ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
No. 5265.
4L2sle Jaarg.
Donderdag 29 Julij 1886.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Algemeen Overzicht.
Nieuwstijdingen.
©ngelunfc.
JÜtanfetijÜ.
Verschijnt PINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60.
8 regels 80 Cts.meerdere regéls 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter
ADV E RTENTIËN, van 1-
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen, dat er op Vrijdag den 30
Julij e. k., des namiddags te 2 uur, op bet Raadhuis
alhier, eene openbare Vergadering van den Gemeente-
jRaad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 28 July 1886.
De Burgemeester,
J. P. N. ERMERINS.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN
Mededeeling van ingekomen stukken. Benoeming van
een lid der Plaatselijke Schoolcommissie. Aanbieding
der gemeente-rekening over 1885, enz.
Kostelooze KOEPOKINENTING
en HERINENTING.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend,
dat in deze gemeente gelegenheid zal zijn tot Koste
looze INENTING en HERINENTING, op Donder.
<lag: den 3S> July des namiddags te 2
uur, in bet Gebouw der Vereeniging „Volksbelang"
in de Nieuwe Boogerdstraat, wijk D. no. 213.
Hij acht zich verder verpligt de ouders en andere
belanghebbenden op te wekken de Koepokinenting bij
kinderen in de eerste levensmaanden te doen plaats
liebben, omdat dit, volgens de deskundigen wenscheljjk
is in het belang van de volksgezondheid en van de
gezondheid der te vaccineeren kinderen zeiven.
Zierikzee, den 26 July 1886.
De Burgemeester,
J. P. N. ERMERINS.
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER van Zierikzee,
Gelet op eene Circulaire van den heer Commissaris
ties Koninga in deze Provincie van den 13 Mei jl.
(Prov. blad No. 76),
brengt ter kennis van de Miliciens Verlofgangers der
lig ting 1883 behoorende tot het 3e Regemenl Infanterie
dat zy tot de werkelijke dienst zijn opgeroepen en op
11 Augustus 1886 des namiddags vóór 4 ure bij bun
Corps tegenwoordig moeten zijn, voorzien van hun
verlofpas en van al de voorwerpen van Kleeding en
Uitrusting door hen by hun vertrek met groot verlof
medegenomen
terwijl bun onder bet oog wordt gebragt dat zoo zij
In gebreke blijven op den bepaalden dag onder de
wapenen te komen, zij bij latere opkomst zooveel langer
in dienst zullen worden gehouden en dat zy voorts
worden gewezen op art. 145 der Militiewet volgens
hetwelk de Verlofganger, die niet aan de oproeping
voldoet, als deserteur zal worden behandeld.
Zierikzee, den 27 July 1886.
J. P. N. ERMERINS.
De Koning is doodDe Koning leve Dat boort
meu gelukkig maar eene enkele maal, wanneer de
Vorsten der aarde, evenals hunne onderdanen den tol
aan de natuur moeten betalen. Maar des te meer hoort
mende Minister is gevallende Minister is opge
treden In alle landen schier, is dat aan de orde van
den dag en het is goed dat men, hoe ook gevallen
Ministers worden betreurd, geen rouw over hen behoeft
te dragen, want dan zou het wel overal schier een
eeuwige rouw zijn. Maar als de KoniDgen henen gaan
blijft meestal de richting der Regeering dezelfde; bij
verwisseling van Ministers is meestal verandering van
stelsel het geval en dan liefst zoo, dat die elkander
opvolgen, ook elkanders werk weder, door een geheel
ander vervangen. De natiën profiteeren daarbij niet.
De proeven, die nu met het eene, dan met het andere
stelsel genomen worden, houden veelal de gewenschte
ontwikkeling en altyd de afdoening van zaken tegen.
Men kan daarom wel zeggen, dat de dagen van Ka
binetswisselingen, in zekeren zin altijd dagen zijn van
rouw, droeve dagen die, hoe ook door velen met blijd
schap begroet, nimmer als gelukkige beschouwd kunnen
worden.
Gladstone is gevallen Salisbury is opgetreden Zoo
klinkt het in het naburig Eng;elaiia, waar, mis
schien meer dan ergens elders, de worsteling der par
tijen een gedurig sterven en opstaan te zien geeft.
