ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. o. 51401 Zaturdag 10 October 1885. 4L2ste Jaarg. Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post 1,60. ADVERTENTIËN, van 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote ietter toordt naar plaatsruimte berekend. Nieuwstijdingen. Bij liet afbreken van een oud gebouw te Svendberg op Fünen is in den grond een schat gevonden, bestaande uit tien staven zeer fijn zilver, 3774- zilveren en 51 gouden munten, alles uit den tijd van Koning Erik (1396—1412). 't Was merkwaardig dat er sedert on heuglijke tyden van een in het gebouw verborgen schat gesproken was, zoodat de eigenaar bij de afbraak een verklaring had laten opmaken, waarin hij zich zijn regten voorbehield op alles wat het huis mogt blijken te bevatten. Volgens de Deensche wet namelijk vervallen dergelijke schatten aan den Staat, zoo er geen wettige eigenaar is aan te wijzen. JFrawfirtjii 3?»x*ijs, 7 Oct. Grèvy zal hedennamiddag Brisson en Allain-Targé ontvangen en morgen den Ministerraad presideeren. Geen der Ministers heeft ontslag gevraagd. - Te Nimes heeft, in de vorige week, een tragisch voorval plaats gevonden. Zekere mevrouw Rassignier vervoegde zich bij dokter Peladan en verzocht hem een geneesmiddel voor eene ongesteldheid waaraan zij sedert eenigen tijd lijdende is. De dokter gaf haar een doosje met poeder, dat de dame buitengewoon bitter vondzij deed dit den geneesheer opmerken die kaar toevoegde dat het poeder onschadelijk was, en om haar te- overtuigen er zelf een gedeelte van innam. Toen mevrouw Rassignier thuis kwam werd zij zeer onge steld en een onmiddellijk gehaalde geneesheer consta teerde verschijnselen van vergiftiging. Spoedig toege diende braakmiddelen bragten gunstige ommekeer teweeg en de dame kon vertellen wat geschied was. De te hulp gesnelde geneesheer ontwaarde dat zijn collega eene vergissing had begaan, en in plaats van laxeerpoeder strychnine had gegeven. Men ijlde thans naar dokter Peladan, maar vond hem dood in zjjn studeervertrek liggenhij was door het zware vergift bijna onmiddellijk gestorven. Mevrouw Rassignier is thans geheel buiten gevaar. De „Crefelder Zeit." meldt het volgende gruwel stuk uit Bochum. Twee 12jarige jongens van den adsist. bouwmeester G. aldaar lokten een 9jarigen knaap in een in aanbouw zijnd huis, bonden hem daar handen en voeten en vulden den mond, neus enooren met zand, waarna zij hem een messteek achter het oor toebragten tot in den mond. Zoo lieten zij hun slagt offer liggen tot hij een paar uren later aldaar gevon den werd en den volgenden dag overleed. 25®lgt-ie. Uit België worden weder twee zonderlinge ver dwijningen gemeld. De eerste persoon, die verdwenen is en van wien geen spoor is te vinden, is een zekere Timmermans, oud-griffier bij het kantongeregt, wonende Rue Vandeweijer te Schaerbeek bij Brussel. Acht dagen geleden zeide Timmermans tot zijn vrouw, dat hij naar Gent ging, waar familie van hem woonde. Toen zijn vrouw na twee dagen geen berigt van hem kreeg, schreef zij naar Gent om te informeeren, of haar man daar was geweest, doch het antwoord der familie was, dat zij hem niet had gezien. Tot dusver is nog niets van hem bekend. Timmermans is 53 jaar oud. De tweede persoon, wiens spoor gezocht wordt, is een employé van het postkantoor te Antwerpen. Cassaer genaamd. Sedert vijf dagen heeft men niets van hem vernomen. De man is vijftig jaar oud, gehuwd en vader van verscheidene kinderen. Nog onlangs is hij door den koning gedecoreerd. Den Melder, 7 Oct. Een der mariniers, die jl. Zondag namiddag voor de kazerne gereed stonden om de wacht te verwisselen, geraakte plotseling in een razenden toestand. Hij verliet de gelederen, sloeg zijn geweer aan stukken, verbrijzelde een aantal glasruiten en deelde aan ieder, die hem te na kwam schoppen en klappen uit. Toen men den wildeman had weten te grijpen, werd hij in een kamer opgesloten, alwaar hij alles wat onder zijn bereik was kort en klein sloeg en de deur intrapte met de stukken hiervan sloeg hij regts en links om zich heen. Eindelijk werd men hem voor goed meester en werd hij naar een steviger ver blijfplaats gebragt. Amsterdam, 8 Oct. In het holst van den nacht, bij het barre weder dat we gisteren hadden, hebben al hier de dieven weer eens hun slag geslagen in een woning