ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Dinsdag 17 September 1889.
BURGER AVONDSCHOOL.
BEKENDMAKING.
DE MINISTERS.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per weekf 10,per jaar.
46ste JAARGANG. No. 5746.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Door het POSTKANTOOR te Zierikzee zjjn gedurende
do 2de heltt der maand Augustua 1889 de volgende
brieven verzonden aan personen, wier naam op het adres
vermeld, ter plaatse van bestemming onbekend waren
Mej. E. Blom, Kraüogen.
C. Mjjns, Purmerend.
Van Kerkwerve
N. Stormen, Rotterdam.
Van Noordwelle
A. Moerkens, Zant voort.
Amerika
J. Evertse,
DRANKWET.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS vnn Zierik-
zee maken bekenddat bij hen een verzoekschrift is
ingekomen' om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein, van WILLEM KNOOPST,
voor de benedenvoorkamer van het huis, staande in
het Witte-ÏJstraatjeWijk C, No. 99.
Zierikzee, den 14 September 1889.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretarie,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
De COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDEL
BAAR ONDERWIJS te Zierikzee maakt bekend, dat
het examen voor hen die wenschen toegelaten te
worden tot de lessen op de Burger-Avondschool,
zal plaats hebben op Maandag den 30 Septem
ber e.k., des avonds te asea ure, en dat zij, die
dit examen wenschen af te leggen, zich daartoe vooraf
in persoon moeten aanmelden bij den Birectear
der Hoogere Burgerschool alhier, op Zater
dag den 88 September e.lc., des avonds tusschen
O en 8 ure.
De Commissie voornoemd:
Namens dezelve,
SCHNEIDERS VAN GR.
Secretaris.
Zierikzee, 15 September 1889.
I.
Nu wij in verschillende artikelen den werkkring
en de bevoegdheden der vertegenwoordigende lichamen
hebben behandeld, rest ons een en ander te zeggen
over de uitvoerende macht.
Wilden wij dat in ééne reeks van artikelen doen,
dan zou die veel te groot worden, of wel onze be
schouwingen zouden in hooge mate oppervlakkig
moeten zijn, want, de belangrijkste beginselen,
de grondzuilen van onze staatsinrichting, komen
daarbij ter sprake: de onschendbaarheid des Konings
en de verantwoordelijkheid der ministers het recht
des Koningdom de ministers te benoemen naar wel
gevallen, en de eiscb van bet vertegenwoordigend
stelsel, dat er overeenstemming van beginselen besta
tusscben de meerderheid der volksvertegenwoordi
ging en het ministerie; de noodzakelijkheid van
overeenstemming tusschen de ministers onderling in
zake van staatkundige richting en voorname punten
van regeeringsbeleid en de zelfstandigheid, die den
ministers eigen moet zijn in het bestuur der hun
meer bijzonder toevertrouwde zaken; de macht des
Konings, om zooveel ministerieele departementen in
te stellen als hem goed dunkt, en de bevoegdheid van
de Staten-Generaal om aangevraagde gelden al of
niet toe te staan, enz.
Ons voorbehoudende om die en andere belangrijke
beginselen en vraagstukken van tijd tot tijd afzon
derlijk en meer in 't bijzonder te bespreken, bepalen
wij ons nu er toe, om een en ander mede te deelen
over de wijze van benoeming en den werkkring der
ministers.
De grondwet bepaalt, dat de uitvoerende macht
berust bij den Koning, maar schrijft in een ander
artikel voor, dat de hoofden der ministerieele depar
tementen zorgen voor de uitvoering der grondwet
en der wetten, voor zoover die van de kroon afhangt.
Men moet zich dit zoo voorstellen, dat de Koning
aan het hoofd staat van de uitvoerende macht, maar
dat hij daarin wordt bijgestaan, of dat hij die macht
vau zijnentwege doet uitoefenen door de ministers.
Als zoodanig zijn de ministers in de eerste plaats
raadslieden der kroon. Onder vroegere grondwetten
waren zij dat nog meer dan nu, in zoover zij destijds
alleen aan den Koning, en niet aan de volksvertegen
woordiging verantwoordelijk waren. Dit had het
groote nadeel, dat de Koning voor elke vegeerings-
handeling verantwoordelijk werd gesteld, en elke
daad der regeering, die ontevredenheid wekte, aan
den Koning geweten werd. Daarom bepaalt de tegen
woordige, op het voetspoor der vorige grondwet, dat
de Koning onschendbaar is, en de ministers verant
woordelijk zijn. De bedoeling daarvan is, dat als de
ï'egeering eene daad verricht of nalaat, waardoor zij
zich de afkeuring van het volk of van de vertegen
woordiging op den hals baalt, daarvoor niet de
Koning, maar een of meer der ministers of bet ge-
heelö ministerie ter verantwoordinggeroepen worden.
