ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 27 Juli 1889.
Directeur-Uitgever J. YVAALE.
Bekendmaking.
De Staten-Generaal.
NIEUWSTIJDINGEN.
kendma
Feuilleton.
DE ZWAKEZANG.
Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1.30, franco per post
f 1.60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per weekf 10,per jaar.
45ste JAARGANG. No. 5724.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags
10 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
POSTER IJ EN.
De DIRECTEUR van het POST- en TELEGRAAF
KANTOOR te Zierilrseoe brengt ter algemeene
kennis: dat te rekenen van Augustus e.lt.,
het Kantoor op de ZON- en FEESTDAGEN voor de
beide diensten zal geopend zijn van 8 tot 0, 1 tot
S en 7 tot 8 ure.
Zierikzee, 26 Juli 1889.
De Directeur voornoemd,
MAREEÜW.
m.
Ieder, die tot lid van de Staten-Generaal gekozen
is, zendt zijne geloofsbrieven in bij die Kamer, waarvan
hjj deel zal uitmaken. Onder geloofsbrieven" verstaat
men de stukken, waaruit blij ken moet, dat de gekozene
op regelmatige wijze, naar de bestaande voorschriften
gekozen of benoemd isdat hij de vereischten voor
het lidmaatschap bezit en geene met dat lidmaatschap
onvereenigbare betrekking bekleedt. Elke Kamer
onderzoekt de geloofsbrieven harer nieuw inkomende
leden. Bjj eene geheele vernieuwing der Kamer moet
dit onderzoek geschieden door gekozenen, wier eigen
toelating nog een punt van overweging en beslissing
moet uitmaken. Dit is een niet te vermijden zwarig
heid, die trouwens ook niet van ernstigen aard is,
daar in den regel de geloofsbrieven in orde zijn en
besluiten tot niet-toelating tot de zeldzaamheden
behooren, niettegenstaande aan de Kamers op dit
punt onbeperkte macht is verleend. «Elke Kamer
beslist de geschillen, welke aangaande die geloofs
brieven of de verkiezing zelve oprijzen." Die taak
wordt ernstig genoeg opgevat. Het geval heeft zich
voorgedaan, dat de Tweede Kamer zich de stem
briefjes liet overleggen, bij twijfel over de regelmatig
heid eener verkiezing, en de toelating van den heer
du Tour v. Bellinchave is eens geweigerd wegens
een verzuim bij de voorloopige sluiting der kiezers
lijsten, die door Burgemeester en Wethouders", in
plaats van door den Burgemeester alleen, had plaats
gehad. Overigens wordt voor de uitspraak der kiezers
groote eerbied getoond. Toen bijv. eenige leden
bezwaar maakten tegen de toelating van den heèr
Schaepman, omdat hij r.-katholiek geestelijke was,
en de grondwet destijds de geestelijken van het
lidmaatschap uitsloot, keurde de meerderheid toch
zijne toelating goed, omdat hij niet als geestelijke
optrad en de meerderheid meende het aan hem zei ven
ter beantwoording te moeten overlaten, in hoever de
omstandigheid dat de r.-kath. geestelijke, die eenmaal
de wijding ontvangen heeft, steeds geestelijke blijft,
hem al of niet verhinderde het lidmaatschap te
aanvaarden.
De leden der beide Kamers genieten reis- en
verblijfkosten overeenkomstig de wet. Die der Tweede
Kamer ontvangen bovendien een schadeloosstelling
van 2000 's jaars. Tegen die bepaling is wel eens
bezwaar gemaakt. O. i. geheel ten onrechte. Bij het
gemis daarvan toch zouden niet bemiddelde personen
van het lidmaatschap uitgesloten zijn, hoe geschikt,
hoe bekwaam zij ook zijn mochten. Van den anderen
kant is het bedrag zeer terecht niet hoog gesteld.
