Z1ËR1KZEËSCHE NIEUWSBODE. No. 1670, 42ste Jaarg. Donderdag 17 December 1885. Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60. ADV ERTENTIËN, van 13 regels 30 Cts.meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar -plaatsruimte berekend. KKi\NISGEVING. BELASTING OP DE HONDEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie bikzee maken bekend: dat bet suppletoir kohier der belasting op de honden van deze gemeente, over het dienstjaar 1885 op heden door hen is opgemaakt en van den 16den tot den 31sten dezer maand ter Secre tarie der gemeente voor een ieder ter lezing zal liggen, zullende ieder aangeslagene, binnen dien tijd, tegen zijn aanslag bij den Raad bezwaren kunnen inbrengen, bij verzoekschrift op ongezegeld papier. Ziebikzee, den 14 December 1885. De Burgemeester, J. P. N. ERMERINS. De Secretaris, J. F. van der LEK de CLERCQ. Nieuwstijdingen. Ingeland. Londen, 14 Dec. De „Times heeft uit Sofia berigt ontvangen, dat de Vorst van .Bulgarije, ofschoon con- ciliant gezind, volhardt in den eisch dat de ServiscVe troepen dadelijk Bulgarije moeten ontruimen, daar anders Bulgarije de vijandelijkheden zal moeten her vatten, ten einde de ontruiming van het district Widdin te forceeren. De vertegenwoordigers der mogendheden hebben gisteren met den Bulgaarschen minister van buitenlandsche zaken een onderhoud gehad, om bij hem aan te dringen op de aanneming eener militaire demarcatie door eene Commissie. De Bulgaarsche Re gering heeft des avonds hierop geantwoord: le. dat eene Commissie voor demarcatie overtollig zou zijn, vermits Servië en Bulgarije reeds waren overeengekomen omtrent de demarcatielijn voor den wapenstilstand 2e. dat Bulgarije volhardt in den eisch tot ontruiming van het Widdingebied door de Servische troepen; 3e. dat zoodra aan dien eisch wordt voldaan, Bulgarije bereid zal worden bevonden om de voorwaarden van een wapenstilstand door eene Commissie te laten regelen, mits die regeling geschiede op een nieuwen grondslag wegens den veranderden staat van zaken 4e. dat Bulgarije bereid is om over te gaan tot ont wapening, wanneer de groote mogendheden waarborg geven dat Servië de vijandelijkheden niet zal hervatten en dat er een billijke oorlogsvergoeding worde toegestaan. Plymouth, 13 Dec. Hedenochtend vroeg brak in een digtbevolkte wijk dezer stad een brand uit, welke zóó snel in omvang toenam, dat twaalf men- schen in de vlammen omkwamen, alvorens redding kon aangebragt worden. Een persoon, die uit een venster sprong, vond evenzeer den dood. Twee per sonen worden nog vermist. In een Engelsch blad wordt een merkwaardig geval medegedeeld van iemand, die door een leugen zich een vermogen heeft zien ontgaan, dat hij maar voor het grijpen gehad zou hebben. „Een makker mijner jeugd" zoo verhaalt de schrijver van het stukje „ging te Harrow school, en ondjerweg naar huis, zag hij dat een kloeke boer te paard moeite had om een hek open te krijgen, en kwam hem beleefd te hulp. Hij maakte het hek open en hield het vast totdat de ruiter er door was. „Dank je, mijn jongen", zeide de boer, die een rijke vetweider uit Middlesex was. „Hoe heet je „Ik heet Green", antwoordde de knaap, die maar voor de aardigheid dezen naam opgaf. „En wat doet je vader „O, mijn vader is kaaskooper", zeide de knaap, in wendig om zijn vindingrijk vernuft lagchende „en hij woont te Londen, in Theobald's Road, 'tis maar een klein winkeltje, twee treedjes af." „Nogmaals dank, hoor", zeide de boer, die zooals later bleek, niet onnoozel was. „Je bent een flinke jongenik zal je niet vergeten." „Doe dat niet", was de laatste aardigheid van den schoolknaap. „Onthoud maar Green, en een kaaskooper in Theo bald's Road." „Toen liep hij lagchend van pret over zijne eigen grappigheid den heuvel op. „Wat moet hij niet gevoeld hebben, toen er tien jaar later bij advertentie een jongeling werd opgeroepen Green genaamd, wiens vader een kaaswinkel deed in Theobald's Road, en wien, tot belooning voor zijne be leefdheid om te Harrow, in het jaar 18—, een hek open te houden, een aanzienlijk legaat door den onlangs overleden rijken boer was vermaaktWat hij toen gevoelde, heeft niemand van zijne familie al te naauw