Gelukkig als men zoo valt als de nu afgetreden
Engelsche Premier. Hij viel voor zyn beginsel, en de
tijd zal moeten leeren of hij,_ dan wel zijne tegen
standers in den rechten weg zijn geweest. Vrijdag
avond kwam Salisbury, door de Koningin ontboden,
van zijne buitenlandsche reis terug en werd door
eenige honderden te Londen met gejuich ontvangen
en begroet. Of dat juichen gegrond was, zullen wij
niet beslissen. Zeker is, dat hii eerst zijne staatkundige
vrienden wilde raadplegen, alvorens bij de Koningin
te gaan en zooals zich begrijpen laat, is bet publiek
met de dagbladen reeds druk in de weer om de namen
te noemen van de nieuwe Ministers en de rollen onder
hen re verdeelen. De conservatieve Minister schijnt
«enigen steun te willen zoeken bij de liberale Uaionisten
en men noemt reeds de heeren Goschen en Hertog van
Argyll als die in het nieuwe Kabinet zitting zullen
nemen. Het Parlement telt, volgens de laatste be
rekening 322 conservatieven, doch waartoe Harrington
en Chamberlain met hunnen aanhang echter niet be-
hooren. Valt er omtrent den aanstaanden loop der
zaken nog niets te zeggen, dit is zeker, datdelerscbe
quaestie wel op den voorgrond zal blijven, dat daar
over nog heel wat strijd zal worden gevoerd en dat,
zoo de behouders zegevieren, de stormen van andere
zijde wel ontrustend zullen opsteken. Naar men zegt,
heeft de Ierscbe leider Pavnell zich door Gladstone
laten bewegen om voorloopig geene oppositie tegen
het nieuwe Ministerie te voereu. Men wil Salisbury
eens goed doen uitkomen in zijne ware bedoeling en
wanneer deze er voor ia om de conservatieven hun zin
te geven, dan mag men als zeker aannemen, dat
weldra eene geduchte oppositie zal worden gevoerd.
Het proces tegen den rijken en aanzienlijken Sir
Charles Dilke is met zyne veroordeeling afgeloopen,
want de gezworenen hebben indirect verklaard, dat hij
aan overspel schuldig was. Men beklaagt den hoog
geplaatste n niet, die zoo diep gezonken is, maar be
jammert het wel, dat by daardoor in de politieke
wereld onmogelijk is geworden en dat een staatkundige
loopbaan, waarvan groote verwachting was, nu voor
goed gesloten is.
Nadat wij in ons vorig overzicht mededeelden, dat
de finantiëele toestand in Frankrjjk niet zeer
gunstig was eene mededeeling die wij deden op grond
van officiëele gegevens, is de Minister van Financiën
komen verklaren dat men den toestand der geldmid
delen niet als ongunstig moet beschouwen. Hij ontkent
niet, dat de ontvangsten verminderden, maar beweert
dat dit voor een deel opgewogen wordt door de
intrekking van credieten. „De vlottende schuld" zegt
hij „is aanmerkelijk verminderd en tengevolge van de
ruimte van geld in de schatkist kan de betaling der
September-coupons worden vervroegd." Deze rooskleurige
voorstelling heeft wel een aangenamen indruk gemaakt,
maar de bedachtzamen meenen, dat men niet te haastig
zijn moet om zich te vleien.
Voor eenige dagen was er vrees voor eene Minis-
teriëele crisis in Spanje. De bui is echter spoedig
overgedreven. De Minister van Financiën en van open
bare werken, die men beweerde dat aftreden zouden,
schijnen daarvan terug gekomen te zijn en de Konin
gin—Regentes moet daarmede zeer ingenomen zyn.
De Cortes gaan eenige vacantie nemen om bij hunne
terugkomst vele hoogst gewichtige belangen te regelen.
In Italië blijft nog altyd de cholera groote ver
woestingen aanrichten en vertoont zy zich telkens
weder op andere plaatsen. Van den omvang der epi
demie getuigt onder anderen een bericht uit Napels,
dat in het nabijgelegen Francaville reeds 1500 gevallen
waren voorgekomen, waarvan 500 metdoodelyken afloop.
Ook te Triest werden in de vorige week een vijftal
personen aangetast en was er een sterfgeval. Meer en
meer legt men er zich eindelijk op toe om de epidemie
tegen te gaan, maar het is daar te lande ook al zooals
veelal elders, het spreekwoord van het verdronken
kalf en het dempen der put.
Terwijl weder Vorstelijke samenkomsten voorbereid
worden, komen de Ministers maar eens in de badplaatsen
bij elkander om over de politieke aangelegenbeden te
spreken. Veel gewicht werd door sommigen gehecht aan
eene zamenkomst van Bismarck met Oostenrijksch eersten
Minister, maar anderen beweren, dat dit slechts eene
gewone jaarlijksche zamenkomst is en dat er veel meer
beteekenis ligt in het bezoek dat de Russische Minister
Giers aan den Pruisischen Minister brengt. Men be
schouwt dat al& een bewijs van de goede verstandhouding
tusschen Duitschland en Rusland, ofschoon vele gebeur
tenissen in de laatste maanden reden gaven om daaraan
te twijfelen. Men zegt dat de Russische Premier ook
met den Oostenrykschen confereeren zal, maar waar
zulke groote heeren tezamenkomen, wordt wel eens te
spoedig aan eene politieke beteekenis gedacht en
vergeet men dat deze heeren evenals alle menschenkin-
deren voor hun genoegen op reis gaan en dan ook hunne
buitenlandsche collegas wel eens ontmoeten willen.
Londen, 26 Julij. Salisbury is heden middag
van Osborne te Londen teruggekomen. Hij heeft de
opdragt om een Kabinet te vormen aangenomen. Het
nieuwe Parlement zal 5 Aug. bijeenkomen om den
speaker te kiezen. Na eene zitting van ongeveer 9 dagen
zal het tot October verdaagd worden.
