopige regeering mist, naar het scbjjnt, evenmin de macht als den wil om de orde te handhaven, zoodat er dan ook geen reden is, Duitsche oorlogsschepen naar Rio Janeiro te zenden. Nederland. 's Gravenhage, 26 Nov. Eerste Kamer. Heden is verschenen het regeeringsantwoord op het voor- loopig verslag over het schoolwet ontwerp. De regeering, ook overtuigd dat niet licht van eenige regeering verzoenender voorstel kan verwacht worden, zet in den breede uiteen hoe de grondwetgever van 1848 nooit bedoeld heeft dat elke toelage uit de openbare kas een school tot eene openbare zou maken. On grondwettig is dit voorstel dus, naar hare meening, stellig niet. Het ontwerp zal, zegt zjj verder, stellig het volks onderwijs ten goede komen. Eene rjjksbjjdrage aan de bjjzondere school zal de voorstanders der openbare die school niet doen verlaten. Het beginsel van neutraliteit bljjft gehandhaafd, ook de zorg der regeering dat overal voldoend openbaar onderwijs worde gegeven. De fioancieele gevolgen van het ontwerp worden door de regeering geraamd op f 670,000, behalve 830,000 ter uitvoering van art. 5, derde lid. Of de schoolstrjjd eindigen zal? Dit hangt af van de houding der voorstanders van het openbaar en het bij zonder onderwjjs, maar ook van de provinciale en gemeentebesturen. De regeering hoopt echter dat dit wèl het geval zjjn zal en vertrouwt dat verschillende politieke richtingen zullen willen samenwerken. De Eerste Kamer is bjj een geroepen tegen Maandag 2 December, 's avonds te halt negen uur. Dinsdag 3 December zal het debat over het onderwjjs-ontwerp aanvangen. JLSottexrclam, 25 Nov. Op de fabriek der Neder- landsche Stoomboot-Maatschappij te Fejjenoord blijft een zekere gisting ouder de werklieden waar te nemen, welke zich tot dusver alleen onder de scheepsbouwers uit. Heden morgen vroeg tocb, zijn van hen eenigen niet op de fabriek verschenen, en ook om 9 uur is een aantal van de scheepsbouwers weggebleven, zoodat heden een 140-tal van deze categorie niet gewerkt heeft. In den loop van den morgen hield een honderdtal dezer werklieden een vergadering, welke geleid werd door A. Einons, president der afdeeling Rotterdam van «Ver betering zij ons streven" en waarin o.m. het woord gevoerd werd door Kalsbeek, president der afdeeling Amsterdam derzelfde vereeniging, die biervoor ex presselijk was overgekomen. Iu deze bijeenkomst ie besloten d^ze week eischen te formuleeren, welke den directeur der fabriek zullen worden medegedeeld, met verzoek hierop zjjn antwoord vóór Zaterdag a. s. in te zenden. Zaterdsgavond zal in «Caledonia" opnieuw een vergadering belegd worden en zijn de eischen niet in gewilligd, i9 er sprake tegen Maandag a.s. een algemeene werkstaking op de fabriek te Fejjenoord uit te lokken. Ook werd er medegedeeld, dat er in Engeland, België en Nederland een inzameling ten voordeele der werk stakers zal worden gehouden. Wjj vernemen, dat eenige matrozen der Hollandsche booten heden geweigerd hebben te monsteren. Tiltmi-g-, 23 Nov. Door graanhandelaren en bak kers alhier is een adres, van 103 handteekeningen voor zien, aan de Tweede Kamer gezonden, houdende het verzoek om verwerping van het wetsvoorstel Bahlmann tot heffing van invoerrechten op granen en meel. 26 Nov. De liberale kiesver eeniging «Eendracht maakt Macht" alhier zal Donderdag a.s. eene vergadering houden, waarin het ontwerp- Mackay in behandeling zal komen. De vereeniging «Uit het volk Voor het volk" alhier mag zich verheugen over de sympathie, welke de vereeniging ondervindt voor het te geven St. Nico- laasfeest; nu reeds zjjn er, zoo niet meer, in ieder geval niet minder giften ingekomen dan voor het St. Nicolaasfeest in 1883 werden ontvangen. Aan dit feest zal door 1375 kinderen worden deel genomen. "Via.ii©. Door den hevigen storm van Zondag op Maandag morgen is het schip van G. van den Berg, genaamd «Jozina," tegen den dijk gestormd. Daar ge noemd schip te Viane beetwortelen moest laden, kon het niet in de haven, daar er door de vele schepen die er in lagen geen plaats was. Het schip is Dinsdag m9t a very van den dijk gebracht en ligt thans op veiliger plaats. ZierilCKee, 25 Nov. Door de arrondissements rechtbank alhier werd dezer dagen uitspraak gedaan in