onderzochtmaar allen merkten op dat de ongelukkige jongeling van dat oogenblik af geen gelegenheid liet voorbijgaan om er op aan te dringen van welk onbe rekenbaar belang het is zich strikt aan de waarheid te houdenèn om te wijzen op de rampen die onver mijdelijk uit de minste afwijking van de waarheid voortvloeijen, waarvan hij zelf een treurig voorbeeld was. „Want evenmin als zijn naam Green was of wat daarnaar geleek, had zijn vader, een bedaard landjon ker, in de verste verte iets met den kaashandel te maken gehad." ü&ttmeiie, De correspondent te Philippopel van de „Pester Lloyd" deelt mede, dat de gewonden, die van het slagveld terugkeeren, wonderen omtrent de heldendaden van den Torst vertellenzij hebbeu geen woorden genoeg om 's Vorsten vriendelijkheid in den omgang met de soldaten, om zijne energie in het handelen en zijne eenvoudige levenswijze te prijzen. Een Uost-Rumelisch vrijwilliger die den slag van Slivnicza en de bestorming van den Dragoman-pas bijwoonde, vertelde de volgende bijzonderheden omtrent den Vorst. Hij staat des morgens (om halfvijf) op en gaat des avonds het laatst van allen te bed (elf uur). Hij slaapt midden tusschen de soldaten en op rieten matten, op het eerste vrije plekje dat hij maar vindtmet de troepen eet hij dezelfde spijzen mede en uit hetzelfde keteltje. Hoewel hij gedurende het gevecht de uniform van kolonel van zijn regiment draagt, weet hij toch het nationaal kostuum tot zijn regt te doen komen, daar hij gedurende den veldtogt in plaats van laarzen, van zoogenaamde „Opanken" gebruik maakt, gelijk die bij vrijwilligers in gebruik zijn. Bij iederen slag en ieder treffen zag men hem in de voorste rijen en steeds was hij onverschrokken en blij moedig gestemd. Met opwekkende woorden vuurde hij de soldaten tot standhouden aan, „Drzitte se, junaci," (houdt stand helden) of „Napred junaci! Ne boltje se Bogje Snas(Voorwaarts Hebt geen vrees God is met ons.) De laatste uitdrukking is zijn devies. »Deus no- biscum In den slag van Slivnicza reed hy van de eene verschansing naar de andere en boezemde den soldaten moed in. By de herwinning van den Dragomanpas had de vorst een geweer met de bajonet er op ter hand genomen en liep aan de spits der eerste kolonne mede storm. Dit voorbeeld van moed heeft bij de soldaten groote geestdrift verwekt, en de gelukkige resultaten zijn in.. de eerste plaats aan de handelingen van den opper bevelhebber te danken. De troepen trokken als leeuwen in het vuur en waren blind voor de kogels die als hagel neder vielen. Op sommige zeer gevaarlijke plaatsen wilde men de manschappen zoolang doen stilhouden, totdat het vuur van den vijand minder hevig was ge- worden, maar dit ging niet gemakkelijk, en er kwamen gevallen voor dat de bevelvoerende officieren zich met den revolver voor het front moesten stellen, ten einde aan het commando om halt te maken meer nadruk te verleenen. ütaUe. Voor het hof van Rome staat teregt Antonio Tozzi, beschuldigd van een gruwelijken moord. In Mei vond men in een bosch bij Monte Rotonde de stukken van het lijk van zekeren slager Domonico Poggi. Vol gens de acte van beschuldiging, werd Poggi den 7n Mei gelokt in den kelder van een anderen slager, Tozzi, die, door broodnijd gedreven en omdat hij tegen een huwelijk was van zijne dochter Carolina met Poggi, dezen met behulp van zijne vrouw, zijn zoon en eene getrouwde dochter vermoordde. De stukken van het ligchaam werden in het bosph geworpen en de mis daad ging met andere bijzonderheden gepaard, te walgelijk om te worden medegedeeld. De zoon, Antonio Tozzi, bekende na zijne inhechtenisneming alles en werd door de andere beschuldigden met smaadredenen overladen. De onverschilligheid, waarmede hij voor het hof zijn verhaal deed, bragt het volk in woede. „Weg met hem, naar het schavot met hemriep men. Hij daarentegen, bleek van opgewondenheid, riep terug „Hier ben ik, scheur mij maar in stukken Te St. Gilles, een der voorsteden van Brussel, is een man, die gewed had twintig harde eieren op te eten, zonder er bij te drinken, bij het vijftiende ei gestikt. Hij laat een weduwe met twee kinderen na. 