ZIERÏKZEESCHE NIEUWSBODE.
Donderdag 28 November 1889.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5777.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend.
De Eerste Kamer
en de Novemberbeweging.
I.
Het xnoet wel de algemeene aandacht trekken
dat onder ons anders zoo 'kalme volk eene be
weging is ontstaan, niets meer of tninder be-
oogende dan te verkrijgen dat de Eerste Kamer
een wetsontwerp verwerpe, dat door den anderen
tak der Wetgevende Macht reeds met aanzienlijke
meerderheid is aangenomen.
Soortgelijke bewegingen hebben wij in ons land
gehad b. v. in 1853, de Aprilbeweging geheeten,
en iD 1878, het volkspetitionnement tegen de
zelfde schoolwet, welke dan nu totaal omgekeerd
dreigt te worden.
Evenwel, wij zeggen soortgelijke bewegingen.
Wij willen volstrekt niet zeggen dat zij eenzelfde
karakter hebben. Volgens onze overtuiging staat
de Novembevbeweging van 1889 vrij wat booger.
In de beweging van 1853 was godsdiensthaat
de machtige drijfveer, in die van 1878 was te
veel kunstigs, te veel georganiseerds. De beweging,
welke wij thans waarnemen heeft een zuiver
staatkundig karakter en is geheel ongedwongen.
Dit is het verschil.
Ons dunkt, dit feit moet wel de bijzondere
aandacht wekken: deze adresbeweging is uit bet
volk zelf opgekomen; zij is door niemand in de
hand gewerkt, maar door eigen politieke vrienden
met alle kracht tegengehouden. Toch heeft zij
zulk een omvang gekregen dat met haar niet te
spotten valt althans niet door de liberale
partij. De organen der clericale partij hebben
reeds voor lang hun giftigste schimp over de
adresbeweging uitgestort. Nog voor enkele dagen
noemde het als bezadigd geroemde hoofdorgaan
der katholieke partij, De Tijd, de machtige en
weldadig werkende Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen eene giftige bes", alleen omdat zij aan
de adresbeweging deelneemt iels dat trouwens
ook dubbel merkwaardig is, zooals wij in den
loop dezes zullen aantoonen.
Het petitionnement in 1878 was van veel
grooter omvang, dit is niet te ontkennen. Maar
dit petitionnement was door de geheele partij,
die over zoo krachtige hulpmiddelen beschikt, niet
alleen gesteund, maar opgezweept. Die beweging
was door de leiders zeer beslist georganiseerd
en klaargemaakt, en toen het er op aan kwam
handteekeningen te krijgen, werd er met eene
zeldzame luchthartigheid geworven, rijp en groen,
edel en onedel, als men maar namen bad en
met groote getallen kon pronken. Het is bekend
dat op de Eerste Kamer toen ter tijd zulk een
gebruik van het recht van petitionnement een
hoogst onaaugenamen indruk beeft gemaakt.
Nu staan de zaken heel anders. Men heeft
hier blijkbaar te doen met de uiting van eene
groote onrust, welke zich van de gemoederen
heeft meester gemaakt en die van de wet
Mackay rampen voor het land en voor de liberale
partij ducht, en daarom in uitersten nood zich
wendt tot de Eerste Kamer.
De oorsprong van deze beweging is gemakke
lijk na te gaan en in weinige woorden aan te
geven. Het liberale volk gevoelt dat het is over
rompeld, dat er eene soort samenspanning op
touw is gezet, waarvan het gevolg zal wezen
dat eene onzer schoonste staatsinstellingen wordt
Men zal moeten toegeven dat voor zulk eene
overtuiging goede gronden bestaan. Toen het
Ministerie—Mackay zijne schoolwet indiende wer
den er sommige stemmen vernomen die lieten
hooren: We komen er genadig af! We kunnen
den vrede koopen voor nog geen millioen!
Dat waren geen stemmen uit het volk, dat
waren de stemmen van hen die de eeuwige
schoolquaestie wilden aan kant zetten. Zij, die de
strekking van de wet—Mackay doorzagen, dachten
geen oogenblik dat de liberalen als partij aan die
wet hun steun zouden geven.
Doch wat geschiedde er Op Paaschzondag van
dit jaar werd door het bestuur van de «Liberale
Unie" eene geheime vergadering gehouden te Am
sterdam, tot welker bijwoning men verschillende
leden van Eerste- en Tweede Kamer en de drie
hoofdredacteuren van de drie voornaamste liberale
bladen had genoodigd en in die geheime verga
dering werd besloten dat men, om des vredes
wil en om redenen van hooge politiek, de wet
Mackay zou steunen. Als gevolg daarvan gaf het
bestuur der «Liberale Unie" eene circulaire in
het licht, waarin werd geadviseerd om zich bij
de wet—Mackay neder te leggen onder zekere
voorwaarden.