Hevige donderbuyen en hagelstormen hebben in
bet Westen van Engeland aanzienlijke schade aange-
rigt. Te Liverpool Jiep de halve stad ondertwee
metselaars, die bezig waren een riool te probeeren,
-werden door de hevige regens in het riool gedreven
en kwamBu om het leven. Op de kust hadden ver?
scheiden schipbreuken plaats.
Terzelfder tijd woedde een vreeselyke storm in ver
schillende gedeelten van Frankrijk. Te Armentières,
in het Noorden, sloeg de bliksem in eene vlasspinnerij,
vanwaar de brand naar de omliggende gebouwen over
sloeg. In het geheel werd eene schade van tweehonderd
duizend gulden aangerigt.
In Bordeaux werden door den hevigen wind ver
scheidene daken van de huizen gerukt, en op ver
schillende plaatsen zijn de wy"n-en tabakoogsten totaal
vernield. Te Nogaro, in het departement Gers, werden
8 personen, die onder een boom schuilden, door den
bliksem getroffen, waarvan 6 op staanden roet gedood
werden.
Boven Réole en omstreken rigte de hagel groote
verwoestingen aan. De gebeele oogst is vernietigdde
grond is met druiven en vruchten bedektde tabak
is verloren; het koren, dat nog niet in schoven ge
bonden was, beeft veel geleden. In de stad zijn de
lantaarns en vensterruiten bjjna overal gebroken. De
hagel hield ongeveer een kwartieruur aande hagel -
steenen waren zeven centimeter in doorsnede en wogen
60 gram.
De vermoedelijk hoogste prijs, die ooit bij een
enkelen wedren is behaald, werd den 23 Julij in Sandown
Park (by Londen) gewonnen. Bij de Eclipse-Stakes
was de eerste prijs 10,000 pd. st.de renbaan was
V/A mijl. Aan de rennen namen deel 13 paarden
bet paard van mr. Barclay, „Bendigo", gereden1 door
T. Cannon, behaalde den eersten prijs.
In de Laguystraat te Parijs stond verleden
Woensdagavond eene Mme R. met haar kindje van
een '/i jaar in de armen voor het venster. Plotseling
zag zij haar dochtertje Rosine, drie jaar oud, zich uit
het raam buigen. Ia haar schrik stak de moeder de
armen uit, zoodat haar zuigeling naar beneden stortte
eu de kleine Rosine, verschrikt door den gil, dien zij
slaakte, onmiddellijk volgde. Deze laatste werd niet
ernstig gekwetst, doch het kleine kind werd dood op
genomen. Men had alle moeite om te beletten, dat de
vrouw in hare radeloosheid de kinderen nasprong.
Amsterdam, 26 July. Gisternamiddag te vier
uren, en tot laat in den avond, waren de Lindengracht,
de Westerstraat en omliggende buurten in rep en roer.
Wat was er gebeurd? Over de Lindengracht bij de
Lijnbaansgracht had men, ter genoegzame hoogte, uit
de bovenramen van een paar tegenover elkaar gelegen
buizen, een touw gespannen, in het midden er van een
paling opgehangen, om, zooals vroeger, b. v. op de
Wetering, plagt te geschieden, terwijl men met een
schuitje er onder doorvoer, dien paling er af te trekken.
Nu is zoodanige handeling sinds lang by politie
verordening verboden, zoodat, juist toen het trekken
voor de veertiende maal had plaats gehad en het nog
zes keeren geschieden moest, een paar agenten, op
grond van dit verbod, zeiden dat men het spel zou
staken en het touw wegnemen. Maar jawel, wie meende
dat aan dit alleszins regtmatig verlangen zou worden
voldaan, had buiten de palingtrekkers en de vele
omstanders gerekend, en toen een der agenten, na
herhaalde sommatie, zich naar boven van een der
woningen begaf en het touw doorsneed, had men de
poppen aan 't dansen.
Niet alleen dat men de agenten te lijf wilde, maar
hier en daar werd de straat opgebroken en slingerde
reeds menige steen door de lucht. Een der agenten,
die daarop een toevlugt zocht in de broodbakkerij
van J. G. Wissingh, hoek Lindengracht en le Linden-
dwarsstraat, zou het, ware hij er toen weer uitgekomen,
zeer zeker hard te verduren hebben gehad. Men riep
toch niet minder dan „gooi er hem weêr uitof Btop
'm in den ovenGelukkig was de bakker humaan
genoeg om noch aan den eenen noch aan den anderen
eiscb te voldoenmaar daardoor steeg dan ook de
woede van het volk ten top en bleef er in een oog
wenk geen glas of roei van zijn benedengevel heel.
Den anderen agent drong men in een kelder, waar
bij aan de mishandeling van de menigte was bloot
gesteld, totdat er hulp opdaagde van het politie-bureel
aan de Noordermarkt. De inspecteur van politie Boas,
die, aan het hoofd van een detachement agenten, de
menigte eerst sommeerde uiteen te gaan, werd met
een hagelbui van steenen begroet. Gevolg hiervan was
dat men al spoedig van den wapenstok, en later ook
van den sabel moest gebruik maken, zoodat er aan
beide zyden gewonden vielen en een 25-tal personen
werden gearresteerd. Na deze arrestatiën hield het
feitelijk verzet wel op, maar hielden tot ruim tien uur
de zamenscholingen nog aan, zonder dat echter de
politie andermaal behoefde tusschen beide te komen.