's Gravrenliage14 Dec. Het is, zooals uit nadere berigten reeds is gebleken, thans een feit, dat Antwerpen voor een jaar gekozen is als aanleghaven der gesubsidieerde Duitsche stoomvaartlijnen. De rede van den Minister Bötticher, waarin rekenschap werd gegeven van die keus, kwam op het volgende neer. Het kiezen dezer haven is voorafgegaan door een grondig onderzoek. Drie plaatsen kwamen er voor in aanmerking, nl. Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen. Rotterdam, dat door de kooplieden in Zuid-Duitschland zeer werd aanbevolen, kon niet in aanmerking komen wegens den grooten diepgang der booten. De haven is te allen tijde slechts te bereiken door schepen van hoogstens 19 voeten diepgang en de Duitsche post- booten, welke minstens 3000 tonnen moeten bevatten, hebben een diepgang van 21 voet. Bovendien is de toegang tot deze haven niet altijd vrij van ijs. Voor Vlissingen pleitte de gunstige ligging. Door de vaart naar Antwerpen verliezen de booten met uit en inladen 12 tot 18 uren en daarbij scheen het wensche- lijk om Vlissingen te kiezen, wegens redenen, welke de Minister kon aanduiden, maar niet uitvoerig kon bespreken. Het betrof het belang van enkele takken van nijverheid, welke door de keuze van Antwerpen met grootere mededinging zouden te kampen hebben, dan wanneer de booten een Hollandsche haven aandoen. Evenwel konden deze voordeelen niet opwegen tegen den wensch dér Nordd. Lloyd, welke de beslissende stem in deze had. De Rijkskanselier heeft wel het regt om zijn bekrachtiging te onthouden, maar van dat regt wenscht hij alleen in het uiterste geval ge bruik te maken. Daarbij kwam, dat ook in Zuid- Duitschland stemmen ten gunste van Antwerpen op gingen, dat Antwerpen een levendiger handelsverkeer heeft dan Vlissingen en dat de havenwerken meer aan de eischen beantwoorden. In de hoop, dat de Bel gische Regering der Lloyd gunstige voorwaarden zal toestaan, heeft de Kanselier deze keuze voor een jaar bekrachtigd. Mogt het later blijken, dat het belang van Duitschlands handel en nijverheid een andere keuze noodig maakt, dan kan zoowel de Lloyd als de Duitsche Regeriug later daartoe overgaan. De heer Meier, directeur der »Nordd. Llyod", voerde in hoofdzaak dezelfde redenen aan voor de gedane keus. Opmerking verdient, dat hy slechts Rotterdam en Ant werpen vergeleek en Vlissingen geheel ter zijde liet. Geen der andere sprekers pleitte voor Vlissingen, dat, naar 't schijnt, aanvankelijk alleen was gekozen om de voorkeur, die Bismarck en Stephan daarvoor hadden. Het aanbod der Belgische Regering tot vrijstelling van loods- en havengelden werd in 't geheel niet ver meld, zoodat er schijn ontstaat, dat dit op de keus volstrekt geen invloed heeft geoefend. Volgens parti culiere berigten zou de Koning van België persoonlijk zijn invloed ten gunste van Antwerpen hebben doen gelden, en zou de verwerping van Vlissingen zamen- hangen met de houding van Nederlandsche zijde, in zake het letterkundig tractaat en het zalmtractaat aangenomen. De Minister van Financiën bankier, dat zal een der middelen moeten zijn, waardoor voorzien zal worden in het tekort. Zoude het niet beter zijn dat de Minister van Financiën in plaats van zich voor bankier te willen bekwamen en te peinzen op welke wijze van het aanwezige kasgeld eenige rente gekweekt kon worden, zich beijverde om in de eerste plaats het aanwezige kasgeld te gebruiken voor het doel waarvoor het bestemd is, namelijk om de schulden van den Staat te betalen Naar wij uit goede bron voor eenigen tijd vernamen, lag bij de Rekenkamer meer dan één belangryk goed gekeurd mandaat van ettelijke duizenden guldens, dat niet mogt worden afgegeven omdat daarvoor bij den betrokken betaalmeester geen geld in kas wasdeze mandaten betroffen betalingen voor werken die de Staat reeds lang in gebruik heeft. De aannemers moeten thans langer, dan billijk is, rente betalen van de door hen opgenomen gelden, omdat er geen behoorlijke orde op de betaling is gesteld. De taak van den Minister van Financiën moest in de eerste plaats zijn dergelijke feiten te voorkomenlaat hij daarna desnoods tijd en moeite besteden aan het kweeken van een weinig rente van het kasgeld. Alhier overleed in den ouderdom van 74 jaar, Jhr Mr. J. Ph. Boddaeit, in leven regter in de Arrond.