Om nu steeds te kunnen weten, wie der ministers de
aansprakelijke is, bepaalt de grondwet, dat alle
koninklijke besluiten en beschikkingen door een der
hoofden van de ministerieele departementen mede
onderteekend worden, gecontrasigneerd" heet dat
in de kanselarijtaal.
Door die medeonderteekening stellen de minister
of ministers zich verantwoordelijk. Die verantwoor
delijkheid is van drieledigen aard, zij kan zijn straf
rechtelijk, geldelijk en staatkundig. De strafrechtelijke
veraDtwoordelijkheid is geregeld bij de wet van 22
April 1855, Staatsblad no. 33; de geldelijke wacht
nog altijd op regeling; de staatkundige is voor
geen regeling vatbaar, maar de wijze waai op zij toe
gepast wordt, vindt haar grond in gewoonten en
gebruiken. Zij is die, welke het meest te pas komt,
want al willen wij niet beweren, dat er wel niet eens
door ministers handelingen werden verricht, die met
de grondwet of de wetten in strijd zijnof dat zjj wel
niet eens den Staat geldelijk nadeel berokkenden, aan
daden die tot strafrechtelijke vervolging aanleiding
kunnen geven, of het eischen van geldelijke schade
vergoeding zouden kunnen wettigen, maken Neder-
landsche staatslieden zich, althans zoover ons bekend
is, niet schuldig Daarentegen komt de staatkundige
verantwoordelijkheid te pas, telkens als een of meer
ministers het vertrouwen der vertegenwoordiging
niet meer bezitten. Dit blijkt dan, 't zij door een
votum van wantrouwen, 't zij door 't afstemmen van
een of meer begrootingshoofdstukken, door het af
stemmen eener wet of het afkeuren eener gewichtige
regeeringsbandeling. Ook zou een afzonderlijk adres
aan den Koning kunnen dienen om de meening der
Vertegenwoordiging over bet Ministerie te doen
kennen, maar van dat middel behoeft geen gebruik
gemaakt te worden, omdat de andere meer voor de
hand liggen. Doet zich een der aangegeven gevallen
voor, of ook, ontstaat er belangrijk verschil in den
boezem van het Ministerie, dan treedt het kabinet
geheel ol ten deele af. Dan bestaat er wat men noemt
een Ministerieele crisis, ot een kabinets-crisisde laatste
als het geheele kabinet er in betrokken is, de eerste
als een of meer leden aftreden.
Zulk een crisis kan op tweeërlei wijze opgelost
worden: of door ontbinding van een of beide takken
der Volksvertegenwoordiging: de Koning gaat daar
toe óver, als hij aan zijne Ministers zijn vertrouwen
blijft schenken en de Volksvertegenwoordigers naar
zjjne wijze van zien ongelijk hebben. Stemmen de
kiezers in deze met den Koning in, dat iszenden zij
andere vertegenwoordigers, dan kan het Ministerie
blijven worden dezelfde vertegenwoordigers, of al
thans mannen van gelijke richting gekozen, dan dient
er eene verandering van ministers te volgen.
Geschiedt dit niet, dan bestaat er een „constitutio
neel conflict", een botsing tusschen Koning en
Volk, waarvan wij hier te lande nog verschoond
bleven, tenzij men de ontbindingen onder het tweede
ministerie-Heemskerk als een zwakken aanval van
de kwaal mocht willen beschouwen. In Pruisen heeft
men er geducht onder geleden en in Denemarken
zucht men er nog onder.
Als de Koning geen partij kiest tegen de Volksver
tegenwoordiging, dan moet er verandering van minis
ters komen en zoo krijgen wij nu, na reeds gezegd te
hebben, hoe de ministers verdwijnen, gelegenheid om
mede te deelen hoe zij komen. Heeft een kabinet, zoo
noemt men de gezamenlijke ministers, een of meer
zijner leden moeten missen, dan tracht het hoofd er
van mannen te vinden, die bereid zijn om de ontstane
leemte aan te vullen en draagt die aan den Koning
voor. Als Z. M. zich met de voordracht vereenigt,
volgt de benoeming en anders moet een andere
voordracht gedaan worden. Zoo gebeurt het wel eens,
dat het hoofd van een kabinet geen plaatsvervangers
voor de hem ontvallene leden vinden kan, althans
geen, aan wie de Koning zjjn vertrouwen schenken
wil en dan ontstaat uit de ministerieele crisis een.
