/IlltlkZIISdl! NIEUWSBODE.
Donderdof/ 41 April 1889.
l\o5677.
advürïentièn,
1—1
Verschijnt D1NGSDAG, DONDERDAG en ZATl/RDAG De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1.60
regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdagi
45s,e Jaarg.
BEKENDMAKING.
r De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee maken bekend
dat op de Secretarie dezer gemeente te visie is gelegd
een verzoekschrift met bjjlagen van den heer H. M.
DEN BOUWMEESTER, houthandelaar, wonende in
deze gemeente, waarbij vergunning wordt gevraagd tot
het in werking brengen eener circuleerzaag, door mid
del van een windmolen tot het zagen van hout, (hout
zaagmolen) in zijne houtloods, staande op den Vis-
schersdjjk, plaatselijk gemerkt wjjk D no. 509, kadastraal
bekend sectie F no. 647
dat op Maandag den 15 April aanstaande, te.l2ys
uur des namiddags, op het Raadhuis dezer gemeente
in de Vergaderkamer van het Bestuur, gelegenheid zal
worden gegeven tot het inbrengen van bezwaren tegen
de oprigting van bedoelde inrigting
en dat zoowel de verzoeker als zjj die bezwaren heb
ben in te brengen, gedurende drie dagen vóór dien
tjjd, op de Secretarie dezer gemeente kunnen kennis
nemen van de ter zake ingekomen schrifturen.
Zierikzee, den 1 April 1889.
De Burgemeester en Wethouders,
J. P. N. ERMERINS.
De Secretaris,
J. F. VAN DER LEK DE CLERCQ.
Nieuwstijdingen.
Uit White Earth, in Minesota, komt het treurig
berigt van geloofwaardige bron, dat eenige dagen
geleden in de dun bevolkte buurt van Aitken, twee
kinderen op weg van de Bchool naar hunne woning
laat in den namiddag door wolven aangevallen en
verslonden zjjn; eenige beenderen met flarden hunner
kleederen werden nog gevonden, als bewjjs van het
noodlottige einde dier schepseltjes. Men veronderstelde
aanvankelijk, dat er niet meer dan twee wolven aan
dit drama deel hadden genomen, doch weldra kwam
een Indiaansch jager tot de ontdekking, dat het anders
was, toen by een groot aantal uitgehongerde wolven
ontmoette, in de nabjjheid waar die kinderen den
dood vondenmet bliksemsnelheid had hjj zjjn Win
chester geweer klaar en doodde er acht na elkander,
daarop vlugtte hjj in alleryl in een boom met de
gedachte dat zjjne ammunitie verschoten was, twee
bloeddorstige wolven hielden echter geduldig wacht
onder zjjne schuilplaats, belust naar buit en namen
niet de minste notitie van hunne acht verslagen makkers.
Eindeljjk begon de jager ook te denken aan het lot
dat hem te wachten stond, toen hij in een hoek van
zjjn tasch nog twee patronen vond met de overtuiging,
dat dit gelukkige toeval zjjne redding moest zjjn, mikte
hjj beraden en weldra was hjj de overwinnaar van
het geheele tiental. De bosschen in het noordeljjk
gedeelte van Aitken County hebben voor vele jaren
als toevlugtsoord gestrekt voor wild gedierte, doch
dit is het eerste geval in geruimen tjjd, dat zjj zoo
nabjj de settlements kwamen.
-Putlsrltltttrö.
Een twintigtal Duitsche knapen in een dorpje
even over de grens zoo wordt uit Vlodrop aan de
„N. Koer." berigt hadden 't in de school verbruid
en kregen daarvoor eene welverdiende straf. De meester,
een vjjand van Blaan, liet hun liever een uur straf
peloton loopen.
Met het verbolgenste gezigt ter wereld reikte de
meester ieder der knapen het noodige geld uit om drie
kilo meel op Hollandsch grondgebied te halen, en zond
hen met een barschen groet op weg.
Na verloop van anderhalf uur hadden de leerlingen
den strafmarsch gemaakt en deponeerde ieder zjjn drie
kilo by meester rondom den lessenaar.
Toen lachte de meester, want hjj had niet alleen de
jongens gestraft, maar zelf 20maal '/3 mark of 10 mark
verdiend. Dien man moet Bismarck Minister van Fi
nanciën te maken.
Onder de vele bljjken van vereering, welke de
Duitsche Keizer dit jaar, by gelegenheid van zijnen
geboortedag ontving, bevond zich een zangvogel
(spreeuw), die zoo is afgerigt dat bjj het Pruisische
volkslied en ook verscheidene militaire signalen kan
fluiten, terwjjl hjj telkens als er iemand in de kamer
trad waar hjj geplaatst was, „hoerak"riep. De Keizer
vond het dier, dat hem door een kleedermaker uit de
provincie Posen was aangeboden zeer aardig, maar
naar oud gebruik moest de spreeuw naar Posen terug.