- Regtbank te Middelburg. Tegen den student D. van de Polytechnische school te Delft, die met andere jongelieden in October een rijtuig uit een stal te 's Gravenhage haalde en daarby een persoon ernstig door een slag op het oog verwonde, is een celstraf van 15 dagen geëischt. Verschoonende omstandigheden nam de officier van Justitie by de regtbank in den Haag niet aan. Vlissingen, 15 Dec. Omtrent het verongelukken van het stoombaggervaartuig „Margaux" meldt men de volgende bijzonderheden. Nadat het vaartuig, ge sleept door de Belgische sleepboot „President Kindt," gez. Marshall, den 2den Dec. de haven van Vlissingen verlaten had, passeerde men den 3den Dec. 's morgens 9 uur Dover en kwam men te 4 uur des middags van dien dag in de bogt van Dungenes ten anker, omdat het niet mogelijk was tegen de styve Z.W. koelte en hooge zee in te slepen. Den 5den Dec., des middags te 4 uren, kwam de wind met eene matige koelte uit het Z.O. en vervolgde men de reis, die zich zeer voorspoedig liet aanzien, tot 7 Dec. 's morgens, nadat men Portland gepasseerd was, wind en zee gaandeweg heviger werden, zoodat men genoodzaakt was zeer zacht aan te stoomen. Te 10 uur '8 morgens brak de sleeptrosna veel inspanning gelukte het des middags 2 uur dien weder vast te krijgen, de zee werd gedurig woester zoodat men slechts zeer zacht stoomde en zich er toe bepaalde om het bagger vaartuig op de zee te houden. Des avonds circa G uur brak de sleeptros andermaal tengevolge der diepe duisternis en de hemelhooge zee bestond er geene gelegenheid een anderen tros op de „Margaux" vast te maken. Men hield den geheelen nacht het vaartuig in 't gezicht op een afstand van naar gissing 2 a 3 scheepslengten en maakte met het aanbreken van den dag toebereidselen om het vaartuig weder op sleeptouw te nemen, toen het ten 7 uur eensklaps in de diepte verdween. Hoewel de sleepboot nog volle drie uren op de plaats bleef en vele losse voorwerpen van het vaartuig in het rond drijvende werden gezien, werd van de bemanning, bestaande uit twee personen, niets meer ontwaard, zoodat het zeker is, dat beiden hun graf in de golven gevonden hebben. Het baggervaartuig was verzekerd. Treurig is de toe stand der vrouwen en kinderen van de omgekomenen, die alweder het hooge cijfer der broodeloozen komen vermeerderen. Te Vlissingen circuleert onder de ingezetenen een adres, waarbij den Minister van Oorlog verzocht zal worden terug te komen op het genomen besluit waarbij de heer Pabst, eerst aanwezend officier van gezondheid aldaar, wordt verplaatst naar Harderwijk. Naar men hoort, is er ernstig sprake van het tot stand brengen eener stoomtram van Walsoorden op Hulst. In vervanging van den thans bestaanden wagen- dienst zouden de heeren Smit V. Cowanneer zij de noodige subsidie kunnen verkrijgen, deze tramlijn tot stand willen brengen langs den provincialen kunst weg. Naar men meent, zou de grond der bermen langs den weg alleszins geschikt zijn, om zonder beduidende kosten de lijn aan te leggen. Door wijlen mevr. de wed. J. Vogel, te Middel burg, is aan de weesinrigting te Neerbosch gelegateerd Vi3 gedeelte in één derde part harer zuivere nalaten schap, na aftrek der als vaste som bepaalde legaten. Door Z. M. is Mr. J. van der Lek de Clercq, te Koudekerke, met ingang van 1 Januarij 1886, benoemd tot schoolopziener in het Arrondissement Middelburg. Yerseke, 14 Dec. Naar wij vernemen zijn alle pannen van de Yersche oesterbanken in de putten gebragtzooals we vroeger gemeld hebben moeten ze voor 1 December van elk jaar opgeruimd zijn, daar anders het Bestuur regt heeft eene boete toe te x>assen op den pachter van het perceel, waar de pannen ge legd zijn. Wel liggen er nog in het zoogenaamde „Windgat", doch deze pannen kunnen daar den geheelen winter blijven, omdat het „Windgat" tot een gedeelte der oesterbank behoort, dat voor 1882 verpacht is, en waarop dus de later gemaakte bepalingen nog niet van toepassing zijn. Croes15 Dec. Een paar veelbelovende jongelui van 12 jaar, hadden uit de goederenloods enkele kistjes sigaren gestolen. Van den diefstal werden evenwel anderen verdacht, en dezen ongaarne ten onregte ver