kabinetscrisis. Moet het geheele kabinet aftreden, dan
roept de Koning een staatsman, dien hij met zijn
vertrouwen vereert en van wien H. D. verwacht, dat
hij onder bestaande staatkundige verhoudingen ook
het vertrouwen der Kamers zal kunnen verwerven, i
Aan zulk een staatsman draagt hij de vorming van
een kabinet op, dat is deze moet alsdan de ambtge-
noolen zoeken, die met hem een kabinet willen
vormenbij draagt deze dan aan den Koning voor
en zoodra hij een stel mannen gevonden heeft, wien
de Koning zijn vertrouwen schenkt, dan wordt aan
het heengaande kabinet ontslag verleend en het
nieuwe benoemd. Aan bet voorschrift der mede-onder- -
teekening wordt in dit geval op de volgende wijze
voldaaneen der Ministers van het aftredend mi
nisterie contrasigneert het ontslag zijner ambtgenoo- I
ten en de benoeming van het hoofd van het nieuwe
kabinet, welk hoofd, dat is degeen die het kabinet
vormde", op zijn beurt de benoeming zijner ambt-
genobten mede onderteekent.
MEUWSTIJDIIVGEiM.
Oost-Indië.
Batavia, 12 Aug. Het laatste gevecht in Atjeh
heett hier giooten indruk gemaakt. En niet zonder
reden in vele jaren hebben wjj niet zulk een verlies
geleden, terwjjl het bereikte object weinig waarde
heeft, en alleen moest bereikt worden om het moreel
der troepen hoog te houden en den vijand te tooneo,
dat hij ons nooit op den duur de baas kan. Toch wa9
hjj dat in den beginne door zjjne groote overmacht
wel en het feit dat een gesneuveld officier en vier nog
in leven zjjude minderen in 's vjjands banden vielen,
geven getuigenis van de wjjze van terugtrekken der
kleine macht, die, naar het scbjjnt, eenigszins op eigen
verantwoording en zonder daartoe het bevel gekregen
te hebben, de vjjaudeljjke benting aanviel. Ben ik wel
ingelicht, dan was het oorspronkelijke plan ni--t, het
nemen van eene vyandeljjke versterking, maar het
weghalen van gpschut, dat op de landtong bewesten
de lagune Kota Pobama bestookt en dat des nachts
onbewaakt heette te zjjn. Maar toen men op de land
tong kwam, was er geen geschut meer; wel vond men
sterke bentings, waarop men minder gerekend had.
Blijkbaar was onze toeleg verraden, en waren wjj be
drogen door onze spionnen, of wel waren die zeiven
misleid door hunne landgenooten.
Maar wat hiervan ook zjjn moge, het is niet vooral
het geleden verlies dat te betreuren is; waar gehakt
wordt vallen spaanders, en dat wjj in het zeer ongun
stige terrein eenmaal een groot verlies hebben ge
leden, is een natuurlijke zaak. Het ergste is m. i. dat
den vjjand de mogelijkheid gebleken iB om ons, niet
tegenstaande onze bentings en onze geconcentreerde
stelling, zulk een verlies toe te brengen. Dat dit niet
zeer nadeelig op ODzen invloed zoude werken, is niet
aan te nemen, evenale ik niet gelooven kan aan den
ernst der vredesonderhandelingen, die door Tengkoe
di Toerou worden gevoerd.
Aan de brieven uit Atjeh in de Javabode is het
volgende ontleeod:
Ht>ttu-Ka<lja, 28 Jnli. In den nacht van 25
op 26 Juli werd onze benting te Kotta-Pohama aan
geschoten uit lilla's, welke, op ongeveer 700 M. van
onze benting verwjjderd, tegelijk het vermoeden be
vestigden omtrent, het bestaan eener vijandelijke
benting. Die schoten waren zoo goed gericht en
maakten op vele plaatsen in de palisadeering zoodanige
verwoestingen, dat men zich voorshands bepalen moest,
door een 25tal granaatkartetschoten den sloebers het
zwjjgen op te leggen.
Ia den laten avond van 25 Juli werd het bevel
uitgevaardigd, dat het lie bat. inf. en hetrechterhalf
I 12e bat. den volgenden morgen om half drie reeds op
marsch zouden gaan in de richting van Pakao Kroeng
Tjoet. Aan die colonne werden nog toegevoegd twee
sectiën artillerie, een detachement mineure onder den
len luitenant Hageman en de noodigeambulance. Het
geheel stond onder leiding van den commandant van
het 14e bat. inf., majoor Begeman.
Nadat eene kleine beotiog onbezet was gevonden,
en luitenant Dommere met zijn peloton daarin achter
bleef, werd de marsch voortgezet. Al spoedig zag men
de sloebers opdagen en door hun vuur de plaats
verraden waar zjj zich genesteld hadden, waarop
welgerichte salvo's hen spoedig tot wjjken dwongen.
