ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 27 Juli 1889. Directeur-Uitgever J. YVAALE. Bekendmaking. De Staten-Generaal. NIEUWSTIJDINGEN. kendma Feuilleton. DE ZWAKEZANG. Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post f 1.60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per weekf 10,per jaar. 45ste JAARGANG. No. 5724. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. POSTER IJ EN. De DIRECTEUR van het POST- en TELEGRAAF KANTOOR te Zierilrseoe brengt ter algemeene kennis: dat te rekenen van Augustus e.lt., het Kantoor op de ZON- en FEESTDAGEN voor de beide diensten zal geopend zijn van 8 tot 0, 1 tot S en 7 tot 8 ure. Zierikzee, 26 Juli 1889. De Directeur voornoemd, MAREEÜW. m. Ieder, die tot lid van de Staten-Generaal gekozen is, zendt zijne geloofsbrieven in bij die Kamer, waarvan hjj deel zal uitmaken. Onder geloofsbrieven" verstaat men de stukken, waaruit blij ken moet, dat de gekozene op regelmatige wijze, naar de bestaande voorschriften gekozen of benoemd isdat hij de vereischten voor het lidmaatschap bezit en geene met dat lidmaatschap onvereenigbare betrekking bekleedt. Elke Kamer onderzoekt de geloofsbrieven harer nieuw inkomende leden. Bjj eene geheele vernieuwing der Kamer moet dit onderzoek geschieden door gekozenen, wier eigen toelating nog een punt van overweging en beslissing moet uitmaken. Dit is een niet te vermijden zwarig heid, die trouwens ook niet van ernstigen aard is, daar in den regel de geloofsbrieven in orde zijn en besluiten tot niet-toelating tot de zeldzaamheden behooren, niettegenstaande aan de Kamers op dit punt onbeperkte macht is verleend. «Elke Kamer beslist de geschillen, welke aangaande die geloofs brieven of de verkiezing zelve oprijzen." Die taak wordt ernstig genoeg opgevat. Het geval heeft zich voorgedaan, dat de Tweede Kamer zich de stem briefjes liet overleggen, bij twijfel over de regelmatig heid eener verkiezing, en de toelating van den heer du Tour v. Bellinchave is eens geweigerd wegens een verzuim bij de voorloopige sluiting der kiezers lijsten, die door Burgemeester en Wethouders", in plaats van door den Burgemeester alleen, had plaats gehad. Overigens wordt voor de uitspraak der kiezers groote eerbied getoond. Toen bijv. eenige leden bezwaar maakten tegen de toelating van den heèr Schaepman, omdat hij r.-katholiek geestelijke was, en de grondwet destijds de geestelijken van het lidmaatschap uitsloot, keurde de meerderheid toch zijne toelating goed, omdat hij niet als geestelijke optrad en de meerderheid meende het aan hem zei ven ter beantwoording te moeten overlaten, in hoever de omstandigheid dat de r.-kath. geestelijke, die eenmaal de wijding ontvangen heeft, steeds geestelijke blijft, hem al of niet verhinderde het lidmaatschap te aanvaarden. De leden der beide Kamers genieten reis- en verblijfkosten overeenkomstig de wet. Die der Tweede Kamer ontvangen bovendien een schadeloosstelling van 2000 's jaars. Tegen die bepaling is wel eens bezwaar gemaakt. O. i. geheel ten onrechte. Bij het gemis daarvan toch zouden niet bemiddelde personen van het lidmaatschap uitgesloten zijn, hoe geschikt, hoe bekwaam zij ook zijn mochten. Van den anderen kant is het bedrag zeer terecht niet hoog gesteld. Men voorkomt daardoor dat iemand om het geldeljjke voordeel het lidmaatschap der Tweede Kamer najage, of een ander door zijne vrienden daarvoor in aan merking worde gebracht, om hem een winstgevende betrekking te bezorgen. Voor leden der Eerste Kamer is die bepaling minder noodig, omdat de vereischten voor het lidmaatschap van zelt meebrengen, dat de gekozenen zonder geldelijk bezwaar het lidmaatschap kunnen waar nemen. Zij ontvangen reis- en verblijfkosten. Van het genot der schadeloosstelling als lid der Tweede Kamer zijn uitgesloten zij, die gedurende eene geheele zitting afwezig blijven. Dit is een eenigermate zonderlinge bepaling. Als middel om tot plichtsbetrashting