ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. i\o. 5189, Dingsday 2 Februari1880. 4^s,e Jaarg. Verschijnt DINGS DAGDONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post 1,60. ADVSRTENTIËN, van 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cis., kannen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voonniddags 10 ure bezorgd worden. Groote Utter wordt naar plaatsruimte berekend. Nieuwstijdingen. 'Sttgtlanïl. Londen 29 Jan. De Koningin droeg den heer Gladstone de vorming van een nieuw ministerie op. Aan de „Frankf. Ztg."- wordt uit Petersburg de vol gende ware geschiedenis medegedeeld. Eenigen tijd f «leden liet de Czaar zich bij den hofkleermaker, den taliaan Ti in de Groote Moskoistraat, een galla- broek maken. Men weet, dat de Czaar zeer zuinig is en vooral voor zijne persoonlijke behoeften niet meer dan het hoogst noodige uitgeeft. Hij vroeg dan ook de rekening van den kleermaker om ze te onderzoeken, en bevond, dat de prijs ontzettend hoog was. Hij liet dadelijk zijn adjudant ontbieden en vroeg dezen hoeveel hij bij denzelfden kleermaker voor een broek betaaldetoen bleek, dat de prijs aanmerkelijk lager was. De Czaar was verbolgen en zond den ad judant naar den kleermaker, om dezen te gelasten onmiddelyk het keizerlijk wapenschild boven zijne deur weg te nemen. De Italiaan, die misschien alles weer zou hebben goed gemaakt, indien hij excuus ge vraagd had, wendde zich, vermoedelijk op raad van een vriend, tot den minister van het huis des Keizers met een bezwaarschrift, waarin hij betoogde, dat Czaar Alexander III niet bevoegd was hem (kleermaker) een onderscheiding te ontnemen, door Czaar Alexander II toegekend. Hierdoor werd de zaak slechts verergerd, want een paar dagen later verscheen het bevel tot uitzetting van den hofleverancier. Konstantinopel29 Jan. Lord Salisbury heeft aan den Engelschen ambassadeur de instructies medegedeeld, welke aan admiraal Hay gegeven en door Salisbury persoonlijk geteekend zijn. Het voor naamste in die instructies is het bevel, om terstond, waar het ook zij, geweld te gebruiken tegen de Grieken, indien zij de Turken zouden willen aanvallen. Het Engelsche adviesjagt „Helicon" en een Oosten- rijksch vaartuig zijn heden in de golf van Sudaop Kreta, aangekomen. Morgen wordt hét Engelsche eskader aldaar verwacht. iPuÜ0tkl»«&. In het Schwarzwald valt alle jaren veel Bneeuw, doch zoo overvloedig als dit jaar, is nog zelden voor gekomen. Het sneeuwt reeds van Kerstmis bijna dage lijks en nog blijft de lucht grauw en donker. In het Eifel-district ligt de sneeuw bijna zoo hoog als de huizen en heeft men gangen onder de sneeuw moeten maken om in gemeenschap met elkander te blyven. Het arme kolenbrandersdorp Hollerath, dat ongeveer 600 voet onder den waterspiegel gelegen is, midden in een diep dal, heeft het meest te lijden. Slechts nog de daken der huizen komen boven de sneeuw uit. Om in de kerk te komen hebben de bewoners een tunnel door de sneeuw moeten graven van 40 meters lang en 2 meters hoog, waardoor twee personen gemakkelijk naast elkander kunnen gaan. fSlêtierlttwk. Assen29 Jan. Gisteren werd voor de regtbank alhier een zaak behandeld, die een gebruik in Drente te aanschouwen gaf, dat met het oog op de omstan digheden waaronder het feit plaats greep, een barbaar- sche mishandeling werd. Een dienstbode van een boer te Zweeioo had de verkeering, die zij met een boerenknecht had, opgezegd, en de vrienden van dezen laatsten meenden nu, partij trekkende voor den aanstaanden bruigom, er toe te moeten overgaan om wat men in Drente nóemt „de meid te laten trouwen". Eenige jongens, ongeveer 15 in getal, gingen op zekeren avond van de vorige maand naar den boer, waar de meid diende. Zy vonden haar bij het spinnen- wiel en op het gezegde van een hunner, „aanpakken jongens", grepen ze de meid beet en sleurden haar uit de keuken, over de deel naar buiten, waar ze op een gereedstaanden wagen geplaatst werd nevens een stroopop. In dien toestand trokken de jongens zelve den wagen voort tot in een naburige gemeente. Onder ramoer en het lossen van schoten werd eindelijk halt gemaakt bij een herberg. Na eenig oponthoud aldaar werd de terugtogt aangenomen en na ongeveer 11/3 uur de meid weder bij haar boer ia huis gebragt, waar ze half bewusteloos van schrik en uitgestane koude, en dus in deerniswaardigen toestand