Toen de stryd geëindigd was, werden er van de
burgera 4, en van ae agenten 18 gewonden naar het
Binnen Gasthuis vervoerd. Drie der burgers en 16 der
agenten konden evenwel, nadat hunne wonden waren
verbonden, weder vertrekkenvan de drie anderen
was de toestand ernstig genoeg om hen in het gasthuis
te behouden.
Het 7e reg. infanterie en detachement 3e reg. huzaren,
waren, gedurende de ongeregeldheden, in de kazernes
geconsigneerd om, ware het noodig geweest, tot adsi-
stentie der politie te hebben kunnen optreden.
In het geheel werden Zondag ongeveer 20 politie
agenten en 40 burgers gewond.
Maandag was het oproer nog ontzetfcender. Dien.
morgen werden de straten van stadswege weer ge-
maakt, doch eenige belhamels braken die weer op.
Des middags omstreeks half drie werdeu op een der
bruggen over de Lindengracht,het tooneel der „paling-
trekkery" van den vorigeu dag, eene roode en eene
zwarte vlag geplaatst. Men zong er het lied der
„vryheid." De jongens begonnen de straten weer op
te breken, om steecea in voorraad te hebben tegen
den tijd, dat de openbare magt zich vertoonen zou.
De straatjongens moeten zelfs kalmweg met een
hamer groote straatsteenen in tweeën geklopt hebben
en die stukken in manden geworpen, welke zij daartoe
van huis hadden meegebragt.
Toen het volk tegen den middag in den omtrek van
de Lindengracht, wel verre van naar de aanmaningen
der politie te luisteren, eene aanvallende houdingaan-
nam, werd het terrein afgezet door een 80-tal huzaren
en ongeveer 200 infanteristen, een magt, die langzamer
hand tot ongeveer 500 man aanwies.
Maar ook die ernstige waarschuwing bleek vruch
teloos. Mannen, vrouwen en kinderen begonnen in
roekeloozen overmoed barricaden op te werpen van
straatkeyen en zoodra de militairen,aanvankelijk zonder
vuur te geven, dat trachtten te beletten, werden zy
uit ramen en van daken begroet met een hagelbui
van straatsteenen en dakpannen.
Uit den waan, dat er wel niet anders dan met los
kruit zou worden geschoten, werden de oproermakers
al heel spoedig gewekt. Want toen zich een hunner
met eene roode vlag op de barricade vertoonde,viel
er óén schot en één doode. Niettegenstaande dat
bloedig voorbeeld, trachtte een tweede een zwaren
steen uit een zolderraam op het hoofd van een cave-
lerist te werpen, en ook hij zonk tegelijkertijd doode-
lijk aan het hoofd getroffen neder.
Erger werd het nog omstreeks 4 uur.
Duizenden menschen waren op de been, die even
zoovele kwaadwilligen schenenwant het geheele
publiek nam eene hoogst vijandige houding aan jegens
de politie, die zeer hard bestookt werd.
Ongeveer 6 uur kwamen een 200 man infanterie,
onder bevel van den kapitein Wijnaendts, en een half
escadron huzaren, 80 man, onder den lsten luitenant
Bothnie Andreae, op het terrein aan. Zy zetten de
Noordermarkt en de kruispunten nf en toen een sectie
infanterie zich in de Boomdwarsstraat waagde, werd
ook zij met straatkeijen begroet.
Toen werd na drie sommaties, een ligt geweervuur
geopend, wat gedeeltelijk hielpmaar de belhamels
gingen weldra voort met steenen te werpen en toen
werd met kortere tusschenpoozen geschoten.
Dat was een tooneel óm nooit te vergeten. Het
vuren hield geregeld aan, weerklonk door de straten
en overstemde bijna het luide weeklagen en geschreeuw
der woestelingen. Toch werd voortgegaan met het
werpen van steenen. Hier en daar vielen gekwetsten
en dooden neder, die op de straat achterbleven, terwijl
de menigte in eene onbeschrijfelijke verwarring weg-
vlugtte. Een oogenblik daarna werden de lijken en
gekwetsten door vrienden in handkarren naar het
politiebureau op de Noordermarkt gebragt en telkens
weer zag men menschenligchamen wegdragen, die
vree3elijk verminkt en bebloed waren. Tevens werden
talrijke personen in hechtenis genomen, sommigen nog
met steenen in de hand. Naar wij vernamen, werd ook
een man gedood, die als het hoofd der steenwerpers
werd beschouwd.
Tegen 7 uur werd opnieuw versterking gezonden, en
het opperbevel gevoerd door den luit.-kolonel Simon.
