ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 3 Augustus 1889.
ÏERMIS TE ZIERIKZEE.
DE ZWAWEZAWG.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
Rekening der gemeente over 1888.
Eereteeken
De Staten-Generaal.
Feuilleton.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
45ste JAARGANG. No. 5727.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
DRANKWET.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie-
rikzee maken bekend, dat bij ben een verzoekschrift
is ingekomen om vergunning tot verkoop van sterken
drank in het klein, van
Jeaniictton Jolmimn üeunis
vrouw van Johannes Thomas Hofman, voor het be
neden- en het bovenlocaal van het buis, staande aan
de Balie, Wijk B, No. 482.
Zierikzee, den 31 Julij 1889.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. G. BETHE, 1.» S.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zin-
bikzee maken bij deze bekend
dat de REKENING der gemeente over het jaar 1888,
ingevolge art. 219 der gemeente-wet, van heden af,
gedurende veertien dagen, voor een ieder ter inzage
op de Secretarie is nedergelegd, en tegen betaling der
kosten verkrijgbaar gesteld.
Zierikzee, den 31 Julij 1889.
De Burgemeester en Wethouders,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. G. BETHE, 1.° S.
De COMMISSIE van TOEZICHT op het MIDDEL
BAAR ONDERWIJS te Zierikzee maakt bekend, dat
de HER-EXAMENS en het TWEEDE ADMISSIE-EXAMEN
voor hen die wenschen toegelaten te worden tot de
lessen op de Hoogere Burgerschool, zullen plaats
hebben op Maandag den 2 September a.s., des morgens te
negen ure, en dat alleen zij die zich aan het tweede
admi$8le-examen wenschen te onderwerpen, zich daar
toe vooraf moeten aanmelden bij den voorzitter
der Commissie op Zaterdag den 24 Augustus e.k., des
namiddags tusscben 12 en I uur.
Zierikzee, 1 Augustus 1889.
De Commissie voornoemd»
namens dezelve,
SCHNEIDERS v. GR.,
Secretaris.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee maken bekend
dat de gewone Ja.airma.rlct of Kermis
alhier zal aanvangen Maandag; den Sep
tember o.k. en elf dagen duren zal
en dat het aanvragen van plaatsen voor Schouw
burgen, Tenten en Kramen moet geschieden, met
vrachtvrije brieven, vóór den S6 Augustus
e.k in te zenden bp den Marktmeester, den Heer
H. VAN DUKE Jz.
Zierikzee, den 2 Augustus 1889.
De Burgemeester en Wethouders,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. G. BETHE, 1°. S.
voor eervollen langdurigen ou wor-
kelyken dienst b\j «le Schutterij.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee,
gelet op de circulaire van den heer Commissaris
des Konings in deze provincie van den 19 JaDuarij
1852 (Prov. blad No. 11), in verband met Z. M. besluit
van den 5 December 1851 (Staatsblad No. 149), houdende
instelling van een Eereteeken, voor eervollen langdurigen
en werktlijken dienst hij de Schutterijen;
roepen bij deze op de leden der Schutterij dezer
gemeente, die in de termen van voornoemd besluit
verkeeren, en bet Eereteeken verlangen, om zich
vóór den 19 Augustus e.k. met over
legging van dienststaten ter Gemeente-Secretarie aan
te melden.
Zierikzee, den 2 Augustus 1889.
De Burgemeester en Wethouders,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. G. BETHE, 1°. S.
Aan OUDERS en VOOGDEN wordt her
innerd, dat de nieuwe cursus in school C
begint op Donderdag 8 Augustus. Voor plaatsing van
nieuwe leerlingen melde men zich vóór of op dien dag
aan bij het Hoofd dier school, den Heer
BASTMEIJER.
De roeping der volksvertegenwoordiging is veel
zijdig. In sommige tijden, als de strijd der
staatkundige partijen hevig iszou men meenen,
dat zij niets anders te doen heeft dan de richting
aan te geven, die in liet Staatsbestuur gevolgd moe
ten worden. Inderdaad behoort de richting, die de
meerderheid des volks de beste acht, zich in de
volksvertegenwoordiging te openbaren en door haar
aan de regeering mede te deeleh, en is het juist een
der groote voordeelen van het vertegenwoordigend
stelsel, dat de regeering in den regel gevoerd wordt
in de door de meerderheid voorgestane richting.