Die circulaire werd niet vooraf aan elke liberale
kiesvereeniging ter overweging gezonden, om daar
door van de meening der liberalen in dezfe ge
wichtige quaeslie een zuiver beeld te krijgen,
neen zij werd eensklaps in alle dagbladen open
baar gemaakt.
Hoe is het bestuur der «Liberale Unie" ooit
tot zoodanige handeling gekomen? Wij vermoeden
door de inblazingen van hen, die reeds vroeger
zich als «concilianten" hadden doen kennen.
In elk geval, het was zeer begrijpelijk dat,
na die circulaire, eene algemeene vergadering der
genoemde Uuie zich voor de door het bestuur
gewilde politiek verklaarde, vooral daar het eind
van waarborgen voor deugdelijk bijzonder gesub
sidieerd -onderwijs, ongerepte handhaving van het
openbaar onderwijs en de wensch naar leerplicht
werd uitgesproken.
Toch was het gros der liberalen vrij gerust.
Eene poging om art. 194 der grondwet te ver
anderen was immers afgestuit op den vasten wil
der liberalen, en al nam nu de Tweede Kamer
deze wet al aan, wat te wachten was, daar zij
eene clericale meerderheid heeft, dan zou de
Eerste Kamer, het bolwerk van onze staatsinstel
lingen, tech wel nooit hare goedkeuring aan
zulk eene wet geven.
Wat echter niemand had verwacht was, dat 17
liberalen in de Tweede Kamer hunne stem aan
de wet zouden geven. Men gevoelde al te wel
dat dit voor de Eerste Kamer eene reden of een
voorwendsel kon zijn om eveneens te bukken
en onder dien indruk, dat er door de «conci-
lianten", tegen den wensch der liberalen in, een
komplot was gesmeed om de wet door te drijven,
heeft het liberale volk zich gewend tot de Eerste
Kamer met de bededoe den eersten stap op
den noodlottigen weg niet! Had men kunnen
vermoeden dat 17 liberalen zich bij de kerkelijke
partijen zouden aangesloten hebben, de beweging
zou veel eerder reeds ontstaan zijn.
Is de ooi-sprong der Novemberbeweging dus
vrij duidelijk, het is de vraag of zij goed te
keuren is, of bet in het belang van het land
mag geacht worden dat zij haar doel bereikt,
dat wil zeggen dat de Eerste Kamer haar veto
uitspreekt over de wet—Mackay.
Wij zouden op die vraag volmondig ja! ant
woorden. En van dit gevoelen geven wij gaarne
rekenschap. Om dit te kunnen doen moeten wij
een terugtred maken. De beweging tegen de
openbare school toch is hoofdzakelijk op touw
gezet door Groen van Prinsterer, maar met een
geheel ander doel dan de tegenwoordige kerke
lijke partijen najagen.
Het is duidelijk, de twee anti-liberale partijen
hebben zich van de schoolquaestie meester ge
maakt, haar kunstmatig leven ingeblazen, om zoo
doende tegenover de liberalen een geduchte macht
te ontwikkelen. Die beweging is onoprecht. De
leiders weten zeer goed dat de openbare school
voor ieder bruikbaar is, zij verklaren er zeiven
geleerd te hebbenzij weten zeer goed dat secte-
scholen de onverdraagzaamheid schromelijk be
vorderen, maar het was hun louter te doen om
eene strijdleus, waarbij men de liberalen van onrecht
kon betichten.
Is men daarom gerechtigd tot de bewering dat
uit de verkiezingen van 1888 noodzakelijk eene
wet—Mackay moest voortkomen? Dit ontkennen
wij ten sterkste. Dat de clericale partijen toen
de meerderheid in de Tweede Kamer hebben ge
haald is niet in hoofdzaak aan de schoolquaestie
te wijten. Die quaestie, juist omdat zij kunst
matig in het leven werd geroepen, had ten tijde
van de verkiezingen hare scherpe kanten reeds
verloren. Den doorslag heeft gegeven de alom be
staande ontevredenheid. Ontevredenheid over het
geen door de liberalen verzuimd was, vooral op
belastinggebied; ontevredenheid veroorzaakt door
de hoogst ongunstige oeconomische en sociale
toestanden, ontevredenheid, die door volkspartij,
radicalen en socialisten werd in de hand gewerkt.