Volgens mededeelingen van vertrouwbare zijde, waren
om zeven uur in het bureau 8 dooden en een nog
grooter getal gekwetsten binnengebragt, die, nadat hun
daar de eerste hulp was verleend, met ry tuig of rader-
baar naar het gasthuis werden gebragt.
Ruim acht uur werd in de Lindendwarsatraat opnieuw
met steenen gegooid, doch zonder dat het thans noodig
was te vuren, werd hier de menigte uiteen gedreven,
welke zich in de omliggende buurten verspreidde.
Aanhoudend werden muiters gevangen genomen, en
geruimen tijd geleek de Noordermarkt, waar reeds
vroeg de weekmarkt was opgeruimd, een oorlogskamp,
waar onder het dik geboomte de infanterie was opge
steld, de huzaren waren afgestegen en de artillerie
eveneens bijeen was.
Toen te negen uur de troepen in de omliggende
buurten de menigte uiteen deden gaan, was vuren
opnieuw noodig en wel op de Prinsengracht bij de
Noordermarkt, waar tot driemaal toe werd geschoten.
Hierbij werd o.a. een kanonnier in hechtenis genomen,
die aan het verzet deelnam
Terwijl het nu op de Noordermarkt en in den naasten
omtrek rustig was, werd het gevaar verder en in de
Jordaan grooter. In de Anjelierstraat werden de huzaren
op keisteenen onthaald, en tpen daar op de menigte
werd gevuurd, werd één persoon gedood en werden
verscheidenen gekwetBt. In de Prinsenstraat werden alle
lantarens uitgedraaid, de weg versperd en de straat
opgebrokenook daar werd op de menigte geschoten.
Natuurlijk bleven de nieuwsgierigen in die straten uit
hunne vensters kjjken. Hun werd echter aangezegd,
dat zij hun vensters te sluiten hadden. Ook in de
Tuinstraat werden steenen, dakpannen, ja zelfs een
emmer als werptuigen gebruikt en een infanterist werd
daarbjj aan het been geraakt, zoodat hij voor den dienst
ongeschikt was. By al deze rumoerige wjjken bleef de
Willemstraat als gewoonlijk door hare ordelievendheid
uitblinken en waar de Willemstraters konden, stonden
zij de politie bij.
Het waren onder meer twee Willemstraters, Jacobus
en Leendert Mens, zonen van wijlen den zoogenaamden
„Koning van de Willemstraat," die Maandagmiddag
de opróervlaggen van de lantarens op de „Zaturdagsche
brug" (Lindengracht) rukten.
Te kwart voor elven moest de Prinsengracht by de
Brouwersgracht ontruimd worden. Ook daar werd met
steenen geworpen en met drie salvo's geantwoord. Dat
de menigte het trouwens niet alleen bij steenengooijen
liet blijven bleek uit het feit, dat op een der infanterie-
officieren met een revolver uit een raam in de Linden-
straat werd geschoten en dat een agent van politie een
gevaarlijke messteek in de borst ontving. By dit laatste
vuren werden vijf personen gewond.
Daar in „Regt voor Allen' (het blad, waarbij Domela
Nieuwenhuis redacteur is) het volk opgeruid is om bij
oproer te Amsterdam de Bank niet te sparen, gelijk te
Parijs door de „communards" gedaan was, werd reeds
vroeg in den avond een versterkte magt voor deNe-
derlandsche Bank geplaatst.
Tegen twaalf uur kwam de hoofdcommissaris van
politie Steenkamp, op het terrein met den heer Van
Schermbeek, hoofdcommissaris van politie te's-Hage.
Verder bleef het zoowel op de Noordermarkt als in
de omliggende straten rustig. Wel bleet een troepje
nieuwsgierigen nog bier en daar kijken, maar lang
zamerhand gingen allen heen. De infanteristen sloegen
op de Noordermarkt hun bivouac op, de huzaren evenzoo,
maar toch bleven zoowel zij als de politie nog waakzaam.
De manschappen der artillerie waren ongeveer 11 uur
afgetrokken en de politie was gedeeltelijk weder naar
hare sectiën teruggekeerd.
Met uitzondering der naaste omgeving van het tooneel
des onheils, hadden de'overige stadswijken een kalm
aanzien.
In het Binnengasthuis zijn Maandagavond 37 per
sonen binnengebragt, die meer of minder ernstig waren
gewond.
Veertien personen waren reeds gestorven voor dat
zij aankwamen, en Maandagnacht stierven nog vijf
anderen, terwjjl er nog drie gewonden bijkwamen.
De aan het Gasthuis verbonden geneeskundigen hadden
fedurende den geheelen nacht handen vol werk om
e gekwetsten te verbinden en te verplegen. Dingsdag-
morgen werden de naaste betrekkingen, oudera, echt-
genooten, kinderen bij de gekwetsten toegelaten, om,
zoover dit noodig was, hunne identiteit te bewijzen.
Vele andere personen, die familieleden misten, kwamen
met angstig kloppend hart vernemen of hun man, of
vader of broeder in het gasthuis was opgenomen. Wan
neer zij dan in de gedoode personen hun bloedverwant'
berkenden, dan vervulden zy de lucht met hunne
jammerklagten en geschrei.