De order daartoe was reeds gegeven en een der die
naren haastte zich om die uit te voeren en de kooi
met vogel uit de kamer weg te nemen, toen de slimme
vogel eensklaps een nieuw talent ontwikkelde door zoo
luid mogeljjk „Wilhelm Wilhelm te roepen, zoodat
de Keizerin zich voor den gevederden snapper in de
bres stelde en de toestemmiug verkreeg, dat hjj voor
goed in de Keizerlijke woning zjjn verbljjf mogt
houden. Aan den kleedermaker werd berigt gezonden,
dat zijn geschenk was aangenomen, doch met bjjvoe-
ging van 60 Mark als schadeloosstelling.
lukte het, 19 van de 23 passagiers der „Comtesse de
Flandre" behouden over te brengen. Prins Jeróme
Bonaparte met zyn secretaris Brunet werden nog bjj-
tjjd8 uit het water gered, maar 's prinsen bediende was
zoo uitgeput, toen hjj werd opgevischt, dat hij ondanks
alle pogingen spoedig overleed. De prins ontving eene
ligte kneuzing aan het voorhoofd, doch bekwam ove
rigens geen letsel. Zelfs het valies, waarin de prins zjjn
ka9 had geborgen, werd ondanks de mist nog opge
vischt- Overigens werd weinig van de „Comtesse de
Flandre" gered. De mail, met eene geldswaarde van
byna 500,000 frcs. ging geheel verloren. De „Princesse
Henriette", wie r voorsteven vrjj ernstig was beschadigd,
zette zeer voorzigtig de reis voort en kwam na mid
dernacht behouden te Ostende aan.
De „Princesse Henriette", die 14 passagiers aan boord
had, was eerst in het vorige jaar in Engeland gebouwd
en is terstond naar Antwerpen gezonden om gerepa
reerd te worden. De „Comtesse de Flandre" was in
1871 eveoeens in Engeland gebouwd en werd in het
vorige jaar hernieuwd. De stokers en machinisten van
deze boot kwamen allen met den gezagvoerder enden
luitenant by de ramp om. Zamen laten zjj 9 weduwen
en 32 onverzorgde kinderen na. Luitenant Vermeulen
die met den. commandant Housman op de brug om
kwam, was voor twee maanden getrouwd. Kapitein
Housman laat eene weduwe met vier kinderen na. De
matrozen werden op één na gered. Het geheele aantal
der slagtoffere bedraagt 15, voor zoover men dit getal
althans met juistheid heeft kunnen vaststellen.
Een der reizigers van de „Comtesse de Flandre", de
heer Thomas Weir, een ambtenaar uit Madras, die
behouden te Ostende aankwam, bevond zich met zjjne
moeder in het achterschip om half twee werden beiden
plotseling verschrikt door een hevig gekraak.
„Zonder mjj rekenschap te geven van hetgeen ge
beurde" vertelt de heer Weir „nam ik mjjne
oude moeder in mjjne armen en ging naar de brug, als
het ware voortgestuwd door den stroom der ontstelde
reizigers. Een verschrikkelijk schouwspel wachtte ons.
Slechts een gedeelte van het achterschip stak nog
boven het water uitde brug waggelde reeds, wjj
moesten vergaan. Dat onze boot door eene andere
boot in tweeën was gesneden, zagen wjj niet eens. In
den mist hoorden wij alleen dat booten werden neer
gelaten van een schip, dat zich in onze nabjjheid be
vond en welks alarmfluib ons met angst vervulde.
„Toen dacht ieder alleen aan zelfbehoud. Allen
drongen naar den kant, waar het schip moest liggen
en naauweljjks zagen wjj de booten naderen, of de
reizigers sprongen naar beneden. Met mjjne moeder in
den arm durfde ik niet springen. Ten einde raad wierp
ik toen mjjne moeder den matrozen, die eene redding
boot bemanden, in de armen. Toen ik zag dat zjj ge
red was, sprong ik haar na, maar ongelukkig kwam
ik met het hoofd tegen het touwwerk teregt, zoodat
ik mjj deerljjk wondde. Gelukkig behield ik mijne
tegenwoordigheid van geest. Ik herhaalde den sprong
en nu met beter gevolg, daar ik in do boot neerkwam."
De heer Weir is er afgekomen met eene niet ernstige
kneuzing, en zjjne 62-jarige moeder had niet het minste
letsel bekomen. De oude dame was natuurljjk zeer
ontsteld door de ramp, maar overigens wub zjj vol
komen wel.
Eene commissie is te Ostende bezig niet alleen om naar
de oorzaken van de ramp een onderzoek in te stellen,
maar ook hoe de bemanning zich in de consternatie
gehouden heeft.