te dwingen treft zij geen doel, want wie eenmaal de presentielijst geteekend heeft, ontkomt daardoor aan de straf bepaling, die overigens de volksvertegenwoordiging onwaardig is. De kiezers zullen wel afrekenen met hem, die hun vertrouwen niet verdient. Meer grond is er voor het voorschrift, dat ook zij die het ambt van Minister bekleeden, geen schade loosstelling ontvangen. Hun jaarwedde als Minister is voldoende. De toepassing van deze bepaling is echter nog niet noodig geweest. Vroeger werd wel eens twijfel geopperd, of onze grondwet toeliet een Minister tot lid der volksvertegenwoordiging te kiezen. De nieuwe grondwet heeft terecht aan dien twijfel een einde gemaakt, door uitdrukkelijk uit te spreken, dat Ministers tot de volksvertegenwoordiging kunnen behooren. Het geval kan zich voordoen, dat het wenschelijk is, een Minister in een der Kamers te kiezen. Tot dusver was dit hier te lande evenwel geen gebruik en wij gelooven, dat het verstandig is daarbij te blijven. De Ministers toch kunnen in de Kamers verschijnen en er hun invloed doen gelden: de wijze waarop de behandeling der wetten wordt voorbereid, geeft alle noodige gelegenheid tot overleg tusschen de Regeering en de Vertegenwoor diging als de Kamers inlichtingen verlangen moeten de Ministers die geven, zoo dit niet in strijd is met 's lands belang. Zij kunnen alleen niet stemmen over hunne voorstellen, 't Is o. i. twijfelachtig of het een voordeel zou zijn, als zij dit wel konden doen. Maar de Vertegenwoordiging oefent ook toezicht uit op de uitvoerende macht, die aan haar verantwoording schuldig is, en nu klinkt bet wel wat vreemd dat iemand, die verantwoording schuldig is, deel zou uitmaken van het lichaam waaraan hij die verant woording doen moet. Bovendien: bij een goede samenstelling van een ministerie moeten wel zijne leden in hoofdzaken het onderling eens zijn, maar dit sluit verschil van gevoelen over onderdeelen niet uit. En zou dan, wanneer zoodanig geval zich voordeed, de minister-volks vertegenwoordiger als lid der regeering tegen een regeeringsvoorstel moeten stemmen of als volksvertegenwoordiger zich van medestemmen moeten onthouden? De verschillende wijze van benoeming der Voor zitters van beide Kamers wijst weder op het onderscheid tusschen beide lichamen, waarop door ons gewezen is. De Voorzitter der Eerste Kamer wordt door den Koning geheel zelfstandig benoemd de Voorzitter der Tweede Kamer wordt ook wel door den Koning benoemd, maar uit een door de Kamer zelve opgemaakte voordracht van drie leden, waarvan in den regel de eerste benoemd wordt. De Staten-Generaal moeten eenmaal 's jaars bijeen komen. De zitting wordt den derden Dinsdag in September geopend en moet, behalve in 't geval van ontbinding, waartoe de Koning het recht heeft, minstens twintig dagen duren. Het gebruik brengt evenwel mee, dat de zitting bijna het gansche jaar duurt, en gewoonlijk slechts een paar dagen vóór den dag der opening gesloten wordt. Daardoor is het niet noodig, dat de Koning buitengewone zittingen bijeenroept, waartoe hij overigens bevoegd is. Mochten de Kamers gesloten zijn, als de Koning sterft of afstand doet van den troon, dan komen zij zonder oproeping bijeen. De zitting wordt alsdan op den vijfden dag na dat feit geopend, of zoo de Kamers ontbonden waren, op den vijfden dag na de verkiezing. Zoo de beide Kamers een vereenigde zitting houden bjj opening en sluiting, zoomede in de gevallen, waarin over de troonsopvolging, de waar neming der Koninklijke macht, of wijzigingen der grondwet moet beslist worden, dan worden zij als één beschouwd, nemen de leden naar willekeur door elkander plaats en leidt de Voorzitter der Eerste Kamer de beraadslagingen. Engeland. Er zal nu toch voorgesteld worden aan de kinderen van den Prins van Wales geen jaargeld te bewil ligen, maar het traktement van den Prins van Wales te verhoogen met 36,000 pond per jaar. Men was er eerst