aankwam. De boer bij wien zij diende had zich, verwonderlijk genoeg, geenzins verzet tegen hetgeen in zijn woning plaats greepintegendeel, toen de jongens bij het binnen komen gezegd hadden dat ze gekomen waren „om de meid te trouwen", had deze geantwoord, „nu, tiaar kan ik niet aan doen". Tegen een tweetal der jongens was volgens mr. Moens het wettig bewijs geleverd en 't requisitoir luidde mits dien schuldigverklaring aan mishandeling en veroor- deeling tot celstraf. Ernstig werd nog de boer onder handen genomen over zijn hoogst laakbare daad, om toe te laten dat zijn dienstbode, die hem en zijn gezin zooals hij zelf zeide steeds trouw gediend had, zoo te laten behandelen als geschied was, temeer nog omdat bleek, dat hij voor het gebeurde zich er zelis over bad uitgelaten dat hij alles gewillig zoude toe laten tegenover het meisje, mits men zijn have en goed maar niet beschadigde. Voor de Regtbank te Zwolle is eene treurige zaak aanhangig. Zekere Hartdorff werd door de politie gearresteerd omdat hij zong. Een jong mensch, Ester, verklaarde, toen de zaak voor het kantongeregt be handeld werd, dat zyn kameraad niet had gezongen. Hoewel hij nog geen achttien jaar is en dus niet onder eede kan worden gehoord, wordt zijn valsch getuigenis door hem zeiven thans als valsch erkend ver volgd. Op ziju misdrjjf wordt een tuchthuisstraf van vijf tot tien jaar gesteld, terwijl tegen Hartdorff slechts eene boete van 6 geëischt is. Vijf jaar tuchthuisstraf te wagen om een ander eene boete van 6 te besparen, is wel een treurig voorbeeld van jeugdige onbezonnenheid. 's Gravenhago29 Jan. Ten dienste van H. K. H. prinses Wilhelmina zal eertsdaags eene En gelsche gouvernante ten Hove benoemd worden. Een 8lagerszamenzwering. De Hagenaars, ver mogend of onbemiddeld, die een lekker en goedkoop stuk rundvleesch op schotel wenschten, hadden maar naar de vleeschwinkels in de Overdekte Markt te gaan. Daar boden slagers van buiten de stad hun waar te koop aan tegen lagere dan de atadsprijzen. Dat hun Haagsche vakgenooten door die concurrentie doodge slagen werden en 't in hun zak voelden, stond zoo vast als een paal boven water. Een van die halbezoekers inde per week wel eens ƒ1600. Dat ging allemaal den neus of liever de beurs van de Haagsche slachters voorbjj. Deze, eensgezind als zij zijn op het stuk der vleeschprjjzen, staken de hoofden bij elkaar om den gemeenschappelijken vijand te verslaan, zij 't dan ook met geld in plaats van geweld. Drie bankbiljetten van duizend gulden werden als bommen gerigt op de vleeschveste van den vreemden indringer. Deze overrompeld door een magt van drie duizend zilverlingen gaf zich op genade of ongenade aan zijn vervolgers over. Hjj teekende voor die som de voorwaarde, dat men hem nooit meer met zijne kudde op de markt zou zien. Botterdam, 30 Jan. Op 10 dezer werd uit de gevangenis alhier een individu ontslagen, die op 30- jarigen leeftijd reeds 14 jaren in de gevangenis had doorgebragt ter zake van verschillende veroordeelingen wegens diefstal. Hij trad thans opnieuw de maatschappij in, en wel met eene uitgangskas van veertig gulden. Dit geld werd in drie dagen doorgebragt, en thans opnieuw zonder hulpmiddelen, nam hjj op 13 dezer een stuk keper weg van een winkeluitstalling op de Hoogstraat, in het gezicht van een agent van politie, die hem natuurlijk onmiddelijk aanhield en naar het bureau bragt. Gisteren stond deze onverbeterlijke boos wicht voor de regtbank teregt. Het openbaar ministerie eischte tegen den recedivist 183 dagen gevangenisstraf. Yoor de betrekking van directeur der Schieland- sche tram meldden zich meer dan 70 sollicitanten aan, waaronder officieren, regtageleerdcn, ingenieurs enz. Terneuzen, 30 Jan. Met ingang van 15 Fe bruary wordt de commies-ontvanger J. P. Vervenne te Roodesluis, gemeente Overslag, in gelijke betrekking overgeplaatst naar het nieuw gevestigde kantoor te Clinge (Gravenstraat.) By de te Aksel plaats gehad hebbende aanbeste ding van de levering van 125,000 K.G. kunstmest bleek de hoogste inschrijver te zijn de heer Joh. Otten Lz. te Rotterdam voor f 10 79 en de laagste de heer M. H. Salomonson te Rotterdam voor 7.29 de 100 K.G., voor de levering van 40,000 K.G. chili salpeter, be vattende 15°/0 stikstof was de laagste inschrijver de heer H. J. Vlaeminck te St. Jansteen voor 12,89, de hoogste de heer