op de Prins Hendrikkade. Ze hadden het slim overlegd. Het huis" was dezer dagen in veiling geweest en het benedenhuis stond leeg. Op een der kijkdagen schijnt de dief de localiteiten eens opgenomen en zich van een sleutel meester gemaakt te hebben. Zoo had hij beneden vrijen toegang. Om van beneden naar boven te komen, had hij slechts een dun houten schot door te zagen. Wel was het bovenhuis bewoond, maar ook dat was te bezichtigen geweest en de dief wist dus precies, dat de bewoners heel boven in het huis sliepen. Bij 't geruisch van den regen en 't geloei van den storm had hij dus vrij spel. Hij schijnt het niet noodig geacht te hebben om een groot gat in het beschot te makenalleen zijn arm moest er door kunnen om de deur van het bovenhuis open te maken. Toen trad hij buitenom binnen, ging naar boven doorsnuffelde alles op zijn gemak en nam een bedrag van 480 aan geld en circa ƒ600 aan kostbaarheden mede. Toen de be woners 's morgens beneden kwamen om te ontbijten, vonden zij hun boeltje behoorlijk opgeruimd. Er was niets vergeten wat van waarde was. Zij hadden niet het minste gerucht gehoord, 't Zal een toer zijn om onder deze omstandigheden den geslepen dief in handen te krijgen. Eene nieuwe wijze van stelen wordt in de laatste dagen te Amsterdam toegepast. Men gaat aldus te werkeen bediende brengt een pakje naar station of stoomboot en wordt ongemerkt gevolgd. Wanneer de oplichter ziet, dat het pak behoorlijk is bezorgd, gaat hij naar het kantoor der stoomboot bijv. en verzoekt het zooeven aangebragte pak, bestemd voor terug. Iets later wordt het pak weder teruggebragt, en de geadresseerde ontvangt een pak vodden. Bij de openbare veiling van eenige perceelen best land in den Grooten IJpolder, Zaandammer- en Am sterdammerpolder, welke verleden Vrijdag te Houtrijk gehouden werd, werd het land in den Amsterdammer polder ingezet voor ƒ300 per H.A. en dat in den IJpolder op 1000, doch geen enkel bod werd gehoord. De eigenaars verhoogden zelf, en hielden ten slotte alle perceelen op. Een zeer sprekend teeken voor de heerschende gedruktheid op het gebied van landbouw en veeteelt. Dezer dagen vervoegde zich ter secretarie te Wormerveer zekere K. v. B., die eenigen tijd had door- gebragt in het gesticht no. 3 te Veenhuizen. Toen hem door den burgemeester gevraagd werd, wat hij nu zou gaan doen, luide zijn onbewimpeld ant woord „Hoe eerder hoe liever zal ik zorgen daar weer heen te komen, 'tls daar maar wat best. Goed eten, niet te veel doen, een best koffiehuis Deze brave was, naar het schijnt, door de broeders daar ook goed op de hoogte gebragt ofschoon^ de man half idioot kan genoemd worden van de wijze, waarop hij zijn wederintrede in dit gesticht zoo gemak kelijk mogelijk kon maken. Hij had plan, zoo vertelde hij, om weer te gaaxy bedelen, „maar niet te Haarlem, want daar laten ze je eerst een drie maanden brommen vóór ze je opzen den. Neen, ik ga naar Alkmaar bedelen, en als ze mij döAr oppakken, dan word ik dadelijk weer opgezonden naar het gesticht 's <jrx*avoixlxa^©s 7 Sept. De meubelmaker Van Raay, die erkent heeft de vervaardiger te zijn van het als beleedigend voor Regeringslichamen opgevat stemregtslied en deswege vervolgd wordt, is gisteren in verhoor geweest bij de regter-eommissaris, belast met het onderzoek van strafzaken alhier. Van Raay de maker van het stemregtlied, wordt naar het schijnt, vervolgd voor de volgende regelen Rijke Eerste Kamerheeren Woekeraars, dieven, eerste klas Zulke buitensporigheden Komen nu niet meer te pas. Hage, 7 Oct. Naar wij vernemen zijn de Re geringsvoorstellen tot vermindering der uitvoerregten en verhooging der invoer regten in Nederlandsch-Indië reeds aan Z. M. den Koning ter onderteekening aan geboden, zoodat de indiening zeer spoedig kan worden tegemoet gezien. Het adres, waarbij Jeanne Lorette wijziging van de haar opgelegde straf in eene evenredige celstraf vraagt, is aan het Kabinet des Konings ingediend en zal door de bemiddeling van het Departement van Justitie thans om advies worden gezonden aan het Geregtshof en Procureur-Generaal. De termijn voor het indienen van zulk een request zou juist verstreken zijn en het onmiddellijk gevolg van deze aanvraag zal dus zijn, dat Jeanne Lorette, totdat Z. M. op haar verzoek zal hebben beschikt, voorloopig in het