ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. No. 5265. 4L2sle Jaarg. Donderdag 29 Julij 1886. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Algemeen Overzicht. Nieuwstijdingen. ©ngelunfc. JÜtanfetijÜ. Verschijnt PINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. 8 regels 80 Cts.meerdere regéls 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter ADV E RTENTIËN, van 1- De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Vrijdag den 30 Julij e. k., des namiddags te 2 uur, op bet Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den Gemeente- jRaad zal gehouden worden. Zierikzee, den 28 July 1886. De Burgemeester, J. P. N. ERMERINS. ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN Mededeeling van ingekomen stukken. Benoeming van een lid der Plaatselijke Schoolcommissie. Aanbieding der gemeente-rekening over 1885, enz. Kostelooze KOEPOKINENTING en HERINENTING. De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend, dat in deze gemeente gelegenheid zal zijn tot Koste looze INENTING en HERINENTING, op Donder. <lag: den 3S> July des namiddags te 2 uur, in bet Gebouw der Vereeniging „Volksbelang" in de Nieuwe Boogerdstraat, wijk D. no. 213. Hij acht zich verder verpligt de ouders en andere belanghebbenden op te wekken de Koepokinenting bij kinderen in de eerste levensmaanden te doen plaats liebben, omdat dit, volgens de deskundigen wenscheljjk is in het belang van de volksgezondheid en van de gezondheid der te vaccineeren kinderen zeiven. Zierikzee, den 26 July 1886. De Burgemeester, J. P. N. ERMERINS. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER van Zierikzee, Gelet op eene Circulaire van den heer Commissaris ties Koninga in deze Provincie van den 13 Mei jl. (Prov. blad No. 76), brengt ter kennis van de Miliciens Verlofgangers der lig ting 1883 behoorende tot het 3e Regemenl Infanterie dat zy tot de werkelijke dienst zijn opgeroepen en op 11 Augustus 1886 des namiddags vóór 4 ure bij bun Corps tegenwoordig moeten zijn, voorzien van hun verlofpas en van al de voorwerpen van Kleeding en Uitrusting door hen by hun vertrek met groot verlof medegenomen terwijl bun onder bet oog wordt gebragt dat zoo zij In gebreke blijven op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, zij bij latere opkomst zooveel langer in dienst zullen worden gehouden en dat zy voorts worden gewezen op art. 145 der Militiewet volgens hetwelk de Verlofganger, die niet aan de oproeping voldoet, als deserteur zal worden behandeld. Zierikzee, den 27 July 1886. J. P. N. ERMERINS. De Koning is doodDe Koning leve Dat boort meu gelukkig maar eene enkele maal, wanneer de Vorsten der aarde, evenals hunne onderdanen den tol aan de natuur moeten betalen. Maar des te meer hoort mende Minister is gevallende Minister is opge treden In alle landen schier, is dat aan de orde van den dag en het is goed dat men, hoe ook gevallen Ministers worden betreurd, geen rouw over hen behoeft te dragen, want dan zou het wel overal schier een eeuwige rouw zijn. Maar als de KoniDgen henen gaan blijft meestal de richting der Regeering dezelfde; bij verwisseling van Ministers is meestal verandering van stelsel het geval en dan liefst zoo, dat die elkander opvolgen, ook elkanders werk weder, door een geheel ander vervangen. De natiën profiteeren daarbij niet. De proeven, die nu met het eene, dan met het andere stelsel genomen worden, houden veelal de gewenschte ontwikkeling en altyd de afdoening van zaken tegen. Men kan daarom wel zeggen, dat de dagen van Ka binetswisselingen, in zekeren zin altijd dagen zijn van rouw, droeve dagen die, hoe ook door velen met blijd schap begroet, nimmer als gelukkige beschouwd kunnen worden. Gladstone is gevallen Salisbury is opgetreden Zoo klinkt het in het naburig Eng;elaiia, waar, mis schien meer dan ergens elders, de worsteling der par tijen een gedurig sterven en opstaan te zien geeft. Gelukkig als men zoo valt als de nu afgetreden Engelsche Premier. Hij viel voor zyn beginsel, en de tijd zal moeten leeren of hij,_ dan wel zijne tegen standers in den rechten weg zijn geweest. Vrijdag avond kwam Salisbury, door de Koningin ontboden, van zijne buitenlandsche reis terug en werd door eenige honderden te Londen met gejuich ontvangen en begroet. Of dat juichen gegrond was, zullen wij niet beslissen. Zeker is, dat hii eerst zijne staatkundige vrienden wilde raadplegen, alvorens bij de Koningin