ZIERIKZEESCHEN NIEUWSBODE B IJ VOEGSEL van ZATCRDAG 15 NOVEMRER 1886. belioorende bij den Vergadering van den Gemeenteraad te Zierikzee, gehouden den 8 November 1886. Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester. Afwezig Mr. Schneiders van Greijffenswerth. De notulen der beide vorige vergaderingen worden gelezen en behoudens een paar opmerkingen van de HH. Boeije en van Manen goedgekeurd. De Voorzitter stelt aan de orde de voortzetting der be handeling van de Gemeentebegrooting voor 1887 en stelt namens Burg. en Weth. voor, den gasprijs in 1887 te bepalen op 9 ets. per kub. M. De heer Six herinnert het voorstel der Commissie tot onderzoek der begrooting, die heeft voorgesteld den tegen- woordigen gasprijs te behouden, met bepaling dat de fabriek aan de gemeente jaarlijks eene uitkeering zal doen it 1 Cts. van elke kub. M. verkocht gas. De Voorzitter opent de algemeene beraadslagingen. De heer Six verklaart, dat de Commissie niets meer te voegen heeft bij hare reeds gegeven toelichting van het voorstel. De Voorzitter zegt, dat Burg. en Weth. zich tegen dit voorstel verklaren. Hij gaat na de geschiedenis der gasfabriek en verklaart thans niet te wenschen tot reorganisatie over te gaan. Het voorstel van Burg. en Weth. is gedaan als het ware op aandrang der gasverbruikers, daar de prijs van het gas in vele steden lager is dan hier, terwijl de goed- koope prijzen der petroleum en verbetering der lampen aanleiding zou kunnen geven tot minder verbruik, dat finan cieel bezwarend voor de fabriek zou zijn. De Weth. Houwer verdedigt het voorstel van Burg. en Weth. om den prijs voor het volgend jaar op 9 cts. te be palen. Hij wijst op den toestand der tabriek, die bijna 30 jaar bestaat, en alzoo zoowel aan gebouwen als kanalisatie vernieuwing en uitbreiding vordert. Dat zal natuurlijk geld kosten en dit zal dan wederom gevonden moeten worden uit de gasprijzen. Ook met het oog op de lage petroleumprijzen is hij voor verlaging, daar vermindering van debiet nadeelig zou werken op de exploitatiekosten der fabriek. De heer de Looze wijst er op, dat thans reeds de 13de termijn van aflossing van het kapitaal der fabriek daar is, zoodat beter over zeven jaar tot eene reorganisatie kan worden overgegaan. De heer de Crane zal voor het voorstel stemmen, daar het vooral de winkeliers zal drukken en hij vreest dat velen van het verbeterde en goedkoope petroleumlicht zullen ge bruik maken. De heer W. A. Ochtman zegt, dat de Commissie zich op een verkeerd standpunt- geplaatst heeft; de gemeente heeft thans reeds-Voordeel van de fabriek, daar de geheele exploitatie barer straatverlichting ten laste der fabriek komt en zij feitelijk dus slechts 5 a cts. per kub. M. betaalt. Hij is dus vóór het voorstel van Burg. en Weth. De heer Zuurdeeg vindt de voorgestelde prijs van het gas voor de verbruikers nog te hoog en vind het onbillijk dat zij moeten betalen de kosten der exploitatie van de verlichting ten behoeve der gemeente. Hij zou een nog lageren prijs willen, met bepaling dat de gemeente de kosten harer eigen verlichting zal betalen. De heer Six bespreekt de conclusie der Commissie, die hij in het belang der gemeente acht. Hij gaat na de ge schiedenis der laatste jaren en wijst er op hoe bij verhooging van gasprijzen het aantal verbruikers niet noemenswaardig ver minderde. Hij gelooft niet dat de tegenwoordige gasver bruikers over het algemeen zulke booze menschen zijn, dat zij bij behoud van den tegenwoordigen gasprijs zich onmid dellijk petroleum-verlichting zullen aanschaffen. De heer van Manen is in het algemeen voor het voor stel der Commissie. Zeker zijn de tegenwoordig lage petro leumprijzen nadeelig voor de gasfabrieken, doch hij gelooft niet dat een voorzigtig gasverbruiker dadelijk alles zal opruimen en zich