huis van arrest te 's Gravenhage zal kunnen verblijven en niet, gelijk anders deze week had moeten geschieden, naar de ge vangenis te 's Hertogenbosch zal worden opgezonden. Oostex'lioxxt, 6 Oct. Dat het hotel „Hildebrand" (voorheen Van Gend Loos) gerestaureerd wordt en geheel ingerigt zal worden naar de eischen des tijds, is bekend. De stalling, welke men tijdens de Belgische omwenteling genoodzaakt was te vergrooten tot plaat sing van de paarden van hoofdofficieren, is afgebroken, en er zal thans een zaal verrijzen voor de liedertafel „Aurora", waarvan de aannemer is de heer C. v. d. Avoirt voor de som van ƒ5124. Een der werklieden van de stoomhoutzagerij te Roosendaal heeft, in een twist met zijn patroon, die hem op den grond geworpen had, zijn heer bij den baard gegrepen en dezen met een gedeelte der wang uitgetrokken. De knecht is naar Belgic gevlucht. In de Dingsdag gehouden vergadering van aan deelhouders in de Naamlooze Vennootschap „De Zeven- bergsche Beetwortelsuikerfabriek „De Phoenix", te Zevenbergen is besloten tot liquidatie over te gaan. Vlissingen, 7 Oct. Een kind van omstreeks 7 jaren, dat uit de school kwam, is heden middag even 12 uren door de tram, in de Walstraat alhier, over reden met het ongelukkig gevolg dat het onmiddelijk dood was. Zoo men verhaalt zou het kind, spelende op het trottoir, daarvan afgevallen zijn, juist op het oogenblik dat de tram te zelfder plaats passeerde. Yerseke, 8 Oct. Algemeen hoort men hier klagen, dat de tijen zoo zwak zijn, dat het water niet afgaat, waardoor het arbeidsloon bij de oestercultnur verbazend hoog wordt. Zoo heeft gisteren iemand voor het brengen van 300 pannen in zijne put dertig gulden betaald. Dit werk kost onder gunstige omstandigheden circa een gulden. Hieruit blijkt, dat bij de oestercultuur ook niet alles rooskleurig is. Wat de concnrentie doet Vroeger kostten de steenkolen hier 65, 75 en 80 ct. per H. L. Nu staan aan 't plakkebord aanbiedingen van J. Staal a 56 cent, van L. Laban en W. van IJssel- dijk a 60 cent en bovenaan van den „Kolenbond" a 65 cent per H. L.65 cent schijnt de vaste markt prijs van den bond te zijn. Het allereerste artikel (een artikel vóór art. 1) van dien bond zegt dan ook „Het doel dezer vereeniging is, om door onderlinge bijdragen op eene voordeelige en goedkoope wijze zich van brandstoffen te voorzien." Men bedoelt daar zeker meê„Het doel der deelnemers". In een paar huisgezinnen hebben zich gevallen van roodvonk voorgedaan. Stavouis.se. In de Woensdag 11. gehouden Ge meenteraadsvergadering is besloten bij het besluit van hh. Gedeputeerde Staten, betreffende het verminderen der onderwijzerstraktementen, voorloopig te berusten, zoodat de thans in functie zijnde onderwijzers hun jaarwedde blijven behouden. Zierite&Eee 5 9 Oct. Ter correctionele teregtzit- ting der arr,-regtb. van 2 Oct. 11. stonden, teregt 1°, C. J. A. A., timmerman te Oud-Vosm., beklaagd dat hij ten nadeele van J. v. D., een zilveren horloge arglistig heeft weggenomen en zich toegeëigend. Bekl. ontkende het doel te hebben gehad om zich het horloge toe te eigenen, en beweerde het slechts uit de grap te hebben gedaan om het later aan van D. terug te geven. De ambtenaar van O. M., Mr. van Hoytema, achtte het feit wettig en overtuigend bewezen en requireerde veroordeeling tot 45 dagen celstraf, De verdediger, Jhr. Mr. J. W. D. Sehuurbeque Boeije, achtte de arglistige wegneming niet bewezen, en con cludeerde tot vrijspraak, subsidair tot ontslag van regtsvervolging. Bij vonnis van beden werd bekl. vrijgesproken, op grond dat niet was bewezen dat hij had gehandeld met arglist 2°. A. G., arbeider te Haamstede, beklaagd dat hij aan B. den B., huisvrouw van C. V., met een ijzeren voorwerp een hevigen slag op den regterarm heeft gegeven, waardoor zij eene bloedende wond bekwam. Het O. M., Mr. van Hoytema, wees op het ernstige der mishandeling en requireerde 15 dagen celstraf en ƒ8 boete. De verdediger, Mr. A. J. F. Fokker, voerde verzach tende omstandigheden aan en concludeerde tot oplegging van geldboete, subsidair eene ligtere gevangenisstraf, dan de geëischte. Bekl. werd heden tot 8 dagen celstraf veroordeeld. Voorts werden nog veroordeeld 1°. G. H. de G., herbergier te Zierikzee, wegens verzet en beleediging van den agent S. en verbreking van afsluiting, bij verstek, tot 15 dagen celstraf, een boete van 8,en een boete van 25, 2°. A. H.. arbeider te Dreischor, wegens mishande ling, tot f 5,boete, subs. 3 dagen gevangenisstraf. 