ZIEBIKZEESCHE NIEUWSBODE. 4^ste Jaarg, No. 5158. Donderdag 19 November 1885. Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,80franso per post f 1, 0. ADVEETENTIËN van 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Ct., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Door het Postkantoor te Zierikzee zijn gedurende de 1ste helft der maand September 1885 de volgende brieven verzonden aan personen, wier naam op het adres vermeld, ter plaatse van bestemming, onbekend waren Mej. S. van de Voorde, Rotterdam. Zuid-Afrika. F. C. Kohier, Pieter Maritzburg. Algemeen Overzicht. Er begint leven, althans beweging te komen in de politieke wereld. Eene kwestie over grensscheiding en opperheerschappij, eene Presidentskeuze, Parlements verkiezingen en boven dat alles nog eene oorlogsver klaring, wat wil men nog meer. Wordt het voor de dagbladen een tijd van meerdere vruchtbaarheid, voor de gemoederen zijn de dagen van beroering gekomen. En schoon noch het eene, noch het andere voor het oogenblik den Europeesehen vrede bedreigt, slaan toch allen een nieuwsgierig oog naar de gebeurtenissen van den dag en verdiept men zich in de overdenking van de dingen, die komen kunnen. Voor het oogenblik is er nog niet veel nieuws, maar des te meer gelegenheid voor gissingen en profetiën, waaraan het dan ook niet ontbreekt, terwijl zich weder, als altijd, hetzelfde ver schijnsel voor doet, dat trouwens vrij natuurlijk is, dat heden wordt tegengesproken wat gisteren verzekerd werd. De meeste beweging is wel zeker in Engeland, voor het oogenblik. .Nog is de verkiezingsperiode daar in wording en het schijnt de tijdelijk bovendrijvende partij wel een weinig bang om het hart te worden, nu weldra blijken zal of zij gewonnen of verloren heeft, of zij de teugels van het bestuur in handen zal kunnen houden, of die weder aan anderen zal moeten overdragen. Er is grond voor hunne bezorgdheid. Wij brengen daartoe onder anderen de schijnbare toenadering tusschen Gladstone en den Ierschen afgevaardigden Parnell. Wel zijn de eischen van den laatsten van dien aard, dat de gewezen Premier, als hij den ministeriëelen zetel weder mocht innemen, die maar moeilijk zou kunnen vervullen, maar voor het oogenblik geeft het den indruk, dat de conservatieven althans van de Ieren niets moeten verwachten. Het spreekt wel van zelf, dat gansch Europa belangstellend vraagt, zal het Kabinet Salis bury blijven, of een Ministerie Gladstone optreden. Want waar Engeland zich in alle zaken mengt en liefst zooveel mogelijk op den voorgrond treedt, kan van het Ministeriëel leven of sterven veel afhangen. Om de aandacht wat af te leiden, hebben de laatste dagen ons het bericht gebracht, dat Z. M. Theebau, Koning der Birmanen, dén oorlog aan Engeland heeft verklaard. Men zal er zich wel niet grootelijks onge rust over maken, maar het kan toch weer levens en geld kosten en waar de strijd op zoo grooten afstand wordt gevoerd kunnen de heeren van de diplomatie weinig helpen. Wij meenden hier te laten volgen, wat wij van de conferentie te Constantinopel te weten kwamen, toen de bladen ons eenige telegrammen brachten, waarvan de inhoud op nieuw doet zien, hoe verrassend soms de tijdingen komen, die over veel en velen kunnen be slissen. Terwijl de Porte hare slimme voorstellen in de Conferentie liet doen en de vertegenwoordigers daar over zaten te beraadslagen, kwam plotseling de tijding dat Sei-vïê den oorlog heeft verklaard aan Bul garije en het behoeft niet gezegd te worden, dat daardoor onze zoete rust wordt gestoord en wij staan voor een feit, dat wel degelijk den Europeeschen vrede in gevaar kan brengen. Vooral de besliste afkeer die Ruslands Keizer schijnt te hebben van de plannen der Rumeliërs, door de Bulgaren en hun Vorst ondersteund, geeft grond tot de vrees, dat wanneer de Mogendheden partij gaan kiezen, zij tegen over elkander zullen staan in hunne keus, wat natuurlijk een meer algemeenen strijd zou uitlokken. Het is uit de tegenstrijdige berichten nog niet met zekerheid op te maken, wie eigenlijk de booze man is, die de lont in het kruit geworpen heeft. De Bul garen beweren dat zij tot tegenweer gedwongen werden, omdat de Serviërs hunne grenzen hadden overschreden, en deze laatsten van hunnen kant houden vol, dat de Bulgaren door hunne aanvallen, den strijd hebben uitgelokt. Hoe het zij, de oorlog is verklaard en heeft reeds een aanvang genomen. Een der laatste telegram men zegt, dat de Serviërs met hunne aanvallende be weging te gelijkertijd in Corti en Trin zijn begonnen. Zij bezetten zonder strijd eenige Bulgaarsche dorpen. Zaterdagavond werd het gebulder van het geschut in de richting van Trin vernomen. De bijzonderheden ont breken nog, doch reeds is gemeld, dat de strijdende partpen Zondag 15 November zijn slaags geweest. Vorst Alexander was, na het bijwonen eener gods dienstoefening, naar het oorlogstooneel vertrokken en heeft alle weerbare mannen opgeroepen, om voor de vrijheid en de eer van het vaderland te strijden. Koning Milan van Servië op zijne beurt, heeft eene proclamatie uitgevaardigd, waarin hij wijst op de uit tartingen van Bulgarije. Het was dan ook, zoo hij zegt, alleen ter verdediging van de eer en de belangen van Servië, dat hij zijn leger bevel gegeven had de grens te overschrijden. En zoo is ons werelddeel weder in rep en roer gebracht, want om allerlei redenen zal men de strijdende partijen niet zelve laten beslissen, maar zich daarin mengen en alzoo de verwikkeling nog grooter maken. De heeren van de conferentie zullen voorloopig naar huis kunnen gaan, wie weet hoe spoedig zij dan weder geroepen worden om nog belangrijker quaestiën uit te maken. 'tis in Fraulirijk weder oorlog tusschen de staatkundige partijen, die hare krachten meten bij de verkiezing van het bureau der kamer. Men zegt, dat de uiterste radicalen zamengaan met de conservatieven, teneinde daardoor hun afkeer van andere partijen te doen blijken. Het moet daaraan toegeschreven worden, dat Louis Blanc tot tweede ondervoorzitter is gekozen- De hoog bejaarde afgevaardigde heeft die betrekking aanvaard en aanstonds eene redevoering gehouden, waarin hij een soort van regeeringsprogramma, volgens zijne staatkundige denkbeelden, mededeelde en die door de republikeinen uitbundig werd toegejuicht, niettegen staande de benoemde geheel afweek van den gebruike- lijken vorm en meer dan plichtplegingen ten beste gaf. De zaak der Carolina-eilanden blijft nog hangende en wat men geschreven beeft van eene uit spraak, die de Paus ten gunste van Spanje zou hebben gedaan, dat is weder geheel bezijden de waarheid. In tegendeel, de Heilige Vader zoekt nog naar het geheim om de oneenige partijen tot elkander te brengen en verdere botsingen te voorkomen. Sommigen beweren, dat hij het middel zou gevonden hebben, en dat de beide regeeringen zich daarmede zouden vereenigd hebben, maar dit is waarschijnlijk al even onjuist als het bericht dat Bismarck aan den Yader zou gemeld hebben, dat Duitschland bij eene voor hem ongunstige uitspraak daarin niet zou berusten. Als eene groote bijzonderheid werd in de vorige week gemeld, dat de Hongaarsche Minister Tisza, zijne tienjarige ambtsvervulling onder vele gelukwen- schen heeft gevierd, 'tls waarlijk in den tegenwoor- digen tijd een zeldzaam voorrecht voor een land, als Jiet een enkelen Minister tien heele jaren mag behouden. Nieuwstijdingen. Slmicrtfitt. De politie te Boston is dezer dagen, naar zij meent een geheimen moordaanslag op het spoor gekomen. Zij heeft de vrouw van een geregtsdienaar, zekere Emma Coolidge, gevat, die een man wilde omkoopen tot het volbrengen van een moord. Vrouw Coolidge kwam, op zekeren avond, den houder van een der beruchtste kroegen, Cobb genaamd, op zoeken, en bood hem 2500 dollars (waarvan 1000 dollars terstond te betalen) als hij eeu jonge vrouw wilde dooden. Zij verhaalde hem, dat een jonkman, uit een der rijkste families van Baltimore, een jong en schoon dienstmeisje zijner ouders verleid, en haar vervolgens in het geheim getrouwd had. Zijne ouders hoorden niets van het huwelijk, voordat de jonge vrouw moeder werd. Zij deden al het mogelijke om hun zoon tot een schei ding te bewegende jonge man bleef zijn vrouw ge trouw en bood aan alle beloften en bedreigingen weerstand. Toen vatte de vader het plan op, zijne schoon dochter uit den weg te ruimen. Maar het leven van het kind moest onder alle omstandigheden gespaard worden. Cobb weigerde den moord te volbrengen, en vrouw Coolidge verzocht hem toen zijn vriend, den beruchten speler, te roepen. Zij deed dezen hetzelfde voorstel. Tweemalen, verhaalde zij, had zij zelve be proefd de jonge vrouw te dooden, maar het was haar heide keeren mislukt. Donohne, die de vrouw van een politie-dienaar niet vertrouwde, meende dat hem een valstrik werd gezet. Hij hield zich alsof hij het voorstel aannam, maar hij waarschuwde de politie, en hij zorgde, met behulp van Cobb, dat eenige politie-agenten, ergens in een hoek verborgen, tegenwoordigwaren bij de zamenkomst welke hij met vrouw Coolidge had. Laatstgenoemde wees als het slagtoffer de vrouw van Edw. L. Mellen aan, wiens vader, A. T. Mellen, eige naar is van het „St. James-Hötel" te Baltimore. Een paar geheime politie-agenten werden naar die stad ge zonden, om den voornaamsten aanlegger van het moordplan in hechtenis te nemen, maar zij konden hem nergens vinden. Vrouw Coolidge, die zeer knap en 32 jaar oud is, heeft haar man, die van niets wist, en die wanhopig is over haar gedrag, verklaard, dat zij niet voornemens was den moord te laten volbrengen, maar zich alleen de beloofde 1000 dollars wilde toe- ëigenen. Zij weigert eenige opheldering te geven omtrent de wijze waarop zij in de zaak betrokken werd. Een buitengewone dikke dame is dezer dagen te Philadelphia overleden. Het was Mrs EmmaMarkley, die verleden jaar op het congres van dikke vrouwen, tot de dikste vrouw van Amerika en der wereld werd verklaard, en die niet minder woog dan 275 kilogram (550 pond). Zij reisde geruimen tijd als dikke dame het land rond en vestigde eindelijk te Philadelphia een kosthuis voor matrozen. Tot haar twintigste jaar was Mrs. Markley een mager meisje. De tegenwoordige President der Yereenigde Staten van Noord-Amerika, de heer Cleveland, heeft, naar de „Wiener Algem. Zeit." zegt, onmiddelijk bij de aan vaarding van zijn ambt, het besluit genomen, om een einde te maken aan de veelwijverij aan het Zoute Meerde maatregelen die, met het oog daarop ge nomen zijn, zijn zoo kras, dat te Utah een paniek heerscht. Drie chefs der Mormonen hebben zich door de vlucht aan gevangenname onttrokkenvijftig bisschoppen en apostelen hebben hunne betrekkingen nedergelegd, twintig hoofdpersonen bevinden zich echter in handen der justitie. Door een brand te Galveston (Texas) zijn 300 huizen (grootendeels van hout) vernield. De schade moet 2 millioen dollars 5,000,000) bedragen. Vijf honderd gezinnen zijn zonder onderkomen. Het is de grootste brand geweest, die in Amerika, na den brand van Chicago, gewoed heeft. Koaistantinopel, 17 Nov. Gisteren heeft de conferentie besluiten genomen, welke eerst Donderdag echter definitief kunnen worden vastgesteld, tengevolge van onvoldoende instructies van de Engelsche gede legeerden. De voorstellen der Turksche gedelegeerden zullen in hun geheel worden aangenomen, slechts met deze wijziging, dat Turkije alleen de sommatie doen zal, welke de mogendheden, elke door eene afzonder lijke verklaring, zullen steunen. De conferentie stelde als beginsel vast, dat zij hare werkzaamheden voort zetten zou, ondanks den oorlog tusschen Servië en Bulgarije. De proclamatie van koning Milan. In het gewigtig stuk, dat Zaturdag verscheen, om het Servische volk tot den oorlog op te roepen, zegt koning Milan, dat hjj ter verdediging van de belangen van zijn land, al die maatregelen heeft genomen, welke noodzakelijk waren geworden toen Bulgarije het trac- taat van Berlijn schond, ten einde duidelijk te toonen, dat Servië niet onverschillig kon blijven tegenover de verstoring van het evenwigt in den Balkan, vooral niet wanneer dit geschiedde in het uitsluitend belang van een staat, voor welken Bulgarije ten allen tijde een slechte nabuur was geweest. De koning wijst op de ongeregtvaardigde toi-maatregelen, door Bulgarije tegen Servië genomen, verder op het feit, dat de Bul garen zich met geweld en in strijd met alle regt van Wredowo hebben meester gemaakt, en op de openlijke aanmoediging van personen, die in Servië wegens landverraad waren veroordeeld en welker oproerig streven in Bulgarije steun vond. Dit alles had de koning geduldig gedragen en zich uitsluitend laten leiden door den wensch, om bewijzen te geven van geduld, zooals dit aan een staat betaamde, die zijne vrijheid met zijn eigen bloed had gekocht, die door de sympathie van Europa tot voorspoed was gekomen, en bij iedere schrede op den weg der ontwikkeling toonde, de regten van anderen te eerbiedigen en zijn eigen regten te willen handhaven. Doch de herhaalde en opzettelijke mishandeling van Servische onderdanen in Bulgarije, de afsluiting der grenzen, de opeenhoojfing eener ongedisciplineerde massa van vrijwilligers langs die grenzen, de gewapende aanvallen der grensbevol king en zelfs op het Servische leger, dit alles te zamen was eene opzettelijke uitdagiug, die de koning, met het oog op de heiligste belangen van het land, de waardigheid der Servische natie en de eer der Ser vische wapenen, niet langer mogt dulden. De oproeping eindigt met de woorden „Dit zijn de beweegredenen, die mij nopen om den toestand van openlijke vijaudschap te doen beginnen, die door de Bulgaarsche regering is uitgelokt; dit is de reden, waarom ik aan mijn trouw en dapper leger het bevel tot overschrijding der grenzen heb gegeven. De regtvaardige zaak van Servië is thans toevertrouwd aan de beslissing der wapenen, de dapperheid van het leger en de hoede van den almachtigen God. Terwijl ik dit ter kennis breng van mijn dierbaar volk, reken ik in deze ernstige tijden op zijne vaderlandsliefde en zijne toewijding aan de heilige zaak van Servië." Belgrado, 17 Nov. Gisteren heeft er tusschen Koula en Widdin een gevecht plaats gehad, waarin de Bulgaren zijn geslagen en uiteengedrevenmet achterlating hunner gesneuvelden en gekwetsten. De Serviërs namen 1000 man gevangen en leden betrek kelijk geringe verliezen. u, Rome, 17 Nov. Naar men verzekert, zal de eind beslissing van den Paus in de zaak der Carolina-eilanden vóór den 24 dezer aan de beide partijen toegezonden en eenige dagen later openbaar gemaakt worden. In dat stuk constateert de Paus de historische regten van Spanje, onder opmerking dat aan Duitschland eene bevoorregte positie moet worden aangeboden. £ngielitn5J. Londen, 16 Nov. De vertegenwoordigers van Rusland, van de Porte, Oostenrijk Hongarije, Duitsch land en Servië, hebben met lord Salisbury gisteren middag geconfereerd over de Oostersche quaestie. Belangrijke nota's betreffende den Bulgaarsch-Servischen oorlog zijn lord Salisbury overhandigd. Ongelukkiger wijze brak de crisis op een slecht oogenblik voor Engeland uit. Daar de algemeene verkiezingen op handen zijn, kan de regering geen besliste houding aannemen. Een groote besluiteloosheid heerscht in het departement van buitenlandsche zaken en men hoopt dat het conflict tusschen de Serviërs en Bulgaren be perkt blijve. ©slim. Een osdie onlangs te Brussel ter werd geleid, rukte zich los, en ging op hol door de straten. Eerst na geruimen tijd kon men het woedende dier weder magtig worden. Het had toen niet minder dan veertig menschen gekwetst. Amsterdam16 Nov. Hedenmorgen is de uit de gevangenis te Haarlem ontvlugtte makelaar Gerrit Yisser hier ter stede per Rijnspoor (trein 9.30) aan- gebragt. Hij werd onder geleide van 2 maréchaussées naar de cell, gevangenis gevoerd. Zooals men weet, werd Yisser te Parijs ontdekt. De Koepelkerk te Amsterdam, werd Zondag morgen buitengewoon druk bezocht. En geen wonder De heer A. J. Westhoff, predikant bij de Ned. Herv. Gem. alhier, had bij advertentie aangekondigd, dat hij een tijdpreek zou houden in verband met den maat- schappelijken nood. Naar aanleiding van 2 Kronijken X 12 en volgende, betoogde hij dat opstand evenmin als oproer de weg tot verbetering is. Hij stelde de groote waarheid in het licht van het gezegde: de wereldgeschiedenis is het wereldgericht, betoogde de noodzakelijkheid voor regeerders en geregeerden beiden, om in deze moeijelijke dagen het oog steeds te vestigen op den zuiveren spiegel der menschheid. Achtereen volgens schetste hij het treffend oproer der Israëlieten tegen Rehabeam en de noodlottige gevolgen zoowel voor hen zeiven als voor dien Koning, om daarna te wijzen op de overeenkomst van dat oproer met wat tegenwoordig wordt gewenscht en gezien. Hij waar schuwde de gemeente tegen een revolutionairen en on schriftuurlijken raad, haar dezer dagen van anti revolutionaire zijde gegeven, en betoogde dat niet in het zweren bij leerstellige theoriën, maar op het gebied van het praktische Christendom in het uitoefenen van barmhartigheid naar den eisch yan Gods woord de weg ons gewezen wordt, die ellende en onregt opheft en de verschrikkingen cler revolutie voorkomt. Warm vooral was zijne aansporing tot liefdadigheid met aanhaling van voorbeelden uit zijne persoonlijke ervaring der laatste dagen van de groote ellende, die door zoovelen geleden wordt. Als er sociaal-democraten onder het gehoor van den heer Westhoff waren, wat wel waarschijnlijk is, dan is hun een aardig snuifje toegediend. Wel moge het hun bekomen De spreker wiens rede binnenkort zal worden uitgegeven heeft zich bereid verklaard, om op een anderen tijd en een andere plaats zijne denkbeelden nader uiteen te zetten en alsdan gelegenheid tot debat te geven. Yolgens berigt in het „Hdbl." zijn van wege den Paus pogingen bij dr. Metzger aangewend, om dezen te bewegen, voor een paar weken naar Rome te komen, ter geneeskundige behandeling van Z. H. De heer F. W. N. Hugenholtz, gew. pred. te Saudpoort, vertrok Zaturdag 11. per st. „Edam" van IJmuiden naar zijne nieuwe standplaats Grand Rapids in Amerika. Zaturdag vervoegde zich aan een politiebureau te Amsterdam eene vrouw, die hevig door haar man was mishandeld. Daar ze hevige toevallen kreeg, werd ze naar het Gasthuis vervoerd. Bij de met bloed bevlekte voorwerpen, waarmee de woestaard, die in arrest werd genomen, zijne vrouw had geslagen, vond de politie ook een glas, half met water gevuld,waarin de man zei, dat zich vergif bevond. 'sGravenhage, 16 Nov. Het ontwerp tot herziening van art. J 94 der Grondwet, zal Donderdag in de afdeelingen worden onderzocht. 's Gravenliage, 17 Nov, De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Donderdag 26 dezer, des avonds te 8 uren. De heer Van der Sleijden heeft een amendement voorgedragen om de Rijksbijdrage ten behoeve van een stoomtramweg van Breskens naar de Belgische grenzen in de rigting van Maldeghem met een zijtak naar Sluis, in plaats van haar te bepalen op 4 ton, te beperken tot de helft der kosten, die voor eerste aanschaffing van materieel, rollend materieel daaronder begrepen, hoogstens tot een bedrag van 200,000. De strekking van dit amendement is de aanleg van den bedoelden stoomtramweg mogelijk te maken, door toekenning van een voldoend subsidie, en tevens de verpligting op te heffen, die het comité op zich heeft genomen, tot uitkeering van de Rijksbijdrage aan de heeren Otlet en Wilmart. Van Rijsselberghe heeft zelf het volgende mede gedeeld omtrent zijue ontvluchting uit de gevangenis te 's Hage Hij ontsnapte, zooals indertijd juist voorondersteld werd, door een klein raampje in het privaat op de bede»- laars-verdieping, dat hem toegang naar het dak ver leende. Hij was op zijn kousen en, natuurlijk, in zijn gevangen-kleeding. In de goot van het dak gekomen, na veel pijnen uitgestaan te hebben door het verwrin gen van zijn ligchaam, bleef hem niets anders over dan een bovenmenschelijke poging te wagen om zich langs den muur te laten afglijden, naar de goot van een aangrenzend pand, dat ongeveer tien Meter lager stond. Miste hij een enkelen duim breedte, dan viel hij van de goot van het tweede dak onmiddelijk op de straat, en was natuurlijk een kind des doods. Van Rijssel berghe schrijft het „aan den wil der Voorzienigheid" toe dat hij heelhuids in de tweede goot teregtkwam. Ofschoon stijf van angst, bleef hem weinig tijd ter be zinning over, en hij opende brutaal weg het zolder raampje van het dak, waarop hij nu geland was, zonder te weten of het een particulier huis, of een pand was dat nog aan de gevangenis behoorde. Op den zolder gekomen, vond hij de deur naar de lagere verdiepingen gesloten, doch die zonder zich te doen hooren te openen en als een muis de trappen af te vliegen, was bet werk van een oogenblik. Ongelukkig kwam hij op de eerste verdieping aan een glazen deur, die toen hij ze opende zoo kraakte, dat hijdacht verloren te zijn. Merkwaardigerwijze echter scheen geen mensch hem te hooren, en hij stond weldra op de Prinsengracht, geen dertig passen van den schildwacht af Als door een wonder liet deze hem ongehinderd voorbijgaan, en toen Rijsselberghe maar eenmaal de brug over was, was hij gered en verdween weldra in de rigting van een in de buurt wonende bekende. Stom van verbazing stond deze natuurlijk over dit onverwacht bezoek, maar men draalde niet lang, gaf hem een ander pak kleeren aan, geld in den zak, en in 15 minuten tijds was v. Rijssel berghe op weg naar Leiden, na zich intusschen zooveel mogelijk onherkenbaar te hebben gemaakt. Hij ging te voet, zonder den weg te weten, en kwam na 4'/2 uur loopen 's nachts te half een in Leiden aan, waar een vriend hem herbergde. Deze voorzag hem eveneens van geld om 'a morgens met den eersten trein naar Antwerpen te gaan, opdat hij maar over de grenzen zou komen. Het klinkt als een roman, maar v. Rjjsselberghe verzekerde het plechtigwie komen in Den Haag in den trein De twee veldwachters, die hem van de Prinsengracht naar het hof hebben vervoerd. Zij hadden een gevangene bij zich, die naar Rotterdam moest worden gebragt, plaatsten zich in dezelfde coupé derde klasse, regt tegenover v. Rijsselberghe, en deze las bedaard zijne courant en hoorde van niet anders praten dan over de onbegrijpelijke ontsnapping van hemzelven. De veldwachters bemerkten niets, stegen in Rotterdam uit en v. Rijsselberghe kwam ongestoord te Antwerpen en van daar in Brussel, waar hij zich met zijne familie in briefwisseling stelde. Intusschen was natuurlijk heel 's Gravenhage vol van zijne ontsnapping iedereen sprak er over. De vader van v. Rijsselberghe komt, nadat hij wist dat zijn zoon veilig in Brussel was, 's avonds zekeren Antink tegen, dien hij van voor ongeveer twintig jaren in Utrecht kende (v. Rijsselberghe senior was toen coupeur in Utrecht, en Antink had een ledekantenfabriek, op den hoek van de Drakenburgsteeg en de Oude Gracht. Antink failleerde destijds en zag zich genoodzaakt naar Enge land te vlugten. Door een fout iu het destijds geldige tractaat kon hij niet worden uitgeleverd, ofschoon de aanvrage daartoe geschiedde.) v. Rijsselberghe senior had Antink in al dien tijd natuurlijk niet gezien en zou hem waarschijnlijk ook niet over zijn zoon ge sproken hebben, als Antink niet zelf begonnen was met te zeggen: „Jongen, jongen, als ge uw zoon zoo ver kondet krijgen, dat hij Londen veilig bereikt, dan zal ik hem herbergen, en hem voorthelpen. Ik ben zelf in de om standigheden geweest, heb dus zielsmedelijden met jelui en offer mijzelven gaarne op, om je in deze netelige omstandigheden van dienst te zijn." Wie zou daarop niet ingaan? Iedereen, en zoo ook, tot zijne bittere ervaring, v. R. senior Er werd dus overeen gekomen, dat de ontsnapte naar Antwerpen zou gaan, via Harwich naar Londen vertrekken, en daar een thuis vinden in 22 Bracy Street, Hornsey Road, bij vriend Antink. Het inwonen aldaar was niet van zeer langen duur. Mag men Van Rijsselberghe gelooven, dan werd het ver blijf hem ondragelijk gemaakt door afpersingen van nagenoeg alles wat hij bezat en voortdurende bedrei ging met aangifte van het geheim zijner ontvluchting aan de politie. In dezen toestand was hij er op be dacht, om, zoodra hij zijn kans schoon zag, deze gast vrije woning te verlaten. Op zekeren dag dus verliet hij, met wat hij van zijn eigendom nog had kunnen redden, Hornsey Road. Edoch, het vervroegde vertrek was in het geheel niet naar den zin van zijn gast- heeren. Wetende dat Van Rijsselberghe geen woord Engelsch verstond, en dat de eenige weg, dien hij kende, was die naar het station naar King's Cross meenden zij zich aan een politie-station te moeten vervoegen en aldaar te meldendat Van Rijsselberghe „onder ver dachte omstandigheden" hun huis had verlaten en zich waarschijnlijk naar King's Cross had begeven; dat hij een uit Den Haag ontsnapte gevangene, en zoo en zoo zijn signalement was. Van Rijsselberghe was toen zeer spoedig in handen van de Londensche politie. f Terneuzen, 17 Nov. Heden had alhier de aanbesteding plaats van het maken eener riool in de Tholenstraat en het leggen van een trottoir voor het raadhuis. Hoogste inschrijver was de heer C. Matera te Vlissingen voor /"1660; en laagste de heer M. D. de Putter alhier voor 1447. - Gisteren morgen strandde bij hoog water op de plaat „de Springer," de Engelsche stoomboot „John Wells," komende van Goole en bestemd naar Gent. Nadat men heden morgen tevergeefs getracht had het schip door ligten vlot te krijgen, is het heden avond ten tien ure door sleepbooten van de plaat ge trokken en hier binnengesleept. Heden middag strandde alhier op de westhaven- berrn de Noodsche bark „Astrea" van Drammen naar Gent. Door de alhier aanwezig zijnde sleepbooten werd het schip er afgebragt en op de reede gebragt. Het schip bekwam geen schade. Micldelburg', 17 Nov. Door de goede zorgen van den garnizoens-commandant alhier, ziet ook alhier de soldaat zich in staat gesteld zijn middagmaal op smakelijker wijze te gebruiken, dan tot dusver het geval was. De blikken menage-keteltjes, waarin vroeger de soep of andere spijzen werden voorgedragen, zijn vervangen geworden door zindelijke witte borden, 'tis een verandering, die zeker een verbetering mag heeten. Yei'sekc, 17 Nov. Het vervaren van aangeslagen pannen van de oesterbanken naar de putten, zal wel dra gedaan zijnen geen wonder, want 1 December is de dag, dat alle pannen van de banken moeten opgeruimd zijn, daar anders de Staat ze voor eigen rekening kan verkoopen. Ze worden heel netjes en digt opeen naast elkander gezet en blijven dan den geheelen winter staan tot de tijd aanbreekt, dat de oestertjes van de pannen worden afgestoken. Men heeft tot bewaring der pannen tweeërlei soort van putten, en wel zulke, die tegen den dijk aanliggen en andere, die op een perceel van de oesterbank aangelegd zijn. Velen verkiezen tot berging der pannen de putten aan den dijk, omdat zij daar met meer gerustheid een

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1885 | | pagina 1