te gaan en zooals zich begrijpen laat, is bet publiek met de dagbladen reeds druk in de weer om de namen te noemen van de nieuwe Ministers en de rollen onder hen re verdeelen. De conservatieve Minister schijnt «enigen steun te willen zoeken bij de liberale Uaionisten en men noemt reeds de heeren Goschen en Hertog van Argyll als die in het nieuwe Kabinet zitting zullen nemen. Het Parlement telt, volgens de laatste be rekening 322 conservatieven, doch waartoe Harrington en Chamberlain met hunnen aanhang echter niet be- hooren. Valt er omtrent den aanstaanden loop der zaken nog niets te zeggen, dit is zeker, datdelerscbe quaestie wel op den voorgrond zal blijven, dat daar over nog heel wat strijd zal worden gevoerd en dat, zoo de behouders zegevieren, de stormen van andere zijde wel ontrustend zullen opsteken. Naar men zegt, heeft de Ierscbe leider Pavnell zich door Gladstone laten bewegen om voorloopig geene oppositie tegen het nieuwe Ministerie te voereu. Men wil Salisbury eens goed doen uitkomen in zijne ware bedoeling en wanneer deze er voor ia om de conservatieven hun zin te geven, dan mag men als zeker aannemen, dat weldra eene geduchte oppositie zal worden gevoerd. Het proces tegen den rijken en aanzienlijken Sir Charles Dilke is met zyne veroordeeling afgeloopen, want de gezworenen hebben indirect verklaard, dat hij aan overspel schuldig was. Men beklaagt den hoog geplaatste n niet, die zoo diep gezonken is, maar be jammert het wel, dat by daardoor in de politieke wereld onmogelijk is geworden en dat een staatkundige loopbaan, waarvan groote verwachting was, nu voor goed gesloten is. Nadat wij in ons vorig overzicht mededeelden, dat de finantiëele toestand in Frankrjjk niet zeer gunstig was eene mededeeling die wij deden op grond van officiëele gegevens, is de Minister van Financiën komen verklaren dat men den toestand der geldmid delen niet als ongunstig moet beschouwen. Hij ontkent niet, dat de ontvangsten verminderden, maar beweert dat dit voor een deel opgewogen wordt door de intrekking van credieten. „De vlottende schuld" zegt hij „is aanmerkelijk verminderd en tengevolge van de ruimte van geld in de schatkist kan de betaling der September-coupons worden vervroegd." Deze rooskleurige voorstelling heeft wel een aangenamen indruk gemaakt, maar de bedachtzamen meenen, dat men niet te haastig zijn moet om zich te vleien. Voor eenige dagen was er vrees voor eene Minis- teriëele crisis in Spanje. De bui is echter spoedig overgedreven. De Minister van Financiën en van open bare werken, die men beweerde dat aftreden zouden, schijnen daarvan terug gekomen te zijn en de Konin gin—Regentes moet daarmede zeer ingenomen zyn. De Cortes gaan eenige vacantie nemen om bij hunne terugkomst vele hoogst gewichtige belangen te regelen. In Italië blijft nog altyd de cholera groote ver woestingen aanrichten en vertoont zy zich telkens weder op andere plaatsen. Van den omvang der epi demie getuigt onder anderen een bericht uit Napels, dat in het nabijgelegen Francaville reeds 1500 gevallen waren voorgekomen, waarvan 500 metdoodelyken afloop. Ook te Triest werden in de vorige week een vijftal personen aangetast en was er een sterfgeval. Meer en meer legt men er zich eindelijk op toe om de epidemie tegen te gaan, maar het is daar te lande ook al zooals veelal elders, het spreekwoord van het verdronken kalf en het dempen der put. Terwijl weder Vorstelijke samenkomsten voorbereid worden, komen de Ministers maar eens in de badplaatsen bij elkander om over de politieke aangelegenbeden te spreken. Veel gewicht werd door sommigen gehecht aan eene zamenkomst van Bismarck met Oostenrijksch eersten Minister, maar anderen beweren, dat dit slechts eene gewone jaarlijksche zamenkomst is en dat er veel meer beteekenis ligt in het bezoek dat de Russische Minister Giers aan den Pruisischen Minister brengt. Men be schouwt dat al& een bewijs van de goede verstandhouding tusschen Duitschland en Rusland, ofschoon vele gebeur tenissen in de laatste maanden reden gaven om daaraan te twijfelen. Men zegt dat de Russische Premier ook met den Oostenrykschen confereeren zal, maar waar zulke groote heeren tezamenkomen, wordt wel eens te spoedig aan eene politieke beteekenis gedacht en vergeet men dat deze heeren evenals alle menschenkin- deren voor hun genoegen op reis gaan en dan ook hunne buitenlandsche collegas wel eens ontmoeten willen. Londen, 26 