Ph. v. Ommeren te Rotterdam voor ƒ14.20 de 100 K.G. In de gemeente Axel circuleert een adres ter teekening aan Z. M. den Koning, waarin verzocht wordt den heer M. J. van Vessum, oud-wethouder, te benoe men tot burgemeester dier gemeente. Middelburg, 30 Jan. Men is hier zeer inge nomen met het besluit van den gemeenteraad tot goed keuring der overgave van de concessie der Middel- burgsche telephoon-maatschappjj aan de heeren Rubbink, Yan Bork en Co. te Amsterdam. Deze firma toch, die op verschillende plaatsen een telephoonnet heeft daargesteld en exploiteert, wordt algemeen geroemd wegens hare solide en doelmatige inrigtingen en de uitstekende zorgen voor den goeden gang der zaken. We hopen, dat spoedig ook de Koninklyke bewilli ging zal worden verkregen, doch zijn niet zonder zorg, dat deze zal worden aangehouden tot een telephoonwet door de Kamers is aangenomen. Bij beschikking van ZEx. den Minister van Jus titie zyn met 10 Febr. a. s. verplaatst de rijksveld wachters 3de kl. A. J. 't Gilde van Kinderdijk naar Vlissingen en A. J. K. Seylfer van Ylissingen naar St. Johannesga (Schoterland.) Middelburg, 31 Jan. De Regtbank alhier heeft gisteren uitspraak in de zaak van Kapt. d. O., door het Kantongeregt te Zierikzee veroordeeld tot 2 geld boeten elk van 50. De Regtbank heeft het vonnis van den Kantonregter vernietigd en op nieuw regt doende den Kapitein veroordeeld toewens het eerste feit tot eene geldboete van 50, en hem ten aanzien van het tweede feit ontslagen van regtsvervolging. Naar wij vernemen zal de veroordeelde zich ook van dit vonnie in cassatie voorzien. (Reeds hartelijks in ons vorig No. vermeld.) In de Woensdag gehouden zitting der arrondis- sements-regtbank te Middelburg, kamer voor burger lijke zaken, werden de pleidooien gevoerd in zake de Coöperatieve Voorschotvereeniging te Goes en de heeren Buijze te Zierikzee tegen dhr. W. Pelle, zaakwaarnemer te Goes, den heer mr. A. C. A. Jacobse Boudewynse als curator in het faillissement van M. L. Brandt, koopman en landbouwer te 'sHeer Hendrikskinderen, en tegen genoemden gefailleerden Brandt, waaromtrent wij aan de M. Ct. het volgende ontleenen „Door den heer mr. M. J. De Witt Hamer, die voor de eischers optrad, werd de regtbank gevraagd nietig verklaring van eene akte van koop- en verkoop, op den len February 1885 onder de hand gepasseerd tusschen M. L. Brandt en W. Pelle, waarby eerstge noemde aan laatstgemelde voor eene som van 4000 verkoopt al zijne onroerende goederen. De heer Hamer grondde dezen eisch in de eerste plaats op eene contraclueele verbintenis tusschen de heeren Buyze en Brandt, waarby bepaald was dat de laatste, aan wien door de heeren Buyze een hypotheek van 1400 op zijne onroerende goederen verschaft was, zonder schriftelijke toestemming der hypotheekhouders zijne goederen niet mogt vervreemden en in de tweede plaats op grond dat door dezen verkoop gepleegd was eene bedriegelijke verkorting der regten van de schuld- eischers in het faillissement van Brandt. Om een en ander te bewijzen schetste pleiter de omstandigheden, waaronder de koop en verkoop was tot stand gekomen. De heer mr. F. N. Van der Bilt, die voor den ge daagde Pelle optrad, bestreed de meening van mr. Hamer, als zou de niet-nakoming van het bepaalde by de hypotheekakte van de heeren Buijze, het niet vragen van toestemming tot den verkoop of tot cessie der hypotheek, voor zijn cliënt bindend zijn dat is een contract tusschen de heeren Buijze en Brandt en voor derden niet van kracht. Verder ging mr. Van der Bilt na de door den eischer onder woorden gebragte vermoedens, als zou er eene bedriegelijke verkorting van regten hebben plaats ge had. Voorop stellende dat die vermoedens in regten volstrekt niet zijn bewezen, trachtte pleiter die te ontzenuweu. Op grond van een en ander concludeerde de heer F. N. Van der Bilt tot ontzegging van den eisch aan de heeren Buijze en de Coöperatieve voorschotver- eenig'wg. Nadat de heer mr. A. C. A. Jacobse Boudewynse had uiteengezet, welk standpunt hjj als curator in deze zaak had 'gemeend te moeten innemen en verslag ge daan had van zijn onderhoud met Pelle en na re- en dupliek van beide partyen, verklaarde het O. M. den 10 February a. a. in deze zaak conclussie te zullen nemen. 