3°. II. M. van B., te Scherpenisse, wegens dronken schap bij 2de herhaling, tot 7 dagen celstraf. 4°. B. B., huisschilder te Zierikzee, wegens diefstal, tot 45 dagen celstraf; 5°. J. C. P. en F. van O., visschers te Clinge, wegens feitelijken en gewelddadigen wederstand tegen bedienende beambten, by verstek elk tot 6 dagen celstraf terwijl J. K., winkelier te Zierikzee, van het hem ten laste gelegde, werd vrijgesproken. Dezer dagen overleed te Westkappelle eene negen en-tachtig jarige weduwe, wier nakomelingschap uit 193 in leven zijnde kinderen, kleinkinderen, achter kleinkinderen en achter-achterkleinkinderen bestaat. Volgens de Geregtelijke statistiek over 1884 is Amsterdam het arrondissement waarin het grootste getal strafzaken werd behandeld, namelijk 1871 bij de arrondissements-regtbank en 11266 bij de kantonge- regten (Amsterdam I, II, III, IV en Hilversum.) Zierikzee is het arrondissement waarin het kleinste getal strafzaken werd behandeld, namelijk 117 bij de arrondissements-regtbank en 427 bij de kantongeregten (Zierikzee en Tholen.) Tot groote vreugde van het werkvolk zullen de werkzaamheden in de drie beetwortelsuikerfabrieken te Rozendaal aanstaanden Maandag aanvangen. Een maatregel, welke lof verdient en eindelijk in Atjeh genomen wordt, zoo laat het „Batavisch Handelsblad" zich uit is dat de hoofden der in onze linieën gesneuvelde vijanden afgehouwen en eenigen tijd goed zichtbaar ten toon gesteld worden. Zoo iets, dan mag dit geacht worden op den fanatieken Atjeher te zullen inwerken, volgens wiens geloofsbegrippen de» ongeschonden staat van het ligchaam en althans het behoud van het hoofd, noodig is om den afgestorvenen de intrede in Mohamed's Paradijs te bezorg ;n. Daar hun doodsverachting een gevolg is van hun zekerheid ten aanzien hunner zaligheid, moet de ondermijning dezer zekerheid hun overmoed beteugelen. Moge de juistheid dezer onderstelling spoedig blijken. Zieriitice©, 9 Oct. Onze lezers zullen zich de ramp van 20 Januarij herinneren. Bij Vlaardingen kwam de „Zeemeeuw" bij mistig weder en ijsgang in aanvaring met de „Oude Maas," waarbij 8 menschen het leven verloren, ongerekend de schade door het zinken der „Oude Maas" met eene kostbare lading vee en koopmansgoederen. In de afgeloopen week stond hiervoor teregt schipper M. Pronk van de „Zeemeeuw." Het O. M. eischte schuldig verklaring aan overtreding van art. 11 van het K. B. van 13 Junij 1875 (Staatsbl. no. 119) en aan het onwillig veroorzaken van manslag, met veroor deeling tot 2 geldboeten elk van f 50, subsidair 7 da gen gevangenisstraf. De notterdamsche regtbank deed gisteren uitspraak en sprak den beklaagde vrij, als zijnde het wettig en overtuigend bewijs van zijne schuld niet geleverd. (Ook hier had onlangs eene vervolging van een gezagvoerder plaats, doch alleen wegens overtreding van het bovengemeld K. B. Het feitelijke kwam hierop neder, dat er geen aanvaring had plaats gehad, dat geen menschenlevens waren te betreuren, dat geen schade was geleden en dat, volgens ver klaring der deskundigen geen gevaar aanwezig was geweest. Het O. M. eischte vrijspraak, doch het vonnis luidde 2 geldboeten van ƒ50. Red.) Een paar, welks huwelijk heden te 's Hage in de Groote Kerk was ingezegend, kwam, bij het verlaten van het kerkgebouw, in woordenwisseling met familie leden, die onder de toeschouwers op het Kerkplein stonden. Het gevolg was een twist tusschen bruid en bruidegom, eindigende met een vechtpartijtje, waaraan al de leden van het trouwgezelschap deelnamen. In de vergadering der vereeniging „Yereenigde Sigarenfabrikanten" te Dordrecht, is met eenparige stemmen besloten, naar aanleiding van de wanorde lijkheden op Zondag 27 September, de werklieden, van wie het mocht blijken, dat zij aan dergelijke hande lingen hebben deelgenomen, uit den dienst te verwij deren. Dezer dagen heeft de Minister van Financiën de ontvangers der registratie aangeschreven, om nauw lettend toe te zien, dat bij wissels en kwitantiën, van plakzegel voorzien, de dag, de maand en het jaar worden gesteld niet over het plakzegel heen, maar geheel en al op het plakzegel. Bij niet nauwkeurige naleving wordt het stuk be schouwd als ongezegeld, en wordt eene boete van ƒ25 verbeurd. Een ieder zij dus op zijn hoede. MARKTBERIGTEN. Yerseke, 9 October. Oestei'beurs. Zaai-Oesters met veel aanbod kleine partijtjes zijn tot 6,75 a 7 gedaan. Pannen met veel aanbod, doch zonder handel. KERKNIEUWS. PREDIKBEURTEN BIJ DE CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE GEMEENTE TE ZlEBIKZEE, Afdeeling Sint-Domusstraat. Zondag 11 October 1885. 