dacht, legden zich op den loer en vonden de snaken liggende in eene drooge sloot te rooken als schoor- steenen. Een gedeelte hadden zij verkocht en de rest zorgvuldig verborgen. Mogelijk wordt hun de liefhebberij om te rooken op den kruisberg of ergens anders wel afgeleerd. Heden liep een meisje luid Bchreijend langs de straat; zij had hare portemonnaie verloren, waarin 7 was, waarvoor zij eenige kleedingstukken uit de bank van leening moest inlossen. Een behoeftige maar eer- lyke kerel was de gelukkige vinder, maar aarzelde geen oogenblik om bij het meisje de bittere tranen te doen droogen en hare droefheid te doen veranderen in uitbundige blijdschap. Is het niet jammer, dat van zulk een natuurlyke zaak, als van eene uitzondering, melding moet ge maakt worden - Maandag is de plegtige inzegening van de bij zondere R. K. begraafplaats geschied. Om 9 uur werd door den pastoor-deken Eversteijn eene plegtige mis gevierd. In zijn toespraak liet de Eerw. Heer uitkomen, dat de zorg voor de ligchamen onzer afgestorvenen regtstreeks door de Heilige Schrift is bevolen. Om elf uur begaven zich een aantal geestelijken als assistenten voor de Eerw. Heer Eversteijn, in drie rijtuigen naar de nieuwe begraafplaats, waar de indrukwekkende plegtigheid plaats had ten aanschouwe van eene groote menigte, die zich voor 25 cent het regt gekocht had den op het kerkhof te komen, en van eene niet minder talrijke menigte op den weg. Het kerkhof is gelegen in de Poel, digt bij de spoor lijn. Het is een langwerpig vierkant, netjes met heesters versierd, en in drie rangen verdeeld. Naar men zegt worden gelden bijeengebragt om op de begraafplaats een kapel te verkrijgen. De heer de Meulenmeester uit Bergen op Zoom is de edelmoedige schenker van het terrein. Hem komt dus wel een woord van dank toe van wege zijn geloofs- genooten in deze gemeente. Deskundigen hebben berekend, dat bij den tegen- woordigen prijs der .steenkolen en na aftrek van cokes, koolteer, gaswater en andere ingrediënten, het gas aan de directie onzer gasfabriek ongeveer niets kost en toch moet de burgerij 14 cent per kub. meter betalen. Aan onderhoud van het gebouw of van de gasleiding wordt geen cent uitgegeven, zoodat er een aardig aantal percenten zullen gedeeld worden. De directie heeft evenwel ingezien, dat zij iets doen moet ter wille van het publiek, want zy biedt de 43 kilo (zoogen. een mud) geklopte cokes aan voor 45 ct. terwijl men diezelfde hoeveelheid in andere plaatsen kan bekomen voor de helft van dien. prijs 45 cent voor een mud cokes tegen 55 cent voor een mud steen kolen. Zooals men ziet, gaat de maatschappij ook wel met den tijd mede Ziorikzeo, 16 Dec. Gisteren is op de Zeekonden- plaat alhier een zeehond gevangen, die een gewigt had van 250 pond. Bij de te 's Hage gehouden examens voor Middelb. Onderw. zijn toegelaten: voor de Staatsinrigting de heer A. Landman van Zierikzee en voor Boekhouden mej. A. A. de Laat de Kanter van „De Standaard,' deelt mede, dat de collecte voor de Unie, de school met den Bijbel, meer dan 111,000 heeft opgebragt. De hoofdcommissaris van politie te Amsterdam wenscht opsporing, aanhouding en berigt van zekere Maaitje Joanna Kegge, 27 jaar, geb. te Tholen, die te Amsterdam als kinderjuffrouw diende en 22 Nov. hare woning verliet. Haar gestalte is klein, voorhoofd hoog, haar, wenkbrauwen en oogen bruin, spitse neus, mond groot, dikke lippen, tanden gaaf, kin rond, aan gezicht ovaal, kleur bleek, tongval Zeeuwsch, gekleed met donkerbruinen rok, zwart tricot lijfje, bruinen ge sloten regenmantel met fluweele opslagen aan de mouwen, zwart castoren ronde hoed, met zwart fluweel en zwarte en roodbruine veertjes opgemaakt. Zij is in het bezit van een horloge met zilveren ket ting en een armband, de laatste, evenals de ketting, van stuivertjes vervaardigd, zilveren oorknoppen en eene portemonnaie met ongeveer 20 gulden. Eene onlangs döor haar aangevraagde geboorteakte is mede in haar bezit. Te Rotterdam wordt door den heer A. Koene dagelijks een maaltijd verstrekt aan behoeftige school gaande kinderen. Thans maken er een kleine vierhon derd daarvan gebruik. Elke week wisselen de geregten af; Vrijdags wordt visch