Landverhuizers, die uit de Belgische gemeente
I.a Louvière naar Plata vertrokken, hebben naar
het „H. v. A." meldt brieven geschreven, waarin
zjj zeggen onderweg vjjftig passagiers ver
loren te hebben Allen klagen over het land
verhuizers-hotel te Buenos-Ayres.
en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd women. Oroote tetter wordt naar plaatsruimte berekend.
tegen de baren kampte, eindeljjk in de diepte. De man
wordt diep betreurd door zjjne weduwe met zes kinderen,
waarvan de oudste naauweljjks 12 jaren telt, maar ook
door een elk, die De Bruin achtte als een braaf en
oppassend huisvader, bekwaam schipper en trouwen
dienaar van zijn reeder. Zjjn zwager was niet gehuwd,
De logger „De jonge Gerard", van den reeder G.
den Duik, heden te Vlaardingen binnengekomen, rap
porteert, dat in den storm van Dingsdag ochtend bij
een golfslag overboord heeft gekregen, waarbjj de
schipper en eenige matrozen over boord zjjn geslagen.
man werd met dezelfde golf weer op het dek
23elg
te.
Een treffend ongeluk had, zooals in 't kort reeds is ge
meld, Vrjjdag in volle zee plaats tusschen de stoombooten
van den maildienst OstendeDoverde „Comtesse de
Flandre" en de „Princesse Henriette". Er hing een
dikke mist, zoodat men geen vjjf meter voor zich uit
kon zien. De „Comtesse de Flandre", die 's morgens
om 10 uur uit Ostende naar Dover was vertrokken,
scheen stil te liggen. De commandant Housman wist
niet precies waar bjj zich bevond en liet daarom stop
pen. Op hetzelfde oogenblik voer de „Princesse Henri
ette", welke denzelfden ochtend uit Dover was ver
trokken, de boot midden in den flank en sneed de
„Comtesse de Flandre" letterljjk midden door.
Ten gevolge van den schok barstte een der stoom
ketels, waardoor kapitein Housman en zijn luitenant
Vermeulen terstond het leven verloren. Onmiddeljjk
zonk het geheele voorschip met allen die er zich op
bevonden, doch het achterste gedeelte werd boven
water gehouden door de watervrjje schotten, waardoor
de passagiers en de matrozen, die zich daarop bevon
den, nog tjjd kregen zich te redden.
Van beide zjjden wordt beweerd, dat niets is verzuimd,
wat met het oog op den dikken mist moest gedaan
worden. De gezagvoerder van de „Comtesse de Flandre"
liet de groene, gele en roode seinlichten uitbangen,
terwjjl hjj steeds de stoomfluit liet werken. Daarbjj
was de zee zeer kalm, zoodat in dit opzigt geen ge
vaar dreigde.
Hetzelfde werd ook gedaan door kapitein Waffelaere
aan boord der „Princesse Henriette". Zoodra de mist
opkwam want het was helder, toen de boot uit
Dover vertrok kwam de kapitein met alle passa
giers op het dek. Allen luisterden, of zjj ook iets
konden zien of hooren, en zonder ongeval gingen eenige
booten voorbjj. Plotseling hoorde men eene stoomboot
ter linkerzijde en de „Princesse Henriette" antwoordde
op dezelfde wjjze, doch op hetzelfde oogenblik liep de
boot tegen de „ComteBse de Flandre".
Onmiddeljjk werden de booten uitgezet, en zoo ge-
iSlctoerl&nir.
'sGravonhajje, 2 April. (Eerste en Tweede
Kamer.) In de heden gehouden vereenigde zitting der
beide Kamers waren al de Ministers tegenwoordig.
Minister Mackay hield eene toespraak ter mededeeling
van de treurige omstandigheden, die aanleiding gaven
tot bijeenroeping der beide Kamers. Hjj herhaalde de
bekende feiten omtrent de storing in 's Konings werk
zaamheid. Den 16den Maart vroeg de Ministerraad
aan de geneesheeren des Konings en den consulteerenden
hoogleeraar Rozenstein inlichtingen omtrent 's Konings
toestand. Het gevraagde advies luidt:
Het chronische ljjden van Z. M. den Koning (suiker
ziekte en nierontsteking) heeft zoodanigen invloed
uitgeoefend, dat de Koning op dit oogenblik (19 Maart)
niet bjj magte is, zich met Staatszaken bezig te houden.
Volgens de medische ondervinding en de wetenschap
is in de naaste toekomst zeker geene verandering hierin
te wachten. Of de toestand ooit zoodanig weor zal ver
beteren, dat Z. M. de regering zal kunnen waarnemen,
kan niet met volle zekerheid worden beoordeeld.
De Raad van State was derhalve van oordeel dat
zonder uitstel de vereenigde zitting moest bjjeengeroepen
worden, om verslag te ontvangen van het voorhanden
geval ten einde een besluit te nemen bedoeld bjj art.
40 der Grondwet.
Onder de diepste stilte werd deze mededeeling aan
gehoord.
De Voorzitter verklaarde zeer bewogen en met diepe
ontroering het verslag van den Ministerraad te hebben
aangehoord.
Morgen te .2 uur zal de vereenigde zitting een be
slissing nemen.