Julij. Salisbury is heden middag van Osborne te Londen teruggekomen. Hij heeft de opdragt om een Kabinet te vormen aangenomen. Het nieuwe Parlement zal 5 Aug. bijeenkomen om den speaker te kiezen. Na eene zitting van ongeveer 9 dagen zal het tot October verdaagd worden. Hevige donderbuyen en hagelstormen hebben in bet Westen van Engeland aanzienlijke schade aange- rigt. Te Liverpool Jiep de halve stad ondertwee metselaars, die bezig waren een riool te probeeren, -werden door de hevige regens in het riool gedreven en kwamBu om het leven. Op de kust hadden ver? scheiden schipbreuken plaats. Terzelfder tijd woedde een vreeselyke storm in ver schillende gedeelten van Frankrijk. Te Armentières, in het Noorden, sloeg de bliksem in eene vlasspinnerij, vanwaar de brand naar de omliggende gebouwen over sloeg. In het geheel werd eene schade van tweehonderd duizend gulden aangerigt. In Bordeaux werden door den hevigen wind ver scheidene daken van de huizen gerukt, en op ver schillende plaatsen zijn de wy"n-en tabakoogsten totaal vernield. Te Nogaro, in het departement Gers, werden 8 personen, die onder een boom schuilden, door den bliksem getroffen, waarvan 6 op staanden roet gedood werden. Boven Réole en omstreken rigte de hagel groote verwoestingen aan. De gebeele oogst is vernietigdde grond is met druiven en vruchten bedektde tabak is verloren; het koren, dat nog niet in schoven ge bonden was, beeft veel geleden. In de stad zijn de lantaarns en vensterruiten bjjna overal gebroken. De hagel hield ongeveer een kwartieruur aande hagel - steenen waren zeven centimeter in doorsnede en wogen 60 gram. De vermoedelijk hoogste prijs, die ooit bij een enkelen wedren is behaald, werd den 23 Julij in Sandown Park (by Londen) gewonnen. Bij de Eclipse-Stakes was de eerste prijs 10,000 pd. st.de renbaan was V/A mijl. Aan de rennen namen deel 13 paarden bet paard van mr. Barclay, „Bendigo", gereden1 door T. Cannon, behaalde den eersten prijs. In de Laguystraat te Parijs stond verleden Woensdagavond eene Mme R. met haar kindje van een '/i jaar in de armen voor het venster. Plotseling zag zij haar dochtertje Rosine, drie jaar oud, zich uit het raam buigen. Ia haar schrik stak de moeder de armen uit, zoodat haar zuigeling naar beneden stortte eu de kleine Rosine, verschrikt door den gil, dien zij slaakte, onmiddellijk volgde. Deze laatste werd niet ernstig gekwetst, doch het kleine kind werd dood op genomen. Men had alle moeite om te beletten, dat de vrouw in hare radeloosheid de kinderen nasprong. Amsterdam, 26 July. Gisternamiddag te vier uren, en tot laat in den avond, waren de Lindengracht, de Westerstraat en omliggende buurten in rep en roer. Wat was er gebeurd? Over de Lindengracht bij de Lijnbaansgracht had men, ter genoegzame hoogte, uit de bovenramen van een paar tegenover elkaar gelegen buizen, een touw gespannen, in het midden er van een paling opgehangen, om, zooals vroeger, b. v. op de Wetering, plagt te geschieden, terwijl men met een schuitje er onder doorvoer, dien paling er af te trekken. Nu is zoodanige handeling sinds lang by politie verordening verboden, zoodat, juist toen het trekken voor de veertiende maal had plaats gehad en het nog zes keeren geschieden moest, een paar agenten, op grond van dit verbod, zeiden dat men het spel zou staken en het touw wegnemen. Maar jawel, wie meende dat aan dit alleszins regtmatig verlangen zou worden voldaan, had buiten de palingtrekkers en de vele omstanders gerekend, en toen een der agenten, na herhaalde sommatie, zich naar boven van een der woningen begaf en het touw doorsneed, had men de poppen aan 't dansen. Niet alleen dat men de agenten te lijf wilde, maar hier en daar werd de straat opgebroken en slingerde reeds menige steen door de lucht. Een der agenten, die daarop een toevlugt zocht in de broodbakkerij van J. G. Wissingh, hoek Lindengracht en le Linden- dwarsstraat, zou het, ware hij er toen weer uitgekomen, zeer zeker hard te verduren hebben gehad. Men riep toch niet minder dan „gooi er hem weêr uitof Btop 'm in den ovenGelukkig was de bakker humaan genoeg om noch aan den eenen noch aan den anderen eiscb te voldoenmaar daardoor steeg dan ook de woede van het volk ten top en bleef er in een oog wenk geen glas of roei van zijn benedengevel heel. Den anderen agent drong men in een kelder, waar bij aan de mishandeling van de menigte was bloot gesteld, totdat er hulp opdaagde