gegeven, met het oog op de Roorasche kinderen. Voor de bereiding der spijs wordt de grootste zorg gedragen. De heer Koene ondervindt veel steun; zoo werden door een zijner stadgenooten 200 petten gegeven, door een ander 12 paar wollen kousen. Ook het personeel van zijn hotel steunt hem ijverig. Men schrijft uit Beek en Donk De alhier gestationeerde rijksveldwachter, heeft zijn dienstijver in het opsporen van drankwet-overtredingen dezer dagen in de gemeente Lieshout zoover gedreven, dat hij zijne echtgenoote zich zoodanig heeft doen ver- kleeden als hebbende het aanzien vau de 'rouw van een stoelenmatter. In dit costuum dan, vroeg zij bij verschillende winkeliers en bierhuishouders om een of anderhalf ons koffie, haalde daarna een fleschje te voorschijn, om daarin voor 5 cents jenever te bekomen, waarna haar man, de rijksveldwachter, die intusschen in de nabijheid had post gevat binnen kwam, om te bekeuren. Men vraagt ons, of de politie in ons Nederlaud ge roepen is op deze wijze eene overtreding uit te lokken, om langs dien weg eene wet te handhaven. Het antwoord laten wij in deze aan het algemeen over. Opligters hebben toch wezenlijk een te gemakke lijk werkAls men hoort, hoe onnoozel ligtgeloovig sommige personen zijn, dan staat men eigenlijk er- baasd dat er niet nog meer opligters zijn. Aan het Oranje-kanaal woont een brugwachter, die voor eenigen tijd een wildvreemde by zich in den kost nam. Die snaak gaf voor gepensioneerd Indisch militair te zijn, wat zoo gemakkelijk te bewijzen valt als 'twaar is, dat men ook zonder er belang bij te hebben, zou vragen„laat je bewijzen eens zien." Maar ons brugge- mannetje geloofde zonder bewijs, nam den man in den kost, schoot hem zakgeld voor, verschafte hem passende kleeren, schoot het reisgeld voor en ging zelf mee naar Groningen toen de pseudo-gepasporteerde vertelde dat het uitbetalingsdag voor 't pensioen was. In Groningen stelde de kostganger voor, dat zijn kostbaas zoolang zou wachten in een schaftkelder, wat de man maar even goedmoedig deed. Natuurlijk ging de gewaande militair er doodkalm van door. Hij had niet eens haast, want zijn kostbaas wachtte tochToen deze eindelijk het wachten te lang duurde, kreeg hij argwaan en bespeurde toen dat hij opgeligt was. Nu beklaagde hij zich bij de politie, die toch eigenlijk niet geacht kan worden, door de geheele burgerij bezoldigd te worden om het werk te verrigten dat de onnoozelheid van zulke ligtgéloovige lui haar verschaft. Toen in de vorige week te Rotterdam ieder werk kon krijgen bij het wegruimen van sneeuw, waren er vele werkeloozen, die voor het „schooijersloon", dat van wege de stad betaald werd, niet wilden werken dit loon is 1,50 daags, de dag berekend van 's morgens 7 uren tot donker, terwijl de gemeente zorgt voor het benoodigde gereedschap. Voor het zegelen van quicantiën en van handels papier wordt met 1 Januarij 1886 een nieuw model van plakzegels ingevoerd. Dit zegel is van regthoekigen vorm en heeft eene lengte van 29 milimeters by eene breedte van 22 millimeters. De kleur is paarsch voor het zegel van vijf centen rood voor de zegels van hooger bedragen. Het draagt aan het hoofd 's Rijks wapen, vastge houden door twee gekroonde leeuwen, boven een lint met de spreuk „Je Maintiendrai", alles op een ge- bloemden achtergrond. Een ongekleurd regthoekig vak onder het lint behelst de aanwijzing van den prijs, die aan den voet van het zegel nog eens vermeld staat. Daartus'chen komen, op acht regels, veertien malen voor de woorden „Nederlandsch Plalczegel". De plakzegels volgens het bestaand model kunnen, voor zoover de voorhanden 'voorraad strekt, worden uitgegeven en gebruikt. Benoemd tot rijksontvanger te Vlissingen, M. P. Toelstra, thans te Joure. KERKNIEUWS. PREDIKBEURTEN bij de CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE GEMEENTE te Ziebikzee, A/deeling Sint-Domusstraat. Donderdag Iv*" December, 's Avonds 7 ure, BIJBELLEZING. Ingezonden Stukken. Aan den Heer W. I. DEL CAMPO gen. CAMP Ik heb met genoegen Uw »ingezonden" Graanregten in den Nieuwsbode van 11. Maandag gelezen, en ben bereid, om te teekenen op een request aan Z. E. den Minister van Financiën, als door U wordt