Het 14e bat. bleef nu op onze recbtei fl ink in stelliDg
om toevoer van nieuwe sloebers naar de vijandelijke
benting tegen te gaan, waarop het overige gedeelte
haren marsch voortzette.
Ongeveer half drie kreeg men de vjjandeljjke
benting in het gezicht.
Nadat het gevecht door onze artillerie was ingeleid,
kregen het 3e bat. en de le comp. van het 12e bat.
den last de gevechtslinie uit te maken, terwjjl het
linkerhalf 12e bat. in reserve en als dekking der
ambulance achterbleef.
Al vurende trok men nu voorwaarts en had daarbjj
een hevig geweervuur te doorstaan.
In de nabjjheid der benting gekomen, ^verd een
laatst moorddadig vuur door de ODzen afgegeven, waarop
men onder een luid hoera tot den aanval overging.
De zware bamboedoeri noodzaakte evenwel tot halt
houden en gedekt door ons vuur, werd door de dwang
arbeiders de doeri opgeruimd. Op nieuw blonk bet
sein tot den aanval, en spoedig was de beuting in
onze handen. Onder de eersten die binnen de beuting
waren, kan ik n noemen kapitein Stoutjesdjjk van
het 12e bat., een amboneesch fuselier van het 3e bat.
en sergeant-majoor Wolvekamp.
Jammer echter dat wjj dien aanval ook nu weder
met groote offers hebben moeten betalen en ook het
verlies te betreuren hebben van kapitein Von Geusau,
chef van den stuf in Atjeh.
Ook sergeant-majoor Wolvekamp mocht den geheelen
afloop van het gevecht niet meer beleven, maar sneu
velde in de benting.
In de benting vonden wjj 29 dooden van de Atjehers
en eene menigte geweren, die allen door ons onbruik
baar werden gemaakt.
Amerika.
Mrs. Langtry, de bekende actrice, maakte op haar
kunstreis door Amerika gebruik van haar eigen salon-
spoorwagen, die breeder en ruimer is dan de gewone
Pulman-salonwagen en haar in vele gevallen ook als
hotel dieode, in geval zjj geen geschikte herberging
kon vinden. Het bevatte een eetzaaltje voor 12 per
sonen, een keuken, een bediendenkamer, een badkamer
met een geheel zilveren had en haar slaapvertrek, dat
vorsteljjk ingericht was.
De salonwugen was geheel van eikenhout en kostte
haar 75,000.
Eene Ameribaansche dame, Mevr. Cockran, van
Shelbyville (Indiana) heeft een nieuw werktuig uit
gevonden. nl. een stoom keukenmeid, d. i. eene stoom
machine voor het waeschen van vaatwerkbon'en,
schotels, schalen, enz. Door deze machine, in verschillende
grootten verkrjjgbaar voor particuliere huizen en hutels,
kunnen in twee minuten van vjjf tot twintig dozjjn
borden of schotels g'-wasschen worden. Mevr. Cockran
heeft hare uitvinding voor eene aaDzienljjke som ver
kocht aan een fabriek en zjj krjjgt nog een aandeel in
de opbrengst van alle verkochte exemplaren.
Edison heeft aan den president van den gemeen
teraad te Parjjs een wissel gezonden ten bedrage van
tien duizend francs voor de armen van Parjjs.
Deze gift, aldus schreef hjj, was in zjjo oogen niets
meer dan een bewjjs van erkentelijkheid aan allen,
die hadden bijgedragen om zjjn verbljjf te Parjjs te
maken tot dat gedeelte van zjjn leven, dat bjj zich het
liefst zou herinneren.
Eng-eland.
Londen, 14 Sept. In eene heden namiddag ge
houden vergadering van eigenaars van licbterschepen
is de vermelde resolutie van de werklieden door de
lichters goedgekeurd. De arbeid zou dus Maaudag
ochtend hervat worden
Do kleermakerswerkstabiDg is geëindigd met de
toestemming der bazen om de werkuren per dag tot
lO'/a te beperken.
Deze werkstaking, die de belangen van 10,000 man
gold, heeft Blechts 50 pd. st. 600) aan onkosten
gekost.
Italië.
De Paus heeft eene som van 10,000 francs gezonden
voor de noodlijdenden door de ramp van Antwerpen.
Frankrijk.
Parjjs, 14 Sept. De „Soir" meldt, dat Boulanger
heden Londen heeft verlaten, om zich naar Jersey te
begeven.
België.
De ramp te Antwerpen.