Het getal politieagenten, dat door de straatsteenen
werd geraakt en gekwetst, is ongeveer veertig. Slechts
een viertal is daarbij ernstig verwond en ongeschikt
voor den dienst.
De toestand van den inspecteur Bos, die Zondagavond
zoó ernstig mishandeld werd, is nog altijd zorgwekkend,
evenals die van den politie-agent, die een messteek in
de borst had gekregen.
Op en om de Noordermarkt is het Dingsdag rustig
gebleven. Wel bleven er vele nieuwsgierigen verzameld,
doch de orde werd niet verstoord en de politie hield
de menigte voortdurend circuleerende. Behalve de
mariniers, die in de Noorderkerk zijn gebivouaqueerd,
zijn de troepen voorloopig ingerukt.
Een locaal onderzoek op het terrein van woeling en
gisting doet dadelijk zien, dat de Eerste Lindendwars-
straat en de Boomstraat bloedige tooneelen te aan
schouwen gaven. In beide straten kan men in vele
deur- en raamposten, ja zelfs in de muren kogelgaten
ontdekken. De bewoners waren hier in hunne huizen
niet veilig, zoodat dan ook een man, die kalm eene
pijp zat te rooken op zijne bovenwoning (Lindenstraat
hoek Lindendwarsstraat) een kogel door het hoofd kreeg
en doodgeschoten werd. In het benedenhuis, een wijn
huis („De Kat in den Wijngaard" genaamd) ging een
kogel door eene ruit dwars door den ballon eener lamp
en kwam in bet buffet teregt.
In de Boomstraat, zoo werd door een ooggetuige ver
zekerd, droppelde het bloed te 7 uur Dingsdag ochtend
nog naar de goot der straat, ofschoon eene flinke
regenbui veel deed afvloejjen.
Zonder o verdry ving kan het geheele getal dooden
op 30, dat der gekwetsten op 100 gerekend worden.
Onder de dooden zijn twee broedersteen Zaanscbe
handelsreiziger en eene jonge vrouw.
Een barricade-held, sociaal democraat, Leendert van
Dij k genaamd, die zich met eene roode vlag op een hoop
steenen vertoonde, werd door een geweerschot gedood.
Ia het „Weekbl. van het Regt" voert mr. Joan
Bohl een warm pleidooi tegen de voorstanders van het
„laissez-faire-systeem" ten opzigte de opruijende
sociaal-democraten. Wij ontleenen daaraan de volgende
ook o. i. zeer juiste opmerkingen
Het landsbelang eischt, dat het Hoofd van den Staat
geëerbiedigd wordt. Wie het door woord of daad
kwetst, vergrijpt zich aan het Rijk, ja brengt het,
naar gelang van omstandigheden, in gevaar. Alle edele
•geesten der oudheid erkenden dit, en alle lateren be
aamden wat Gaetano Filangiere in zijn „Scienza della
Legislazione", V. 30, zegtHet kostbaarste leven voor
een Land is dat van den vertegenwoordiger der souve-
reinifceit des yolks; dat van zijn eerste opperhoofd.
Durft dien burger dien boogsten waardigheiddrager
misdadig treffen, dan verliest het gezin der burgery
zyn vader, de algemeene veiligheid wordt geschokt,
de maatschappelijke orde verwoest, de majesteit van den
troon of van het gemeenebest door het slijk gesleurd."
Blijkt de beleediger eeu persoon, die eigenlijk, als
te verachtelijk, geen aandacht verdient, edoch, door
zijn van elders gebleken slechte oogmerken, met het
smaden des Keizers de opruying der argeloozen, de
omverwerping der staatsinstellingen beproeft, dan kan
hij onder een der misdryven van hoogverraad vallen.
Cod. IX 8.
Zoo is het ook heden. Beleediging des Konings kan
een aanslag op den Staat zijn, wanneer zij haat jegens
zijn persoon en verachting van het koningschap be
oogt. Dan is er een verraderlijke aanval op het "ijk,
dat in 's Konings persoon gesmaad wordt, en de burgery
raakt in gevaar, wanneer zulke gevoelens tegen den
vorst verbreid worden, „want in dagen van politieken
hartstogt is de haat vaak niet verwijderd van de mis
daad dans les temps de Sèvres politiques souvant il
n'y a pas loin de la baine au crine". Nypels sur
Chaüveaü—Hélie, I, 320 no. 1160. Rapport a la
Chambre des Pairs.
De juistheid dezer opmerking wordt weder bewezen
door den moordaanslag op den commissaris van politie
Stork, te Amsterdam, 7 Julij 1886.
De misdadiger zou toen zich zeiven niet ongelukkig
gemaakt hebben, hadden de veilig zittende ellende
lingen hem niet ten val gebragt door hun ophitsing.
Met de ondermijning van het hoogste gezag gaat dat
der verdere overheid gepaard. Tot deze behoort de
regterlyke magt, welke de onverlaten gaarne in ver
achting brengen, dewijl juist zij geroepen is, hun euvelen
te straffen. Haar aanzien bij de onbeschaafden te doen
dalen, haar, zoo mogelijk, door vreesaanjaging van
pligfcverralling te weerhouden, opdat de misdaad vrij
spel hebbe, behoort sinds eeuwen tot de inleiding der
staatsberoeringen.