bedoeld. Ik wensch bij dezen mijne medebelanghebbenden in zake van landbouw, medegrondeigenaren, huurders, pachters, aan te manen hetzelfde te doen. Geen bange vrees, om niet liberaal te schijnen, weerlioude iemand. Ieder korae uit, zooals ik altijd heb gedaan, voor zijne overtuiging. Men leze ten slotte het „ingezonden" in de Zierihzeesche Courant van heden avond en volgende, die ik overal doe verspreiden, waaruit een ander mede deskundige en desbevoegde, rondweg voor zijne opinie uitkomt. Men spreke de redeneeringen en de feiten tegen, zóó men kan. Men onthoude zich van alle sophismen, liberale theoriën en holle phrasen, die op de studeerkamer te huis hooren, doch die in de praktijk falen't Moet er ééns van komen. De Hemel geve dat het dan niet te laat zij Ziebikzee, 15 Dec. 1885. Jhr. W. M. H. de JONGE. Dat is zoo wat de mode enle moyen de parvenier Mijnheer de Redacteur I Beleefd verzoek ik U een plaatsje voor het volgende In Uw No. van Zaterdag 12 dezer verzoekt „een Landbouwer", namens vele pachters der landerijen van het kerkbestuur, om de vermindering (reductie) van 10 tot 25 pCt. voor de zes laatste jaren van den loopenden pachttermijn toegestaan, ook toe te passen op dit achtste; d. i.het pachtjaar 1885. Waarom die Landbouwer dit verzoek in Uw blad kenbaar maakt, en zich niet rechtstreeks wendt, waar hij wezen moet, is mij onbegrijpelijk. Wil hij daardoor soms kwaad, zaad strooien Hij schijnt te twijfelen of het kerkbestuur wel met echt Christelijke beginselen is doordrongen doch ik vraag hem of het niet echt Christelijk mag genoemd worden, wanneer, zonder dat eenige aanvraag daartoe gedaan wordt, eene pachtsvermindering wordt toege staan. Het was niet ten gevolge een verzoek, maar geheel uit vrijen wil dat het kerkbestuur (Kerkvoog den en Notabelen) met algemeene stemmen de genoemde vermindering daarstelde. Geen dreigement als in het slot van het bewuste stukje, heeft daarop geïnfluenceerd, Ik wil den Inzender, van gemeld schrijven, eenige vragen doen Wie is de schuld, dat zulke hooge pachtsommen be taald moeten worden? Antw. De pachters zelve, die zich door hun onzin nig opdrijven, dezen last op den hals hebben gehaald- Wie komt er bij te kort of moet meer pacht betalen nu de versieringen en beplantingen zijn aangelegd Antw. Niemand. Wie kan meer Christelijk handelen, dan pachtver- mindering te geven, zonder dat die gevraagd wordt? Antw. Niemand. Meer vragen zou ik kunnen doen, Mynheer de Re dacteur doch ik meen onzen Landbouwer in dit wei nige wel iets ter overdenking gegeven te hebben, en houd ik mij bereid hem mondeling (dus ais hij zijn anonyraite:t laat varen) te woord te staan over de be ginselen van het kerkbestuur. U bij voorbaat dankende voor de opname dezer regelen St.-MAABTENSDIJK. Uw. Dw., den 15 December 1885. JOHs. MOL, Pres. Kerkvoogd- Iets over het verbouwen van SUIKERBIETEN. Het zal den landbouwer niet onbekend zijn, dat heeren suikerfabrikanten hier te lande eene vereeniging hebben opgerigt, die zich ten doel stelt de behartiging van hunne gemeenschappelijke belangen en vooral de concurrentie op het gebied van den suikerpeeën verbouw af te snijden. Deze vereeniging nu heeft besloten om den landbouwer, die voor het seizoen 1886 bieten wil teelen, daarvoor te betalen 10 per 1000 KG. franco aan de fabriek en 9 per 1000 KG., elders aan een ol ander vaarwater. Voorwaar, een zeer geringe prijs, waarvoor heeren suikerfabrikanten onmogelijk bieten zullen kunnen koopenzij willen de landbouwers wat al te erg onder den duim houden In andere streken, waar, evenals hier te lande con currentie op dit gebied bestaat, worden er geheel andere prijzen besteed. Men leze bijv. het berigt uit Diekirch, van 3 Dec., voorkomende in de „Nieuwe ltotterd. Ct." van 5 dezer (tweede blad) waarin de directie van de suikerfabriek aldaar aan de landbouwers bekend maakt, dat zij besloten heeft voor het cultuurjaar 1886, per 1000 KG. netto, suikerbieten franco of station Diekirch (Luxemburg) 25 fr. te betalen. En mogt in de maanden van aflevering, Oct. tot Nov. 1886 de suikerprijs meer bedragen dan 40 fr., dan geeft zij een halve franc per 1000 KG. suikerbieten voor elke franc prijsverhooging