's Morgens 10 ure, ds J. A. GOEDBLOED. '8 Avonds 6 ure, ds. J. A. GOEDBLOED, Cat. Zond. 30. VERSCHEIDENHEID. DE APELDOORNSCHE ONTVOERINGSZAAK. Een uitvoerig verhaal van deze zaak in het „Geïll. Pol. Nieuws" luidt als volgt: Velen herinneren zich voorzeker het regtsgeding tegen Mevr. Bulk ley, wegens ontvoering van het zoontje van haren schoonzoon, den Heer Hoek, welke zaak, destijds voor het Hof te 's Gravenhage behandeld, veel sensatie verwekte. Dezelfde dame bevindt zich thans in hech tenis, na andermaal eene brutale poging te hebben aangewend om de beide kinderen van genoemden Heer te ontvoeren, welke misdadige poging echter verijdeld werd door het beleidvol optreden van justitie en po litie. De beraamde ontvoering werd voorbereid en uitgevoerd onder de navolgende omstandigheden. De Heer Hoek en zijne twee kinderen woonden sedert eenigen tijd te Apeldoornterwijl de leiding van de huishouding was opgedragen aan eene huishoudster met hulp eener dienstbode. Mevrouw Bulkley liet niet af haren schoonzoon te vervolgen zij vestigde zich te Apeldoorn, alwaar zij kamers huurde in het hotel „Koningskroon", tegenover de woning van den Heer Hoek, en kocht later eene villa achter diens woning gelegen, niets onbeproefd latende om met zijne kinderen in aanraking te komen. Het plan tot ontvoering der kinderen hield haar voortdurend bezig, zij besprak haar voornemen met haar vertrouwelinge, jufvrouw Slinger- landt, die bij haar inwoonde en deze bragt Mevrouw Bulkley in kennis met zekeren Kloppers, vroeger ver blijf houdende te Amsterdam, doch toen de zaken achteruit gingen te Brussel, van daar weder naar Ant werpen verhuisd en laatstelijk te Haarlem woonachtig. Mevr. Bulkley begaf zich naar Antwerpen, raadpleegde Kloppers, die zich bereid verklaarde haar te helpen, ja voor alles te zorgen. Zoo geschiedde dan ook. Eenige weken geleden kwam Kloppers langs de Prins- Hendrikskade en trad aldaar in onderhandeling met drie personen, zoogenaamde losse mannen, de gebroeders Angelbeek en Slosser, die zich bereid verklaarden, tegen eene goede belooning, behulpzaam te zijn bij het vervoeren van een krankzinnige. Kloppers vertrok tegen den avond met de drie personen naar Apeldoorn, bragt hen in een tuinhuis achter de woning van Mevrouw Bulkley, alwaar de mannen flink werden onthaald. Spoedig kwam Kloppers de mannen mededeelen dat de zaak dien avond niet kon doorgaan, elk hunner 5 belooning gevende, benevens 8 reisgeld. „Ik moet nog vier man hebben," zeide hij, „dan kan de zaak in orde komen." Hij noteerde het adres van David Angelbeek, in de Korte Koningstr. te Amsterdam en zou persoonlijk later bij hem komen. Een paar dagen later kwam Kloppers bij Angelbeek en vroeg of de mannen beschikbaar waren, verder zeggende„Zes man is genoeg, ik kom later terug," voor elk der mannen wederom 2,50 gevende. Wederom eenige dagen later, op een Zaturdag, kwam Kloppers in de woning van Angelbeek en achtte, met het oog op de tegen woordigheid van diens vrouw en kinderen, het wen- schelijker dat voortaan de onderhandelingen zouden gevoerd worden aan het Centraal-station, wanneer hij met den trein van Haarlem kwam. Zoo stonden de zaken, toen op zekeren dag de drié mannen op den Voorburgwal in gesprek waren, zon der te bemerken dat de rechercheur Wagner zeer toevallig in hunne onmiddelijke nabijheid stond. Zij spraken luide over het vervoeren van een krankzin nige, veel geld verdienen enz., en spoedig werd het gesprek zoo belangrijk, dat Wagner er zich inmengde, zonder echter het fijne van de zaak te vernemen, doch met groote nauwgezetheid zijnen commissaris, den Heer Stork, een en ander mededeelde. Nu was de zaak in goede handen. Genoemde heer, in moeijelijke zaken de politieman bij uitnemendheid, begreep dadelijk dat het vervoeren van een krankzinnige slechts een voor- weudsel was om de mannen later