's-Heer Arendskorli©, 30 Jan. De voor dracht voor onderwijzer in deze gemeente bestaat uit de heeren Rietvelat de Hond te Naarden, Visser te Koudekerke en Simons te Stad aan 't Haringvliet. Goes, 31 Jan. Op koopdagen worden wel eens dwaze dingen gedaan. Zoo werd dezer dagen een paar antieke porceleinen oesterschalen door een der erfge namen opgejaagd tot ƒ150,en bleef er meezitten. De antiquaar had er genoeg van. Maar men heeft wel eens voorheelden van edelmoedigheid. Bij den verkoop o. a. van onroerend goed werd het huis door de weduwe die het bewoont, ingezet op den taxatie-prjjs, en nie- mand bood daarop meer, niettegenstaande het huis voor velen bruikbaar is en vele geriefelijkheden bevat. Zoo ook bij den verkoop eener smidse. De bewoner, die met zijn talrijk gezin broodeloos zou geworden zijn, als een ander kooper pras geworden, deed een bod, en niemand bood meer. Onder luide toejuichingen van het talrijk opgekomen publiek klonk het daarop uit den mond des oproepers„Voor de derde maal, ge luk er mee". Door een aantal schippers en andere belangheb benden is bij het gemeentebestuur van Kattendyke aangedrongen op eene wijziging in den tijd waarop de brug over de haven van Goes te Wilhelminadorp wordt KERKNIEUWS. De Soiree ten voordeele der armen, gegeven door de vereeniging „Hercules" ter beoefening van gymna stiek en rhetorica, is uitstekend geslaagd. De president, de heer C. Chr. Koole, opende ae 9oiree met eene ge paste toespraak, waarin hij o. m. deed uitkomen, dat een gezonde ziel slechts in een gezond lichaam kan wonen, en dat het publiek geen halsbrekende toeren, geen kunstenmakerij moest verwachten, maar alleen gymnastiek, opgevat in de beste beteekenis. De oefeningen in het marcheeren, op het paard, aan de ringen enz. gaven bewijzen van buitengewone vlug heid en spierkracht en doen heel wat goede van de leden dezer nog slechts één-jarige vereeniging ver wachten. Uit volle borst werd door de jongelui onder het marcheeren onderstaand turnlied gezongen. „Vooruit Vooruit o wachtwoord aller landen, Weergalm alom, waar menschen zijn. En schenk hun kracht voor geest en handen, Verzacht hun lijden, smart en pyn. Wil hem de vrijheid openbaren, Waaruit het ware volksheil spruit; Zij moet het menschenregt bewaren, Vooruit dan, broederen, vooruit! „Door eendragt magt" is onze keuze. „Door krachten vrn" is onze wet, Die eendragt zij steeds onze leuze, Die alle krachtloosheid belet. Wij streven naar het heil van allen Gezondheid, waaruit kracht ontspruit Doen wy dus 'twachtwoord vrolijk schallen: Vooruit dan, broederen, vooruit! Vooruit in lijfs- en geesteskrachten, Naar 't waar en 't schoon en 't regt en 't goed, Wij zullen gymnastiek steeds achten, Zij reinigt ons het hart en 't bloed. Het edel doel, waarnaar wij Btreven, Roept allen toe houdt moed vooruit Hoe zou de moed ons dan hegeven? Vooruit dan, broederen, vooruit Een land heeft elke kwaal te duchten Van traagheid en ontwetendheid, Maar kunst en wetenschap geeft vruchten, Waardoor 't geluk eens volks gedijt; Het turnen doet het lichaam goed. Herhalen wij dus overluid Daar 't ons maakt vrank, vrij, vroom en vroed, Vooruit dan, broederen, vooruit! Nog werd door eenige der jongelui op niet onver dienstelijke wijze het bekende blyspel „De Somnam bule" opgevoerd. De talrijk opgekomenen hebhen zich uitmuntend geamuseerd en de armen wacht een extraatje, dat hun in deze dagen niet onwelkom zijn zal. St. Maartensdijk. Gedurende het jaar 1885 zyn in de haven dezer gemeente binnengekomen om in de termen vallend havengeld te betalen, 74 vaartuigen, metende van 19 tot 120 ton. Hieronder zyn echter niet begrepen een 20tal by de^gemeente geabonneerden, onder welke 2 beurtschippers, die geregeld om de beurt iedere week van hier vice versa op Rotterdam varen. Aan havengeld bragt de scheepvaartbeweging dit jaar op 360 tegen ongeveer/"450 in 1884. De oorzaak van dit mindere bedrag moet vooral gezocht worden in den kwijnenden toestand, waarin de suikerbieten teelt verkeert. Zierikzeee, 1 Febr. Verleden Woensdag is J. H., landbouwer te Ellemeet, door den heer Kanton regter alhier, wegens het te koop aanbieden van boter beneden het gewigt van vyf Hectogrammen op de botermarkt alhier, bij verstek veroordeeld tot vier geldboeten, elk van J 5, bij niet betaling te vervangen door gevangenisstraf van een dag voor elke boete. (Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. Laat dit eene les zijn voor andere boerinnetjes