ZIERIKZEESCHEN NIEUWSBODE
BW VOEGSEL
van ZATURDAG 12 JUNIJ 1886.
Liberaal of Anti-revolutionair?
behoorende bij den
«Een vraag beantwoord op den stichtingsavond der anti-re-
«volutionaire Kiesveveeniging te Bruinisse door N. J. Bast-
«meijerhoofdonderwijzer der school met den bijbel aldaar,"
zoo luidt de titel eener brochure die in het kiesdistrict
Zierikzee algemeen wordt verspreid.
Beleefd verzoek ik UMijnheer de Redacteurmij eenige
ruimte in uwe kolommen te willen toestaan om eenige be
schouwingen aan de betoogingen van den heer B. vast te
knoopen.
Allereerst geeft de heer B. eene verklaring van de woor
den liberaalclericaal en anti-revolutionair.
Hij ergert zich er aan dat zijne partijgenooten door het
zich noemende denkende deel der natie ^de liberalisten) als
clericalen worden gebrandmerkt.
Is het hem dan niet bekend dat bij de Roomschen ook
op politiek gebiedde geestelijkheid den toon aangeeftweet
liij dan niet dattot voor weinige jaren de Katholieke
afgevaardigden allen liberaal waren en alleen de veranderde
denkwijze der geestelijkheid hen van de liberalen vervreemd
beeft
Zoo dus de Anti-revolutionairenvergetende hoe hunne
voorvaderen fier beleden liever Turksch dan Paapsck" ver
getende dat ook nog dezer dagen de geestelijkheid te Rome
den ijver der Nederlandsche Katholieken in teen land volketters
preeszich met Rome verbinden danhoe ongaarne ook
moeten zij zich den titel van telericaaV' maar getroosten.
Anti-revolutionair nu beteekent volgens schrijver, gekant
zijn tegen de leidende beginselen der revolutie van 1789.
«Waut wat is revolutie Revolutie komt van het Fransche
zwoord revolution, dat omwenteling" beteekent. Omwenteling:
«dus de wenteling van een lichaamdat om een as draait
«en waarvan een deel nu eens bovendan weer beneden is.
«En wanneer nu aan een rad zoo gedraaid wordt, dat
hetgeen boven is onder bad moeten zijn dan spreekt het van
«zelf, dat we zoo spoedig mogelijk weer boven moeten hren-
«genwat thans onder is en daar niet behoort.
«En dit beeld vasthoudend komen we er van zelf. Het
«is voor den gedoopben Christen (2) huiten kijf, dat in het leven
«God bovenaan behoort, en de mensch zijn schepsel, onder.
«Wordt nu evenwel het rad zoo gewenteld dat God onder
«komt en de mensch boven, dan spreekt het, dat voor al
«wie de eere Gods liefheeft, roeping is, het rad zóó te
keeren dat het weer wordt zooals bet behoort te zijn
»d. w. z. de mensch onder en God boven." Aldus de heer B.
Hoe een hoofdonderwijzer eener Christelijke Schoolom
dat duidelijk te maken, zulk een onheilig beeld durft te
gevenvan een rad waarop God nu eens bovendan weer
beneden zitis mij onverklaarbaar. Ik dacht dat de Anti
revolutionairen meer eerbied voor het Opperwezen hadden.
De liberalen nu huldigen de revolutionaire beginselen;
bet standpunt van God onderde mensch boven.
Ziedaar het zwaartepunt der geheele brochure.
En om die beginselen der Anti-revolutionairen goed te doen
uitkomen, geeft schrijver een stuk geschiedenis ten beste.
Waarlijk er behoort moed toe zulke historie op te dis-
schen; historie op anti-revolutionairen grondslag.
Schrijver begint met de veroordeeling van Montesquieu,
Voltaire en Rousseau. «Hunne werken waren in strijd met
Gods woord."
(l Waar ile heer B. van liberalen spreekt bezigt hij steeds het woord
tïiberalisten" Ik heb wel eens gehoord dat tliberalist" eigenlijk een
scheldnaam isik kan evenwel moeielijk aannemen dat een hoofdonder
wijzer eener bijbclschool zich tot schelden zal verlagen.
Welke de ware bctcckenis ook mogo zijn en de hoer B. geoft daarvan
gecne verklaring zijne bedoeling is duidelijk.)