met het ware doel bekend te maken. Hij liet de gebroeders Angelbeek ontbieden, en door zijn overredend woord wist hij het vertrouwen der mannen te winnen, die hem beloofden zich trouw en goed te zullen gedragen en eerlijk woord hebben gehouden. Zoodoende mogt de heer Stork er in slagen Kloppers, bij zjjne besprekingen met de drie mannen aan het station van aangezicht tot aangezicht te leeren kennen. Inmiddels had de heer Stork den Officier van Justitie, Mr. Telders, van een en ander onderrigt, die onmiddellijk zorgde dat de zaak op eene even waardige als beleidvolle wijze werd uitgevoerd. De gebroeders Angelbeek en Slosser kon men vertrou wen, en daar Kloppers eindelijk acht man noodig had, werd nu overeengekomen dat twee politiemannen als sjouwerlieden gekleed van de partij zouden zijn. Dit laatste was echter niet bekend aan de drie andere sjouwerlieden die waren aangenomen. De rijksveld wachter J. M. W. Noordhoff, een degelijk politieman, geacht bij zijn chefs, werd gekozen om de rol van kruijer te vervullen, terwijl ook op het laatste oogen blik, kort voor het aanvaarden der reis, de rechercheur Wolff werd aangewezen om als kruijer met de anderen mede te gaan. Nog altijd wist men niet, voor welke zaak Kloppers de mannen noodig had. Onder zulke omstandigheden vertrokken Dingsdag- ochtend met den trein van 10.50 naar Harderwijk: Kloppers in één coupé 2e klasse en de acht manschap pen in een coupé 3e klasse, terwijl de Heer Stork op het perron in stille bewondering het gezelschap zag afreizen. Te Harderwijk werden de mannen door Klop pers zeer royaal onthaald, op geld behoefde hij niet te zien, hetgeen echter niet belette, dat hij daar ter plaatse geen rijtuig kon vinden om negen personen naar Apeldoorn te brengeu, zoodat het gezelschap met den trein van 2.15 naar Amersfoort vertrok. Bij den stalhouder Schimmel werd een rijtuig gehuurd voor 20, welk bedrag vooruit betaald werd door Kloppers, die zelf niet medeging, doch per spoor naar Apeldoorn vertrok, na eerst nog een gulden te hebben gegeven om snuif te koopen. De veldwachter Noordhoff wist echter met veel tact het koopen van snuif te voorko men, teregt begrijpende, dat Kloppers die voor 'een boosaardig doel wilde gebruiken. Het werd donker, en tegen half acht naderde het gezelschap de plaats van bestemming. De rijksveld wachter Noordhoff zag dat de zaak hoogst geheim zinnig werd, en achtte het raadzaam allen bekend te maken met zijne qualiteit, hun tevens zeggende: „laat mij nu maar als hoofdman optreden, en wat er ook gebeuren moge, bedenkt dat je niemand eenig letsel of geweld mag doen, ik zal zorgen dat je goed be loond wordt, vertrouw op mij." Dit was een verstan dige maatregel, daar David Angelbeek de man was, met wien Kloppers steeds als hoofdman onderhandeld had. De woorden van den veldwachter maakten op allen zulk een overredenden indruk, dat zelfs een der mannen ons verzekerde„we zaten as bed maar hij heit as 'n vader voor ons gezorgd." In de nabijheid van het dorp werd het rijtuig staande gehouden door een man, met de woorden„halt, is dit het rijtuig met de mannen van mijuheer Kloppers?" waarop toestemmend geantwoord werd. Noordhoff stapte uit, en weldra verscheen ook Kloppers, die den huurkoetsier ƒ25 fooi gaf, onder voorwaarde dadelijk den terugtocht te aanvaarden. De voerman had er niets tegen, en nu zeide Kloppers, terwijl de andere personen, zooals later gebleken is de koetsier van Me vrouw Bulkley, zich verwijderde„mannen, sigaren weg, volg mij achter elkander langs den bermweg, niet praten." Zoo liepen de mannen als schaduwen in den donke ren nacht, onder het zwaar geboomte, achter Kloppers, die zeker niet had gedacht dat zijn schurkachtige rol zoo spoedig zou zijn afgespeeld. Onderweg vroeg hij naar de snuif, maar van Noordhoff vernemende dat zij die niet hadden kunnen krijgen, zeide hij„Het is niet erg, ik heb toch peper genoeg." Eenige oogenblikken later werden de mannen door Kloppers in een tuinhuis gebragt, alwaar Mevrouw Bulkley en Jufvrouw Slin- gerlandt zich bevonden. Hetgeen er nu volgde, zou men zelfs in een roman in twijfel trekken, en nochtans is het waarheid, eene treurige waarheid, zoodat men onwillekeurig geneigd is te vragenhoe kunnen menschen zoo diep vallen, om met kalm overleg weken lang zulk'een plan voor te bereiden? Den