van het politie-bureel aan de Noordermarkt. De inspecteur van politie Boas, die, aan het hoofd van een detachement agenten, de menigte eerst sommeerde uiteen te gaan, werd met een hagelbui van steenen begroet. Gevolg hiervan was dat men al spoedig van den wapenstok, en later ook van den sabel moest gebruik maken, zoodat er aan beide zyden gewonden vielen en een 25-tal personen werden gearresteerd. Na deze arrestatiën hield het feitelijk verzet wel op, maar hielden tot ruim tien uur de zamenscholingen nog aan, zonder dat echter de politie andermaal behoefde tusschen beide te komen. Toen de stryd geëindigd was, werden er van de burgera 4, en van ae agenten 18 gewonden naar het Binnen Gasthuis vervoerd. Drie der burgers en 16 der agenten konden evenwel, nadat hunne wonden waren verbonden, weder vertrekkenvan de drie anderen was de toestand ernstig genoeg om hen in het gasthuis te behouden. Het 7e reg. infanterie en detachement 3e reg. huzaren, waren, gedurende de ongeregeldheden, in de kazernes geconsigneerd om, ware het noodig geweest, tot adsi- stentie der politie te hebben kunnen optreden. In het geheel werden Zondag ongeveer 20 politie agenten en 40 burgers gewond. Maandag was het oproer nog ontzetfcender. Dien. morgen werden de straten van stadswege weer ge- maakt, doch eenige belhamels braken die weer op. Des middags omstreeks half drie werdeu op een der bruggen over de Lindengracht,het tooneel der „paling- trekkery" van den vorigeu dag, eene roode en eene zwarte vlag geplaatst. Men zong er het lied der „vryheid." De jongens begonnen de straten weer op te breken, om steecea in voorraad te hebben tegen den tijd, dat de openbare magt zich vertoonen zou. De straatjongens moeten zelfs kalmweg met een hamer groote straatsteenen in tweeën geklopt hebben en die stukken in manden geworpen, welke zij daartoe van huis hadden meegebragt. Toen het volk tegen den middag in den omtrek van de Lindengracht, wel verre van naar de aanmaningen der politie te luisteren, eene aanvallende houdingaan- nam, werd het terrein afgezet door een 80-tal huzaren en ongeveer 200 infanteristen, een magt, die langzamer hand tot ongeveer 500 man aanwies. Maar ook die ernstige waarschuwing bleek vruch teloos. Mannen, vrouwen en kinderen begonnen in roekeloozen overmoed barricaden op te werpen van straatkeyen en zoodra de militairen,aanvankelijk zonder vuur te geven, dat trachtten te beletten, werden zy uit ramen en van daken begroet met een hagelbui van straatsteenen en dakpannen. Uit den waan, dat er wel niet anders dan met los kruit zou worden geschoten, werden de oproermakers al heel spoedig gewekt. Want toen zich een hunner met eene roode vlag op de barricade vertoonde,viel er óén schot en één doode. Niettegenstaande dat bloedig voorbeeld, trachtte een tweede een zwaren steen uit een zolderraam op het hoofd van een cave- lerist te werpen, en ook hij zonk tegelijkertijd doode- lijk aan het hoofd getroffen neder. Erger werd het nog omstreeks 4 uur. Duizenden menschen waren op de been, die even zoovele kwaadwilligen schenenwant het geheele publiek nam eene hoogst vijandige houding aan jegens de politie, die zeer hard bestookt werd. Ongeveer 6 uur kwamen een 200 man infanterie, onder bevel van den kapitein Wijnaendts, en een half escadron huzaren, 80 man, onder den lsten luitenant Bothnie Andreae, op het terrein aan. Zy zetten de Noordermarkt en de kruispunten nf en toen een sectie infanterie zich in de Boomdwarsstraat waagde, werd ook zij met straatkeijen begroet. Toen werd na drie sommaties, een ligt geweervuur geopend, wat gedeeltelijk hielpmaar de belhamels gingen weldra voort met steenen te werpen en toen werd met kortere tusschenpoozen geschoten. Dat was een tooneel óm nooit te vergeten. Het vuren hield geregeld aan, weerklonk door de straten en overstemde bijna het luide weeklagen en geschreeuw der woestelingen. Toch werd voortgegaan met het werpen van steenen. Hier en daar vielen gekwetsten en dooden neder, die op de straat achterbleven, terwijl de menigte in eene onbeschrijfelijke verwarring weg- vlugtte. Een oogenblik daarna werden de lijken en gekwetsten door vrienden in handkarren naar het politiebureau op de Noordermarkt gebragt en telkens weer zag men menschenligchamen wegdragen, die vree3elijk verminkt en bebloed waren. Tevens werden talrijke personen in hechtenis genomen, sommigen nog met steenen in de hand. Naar wij vernamen, werd ook een man gedood, die als het hoofd der steenwerpers werd beschouwd. Tegen 7 uur werd opnieuw versterking gezonden, en het opperbevel gevoerd door den luit.