eene procedure, welke de gemoederen van velen, vooral in het dorp Dreischor, had gaande gemaakt en gaunde gehouden en ook in deze stad veel ruchtbaar heid had verkregen. In 1886 trad bjj wijlen den heer de W., toen ge neesheer te Dreischor, als huishoudster in dienst, M. R., wed. v. d. W., die op eene door den heer de W. geplaatste advertentie was aangenomen en uit Vlietaud daartoe was overgekomen. Nadat zij aldaar eeuigen tjjd was werkzaam geweest, liep het gerucht, dat zjj met geuoemden de W. in het huweljjk zou treden; de huweljjks-aangifte bad plaats en werd in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven, doch door verschillende omstandigheden ging het huweljjk niet door. De heer de W., die ziekeIjjk was, werd door h»ar opgepast, terwjjl zjj het opzicht had over alles en zelfs zjjue zaken, effecten enz. behandelde. In Mei 1888, toen een kleinzoon van den heer de W. naar Dreischor was gekomen, is zjj vertrokken. In Juli overleed de heer de W. Op verzoek van den executeur testamentair, werd diens boedel door den Kantonrechter verzegeld. Na die verzegeling kwam men tot de ontdekking, dat er meer effecten tot den boedel behoorden, dan bjj de verzegeling waren bevonden en werd een onder zoek in loco ingesteld, doch de vermiste effecten werden niet gevonden. Toen viel er vermoeden op de huishoudster, dat deze die effecten zou hebben ont vreemd; er werd een onderzoek ingesteld, hetwelk ten gevolge had, dat bjj een door den Rechter-Commis saris en Officier van Justitie uit Alkmaar te Vlieland in de woning van M. R. gehouden huiszoeking een aantal effecten, ter waarde van pl. m./20,000, werden gevonden in een meelton. Naar aanleiding hiervan werd door den Rechter commissaris, belast met de instructie bjj deze recht bank, een bevel van voorloopige aanhouding uit gevaardigd, en werd genoemde huishoudster den 21 November 1888 uit Vlieland gevankeljjk overgebracht naar het huis van bewaring alhier. De in beslag genomen effecten werden inmiddels ter griffie dezer rechtbank overgebracht en gedeponeerd. Het bevel van voorloopige aanhouding werd door de rechtbank bekrachtigd en eene instructie tegen M. R. werd geopend. Door den Rechter-Commissaris werden tevens deskundigen benoemd om in beslag genomen geschriften te onderzoeken, waaronder eene door den overledene geschrevene akte, waarbjj hjj de in beslag genomen effecten aan M. R. had ten ge schenke gegeven. Nadat de gevoerde instructie was afgeloopen en de deskundigen hun rapport hadden ingediend, werd door den Officier van Justitie gevorderd, dat de zaak zou worden verwezen naar de openbare terechtzitting, op grond, dat uit de gevoerde instructie was gebleken, dat de beklaagde M. R. zich had schuldig gemaakt aan diefstal van de vermiste effecten. Aan beklaagde werd, op haar verzoek, een raadsman toegevoegd; Mr. C. J. Fokker, advocaat en procureur, die daartoe werd aangewezen, leverde eene memorie van sug gestie in. De rechtbank achtte daarop, hetgeen door den Officier van Justitie waB gevorderd, niet bewezen, en werd beklaagde op 12 Maart 1889, na eene preventieve hechtenis van bjjna 4 maanden, buiten vervolging gesteld en hare invrijheidsstelling bevolen, waarop zjj onmiddellijk uit de gevangenis werd ontslagen. Toen de erfgenamen dit vernamen, werd onmiddelljjk bjj deurwaarders-exploot bjj den Griffier der Rechtbank beslag gelegd op genoemde effecten. M. R. bracht inmiddels haar domicilie uit Vlieland naar hier over en vestigde zich in het «Hotel de Weerd." Daarop volgde een dagvaarding tegen genoemden Griffier tot uitlevering van die effecten, terwjjl M. R. tevens was gedagvaard zich te hooren veroordeelen om de toewjjzing van dien eisch te gedoogen. Voor de erfgenamen trad op Mr. A. J. F. Fokker, voor den Griffier der rechtbank, als le gedaagde Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije, die tevens ook optrad, als daaraan toegevoegd door den Voorzitter, voor de 2e gedaagde, voornoemde M. R. Na het nemen van conclusion, werd daarop door Mr. Fokker getuigenverhoor verzocht om de gestelde daadzaken te bewjjzen. Door het Openbaar Ministerie werd daarop geconcludeerd tot toewjjzing van den eisch der erfgenamen, tot het houden van een ge tuigenverhoor. De rechtbank deed