(s Doopen is in 't oud-Hollandscli Kerstenen" of tot Christen ma
ken men kan dus met evenveel recht vau een zwarten neger als van
oen gedoopt Christen spreken.)
Als men nu weet dat die werken hoofdzakelijk in strijd
met en gekant tegen de bestaande maatschappelijke toestan
den waren, dan moeten bijgevolg die toestanden wel uit God zijn.
Toch wijst schrijver op enkele gebreken er van en noemt
als zoodanig de booge belastingen die de derde stand moest
opbrengen, terwijl de hooge en winstgevende posten uitsluitend
voor adel en geestelijkheid waren weggelegd.
Laat ik zijne schets een weinig bijwerken, opdat zijne lezers
een duidelijker beeld van die toestanden krijgen
Hoe de rechtspleging vóór de Fransche revolutie was,
leert ons het proces van den zeventigjarigen protestant
Jean Calasdie onschuldig werd geradbraakt, 't Is juist
die goddelooze Voltaire die dat proces wereldkundig heeft
gemaakt.
Hoe de persoonlijke vrijheid was, bewijzen ons de lettres de
cachet":
Er houdt in den nacht een rijtuig vóór uw deur stil.
Men sleurt u uit het bed in het rijtuig. De zweep er over
en voort gaat het naar de gevangenis.
Ha verloop van eenige jaren herkrijgt ge uwe vrijheid
doch zonder vorm van proces. Het waarom?" wordt ge
nooit gewaar.
Een zekere Desforges werd eenige jaren in eene ijzeren
kooi opgeslotenwaarin hij noch liggennoch staan kon
alleen omdat hij een satiriek versje op Madame de Pompa
dour de bijzit van Lodewijk XV had gemaakt.
Hoe de verhouding tusschen den derden stand en den
adel wasdaarvan getuigen de anderhalf millioen lijfeigenen
die er in Frankrijk in 1789 waren
Als er eene adelijke dame op haar kasteel in het kraam
bed lagmoesten de boeren zes weken lang met stokken
in de slotvijvers slaanopdat het kwaken der kikvovschen
niet tot het kasteel zou doordringen en als een boeren
meisje naar het trouwaltaar toogherinnerde 7,ich de
adelijke landheer soms nog een recht dat hij op haar had.
Hoe het met de zedelijkheid was gesteld Ik wijs zonder
verdere uitweiding den schrijver slechts op het «Pare aux
cerfs."
Zulke toestanden mogen nn uit God zijn volgens schrijver
ik kan zulks niet beoordeelen.
»Het volk had geen recht om door branden en moorden
«en door daden van het gruwelijkst en laagst geweld aan
«dien toestand een einde te maken."
En daarop geeft schrijver eene plastische beschrijving van
de gruwelen van het schrikbewind.
Ik zal de laatste zijn die wreedheden te vergoelijken
evenwel moet ik schrijver doen opmerken dat daórwaai
de slaaf zijne ketenen breekt, hij zij christen of niet, daar
pleegt hij barbaarsehheden.
Ik wijs schrijver o. a. op den boerenkrijg die in 1525
van de hervorming uitging.
En toen om bij ons land te blijven de Hervormden in
ons land werden geroosterdgehangen en geradbraakttoen
in die dagen de grootste daden van geweld gepleegd werden
(beeldenstorm) waren toen die bedrijvers ook zonder godsdienst?
Waren de beeldenstormers geen Calvinisten liet niet de
inquisitie de hervormden (in hare oogen ook oproermakers
liberalisten) hangen en branden ter meerdere eere Gods
Of waren die bedrijvers misschien ook liberalen?
«Lodewijk de XVI", zegt schrijver op pag. 8, «deed heel zijn
regeering door van niets anders dan over hervormingen
«spreken. En ook bleef het niet bij woorden."
Ik laat bier een besluit volgen dat Lodewijk XVI den
23 Juni 1789 liet afkondigen:
«De Staten-Generaal zullen jaarlijks bijeenkomen, doch
«alleen om belastingen toe te staanniet om deel te nemen
«aan de wetgeving. De stemming bij standen blijft gehand
haafd. De voorrechten van Adel en Geestelijkheid blijven
«bekrachtigd, voor zooverre zij er niet vrijwillig afstand
«van doen. Alle leenheerlijke rechten blijven gehandhaafd."
En dat besluit nam de Koning op den vooravond dei-
revolutie toen de afgevaardigden van den derdeu stand