Seheveuïtitreii, 31 Maart. Aangaande eene
ramp, welke onze visschersbevolking weder heeft ge
troffen, bragt de geredde matroos Djjkhuizen, die reeds
alhier is aangekomen, de volgende droevige bijzonder
heden mede
De logger „De jonge Gerard" lag in de streek van
Doggersbank, terwjjl de wind wel krachtig, maar 't
niet bepaald stormachtig was. Djjkhuizen was met
schipper De Bruin en diens zwager, den matroos Bui
tenhek, op 't dek, terwijl de overige bemanning beneden
was, om 't schoejjsel aan te trekken. De schipper had
juist zjjne kameraden aangeraden, zich goed vast
te houden, toen plotseling een van de veelvuldige
grondzeeën, welke daar ter plaatse voorkomen, den
logger zoodanig aangreep en op zijde wierp, dat, had
deze niet aan het trawlnet gelegen, hjj ten onderste
boven zou zjjn gekeerd. De schipper, zjjn zwager en de
geredde Djjkhuizen werden echter opgenomen en over
boord geworpen. Djjkhuizen kon nog een van 'ttrawl
uitstekend touw grjjpen, waarmede hij zich met ont-
zagljjke inspanning naar de verschansing trok, juist op
't oogenblik, dat zjjne kameraden, die beneden waren,
door den hevigen schok, welke de logger ondervond,
naar boven jjlden en zjjn angstgeschrei om hulp hoor
den. Dijkhuizen was spoedig binnenboord, maar de
beide andere drenkelingen waren reeds op tameljjken
afstand en men zag hen alle moge)jjke moeite doen om
boven te bljjven.
De bemanning, niets wenschende onbeproefd te laten
om hun schipper en diens zwager, die den logger met
stuiptrekkende oogen nastaarden, te reddeD, kapten
het trawltouw, waarmede 't net met visch verbonden
was, waardoor de schuit vrjjer in hare bewegingen kon
worden maar terwijl het onmogeljjke werd beproefd,
kon men den logger niet genoeg onder den wind krijgen
om redding te verleenen. Inmiddels streden de beide on-
gelukkigen een hartverscheurenden doodstrjjd. Schipper
De Bruin, een buitengewoon zwaar en forsch gebouwd
man, zwom den logger nog wel een kwartieruurs na,
maar verdween, evenals zijn zwager, die ook nog lang
e,6v...Uxlicu, terwjjl E. De Bruin met J. Buitenhek,
beiden Scheveningers, zjjn verdronken.
Zuidland, (eiland Voorne) 1 April. Het de
tachement der Koninkljjke maréohaussées, hetwelk zich
gedurende een jaar tot bewaring van orde en rust
hier bevond (wegens door de doleerenden ontstane on
geregeldheden) zal ons op hooger bevel heden verlaten.
Een welverdiend woord van lof omtrent de door hen
bewezen activiteit en hun degeljjk gedrag, mag hen
niet onthouden worden.
In oproerige en moejjeljjko tjjden hebben zjj ge
toond, dat bet bewaren vau dtf t^eubare orde en rust
uitstekend aan hen was toevertrouwd en de door den
brigadier Meyers, benevens de maréchausseés NeliBsen
en Pape bewezen diensten, zullen steeds door Zuid-
land's welgezinde burgerjj, dankbaar herdacht worden.
Een vjjftal personen, ieder tot 3 maanden gevange
nisstraf door de Rotterdamsche regtbank veroordeeld,
wegens verzet tegen de maréchausseés, ondergaan hun
welverdiende straf.
Ter Neuzen, 1 April. Heden morgen had aan
de losplaats van den spoorweg alhier een ernstig on
geval plaats. Den werkman J. d. B. werden bij het
rangeeren van een trein door eene locomotief beide
beenen afgereden, zoodat er alle vrees voor het behoud
van zijn leven bestaat. Dit en vroeger gebeurde onge
lukken worden grootendeels geweten aan het nalaten
van de noodige voorzorgen door dengenen, daarmede
belast.
De ongelukkige is na een vreeseljjk ljjden overleden,
nalalende eene weduwe met 7 kinderen.
Zierilcicee, 3 April. Heden vertrokken twee
huisgezinnen van hier naar de ArgeotjjnBche Republiek.
Te Brouwershaven is eene anti-revol. kiesvereeni-
ging opgerigt onder den naam: „Vaderland en Oranje"
Het Bestuur is zamengesteld uit de HH. J. W. Gunst
voorz., J. den Boer Secr., M. v. d. Bjjl penn.
Maandag deed de kantonregter te Tholen uitspraak
in de bekende zaak tegen den 15jarigen zoon van
J. van D. te Scherpenisse, die bjj spiritistische ver
gaderingen als medium dienst doet. In trance-toestand
verkeerende had hjj aan een paar personen verligting
van pjjnen teweeggebragt door hen eerst met water,
azjjn, enz. te bevochtigen en hen daarna met de handen
te strijken, voor welke handelingen hjj vervolgd werd,
beklaagd geneeskundige hulp verleend te hebben,
zonder daartoe bevoegd te zjjn.
De kantonregter veroordeelde hem tot 50 cents
boete, benevens°in de kosten. Zooals men weet was
eisch van het O. M. 10 boete.
