BIJVOEGSEL ZIEIIKZEESCflEH NIEUWSBODE van ZATURDAG o JANUARI 1889. BEÜOORENDE BIJ DEN Aan <!e Liberale Kiezers in hel district Tholen Eene noodlottige verdeeldheid heerscht bij deze verkiezing onder U. Mogen wij U wijzen op het gewicht der tijdenhoe de oogen der tegenpartij thans juist gerigt zijn op de Provinciale Staten, om ook deze zachtaan „om" te zetten. Welnu, van uwe verdeeldheid kan en zal zij juist gebruik maken om den zetel in de Provinciale Staten, die door den Heer BOLIER, zoo waardig ver vuld werd, te bemagtigen. Moogt gij daar aan medewerken Immers neenLaat daarom alle persoonlijke kwestie's rusten en brengt, om der wille van het beginsel, eenparig uwe stemmen uit op den Liberalen Candidaat. Samenhang en Zelfstandigheid. Om aan een staat, als geheel, de noodige kracht te geven, moeten de samenstellende deelen goed ineen sluiten en allen onder één bestuur staan, welk bestuur de noödige macht moet hebben, om voor het geheel op te treden, zonder door de onderdeelen in zijne werking belemmerd te worden. De waarheid van deze stelling is door de ervaring in onze eigen geschiedenis bevestigd; in de dagen der Republiek, toen steden en provinciën souvereine macht hadden en hunne samenwerking tot algemeene maatregelen van haar eigen goedvinden en toestem ming afhing, ontbrak aan het landsbestuur dikwijls de noodige kracht, stuitte het niet zelden op groote belemmeringen en werd dadeljjk handelen, hoenoodig soms, in ieder gevai Dëlet door cle noodzakelijkheid van langdurige onderhandelingen. Terecht heeft men dus, bij het herstel onzer onaf hankelijkheid, tevens 's lands eenheid bevestigd, zooals die in den tijd onzer verdrukking reeds tot stand gekomen was. De eenheid van den staat moet derhalve door een krachtig gezag gehandhaafd worden. Die overtuiging kan echter, evenzeer als dfe zorg voor de rechten der samenstellende deelen in de dagen van onze republiek oorzaak was van een te zwak vèrband, tot overdrijving leiden en oorzaak worden, dat het staatsgezag zijn bemoeiingen te ver uitstrekt en de noodige vrijheid van beweging aan de samenstellende deelen beneemt. Die overdrijving is niet van eenigeu regeeriugsvorm afhankelijk. Terwijl in ons land, onder een éénhoofdig bestuur, die overdrijving niet bestaat, wordt zij wel aangetroffen in het ge- meenebest Frankrijk, waar de Regeering van den Staat alles in handen heeft, maar dan ook alles in de war is als die Regeering de teugels laat glippen. Hier te lande is, en dat is een der eerste voorwaar den van de kracht, de hechtheid onzer instellingen, het geheim der juiste verhouding van gezag en vrijheid, waarin wij ons verheugen, aan het Staats gezag de noodige kracht gegeven, zonder de onder deelen in de vrijheid meer te belemmeren dan noodig is. Wij hebben een Koning, die de eenheid van den Staat vertegenwoordigt en over het geheel regeert, doch tevens een burgerij, die volledige vrijheid geniet op elk gebiedstaatkundig en maatschappelijk, vrij heid van denken en gelooven, van spreken, schrijven, drukken, een vrijheid, die alleen beperkt wordt in zoover de zorg voor de rechten en vrijheden van anderen er door benadeeld of belemmerd kunnen worden. Wij hebben een Koning, die onschendbaar is, en daarom het aanzien der regeering hoog kan houden, maar daarnevens Ministers, die voor elke regeerings- handeling verantwoordelijk zijn. Wij hebben een regeering, belast met de uitvoering en eene rechterlijke macht, belast met de