Men voorkomt daardoor dat iemand om het geldeljjke
voordeel het lidmaatschap der Tweede Kamer najage,
of een ander door zijne vrienden daarvoor in aan
merking worde gebracht, om hem een winstgevende
betrekking te bezorgen.
Voor leden der Eerste Kamer is die bepaling minder
noodig, omdat de vereischten voor het lidmaatschap
van zelt meebrengen, dat de gekozenen zonder
geldelijk bezwaar het lidmaatschap kunnen waar
nemen. Zij ontvangen reis- en verblijfkosten.
Van het genot der schadeloosstelling als lid der
Tweede Kamer zijn uitgesloten zij, die gedurende
eene geheele zitting afwezig blijven. Dit is een
eenigermate zonderlinge bepaling. Als middel om tot
plichtsbetrashting te dwingen treft zij geen doel,
want wie eenmaal de presentielijst geteekend heeft,
ontkomt daardoor aan de straf bepaling, die overigens
de volksvertegenwoordiging onwaardig is. De kiezers
zullen wel afrekenen met hem, die hun vertrouwen
niet verdient.
Meer grond is er voor het voorschrift, dat ook zij
die het ambt van Minister bekleeden, geen schade
loosstelling ontvangen. Hun jaarwedde als Minister
is voldoende.
De toepassing van deze bepaling is echter nog niet
noodig geweest. Vroeger werd wel eens twijfel
geopperd, of onze grondwet toeliet een Minister tot
lid der volksvertegenwoordiging te kiezen. De nieuwe
grondwet heeft terecht aan dien twijfel een einde
gemaakt, door uitdrukkelijk uit te spreken, dat
Ministers tot de volksvertegenwoordiging kunnen
behooren. Het geval kan zich voordoen, dat het
wenschelijk is, een Minister in een der Kamers te
kiezen. Tot dusver was dit hier te lande evenwel
geen gebruik en wij gelooven, dat het verstandig is
daarbij te blijven. De Ministers toch kunnen in de
Kamers verschijnen en er hun invloed doen gelden:
de wijze waarop de behandeling der wetten wordt
voorbereid, geeft alle noodige gelegenheid tot
overleg tusschen de Regeering en de Vertegenwoor
diging als de Kamers inlichtingen verlangen moeten
de Ministers die geven, zoo dit niet in strijd is met
's lands belang. Zij kunnen alleen niet stemmen over
hunne voorstellen, 't Is o. i. twijfelachtig of het een
voordeel zou zijn, als zij dit wel konden doen. Maar
de Vertegenwoordiging oefent ook toezicht uit op
de uitvoerende macht, die aan haar verantwoording
schuldig is, en nu klinkt bet wel wat vreemd dat
iemand, die verantwoording schuldig is, deel zou
uitmaken van het lichaam waaraan hij die verant
woording doen moet. Bovendien: bij een goede
samenstelling van een ministerie moeten wel zijne
leden in hoofdzaken het onderling eens zijn, maar
dit sluit verschil van gevoelen over onderdeelen niet
uit. En zou dan, wanneer zoodanig geval zich
voordeed, de minister-volks vertegenwoordiger als lid
der regeering tegen een regeeringsvoorstel moeten
stemmen of als volksvertegenwoordiger zich van
medestemmen moeten onthouden?
De verschillende wijze van benoeming der Voor
zitters van beide Kamers wijst weder op het
onderscheid tusschen beide lichamen, waarop door
ons gewezen is. De Voorzitter der Eerste Kamer
wordt door den Koning geheel zelfstandig benoemd
de Voorzitter der Tweede Kamer wordt ook wel door
den Koning benoemd, maar uit een door de Kamer
zelve opgemaakte voordracht van drie leden, waarvan
in den regel de eerste benoemd wordt.