In 1885 heeft de Ned. Amerikaansche Stoom vaartmaatschappij te New-York aangebragt 854 kajuits- en 6544 tusschendekspassagiers. Van de verschillende transatlantische maatschappijen gezamenlijk zyn aan gekomen 843 stoombooten, aanbrengende 55,160 kajuits- en 281,170 tusschendekspassagiers. De bewaarschoolhouderesse te Zaandam, die de vorige week te Haarlem teregtstond wegens het niet in haar school voorhanden hebben van vaccine-bewijzen voor haar zelve, hare helpsters en de bij haar ter school gaande kinderen, is Donderdag veroordeeld tot ƒ10 boete of 1 dag gevangenis. Zekere Jansen, die 4 jaren geleden uit Amsterdam naar Amerika vluchtte, op grond, dat hij beschuldigd werd van brandstichting en frauduleus bankroet, is Donderdag uit Amerika terugkomende, te IJmuiden gepakt. Door den Schoolopziener in het Arrondissement Sommelsdyk is een overzicht opgemaakt van het schoolverzuim in dat Arrondissement over 1885, ver geleken met de jaren 1880 tot en met 1884. Daaruit bljjkt een geatadigen vooruitganghet ge- heele verzuim bedroeg in 1880 32,2%, in 1881 29,3%, in 1882 25,4%, in 1883 22%, in 1884 21,8% en in 1885 20,1%. Bet verzuim wegens veldarbeid daalde van 19,5% in 1880 tot 9,6% in 1885; anderen arbeid van 6.5% tot 4,2%. Nieuwe Tonge staat bovenaan met 30,6%. daarop volgen Sommelsdijk met 29%, Ooltgcnsplaat met 27,3%. Oude Tonge met 23,8%, Stad aan 't Haringvliet met 22,1 Den Bommel met 20%, Melissant met 16,8°/^, Ouddorp met 16,2%, Stellendam met 15,8% Goede reede met 15,7%, Dirksland met 14,2% en eindelijk Middelharnis en Herkingen met 13,1%. Aan den werkman le klasse (metaaldraaier) bij de Ijzergieterij te Delft, L. C. Stoutjesdij k is, te rekenen op den 2 February a. a., de bronzen medaille voor 12jari- gen yverigen en trouwen dienst toegekend. In het geregfcsgebonw te Heeren veen heeft men aan een toehoorder by de teregtzitting zijn klompen ontstolen. De vorige week is te Veenhuizen eene vrouw aan gekomen, die voor de derde maal, telkens voor zes maanden, is opgezonden als veroordeeld wegens herhaalde overtreding der drankwet. T K L KG It A M. 's Gravenliage, 1 February. De Regering heeft antwoord gezonden op het verslag van het tweede Bectie-onderzoek op Hoofdst. 3 (kies- regt). Zij blijft van meening, dat de Grondwet het Kiesregt moet regelen en handhaaft haar voorstel omtrent de Huurwaarde, overtuigd dat de grenzen van het mini mum door haar zóó laag zyn genomen, dat er redelyker wijze geene vrees kan bestaan dat zij over eenige jaren niet meer aan de maatschappelijke toestanden zouden beantwoorden. Waren erop 1 January 1885 inde Ned. Herv. Kerk 287 predikants-vacaturen, gedurende dat jaar is dat cyfer met 3 verminderd, zoodat het 284 bedroeg op 1 Januarij 1886. In Zeeland zijn er thans 31, van welke die te 's Heerenhoek bereids vervuld is en die te Baarland en te Hontenisse, c. a. vervuld staan te worden. Sedert langen tjjd lieten de orthodoxe predikanten bij de Herv. gem. te Dordrecht, behalve voor kerk en armen, ook nog collecteeren voor „in- en uitwendige zending." Voortaan zullen nu ook de predikanten dier gemeente van vrij zinnige rigting by het verlaten der kerk laten collecteeren voor vrije l'rotestantsche ver- eenigingen. Tot het houden der collecten hebben enkele personen zich aangeboden. Aangenomen het beroep naar Simonshaven door A. E. J. van Diek, te' Nieuw-Vossemeer. De heer A. J. Westhoff, predikant te Amsterdam, schrijft aan het „Handelsblad" De tyd van mjjn voorzitterschap in den Amsterdam- schen kerkeraad spoedt ten einde, en ik erlang daardoor gelukkig weer de vrjjheid om, waar ik zulks noodig acht, deel te nemen aan het publiek debat over het kerkelijk conflict. Mag ik daarom u eenige plaatsruimte vragen, M. de Red., ter bespreking eener incidentieele quaestie, door „De Standaard" van gisteren te berde gebragt. Opzettelyk wend ik me niet tot de redactie van het laatstgenoemde blad. Met het oog op de door en door onware voorstellingen, dag aan dag in d?,t blad over de kerkelijke quaestie gegeven, met het oog vooral op de schandelijke verdachtmaking, waaraan dat blad zich heeft schuldig gemaakt tegenover onzen hooggeachten ambtgenoot Van der Horst, hebben wy gezamenlijk besloten, geen enkel stuk of berigt meer in „De Standaard" te plaatsen en, waar het noodig was iets te publiceer en, dat bij advertentie te doen. Ja, wat meer