mannen werd nu verteld wat zij te doen hadden het betrof geen krankzinnige, maar het stelen van de twee kinderen van den Heer Hoek. De veldwachter Noordhoff begon meer en meer in te zien dat de zaak hoogst gevaarlijk werdKloppers toch was voorzien van een revolver, de Heer Hoek werd afgeschilderd als een reus. die overal revolvers bij de hand had, zoodat er veel beleid noodig was om ongelukken te voorkomen iu de duisternis. Meesterlijk bleef hij ech ter in zijne rol. Hij liet Kloppers en Mevrouw Bulkley vertellen wat er gedaan moest worden, nam even als de anderen touwen aan om den Heer Hoek, diens huishoudster en de meid te binden, terwijl zakjes peper voor de oogen alsmede een zoogenaamde ploertendooder werden verstrekt om het drietal onschadelijk te maken. Noordhoff veroorloofde .zich de opmerking„Er moet toch niet gemoord worden," waarop geantwoord werd „liever geen geweld te gebruiken, maar als het niet anders kanwaarop Noordhoff, getrouw aan zijn belofte om voor de mannen te zullen zorgen,hernam]: „Ziet u, Mijnheer en Mevrouw, we zijn alle mannen en vaders van gezinnen, als de zaak nu eens misliep, dan was het met onze belooning ook mis." Kloppers nam nu van de tafel S couverts op, elk inhoudende ƒ300 aa n bank papier, voor ieder hunner na afloop van de zaak be stemd, en gaf voorloopig eiken man een bankbiljet van 60. Er was nog een bezwaar. De trouwe hond van den Heer Hoek, die in den tuin losliep, moest onschadelijk gemaakt worden. Kloppers verschafte vleesch om het dier toe te werpen, hetwelk zoo zwaar vergiftigd was, dat de hond spoedig bezweek na slechts even te hebben aangeslagen. De mannen moesten het dier vleesch toewerpen, teneinde Klop pers werkelijk te overtuigen dat zij hem ernstig wilden steunen. In eene donkere laan stond het rijtuig van Mevr. Bulkley gereed om de kinderen te ontvoeren, zoodra de roof gelukt zou zijn. Nadat Kloppers ge zegd had„Mannen na afloop van de zaak moet je niet bij elkander blijven, ook niet in Apeldoorn over nachten, maar in twee partijen in verschillende rigtingen de terugreis aanvaarden," werden zij door Noordhoff nog eens aangemoedigd om toch voral, „nu Mijnheer zoo royaal was geweest, hem ferm bij te staan en flink aan te pakken," hetgeen allen beloofden. Kloppers werd reeds ongeduldig en zeide„laat ons nu niet langer praten maar handelen," teregt begrijpende, dat de maan dien avond tegen tien uren opkwam en hij zijn plan liever door de duisternis begunstigd zag. Noordhoff ontving nu een briefhij was de man die zou aanbellen en, voorgevende te komen met een brief van den kantonregter, zou vragen om Mijnheer Hoek te mogen spreken. Zoodra Mijnheer Hoek kwam, moest hij worden aangegrepen en gebonden, voor welk boe- venwerk vijf man tegen de muur der woning gereed stonden, terwijl twee aan den achterkant van het huis op wacht waren om, ingeval de dienstbode langs dien weg hulp mogt roepen, haar onschadelijk te maken. Kloppers zou ook een handje helpen en had een paar man noodig, zoodra de aangevallenen onschadelijk ge maakt waren, om met hem de kinderen, die boven sliepen te ontvoeren. Zooals men ziet, zoude er, ingeval de zaak niet ware uitgelekt, en Kloppers acht, slechte menschen had ge vonden, in de wpning van den Heer Hoek een bloed bad zijn aangerigt. Intusschen is eene korte toelichting van hetgeen er te Ap'eldoorn door den Burgemeester, in overleg met den Kantonregter was gedaan, alleszins noodig voor het verband der zaak. Door den Officier van Justitie te Amsterdam onder rigt van de geheimzinnige zaak, waren er rondom de woning van den Heer Hoek eenige rijksveldwachters in ourgerkleeding geposteerd, die wisten dat een der indringers een rijksveldwachter was, doch nadrukke lijk in last hadden zich slechts in den uitersten nood te vertoonenhetgeen zeer noodig was, ten einde de zaak niet te bederven. In den namiddag van Dingsdag had de Heer Hoek ook berigt ontvangen van den Kantonregter te Apel doorn, dat des avonds in zijne woning eenige personen zouden binnendringen, doch dat hij zich niet behoedde te verontrusten, want dat de mannen onder bevel van een rijksveldwachter hem niet kwamen berooven, maar beschermen, en er slechts op uit waren het bewuste ontvoeringsplan te doen mislukken. Na alles wat de Heer Hoek reeds had ondervonden, stelde hij weinig