Uit het getuigenverhoor schjjnt geconstateerd te
worden, dat de ontploffing van de kleinere hoeveel
heden kruit op de werkbanken aanwezig in de werk
plaats het eerste plaats vond en dat later de zware
slag volgde. Een sleeper, die gered is, hoewel gewond,
verklaart zich duidelijk den slag te herinneren, bjj
beschrjjft dien alsRakke RakkeRakke
Bom. lu den tjjd der kleine voorafgaande ontbrandingen
had hjj gelegenheid van den wagen te Bpringen en te
trachten zich achter zjjn paard te bergen. De kogel
regen bracht hem ernstige verwondingen toe.
Eene ander getuige verklaarde, dat op den dag zelf,
dus eenige uren voor het ODgeval, 1400 kilo getrnns-
porteerd was naar een schuil daar aan den wal. Het
staat dus vast, dat meer dan de veroorloofde 300 kilo
kruit zich in het depot bevonden. Een schuit met
25000 kilo lag tjjdens het ongeval in de nabjjheid
vastgemeerd, ja, werd eerst 24 uur later verwjjderd,
naar niemand vermoeden had op den gevaarlijken in
houd, doordien de gebruikelijke zwarte vlag maar
niet geheschen was.
Het aantal personen, dat door de opgeraapte pa
tronen gekwetst wordt, wordt steeds talrijker.
Men verzekert, dat in het bngin van de aanstaande
zitting in de Kamer een wetsontwerp zal aangeboden
worden, strekkende om schadevergoedingen te verleenen
aan de slachtoffers der ramp. De schade, teAutwerpen
veroorzaakt door de ontploffing, is onberekenbaar.
Meer dan 5000 huizen zjjo beschadigd.
Aan de Antwerpenaar ontleenen wjj het volgende:
Wjj gaan de Kalseidebaan op en worden door een
officier der genie aandachtig gemaakt op vjjf menschen-
1 jjken, die heel verkoold zjjn en waarvim slechts een
hoopje tot kalk verbrande GeendereD overblijven, waarin
men nog enkele ledematen of een kinnebak herkent.
Een stap verder baalt een mineur een stuk lillend
vleesch uit de aarde. Het is denkelijk een stuk van
onder de oksels, want het is er nog op.
De zak 1 roept men, en het stuk wordt bjj de overige
gevonden lichaamsdeelen in eenen zak gegooid, alsof
het lompen waren! De zak.' De zak! weerklinkt het
op elk oogenblik. Het is jjselyk, recht jjseljjk
Een weioig vei der zjjn een' andere groep soldaten
aan bet zoeken naar een Ijjk. k'en stuk van een rood
baaien ljjfrok, een bjjna onbeschadigde kloef, een grjjze
kous, een eetzak met boterhammen en een neusdoek
worden opgehaald en duiden nagenoeg de plaats aan
i waar de ongelukkige onder de aarde en stokken hout
moet bedolven zjjn!
I Wjj spoeden ons verder en werpen een algemeenen
I oogslag over het tooneel der verwoesting.
Van heel het gebouw der fabriek bljjft niets over
j enkel hoogten en diepten waarover stukken hout
i verspreid liggen, de grond als doorploegd met kanon
kogels, duiden de plaats aan waar ae fabriek eenB
stond. Een6 heele diepe put wjjat de plaatB aan waar
de ontploffing moet hebben plaats gehad.
Wjj stellen ter plaatse vast, dat bet werk in de on
voorzichtigste voorwaarden verricht werd. De machine
stond op eenige stappen afstand Tan den smeltoven
waarin de uitgedane kogels tot staven lood hervormd
werdenhet buskruit werd uit de hulzen gehaald op
zes zeven meters afstand van dien oven, die heele
dagen gloeiend stond.
Eu in het veld liggen duizende en duidende kardoezen,
welke nog ongeschonden zjjn; straatjongens rapen die
op en indien zij er wat onvoorzichtig mede handelen,
kunnen er nu en dan nog eenige kleine ongevallen
veroorzaakt worden.
Een politie-agent, die eene der kardoezen welke uit
de fabriek was weggeslagen had opgeraapt, droeg die
in de hand mede. Natuurljjk dacht de man niet dat
daarin eenig gevaar lag, toen eensklaps de kardoes in
zjjne hand ontplofte en hem heel het inwendige daar
van openploegde.
Te Antwerpen wordt het uitpompen der droog
dokken voortgezet. Het dok, waaria de boot „Prince
Albert" gelegen heeft, is geheel ledigmen vond
echter geen Ijjkfu, slechts overbljjfseleD. De etnkken
werden onder toeziebt der politie in Ijjkkisten gelegd,
waarvan er een tiental gereed staan. Na desinfectie met
chloorkalk en pbenylzuur worden de kisten naar het
kerkhof gebracht.
Officiëel wordt nu opgegeven dat hot aantal dooden
bedraagt 72, vermisten 25, zwaar gewonden nu nog
in de hospitalen 74.