-kolonel Simon. Volgens mededeelingen van vertrouwbare zijde, waren om zeven uur in het bureau 8 dooden en een nog grooter getal gekwetsten binnengebragt, die, nadat hun daar de eerste hulp was verleend, met ry tuig of rader- baar naar het gasthuis werden gebragt. Ruim acht uur werd in de Lindendwarsatraat opnieuw met steenen gegooid, doch zonder dat het thans noodig was te vuren, werd hier de menigte uiteen gedreven, welke zich in de omliggende buurten verspreidde. Aanhoudend werden muiters gevangen genomen, en geruimen tijd geleek de Noordermarkt, waar reeds vroeg de weekmarkt was opgeruimd, een oorlogskamp, waar onder het dik geboomte de infanterie was opge steld, de huzaren waren afgestegen en de artillerie eveneens bijeen was. Toen te negen uur de troepen in de omliggende buurten de menigte uiteen deden gaan, was vuren opnieuw noodig en wel op de Prinsengracht bij de Noordermarkt, waar tot driemaal toe werd geschoten. Hierbij werd o.a. een kanonnier in hechtenis genomen, die aan het verzet deelnam Terwijl het nu op de Noordermarkt en in den naasten omtrek rustig was, werd het gevaar verder en in de Jordaan grooter. In de Anjelierstraat werden de huzaren op keisteenen onthaald, en tpen daar op de menigte werd gevuurd, werd één persoon gedood en werden verscheidenen gekwetBt. In de Prinsenstraat werden alle lantarens uitgedraaid, de weg versperd en de straat opgebrokenook daar werd op de menigte geschoten. Natuurlijk bleven de nieuwsgierigen in die straten uit hunne vensters kjjken. Hun werd echter aangezegd, dat zij hun vensters te sluiten hadden. Ook in de Tuinstraat werden steenen, dakpannen, ja zelfs een emmer als werptuigen gebruikt en een infanterist werd daarbjj aan het been geraakt, zoodat hij voor den dienst ongeschikt was. By al deze rumoerige wjjken bleef de Willemstraat als gewoonlijk door hare ordelievendheid uitblinken en waar de Willemstraters konden, stonden zij de politie bij. Het waren onder meer twee Willemstraters, Jacobus en Leendert Mens, zonen van wijlen den zoogenaamden „Koning van de Willemstraat," die Maandagmiddag de opróervlaggen van de lantarens op de „Zaturdagsche brug" (Lindengracht) rukten. Te kwart voor elven moest de Prinsengracht by de Brouwersgracht ontruimd worden. Ook daar werd met steenen geworpen en met drie salvo's geantwoord. Dat de menigte het trouwens niet alleen bij steenengooijen liet blijven bleek uit het feit, dat op een der infanterie- officieren met een revolver uit een raam in de Linden- straat werd geschoten en dat een agent van politie een gevaarlijke messteek in de borst ontving. By dit laatste vuren werden vijf personen gewond. Daar in „Regt voor Allen' (het blad, waarbij Domela Nieuwenhuis redacteur is) het volk opgeruid is om bij oproer te Amsterdam de Bank niet te sparen, gelijk te Parijs door de „communards" gedaan was, werd reeds vroeg in den avond een versterkte magt voor deNe- derlandsche Bank geplaatst. Tegen twaalf uur kwam de hoofdcommissaris van politie Steenkamp, op het terrein met den heer Van Schermbeek, hoofdcommissaris van politie te's-Hage. Verder bleef het zoowel op de Noordermarkt als in de omliggende straten rustig. Wel bleet een troepje nieuwsgierigen nog bier en daar kijken, maar lang zamerhand gingen allen heen. De infanteristen sloegen op de Noordermarkt hun bivouac op, de huzaren evenzoo, maar toch bleven zoowel zij als de politie nog waakzaam. De manschappen der artillerie waren ongeveer 11 uur afgetrokken en de politie was gedeeltelijk weder naar hare sectiën teruggekeerd. Met uitzondering der naaste omgeving van het tooneel des onheils, hadden de'overige stadswijken een kalm aanzien. In het Binnengasthuis zijn Maandagavond 37 per sonen binnengebragt, die meer of minder ernstig waren gewond. Veertien personen waren reeds gestorven voor dat zij aankwamen, en Maandagnacht stierven nog vijf anderen, terwjjl er nog drie gewonden bijkwamen. De aan het Gasthuis verbonden geneeskundigen hadden fedurende den geheelen nacht handen vol werk om e gekwetsten te verbinden en te verplegen. Dingsdag- morgen werden de naaste betrekkingen, oudera, echt- genooten, kinderen bij de gekwetsten toegelaten, om, zoover dit noodig was, hunne identiteit te bewijzen. Vele andere personen, die