De Staten-Generaal moeten eenmaal 's jaars bijeen
komen. De zitting wordt den derden Dinsdag in
September geopend en moet, behalve in 't geval
van ontbinding, waartoe de Koning het recht heeft,
minstens twintig dagen duren. Het gebruik
brengt evenwel mee, dat de zitting bijna het gansche
jaar duurt, en gewoonlijk slechts een paar dagen
vóór den dag der opening gesloten wordt. Daardoor
is het niet noodig, dat de Koning buitengewone
zittingen bijeenroept, waartoe hij overigens bevoegd
is. Mochten de Kamers gesloten zijn, als de Koning
sterft of afstand doet van den troon, dan komen zij
zonder oproeping bijeen. De zitting wordt alsdan op
den vijfden dag na dat feit geopend, of zoo de Kamers
ontbonden waren, op den vijfden dag na de verkiezing.
Zoo de beide Kamers een vereenigde zitting
houden bjj opening en sluiting, zoomede in de
gevallen, waarin over de troonsopvolging, de waar
neming der Koninklijke macht, of wijzigingen der
grondwet moet beslist worden, dan worden zij als
één beschouwd, nemen de leden naar willekeur door
elkander plaats en leidt de Voorzitter der Eerste
Kamer de beraadslagingen.
Engeland.
Er zal nu toch voorgesteld worden aan de kinderen
van den Prins van Wales geen jaargeld te bewil
ligen, maar het traktement van den Prins van Wales
te verhoogen met 36,000 pond per jaar. Men was er
eerst tegen omdat het bekend is, dat de Prins schulden
heeft en het geld dus wel eens eene andere bestemming
kon krijgen.
Het schoonerschip »Catherine", beladen met
naphta, is, te Thameshaven voor anker liggende, in
de lucht gevlogen. Door de kracht der ontploffing
werd het dek uit het schip geslagen en werd de
gezagvoerder met twee zjjner zonen in de hoogte
geslingerdzjj vielen later in de rivier, waaruit zjj
door te hulp snellende vaartuigen gered werden. Van
den anderen zoon werd niets meer vernomen, terwjjl
een der in de hoogte geslingerden zoodanig werd
verwond, dat hp in het hospitaal moest opgenomen
worden. Na de ontploffing werd het schip, dat drie
uren gebrand heeft, geheel vernield en is het overge
blevene gezonken. Nog lang daarna dreven brandende
raten van de lading op de rivier.
Frankrijk.
Een kapper te Parjjs, die, naar kappersaard, zjjn
klanten steeds lastig viel met aanprijzingen van
allerlei haarmiddeltjesliet het niet bjj woorden
maar wist hen door list te dwingen er gebruik van
te maken.
Als een klant, in den leuningstoel gezeten, met het
witte gewaad omgeslagen, zjjn hoofd overleverde aan
den bediende, hield deze zich zeer onaangenaam verrast.
«Maar mjjnheer", riep hjj uit, «uw hoofd is ziek: de
huid is vol bloedige schilfers". En daarop liet hjj den
verschrikten klant een kam met afzichteljjk vuil en
een handdoek niet bloedvlekken zien.
De haarkunstenaar voegde er dan terstond de ge
ruststellende verzekering bjj, dat hjj het geneesmiddel
bjj de hand had. «Het is gelukkig, dat gjj bjj ons
zjjt gekomen, want zonder het wasschen met jaborandi,
wat ik u nu ga doen, aoudt gjj binnen een paar weken
een kaal hoofd gehad hebben".
De patiënt verzette zich natuurljjk niet tegen de
wasBching en moest na afloop daarvan 54 francs betalen
voor het kosteljjke jaborandi, met het daarbjj be-
hoorendeolietjee, schuiers, enz.
Een der aldus onder handen genomen klanten,
kapitein Condière, liet zich, na zjjn bezoek aan den
kapper, nog eens onderzoeken door een dokter, en
deze verklaarde, dat zjjn hoofd volkomen gezond was
en dat een kwakzalver hem had beetgenomen.