is, wanneer het kerkelijk proces zal zyn geëindigd, wat ons nu dwingt van „De Standaard" kennis te nemen, zal geen enkele der 17 orthodoxe predikanten, die tegenover dr. Kuyper staan, meer onder de geabonneerden op dit blad* behoorenhet publiek weet na deze voorafspraak nu dnidelyd hoe sterk wy met den inhoud van dat blad sympathiseeren Maar ik kom ter zake „De Standaard" meldt dat ik me sterk verklaard heb tegen bet voorstel, in den kerkeraad aangenomen, om van lieverlede het cate- chiseeren op de openbare scholen door godsdienston derwijzers der Herv. gemeente te doen ophouden. Welnu, ik wil dr. Kuyper by dezen in zijn aller- christelijkst pogen om mij door deze mededeeling bij een groot deel der orthodoxen verdacht te maken, gaarne een handje helpen. Ik verklaar bjj deze, dat ik het een gruwel acht het christelijk onderwijs te doen triompheeren door het staatsonderwijs zoo slecht mogelijk te maken, dat ik het als eene ramp beschouw feitelijk zoovele kinderen van godsdienstig onderwijs te berooven. Of geldt het niet van dezen tijd dat velen de kerk niet meer uit zichzelven zoeken, eu dat meu dus verpligt is de kennis van den godsdienst tot hen te brengen Ik wensch ook niet te vergeten dat de twee vroomste onderwijzers, die ik mocht leeren kennen en hoogschatten gedurende mijn ambtelijk leven te Bieselinge en te Bennekom, hoofden waren eener open bare school! En al betreur ik natuurlijk den geest van het onderwijs op vele openbare scholen, laten we toch steeds met eerlijke wapenen stryden Ik wensch dat het nootlottig kerkeraadsbesluit nog moge afstuiten op de practische onuitvoerbaarheid en op de krachtige reactie, die zich de laatste weken tegen het streven van dr. Kciyper openbaart. Ik verklaar by deze dat, mogt het besluit ooit wor den uitgevoerd en dat alzoo de kerkeraad aan zijne' godsdienstonderwijzers verbood op de overheidsscholen te catechiseeren, ik bereid ben persoonlijk twee of drie uren in de week in de openbare scholen godsdienst onderwijs te komen gevenen ik durf wel verzekeren dat meerdere predikanten dit voorbeeld zullen volgen. Ik geloof dat dr. Kuyper wel niet zal beweren, dat deze verklaring iets aan klaarheid en rondheid te wenschen overlaat: het voeren van stryd trouwens op de wijze zooals die beschreven wordt in 2 Samuel 20 vers 9 en 10, heb ik steeds aan anderen overgelaten. Ingczoiuleu Stukken. Haagsche Brieven. den Haag, 29 Januari. Dat mevrouw Bulkley en hare mede-beklaagden ver oordeeld werden, zal door velen zyn verwachtdat zij echter tot anderhalf jaar celstraf zou worden veroor deeld, ging de strafmaat van menigeen, die in zijne verbeelding aan het wegen en meten was gegaan, verre te boven. Weet gij tot welk eene straf Mevrouw Bulk- i ley is veroordeeld? Tot dezelfde strafals Jeanne Lorefcte, met dit verschil dat aan deze laatste nog het voorrecht van het gezelschaps-leven is toegestaan. Anderhalf jaar celstraf ia eene langdurige zware strat voor de vrouw uit den beschaafden stand, die de gezelligheid gewoon is, die behoefte heeft om aan het maatschappelijk leven deel te nemen, die in der tijd een drukke bezoekster was der Haagsche opera en die gewoon was veel op reis te gaan. Of het Gerechtshof te Arnhem, met de veroordeeling, ook die straf zal handhaven Ofschoon het feit, door mevrouw Bulkley gepleegd en erkend, onverdedigbaar was, mag men toch het groot verschil tusschen haar en Jeanne Lorette niet voorbijzien. De laatste, eene vrouw van verdachte zeden die, reeds zeer lang, ongeoorloofde liefdesbetrekkingen had aangeknoopt, die zich het hof liet maken door wien het wilde en die eindelijk in aanraking gekomen met een lid van een gezantschap, oradat deze de be trekking niet zoo voordeelig wilde doen eindigen als zij dit wilde, den gezant (het is niet bewezen, dat hij sliep, maar het is evenmin bewezen, dat hy niet sliep) op zijn legerstede met een pistoolschot het leven be nam. De geheele wereld was met Jeanne Lorette be wogen, en zij werd tot drie jaren correctioneele ge vangenisstraf veroordeeld. Mevrouw Bulkley is eene excentrieke, maar eene hoogst respectabele vrouwzjj was met hare echtge noot, die gedurende vele jaren leeraar was aan het Haagsche gymnasium, door den gelukkigsten echt ver bonden zij leefde voor bare familie en gaf denzelfden schoonzoon, met wien zij thans in vijandschap verkeert, bij diens huwelijk