j.l. Dinsdag uitspraak, wees bet verzoek tot getuigenverhoor af, weigerde de gevraagde van waardeverklaring van het door de eischer6 gelegd beslag en ontzegde aan de eischers hunne vordering met hunne veroordeeling in de proceskosten. Het hoofdbestuur der Maatschappij ter bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland benoemde tot lid der commissie ter bevordering en ter aanmoediging van de verbetering der paardenfokkerjj in Zeeland den heer H. J. Kegelaer, provinciale veearts te Hon- tenisse. De benoeming geschiedde ter voorziening in de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer C. Mazure, provinciale veearts te Middelburg. Het Weekblad voor Zeeuwsch Vlaanderen's Weste lijk deel wjjdt de volgende regelen aan den te Amsterdam plotseling overleden heer Willem Leonard Blindenbach, gemeente ontvanger, ontvanger v in de hervormde diaconie, regent van het burger-gasthuis te Aardenburg, voorzitter van het muziekgezelschap Aardenburgsche fanfaren, van het gemengd koor en van de volkszang school. «Van der jeugd aan", zegt het blad, «leed hjj aan kortademigheid en was thans voor de derde maal naar Amsterdam, om in eene pneumatische inrichting eenige verlichting te zoeken tegen de herhaalde aan vallen, die hem soms dagen achtereen, soms langer dwongen, om zich alle gezellig verkeer te ontzeggen. Opmerkelijk is het, dat die ongesteldheid nooit eenigen schadeljjken invloed uitgeoefend heeft op zjjn humeur. Steeds opgeruimd, als hjj zich maar eenigszins vrjj bewegen kon, voorkomend, hulpvaardig, welmeenend vriend, man van groote kennis en steeds van goeden raad, was hjj in de gemeente Aardenburg algemeen geacht en bemind. Zjjn overlyden laat een ledig achter, door allen die hem gekend hebben diep gevoeld, wel waarschjjnljjk niet meer aan te vullen". 2£i©rilc:eee, 26 Nov. De tweede Winterverga dering van ons Departement der Nederlandsche Maat schappij van Nijverheid, op 25 November, was druk bezocht. In plaats van Jhr. C. C. Th. Six, die voor eene benoeming als Bestuurslid bedankt had, werd als zoo danig gekozen de Heer A. H. W. van der Vegt, die de benoeming aannam. De beantwoording der ingekomen vragen over de oprichting eener Floralia-vereeniging gaf aanleiding tot uitgebreide besprekingen. De wenschelijkheid van de oprichting eener dergeljjke vereeniging uitsprekende, zal bet Departement zich wenden tot de Vereeniging Volksbelang alhier, tot wier werkkring deze zaak behoort. In de pauze exposeerden de Gebroeders Anker (firma Wed. Anker Zn.) lo. een echte Amerikaansche vul- reguleerkachel, en 2o. Miller's Patent Automatisch werkende Handspuit; de hr. J. Enzlin exposeerde een modelklok, anno 1614. Het verheugt ons dat het njj verheids-element op de vergaderingen van ons Departement meer en meer op den voorgrond treedt. Het grootste gedeelte van de vergadering werd in genomen door eene voordracht van Jhr. A. C. Röell over Beschermende RechteD, naar aanleiding vau een schrjjven van het Hoofd-Bsstuur der MaatBchappjj van Nijverheid. Io eene hoogst belangrjjke redevoering be sprak de hr. Röell de argumenten van Vrjj handelaars en Protectionisten voor hunne stelsels. Uitvoerig ging hij de gevolgen vao de heffing van graaurechten na. De conclusie, waartoe de Spr. kwam, was, dat onze Nijverheid allerminst belemmering, maar integendeel de grootst mogeljjke vrijheid van invoer behoeft, zoo veel doenljjk gepaard met afschaffing of vermindering van belastingen op eerste levensbehoeften. De Voorzitter bracht den Spr. den dank der ver gadering voor zjjne heldere uiteenzetting van dit zoo belangrjjk vraagstuk van den dag. De redevoering van den hr. Röell gaf aanleiding tot eenige opmerkingen van den hr. J. H. Hejjse, die eveuals die spreker, tot de conclusie kwam geen Protectionisme, geen Fair-trade, maar Free-trade. Met de inededeeling, dat in de Decembervergadering als Spreker zal optreden de hr. F. W. Westerouön van Meeteren uit Amsterdam, sloot de Voorzitter de ver gadering. Uit het verslag der jongste raadszitting te.Bergen op Zoom, door De Zoom meegedeeld: «Hoofdst. IV. Dhr. v. Hasselt vindt den post van 200 voor eendenvoeder wel wat veel. Hjj heeft niets

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1889 | | pagina 1