familieleden misten, kwamen met angstig kloppend hart vernemen of hun man, of vader of broeder in het gasthuis was opgenomen. Wan neer zij dan in de gedoode personen hun bloedverwant' berkenden, dan vervulden zy de lucht met hunne jammerklagten en geschrei. Het getal politieagenten, dat door de straatsteenen werd geraakt en gekwetst, is ongeveer veertig. Slechts een viertal is daarbij ernstig verwond en ongeschikt voor den dienst. De toestand van den inspecteur Bos, die Zondagavond zoó ernstig mishandeld werd, is nog altijd zorgwekkend, evenals die van den politie-agent, die een messteek in de borst had gekregen. Op en om de Noordermarkt is het Dingsdag rustig gebleven. Wel bleven er vele nieuwsgierigen verzameld, doch de orde werd niet verstoord en de politie hield de menigte voortdurend circuleerende. Behalve de mariniers, die in de Noorderkerk zijn gebivouaqueerd, zijn de troepen voorloopig ingerukt. Een locaal onderzoek op het terrein van woeling en gisting doet dadelijk zien, dat de Eerste Lindendwars- straat en de Boomstraat bloedige tooneelen te aan schouwen gaven. In beide straten kan men in vele deur- en raamposten, ja zelfs in de muren kogelgaten ontdekken. De bewoners waren hier in hunne huizen niet veilig, zoodat dan ook een man, die kalm eene pijp zat te rooken op zijne bovenwoning (Lindenstraat hoek Lindendwarsstraat) een kogel door het hoofd kreeg en doodgeschoten werd. In het benedenhuis, een wijn huis („De Kat in den Wijngaard" genaamd) ging een kogel door eene ruit dwars door den ballon eener lamp en kwam in bet buffet teregt. In de Boomstraat, zoo werd door een ooggetuige ver zekerd, droppelde het bloed te 7 uur Dingsdag ochtend nog naar de goot der straat, ofschoon eene flinke regenbui veel deed afvloejjen. Zonder o verdry ving kan het geheele getal dooden op 30, dat der gekwetsten op 100 gerekend worden. Onder de dooden zijn twee broedersteen Zaanscbe handelsreiziger en eene jonge vrouw. Een barricade-held, sociaal democraat, Leendert van Dij k genaamd, die zich met eene roode vlag op een hoop steenen vertoonde, werd door een geweerschot gedood. Ia het „Weekbl. van het Regt" voert mr. Joan Bohl een warm pleidooi tegen de voorstanders van het „laissez-faire-systeem" ten opzigte de opruijende sociaal-democraten. Wij ontleenen daaraan de volgende ook o. i. zeer juiste opmerkingen Het landsbelang eischt, dat het Hoofd van den Staat geëerbiedigd wordt. Wie het door woord of daad kwetst, vergrijpt zich aan het Rijk, ja brengt het, naar gelang van omstandigheden, in gevaar. Alle edele •geesten der oudheid erkenden dit, en alle lateren be aamden wat Gaetano Filangiere in zijn „Scienza della Legislazione", V. 30, zegtHet kostbaarste leven voor een Land is dat van den vertegenwoordiger der souve- reinifceit des yolks; dat van zijn eerste opperhoofd. Durft dien burger dien boogsten waardigheiddrager misdadig treffen, dan verliest het gezin der burgery zyn vader, de algemeene veiligheid wordt geschokt, de maatschappelijke orde verwoest, de majesteit van den troon of van het gemeenebest door het slijk gesleurd." Blijkt de beleediger eeu persoon, die eigenlijk, als te verachtelijk, geen aandacht verdient, edoch, door zijn van elders gebleken slechte oogmerken, met het smaden des Keizers de opruying der argeloozen, de omverwerping der staatsinstellingen beproeft, dan kan hij onder een der misdryven van hoogverraad vallen. Cod. IX 8. Zoo is het ook heden. Beleediging des Konings kan een aanslag op den Staat zijn, wanneer zij haat jegens zijn persoon en verachting van het koningschap be oogt. Dan is er een verraderlijke aanval op het "ijk, dat in 's Konings persoon gesmaad wordt, en de burgery raakt in gevaar, wanneer zulke gevoelens tegen den vorst verbreid worden, „want in dagen van politieken hartstogt is de haat vaak niet verwijderd van de mis daad dans les temps de Sèvres politiques souvant il n'y a pas loin de la baine au crine". Nypels sur Chaüveaü—Hélie, I, 320 no. 1160. Rapport a la Chambre des Pairs. De juistheid dezer opmerking wordt weder bewezen door den moordaanslag op den commissaris van politie Stork, te Amsterdam, 7 Julij 1886. De misdadiger zou toen zich zeiven niet ongelukkig gemaakt hebben, hadden de veilig zittende ellende lingen hem niet ten val gebragt door hun ophitsing. Met de ondermijning van het hoogste gezag gaat dat der verdere overheid gepaard. Tot deze behoort de regterlyke