De heer Condière stelde nu een gerecbteljjke ver
volging in tegen den kapper en diens bediende. Deze
betoogden te vergeefs, dat de behaudeling, die zjj den
officier deden ondergaan, noodzakeljjk was. De recht
bank oordeelde, dat het gebruik van wetenschappeljjke
termen en het vertoonen van een verontreinigde kam
en handdoek, om te doen gelooven aan een niet be
staande kwaal, een strafbare handeliog was. Zjj
veroordeelde den kapper tot een geldboete van 500
francs en zjjn bediende tot een van 100 francs.
Rusland.
Petersburg", 22 Juli. Bljjkens de berichten,
welke tot het midden van Juui loopen en bjj het
departement van landbouw zjjn ontvangen, was de
stand der zomergranen aldusIn Polen, de Oostzee-
provinciën, Groot-Rusland en Zuid-Rusland een ge
middelde of middelmatige.oogst, in West-Rusland en
Petersburg is de stand onbevredigend, in de Kaukasus
en Oost-Rusland goed en bevredigend.
De stand van wintergranen is aldusin Polen, de
Oostzee-provinciëneeu deel van Groot-Rusland en
Oost-Rusland bevredigendin West-Rusland en een
deel van Groot-Rusland en Oost-Rusland middelmatig
in een deel van Zuid-Rusland en den Kaukasus onbe
vredigend in de andere deelen slecht.
JDuitschland.
Berlijn, 24 Juli. Karakteristiek voor de bekom
mering, die in de Pruisische districten, grenzende aan
Rusland, heerscht omtrent het oorlogsgevaar, is de
bjjzonderheid, dat de vroegere Minister van Oorlog,
Generaal BronsartSchellendorf, die tbaos het bevel
voert over het eerste legercorps in Oosteljjk Pruisen,
gebruik maakte van een hem aangeboden feestmaal
om openljjk in eene rede van die bekommering uit-
drukkeljjk gewag te maken. Hjj zeide nameljjk, dat
hjj op zjjne verschillende reizen door de provincie
dergeljjke bezorgdheid herhaalde malen heeft vernomen;
doch hjj verzekerde, dat die ongegrond is en er geen
uitzicht bestaat op verstoring van den vrede. De vrees
werd van verscheidene kanten in de procincie geuit
dat bjj een plotselingen inval uit het Oosten, het
Duitsche legerbestuur, wellicht om redenen van tactiek,
het geraden kon achten, zjj het ook voor eenigen tijd,
de provincie tot aan den Weichsel prjjs te geven. De
Generaal Bronsart-Schellendorf verklaarde daarentegen
dat hij en zjjn legercorps, indien de oorlog tegen ver
wachting mocht uitbarsten, tot den laatsten man de
grenzen te verdedigen en het vaderland te beschermen
zouden weten. Hij zeide dit in het bjjzonder, daar hjj
wenschte dat zjjne woorden tot volkomene gerust
stelling zouden dieneD, en hjj hoopte dat zjj dit doel
mochten bereiken.
Daar Generaal Bronsart een man is van matigen
aard en een behoedzaam spreker, zoo bljjkt genoegzaam
welk eene spanning er in Pruisens Oosteljjke grens
districten bestaat, als zulk een man het noodig vond
die geruststellende verklaring te laten hooreD.
Nadat in den laatsten tjjd verscheidene keizerljjke
beambten bjj de marine te Kiel en elders gevangen
waren genomen, onder verdenking dat zjj zich bjj
leveringen van materieel hebben laten omkoopen, heeft
zich een der gevangen genomen personen, de geheim-
secretaris Cremer, te Berljjn, door zich de polsader af
te snjjden, van het leven beroofd.
Het onderzoek in deze zaak is, zoo het schjjnt, nog
van grooter omvang, dan in het proces tegen de betaal
meesters het geval was.
België.
Hoe een Brusselsch vischboertje is getrouwd.,-^ Maan
dag middag verdrong een duizendtal personen, meest
vrouwen, zich op la Grande Place, het plein voor
het raadhuis te Brussel. Yan tjjd tot tjjd hief een dier
dames een vreeseljjk gehuil aan, hare geburen stemden
daarin mede, zoodat ten slotte de lucht weergalmde
van de meest wraakzuchtige kreten. Al die kreten
golden een jong paartjeden vischhandelaar Constant
en eene dame der vischmarkt, die door den band des
huwjjljjks aan elkander zouden worden verbonden.