Natuurlijk biedt ook hier de wet middelen tot
stuiting dier besmetting. Geenszins omdat des regtera
persoon die behoeft ook hij staat te hoog voor
het sly 1c der achterbuurt, maar tot heil des volks.
In Nederland bestaat geen nieuwe politieke partij,
welke nooddruftigen ter hulp snelt. Een revolutionaire
partij in het buitenland betaalt hier eenige lieden, om
weinig ontwikkelden te misbruiken tot woelingen, in
de hoop eenmaal een omwenteling gelyktydig over
geheel Europa te brengen. Mogt zulk misdadig streven
ooit ten onzent gevolg hebben, de door den vreemde
ling bezoldigden zouden, als altyd, zich intijds bergen,
en hun verdoolde volgelingen zouden, gelijk overal, in
de grootste jammeren gestort blijken.
De overheid is verpligt de dwalende menigte bij te
staan door handhaving der wet. Dit eischt de rustige
burgerij. Amsterdam lijdt ontzettend schade, o. a. dewyl
tal van vreemdelingen, op het berigt der woeUigen,
hun geld elders gaan verteeren. Natuurlijk Wie voor
zijn genoegen uitgaat, bezoekt geen stad met volks-
oploopen, waar straffeloos tot plundering aangezet en
moord beproefd wordt. Wie er zelf woont, loopt er
zoo hard hij kan uit. Welk een verlies voor hotels,
winkels, rijtuigen, schouwburgen, koffiehuizen, am
bachten, enz. enz. Ontvangt de neringdoende geen geld,
bij kan het den werkman niet laten verdienen. Zoo
wordt naar 'plaatsruimte berekend.
wordt, onder voorwendsel van werkeloozen te steunen, de
burgery door enkele oproerkraaiers belet, geld te innen
en bet wederkeerig de ambachtslieden te laten winnen.
Naar aanleiding der opmerkingen in de pers beet
het verder:
Er is gezucht over de toepassing van straffen, welke
het nieuwe Wetboek niet kent. Wilde dit al iets,
hoe gering oók beteekenen, er behoorde vast te staan
dat het genoemde Wetboek den steen der wyzen be
vatte. Hoe goed echter op vele punten, de volmaakt
heid der nieuwe Strafwet is ver te zoeken. Openbaren
zich thans toestanden, waartegen zij geen wapenen
meer heeft, dan blijkt de afschaffing der vroegere
voorbarig te zijn geweest, en spoedige aanvulling nood
zakelijk. Misdrijven zijn en blijven kwaad en straf
schuldig, onverschillig of een wetboek daarin voorziet.
Vindt Themis ergen3 op strafgebied haar handen ge
bonden, dan hebben baar raadslieden zich in een
onbewaakt oogenblik laten verschalken.
Er is gejammerd over drukpersprocessen, als dreigde
eensklaps de tirannieke vervolging van het vrije
woord, het smoren der staatkundige overtuiging, welke,
al deelde men haar niet, toch regt had zich te doen
hooren Toch stond niets van dit alles op het
speljustitie en politie, eerbiedigen ieders vryheid en
politieke meening, maar zij gehoorzaamden tevens
aan de wet, welke gebiedt de achtenswaardige burgers
te beschermen tegen de slechte, die moord en roof
prediken. Zyn dat onschuldige uitingen van „staat
kundige" gevoelens, dan werden dieven en moordenaars
tot heden onschuldig veroordeeld, en behoort de tegen
hen bedreigde straf uit het wetboek te verdwijnen.
Gravenhage, 26 Julij. Men verwacht, dat
de Tweede Kamer na afdoening van wetsontwerpen
van ondergeschikt belang, waaronder de wyziging van
de Gestichteuwet, die mei; 1 Sept. in werking moet
treden, aan 't einde der week tot nadere bijeenroeping
zal uiteengaan.
*s5 Grraveixliagro» 27 Julij. Ttoeede Kamer In
de heden gehouden zitting is mededeeling gedaan van
's konings antwoord aan de commissie, belast met de
aanbieding van het adres van antwoord. De koning
verklaart daarin met groote belangstelling den uilslag
der werkzaamheden af te wachten.
De heer Keuchenius is beëedigd en de heer Lobman
heeft eene interpellatie aangekondigd over de Zondag
te Leiderdorp door de politie verleende magt ten be
hoeve der hervormde synode zonder dat men eene
regterlyke beslissing had afgewacht. Deze interpellatie
zal Donderdag, na die van den heer Reuther, gehouden
worden
Rotterdam, 26 Julij, Gisteren bragt de pleizier-
trein uit Zeeland o. a. ook mede het fanfarenkorps
„Eendragt maakt Magt" uit Kcuiuingen. Op daartoe
gedane aanvrage, was door het bestuur der Rotterdam-
Bche Diergaarde welwillend toegestaan, om van halfeen
tot balftwee een zestal nummers ten gehoore te brengen.