Toch doet men verkeerd als men uitsluitend op
de staatkundige richting wil letten. De volksver
tegenwoordiging toch heeft ook toezicht uit te
oefenen op de handelingen der regeering. Zoo de
regeering een maatregel neemt, die de goedkeuring
der volksvertegenwoordiging niet wegdraagt, dan
kan deze bij een „motie" daarover hare ontevreden
heid uitspreken; is zij met hetgeheeleregeerings-
beleid niet ingenomen, dan kan zij dit door een
„votum van wantrouwen" te kennen geven, en zoo
dit niet baat, of niet doelmatig gevonden wordt,
kunnen de begrootingen afgestemd worden. Zoo de
af keuring een ernstige aangelegenheid betreft, leidt
die veelal tot aftreding van een of meer ministers of
van het geheele ministerie, tenzij de Koning meenen
mocht, dat liet ministerie het recht aan zijne zijde
heeft, in welk geval hij een der beide Kamers of
beide ontbindt.
Tot het beoordeelen van regeeringshnndelingen is
het echter niet voldoende een overtuigd aanhanger
van deze of gene staatkundige beginselen te zijn.
Onafhankelijkheid van karakter en zelfstandigheid
van oordeel zijn de eischenj welke den vertegen
woordiger des volks gesteld mogen worden.
Deze eigenschappen zijn in niet mindere mate
noodig bij de hoogstgewichtige taak, die mede op
de volksvertegenwoordiging rust om met den Koning
de wetgevende macht uit te oefenen, dat is de wetten
te maken, waaronder wij leven en die veelal diep
ingrijpen in de belangen der burgers, die hunne
rechten en vrijheden moeten waarborgen en hand
haven, maar tevens hunne plichten regelen moeten
Hoeveel kennis is daarvoor niet noodigHoeveel
inzicht in de werking der staatsinstellingen, in de
staathuishoudkundige en maatschappelijke verhou
dingen, in het leven des volks, in zijne behoeften
en zijne nooden in de belangen van lnndbouw,
handel en nijverheid, in de middelen, die het alge-
meene welzijn kunnen bevorderen Inderdaad, men
kan een voortreffelijk partijganger en een zeer slecht
wetgever zijn!
En daarbij blijft bet niet. De volksvertegen
woordiging heeft ook de koorden der beurs in
handen: de begrootingen worden door de Staten-
Generaal vastgestelden geene uitgaven mogen
worden gedaan dan die door de Kamers zijn goed
gekeurd, terwijl daarvan, nadat de rekenkamer de
rekeningen heeft nagezien, aan de Staten-Generaal
verantwoording moet worden gedaan. Geen belasting
mag voorts worden geheven dau krachtens de wet.
Bij al de reeds aangegeven eigenschappen, moet
de volksvertegenwoordiger dus ook een man zijn,
die een wijze zuinigheid weet te betrachten, dat is
te zeggen, die alle nuttelooze of noodelooze uit
gaven weet te vermijden, maar diep in de beurs
durft tasten als het de belangen des volks geldt;
die eerlijk en rechtvaardig is, om de lasten naar
recht en billijkheid te verdeelen, zonder den een
te bevoorrechten en den ander te zwaar te drukken.
Wordt bij de keuze der vertegenwoordigers wel
altijd op dit alles voldoende gelet?
In overeenstemming met een belangrijk beginsel,
dat zich in den nieuwen tijd baan gebroken heeft,
en waarvan de juistheid thans door iedereen erkend
wordt, moeten de nlgemeene belangen in het open
baar behandeld worden. Daarom worden ook de
zittingen der Kamers in het openbaar gehouden, en
worden niet alleen de verslagen van hare hande
lingen, maar ook alle daarop betrekkelijke stukken
uitgegeven en door de dagbladen min of meer
uitvoerig verder verspreid.
Een volksvertegenwoordiger moet verder onbe
lemmerd en onbewimpeld zijn gevoelen kunnen
zeggen, en mag zich daarvan ook niet laten weer
houden door de vrees voor de strafwet. Daarom
verklaart de grondwet, dat de leden der Staten-
Generaal niet gerechtelijk vervolgbaar zijn voor
hetgeen zij in de vergadering hebben gezegd of
schriftelijk aan haar hebben overgelegd.
Wij kunnen al deze punten thans niet in bij
zonderheden behandelen. Wij zouden ons bestek
daardoor verre te buiten gaan. Maar wij moeten,
in verband met het onderwerp dat ons bezig houdt,
nog kortelijk 'vermelden hoe het wetgeven in zijn
werk gaat.