van de suiker meer. De fabriek verklaart zich ook bereid om contracten te sluiten met het suikergehalte als basis. Dit verschil is immers in het oogvallend groot En dan dient de landbouwer bij de levering van bieten aan het suikerfabrikantenbond nog rekening te houden met het soort van zaad, dat door de fabrikan ten verstrekt wordt. Zij toch leggen zich van jaar tot jaar toe op fijn zaad, waarvan kleine bieten groeijen die rijk aan suiker zijn. De opbrengsten zullen dus vanjaar tot jaar geringer voor den landbouwer worden. Als ik in gemoed e de landbouwers een raad mag geven, dan is het dezeRigt gij ook eene vereeniging op, zooals heeren suikerfabrikanten dit deden, en be paalt dat de bieteu voor het volgend jaar niet minder dan voor 12 per 1000 KG. franco aan de fabriek en voor /II per 1000 KG. elders aan het verlangde vaarwater zullen worden geleverd. Ik geloof, dat deze prijs niets te hoog maar zeer billijk is. De beetwortelteelt is voor den landbouwer een zeer tijdroovende teelt en tevens is nog rekening te houden met de afstanden van vervoer der bieten. Wanneer deze mijn raad in gunstige overweging kon worden genomen en daaruit gunstige resultaten konden voortspruiten, dan was het doel bereikt van hem, die zich teekent Een voorstander van billijkheid. 12 December 1885. Gemengde Berigten. Eindelijk zal men de Paus onder den duimkrijgen; de bekende knijp-doctor, de heer Mezger, is heden naar Rome vertrokken om Z. H. eens goed onder handen te nemen. Het begint er met de geregtigheid in Nederland aardig uit te zien. De Minister van Justitie heeft op 4 Dec. jl. in de Tweede Kamer medegedeeld, dat het hem bekend was dat een ongehuwd officier de gevangenisstraf heeft ondergaan, die was opgelegd aan een gehuwd officier, wegens baldadigheden gepleegd in een café-chantant. En toch zeide de Ministerdat aan de geregtigheid was voldaanDe tijdsomstan digheden schijnen over het algemeen in ons land toch nog niet zoo heel slecht te staanalthans in de maand October werd bij de Rijkspostspaarbank 97,000 gld. meer ingebragt dau uitbetaald. Een vreemde ver tooning maken een vroegere schoolmeesterthans oesterhandelaar, te W. en een oesterhandelaar, die nog schoolmeester is. Laatstgenoemde is volgens zijn zeggen geheel door eerstgenoemde uitgekleed, terwijl anderen beweren dat de beide vossen zamen de kippen van anderen hebben geplukt en de buit gedeeld. Ra, ra, wie heeft gelijk? Een diepbedroefde weduwnaar te Goes zingt: Vrouwlief is gestorven; 'k heb haar oogjes toe gekust, Zij heeft nu in het vreedzaam aardryk en ik in mijn huisje rust. 't Is te betwijfelen of de nieuw opgerigte vereeniging te Wolfsdorp aan haar opschrift „Nut en Genoegen" zal beantwoorden, want thans wordt er reeds met de grootste partijdigheid gehandeldwie bekwaam is om voordragten te houden, wordt buiten gesloten en al was men zoo droog als een bakker, en het bestuur is vóór u, dan wordt men aangenomen. Het viertal in den kerkeraad te O. heeft haar doel bereikt; twee wederspannigen zijn er nu uit. Dus, bakker! reken er opvolgens de laatst gehouden bijeenkomsten is in 1887 uw rijk ook uit. Men verwacht echter van de nieuwe leden, dat zij zich wel zullen ontfermen over een wees, betreffende het inschrijven in het lidmaten boek. Iemand te O. T. die de zoon van den lan taarnopsteker heeft willen belasteren, wordt in zijn eigen belang aangeraden zijn eigen tuin van onkruid te zuiveren, daar de maat overvol i3 bij allen die hem kennen. Dus, voortaan nu maar opgepast' Dat gij niet naar een ander tast, En let meer op uw eigen kwaad, Vóór dat gij van een ander praat. Te Dreischor heeft er op St. Nicolaas-avond eene aardige voorstelling plaats gehad. Het eerste bedrijf waseen onderhoud tusschen twee vossen, om te be wijzen wie bang zou zijn, de ééne legde er de bijl by neer2de bedrijf, het verdwijnen van de andere vos 3de bedrijf, het bezoek aan de begraafplaats4de be drijf, het zien van een spook5de bedrijf, het spook gaat eene achteruitgaande beweging makenöde be drijf, het spook ligt in de sloot, en roept om hulp 7de bedrijf, men helpt hem, en 't blijkt een kapel te

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1885 | | pagina 1