Constant had echter eertjjds menige andere, o. a. Kaat
Mossel, zjjne liefde verklaard en haar ten slotte schan
delijk in den steek gelaten. Vandaar de kreten der
wrake, die door de muren van het raadhuis
werden weerkaatst. Tegen den middag verscheen de
bruiloftsstoet voor het stadhuis. Een oorverdoovend ge-
sist gefluit, gepiep en geschreeuw werd aangeheven,
waartusschen men van tjjd tot tjjd de kreten hoorde
«Bravo, Constant, bravo!" Toen het bruidspaar de stoep
beklom, werd het bedekt onder een regen van gele
bloemeD, terwjjl een vloed van zeer onparlementaire
uitdrukkingen over hen werd uitgestort. Bruid en
bruidegom wankelden echter niet in hun voornemen
en onder het donderend gejuich hunner vrienden gingen
zjj naar de trouwzaal, rechts en links de joelende me
nigte groetende. De menigte jjlde thans naar de Eglise
de la Chapelle, waar het kerkelijk huweljjk zou worden
ingezegend. In weinige oogenblikken was het kerkplein
gevuld en met ongeduld wachtten vrienden en vjjauden
op de komst van het lieve paartje. Eindeljjk verscheen
de eerzame viachvrouw aan den arm van haar lieven
vischboer, begroet door de leeljjkste scheldwoorden,
welke de vischvrouwtjes in haar woordenboek konden
vinden. Na de inzegening vloog men elkaar bniten de
kerk in de haren het lawaai werd vreeseljjk; dames
hielden triomfanteljjk een gedeelte van den haardos
harer vjjandinnen omhoog; koetsiers beukten schouders
en hoofden der vechtenden met de zweep, tot het ein
deljjk aan de jonggetrouwden gelukten te ontsnappen.
Nederland.
's Graveiiliagjc, 24 Juli. Jhr. mr. J. W. C.
de Jonge van Ellemeet, laatstelijk kantonrechter te
Schoonhoven, is heden voor het gerechtshof beëedigd
als rechter in de arrond. rechtbank te Zierikzee.
Naar hot Franscli
VAN
2) GEORGES OHNET.
Onder zjjne kunstige vingers wisselden de her
inneringen aan een gelukkig verleden, vol vroolijke
en schitterende feesten, af met de pijnlijke werkelijk
heid van het treurige heden. Niet de viool zong meer,
het was het gewonde hart zelf dat zijne ondrageljjke
smart in zjjne laatste zuchten uitstortte. De oogen,
volgens zjjne gewoonte half gesloten, alle9 om zich
heen vergetende en als opgaande in zjjn spel, liet
Sténio juist de laatste tonen, zuiver als de adem van
een engel, die naar den Hemel terugkeert, hooren,
toen een diepe snik de vrome stilte van het be-
tooverde auditorium verbrak en hem de oogen deed
opslaan.
Met éón blik doorliep hjj de van licht, juweelen
en bloemen schitterende zaal en ontdekte een paar
passen van hem, op de eerste rij, een jong meisje,
met een door de ontroering ontsteld gelaat, in
tranen badende. De handen als tot een gebed ge
vouwen, zat zjj onbewegelijk. Voor haar was de
aarde verdwenen. Door de begeestering van den
verheven kunstenaar meógesleept, zweefde ze in de
heilige sferen der eeuwige poësie. Hemelsche stemmen
streelden haar oor; een nooit gekende vrede drong
door tot hare ziel en ze wenschte in dien toestand
eeuwig te kunnen bljjven luisteren naar die godde-
Ijjke muziek. Eensklaps hield het gezang op, een
donder van toejuichingen barstte los en door het
jonge meisje, raakte het geheele gezelschap in be-
weg'ngi om, zonder zich aan de étiquette te storen,
op te staan en Sténio te complimenteeren. Zjj voelde
dat men haar met den elleboog aanstiet en hoorde
eene zachte stem
«Maud! Kom, Maud!" fluisteren.