handhaving der wet, maar daarnaast eene volksvertegenwoordi ging, wier toestemming noodig is voor de uitvaardi ging eener wet. Wij hebben de middelen om het gezag lehandhaven maar daarnevens'de middelen om tegen willekeur of verkrachting der wet recht le bekomen. Maar wij hebben meer: naast de eenheid van den staat, voor zoover die noodig, en de vrijheid voor iederen burger in zoover die met aller vrijheid be staanbaar is, hebben wij de zelfstandigheid onzer ge westelijke en gemeentebesturen. Evenals de staat vormt iedere provincie en iedere gemeente een zelfstandig geheel, dat in zoover het een deel is van het geheel, aan de voor allen geldende algemeene wetten onderworpen is, maar overigens binnen de grenzen door de algemeene wet gesteld, zijn eigen belangen behartigt, naar eigen inzicht. Even als de Koning en de Ministers met de Staten- Generaal het geheele land regeeren, zoo besturen de Commissaris des Konings met de Gedep. Staten en de Provinciale Staten de provincie en de Burge meester en Wethouders en den Gemeenteraad de Iedere gemeente, en iedere provincie staat op zich zelve en is onafhankelijk van andere provinciën of andere gemeenten, in die mate zelfs, dat wanneer gemeenten of provinciën gemeenschappelijke belangen te behartigen hebben, zij hoogér machtiging behoeven, om daarover gezamenlijk te bferradslageu. Die zelfstandigheid der provinciën en gemeenten, zooals zij hief geregeld is, doet aan den samenhang van het geheel geen afbreuk, omdat zij alleen geldt voor de inwendige huishouding, maar is van groot belang voor den bloei van den Staat, omdat iedere provincie, iedere gemeente hare eigen belangen door haar eigen vertegenwoordigers en bestuurders veel beter kan doen behartigen, dan dit zou kunnen ge schieden door een algemeen landsbestuur, dat on mogelijk zoo goed op de hoogte kan zijn van de plaatselijke belangen en behoeften als een plaatselijk bestuur dat zijn zal. Een ander en niet minder gewichtig gevolg van de zelfstandigheid der provinciën en gemeenten is dit, dat de goede gang van zaken in ons land veel minder afhankelijk is dan elders van de samenstelling van het landsbestuur. Toen eenige jaren geleden ons land een tijd lang zonder Ministerie was, bleef in het land toch alles goed gaan. En waarom? Omdat in alle deelen van den Staat het plaatselijk gezag toch werkzaam bleef. Of er Ministers zijn in den Haag of niet, toch gaan in iedere gemeente van ons land, van de kleinste tot de grootste, de zaken hareq geregelden gang en in iedere provincie evenzeer, da-ar ieder bestuur op eigen Jieenem staat aifcnieLaan ep.n.nl^emeen en leiband loopt. Er is daarbij nog eene belangrijke zaak: de Mi nisters zijn, wel is waar te zamen aan het hoofd der regeering en ieder aan het hoofd van hun departement geplaatst, maar ook da&r treden zij niet op om na r persoonlijke willekeur te handelen, doch ter uitvoering van de wet, tot uitoefening van bevoegdheden, die hun bij de wet zijn toegekend. En daarom kan in ons land zelfs tijdelijk een Mi nisterie gemist worden, omdat de Ministers wel de dragers zijn van het gezag, maar het gezag zelf voort vloeit uit de wet, die blijft al verdwijnen de Ministers en dus toch iedereen in den lande weet, wat zijn rechten en verplichtingen zijn. Zien wij zoo, dat in het algemeen in ons land naast handhaving van het gezag, waarborg tegen willekeur, naast zorg voor de orde een gepaste vrijheid, bij den onmisbaren samenhang van het geheel, de