eene villa ten geschenke, die zjj later voor veertig duizend gulden moest terugkoopenzjj had hare overleden dochter vóór baar sterven beloofd voor hare beide kinderen te zorgen en achtte zich vóór alles verbonden die belofte gestand te doen. Zij Het zich leiden door plichtbesef. Zy heeft het op de terechtzitting erkend: zij wist, dat zij met de wet in opstand was, maar zij schatte de zedelykheid hooger dan de wet. Zy was grootmoeder vóór alles. Het zij verre-fan mij mevrouw Bulkley op een voetstuk te plaatsen. Het komt mij zelfs voor, dat, als haar advocaat, de heer van Cappelle, sprak van eene mise rable bende", daarbij doelende op het zestal »lang van stuk, maar klein van hart" dat onder opzicht der politie den inval in het huis van den heer Hoek heeft beproefd, en als die advocaat verder gewaagde van het Amsterdamsch en Apeldoornsch gespuis" dat plaats kwam nemen »op den eerezetel der getuigen" hij aan zijne cliënte geen compliment heeft gemaakt, want met dat gespuis" is zij gedurende eenigen tijd omgegaan, heeft zjzich gemeenzaam gemaakt, al heeft zy het zelve niet uitgezocht. Hoe is het mogelijk, dat eene vrouw van den beschaafden stand, gewoon in beschaafde kringen om te gaan, haren stand zóózeer vergeet, om zich met allerlei lieden uit de laagste volksklasse, waaronder niet weinigen, die op haar geld aasden, in betrekking te stellen en deze, want daarop komt het dan toch neder, tot het plegen van misdrijf te huren Hoe dit mogeljjk is? Op die vraag is slechts één antwoord te geven. Men heeft zoowel bij de vroegere behandeling der zaak voor het Hof te 's Gravenhage als nu weder voor de Arnhemscbe rechtbank Mevrouw Bulkley voorgesteld als een edel karakter. Zij zelve heeft den ambtenaar van het Openbaar Ministerie te gemoet gevoerd: omdat u die niet begrijpt, mijnheer, daarom bestaan die karakters toch." In een woord, hare verdedigers hebben van haar gemaakt eene roman heldin, eene type der ziolegrootheid, eene ver boven anderen door beginselvastheid uitstekende vrouw. De jongste voorstelling (die van den advocaat van Cap pelle) was die van eene »even merkwaardige als be klagenswaardige vrouw". Beklagenswaardig is zij in ieder geval. Maar hebben wij hier inderdaad met iemand te doen, die volkomen zelfstandig handelt, die al de gevolgen dier handelingen scherp doorziet, of wel met het werktuig van eene idéé fixe? My althans heeft het ten hoogste verwonderd, dat, waar men tegenwoordig gewoon is in alle causes cèlèbres de vraag te behandelen, of de daad wel toerekenbaar is te achten, of de beschuldigde wel met volkomene wils vrijheid heeft gehandeld, men nu alleen tegenover mevrouw Bulkley eene uitzondering heeft gemaakt. Waarom is naar haar zielstoestand geen onderzoek ge daan? Wijst niet de veelvuldige herhaling barer pogingen tot ontvoering harer heide kleinkinderen op eene soort van monomanie, die zeer goed met gelijk tijdige luciditeit omtrent alle andere zaken kan be staan? Hoe zal men, psychologisch, anders een sleutel kunnen vinden voor de opvatting, alsof de zedelijkheid zou gedoogen wat door de zedelijkheid niet minder dan door de wet wordt gewraakt Maar, ik vrees, dat deze voorstelling van »een afgedwaalden geest" alleen daarom is nagelaten, omdat zy zou strijden met de gangbare voorstelling, alsof mevrouw Bulkley wave »een superieure geest", die alleen uit zielegrootheid handelt. Al kwam hier ter stede de veroordeeling velen niet onverwacht (vooral niet aan het Haagsche Dagblad, dat van sterke Hoekschgezindheid blijken gaf en nog geeft), niet weinigen hadden zeker op een ontslag van rechtsvervolging gerekend, van af het oogenhlik dat de aangeworven manschappen eenstemmig hadden ver klaart, dat zij gehandeld hadden in dienst der politie en niets anders hebben gedaan dan de wenken der politie op te volgen. Velen blijven betwijfelen, of hier aan strafbare poging te denken valt. Een eerste vereischte van iedere strafbare poging is dit, dat de poging kan leiden tot eene strafbare daad. Waar de poging niet tot eene strafbare daad kan leiden, is er een mislukt misdrijf, maar kan van strafbare poging geen sprake zijn. Wie durft nu in ernst beweren, dat deze poging, onder het opzicht van de politie beproefd, gelukken kon f De Rechtbank schijnt dit aan te nemen op dezen enkelen grond, dat de mogelijkheid bleef bestaan, dat de belhamels in de verwarring