magt, welke de onverlaten gaarne in ver achting brengen, dewijl juist zij geroepen is, hun euvelen te straffen. Haar aanzien bij de onbeschaafden te doen dalen, haar, zoo mogelijk, door vreesaanjaging van pligfcverralling te weerhouden, opdat de misdaad vrij spel hebbe, behoort sinds eeuwen tot de inleiding der staatsberoeringen. Natuurlijk biedt ook hier de wet middelen tot stuiting dier besmetting. Geenszins omdat des regtera persoon die behoeft ook hij staat te hoog voor het sly 1c der achterbuurt, maar tot heil des volks. In Nederland bestaat geen nieuwe politieke partij, welke nooddruftigen ter hulp snelt. Een revolutionaire partij in het buitenland betaalt hier eenige lieden, om weinig ontwikkelden te misbruiken tot woelingen, in de hoop eenmaal een omwenteling gelyktydig over geheel Europa te brengen. Mogt zulk misdadig streven ooit ten onzent gevolg hebben, de door den vreemde ling bezoldigden zouden, als altyd, zich intijds bergen, en hun verdoolde volgelingen zouden, gelijk overal, in de grootste jammeren gestort blijken. De overheid is verpligt de dwalende menigte bij te staan door handhaving der wet. Dit eischt de rustige burgerij. Amsterdam lijdt ontzettend schade, o. a. dewyl tal van vreemdelingen, op het berigt der woeUigen, hun geld elders gaan verteeren. Natuurlijk Wie voor zijn genoegen uitgaat, bezoekt geen stad met volks- oploopen, waar straffeloos tot plundering aangezet en moord beproefd wordt. Wie er zelf woont, loopt er zoo hard hij kan uit. Welk een verlies voor hotels, winkels, rijtuigen, schouwburgen, koffiehuizen, am bachten, enz. enz. Ontvangt de neringdoende geen geld, bij kan het den werkman niet laten verdienen. Zoo wordt naar 'plaatsruimte berekend. wordt, onder voorwendsel van werkeloozen te steunen, de burgery door enkele oproerkraaiers belet, geld te innen en bet wederkeerig de ambachtslieden te laten winnen. Naar aanleiding der opmerkingen in de pers beet het verder: Er is gezucht over de toepassing van straffen, welke het nieuwe Wetboek niet kent. Wilde dit al iets, hoe gering oók beteekenen, er behoorde vast te staan dat het genoemde Wetboek den steen der wyzen be vatte. Hoe goed echter op vele punten, de volmaakt heid der nieuwe Strafwet is ver te zoeken. Openbaren zich thans toestanden, waartegen zij geen wapenen meer heeft, dan blijkt de afschaffing der vroegere voorbarig te zijn geweest, en spoedige aanvulling nood zakelijk. Misdrijven zijn en blijven kwaad en straf schuldig, onverschillig of een wetboek daarin voorziet. Vindt Themis ergen3 op strafgebied haar handen ge bonden, dan hebben baar raadslieden zich in een onbewaakt oogenblik laten verschalken. Er is gejammerd over drukpersprocessen, als dreigde eensklaps de tirannieke vervolging van het vrije woord, het smoren der staatkundige overtuiging, welke, al deelde men haar niet, toch regt had zich te doen hooren Toch stond niets van dit alles op het speljustitie en politie, eerbiedigen ieders vryheid en politieke meening, maar zij gehoorzaamden tevens aan de wet, welke gebiedt de achtenswaardige burgers te beschermen tegen de slechte, die moord en roof prediken. Zyn dat onschuldige uitingen van „staat kundige" gevoelens, dan werden dieven en moordenaars tot heden onschuldig veroordeeld, en behoort de tegen hen bedreigde straf uit het wetboek te verdwijnen. Gravenhage, 26 Julij. Men verwacht, dat de Tweede Kamer na afdoening van wetsontwerpen van ondergeschikt belang, waaronder de wyziging van de Gestichteuwet, die mei; 1 Sept. in werking moet treden, aan 't einde der week tot nadere bijeenroeping zal uiteengaan. *s5 Grraveixliagro» 27 Julij. Ttoeede Kamer In de heden gehouden zitting is mededeeling gedaan van 's konings antwoord aan de commissie, belast met de aanbieding van het adres van antwoord. De koning verklaart daarin met groote belangstelling den uilslag der werkzaamheden af te wachten. De heer Keuchenius is beëedigd en de heer Lobman heeft eene interpellatie aangekondigd over de Zondag te Leiderdorp door de politie verleende magt ten be hoeve der hervormde synode zonder dat men eene regterlyke beslissing had afgewacht. Deze interpellatie zal Donderdag, na die van den heer Reuther, gehouden worden Rotterdam, 26 Julij, Gisteren bragt de pleizier- trein uit Zeeland o. a. ook mede het fanfarenkorps „Eendragt maakt Magt" uit Kcuiuingen. Op daartoe gedane aanvrage, was door het bestuur der Rotterdam- Bche