even noodige zelfstandigheid der onderdeelen gevonden wordt, wij zullen dit overal aantreffen, ook waar wij nu, met de wet in de hand, sommige zaken meer in het bijzonder en van nabij zullen behandelen. Nieuwstijdingen. Gmcrifln, Uit New-York wordt gemeld, dat van daar een achttienjarige schaatsenrijder Joseph F. Donoghue reeds naar Nederland is vertrokken, om aan de wedstrijden, die daar gehouden mogten worden, deel te nemen. Hij heeft in zijn land talrijke overwinningen op de ijsbaan behaald. Barnum heeft zjjne zaken aan lcaut gedaanmen zegt dat hij 25 millioen gld. rijk is. De deken der geneeskuudige faculteit der aca demie te Baltimore en verscheidene professoren zijn in hechtenis genomen, als beschuldigd van het drijven van handel in lijken. De ligckamen der personen, die in 't hospitaal stierven, verdwenen telkens, zonder dat men kon ontdekken waar zij bleven. Zoo werd onlangs nog het lijk vermist van een visscher, die in het hos pitaal was verpleegd geworden. Reeds langen tijd vermoedde men, dat de profes soren der geneeskundige faculteit hun beroep er van maakten, die ligchamen te verkoopen aan genees- heeren, die zich op de ontleedkunde toelegden, ja zelfs aan hen, dio gaarne in 't bezit wilden zjjn van een geraamte. De concierge der school, een neger, heeft zelfs in 1886 eene blanke vrouw vermoord, alleen met het doel' het ligchaam voor 15 dollars aan den man to brengen' Uttslïtn'b. De Czaar heeft, voor bet eerst sedert jaren, den Paus met Kerstmis zjjDe gelukwenschen. doen aanbieden. 2SialU- Koning Humbert heeft bij de ontvangst der depu- tatiën van Kamer en Senaat zjjne tev redeolfeid geuit over den verrigten parlementairen arbeid. Hij zeide verder, dat zijn vurigste wensch was de handhaving van den vrede, en dat met den goeden wil en het ernstig streven der groote Mogendheden deze wensch „ook nog voor 1889" zou worden vervuld. JFranftrijjft. In het Zuiden van Frankrijk hebben langdurige stortregens op vele plaatsen overstroomingen ver oorzaakt: De spoorweg tusschen Tarascon en Cette staat onder water. Te Arles, waar een gedeelte van den „Faubourg des Templiers" is overstroomd, zijn twee huizen ingestort. Te Tivoli, bij Mende, ver keert een gezin, dat, ondanks alle waarschuwingen, hun huis niet wilde verlaten, in groot gevaar. De be woners van het huis zijn romdom door het water in geslotenhet moet onmogelijk zijn hen te redden en elk oogenblik kan het huis op hen instorten. Op vele plaatsen is ook het telegrapisch verkeer verstoord. Yan verlies van menschenlevens ia tot dus verre nog niets berigt. Een wonderlijke familieraad. Zekere B. te Massignac, dep. Charente, had inbraak gepleegdzjjn vrouw en zoon berigtten hem, toen hjj thuis kwam, dat de politie de zaak had ontdekt en hem zou ver volgen. B. besloot zich van kant te maken, daar hjj als recidivist een streng vonuia verwachtte. Er werd nu een familieraad belegd, om uit te maken hoe dat zou geschieden. De een stelde ophangen voor, maar dat wilde B. niet, zeggende dat een opgehangene er zoo leelijk uitziet. Verdrinken vond hjj te koud in dit jaargetij. Eindelijk viel de keuze op doodschieten en den volgenden morgen schoot B. zich inderdaad dood met een geweer in een nabijgelegen bosch. ie. Zaturdag werd te Brugge de zaak behandeld fegen zekeren E. Werquin, beschuldigd van opligterjj ten nadeele van personen in België en Nederland. Er werden 26 getuigen gehoord. Genoemde persoon had zich onder den naam van