De meeste voorstellen van wet gaan uit van den
Koning. Dat is te zeggen: zij worden met behulp
der ambtenaren door een of meer ministers ont
worpen over belangrijke onderwerpen wordt de
geheele ministerraad geraadpleegd. Somwijlen, als
het zeer lastige of ingewikkelde onderwerpen be
treft, wordt de voorbereiding ook wel aan eene Staals-
I commissie, opgedragen. Zoo is bijv. het nationaal
wetboek van Strafrecht door eene Staatscommissie
voorbereid, heeft eene Staatscommissie de raadzaam
heid der jongste grondwetsherziening overwogen,
en is nog onlangs door eene Staatscommissie een
verslag ingediend over de regeling van den dienst
plicht en de verdediging des Rijks. Ook de
overweging eener herziening van het Burgerlijk
wetboek, van het wetboek van Koophandel en
van het Militair Strafwetboek is aan Staats-
commissiën toevertrouwd. Zulke Staatscoramissiën
doen echter niets dan de onderwerpen onder
zoeken en verslag daarover uitbrengen. Zoo zij
daaraan wetsontwerpen toevoegen, is het alleen
om hare denkbeelden duidelijk, in beknopten
vorm aan te geven. Dit alles levert slechts de
bouwstoffen, waaruit de regeering, inzonderheid
de betrokken minister, zelfstandig een ontwerp
opmaakt. Is eenmaal een ontwerp gereed, dan
wordt het, op machtiging des Konings naar den
Raad van State gezonden, die zijne meening
daarover aan den Koning doet kennen. Met het
verslag van den Raad van Siate komt het ont
werp weer bij de ministers, die alsdan de zaak
nader overwegen, en hun ontwerpen zooveel noodig
wijzigen. Het hooren van den Raad „van State is
door de Grondwet voorgeschreven, maar de Minis
ters zijn geheel vrij ten aanzien van 't gebruik,
dat zij maken willen van het advies van dien Raad.
Is het ontwerp gereed, en hecht de Koning
zijne goedkeuring daaraaD, dan wordt het met
een koninklijke boodschap en met eene Memorie
van Toelichting bij de Tweede Kamer ingezonden,
die het alsdan overweegt.
Volgens de vroegere grondwet moest alsnu elk
ontwerp, van hoeveel of hoe weinig belang ook,
in de afdeelingen onderzocht worden. De Kamers
zijn nl. in afdeelingen verdeeld, die de aan de
orde komende zaken vóór de openbare behandeling
in gesloten zittingen op meer vertrouwelijke wijze
onderzoeken. Elk dier afdeelingen benoemt haar
Voorzitter en onder-Voorzitter. De Voorzitters der
afdeelingen maken met den Voorzitter der Kamer
de zoogenaamde //centrale afdeeling" uit, dié
- zooveel noodig in overleg met de regeering -
de orde der werkzaamheden van de Kamers regelt
voor zoover zij daarover niet zelve beslissen.
Onder de tegenwoordige grondwet is, wel is
waar, ook een voorloopig onderzoek, aan de open
bare behandeling voorafgaande, voorgeschreven,
doch is de regeling daarvan aan het reglement
van orde overgelaten. Daarbij zijn nu de afdeelingen
behouden, doch is het onderzoek zoo geregeld,
dat eenvoudige onderwerpen met minder omslag
behandeld kunnen worden, terwijl voor zeer
gewichtige onderwerpen een opzettelijke commissie
van voorbereiding kan worden benoemd, die de
punten van behandeling bij het afdeelings-onderzoek
vooraf vaststelt en de beraadslagingen in zekeren
zin leidt. Met afwijking van de bestaande bepalin
gen zijn zoodanige commissiën ook reeds onder de
vorige grondwet voor het strafwetboek en de
grondwetsherziening benoemd. Dezer dagen werd
er in overeenstemming met de nieuwe bepalingen
eene voor de onderwijswet benoemd. Zulk eene
commissie kan met de Regeering in overleg treden,
van haar inlichtingen vragen en trachten zich
over in te dienen wijzigingsvoorstellen te verstaan.
Zij vervangt de //commissie van rapporteurs",
die anders van het verhandelde in de afdeelingen
verslag uitbrengt. Elke afdeeling benoemt nl. uit
haar midden, voor ieder te behandelen onderwerp
een rapporteur. Ieder hunner houdt aanteekening
van de gedachten wisseling in zijne afdeeling en
uit die verschillende aanteekeningen wordt een
verslag - het zoogenaamd voorloopig verslag -
opgemaakt en aan de regeering medegedeeld.
De Regeering beantwoord dat verslag. Somwijlen
wijzigt zij bij dat antwoord hare ontwerpen naar
aanleiding der gemaakte bedenkingen en als die
wijzigingen van groot belang zijn, kan een nader
afaeelings-onderzoek gehouden en een nieuw ver
slag uitgebracht worden. Meestal is dat echter
niet noodig en dan verklaart de commissie van
rapporteurs in een //Eindverslag", dat de open
bare behandeling voldoende is voorbereid.