vertrouwen in de mededeeling en be schouwde haar veeleer als een list van Mevrouw Bulkley. Het gewigtige oogenblik naderde. Noordhoff belt aan de woning van den Heer Hoek, de meid doet open, hij heeft den brief inde hand en vraagt naar Mynheer, die uit eene der kamers hem te gemoet komt. Wat moet hij doen? Hij kon bijna zeker weten dat de Heer Hoek gewapend wasook Kloppers zou zich kunnen wreken als hij zich verloren zagmet regt dus stond hij tusschen twee vurende aanval moest geschieden. Hij voegde den Heer Hoek toe„Ik heb een brief voor u van den Kantonregter, ik moet op antwoord wachten," en liet er snel op volgen„wij komen hier binnendringen, wees gerust, ik ben rijks veldwachter, u zal niets gebeuren." Tevens greep hjj den Heer Hoek om het midden, de mannen naderen, doch genoemden Heer verweerde zich met reuzenkracht, wierp zijne belagers van zich af, uitroepende: „Moord!" „dievenwaarop enkele personen, die in het logement tegenover zijne woning nog onder gelag zaten, kwamen toesnellen. Toen zagen zij in het duister nietsde deur der woniug was geslotende aanranders links en rechts verdwenen, de veldwachter Noordhoff had den Heer Hoek aangegrepen, ten einde te voorkomen dat deze tot zelfverdediging op zijne gewaande aanranders zon schieten, en tevens om Kloppers zoo mogelijk in huis te krijgen. Kloppers echter was gevlucht, zooals later bleek in gezelschap van Mevrouw Bulkley en Juffrouw Slinger- landt, met het eigen rijtuig, hetwelk voor de ontvoering der kinderen gereed stond. De veldwachter Noordhoff begaf zich naar den bur gemeester van Apeldoorn: in overleg met den kan tonregter werden de verdere plannen besproken, terwijl de rechercheur Wolff en de zes overige personen in verschillende logementen werden ondergebragt, om uit te rusten van de vermoeienissen van den veel bewo gen dag. Voor Noordhoff was het uur van rust nog niet ge komen; de opsporing der beschuldigen moest nog ge schieden. Het vermoeden lag voor de hand, dat de vluchtelingen den weg naar Arnhem hadden gekozen. Per extra rijtuig vertrokken Noordhoff en de briga dier Havekotte naar Arnhem. Het maantje scheen vriendelijk, en nog niet lang had men gereden, toen op den weg werd gevonden de overjas van Kloppers, vermoedelijk in haast uit het rijtuig gevallen. Dit was eene gewigtige aanwijzing dat men op het goede spoor was; tegen half drie kwamen beiden te Arnhem aan. Na eenige voorloopige informatiën werd de ma joor der rijksveldwacht Klingenspoor opgebeld, en ook de Substituut-Officier van Justitie Mr. Nahuys opgewekt, die met prijselijken spoed onmiddellijk tot handelen gereed wa9, en wiens heldere blik in de zaak zooveel heeft bijgedragen tot de aanhouding der schuldigen. Op zijn last vertrokken des ochtends vroeg Noord hoff en de majoor Klingenspoor naar Emmerik ten einde eene mogelijke poging tot ontvlugting langs dien weg te beletteu, terwijl ZEA. persoonlijk aan het station bleef, na zich nauwkeurig het signalement vau Klop pers te hebben doen opgeven, Te Emmerich werden beiden flink in hun onderzoek gesteund door een der gendarmen, en toen zij vast overtuigd waren dat de schuldigen langs dien weg niet waren gevlucht, aanvaarden beiden de terugreis naar Arnhem. Inmiddels bewees de telegraaf goede diensten, en reeds te Zevenaar ontvingen zij een telegram van den Officier van Justitie uit Arnhem, meldende dat Kloppers in een coupé 1ste klasse van den eersten trein naar Amsterdam was aangehouden. Zijne arrestatie leidde tot de ontdekking van Mevrouw Bulkley, die in de woning van een broeder van Jufirouw Slingerlaudt, alwaar zij den nacht had doorgebragt, werd gearresteerd. Kloppers had den nacht doorgebragt in een logement op de Korenmarkt. Beide aangehoudenen zijn gevankelijk naar Zutfen getransporteerd, ter beschikking van den Officier van Justitie aldaar, terwjjl op het rijtuig, de paarden enz., alsmede op een koffertje met aanzienlijke geldswaarde, beslag is gelegd. De koetsier" van Mevr. Bulkley. Jager genaamd, is voortvluchtig. Uit een voorloopig onderzoek is gebleken, dat Mevr. Bulkley het Engelsche jacht „Cecile" had afgehuurd tegen be taling van 550 pd. st. per maand, hetwelk teUuiuiden gereed lag om, als de zaak gelukt was, met de ont voerden zee te kiezen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1885 | | pagina 1