zjjn broeder Réné als horlogemaker te Sluis gevestigd, en, daar zjjne zaak vrjj goed opging, begon hjj ook aan trouwen te dénken, zoo gaf bjj nl. voor. Esn „trouwpak" werd besteld, eene woning gehuurd, een hoed gekocht enz. enz. tot op een goeden dag de horlogemaker verdwenen was, niet alleen zonder iets te betalen maar met de meeste horloges, hein tuever- trouwd. Allerlei gissingen omtrent zjjne verblijfplaats hoorde men, tot het eindeljjk de Brugsche politie, geholpen door enkele aanwijzingen van de Sluische, gelukte hem in handen te krjjgen. Dadel jjk werd hjj geborgeD, want hij had reeds voor dergelijke zaken zes maanden te goed. Nu Zaturdag werd hij veroor deeld tot. 3 jaar gevangenisstraf en 100 fr. boete. 2ficis«rlan&. Amstordam, 2 Jan. Naar men mededeelt is hier ter stede uit Transvaal teruggekeerd de Heer J. Hulshof, Nederlandsch ingenieur en beëedigd Berg- probirer in Anhalt, die namens eene combinatie onder leiding van de Maatschappij tot Bevordering der handelsbetrekking tusschen Nederland en Zuid-Afrika (directeur W. Dull) op verschillende plaatsen in de Zuid-Afrikaausche Republiek goudhoudende gronden heeft onderzocht. Dit onderzoek heeft geleid tot het ontwerpen van oen plan tot oprigting van eene Nederlandache mjjn- maatschappij met een werkkapitaal van 600,000 tot exploitatie van 60 claims, in de Witwatersrandsche goudvelden gelegen. Binnenkort zal de inschrijving op bovengenoemd kapitaal hier ter stede worden opengesteld. Een bedelaar te Amsterdam vroeg dezer dagen aan een matroos „meneertje, geef me een paar centen om brood te koopen. Ik heb den ganschen dag nog niets gehad." „Och kom," antwoordde Janmaat. „Ga maar meê." Vol verwachting stapte de bedelaar naast den zeerob, die eenige oogenblikken later een bakkerswinkel bin nen stapte en een flink brood kocht. Buiten komende reikte hij het den ander over, die er zich mede wilde verwijderen. „Hé wat vriendjeriep de matroos. „Je had zoo'n honger zei je. Nu ook vreten voor den d.. .r." „Maar meneertje ik heb pas „Geen meneertjes, hoorVreten zal je." Tegen wil en dank was de bedelaar verpligt het brood naar binnen te werken, tot groot vermaak van enkele omstanders. Toen bij het bjj na op had verwijderde de matroos zich, hoogst voldaan over zjjne weldaad. rSTymogren, 3 Jan. Men_zal zich herinneren, dat ten vorigen jare alhier een strijd ontstond over de be noeming van een hoofdonderwijzer^ aan de openbare school voor gewoon lager onderwijs te Hees, en dat de gemeenteraad weigerde uit de voordragt van den schoolopziener een hoofdonderwijzer aan die Bchool te benoemen, maar iemand buiten de voordragt om tot hoofd dier school benoemde, wjjl men een alleszins goed- geloovig katholiek aan het hoofd wenschte geplaatst te zien. Die benoeming werd door den Koning vernie tigd, waarop de Raad die school van gewoon lager onderwijs in eene voor uitgebreid lager onderwjjs veranderde. Dit mogt echter niet beletten, dat Gede puteerde Staten, toen de Raad na tot benoeming nit de voordragt des schoolopzieners te zjjn aangemaand, nog weigerde daaruit eene keuze te doen, deden wat de Raad had belmoren te doen, en mitsdien een hoofd der school voor gewoon lager onderwjjs uit die be twiste voordragt benoemden. De gemeenteraad heeft thans het verkeerde ingezien om aan die school eene andere bestemming te geven, en heeft in zijne zitting van Zaturdag het besluit, 1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1889 | | pagina 3