Onder de opligterjjen, door den „Leidschen
millioenenheer" gepleegd, wordt aan de „Haarl. Ct."
het volgende staaltje uit Utrecht medegedeeld, waar
hjj winkelbediende was. Zjjn slagtoffer was eene hoogst
fatsoenlijke, doch niet met aardsche goederen gezegende
jufvrouw. Deze dame verkeerde veel ten huize van een
familielid van het jongo menscb wae agenteeee voor
eene Overjjselsche linnenfabriek en kreeg als zoodanig
de opdragt om den voorraad van Ijjfgoed, beddegoed
en verder huishoud-linnen voor den rjjk geworden
R. B. in orde te maken. Zjj ontving van hare fabriek
een voorraad goed tot een bedrag van pl. m. 700,
en maakte de verschillende goederen in orde, elk stuk
geborduurd met de adelljjke rangkroon vanjonkheer",
en daaronder een monogram van de letters R. B.
Betaling voor het aldus gemerkte ljjf- en huisraad-
linnen geschiedde natuurlyk niet, en de fabrikant
eischt thans betaling van de dame, die daardoor in
groote ongelegenheid is geraakt.
Zierilceee. Maandag 1 dezer nt u
digde voordragt van den heer Nathan van Vlissingen
ikend is had
mesting van
J op het Middelbaar Onderwjjs, houdende kennisgeving
I van de herbenoeming van de HH. Dr. J. K. de Bruyne
j en Mr. J. W. A. Schneiders van Grejjffenswerth tot
I Voorzitter en Secretaris dier Commissie.
Mr. J. P. Cau heeft berigt dat hjj om redenen van
gezondheid zjjne benoeming tot lid der Plaatseljjke
Schoolcommissie niet kan aannemen.
De Plaatseljjke Schoolcommissie beeft dientengevolge
eene aanbeveling aangeboden ter benoeming van een
lid in dat College, bestaande uit de HH. Mr. J. Lechner
en P. P. de Crane. Gekozen werd de heer Mr. J.
Lechner met 7 st.de heer P. P. de Crane verkreeg
4 stemmen.
De rekening en het verslag der Gasfabriek over 1888,
werd gesteld in handen eener Commissie, bestaande
uit de HH. Schneiders, S. J. Ochtman en Mulock
Houwer.
De Voorzitter deelt mede dat zjjn ingekomen de op
gaven van instellingen van weldadigheid ter voldoening
aan art. lObis der kieswet. Alleen van de Commissie
tot Soepuitdeeling is eene opgave ontvaogen van drie
personen. Deze opgave wordt ter beoordeeling opgedragen
aan eene Commissie, bestaande uit de HH. Zuurdeeg,
Fokker en S. J. Ochman. Gedurende de beraad
slaging dier Commissie werd de vergadering gesloten.
Na heropening verklaarde zjj dat door haar een
reeds vroeger genomen besluit werd gehandhaafd, dat
de Soep-Commissie geen instelling van Weldadigheid
was en alzoo de drie genoemde personen op de kiezers-
ljjst moesten bljjven. Met 10 tegen 1 st. werd
daartoe besloten.
De Voorzitter herinnert dat de kaaimuur tegenover
de Sleepkaai zeer bouwvallig is. Burg. en Weth. stel
len voor door den Raad gemagtigd te worden een
onderzoek te doen instellen op welke wijze daarin het
best is te voorzien en dit op te dragen aan den tegen-
woordigen aannemer der kaaimuren. Alzoo besloten.
Burg. en Weth. deelen den Raad mede, dat Mej.
Adriani, thans tjjdelijk aangesteld als onderwjjzeres
aan de Meisjesschool, in staat is deze betrekking defi
nitief waar te nemen. Ingevolge de Wet moet echter
alsnu eene vernieuwde oproeping worden gedaan
de Raad stemt hierin toe.
De Voorzitter bespreekt thans het in de vorige zitting
door den heer Fokker aangehaalde omtrent de regeling
der Brandweer alhier. Volgens zjjne meening is de
stand van zaken dezedat op het eind van 1886 eene
nieuwe verordening is vastgesteld, die op een paar woor
den na geheel eensluidend was met de vorige. Slechts
enkele personen hebben daarin grond gevonden om
aan hunne verpligtingen niet te voldoen, ofschoon zjj
hunne benoemingen hebben aangenomen. Deze zaak
is behandelt, ook met het bestuur der Brandweer en
Burg. en Weth. betwjjfelen nog zeer af die aanstellingen
onwettig zijn.
De heer Fokker dankt den Voorzitter voor de ge
geven inlichtingenhjj herinnert hoe deze laatste
verordening is tot stand gekomen en verklaart dat hjj
zich na de intrekking van het vorige besluit beschouwt
als niet meer by de Brandweer te behoorendit is
ook het geval mot andere personen. Volgens zjjne
meeniDg was er een eenvoudig middel, als de Raad
bepaalde dat zij die bjj het vorige reglement zjjn
aangesteld, ook onder het nieuwe worden ingedeeld.
De Voorzitter betreurt het dat men van eentwjjfel-
achtig regt gebruik maakt, doch verzekert nogmaals
dat de zaak door Burg. en Weth. in nadere overweging
zal worden genomen.