De redenen, welke men voor de wet—Mackay
van liberale zijde heeft aangevoerd, komen ons
dan ook niet overtuigend voor. Het wil ons
eer toeschijnen of wij thans in de omgekeerde
wereld leven.
Men vermaant de liberalen conciliant en ver
draagzaam te zijn en daarom de kweek
plaatsen van onverdraagzaamheid in de hand te
werken en uit de openbare kas te steunen. Maar
juist omdat de liberalen kerkelijke onverdraag
zaamheid niet stelsel ihatig willen bevorderd zien,
stellen zjj zoo hoogen prijs op het behoud van
de openbare school.
Het is nu eenmaal niet anders, de moderne
staat kan met eene verouderde kerkelijke macht
niet op goeden voet staan. Al gaf men de school
geheel prijs aan de kerkelijke partijen, dan nog
zou de strijd voortduren, neen veel heftiger
worden. Er is maar één middel om dien strijd
te doen bedarende vastbesloten heuding van
den modernen staat om zijn standpunt te hand
haven.
Wij weten het, 't klinkt heel lief en zij die zich
op dit standpunt hebben geplaatst, hebben wèl de
fraaie rol voor zich genomen, door te zeggenlaat
ons toch toegeven, als de menschen nu eenmaal niet
gediend zijn van onze openbare school, help ze dan
aan sectescholen. Maar 't is toch eigenlijk heel slecht
om zoo te spreken, want men helpt daardoor het
volk drukken.
Zie hier hoe de zaken staanDe kerkelijke partij
leiders zeggende ouders moeten vrij zijn, zij moeten
niet genoopt worden hunne kindereu op de openbare
school te zenden. Maar waarom zeggen zij dat?
Omdat zij zulke vurige verdedigers der vrijheid zijn?
Komwij weten beter. Men zegt dit, omdat men de
ouders niet vertrouwt. Het heet, dat aan hen de
opvoeding moet overgelaten worden en wat doet
men in werkelijkheid? Men neemt de opvoeding
uit de handen der ouders en legt ze in de handen
van onderwijzers, die tegelijk catechiseermeester of
monnik zijn. De ouders worden dan vervolgens langs
al de wegen, welke de geestelijke overheid kan be
wandelen, gedwongen hunne kinderen naar de secte-
school te zenden. Dat is hnnne vrijheid. En nu zal
de wetgever komen en dit ronselstelsel met staats
geld gaan steunenIn naam der vrijheid dient dus,
zouden wij zeggen, de openbare school gehandhaafd,
niet het omgekeerde. Daarom is het toenemen van
sectescholen ook volstrekt geen bewijs, dat de open
bare school bij het volk niet gewild is, maar alleen
hiervoor, dat de zucht tot propaganda en beheer-
scbing van de gemoederen, voortdurend de vrijheid
der ouders bedreigen.
Daarom is ook het beginsel van verplichte school
geldheffing, in de wet—Mackay opgenomen, zoo
verderfelijk. De secteschool is daarin geheel vrij,
en bij de geestelijke invloeden kan men nu ook
de invloeden van de beurs voegen, die de vrijheid
der onders zullen belemmeren. Al ware het alleen
om dit beginsel, moet de wet—Mackay onvoor
waardelijk vallen. Wij behoeven over de nadeelen
voor het volksonderwijs, van die wet te «luchten,
niet verder uit te weiden, daar ze van de meest
bevoegde zijden reeds hethaaldeljjk in het licht
gesteld zijn. Dit is evenwel onze vaste overtuiging,
dat de wetMackay de wonderkuil zal wezeu, welke,
gesleept door de twee partijen, de openbare school
zal leegsleepen. Zou de wetgevende macht wel terug
deinzen voor de werking van den wonderkuil waar
het ansjovis betreft, en er luchtig overheen stappen
waar het de kinderen des volks betreft?
Wij voor ons hebben van de Eerste Kamer betere
gedachten. Ons dunkt zij zal te schande maken de
meening dat een soort komplot, een handel is op
touw gezet omvoor de prijs van verzaking van
beginselen, betere politieke toestanden te koopen.
Want, dit zou het gevolg zijn, als de wet— Mackay
werd aangenomende schoolstrijd op politiek gebied
zou gedaan zijn, en men kon zich dan eens geheel
wijden aan de groote landsbelangen. Dit is her
haaldelijk gezegd, maar het is een holle phrase
zonder eenigen degelijken grondslag.
De schoolstrijd, juist omdat hij niet oprecht is,
heeft nooit verhinderd, dat men groote landsbelan
gen behartigde. Wortelde bij in het volk, bet zou
iets anders wezen. Maar de schoolstrijd is ons opge
legd. Men zoual werd de wet-Mackay aangenomen,
den schoolstrijd zien voortzetten, niet alleen dooi
de clericalen, die nog lang niet bebben wat zij
verlangen: de overmacht in den Staat, maar ook
door de liberalen.