tegen omdat het bekend is, dat de Prins schulden heeft en het geld dus wel eens eene andere bestemming kon krijgen. Het schoonerschip »Catherine", beladen met naphta, is, te Thameshaven voor anker liggende, in de lucht gevlogen. Door de kracht der ontploffing werd het dek uit het schip geslagen en werd de gezagvoerder met twee zjjner zonen in de hoogte geslingerdzjj vielen later in de rivier, waaruit zjj door te hulp snellende vaartuigen gered werden. Van den anderen zoon werd niets meer vernomen, terwjjl een der in de hoogte geslingerden zoodanig werd verwond, dat hp in het hospitaal moest opgenomen worden. Na de ontploffing werd het schip, dat drie uren gebrand heeft, geheel vernield en is het overge blevene gezonken. Nog lang daarna dreven brandende raten van de lading op de rivier. Frankrijk. Een kapper te Parjjs, die, naar kappersaard, zjjn klanten steeds lastig viel met aanprijzingen van allerlei haarmiddeltjesliet het niet bjj woorden maar wist hen door list te dwingen er gebruik van te maken. Als een klant, in den leuningstoel gezeten, met het witte gewaad omgeslagen, zjjn hoofd overleverde aan den bediende, hield deze zich zeer onaangenaam verrast. «Maar mjjnheer", riep hjj uit, «uw hoofd is ziek: de huid is vol bloedige schilfers". En daarop liet hjj den verschrikten klant een kam met afzichteljjk vuil en een handdoek niet bloedvlekken zien. De haarkunstenaar voegde er dan terstond de ge ruststellende verzekering bjj, dat hjj het geneesmiddel bjj de hand had. «Het is gelukkig, dat gjj bjj ons zjjt gekomen, want zonder het wasschen met jaborandi, wat ik u nu ga doen, aoudt gjj binnen een paar weken een kaal hoofd gehad hebben". De patiënt verzette zich natuurljjk niet tegen de wasBching en moest na afloop daarvan 54 francs betalen voor het kosteljjke jaborandi, met het daarbjj be- hoorendeolietjee, schuiers, enz. Een der aldus onder handen genomen klanten, kapitein Condière, liet zich, na zjjn bezoek aan den kapper, nog eens onderzoeken door een dokter, en deze verklaarde, dat zjjn hoofd volkomen gezond was en dat een kwakzalver hem had beetgenomen. De heer Condière stelde nu een gerecbteljjke ver volging in tegen den kapper en diens bediende. Deze betoogden te vergeefs, dat de behaudeling, die zjj den officier deden ondergaan, noodzakeljjk was. De recht bank oordeelde, dat het gebruik van wetenschappeljjke termen en het vertoonen van een verontreinigde kam en handdoek, om te doen gelooven aan een niet be staande kwaal, een strafbare handeliog was. Zjj veroordeelde den kapper tot een geldboete van 500 francs en zjjn bediende tot een van 100 francs. Rusland. Petersburg", 22 Juli. Bljjkens de berichten, welke tot het midden van Juui loopen en bjj het departement van landbouw zjjn ontvangen, was de stand der zomergranen aldusIn Polen, de Oostzee- provinciën, Groot-Rusland en Zuid-Rusland een ge middelde of middelmatige.oogst, in West-Rusland en Petersburg is de stand onbevredigend, in de Kaukasus en Oost-Rusland goed en bevredigend. De stand van wintergranen is aldusin Polen, de Oostzee-provinciëneeu deel van Groot-Rusland en Oost-Rusland bevredigendin West-Rusland en een deel van Groot-Rusland en Oost-Rusland middelmatig in een deel van Zuid-Rusland en den Kaukasus onbe vredigend in de andere deelen slecht. JDuitschland. Berlijn, 24 Juli. Karakteristiek voor de bekom mering, die in de Pruisische districten, grenzende aan Rusland, heerscht omtrent het oorlogsgevaar, is de bjjzonderheid, dat de vroegere Minister van Oorlog, Generaal BronsartSchellendorf, die tbaos het bevel voert over het eerste legercorps in Oosteljjk Pruisen, gebruik maakte van een hem aangeboden feestmaal om openljjk in eene rede van die bekommering uit- drukkeljjk gewag te maken. Hjj zeide nameljjk, dat hjj op zjjne verschillende reizen door de provincie dergeljjke bezorgdheid herhaalde malen heeft vernomen; doch hjj verzekerde, dat die ongegrond is en er