De heer van Manen zou aanbevelen eene algeheele
herziening der Strafverordeningen, waaronder ook deze
behoort.
Bjj de gewone omvraag des Voorzitters, vraagt de
heer van Manen of bjj het terrein van den heer Bevelander
op de plaats der geroeide boomen geene andere worden
geplant
De Voorzitter antwoordt hierop dat de langdurige
vorst oorzaak is, dat hieraan tot dusverre niet is vol
daan, doch dat alles daartoe in gereedheid is.
Daarna werd de Vergadering gesloten.
KERKNIEUWS.
stoet niet opscheppen op andere plaatsen, want anders
wordt hij met de el uitgemeten, zooals in Tholen bij de
schippers
Jantje moest liever de kastelein betalen,
Dan kan hjj weêr wat anders halen
Maar 't is met Jan ook zoo gesteld
Veel beweging en weinig geld.
Haagsche Brieven
's Gravenhage, 1 April 1889.
Men kan thans geen stap doen in Den Haag of men
hoort praten van 't Regentschap. Iedereen kraamter
zijn wijsheid over uit en weet precies te vertellen hoe
het moet gaan. Daar al die lezingen volstrekt niet
overeenstemmen, schijnt het mjj toe wel zoo verstan
dig te wachten totdat de Regeering hare lezing
de eenige authentieke zal gegeven hebben van
hetgeen de Grondwet eischt. Wellicht zal zjj dit reeds
morgen in de vereenigde zitting doen. Maar noodig
is het niet. Zij behoeft enkel, volgens art. 39 dei-
Grondwet, aan de Staten-Generaal het ad vies van den
Raad van State mede te deelen en van het voorhan
den geval verslag te doen. Het is zeker geen te
stoute veronderstelling aan te nemen dat de Premier
eenvoudig zijn mededeeling, de vorige week aan de
Tweede Kamer gedaan, zal herhalen met eenige toe
voegingen, en dat de vereenigde vergadering der
Kamers, een of twee dagen later, na eerst b. v. een
commissie benoemd te hebben om haar rapport uit
toebrengen, zal beslissen dat het
geval aanwezig ia.
- go val iiauv
Zoodra dat besluit is afgekondigd door den Voor
zitter der vereenigde vergadering, houdt deRaadvan
State op om het Koninkljjk gezag waar te nemen
totdat de Regent zal zijn benoemd. Ten onrechte is
beweerd dat binnen een maand de Regent moet be
noemd zjjn. Alleen verplicht de Grondwet den Raad
van State, belast met de waarneming van het Ko
ninklijk gezag, binnen ééne maand een wetsontwerp
ter voorziening in het Regentschap aan te bieden,
zonder te bepalen dat dit ontwerp terstond moet be
handeld worden. Feiteljjk kan dus de Raad van State,
of kunnen de Staten-Generaal de tijdelijke waarne
ming door eerstgenoemd College rekken. Men heeft
wel gewezen op art. 35 der Grondwet die dit zou be
letten, omdat het dadelijk een Voogdijwet eischt,
zoodra is uitgemaakt dat de Koning buiten staat is
geraakt te regeeren, maar het schijnt mjj toe dat
ons omtrent die voogdij n\'L v
De Grondwet eischt wel
'gdij niet bezorgd hebben te maken.
een wet ook in dit geval op
QDYCVl 1
de voogdij, maar stelt hoegenaamd geen termjjn ei
voor. Er is dus ook geen reden voor de Regeeringom
zich te dezen aanzien te haasten. Feitelijk zal dus de
Raad van State zoolang kunnen regeeren als de Re
geering en de Kamers het goed zullen vinden, altijd
zoolang de Koning in leven blijft. Is daarin nu zoo
veel bezwaar gelegen? Moet men die tjjdeljjke Re
geering door den Raad van State voorstellen, zooals
het Dagblad heeft gedaan, als indruischende tegen
den nationalen zin, de constitutioneel-monarchale be
grippen van ons volk? Ikkanhetnietinzien. Ontegen
zeggelijk, is een eenhoofdig bestuur om honderderlei
redenen beter en zou deze zaak veel eenvoudiger heb
ben kunnen aft™™"4 P 1 B
bereid had verklaard
indien H. M. de Koningi
[in zich
Zierilcieee. Maandag 1 dezer had de aangekon-
igde voordragt vau den heer Nathan van Vlissingen
plaats bjj den heer M. Franken. Geljjk bekend is had
deze rede ten doel om de teelt en de mesting van
varkens te bespreken en bleek uit hetgeen door den
heer Nathan werd verhandeld, d t hjj een jjverig voor
stander van dn nithrnv»;AJ--
-j- WH yveri
van de uitbreiding dezer dierensoort is.