Bjj de Rechtbank zjjn verschillende actiën van
schadevergoeding ingekomen, gericht tegen den staat,
de provincie, de stad en den eigenaar Gorvilain.
Nederland.
Yereenigde Yert;u<lering der boide
Kamers
op Zaterdag 15 Sept 1889te 3 uren
tot sluiting der tegenwoordige zitting van
de Staten-Generaal.
De heer jtar. mr. F. J. J. van Eysinga, waarnemend
Voorzitter der Eerste Kamer, bekleedt den Voorzitters-
stoel.
De Voorzitter laat door den griffier der Eerste
Kamer voorlezen een Kor.inkljjk besluit van den
10 Sept. 1889, wuarbjj de Minister van Biunenlandsche
Zaken wor.lt gemachtigd, om zich hedeö, des namid
dags te 3 uren, te begeven naar de vergadering der
Siaten-Generaal, ten einde in eene Yereenigde Ver
gadering der beide Kamers de zitting in naam des
Konings te sluiten.
De Voorzitter benoemt eene commissie van acht leden
der Eerste en Tweede Kamer om den heer Minister
van Binnenlandsche Zaken in- en uitgeleide te doen.
Kort daarna wordt de Minister van Binnenlandsche
Zaken, die zich op de gewone stateljjke wjjze naar de
vergadering der Staten-Generaal heett begeven, de zaal
binnengeleid.
De heer Mackay, Minister van Binnenlandsche Zaken,
plaatst zich vóór den Troon en betuigt Zr. Ms. dank
voor behartiging van 's lands belangen.
H*t gevaar, dat het leven des Konings bedreigde,
zeide bjj vervolgens werd door Gods goeder-
tierende beschikking gelukkig afgewend.
De maatregelen tot wiêr vaststelling van de mede
werking der Vertegenwoordiging, die w--rd ingeroepen,
om den goeden gang van het bestuur te verzekeren,
bleken hierdoor oonoodig.
De Vertegenwoordiging sprak na het gelukkig herstel
deB Konings, hierover luide, als tolk van het geheele
volk, hare bljjdschap uit.
De beslissing over gewichtige onderwerpen werden
voorbereid, eenige belangrijke wetten kwamen tot
stand, als de overeenkomst met Frankrjjk over de
grensscheiding in Suriname, de arbeidswet, een grooten
stap op het gebied der sociale wetgeviüg, de boterwet,
die zal komen bjj.iragen tot den bloei der zuivel-
njjverheid, nadere bepalingen op den accjjns van bier
en azjjn, de overeenkomsten met de Huil. spoorwegen
en de stoom vaartscbappjj Zeeland.
Het debat schoolwet wjjzigiDg liep niet ten einde,
doch zal de volgende zitting worden voortgezet.
Den Minister van Binnenlandsche Zaken wordt na
het uitspreken dezer rede, door de commissie uitge
leide gedian.
Nadat de commissie in de vergaderzaal i6 teruggekeerd,
sluit de Voorzitter de Vereenigde Vergadering.
In een scbrjjven aan de Tweede Kamer heeft de
heer van Kerkwjjk, afgevaardigde voor Zierikzee, kennis
gegeven dat hjj als vertegenwoordiger der regeering
en als lid van bet bestuur, het Internationaal spoor
wegcongres te Parjjs behoort bjj te wonen, waardoor
hjj in de eerstvolgende zittingen der Kamer niet kan
tegeawoordig zjjo.
SommelHdjjk, 12 Sept. Reeds vroeg in den
morgen v,.n den 9 len dezer wapperde van bjjoa alle
huizen der ingezetenen de vaderlandscbe driekleur.
De woning van den burgemeester dezer gemeente was
met guirlandes van bloemen en groen versierd. Des
avonds was er illuminatie en vuurwerk, terwjjl het
muziekgezelschap »Amicitift" van Dirksland zich liet
hooren. Alles ter gelegenheid van de herbenoeming
van den burgemeester dezer gemeente, den heer A. J.
de Graaff, die zich de toegenegenheid der ingezetenen,
in hooge mate heeft weten te verwerven.
"Vlissiixg-eii, 14 Sept. De vier bjj de konink
lijke maatscbappjj »De Schelde" voor de koninkljjke
pakketvaartmaatechappjj in aanbouw zijnde stoomsche
pen hebbeu de namen ontvangen van „B.ith", „Reael",
„Coen" en „Maetsuycker".
Als kapitein op bet stoomschip „Merapi" van de
„Rotterd.imache Lloyd", hetwelk de vorige week in tegen
woordigheid van do Ministers van Oorlog eo Koloniën
te Vlissingen van de werf der Kon. Maatschappij „De
Schelde" werd te water gelaten, zal worden geplaatst
de heer G. Boon, vroeger als zoodanig geplaatst op de
„Bromo."