Of denkt men dat de-liberale partjj zich zal
neerleggen bij eene wet als deze, weike door haar
als eene aanranding van de Grondwet en van den
modernen staat wordt beschouwd? Waarlijk dan kent
men het liberale volk niet.
NIEUWSTIJDINGEN.
Transvaal.
Volgens ontvangen berichten is te Lijdenburg, in
Transvaal, op 19 October regen gevallen.
De opgewondenheid over den regen was groot, ge
tuige de volgende ontboezeming in een der bladen
HIEP, HIEP, HOERA
REGENREGEN
Lijdenburg, 20 October.
Prachtige regens zjjn alhier gevallen, en de hagel
was twéé voeten dik. Alles verlustigt zich in een over-
vloedigen regen.
Amerika.
Volgens de New York Herald kan men de voor de
tentoonstelling van '90 bestemde terreinen niet krijgen,
zoodat het plan niet doorgaat.
Engeland.
Loiuleu, 26 November. De Banca Nacional van
Brazilië heeft bericht ontvangen, dat de Vereenigde
Staten en Chili de BraziliaaDsche republiek erkend
hebben. De gevolmachtigde van de Braziliaansche schat
kist heeft aan de dagbladen kenni9 gegeven, dat hjj
gemachtigd is de bewering tegen te spreken, als zou
de voorloopige regeering eenig toezicht uitoefenen op
de naar het buitenland bestemde telegrammen.
Portugal.
Lissabon, 25 Nov. De gezant van Brazilië heeft
van de voorloopige regeering de uitnoodiging ont
vangen op zjjn post te bljjven en dpn ex-keizer en zjjne
familie officiëel tu ontvangen. Deze beeft daarop van
de Portugeesche regeering toezegging verkregen, dat
de Btoomboot «Alagoas" zonder quarantaine direct aan
de kade zal worden toegelaten. Het stoomschip wordt
hier 1 December verwacht en een étage van een hotel
werd voor dom Pedro afgehuurd, daar men niet weet
of hjj de uitnoodiging zal aanvaarden aan het hof te
vertoeven. De ex keizer zal zich naar Cannes begeven.
Verwacht wordt een manifest, waarbjj hjj afstand
doet ten gunste van de gravin d'Eu, aan deze eene
verklaring inhoudende, dat zij hare rechten overdraagt
aan prins Pedro, terwijl de monarchisten in Brazilië
nu reeds zjjn neef Pedro van Coburg als candidaat
steunen.
Van de doctoren, die Dom Luis van Portugal
bijstonden, kreeg er een 60,000 gd. voor 18, een 30,000
gd. voor 10, en een 42,000 gd. voor 18 consulten. In
het geheel kostte de ziekte des Koning aan consulten
alleen 150,000 gd.!
Frankrijk.
De Eiffeltoren zal van 1 December tot het voorjaar
gesloten blijven.
Duitschland.
De jonge smidsgezel Emil Becker werkte gedurende
twee jaren aan eene geweeifabriek te Berlijn. Door
zijne bekwaamheid maakte hjj spoedig vorderingen en
werd, na een korten tjjd als gezel werkzaam te zijn
geweest, benoemd tot meesterknecht. Te Berljjn leerde
bij eene jonge dame kennen, die steeds zeer elegant
gekleed ging, wier beurs altjjd vol goudgeld was en
die in Charlottenburg een prachtig huis bewoonde.
Emil had de jonge dame lief en de jonge dame hem,
doch de pracht, die steeds haar omgaf, maakte zulk
een geweldigen indruk op hem en hij vond bet meisje
zoo aardig, dat hjj besloot zija werkkring geheim te
houden. De beide geliefden leefden ale duifjes. Op ze
keren dag toen zij weer elkaar allerlei woordjes van
liefde toefluisterden, kwam een bediende het gesprek
storen met een brief, die eene aanzienlijke geldsom
inhield. Toen ontdekte de smid, dat zjjne aangebedene
de dochter was van een Russischen graaf. Dat werd
den eenvoudigen gezel wat te kras. Hij, de smid, en
zij, de gravin, zouden nooit een paartje kunnen wor
den. Zjjn verstand raadplegende, besloot hjj zijneliefde
te verbannen, bekende aan de schoone gravin wie en
wat bij was en deelde haar mede, dat het groote ver
schil van stand tusschen hem en haar voor altijd een
hinderpaal zou zijn voor eene echtelijke verbimltenis,
en dat het daarom beter was van elkaar te scheiden.