Op boejjende wjjze besprak hjj de oprigting
zjjn abatoir te Vlissingen en de levensvatbaarheid van
hetzelve, wanneer de Zeeuwsche landbouwer meer ge
neigd werd, om, in navolging van andere Provinciën,
„.ink mnar tot de varkonsfokkerjj te bepalen; hjj deed
g van wat hjj als bereisd persoon, niet slechts
onze Noordeljjke streken, maar in verschillende
landen van Europa op dit gebied had leeren kennen
en waardeeren; noemde daarbjj eenige kollossale cjjfers
van geslagte varkens aan verschillende abatoirs, tevens
aantoonende hoe groote doorverzendingen van geslagt
varkensvleesch dit artikel binnen korten tjjd in vele
froote plaatsen een beteekenisvolle mededinger van
et rundvleesch was geworden en lastte er op humo
ristische wjjze tusschen, hoe begeerljjk men dit geregt
in de Engelsche restauraties weet toe te bereiden en
op te di8schen. Ook verzuimde Spreker niet op te merken,
dat vooral die soorten varkens voorkeur verdienen,
die het meest vatbaar zjjn voor de opname van vleesch-
gehalte en prees als zoodanig bjj name eenige rassen
aan.
Onder de bestaande toestanden was het zjjne stellige
meening dat de varkensteelt eene winstgevende zaak
voor den landbouwer zou worden, indien dezelve met
eenigen lust en zaakkennis werd aanvaard, dat hjj zich
in deze gaarne tot eenige voorlichting disponibel stelde
en tevens zeer te waardeeren aaubiedingen deed, waar
men mogt genegen zjjn met één of meer vreemde
exemplaren eene proef te nemen, daarbjj evenwel gaarne
erkennende met de voorspiegeling van het stoffelijk
voordeel van anderen ook het zijne te bedoelen.
De heer Nathan eindigde zjjne korte toespraak met
den wensch dat dit gesprokene eenige vruchten mogt
afwerpen voor de toekomst en hoezeer hjj had gewenscht
voor een talrjjker gehoor het woord te hebben mogen
voeren, let hjj meer op de kwaliteit dan op de quan-
titeit der hoorders en dankte mitsdien voor de belang
stelling waarmede zjjne uitgesprokene rede gevolgd
was, terwjjl hij met de meeste welwillendheid zich voor
debat en verdere inlichtingen houdt aanbevolen.
De Voorzitter der afdeeling Zierikzee bedankte daar
na met een woord van waardering den geachten
Spreker en gaf vrjj beid tot het aangeboden debat,
waarvan door eenigen der aanwezigen werd gebruik
gemaakt en waaruit zich eene onderlinge bespreking
die men gerust met den naam van ge-
„«.ncuveling zou kunnen bestempelen en waarbjj
het andermaal bleek dat de heer Nathan weder de
regte man op de regte plaats was en nog menigen
nuttigen wenk ten beste gaf.
Ziex*il£zee, 3 April. In de heden gehouden
zitting van den Gemeenteraad waren afwezig de HH.
Moolenburgh on Schneiders van Grejjffenswerth.
Verschillende brieven van Gedep. Staten betreffende
goedkeuring van Raadsbesluiten werden voor kennis
geving aangenomenbenevens brieven van. eenige
benoemden, waarbjj zjj kennis geven hunne benoeming
aan te nemen.
Ingekomen is een brief van de Commissie van Toezigt
Door het Kiescollegie der Herv. Gem. te Zierikzee,
zjjn herbenoemd tot Ouderlingen de H.H.H. M.
de Bruyn de Neve Moll, F. J. Vorstheuvel Labrand
en C. J. v. d. Bouten tot Diakenen de H.H.: M. Boogaart,
J. E. v. d. Bout en F. C. v. d. Vliet.
Da. Wierts van Coehoorn, pred. te Nieuwerkerk in
Duiveland, heeft het beroep naar den Bommel (Flak-
kee) aangenomen.
Op het drietal van predikanten te Dordrecht komt
voor ds. D. J. Karres te Bruinisse.
Gemengde Berig;teu.
Jfcleue schrandere vrou w-
Een van de gasten van Crispjjn
Die vaak zoo dronken als een zwjjn
Bjj vrouwlief wederkeerde,
Werd onlangs door zjjn echtvriendin
Een poets gespeeld aan hoofd en kin,
Die hem die kwaal verleerde.
Toen hy door d' inhoud van het fust
Bedwelmd, te huis in diepe rust,
Zijn roes lag uit te slapen,
Vreesde de vrouw geen tegenweer
En hurkte naast den dronkaard neer
Met een tweesnjjdend wapen.
Zjj knipte hem, tot boete en straf.
Dra snor en baard en hoofdhaar af
En schoor nog daarenboven,
Zjjn hersenkas zoo kaal en glad
Dat hjj geen enk'le peil meer had,
Om hem een kool te stoven.
Mynheer ontwaakt en staat verstomd,
Zoodra hjj voor den Bpiegel komt,
En waant zich pasgeboren
Toch vat bjj dra wie in den slaap
Hem even als een weerloos schaap,
Het haar heeft afgeschoren.
Hy kjjkt zyn vrouw wel duivels aan,
Doch heeft geen moed om uit te gaan
Met zulk een kalen knikker
En wordt nu in zjjn droevig lot
Door zjjne vrienden nog bespot,
Die arme schoenen-flikker.