Op het aangegeven uur zag men dan ook de banier
van gemeld korps vóór de muziektent ontrollen en
namen de leden achter de lessenaars plaats.
Onder leiding van bunnen kapelmeester den heer
H. C. Baarens voerden de executanten een waarlyk
goed programma uit en, was de verwachting (om der
waarheid getrouw te blijven) niet zeer hoog gespannen,
toch werd ze verre overtroffen.
Wanneer men nagaat, dat alle leden beoefenaars der
kunst zijn uit louter liefhebberij, dat zelfs de kapel
meester het geheele korps gezamenlijk en vaak de leden
afzonderlijk belangeloos les geeft, dan moet men ver
wonderd zyn over bet schoone ensemble en moet men
de gemeente Kruiningen met het bezit van zoodanig
gezelschap feliciteeren.
Een zeer groot aantal gouden en zilveren medailles
getuigde, dat ze elders meermalen lauweren behaalden
en ver in den omtrek der gemeente Kruiningen staat
het gezelschap zeer hoog aangeschreven.
Na afloop der uitvoering werden kapelmeester en
leden in de restauratiezaal der Diergaarde outvangen
door den directeur en administrateur der Diergaarde,
waarbij zich voegden de heer Verwey (vader van den
welbekenden componist) de heer Zwigtman v. Noppen,
aan wiens intermediair uitsluitend het succes der toe
stemming te danken was, en de heer Dupont, fungeerend.
voorzitter der sub-commissie voor de muziek.
Laatstgenoemde, waar het de kunst betreft, altijd
even jong van hart, rigtte het woord tot het korp3,
betuigde zijne ingenomenheid met bun streven, bragt
hun den dank van het Bestuur voor de wijze, waarop
ze zich hadden gekweten van de moeijelijkkeid om in
eene zoo bij uitstek muzikale stad als Rotterdam op
te treden en boezemde bun verhoogden moed in voor
de toekomst.
De heer Baarens beantwoordde de toespraak met
eene dankzegging voor de gulle en heusclie wjjze,
waarop men hen hier had ontvangen, rekende het voor
het korps eene groote eer, hier te hebben mogen op
treden en bragt daarop met de leden een „Vivat" aan
het Bestuur der Diergaarde.
Gisteren kreeg Rotterdam, per pleiziertrein, een
bezoek vau een Zeelandscb echtpaar, dat zich verheugt
in het bezit van 62 kinderen, kleinkinderen en nan-
behuwdkinderen. Zij maken allen de reis mede op
kosten der oudelieden, die familie te Rotterdam hebben
aangeschreven om voor een goed maal te zorgen. Op
het menu komt o.a. 40 kilo snipperkoek voor.
Mi<l<l©lt>ur*g;26 Julij. Te ongeveer 6 ure
's avonds arriveerde gisteren aan het Wolfertsdijksclie
veer de sportman 'l'anneguy de Wogan, met zijl
perissoir „Qui Vive", vervaardigd van papier, (waarvan
reeds eene beschrijving is gegeven). Ofschoon het weder
Zaturdag alles behalve gunstig te noemen was voor
een dergelijk scheepje, heeft De Wogan de reÏ9 van
Dordrecht naar hier in betrekkelijk zeer korten tyd vol-
bragt.
Maandag morgen te ongeveer 9 ure arriveerde het
scheepje ia het kanaal voor de stad. De Wogan is
met zyn perissoir aan boord van de salonbarge gegaan
en zoo naar Vlissingen vertrokken, om de reis langs
Ostende naar Havre de Grace voort te zetten.
Stavonisse, 27 Julij. Men vermoedt, dat j.I.
Zaturdag-avond zekeren B. v. D., arbeider alhier, in
den tuin van zijnen buurman J. B., eveneens arbeider,
diefstal heeft gepleegd, mot overklimming en voor
bedachten rade.
Dingsdagnamiddag om vy_f uur, zijn yan den post
wagen, rijdende van Stavenisse naar Bergen op Zoom,
de paarden op hol geraakt door het omvallen van
planken. Alleen de as van den wagen brak. Persoon
lijke ongevallen kwamen niet voor.
De brieven en postpakketten werden aanstonds
vervoerd per rjjtuig van den logementhouder A. v. D.
alhier.
Brixiixisse, 28 July. Dat omtrent den mossel
aanslag op de oesters in „den Hals" de gevoelens zeer
niteenloopen is licht te begrypen.
Wat er van teregt zal komen is zelfs by geen be
nadering te bepalen.
De een noemt hem een storm in een glas water, terwjjl
de ander het verlies voor deze gemeente op pl. m. 30
mille raamt.
Er is evenwel nog plaats voor een ander gevoelen
Zeker zullen de pachters dier perceelen dit jaar niet
die hooge winsten behalen, waarop zy in vorige jaren
konden rekenen, doch of zy door dien aanslag schade
zullen lyden mag ernstig worden betwyfeld indien men
in aanmerking neemt, dat de Fransche plantoesters dit
jaar al bjjzonder goedkoop waren.