geen uitzicht bestaat op verstoring van den vrede. De vrees werd van verscheidene kanten in de procincie geuit dat bjj een plotselingen inval uit het Oosten, het Duitsche legerbestuur, wellicht om redenen van tactiek, het geraden kon achten, zjj het ook voor eenigen tijd, de provincie tot aan den Weichsel prjjs te geven. De Generaal Bronsart-Schellendorf verklaarde daarentegen dat hij en zjjn legercorps, indien de oorlog tegen ver wachting mocht uitbarsten, tot den laatsten man de grenzen te verdedigen en het vaderland te beschermen zouden weten. Hij zeide dit in het bjjzonder, daar hjj wenschte dat zjjne woorden tot volkomene gerust stelling zouden dieneD, en hjj hoopte dat zjj dit doel mochten bereiken. Daar Generaal Bronsart een man is van matigen aard en een behoedzaam spreker, zoo bljjkt genoegzaam welk eene spanning er in Pruisens Oosteljjke grens districten bestaat, als zulk een man het noodig vond die geruststellende verklaring te laten hooreD. Nadat in den laatsten tjjd verscheidene keizerljjke beambten bjj de marine te Kiel en elders gevangen waren genomen, onder verdenking dat zjj zich bjj leveringen van materieel hebben laten omkoopen, heeft zich een der gevangen genomen personen, de geheim- secretaris Cremer, te Berljjn, door zich de polsader af te snjjden, van het leven beroofd. Het onderzoek in deze zaak is, zoo het schjjnt, nog van grooter omvang, dan in het proces tegen de betaal meesters het geval was. België. Hoe een Brusselsch vischboertje is getrouwd.,-^ Maan dag middag verdrong een duizendtal personen, meest vrouwen, zich op la Grande Place, het plein voor het raadhuis te Brussel. Yan tjjd tot tjjd hief een dier dames een vreeseljjk gehuil aan, hare geburen stemden daarin mede, zoodat ten slotte de lucht weergalmde van de meest wraakzuchtige kreten. Al die kreten golden een jong paartjeden vischhandelaar Constant en eene dame der vischmarkt, die door den band des huwjjljjks aan elkander zouden worden verbonden. Constant had echter eertjjds menige andere, o. a. Kaat Mossel, zjjne liefde verklaard en haar ten slotte schan delijk in den steek gelaten. Vandaar de kreten der wrake, die door de muren van het raadhuis werden weerkaatst. Tegen den middag verscheen de bruiloftsstoet voor het stadhuis. Een oorverdoovend ge- sist gefluit, gepiep en geschreeuw werd aangeheven, waartusschen men van tjjd tot tjjd de kreten hoorde «Bravo, Constant, bravo!" Toen het bruidspaar de stoep beklom, werd het bedekt onder een regen van gele bloemeD, terwjjl een vloed van zeer onparlementaire uitdrukkingen over hen werd uitgestort. Bruid en bruidegom wankelden echter niet in hun voornemen en onder het donderend gejuich hunner vrienden gingen zjj naar de trouwzaal, rechts en links de joelende me nigte groetende. De menigte jjlde thans naar de Eglise de la Chapelle, waar het kerkelijk huweljjk zou worden ingezegend. In weinige oogenblikken was het kerkplein gevuld en met ongeduld wachtten vrienden en vjjauden op de komst van het lieve paartje. Eindeljjk verscheen de eerzame viachvrouw aan den arm van haar lieven vischboer, begroet door de leeljjkste scheldwoorden, welke de vischvrouwtjes in haar woordenboek konden vinden. Na de inzegening vloog men elkaar bniten de kerk in de haren het lawaai werd vreeseljjk; dames hielden triomfanteljjk een gedeelte van den haardos harer vjjandinnen omhoog; koetsiers beukten schouders en hoofden der vechtenden met de zweep, tot het ein deljjk aan de jonggetrouwden gelukten te ontsnappen. Nederland. 