Hoe hard de les ook is geweest,
Hjj houdt zich trouw nu bjj zjjn leest
En maakt geen enkel foutje.
En heeft hjj van die nare kroeg
Voor heel zjjn leven nu genoeg,
Dan, hulde aan zjjn vrouwtje!
De gevangenis te Maastricht is tegenwoordig zóó
overbevolkt, dat eenige gevangenen naar elders moes
ten worden overgebragt. Zelfs zjjn twee gevangenen
vandaar naar Groningen vervoerd, om daar hun straf
te ondergaan. In België worden thans vele zelf
moorden gepleegd tengevolge aanzienljjke faillissemen
ten. Eene weduwe St. Anna. wordt aangeraden haar
tongetje wat in toom te houden, en niet te zeggen
dat zjj zooveel afval heeft, want anders zal het wissel
kantoor van Johannes nog ophouden. Te O. wordt
een gemet land gevraagd om te contracteeren tegen 10
gld. voorschot om meiden op te zaajjen voor rietje pie
zou er in den ouden heiligen weg geen land zjjn om
te bezaajjen De blaauwe van Tholen moest zoo'n
reeds nu te worden.
Maar niemand zal het der Koningin euvel duiden dal
zjj, bjj het leven van haar man, en terwijl zjj vooral
haar echtgenoot zoo uitstekend vérzorgt, niet reeds
op de rechten wil vooruitloopen, die haar na doode
des Konings wettigljjk zullen toevallen. En is dit
zoo, weigert de Koningin volstandig reeds nu Regentes
te worden, dan zie ik zelfs in een langdurige waar
neming van het Koninklijk gezag door den Raad van
State veel minder bezwaar, dan wanneer een enkel
staatsman hij moge Van Reenen of Heemskerk
heeten er mede wordt belast. Waarom Omdat
het begrip van onschendbaarheid van den Konink-
ljjken gezaghebber, dat onze Constitutie beheerscht,
veel beter bewaard blijft, zoodra een College optreedt,
dan wanneer een enkel 1:~ 1
in handen heeft. De
haar ook bekleeden
zjj mag ze.
zelfs van partijdigheid zal
-0r
gewoon sterveling dat gezag
in handen heeft. De Koninkljjke waardigheid wie
baar ook bekleeden moge is als de vrouw van
esar: zij mag zelfs niet verdacht woi'den. Den
schijn zelfs van DartiidicrhAïd -/«i j§'
leider van het e
5. - sen enkel persoon,
;a a "—o* 016 niet van koninklijken bloede
IS, veel minder ontgaan, dan een college als de Ed
van State, waarin mannen van ver
zitting hebben.
'schillende richting
Waarom ducht het Dagblad die regeering van een
college dan zoo? Zou het waarljjk meenen dat het
Koningschap schade zou lijden, dat het volk niet zou
ontwennen aan het denkbeeld van door een Vorst te
moeten geregeerd te worden en meerrepublikeinsche
gevoelens wortel zouden schieten bjj het volk? Dan
zou dat blad bljjk geven van volkomen onbekendheid
met de gevoelens van de groote meerderheid des
volks De liefde voor Oranje zit te diep in ons volks
leven ingeweven dan dat de natie in droevige tjjden
als wij thans beleven zich zou afwenden van het Vor
stenhuis, omdat tijdeljjke maatregelen noodig zjjn.
Integendeel, met te meer vreugde zal het volk den
dag weer begroeten waarop die treurige omstandig
heden zjjn opgeheven en het weer aan het hoofd van
den Staat een spruit uit het Oranjehuis zal kunnen
begroeten.
En treurig zijn de omstandigheden thans zeker.
Zeldzaam is zeker het geval waarin tegelijk een voogd jj
over kind en vader te sprake moet komen. Door de
voogd jj wet ten aanzien van Prinses Wilhelmina dach
ten wij reeds alle gevallen voorzien te hebben, en
thans is de vraag nog of voor den Koning zelf geen
voogden zullen moeten benoemd worden. Te verkla
ren is het dan ook zeker dat de Regeering zoo lang
mogeljjk gedraald heeft alvorens aan den eisch der
Grondwet te voldoen. Maar thans kon het niet anders.
Het lijden van Z. M. kan nog lang duren, zonder eenige
de minste hoop op beterschapZ. M. gevoelt zich zeer
afgemat en de onrustbarende symphonen, dat zjjn de
urine-verschjjnselen, het gevolg van de nierziekte,
verergeren steeds.
Trots den vrjj hoogen toon die in de Hofkringen
op het Loo is aangeslagen tegen de particuliere be
richtgevers, met het doel om de onfeilbaarheid aan te
toonen van de officieele bulletins, kan men moeielijk
beweren dat deze laatste veel licht hebben verspreid
of nog verspreiden. Zjj waren van den beginne af, in
raadselen gehuld. Dat de hèeren op het Loo op zoo
onverstandige wijze tegen de pers zijn uitgevaren,
heeft hier ter stede veel afkeuring verwekt.
Zie berigt uit 's Gravenhage.