15 Sept. Het vertrek van de te
Domburg vertoevende vorsteljjke personen, hetwelk
eerst officiëel bepaald was op 17 September, is echter
verlengd met één dag en dus bepaald op Woensdag
18 September a.s.
Heden ochtend te half vier ure vertrok een der
booten van de Middel burgsche Maatscbappjj van Stoom
vaart, en te vier ure de salonboot „Luctor et Emergo"
naar Antwerpen, beide booten met reizigers uit Middel
burg en Vlissingen; het vertrek uit Antwerpen van
eerstgenoemde boot was bepaald op 4 ure, van de
laatBte evenwel op 5 ure; uit Vlissingen vertrokken
nog drie aleepbooten met reizigers naar Antwerpen.
- Het getal nieuwsgierigen, hetwelk zich een denkbeeld
wil vormen van de ramp die die stad getroffen heeft,
j is dus bjjzonder, zoo groot zelfs dat er a.s. Zondag
wtêr een boot van de Middelburgsche Maatschappy
van Stoomvaart zal vertrekken, omdat zeer velen
moesten teleurgesteld worden, daar het getal beschik
bare kaarten was uitverkocht. Het vertrek uit Middel
burg is alsdan bepaald op 7 uur 's morgens, uit
Vlissingen 8 uur 's morgens, om des avonds om 5 uur
weder uit Antwerpen terng te keeren.
Zondag 22 September a.s. zal er weder een goed
koops trein uit VlisBingen, Middelburg, 's Heer-Arends-
kerke, Goes, KruiniDgen, Bergen op Zoom, Rozendaal
naar Rotterdam vertrekken, bestaande uit rytuigen der
drie klassen. Op Zondag 11 Augustus is een dergeljjke
trein naar Rotterdam vertrokken: toen moesten zeer
veel personen teleurgesteld worden, daar er geen plaats
meer was; de exploitatie-maatscbappjj heeft daarom
besloten, de teleurgestelden in de gelegenheid te stellen,
alsnu een bezoek aan de tweede koopetad des lands te
brengen.
In eene dezer dagen verspreide circulaire geeft
de heer Boudewjjnse te Middelburg kennis dat het re
sultaat vaD zjjne pogingen om enkele blokken huizen
daar ter stede electrisch te verlichten, zóó bevredigend
was, dat in 4 blokken electrisch licht met voordeel
kon worden geëxploiteerd.
Aanvankelijk was zyn plan, nog dit jaar een begin
met deD aanleg te maken, doch, wegens verschillende
redenen hierin verhinderd, zal hy zjjn voornemen eerst
in 1890 ten uitvoer kunnen brengen.
Ierseke, 15 Sept. Als eene byzonderheid kan
gemeld worden, dat door den jager B. Verhejj Pols
alhier 12 patrjjzen in 8 schoteD zjjn gedood, numelyk
eerst zes in 2 schoten en de overige één per schot.
üruïiiie:-*©, 16 Sept. Het hulpkantoor der pos
teryen al bier zal voortaan op zon- en feestdagen open
zjjn van 8—9, lO'/a—11 en 1—2 ure.
Op daartoe door den heer P. Ockerse Cz., directeur
der oestermaatschappy Hals en Grevelingen" en andere
te Bminisse wonende personen, genomen initiatief cir
culeert in die gemeente eene inteekenlyst voor liefde
giften ten behoeve van de ongelukkigen te Antwerpen.
Men verwacht daar, en niet ten onrechte, van de vele
schippers die steeds met Antwerpenaars en andere
Belgische ingezetenen, handel drjjven, milde bijdragen.
Zierikzee, 16 Sept. Commissionnair in effecten^
Verduistering. Het ligt een ieüer, en vooral zjj die
het aangaan, nog versch in 't geheugen, dat eenige
maanden geleden, in Mei, algemeens opschudding
werd gewekt door het gerucht, dat de zaken van een
commissionnair in effecten, op een onzer eilanden
woonachtig, niet in die orde waren, zooals het be
hoorde te zjjo. Die geruchten namen nog meer toe,
toen men vernam, dat die commissionnair zich op
weg had begeven naar Engeland. Zjj, die er bjj be
trokken waren, zaten niet stil en riepen de hulp in
van de justitie. Een onderzoek werd ingesteld en de
beklaagde, die uit Engeland inmiddels was terug
gekeerd en te Vlissingen was aangehouden, werd op
last van den rechter-commissaria te Zierikzee voorloopig
aangehouden en naar het huis van bewaring aldaar
overgebracht.
De rechtbank verleende daarop tegen C. V., oud
45 jaren, commissionnair in effecten, wonende te
Tholen, bevel van gevangenhouding 6n last tot
instructie.