De gravin wilde hiervau niets weten. Zjj verhaalde
hoe haar vader haar de ouderlijke woning had ont
zegd, omdat zij weigerde te huwen met den man, die
voor haar tot echtgenoot was bestemd. Zij kon leven
op den voet waarop zij thuis had geleefd en waar zij
wilde, doch de deur van het ouderljjke huis bleef voor
altjjd voor haar gesloten. Haar minnaar verlaten deed
zij nooit. En inderdaad, iederen avond haalde zij in
't vervolg haar Emil van de fabriek.
Op zekeren avond deelde zij haar minnaar mede,
dat haar vader thans toegevender was geworden; hij
had haar zelfs verzocht weer thuis te komen. Zij
had zich bereid verklaard, doch slechts onder ééae
voorwaarde: haar minnaar zou haar mogen vergezellen.
Ook hierin stemde de vader toe, en een week of drie
geleden stoomden de jongelui naar Rusland. De jonge
smid werd als toekomstige schoonzoon aangenomen en
eerstdaags zal hjj met zjjn gravinnetje in het huweljjk
treden.
Behoort de groote werkstaking, die in het voor
jaar van dit jaar een deel van Duitschland, ja een
deel van Europa een paar merkwaardige weken deed
doorleven, tot het verleden, zooals na alle bewegingen
van dien aard bljjft er een zekere gevoeligheid tus
schen de beide partjjen bestaan, die, zoo althans geen
nieuwe breuk in dien tusschentjjd ontstaat, eerst na
jaren geheel verdwjjnt. De arbeidersbeweging in de
mijndistricten bljjft dan ook voortdurend levendig en
openbaart zich ten deele in een meer beslist optreden
der arbeiders tegenover de patroons, met wie zjj op
een anderen voet zijn gekomen; anderdeels weer
blijft de groote krachtsinspanning om tot vereeniging
van alle werklieden te komen, aan de werkstaking
herinneren.
In het district Essen bv. ontvingen de mjjndirecties
namens een groote vergadering van mjjowerkers uit
dat district een circulaire, door die arbeiders onder
teekend, waarin met levendige kleuren de grieven
werden geschetst, die men tegen de directies koesterde,
ter zake van de weigering om elders wegens deelneming
aan de groote werkstaking ontslagen arbeiders aan te
nemen. Dit stuk droeg het karakter van een ultimatum,
daar zoo vóór 1 December geen voldoend antwoord
was ontvangen, de directies voor de gevolgen verant
woordelijk werden gesteld. Deze stap droeg echter
geenszins de goedkeuring van alle arbeiders, mpt name
verschillende leiders der arbeidersbeweging hebben zich
er tegen verklaard.
De directies hebben een antwoord op dit schrijven
vastgesteld, waarin zjj beslist ontkennen iemand wegens
de werkstaking te hebben ontslagen, en integendeel
bereid zijn ordeljjke werklieden aan te nemen. Zjjn er
enkelen sinds de groote werkstaking ontslagen, dan
geschiedde dit wegens weerspannigheid. Het totale
aantal der ontslagenen bedraagt, volgens andere
berichten, slechts 15 of 20 op een aantal van 25000
mjju werkers.
Berljjn, 25 Nov. De Nordd. Allg. Zeitung zegt:
De toestand in Brazilië, voor zoover daarover uit de
telegraphische berichten te oordeelen valt, zal waar-
schjjolijk voor het oogenblik de mogendheden geen
aanleiding tot onrust geven. De voorloopige regeering
mist, naar het scbjjnt, evenmin de macht als den wil
om de orde te handhaven, zoodat er dan ook geen
reden is, Duitsche oorlogsschepen naar Rio Janeiro te
zenden.
Nederland.
's Gravenhage, 26 Nov. Eerste Kamer. Heden
is verschenen het regeeringsantwoord op het voor-
loopig verslag over het schoolwet ontwerp.
De regeering, ook overtuigd dat niet licht van eenige
regeering verzoenender voorstel kan verwacht worden,
zet in den breede uiteen hoe de grondwetgever van 1848
nooit bedoeld heeft dat elke toelage uit de openbare
kas een school tot eene openbare zou maken. On
grondwettig is dit voorstel dus, naar hare meening,
stellig niet.
Het ontwerp zal, zegt zjj verder, stellig het volks
onderwijs ten goede komen. Eene rjjksbjjdrage aan de
bjjzondere school zal de voorstanders der openbare die
school niet doen verlaten.