De commissie van rapporteurs kan ook met de
regeering in overleg treden. De onder de nieuwe
Naar het Franscli
van
GEORGES OHNET.
Men zou gezegd hebben, dat ze uit overgroote be
haagzucht hare bekoorlijkheid trachtte terug te krygen
om des te meer beweend te worden. Zij sprak nu
weer, stelde belang in alles wat haar echtgenoot deed
en veinsde plannen voor de toekomst te maken.
De zomer was weer gekomen en ze betreurde het
dat ze niet naar haar land kon gaan.
»Het komt me voor", zoo zei ze, >dat ik daar ge
heel en al mijne krachten zou terug krijgen. Met welk
een genot zou ik de groote blauwe meeren terugzien
en het frissche groen der wouden. O, Ierland
Daar woont mijne zusterMaar daar woont ook
mijn vader
Eene donkere wolk trok over haar voorhoofd en ze
vervolgde op zachten toon
»Ik mag er niet terugkeeren Hij heeft het
mij verboden l
Daarna met eene smartelijke uitdrukking:
»Wat zou het me toch goed doen de vaderlandsche
lucht in te ademen. Die zou me genezenO, Sténio I
genezen en u niet verlaten Nog lang by u
blijven 1"
En fluisterende voegde ze er op klagenden toon bij
»Maar mjjn vader wil het niet."
Die hartstochtelijke, bijna stuipachtige aanvallen
van verlangen om te leven, deden zich vaak bij haar
voor. Het was hare jonge, krachtige natuur, die zich
verzette tegen de vernietiging. Maar de ziel werd
weer overheerschend en gaf haar voor een tijd hare
stoïeynsche wilskracht terug.
Maud had echter verlangd de zee weer te zien, die
Engeland bespoelt. Het scheen haar toe alsof ze daar
dichter by het geliefde land was. Hare blikken kon
den gemakkelijk reiken over de vloeibare vlakte, die
haar scheidde, en iets van haar, een zucht of een
Bnik, bereikte misschien, op de vleugelen van den
wind gedragen, de ouderlijke woning.
Zie hier, hoe ze te Dieppe was gekomen.
IV.
Maud lag in het groot ledikant, waarin zich haar
tenger lichaam, als dat van een kind, verloor. Haar
schoon blond haar was verbleekt als eene bloem, die
verdroogt, en in hare blauwe oogen, onder de fijne
wenkbrauwen, die zich op baar blank voorhoofd at-
teekenden, was de glans verduisterd. Uit hun blik
sprak de angstige gelatenheid van den ongelukkige,
die den dood tegemoet wordt gevoerd, zonder zich te
kannen verdedigen. Twee roode blosjes teekenden
hare oogbeenderen en hare vermagerde vingers waren
doorzichtbaar.
Door het open vensier stroomden de zuivere lucht
en de warme zonneschijn vrij binnen. Toch hijgde de
zieke, en deed eene huivering baar rillen. Hare zuster
had uit schaamte over hare zwakheid het hoofd zacht
snikkend in het kussen verborgen. Bij het bed staande
zag Sténio met droevigen blik de twee vrouwen aan,
die na zooveel smart waren vereenigd en vergeleek
Maud met hetgeen ze was toen hy haar voor 't eerst
ontmoette.
De frissche, krachtige en bekoorlijke Daisy was de
levende gelijkenis harer zuster op twintigjarigen
leeftijd. En met een verschrikkelijk beklemd hart
dacht MarackzyIk ben het, die van dit aanbiddens
waardig en gelukkig kind het beklagenswaardig en
troosteloos schepsel heb gemaakt, dat daar langzaam
onder myne oogen wegsterft. Ik ben de oorzaak van
haar ongeluk. Voor mij heeft ze alles verlaten en
wat heb ik haar er voor in de plaats weten te geven
De ijdele roem der toejuichingen, het genot eener
weelde, die haar niet nieuw was. Ach, als ons kind
was blijven leven, hadden zijne liefkozingen al hare
tranen gedroogd, zijne oogen hadden haar den vader-
landschen hemel doen vergeten, zijn mollig, rozenrood
lichaampje had voor haar alleen de geheele familie
vervangen Maar onze liefde was vervloekthet
engeltje is heengevlogen en daar gaat nu zijn moeder
hém opzoeken 1
De verhevene kunstenaar liet het hoofd op de borst
zinken en bittere tranen stroomden over zijne bleeke
wangen. Daar stond hy, verdiept in zijne smartelijke
overpeinzing, het overvolle hart uitstortende, bedroefd
tot in den dood. De stem van Maud riep hem tot
zich zelf terug:
Sténio, waarom houdt ge u zoo afgezonderd 1
Kom hierMaar ge weent! Wat is er?"