eene petroleum-verlichting zal aanschaffen. Daarenboven do toestand der gemeente-financiën is niet rooskleurig te noemen en daarom acht hij eene billijke versterking daarvan noodig en nuttig. Hij stelt echter voor, dat bij het voorstel der Commissie zal gevoegd worden //tot zoolang de gasprijs niet hooger is dan 10 cent". Dc heer Six verklaart dat de meerderheid der Commissie zich met deze toevoeging kan vereenigen. De Voorzitter wijst nogmaals op de organisatie der fabriek en blijft het voorstel van Burg. en Weth. verdedigenhij vreest bij niet-aanneming nadeel voor de fabriek en alzoo nadeel voor de gemeente. De heer Gocmans is tegen het voorstel der Commissie; heeft het gemeente-budget versterking van financiën noodig, dan wil hij eene directe- en geene indirecte-belasting en zou hij liever het bedrag van den Iloofdelijken Omslag verhoogen. De zaak is in het leven geroepen om de stad eene behoor lijke verlichting te geven en thans wordt hij door de gas verbruikers die eigenlijk luxe-branders zijn, in stand ge houden. Er wordt echter voor de gasverbruikers niet zooveel gedaan als men wel zou wenschendaar de drukking op verschillende uren erg ongelukkig iszoodat men verpligt is er behalve gas ook nog petroleum op na te houden. De gemeente verdient reeds genoeg aan de fabriekdoor de zorg voor hare verlichting. De heer Boeije is tegen het voorstel der Commissie, ook omdat hij het verkeerd acht thans wijziging te brengen in de regeling der gasfabriek, die in 1875 gedaan is. Indien het voorstel der Commissie aangenomen werd, zou het eene vermomde belasting voor de gasverbruikers wordenterwijl het voor de gemeente toch slechts een onzeker inkomen zou opleveren. Hij is ook tegen het ver-strekkende voorstel van den heer Zuurdeeg, dat wel een gelijk lot te wachten staat als dat van de Commissie. De heer van Manen beantwoord in korte woorden de ge maakte bedenkingen en wijst ook op de onzekere bate der Zelkasch. De heer Moolenburgh zal de vergadering niet lang bezig houden. Hij wil den Voorzitter diens eigene woorden niet herinnerenals zou de begrooting wel eenigzins geflatteerd zijn, maar wil opmerken, dat met zekere soort koelbloedig heid de ontvangsten hooger worden opgegeven dan zij waar schijnlijk zullen zijnzoodat de begrooting denkelijk niet met een goed- maar met een kwaad slot zal eindigen. De Commissie zocht dus naar een middel om op eene bijna ongevoelige wijze de inkomsten der gemeente te ver hoogen. Is dat standpunt zoo onbillijk? Er is gezegd, de ingezetenen zijn de grootste steun voor de gasfabriek. Maar indien dit waar is, zou ééu mensch gas gebruiken voor het genoegen der gemeente, of voor zijn eigen gemak? Hij herinnert wat bij oprigting der gasfabriek werd gesproken reeds toen werd daartegen gewaarschuwd en gezegd: wij doen het niet om de gemeente te gerieven, maar voor ons zeiven. Hoe minder de fabriek oplevert, des te meer moet de belas tingschuldige betalen, die geen gas gebruikt. Al is ook het lot van het voorstel niet twijfelachtig, het meerendeel der Commissie meende het toch te moeten doen. De heer Zuurdeeg wijst er nogmaals op dat het onbillijk is, dat de ƒ2000, die de gemeente geniet voor de exploitatie van hare verlichting, betaalt worden door 200 gasverbruikers. Hij stelt voor den prijs van het gas te verminderen met 3 cts. per K. M. De Voorzitter verklaart, dat hij met schrik gehoord heeft, dat hij zou gezegd hebben, dat de inkomsten geflatteerd zijn. Alleen de opbrengst der Zelkasch is wat hooger geraamd dan zij waarschijnlijk zal zijn, doch dat is eene buitengewone inkomst, die alleen tot eindregeling der begrooling wordt aangewend. Burgemeester en Wethouders verklaren zich tegen het voorstel van den heer Zuurdeeg.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1886 | | pagina 1