Het beginsel van neutraliteit bljjft gehandhaafd, ook
de zorg der regeering dat overal voldoend openbaar
onderwijs worde gegeven.
De fioancieele gevolgen van het ontwerp worden
door de regeering geraamd op f 670,000, behalve
830,000 ter uitvoering van art. 5, derde lid.
Of de schoolstrjjd eindigen zal? Dit hangt af van de
houding der voorstanders van het openbaar en het bij
zonder onderwjjs, maar ook van de provinciale en
gemeentebesturen. De regeering hoopt echter dat dit
wèl het geval zjjn zal en vertrouwt dat verschillende
politieke richtingen zullen willen samenwerken.
De Eerste Kamer is bjj een geroepen tegen Maandag
2 December, 's avonds te halt negen uur. Dinsdag 3
December zal het debat over het onderwjjs-ontwerp
aanvangen.
JLSottexrclam, 25 Nov. Op de fabriek der Neder-
landsche Stoomboot-Maatschappij te Fejjenoord blijft
een zekere gisting ouder de werklieden waar te nemen,
welke zich tot dusver alleen onder de scheepsbouwers
uit. Heden morgen vroeg tocb, zijn van hen eenigen
niet op de fabriek verschenen, en ook om 9 uur is een
aantal van de scheepsbouwers weggebleven, zoodat heden
een 140-tal van deze categorie niet gewerkt heeft. In
den loop van den morgen hield een honderdtal dezer
werklieden een vergadering, welke geleid werd door
A. Einons, president der afdeeling Rotterdam van «Ver
betering zij ons streven" en waarin o.m. het woord
gevoerd werd door Kalsbeek, president der afdeeling
Amsterdam derzelfde vereeniging, die biervoor ex
presselijk was overgekomen. Iu deze bijeenkomst ie
besloten d^ze week eischen te formuleeren, welke den
directeur der fabriek zullen worden medegedeeld, met
verzoek hierop zjjn antwoord vóór Zaterdag a. s. in te
zenden. Zaterdsgavond zal in «Caledonia" opnieuw een
vergadering belegd worden en zijn de eischen niet in
gewilligd, i9 er sprake tegen Maandag a.s. een algemeene
werkstaking op de fabriek te Fejjenoord uit te lokken.
Ook werd er medegedeeld, dat er in Engeland, België
en Nederland een inzameling ten voordeele der werk
stakers zal worden gehouden.
Wjj vernemen, dat eenige matrozen der Hollandsche
booten heden geweigerd hebben te monsteren.
Tiltmi-g-, 23 Nov. Door graanhandelaren en bak
kers alhier is een adres, van 103 handteekeningen voor
zien, aan de Tweede Kamer gezonden, houdende het
verzoek om verwerping van het wetsvoorstel Bahlmann
tot heffing van invoerrechten op granen en meel.
26 Nov. De liberale kiesver
eeniging «Eendracht maakt Macht" alhier zal Donderdag
a.s. eene vergadering houden, waarin het ontwerp-
Mackay in behandeling zal komen.
De vereeniging «Uit het volk Voor het volk"
alhier mag zich verheugen over de sympathie, welke
de vereeniging ondervindt voor het te geven St. Nico-
laasfeest; nu reeds zjjn er, zoo niet meer, in ieder
geval niet minder giften ingekomen dan voor het
St. Nicolaasfeest in 1883 werden ontvangen.
Aan dit feest zal door 1375 kinderen worden deel
genomen.
"Via.ii©. Door den hevigen storm van Zondag op
Maandag morgen is het schip van G. van den Berg,
genaamd «Jozina," tegen den dijk gestormd. Daar ge
noemd schip te Viane beetwortelen moest laden, kon
het niet in de haven, daar er door de vele schepen die
er in lagen geen plaats was. Het schip is Dinsdag m9t
a very van den dijk gebracht en ligt thans op veiliger
plaats.
ZierilCKee, 25 Nov. Door de arrondissements
rechtbank alhier werd dezer dagen uitspraak gedaan
in eene procedure, welke de gemoederen van velen,
vooral in het dorp Dreischor, had gaande gemaakt en
gaunde gehouden en ook in deze stad veel ruchtbaar
heid had verkregen.
In 1886 trad bjj wijlen den heer de W., toen ge
neesheer te Dreischor, als huishoudster in dienst,
M. R., wed. v. d. W., die op eene door den heer de
W. geplaatste advertentie was aangenomen en uit
Vlietaud daartoe was overgekomen. Nadat zij aldaar
eeuigen tjjd was werkzaam geweest, liep het gerucht,
dat zjj met geuoemden de W. in het huweljjk zou
treden; de huweljjks-aangifte bad plaats en werd in
de registers van den burgerlijken stand ingeschreven,
doch door verschillende omstandigheden ging het
huweljjk niet door. De heer de W., die ziekeIjjk was,
werd door h»ar opgepast, terwjjl zjj het opzicht had
over alles en zelfs zjjue zaken, effecten enz. behandelde.