Zjj wreef zich de oogen alsof ze ontwaakte, slaakte
een zucht en zeide glimlachend tot hare zuster, die
zich eenigszins bezorgd over haar heenboog:
«Ach, Daisy, wat zweefde ik ver!"....
Toen kon zjj te midden van een kring hertoginnen
den kunstenaar zien staan, die met bescheiden ernst
de complimentjes aanhoorde. Daarna bemerkte zjj
dat hjj, na eenige woorden met den prins van Wales
te hebben gewisseld, met dezen op haar afkwam.
Sténio boog voor haar en zjjn koninkljjke beschermer
zeide;
«Miss Mellivan, mijn vriend, Mijnheer Marackzy,
die de eer wenschte te hebben aan u voorgesteld
te worden
Maud stamelde eenige onsamenhangende woorden;
het was haar alsof eene ondrageljjke hitte haren
boezem verteerde. Toen zjj hare kalmte had terug
gekregen was de prins been en de musicus maakte
zich reeds gereed om op nieuw te spelen. En onder
den invloed van den betooverden strijkstok geraakte
het jonge meisje weör in hare verhevene stemming,
zoodat zjj het overige van dezen avond in eene
hemelsche verrukking doorbracht.
Marackzy rekte zjjn verblijf, dat slechts eenige
dagen zou duren, tot verscheidene weken uit.
De Amerikaansche bladen berichtten dat de zoo
zeer verbeidde kunstreis was uitgesteld. Maar weldra
bleek het, dat zjj niet zou plaats hebben. Eene on-
weêrstaaubare bekoring hield Sténio in Engeland
terug. Hjj weigerde concerten te geven het was of
hjj wilde doen vergeten dat hjj kunstenaar van
beroep wasverkeerde druk in de wereld, speelde,
danste, jaagde, kortom hjj leidde het leven van een
prins. Zjjne vertrouwdste vrienden zelfs moesten
aandringen om hem tot spelen te bewegen en dan
deed hjj het nog slechts om de dames te helieven.
Inzonderheid bezat Miss Mellivan het voorrecht
Sténio's weOrzin te kunnen overwinnen. Een woord
van haar gold als een bevel voor hem. Dan greep hij
eene viool, het deed er niet toe welke, speelde vol
vuur de hartstochteljjkste melodieën, alsof hjj deze
als een snel werkenden liefdedrank in het hart van
het jonge meisje wilde uitstorten. En telkens,
inderdaad, werkte de betoovering en volgde Maud,
op de zachte wiek der droomen voortgedragen, den
goddeljjken kunstenaar, waarheen hjj wilde.
De Markies de Mellivan, een zeer deftig persoon,
eerste secretaris der Admiraliteit, had den beroemden
Hongaar met groote onderscheiding ontvangen. Hjj
had hem tegen het einde der lente aangeboden eenige
dagen bij hem in Ierland te komen doorbrengen. De
adelljjke lord stelde zich voor, Marackzy in de hooge
Ierscbe kringen in te leiden en die rol van Maecenas
streelde zjjne eigenliefde niet weinig. Weduwnaar
geworden, toen zijne dochters nog zeer jong waren,
had bjj ze toevertrouwd aan de waakzaamheid eener
gouvernante, eene oude puriteinsche, jonge dame. met
een nauwgezet geweten. Daarmede dacht hjj alle
gevaar te hebben afgewend en leefde in de grootste
gerustheid. Nog nooit had hjj iets vermoed van den
invloed, dien Sténio op Maud had gekregen. Geene
enkele maal nog had hjj het meisje verrast als zjj
hare vurige blikken op den grooten kunstenaar had
gevestigd. Geheel vervuld met den trots van zijn
geslacht zou hjj nooit hebben geduld dat een kind,
dat zjjn naam droeg, afdaalde tot dien genialen man
zonder geboorte. Naar hem luisteren, zich met hem
vermaken, hem complimenteeren, dat kon. De
houding aannemen van een tevreden meester tegen
over een bevalligen dienaar. Maar hem als gelijke
behandelen, hem liefhebben? Dat zou eene ver
nedering zijn, die niet in het oude hoofd van den
edelman kon opkomen.