's Graveiiliagjc, 24 Juli. Jhr. mr. J. W. C. de Jonge van Ellemeet, laatstelijk kantonrechter te Schoonhoven, is heden voor het gerechtshof beëedigd als rechter in de arrond. rechtbank te Zierikzee. Naar hot Franscli VAN 2) GEORGES OHNET. Onder zjjne kunstige vingers wisselden de her inneringen aan een gelukkig verleden, vol vroolijke en schitterende feesten, af met de pijnlijke werkelijk heid van het treurige heden. Niet de viool zong meer, het was het gewonde hart zelf dat zijne ondrageljjke smart in zjjne laatste zuchten uitstortte. De oogen, volgens zjjne gewoonte half gesloten, alle9 om zich heen vergetende en als opgaande in zjjn spel, liet Sténio juist de laatste tonen, zuiver als de adem van een engel, die naar den Hemel terugkeert, hooren, toen een diepe snik de vrome stilte van het be- tooverde auditorium verbrak en hem de oogen deed opslaan. Met éón blik doorliep hjj de van licht, juweelen en bloemen schitterende zaal en ontdekte een paar passen van hem, op de eerste rij, een jong meisje, met een door de ontroering ontsteld gelaat, in tranen badende. De handen als tot een gebed ge vouwen, zat zjj onbewegelijk. Voor haar was de aarde verdwenen. Door de begeestering van den verheven kunstenaar meógesleept, zweefde ze in de heilige sferen der eeuwige poësie. Hemelsche stemmen streelden haar oor; een nooit gekende vrede drong door tot hare ziel en ze wenschte in dien toestand eeuwig te kunnen bljjven luisteren naar die godde- Ijjke muziek. Eensklaps hield het gezang op, een donder van toejuichingen barstte los en door het jonge meisje, raakte het geheele gezelschap in be- weg'ngi om, zonder zich aan de étiquette te storen, op te staan en Sténio te complimenteeren. Zjj voelde dat men haar met den elleboog aanstiet en hoorde eene zachte stem «Maud! Kom, Maud!" fluisteren. Zjj wreef zich de oogen alsof ze ontwaakte, slaakte een zucht en zeide glimlachend tot hare zuster, die zich eenigszins bezorgd over haar heenboog: «Ach, Daisy, wat zweefde ik ver!".... Toen kon zjj te midden van een kring hertoginnen den kunstenaar zien staan, die met bescheiden ernst de complimentjes aanhoorde. Daarna bemerkte zjj dat hjj, na eenige woorden met den prins van Wales te hebben gewisseld, met dezen op haar afkwam. Sténio boog voor haar en zjjn koninkljjke beschermer zeide; «Miss Mellivan, mijn vriend, Mijnheer Marackzy, die de eer wenschte te hebben aan u voorgesteld te worden Maud stamelde eenige onsamenhangende woorden; het was haar alsof eene ondrageljjke hitte haren boezem verteerde. Toen zjj hare kalmte had terug gekregen was de prins been en de musicus maakte zich reeds gereed om op nieuw te spelen. En onder den invloed van den betooverden strijkstok geraakte het jonge meisje weör in hare verhevene stemming, zoodat zjj het overige van dezen avond in eene hemelsche verrukking doorbracht. Marackzy rekte zjjn verblijf, dat slechts eenige dagen zou duren, tot verscheidene weken uit. De Amerikaansche bladen berichtten dat de zoo zeer verbeidde kunstreis was uitgesteld. Maar weldra bleek het, dat zjj niet zou plaats hebben. Eene on- weêrstaaubare bekoring hield Sténio in Engeland terug. Hjj weigerde concerten te geven het was of hjj wilde doen vergeten dat hjj kunstenaar van beroep wasverkeerde druk in de wereld, speelde, danste, jaagde, kortom hjj leidde het leven van een prins. Zjjne vertrouwdste vrienden zelfs moesten aandringen om hem tot spelen te bewegen en dan deed hjj het nog slechts om de dames te helieven. Inzonderheid bezat Miss Mellivan het voorrecht Sténio's weOrzin te kunnen overwinnen. Een woord van haar gold als een bevel voor hem. Dan greep hij eene viool, het deed er niet toe welke, speelde vol vuur de hartstochteljjkste melodieën, alsof hjj deze als een snel werkenden liefdedrank in het hart van het jonge meisje wilde uitstorten. En telkens, inderdaad, werkte de betoovering en volgde Maud, op de zachte wiek der droomen voortgedragen, den goddeljjken kunstenaar, waarheen hjj wilde. De Markies de Mellivan, een zeer deftig persoon, eerste secretaris der Admiraliteit, had den beroemden Hongaar met groote onderscheiding ontvangen. Hjj had hem tegen het einde der lente aangeboden eenige dagen bij hem in Ierland te komen doorbrengen. De adelljjke lord stelde zich voor, Marackzy in de hooge Ierscbe kringen in te leiden en die rol van