In Mei 1888, toen een kleinzoon van den heer de W.
naar Dreischor was gekomen, is zjj vertrokken.
In Juli overleed de heer de W. Op verzoek van den
executeur testamentair, werd diens boedel door den
Kantonrechter verzegeld.
Na die verzegeling kwam men tot de ontdekking,
dat er meer effecten tot den boedel behoorden, dan
bjj de verzegeling waren bevonden en werd een onder
zoek in loco ingesteld, doch de vermiste effecten
werden niet gevonden. Toen viel er vermoeden op de
huishoudster, dat deze die effecten zou hebben ont
vreemd; er werd een onderzoek ingesteld, hetwelk ten
gevolge had, dat bjj een door den Rechter-Commis
saris en Officier van Justitie uit Alkmaar te Vlieland
in de woning van M. R. gehouden huiszoeking een
aantal effecten, ter waarde van pl. m./20,000, werden
gevonden in een meelton.
Naar aanleiding hiervan werd door den Rechter
commissaris, belast met de instructie bjj deze recht
bank, een bevel van voorloopige aanhouding uit
gevaardigd, en werd genoemde huishoudster den 21
November 1888 uit Vlieland gevankeljjk overgebracht
naar het huis van bewaring alhier.
De in beslag genomen effecten werden inmiddels
ter griffie dezer rechtbank overgebracht en gedeponeerd.
Het bevel van voorloopige aanhouding werd door
de rechtbank bekrachtigd en eene instructie tegen
M. R. werd geopend. Door den Rechter-Commissaris
werden tevens deskundigen benoemd om in beslag
genomen geschriften te onderzoeken, waaronder eene
door den overledene geschrevene akte, waarbjj hjj de
in beslag genomen effecten aan M. R. had ten ge
schenke gegeven.
Nadat de gevoerde instructie was afgeloopen en de
deskundigen hun rapport hadden ingediend, werd door
den Officier van Justitie gevorderd, dat de zaak zou
worden verwezen naar de openbare terechtzitting, op
grond, dat uit de gevoerde instructie was gebleken,
dat de beklaagde M. R. zich had schuldig gemaakt
aan diefstal van de vermiste effecten. Aan beklaagde
werd, op haar verzoek, een raadsman toegevoegd;
Mr. C. J. Fokker, advocaat en procureur, die daartoe
werd aangewezen, leverde eene memorie van sug
gestie in.
De rechtbank achtte daarop, hetgeen door den
Officier van Justitie waB gevorderd, niet bewezen, en
werd beklaagde op 12 Maart 1889, na eene preventieve
hechtenis van bjjna 4 maanden, buiten vervolging
gesteld en hare invrijheidsstelling bevolen, waarop zjj
onmiddellijk uit de gevangenis werd ontslagen.
Toen de erfgenamen dit vernamen, werd onmiddelljjk
bjj deurwaarders-exploot bjj den Griffier der Rechtbank
beslag gelegd op genoemde effecten.
M. R. bracht inmiddels haar domicilie uit Vlieland
naar hier over en vestigde zich in het «Hotel de
Weerd."
Daarop volgde een dagvaarding tegen genoemden
Griffier tot uitlevering van die effecten, terwjjl M. R.
tevens was gedagvaard zich te hooren veroordeelen
om de toewjjzing van dien eisch te gedoogen.
Voor de erfgenamen trad op Mr. A. J. F. Fokker,
voor den Griffier der rechtbank, als le gedaagde
Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije, die tevens ook
optrad, als daaraan toegevoegd door den Voorzitter,
voor de 2e gedaagde, voornoemde M. R.
Na het nemen van conclusion, werd daarop door
Mr. Fokker getuigenverhoor verzocht om de gestelde
daadzaken te bewjjzen. Door het Openbaar Ministerie
werd daarop geconcludeerd tot toewjjzing van den
eisch der erfgenamen, tot het houden van een ge
tuigenverhoor.
De rechtbank deed j.l. Dinsdag uitspraak, wees bet
verzoek tot getuigenverhoor af, weigerde de gevraagde
van waardeverklaring van het door de eischer6 gelegd
beslag en ontzegde aan de eischers hunne vordering
met hunne veroordeeling in de proceskosten.