Diergaarde welwillend toegestaan, om van halfeen tot balftwee een zestal nummers ten gehoore te brengen. Op het aangegeven uur zag men dan ook de banier van gemeld korps vóór de muziektent ontrollen en namen de leden achter de lessenaars plaats. Onder leiding van bunnen kapelmeester den heer H. C. Baarens voerden de executanten een waarlyk goed programma uit en, was de verwachting (om der waarheid getrouw te blijven) niet zeer hoog gespannen, toch werd ze verre overtroffen. Wanneer men nagaat, dat alle leden beoefenaars der kunst zijn uit louter liefhebberij, dat zelfs de kapel meester het geheele korps gezamenlijk en vaak de leden afzonderlijk belangeloos les geeft, dan moet men ver wonderd zyn over bet schoone ensemble en moet men de gemeente Kruiningen met het bezit van zoodanig gezelschap feliciteeren. Een zeer groot aantal gouden en zilveren medailles getuigde, dat ze elders meermalen lauweren behaalden en ver in den omtrek der gemeente Kruiningen staat het gezelschap zeer hoog aangeschreven. Na afloop der uitvoering werden kapelmeester en leden in de restauratiezaal der Diergaarde outvangen door den directeur en administrateur der Diergaarde, waarbij zich voegden de heer Verwey (vader van den welbekenden componist) de heer Zwigtman v. Noppen, aan wiens intermediair uitsluitend het succes der toe stemming te danken was, en de heer Dupont, fungeerend. voorzitter der sub-commissie voor de muziek. Laatstgenoemde, waar het de kunst betreft, altijd even jong van hart, rigtte het woord tot het korp3, betuigde zijne ingenomenheid met bun streven, bragt hun den dank van het Bestuur voor de wijze, waarop ze zich hadden gekweten van de moeijelijkkeid om in eene zoo bij uitstek muzikale stad als Rotterdam op te treden en boezemde bun verhoogden moed in voor de toekomst. De heer Baarens beantwoordde de toespraak met eene dankzegging voor de gulle en heusclie wjjze, waarop men hen hier had ontvangen, rekende het voor het korps eene groote eer, hier te hebben mogen op treden en bragt daarop met de leden een „Vivat" aan het Bestuur der Diergaarde. Gisteren kreeg Rotterdam, per pleiziertrein, een bezoek vau een Zeelandscb echtpaar, dat zich verheugt in het bezit van 62 kinderen, kleinkinderen en nan- behuwdkinderen. Zij maken allen de reis mede op kosten der oudelieden, die familie te Rotterdam hebben aangeschreven om voor een goed maal te zorgen. Op het menu komt o.a. 40 kilo snipperkoek voor. Mi<l<l©lt>ur*g;26 Julij. Te ongeveer 6 ure 's avonds arriveerde gisteren aan het Wolfertsdijksclie veer de sportman 'l'anneguy de Wogan, met zijl perissoir „Qui Vive", vervaardigd van papier, (waarvan reeds eene beschrijving is gegeven). Ofschoon het weder Zaturdag alles behalve gunstig te noemen was voor een dergelijk scheepje, heeft De Wogan de reÏ9 van Dordrecht naar hier in betrekkelijk zeer korten tyd vol- bragt. Maandag morgen te ongeveer 9 ure arriveerde het scheepje ia het kanaal voor de stad. De Wogan is met zyn perissoir aan boord van de salonbarge gegaan en zoo naar Vlissingen vertrokken, om de reis langs Ostende naar Havre de Grace voort te zetten. Stavonisse, 27 Julij. Men vermoedt, dat j.I. Zaturdag-avond zekeren B. v. D., arbeider alhier, in den tuin van zijnen buurman J. B., eveneens arbeider, diefstal heeft gepleegd, mot overklimming en voor bedachten rade. Dingsdagnamiddag om vy_f uur, zijn yan den post wagen, rijdende van Stavenisse naar Bergen op Zoom, de paarden op hol geraakt door het omvallen van planken. Alleen de as van den wagen brak. Persoon lijke ongevallen kwamen niet voor. De brieven en postpakketten werden aanstonds vervoerd per rjjtuig van den logementhouder A. v. D. alhier. Brixiixisse, 28 July. Dat omtrent den mossel aanslag op de oesters in „den Hals" de gevoelens zeer niteenloopen is licht te begrypen. Wat er van teregt zal komen is zelfs by geen be nadering te bepalen. De een noemt hem een storm in een glas water, terwjjl de ander het verlies voor deze gemeente op pl. m. 30 mille raamt. Er is evenwel nog plaats voor een ander gevoelen Zeker zullen de pachters dier perceelen dit jaar niet die hooge winsten behalen, waarop zy in vorige jaren konden rekenen, doch of zy door dien aanslag schade zullen lyden mag ernstig worden betwyfeld indien men in aanmerking neemt, dat de Fransche plantoesters dit jaar al bjjzonder goedkoop waren.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1886 | | pagina 1