Een zijner scbuldeischera verzocht daarop, hem in
staat vau faillissement te doen verklaren, welk verzoek
werd ingewilligd, met benoeming van de heeren mr.
C. J. Fokker, advocaat en procureur te Zierikzee eu
jbr. E. A. O. de Cusembroot, advocaat te Tholen, tot
curators.
In dat faillissement waren omtrent 140 personen
betrokken, waaronder ook enkele credietvereenigingen.
Bjj het opmaken van den balans des boedels kwam
me>. tot h<-t resultaat dat het actief bedroeg pl. m.
91,000 en het passief daarentegen pl. m. f 199,000,
terwjjl tevens werd bevonden, dat de boekhouding
door beklaagde gevoerd zeer slordig was en het
vooral daaraan moest worden geweten, dat de zaken
van beklaagde waren achteruit gegaan.
De beklaagde, gehuwd, vader van een huisgezin,
wiens jongste kind nog maar weinige weken telt, vroeger
onderwjjzer te Tholen, later commissionnair in effecten,
agent eener brandwaarborgmaatscbappjj en andere
maatschappijen, commissaris van de spaarbank, lid
van den gemeenteraad, werd de vertrouwde fioancieele
raademaD en bankier vuu zijne gemeente. Hy was
gezien en geëerd en om zjjne hulpvaardigheid bemind.
Van daar dan ook dat velen, niet alleen uit de ge
meente Tholen en uit de omstreken, maar ook van
elders, bem uuone gelden toevertrouwden om dio te
beleggen, hetzjj op hypotheek of grootboek, of daarvoor
effecten aan te koopen, en weder anderen die hunne
effecten aan hem in bewaring gaven. Beklaagde leende
gelden aan verschillende personen, anderen leenden
weder aan hem.
Na de sluiting der instructie werd beklaagde verwezen
naar de openbare terechtzitting, tengevolge waarvan
hjj heden terecht stond, beklaagd van het plegen van
een tiental feiten van verduistering.
Door het O. M. waren gedagvaard 18 getuigen,
waaronder bovengenoemde curators, beuevens ééu
deskundige, makelaar in effecten, de heer D. W.
van der Scarp.
Aan beklaagde was ambtshalve als verdediger toe
gevoegd, mr. A. J. F. Fokker.
Nadat de voorzitter, mr. Schneiders v. Greyffenswerth,
beklaagde had ondervraagd, werd door den griffier
voorlezing gedaan van het bevel tot verwyzing. Daaruit
vernamen wjj dat voldoende aanwjjzing van schuld
bestond tegen beklaagde, als zoude hjj tusscben Sep
tember 1886 en Mei 1889, op het eiland Tholen of
elders binnen het Rjjk, ten nadeele van verschillende
eigenaren, opzettelijk wederrechtelijk zich hebben toe
geëigend en mitsdien hebbeu verduisterd de na te
melden geiden en geldswaarden, welke hy, uithoofde
van zjjo beroep als commissi mnair in effecten en
tegen geldelijke vergoeding onder zich had, als: van
C. J. B. te Tholen eene som van ƒ5850; van dezelfde
f 690M. G. v. N. te Poortvliet tot een bedrag van
3300; van J. K. te Tholen tot een bedrag van
1300; van C. J. J. G. te Zuidzaude tot een bedrag
van 4000; M. T. te Tholen tot een bedrag van
1000; W. C. A. te Tholen tot een bedrag van
200; J. L. te St. Maartensdyk omstreeks ƒ960;
D. M. wed. G. te St. Maartensdijk tot een bedrag van
3600; J D. E. te Poortvliet, iuschryving grootboek,
groot 1000; Weezenarmen te Oud-Vosmeer, in
schrijving grootboek, groot 2400.
Nadat het O. M., bjj monde van den substituut-
officier van justitie, oir. Horch, de zaak had voor
gedragen, werd door den voorzitter tot het verhoor
van den beklaagde en de getuigen overgegaan.
Een paar getuigen waren wegens ziekte niet ver
schenen, waaronder ééne, eene weduwe, die aan
beklaagde voor eene waarde van pl. m. 12,000 aan
effecteD had in bewaring gegeven.
De gehoorde getuigen verklaren dat zy den beklaagde
hun volle vertrouwen hadden geschonken, te meer,
daar deze de coupons op tjjd betaalde, evenals de renten
van de geleende gelden. Zjj konden daarom niet ver
moeden, dat beklaagde hunne effecten had verkocht.
Dit bleek hun eerst later, toen zjj hoorden dat be-
klaagde's zaken achteruit gingen.
Beklaagde erkent de effecten in bewaring te hebben