met de kinderen in het gereed staande rjjtuig waren wegge rend. Maar juist die mogelykheid was uitgesloten, omdat de belhamels in dienst der politie waren; en onder eede hebben erkend, dat zy zich alleen naar hare bevelen zouden hebbeu gedragen. Hadden zij onder eede verklaard, dat zjj toch hun eigen gang zouden zijn gegaan, ondanks de bevelen der politie, dan wa9 er voor de mogelykheid iets fte zeggen ge weest. Maar nu waren de feiten met die mogelijkheid in strijd. Wat mevrouw Bulkley in de schatting van velen heeft doen dalen, is dat, zjj den veldwachter Noordhof het zakje met peper in de hand heeft gegeven, om dit den heer Hoek in de oogen te werpen. Maar wanneer men kennis draagt, niet van dit enkele feit, maar van het geheele gesprek, dat tusschen mevrouw Bulkley en den veldwachter is gevoerd, dan valt de schaduw op den veldwachter. Ik moet gul bekennen, dat ik eerbied en bewondering heb voor de slimheid van een politie-agent, die na het plegen van een feit, zich ongemerkt bij de daders weet in te dringen en hun vertrouwen dermate weet te winnen, dat hij al de bijzonderheden van het misdrijf ontdektmaar my walgt het te zien hoe hier in deze zaak politie-agenten, vóór het plegen van het feit, zich bij mevrouw Bulkley hebben ingedrongen om haar op de gedachte te brengen vau de zwaarste vergrijpen, die nooit bij haar waren opgekomen. Gelukkig dat zij zich toen geen enkele toespeling op zwaardere misdaden heeft laten ontvallen, want over hare bedoelingen zou dan een zeer treurig licht zijn opgegaan. Maar, wanneer zij aan het einde van dit gesprek het zakje peper overgaf, was het niet geheel vrij willig. Zij week kenneljjk voor de pressie van den politie-dienaar, die haar al9 het ware een middel af smeekte om zich tegen een mogelijken aanval te ver dedigen. Ik voer dit alles niet aan om voor het minst de daad van mevrouw Bulkley te vergoelijken, maar ik mag niet nalaten op te merken, dat, wanneer men de verslagen van de van weerszijde gehouden pleidooien, met aandacht volgde, men van lieverlede den indruk bekwam, dat, waar men in den stryd HoekBulkley, bij het Haagsche Hof wel wat al te zeer de schaduw op het karakter van den heer Hoek liet vallen, men te Arnhem juist in een ander uiterste verviel, en het Openbaar Ministerie nu den heer Hoek als een heilige voorstelde. Met den heer Hoek gevoelt men mede- doogen, wanneer men ziet, hoe telkens op zijn vaderlijke macht inbreuk wordt gemaakt; maar voor den heer Hoek gevoelt men geene sympathie, wanneer men nagaat (en dit blijkt ook uit de pleitrede van mr. Cappelle) hoe iedere poging, door wien ook beproefd, om de breuk te herstellen, op zjjne onverzettelijkheid afstuit. Indien de heer Hoek eenig bewijs van toe nadering had willen geven, ware er misschien niets verder gebeurd. De politie in ons land is in den laatsten tyd niet zeer gelukkig. Hoeveel beter figuur zou zij hebben gemaakt, wanneer zjj van uit de verte de gestelde handeHng had gadegeslagen, maar daaraan geen actief deel had genomen en wanneer zy op het oogenblik, dat de kinderen naar het jacht werden gevoerd, niet met twee man, maar met zes, met acht man was tusschen beiden gekomen en de daad had doen mislukken. De handelingen der politie werden door het Openhaar Ministerie te Arnhem uitbundig geprezen, hoe is het mogelijk? Hoe kan men in lof uitweiden over het optreden van politie-agenten als medeplichtigen aan een misdrijf De taak der politie is misdadigers op te sporen, in het oog te houden. Ook te dien opzichte is zy niet altjjd gelukkig. Wie herinnert zich niet, hoe, na den moord op Marina Boogaard, de politie de Jong met zjjn degenstok ontmoette, zonder dien stok zelfs in handen te nemen en te bezien? Een ander curieus staaltje kwam my dezer dagen ter oore. Er was door de Haagsche Tramway-Maatschappij aangifte gedaan van knoeieryen, door haren boekhouder gepleegd, van wien het gerucht liep, dat hij naar Londen was ge vlucht. De persoon van den dader was de politie onbekend, en haar eerste werk was dus te trachton een portret, te bemachtigen, dat men bjj zijne beminde wel hoopte te vinden. De inspecteur kwam van zijn bezoek echter onverrichter zake terug. De beminde, die in gezelUg gesprek met een heer was gewikkeld, bezat zoodanig portret niet, maar weinige uren later

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1886 | | pagina 1