Op zjjn landgoed Duuloë, vlak bjj Dublin gelegen,
wachtte hjj sedert verscheidene dagen de komst
van Marackzy af. De musicus vroeg uitstel op
uitstel. Men zou gezegd hebben dat hij vreesde voor
lord Mellivan te verschjjnen. Op een morgen echter,
voorafgegaan door een telegram, dat het uur van
zjjne aankomst meldde, arriveerde hjj. Nauweljjks
was het rijtuig, dat hem bracht, het groote hek
binnengereden of Maud verliet erg bleek het salon
en sloot zich boven in hare kamer op. Lord Mellivan,
die op het perron stond, ging zjjn gast tegemoet en
stak hem de hand toe, maar Sténio boog eerbiedig
zonder haar aan te nemen en zeide op ernstigen toon
«Mjjnheer de markies, voordat u me ontvangt,
moet ik u de gunst verzoeken mjj een onderhoud
van enkele oogenblikken toe te staan. Niet voordat
u me gehoord hebt, kan ik weten of ik uw gast zal
worden of heengaan."
Lord Mellivan zag hem met een verwonderden
blik oplettend aan en bemerkte toen dat hjj niet in
jachtcostuum was, maar deftig gekleed. Op het
rjjtuig, waarmee hij gekomen was, stond ook geene
bagage, alsof hjj er niet op rekende lang te bljjven.
De markies begon bezorgd te worden en noodigde
den kunstenaar met de hand uit binnen te gaan.
Zonder een woord te spreken traden zjj het salon
binnen. Nadat het onderhoud een kwartier geduurd
had, ging de deur weer open en Marackzy kwam
naar buiten, uitgeleid door lord Mellivan. Op den
drempel maakte Slóuio nog een smeekend gebaar,
dat door den lord slechts met een minachtenden
glimlach werd beantwoord. De kunstenaar liet een
onderdrukten kreet hooren en wierp, toen de markies,
zonder zich verder om hem te bekommeren, weör
naar binnen was gegaan, een vurigen blik in het
rond. Op hetzelfde oogenblik werd het gordjjn van
een der vensters op de eerste verdieping opgetrokken.
Een blond kopje kwam te voorschijn, Marackzy wierp
het een wanhopigen blik als afscheid toe en sprong
met eene door de smart misvormd gelaat in het rijtuig.
Gedurende eenige dagen hield Miss Maud zich in
hare kamer opgesloten. Men zeide dat ze ziek was.
Daarna verscheen lord Mellivan, alleen van zjjne
jongste dochter vergezeld, weör in Engeland. Het
gerucht ging dat de oudste dochter van den markies
aan aanvallen van neerslachtigheid ljjdende was en
dat de geneesheeren haar alleen konden behouden
als zjj in de eenzaamheid en rust op het Iersche
landgoed bleef. De diepe droefheid, die lord Mellivan
Dooit verliet, scheen wel een zeker bewjjs voor de
waarheid van dit verhaal. Er waren echter lieden,
die goed op de hoogte waren en beweerden dat ze
Maud "met Marackzy in Duitschland hadden ontmoet.
Dit praatje nam zoo'n vlucht, dat de familie en de
vrienden van lord Mellivan het zich aantrokken en
besloten hem te waarschuwen. Hjj hoorde hen aan
zonder dat zjjn gelaat de minste ontroering vertoonde
en zeide toen op doffen toon, terwjjl hjj moeite deed
om te spreken: