ZIEBIKZEESCHE NIEUWSBODE.
4^ste Jaarg,
No. 5158.
Donderdag 19 November 1885.
Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,80franso per post f 1, 0.
ADVEETENTIËN van 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Ct., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Door het Postkantoor te Zierikzee zijn gedurende
de 1ste helft der maand September 1885 de volgende
brieven verzonden aan personen, wier naam op het
adres vermeld, ter plaatse van bestemming, onbekend
waren
Mej. S. van de Voorde, Rotterdam.
Zuid-Afrika.
F. C. Kohier, Pieter Maritzburg.
Algemeen Overzicht.
Er begint leven, althans beweging te komen in de
politieke wereld. Eene kwestie over grensscheiding
en opperheerschappij, eene Presidentskeuze, Parlements
verkiezingen en boven dat alles nog eene oorlogsver
klaring, wat wil men nog meer. Wordt het voor de
dagbladen een tijd van meerdere vruchtbaarheid, voor
de gemoederen zijn de dagen van beroering gekomen.
En schoon noch het eene, noch het andere voor het
oogenblik den Europeesehen vrede bedreigt, slaan toch
allen een nieuwsgierig oog naar de gebeurtenissen van
den dag en verdiept men zich in de overdenking van
de dingen, die komen kunnen. Voor het oogenblik is
er nog niet veel nieuws, maar des te meer gelegenheid
voor gissingen en profetiën, waaraan het dan ook niet
ontbreekt, terwijl zich weder, als altijd, hetzelfde ver
schijnsel voor doet, dat trouwens vrij natuurlijk is, dat
heden wordt tegengesproken wat gisteren verzekerd
werd.
De meeste beweging is wel zeker in Engeland,
voor het oogenblik. .Nog is de verkiezingsperiode daar
in wording en het schijnt de tijdelijk bovendrijvende
partij wel een weinig bang om het hart te worden,
nu weldra blijken zal of zij gewonnen of verloren heeft,
of zij de teugels van het bestuur in handen zal kunnen
houden, of die weder aan anderen zal moeten overdragen.
Er is grond voor hunne bezorgdheid. Wij brengen
daartoe onder anderen de schijnbare toenadering tusschen
Gladstone en den Ierschen afgevaardigden Parnell. Wel
zijn de eischen van den laatsten van dien aard, dat
de gewezen Premier, als hij den ministeriëelen zetel
weder mocht innemen, die maar moeilijk zou kunnen
vervullen, maar voor het oogenblik geeft het den indruk,
dat de conservatieven althans van de Ieren niets moeten
verwachten. Het spreekt wel van zelf, dat gansch
Europa belangstellend vraagt, zal het Kabinet Salis
bury blijven, of een Ministerie Gladstone optreden.
Want waar Engeland zich in alle zaken mengt en
liefst zooveel mogelijk op den voorgrond treedt, kan
van het Ministeriëel leven of sterven veel afhangen.
Om de aandacht wat af te leiden, hebben de laatste
dagen ons het bericht gebracht, dat Z. M. Theebau,
Koning der Birmanen, dén oorlog aan Engeland heeft
verklaard. Men zal er zich wel niet grootelijks onge
rust over maken, maar het kan toch weer levens en
geld kosten en waar de strijd op zoo grooten afstand
wordt gevoerd kunnen de heeren van de diplomatie
weinig helpen.
Wij meenden hier te laten volgen, wat wij van de
conferentie te Constantinopel te weten kwamen, toen
de bladen ons eenige telegrammen brachten, waarvan
de inhoud op nieuw doet zien, hoe verrassend soms de
tijdingen komen, die over veel en velen kunnen be
slissen. Terwijl de Porte hare slimme voorstellen in
de Conferentie liet doen en de vertegenwoordigers daar
over zaten te beraadslagen, kwam plotseling de tijding
dat Sei-vïê den oorlog heeft verklaard aan Bul
garije en het behoeft niet gezegd te worden, dat
daardoor onze zoete rust wordt gestoord en wij staan
voor een feit, dat wel degelijk den Europeeschen vrede
in gevaar kan brengen. Vooral de besliste afkeer die
Ruslands Keizer schijnt te hebben van de plannen der
Rumeliërs, door de Bulgaren en hun Vorst ondersteund,
geeft grond tot de vrees, dat wanneer de Mogendheden
partij gaan kiezen, zij tegen over elkander zullen staan
in hunne keus, wat natuurlijk een meer algemeenen
strijd zou uitlokken.
Het is uit de tegenstrijdige berichten nog niet met
zekerheid op te maken, wie eigenlijk de booze man
is, die de lont in het kruit geworpen heeft. De Bul
garen beweren dat zij tot tegenweer gedwongen werden,
omdat de Serviërs hunne grenzen hadden overschreden,
en deze laatsten van hunnen kant houden vol, dat de
Bulgaren door hunne aanvallen, den strijd hebben
uitgelokt. Hoe het zij, de oorlog is verklaard en heeft
reeds een aanvang genomen. Een der laatste telegram
men zegt, dat de Serviërs met hunne aanvallende be
weging te gelijkertijd in Corti en Trin zijn begonnen.
Zij bezetten zonder strijd eenige Bulgaarsche dorpen.
Zaterdagavond werd het gebulder van het geschut in
de richting van Trin vernomen. De bijzonderheden ont
breken nog, doch reeds is gemeld, dat de strijdende
partpen Zondag 15 November zijn slaags geweest.
Vorst Alexander was, na het bijwonen eener gods
dienstoefening, naar het oorlogstooneel vertrokken en
heeft alle weerbare mannen opgeroepen, om voor de
vrijheid en de eer van het vaderland te strijden.
Koning Milan van Servië op zijne beurt, heeft eene
proclamatie uitgevaardigd, waarin hij wijst op de uit
tartingen van Bulgarije. Het was dan ook, zoo hij
zegt, alleen ter verdediging van de eer en de belangen
van Servië, dat hij zijn leger bevel gegeven had de
grens te overschrijden. En zoo is ons werelddeel weder
in rep en roer gebracht, want om allerlei redenen zal
men de strijdende partijen niet zelve laten beslissen,
maar zich daarin mengen en alzoo de verwikkeling
nog grooter maken. De heeren van de conferentie
zullen voorloopig naar huis kunnen gaan, wie weet
hoe spoedig zij dan weder geroepen worden om nog
belangrijker quaestiën uit te maken.
'tis in Fraulirijk weder oorlog tusschen de
staatkundige partijen, die hare krachten meten bij de
verkiezing van het bureau der kamer. Men zegt, dat
de uiterste radicalen zamengaan met de conservatieven,
teneinde daardoor hun afkeer van andere partijen te
doen blijken. Het moet daaraan toegeschreven worden,
dat Louis Blanc tot tweede ondervoorzitter is gekozen-
De hoog bejaarde afgevaardigde heeft die betrekking
aanvaard en aanstonds eene redevoering gehouden,
waarin hij een soort van regeeringsprogramma, volgens
zijne staatkundige denkbeelden, mededeelde en die door
de republikeinen uitbundig werd toegejuicht, niettegen
staande de benoemde geheel afweek van den gebruike-
lijken vorm en meer dan plichtplegingen ten beste gaf.
De zaak der Carolina-eilanden blijft nog
hangende en wat men geschreven beeft van eene uit
spraak, die de Paus ten gunste van Spanje zou hebben
gedaan, dat is weder geheel bezijden de waarheid. In
tegendeel, de Heilige Vader zoekt nog naar het geheim
om de oneenige partijen tot elkander te brengen en
verdere botsingen te voorkomen. Sommigen beweren,
dat hij het middel zou gevonden hebben, en dat de
beide regeeringen zich daarmede zouden vereenigd
hebben, maar dit is waarschijnlijk al even onjuist als
het bericht dat Bismarck aan den Yader zou gemeld
hebben, dat Duitschland bij eene voor hem ongunstige
uitspraak daarin niet zou berusten.
Als eene groote bijzonderheid werd in de vorige
week gemeld, dat de Hongaarsche Minister Tisza,
zijne tienjarige ambtsvervulling onder vele gelukwen-
schen heeft gevierd, 'tls waarlijk in den tegenwoor-
digen tijd een zeldzaam voorrecht voor een land, als
Jiet een enkelen Minister tien heele jaren mag behouden.
Nieuwstijdingen.
Slmicrtfitt.
De politie te Boston is dezer dagen, naar zij meent
een geheimen moordaanslag op het spoor gekomen. Zij
heeft de vrouw van een geregtsdienaar, zekere Emma
Coolidge, gevat, die een man wilde omkoopen tot het
volbrengen van een moord.
Vrouw Coolidge kwam, op zekeren avond, den houder
van een der beruchtste kroegen, Cobb genaamd, op
zoeken, en bood hem 2500 dollars (waarvan 1000 dollars
terstond te betalen) als hij eeu jonge vrouw wilde
dooden. Zij verhaalde hem, dat een jonkman, uit een
der rijkste families van Baltimore, een jong en schoon
dienstmeisje zijner ouders verleid, en haar vervolgens
in het geheim getrouwd had. Zijne ouders hoorden niets
van het huwelijk, voordat de jonge vrouw moeder werd.
Zij deden al het mogelijke om hun zoon tot een schei
ding te bewegende jonge man bleef zijn vrouw ge
trouw en bood aan alle beloften en bedreigingen
weerstand. Toen vatte de vader het plan op, zijne schoon
dochter uit den weg te ruimen. Maar het leven van
het kind moest onder alle omstandigheden gespaard
worden. Cobb weigerde den moord te volbrengen, en
vrouw Coolidge verzocht hem toen zijn vriend, den
beruchten speler, te roepen. Zij deed dezen hetzelfde
voorstel. Tweemalen, verhaalde zij, had zij zelve be
proefd de jonge vrouw te dooden, maar het was haar
heide keeren mislukt.
Donohne, die de vrouw van een politie-dienaar niet
vertrouwde, meende dat hem een valstrik werd gezet.
Hij hield zich alsof hij het voorstel aannam, maar hij
waarschuwde de politie, en hij zorgde, met behulp van
Cobb, dat eenige politie-agenten, ergens in een hoek
verborgen, tegenwoordigwaren bij de zamenkomst
welke hij met vrouw Coolidge had.
Laatstgenoemde wees als het slagtoffer de vrouw van
Edw. L. Mellen aan, wiens vader, A. T. Mellen, eige
naar is van het „St. James-Hötel" te Baltimore. Een
paar geheime politie-agenten werden naar die stad ge
zonden, om den voornaamsten aanlegger van het
moordplan in hechtenis te nemen, maar zij konden hem
nergens vinden. Vrouw Coolidge, die zeer knap en 32
jaar oud is, heeft haar man, die van niets wist, en
die wanhopig is over haar gedrag, verklaard, dat zij
niet voornemens was den moord te laten volbrengen,
maar zich alleen de beloofde 1000 dollars wilde toe-
ëigenen.
Zij weigert eenige opheldering te geven omtrent de
wijze waarop zij in de zaak betrokken werd.
Een buitengewone dikke dame is dezer dagen te
Philadelphia overleden. Het was Mrs EmmaMarkley,
die verleden jaar op het congres van dikke vrouwen,
tot de dikste vrouw van Amerika en der wereld werd
verklaard, en die niet minder woog dan 275 kilogram
(550 pond). Zij reisde geruimen tijd als dikke dame
het land rond en vestigde eindelijk te Philadelphia
een kosthuis voor matrozen. Tot haar twintigste jaar
was Mrs. Markley een mager meisje.
De tegenwoordige President der Yereenigde Staten
van Noord-Amerika, de heer Cleveland, heeft, naar de
„Wiener Algem. Zeit." zegt, onmiddelijk bij de aan
vaarding van zijn ambt, het besluit genomen, om een
einde te maken aan de veelwijverij aan het Zoute
Meerde maatregelen die, met het oog daarop ge
nomen zijn, zijn zoo kras, dat te Utah een paniek
heerscht.
Drie chefs der Mormonen hebben zich door de vlucht
aan gevangenname onttrokkenvijftig bisschoppen en
apostelen hebben hunne betrekkingen nedergelegd,
twintig hoofdpersonen bevinden zich echter in handen
der justitie.
Door een brand te Galveston (Texas) zijn 300
huizen (grootendeels van hout) vernield. De schade
moet 2 millioen dollars 5,000,000) bedragen. Vijf
honderd gezinnen zijn zonder onderkomen.
Het is de grootste brand geweest, die in Amerika,
na den brand van Chicago, gewoed heeft.
Koaistantinopel, 17 Nov. Gisteren heeft de
conferentie besluiten genomen, welke eerst Donderdag
echter definitief kunnen worden vastgesteld, tengevolge
van onvoldoende instructies van de Engelsche gede
legeerden. De voorstellen der Turksche gedelegeerden
zullen in hun geheel worden aangenomen, slechts met
deze wijziging, dat Turkije alleen de sommatie doen
zal, welke de mogendheden, elke door eene afzonder
lijke verklaring, zullen steunen. De conferentie stelde
als beginsel vast, dat zij hare werkzaamheden voort
zetten zou, ondanks den oorlog tusschen Servië en
Bulgarije.
De proclamatie van koning Milan.
In het gewigtig stuk, dat Zaturdag verscheen, om
het Servische volk tot den oorlog op te roepen, zegt
koning Milan, dat hjj ter verdediging van de belangen
van zijn land, al die maatregelen heeft genomen, welke
noodzakelijk waren geworden toen Bulgarije het trac-
taat van Berlijn schond, ten einde duidelijk te toonen,
dat Servië niet onverschillig kon blijven tegenover de
verstoring van het evenwigt in den Balkan, vooral
niet wanneer dit geschiedde in het uitsluitend belang
van een staat, voor welken Bulgarije ten allen tijde
een slechte nabuur was geweest. De koning wijst op
de ongeregtvaardigde toi-maatregelen, door Bulgarije
tegen Servië genomen, verder op het feit, dat de Bul
garen zich met geweld en in strijd met alle regt van
Wredowo hebben meester gemaakt, en op de openlijke
aanmoediging van personen, die in Servië wegens
landverraad waren veroordeeld en welker oproerig
streven in Bulgarije steun vond. Dit alles had de
koning geduldig gedragen en zich uitsluitend laten
leiden door den wensch, om bewijzen te geven van
geduld, zooals dit aan een staat betaamde, die zijne
vrijheid met zijn eigen bloed had gekocht, die door
de sympathie van Europa tot voorspoed was gekomen,
en bij iedere schrede op den weg der ontwikkeling
toonde, de regten van anderen te eerbiedigen en zijn
eigen regten te willen handhaven. Doch de herhaalde en
opzettelijke mishandeling van Servische onderdanen
in Bulgarije, de afsluiting der grenzen, de opeenhoojfing
eener ongedisciplineerde massa van vrijwilligers langs
die grenzen, de gewapende aanvallen der grensbevol
king en zelfs op het Servische leger, dit alles te
zamen was eene opzettelijke uitdagiug, die de koning,
met het oog op de heiligste belangen van het land,
de waardigheid der Servische natie en de eer der Ser
vische wapenen, niet langer mogt dulden. De oproeping
eindigt met de woorden
„Dit zijn de beweegredenen, die mij nopen om den
toestand van openlijke vijaudschap te doen beginnen,
die door de Bulgaarsche regering is uitgelokt; dit is
de reden, waarom ik aan mijn trouw en dapper leger
het bevel tot overschrijding der grenzen heb gegeven.
De regtvaardige zaak van Servië is thans toevertrouwd
aan de beslissing der wapenen, de dapperheid van het
leger en de hoede van den almachtigen God. Terwijl
ik dit ter kennis breng van mijn dierbaar volk, reken
ik in deze ernstige tijden op zijne vaderlandsliefde en
zijne toewijding aan de heilige zaak van Servië."
Belgrado, 17 Nov. Gisteren heeft er tusschen
Koula en Widdin een gevecht plaats gehad, waarin
de Bulgaren zijn geslagen en uiteengedrevenmet
achterlating hunner gesneuvelden en gekwetsten. De
Serviërs namen 1000 man gevangen en leden betrek
kelijk geringe verliezen.
u,
Rome, 17 Nov. Naar men verzekert, zal de eind
beslissing van den Paus in de zaak der Carolina-eilanden
vóór den 24 dezer aan de beide partijen toegezonden
en eenige dagen later openbaar gemaakt worden. In
dat stuk constateert de Paus de historische regten van
Spanje, onder opmerking dat aan Duitschland eene
bevoorregte positie moet worden aangeboden.
£ngielitn5J.
Londen, 16 Nov. De vertegenwoordigers van
Rusland, van de Porte, Oostenrijk Hongarije, Duitsch
land en Servië, hebben met lord Salisbury gisteren
middag geconfereerd over de Oostersche quaestie.
Belangrijke nota's betreffende den Bulgaarsch-Servischen
oorlog zijn lord Salisbury overhandigd. Ongelukkiger
wijze brak de crisis op een slecht oogenblik voor
Engeland uit. Daar de algemeene verkiezingen op
handen zijn, kan de regering geen besliste houding
aannemen. Een groote besluiteloosheid heerscht in het
departement van buitenlandsche zaken en men hoopt
dat het conflict tusschen de Serviërs en Bulgaren be
perkt blijve.
©slim.
Een osdie onlangs te Brussel ter
werd geleid, rukte zich los, en ging op hol door de
straten. Eerst na geruimen tijd kon men het woedende
dier weder magtig worden. Het had toen niet minder
dan veertig menschen gekwetst.
Amsterdam16 Nov. Hedenmorgen is de uit
de gevangenis te Haarlem ontvlugtte makelaar Gerrit
Yisser hier ter stede per Rijnspoor (trein 9.30) aan-
gebragt. Hij werd onder geleide van 2 maréchaussées
naar de cell, gevangenis gevoerd. Zooals men weet,
werd Yisser te Parijs ontdekt.
De Koepelkerk te Amsterdam, werd Zondag
morgen buitengewoon druk bezocht. En geen wonder
De heer A. J. Westhoff, predikant bij de Ned. Herv.
Gem. alhier, had bij advertentie aangekondigd, dat hij
een tijdpreek zou houden in verband met den maat-
schappelijken nood. Naar aanleiding van 2 Kronijken
X 12 en volgende, betoogde hij dat opstand evenmin
als oproer de weg tot verbetering is. Hij stelde de
groote waarheid in het licht van het gezegde: de
wereldgeschiedenis is het wereldgericht, betoogde de
noodzakelijkheid voor regeerders en geregeerden beiden,
om in deze moeijelijke dagen het oog steeds te vestigen
op den zuiveren spiegel der menschheid. Achtereen
volgens schetste hij het treffend oproer der Israëlieten
tegen Rehabeam en de noodlottige gevolgen zoowel
voor hen zeiven als voor dien Koning, om daarna te
wijzen op de overeenkomst van dat oproer met wat
tegenwoordig wordt gewenscht en gezien. Hij waar
schuwde de gemeente tegen een revolutionairen en
on schriftuurlijken raad, haar dezer dagen van anti
revolutionaire zijde gegeven, en betoogde dat niet in
het zweren bij leerstellige theoriën, maar op het gebied
van het praktische Christendom in het uitoefenen van
barmhartigheid naar den eisch yan Gods woord de
weg ons gewezen wordt, die ellende en onregt opheft
en de verschrikkingen cler revolutie voorkomt.
Warm vooral was zijne aansporing tot liefdadigheid
met aanhaling van voorbeelden uit zijne persoonlijke
ervaring der laatste dagen van de groote ellende, die
door zoovelen geleden wordt.
Als er sociaal-democraten onder het gehoor van den
heer Westhoff waren, wat wel waarschijnlijk is, dan
is hun een aardig snuifje toegediend. Wel moge het
hun bekomen
De spreker wiens rede binnenkort zal worden
uitgegeven heeft zich bereid verklaard, om op een
anderen tijd en een andere plaats zijne denkbeelden
nader uiteen te zetten en alsdan gelegenheid tot debat
te geven.
Yolgens berigt in het „Hdbl." zijn van wege den
Paus pogingen bij dr. Metzger aangewend, om dezen
te bewegen, voor een paar weken naar Rome te komen,
ter geneeskundige behandeling van Z. H.
De heer F. W. N. Hugenholtz, gew. pred. te
Saudpoort, vertrok Zaturdag 11. per st. „Edam" van
IJmuiden naar zijne nieuwe standplaats Grand Rapids
in Amerika.
Zaturdag vervoegde zich aan een politiebureau te
Amsterdam eene vrouw, die hevig door haar man was
mishandeld. Daar ze hevige toevallen kreeg, werd ze
naar het Gasthuis vervoerd. Bij de met bloed bevlekte
voorwerpen, waarmee de woestaard, die in arrest werd
genomen, zijne vrouw had geslagen, vond de politie
ook een glas, half met water gevuld,waarin de man
zei, dat zich vergif bevond.
'sGravenhage, 16 Nov. Het ontwerp tot
herziening van art. J 94 der Grondwet, zal Donderdag
in de afdeelingen worden onderzocht.
's Gravenliage, 17 Nov, De leden van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergadering
bijeengeroepen tegen Donderdag 26 dezer, des avonds
te 8 uren.
De heer Van der Sleijden heeft een amendement
voorgedragen om de Rijksbijdrage ten behoeve van
een stoomtramweg van Breskens naar de Belgische
grenzen in de rigting van Maldeghem met een zijtak
naar Sluis, in plaats van haar te bepalen op 4 ton,
te beperken tot de helft der kosten, die voor eerste
aanschaffing van materieel, rollend materieel daaronder
begrepen, hoogstens tot een bedrag van 200,000.
De strekking van dit amendement is de aanleg van
den bedoelden stoomtramweg mogelijk te maken, door
toekenning van een voldoend subsidie, en tevens de
verpligting op te heffen, die het comité op zich heeft
genomen, tot uitkeering van de Rijksbijdrage aan de
heeren Otlet en Wilmart.
Van Rijsselberghe heeft zelf het volgende mede
gedeeld omtrent zijue ontvluchting uit de gevangenis
te 's Hage
Hij ontsnapte, zooals indertijd juist voorondersteld
werd, door een klein raampje in het privaat op de bede»-
laars-verdieping, dat hem toegang naar het dak ver
leende. Hij was op zijn kousen en, natuurlijk, in zijn
gevangen-kleeding. In de goot van het dak gekomen,
na veel pijnen uitgestaan te hebben door het verwrin
gen van zijn ligchaam, bleef hem niets anders over dan
een bovenmenschelijke poging te wagen om zich langs
den muur te laten afglijden, naar de goot van een
aangrenzend pand, dat ongeveer tien Meter lager stond.
Miste hij een enkelen duim breedte, dan viel hij van
de goot van het tweede dak onmiddelijk op de straat,
en was natuurlijk een kind des doods. Van Rijssel
berghe schrijft het „aan den wil der Voorzienigheid"
toe dat hij heelhuids in de tweede goot teregtkwam.
Ofschoon stijf van angst, bleef hem weinig tijd ter be
zinning over, en hij opende brutaal weg het zolder
raampje van het dak, waarop hij nu geland was, zonder
te weten of het een particulier huis, of een pand was
dat nog aan de gevangenis behoorde. Op den zolder
gekomen, vond hij de deur naar de lagere verdiepingen
gesloten, doch die zonder zich te doen hooren te openen
en als een muis de trappen af te vliegen, was bet
werk van een oogenblik. Ongelukkig kwam hij op de
eerste verdieping aan een glazen deur, die toen hij ze
opende zoo kraakte, dat hijdacht verloren te zijn.
Merkwaardigerwijze echter scheen geen mensch hem te
hooren, en hij stond weldra op de Prinsengracht, geen
dertig passen van den schildwacht af Als door een
wonder liet deze hem ongehinderd voorbijgaan, en toen
Rijsselberghe maar eenmaal de brug over was, was hij
gered en verdween weldra in de rigting van een in de
buurt wonende bekende. Stom van verbazing stond deze
natuurlijk over dit onverwacht bezoek, maar men
draalde niet lang, gaf hem een ander pak kleeren aan,
geld in den zak, en in 15 minuten tijds was v. Rijssel
berghe op weg naar Leiden, na zich intusschen zooveel
mogelijk onherkenbaar te hebben gemaakt. Hij ging te
voet, zonder den weg te weten, en kwam na 4'/2 uur
loopen 's nachts te half een in Leiden aan, waar een
vriend hem herbergde. Deze voorzag hem eveneens
van geld om 'a morgens met den eersten trein naar
Antwerpen te gaan, opdat hij maar over de grenzen
zou komen.
Het klinkt als een roman, maar v. Rjjsselberghe
verzekerde het plechtigwie komen in Den Haag
in den trein De twee veldwachters, die hem van de
Prinsengracht naar het hof hebben vervoerd. Zij hadden
een gevangene bij zich, die naar Rotterdam moest
worden gebragt, plaatsten zich in dezelfde coupé derde
klasse, regt tegenover v. Rijsselberghe, en deze las
bedaard zijne courant en hoorde van niet anders praten
dan over de onbegrijpelijke ontsnapping van hemzelven.
De veldwachters bemerkten niets, stegen in Rotterdam
uit en v. Rijsselberghe kwam ongestoord te Antwerpen
en van daar in Brussel, waar hij zich met zijne familie
in briefwisseling stelde.
Intusschen was natuurlijk heel 's Gravenhage vol
van zijne ontsnapping iedereen sprak er over. De vader
van v. Rijsselberghe komt, nadat hij wist dat zijn zoon
veilig in Brussel was, 's avonds zekeren Antink tegen,
dien hij van voor ongeveer twintig jaren in Utrecht
kende (v. Rijsselberghe senior was toen coupeur in
Utrecht, en Antink had een ledekantenfabriek, op den
hoek van de Drakenburgsteeg en de Oude Gracht. Antink
failleerde destijds en zag zich genoodzaakt naar Enge
land te vlugten. Door een fout iu het destijds geldige
tractaat kon hij niet worden uitgeleverd, ofschoon de
aanvrage daartoe geschiedde.) v. Rijsselberghe senior
had Antink in al dien tijd natuurlijk niet gezien en
zou hem waarschijnlijk ook niet over zijn zoon ge
sproken hebben, als Antink niet zelf begonnen was met
te zeggen:
„Jongen, jongen, als ge uw zoon zoo ver kondet
krijgen, dat hij Londen veilig bereikt, dan zal ik hem
herbergen, en hem voorthelpen. Ik ben zelf in de om
standigheden geweest, heb dus zielsmedelijden met jelui
en offer mijzelven gaarne op, om je in deze netelige
omstandigheden van dienst te zijn."
Wie zou daarop niet ingaan? Iedereen, en zoo ook,
tot zijne bittere ervaring, v. R. senior Er werd dus
overeen gekomen, dat de ontsnapte naar Antwerpen zou
gaan, via Harwich naar Londen vertrekken, en daar
een thuis vinden in 22 Bracy Street, Hornsey Road,
bij vriend Antink.
Het inwonen aldaar was niet van zeer langen duur.
Mag men Van Rijsselberghe gelooven, dan werd het ver
blijf hem ondragelijk gemaakt door afpersingen van
nagenoeg alles wat hij bezat en voortdurende bedrei
ging met aangifte van het geheim zijner ontvluchting
aan de politie. In dezen toestand was hij er op be
dacht, om, zoodra hij zijn kans schoon zag, deze gast
vrije woning te verlaten. Op zekeren dag dus verliet
hij, met wat hij van zijn eigendom nog had kunnen
redden, Hornsey Road. Edoch, het vervroegde vertrek
was in het geheel niet naar den zin van zijn gast-
heeren. Wetende dat Van Rijsselberghe geen woord
Engelsch verstond, en dat de eenige weg, dien hij kende,
was die naar het station naar King's Cross meenden zij
zich aan een politie-station te moeten vervoegen en
aldaar te meldendat Van Rijsselberghe „onder ver
dachte omstandigheden" hun huis had verlaten en zich
waarschijnlijk naar King's Cross had begeven; dat hij
een uit Den Haag ontsnapte gevangene, en zoo en zoo
zijn signalement was.
Van Rijsselberghe was toen zeer spoedig in handen
van de Londensche politie.
f Terneuzen, 17 Nov. Heden had alhier de
aanbesteding plaats van het maken eener riool in de
Tholenstraat en het leggen van een trottoir voor het
raadhuis. Hoogste inschrijver was de heer C. Matera te
Vlissingen voor /"1660; en laagste de heer M. D. de
Putter alhier voor 1447.
- Gisteren morgen strandde bij hoog water op de
plaat „de Springer," de Engelsche stoomboot „John
Wells," komende van Goole en bestemd naar Gent.
Nadat men heden morgen tevergeefs getracht had
het schip door ligten vlot te krijgen, is het heden
avond ten tien ure door sleepbooten van de plaat ge
trokken en hier binnengesleept.
Heden middag strandde alhier op de westhaven-
berrn de Noodsche bark „Astrea" van Drammen naar
Gent. Door de alhier aanwezig zijnde sleepbooten werd
het schip er afgebragt en op de reede gebragt. Het
schip bekwam geen schade.
Micldelburg', 17 Nov. Door de goede zorgen
van den garnizoens-commandant alhier, ziet ook alhier
de soldaat zich in staat gesteld zijn middagmaal op
smakelijker wijze te gebruiken, dan tot dusver het
geval was. De blikken menage-keteltjes, waarin vroeger
de soep of andere spijzen werden voorgedragen, zijn
vervangen geworden door zindelijke witte borden, 'tis
een verandering, die zeker een verbetering mag heeten.
Yei'sekc, 17 Nov. Het vervaren van aangeslagen
pannen van de oesterbanken naar de putten, zal wel
dra gedaan zijnen geen wonder, want 1 December
is de dag, dat alle pannen van de banken moeten
opgeruimd zijn, daar anders de Staat ze voor eigen
rekening kan verkoopen. Ze worden heel netjes en
digt opeen naast elkander gezet en blijven dan den
geheelen winter staan tot de tijd aanbreekt, dat de
oestertjes van de pannen worden afgestoken. Men heeft
tot bewaring der pannen tweeërlei soort van putten,
en wel zulke, die tegen den dijk aanliggen en andere,
die op een perceel van de oesterbank aangelegd zijn.
Velen verkiezen tot berging der pannen de putten
aan den dijk, omdat zij daar met meer gerustheid een