Maecenas streelde zjjne eigenliefde niet weinig. Weduwnaar geworden, toen zijne dochters nog zeer jong waren, had bjj ze toevertrouwd aan de waakzaamheid eener gouvernante, eene oude puriteinsche, jonge dame. met een nauwgezet geweten. Daarmede dacht hjj alle gevaar te hebben afgewend en leefde in de grootste gerustheid. Nog nooit had hjj iets vermoed van den invloed, dien Sténio op Maud had gekregen. Geene enkele maal nog had hjj het meisje verrast als zjj hare vurige blikken op den grooten kunstenaar had gevestigd. Geheel vervuld met den trots van zijn geslacht zou hjj nooit hebben geduld dat een kind, dat zjjn naam droeg, afdaalde tot dien genialen man zonder geboorte. Naar hem luisteren, zich met hem vermaken, hem complimenteeren, dat kon. De houding aannemen van een tevreden meester tegen over een bevalligen dienaar. Maar hem als gelijke behandelen, hem liefhebben? Dat zou eene ver nedering zijn, die niet in het oude hoofd van den edelman kon opkomen. Op zjjn landgoed Duuloë, vlak bjj Dublin gelegen, wachtte hjj sedert verscheidene dagen de komst van Marackzy af. De musicus vroeg uitstel op uitstel. Men zou gezegd hebben dat hij vreesde voor lord Mellivan te verschjjnen. Op een morgen echter, voorafgegaan door een telegram, dat het uur van zjjne aankomst meldde, arriveerde hjj. Nauweljjks was het rijtuig, dat hem bracht, het groote hek binnengereden of Maud verliet erg bleek het salon en sloot zich boven in hare kamer op. Lord Mellivan, die op het perron stond, ging zjjn gast tegemoet en stak hem de hand toe, maar Sténio boog eerbiedig zonder haar aan te nemen en zeide op ernstigen toon «Mjjnheer de markies, voordat u me ontvangt, moet ik u de gunst verzoeken mjj een onderhoud van enkele oogenblikken toe te staan. Niet voordat u me gehoord hebt, kan ik weten of ik uw gast zal worden of heengaan." Lord Mellivan zag hem met een verwonderden blik oplettend aan en bemerkte toen dat hjj niet in jachtcostuum was, maar deftig gekleed. Op het rjjtuig, waarmee hij gekomen was, stond ook geene bagage, alsof hjj er niet op rekende lang te bljjven. De markies begon bezorgd te worden en noodigde den kunstenaar met de hand uit binnen te gaan. Zonder een woord te spreken traden zjj het salon binnen. Nadat het onderhoud een kwartier geduurd had, ging de deur weer open en Marackzy kwam naar buiten, uitgeleid door lord Mellivan. Op den drempel maakte Slóuio nog een smeekend gebaar, dat door den lord slechts met een minachtenden glimlach werd beantwoord. De kunstenaar liet een onderdrukten kreet hooren en wierp, toen de markies, zonder zich verder om hem te bekommeren, weör naar binnen was gegaan, een vurigen blik in het rond. Op hetzelfde oogenblik werd het gordjjn van een der vensters op de eerste verdieping opgetrokken. Een blond kopje kwam te voorschijn, Marackzy wierp het een wanhopigen blik als afscheid toe en sprong met eene door de smart misvormd gelaat in het rijtuig. Gedurende eenige dagen hield Miss Maud zich in hare kamer opgesloten. Men zeide dat ze ziek was. Daarna verscheen lord Mellivan, alleen van zjjne jongste dochter vergezeld, weör in Engeland. Het gerucht ging dat de oudste dochter van den markies aan aanvallen van neerslachtigheid ljjdende was en dat de geneesheeren haar alleen konden behouden als zjj in de eenzaamheid en rust op het Iersche landgoed bleef. De diepe droefheid, die lord Mellivan Dooit verliet, scheen wel een zeker bewjjs voor de waarheid van dit verhaal. Er waren echter lieden, die goed op de hoogte waren en beweerden dat ze Maud "met Marackzy in Duitschland hadden ontmoet. Dit praatje nam zoo'n vlucht, dat de familie en de vrienden van lord Mellivan het zich aantrokken en besloten hem te waarschuwen. Hjj hoorde hen aan zonder dat zjjn gelaat de minste ontroering vertoonde en zeide toen op doffen toon, terwjjl hjj moeite deed om te spreken:

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1889 | | pagina 1