Niets, lieve,niets dan de ontroering uwe
zuster bij ons te zien,"
>Het is eene groote vreugde, Sténio, en gij hebt
me die bereid," zei Maud glimlachend Sedert
Daisy hier is, is het alsof ik me beter gevoelO,
als ik haar eenigen tijd bij me kon houden, zou ze me
de gezondheid en het leven teruggeven Maar
alleen haar wilde ik niet terugzien
Hare stem werd ernstig en een schaduw streek
over baar voorhoofd.
»0, als vader me wilde vergeven 1
>MaudI" riepen Daisy en Sténio tegelijk nit.
Hij is hetHet is zijne gestrengheid, die me
doodt!" zei ze met eene wanhopige gejaagdheid. »Zijn
toorn is een veel te zware last voor mijMijn
hart is er door gebroken. Ach, hebt medelijden, laat
hem komen! Laat ik hem slechts eens zien! Hij be
hoeft niet te spreken, als hij niets te zeggen heeft
Hij behoeft niet eens binnen te komen als hij niet
wilLaat hem slechts door de straat gaan, voorbij
dit raam, als een vreemdeling. Dan zie ik hem
tenminste en dit zal reeds half mijn behoud zijn!"
Afgemat en.doodsbleek viel ze achterover in de
armen van hare zuster en haren echtgenoot, die
beiden hevig ontsteld waren en bleef zoo onbeweeg
lijk liggen. Na verloop van enkele minuten kwam ze
weer bij, streelde met haar wang langs Daisy's gelaat,
en zeide met eene zachte, uitgeputte stem
Vergeef me, hartje, ik doe je leed Je ziet
weer, ik moet altijd hen, die ik liefheb, bedroeven
En toch ben ik niet slecht!"
Bij deze woorden, die met engelenzachtheid wer
den uitgesproken, viel Marackzy voor het bed op de
knieën, legde het brandend voorhoofd op de hand
der zieke en riep uit
Dierbare martelares, gij die zooveel geleden hebt
zonder te klagen, gaat u nu zelfs nog beschuldigen
Als er één schuldig is, helaas dan hen ik het. Ik,
die me in uw bestaan heb ingedrongen om het te
verwoesten
»Neen, om het schoon en schitterend te maken
SchitteringSchoonheid 1 Wat blijft er van
over O, waarom heeft de dood mij niet tot zijn
prooi gekozen Als ik heen was, zou uw vader u
vergiffenis schenkenGij zijt het niet, die hij
treftIk ben het!Hij weet zeer goed dat
uw smart my het hart verscheurt en daarom juist is
hij zoo onverbiddelijkO, lieve, zachtzinnige
Maud! Ik zou mijn leven er voor over hebben om u
een oogenblik van genoegen te verschaffenWat
verlangt ge, wat wenscht ge Ik zal zoo gelukkig
zijn er aan te voldoen I"
Maud zweeg een oogenblik, alsof ze den ernst van
haar antwoord overwoog, daarna zei ze zóó zacht, dat
haar echtgenoot eerder hare woorden raadde dan
verstond
Voor ik sterf, wenschte ik mijn vader weer te zien."
Marackzy verbleekte. Hij had Maud zijn leven aan
geboden het kwam hem voor, als vroeg ze meer dan
dat. Maar hij aarzelde nieten sprak op een toon, die
niet de minste aarzeling verried.
»'t Is wel! Wat het me ook moge kosten om hem
hier te krijgen," weerzien zult ge hem."
»0, Sténio," fluisterde Maud, »wat ben je goed en
wat hóud ik veel van je."
De groote musicus vond de kracht in zich haar een
glimlach toe te werpen en zei, zich tot zijn schoon
zuster wendende
Lieve Daisy, het begint al laat te wordenhet
wordt tijd dat ge den markies de Mellivan gaat op
zoeken Verberg hem niets van hetgeen heden
morgen hier is voorgevallen en vraag hem of hij mij
de eer wil aandoen mij te ontvangen. Hoe pijnlijk
dat onderhoud voor hem moge zijn en hoe smartelijk
voor mij, ik geloof dat hij het noodzakelijk zal oor-
deelen en er zich niet tegen zal verzetten."
>Het zal geschieden, zooals gjj het verlangt," ant-