Het hoofdbestuur der Maatschappij ter bevordering
van landbouw en veeteelt in Zeeland benoemde tot lid
der commissie ter bevordering en ter aanmoediging
van de verbetering der paardenfokkerjj in Zeeland
den heer H. J. Kegelaer, provinciale veearts te Hon-
tenisse.
De benoeming geschiedde ter voorziening in de
vacature, ontstaan door het bedanken van den heer
C. Mazure, provinciale veearts te Middelburg.
Het Weekblad voor Zeeuwsch Vlaanderen's Weste
lijk deel wjjdt de volgende regelen aan den te Amsterdam
plotseling overleden heer Willem Leonard Blindenbach,
gemeente ontvanger, ontvanger v in de hervormde
diaconie, regent van het burger-gasthuis te Aardenburg,
voorzitter van het muziekgezelschap Aardenburgsche
fanfaren, van het gemengd koor en van de volkszang
school. «Van der jeugd aan", zegt het blad, «leed hjj
aan kortademigheid en was thans voor de derde maal
naar Amsterdam, om in eene pneumatische inrichting
eenige verlichting te zoeken tegen de herhaalde aan
vallen, die hem soms dagen achtereen, soms langer
dwongen, om zich alle gezellig verkeer te ontzeggen.
Opmerkelijk is het, dat die ongesteldheid nooit eenigen
schadeljjken invloed uitgeoefend heeft op zjjn humeur.
Steeds opgeruimd, als hjj zich maar eenigszins vrjj
bewegen kon, voorkomend, hulpvaardig, welmeenend
vriend, man van groote kennis en steeds van goeden
raad, was hjj in de gemeente Aardenburg algemeen
geacht en bemind. Zjjn overlyden laat een ledig achter,
door allen die hem gekend hebben diep gevoeld, wel
waarschjjnljjk niet meer aan te vullen".
2£i©rilc:eee, 26 Nov. De tweede Winterverga
dering van ons Departement der Nederlandsche Maat
schappij van Nijverheid, op 25 November, was druk
bezocht. In plaats van Jhr. C. C. Th. Six, die voor eene
benoeming als Bestuurslid bedankt had, werd als zoo
danig gekozen de Heer A. H. W. van der Vegt, die
de benoeming aannam.
De beantwoording der ingekomen vragen over de
oprichting eener Floralia-vereeniging gaf aanleiding
tot uitgebreide besprekingen.
De wenschelijkheid van de oprichting eener dergeljjke
vereeniging uitsprekende, zal bet Departement zich
wenden tot de Vereeniging Volksbelang alhier, tot
wier werkkring deze zaak behoort.
In de pauze exposeerden de Gebroeders Anker (firma
Wed. Anker Zn.) lo. een echte Amerikaansche vul-
reguleerkachel, en 2o. Miller's Patent Automatisch
werkende Handspuit; de hr. J. Enzlin exposeerde een
modelklok, anno 1614.
Het verheugt ons dat het njj verheids-element op de
vergaderingen van ons Departement meer en meer op
den voorgrond treedt.
Het grootste gedeelte van de vergadering werd in
genomen door eene voordracht van Jhr. A. C. Röell
over Beschermende RechteD, naar aanleiding vau een
schrjjven van het Hoofd-Bsstuur der MaatBchappjj van
Nijverheid. Io eene hoogst belangrjjke redevoering be
sprak de hr. Röell de argumenten van Vrjj handelaars
en Protectionisten voor hunne stelsels. Uitvoerig ging
hij de gevolgen vao de heffing van graaurechten na.
De conclusie, waartoe de Spr. kwam, was, dat onze
Nijverheid allerminst belemmering, maar integendeel
de grootst mogeljjke vrijheid van invoer behoeft, zoo
veel doenljjk gepaard met afschaffing of vermindering
van belastingen op eerste levensbehoeften.
De Voorzitter bracht den Spr. den dank der ver
gadering voor zjjne heldere uiteenzetting van dit zoo
belangrjjk vraagstuk van den dag. De redevoering van
den hr. Röell gaf aanleiding tot eenige opmerkingen
van den hr. J. H. Hejjse, die eveuals die spreker,
tot de conclusie kwam geen Protectionisme, geen
Fair-trade, maar Free-trade.
Met de inededeeling, dat in de Decembervergadering
als Spreker zal optreden de hr. F. W. Westerouön van
Meeteren uit Amsterdam, sloot de Voorzitter de ver
gadering.
Uit het verslag der jongste raadszitting te.Bergen
op Zoom, door De Zoom meegedeeld:
«Hoofdst. IV. Dhr. v. Hasselt vindt den post van
200 voor eendenvoeder wel wat veel. Hjj heeft niets