Zlllllk/USflll NIEUWSBODE.
No. 5151. Zaturdag 19 September1885. 42ste Jaarg.
Burger-Avon dsckool.
Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post f 1,60.
ADV E RTENTIEN van 13 regels 30 Ots., meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte lerehend.
De COMMISSIE van TOEZIGT op liet MIDDEL
BAAR ONDERWIJS te Zierikzee maakt bekend, dat
bet examen voor hen die wenschen toegelaten te wor
den tot de lessen op de Burg-er-Avondschool,
zal plaats hebben op Woensdag <leix 30
September des avonds t© zes ure,
en dat belanghebbenden zich vooraf in persoon moeten
aanmelden bij den Directeur der Hoogere Burgerschool
alhier op Zaturdag- den 36 September
e.k. ties avonds tussehen 7 en 8 ure.
De Commissie voornoemd
namens dezelve
SCHNEIDERS van GRIJFFENSWERTH.
Zeerikzee, 16 September 1885.
Nieuwstijdingen.
Tengevolge van een vreeselijk voorval heerscht
in het plaatsje Wilschdorf, bij Stolpen, in het Koninkrijk
Saksen, groote ontsteltenis.
Ding9dag jl. was de grondeigenaar M. onder alge-
meene deelneming der bevolking, ter aarde besteld,
toen een hevig onweder de op het kerkhof aanwezigen
drong om een schuilplaats in de kerk te zoeken, waarin
de geestelijke dan ook de lijkrede uitsprak.
Gedurende de redevoering sloeg de bliksem in het
gebouw en wel in het midden der schare. Twee
grondeigenaars werden onmiddellijk gedood en vijftien
personen waren in meerdere of mindere mate bedwelmd.
Het gouden horloge met ketting van een der dames
was geheel gesmolten.
DSalgU.
Op de Antwerpsche naar New-York bestemde
landverhuizersboot „Rhijnland" bevond zich eenDuit-
scher, zekere Lösch, die ongeveer halverwege de reis
overboord sprong. De boot stopte terstond en binnen
zes minuten was er een sloep in zee, doch men vond
den ongelukkige niet meer, maar wel een school haaien
die hem terstond verslonden hadden. Lösch had den
vorigen dag tegen een zijner mede passagiers gezegd,
dat hij overboord springen en trachten zou een vaar
tuig te bereiken, waarmede hij naar Duitschland kon
terugkeeren. Hij had aldaar een zaak en twee be
dienden, welke hij in de steek had gelaten en waarvoor
hij nu vervolging vreesde. Men houdt het er voor, dat
de man niel wèl bij het hoofd was.
Amsterdam, 16 Sept. De regtb. alhier heeft uit
spraak gedaan in de vervolgingen naar aanleiding van de
opstootjes. Zij veroordeelde Luttik tot 4 maanden celstraf,
Glaselap tot 2 maanden idem, en Kok tot 1 jaar cel.
Jas werd vrijgesproken.
Een Amsterdamsche Zondag.
Aan de Prinsengracht viel een beschonken man in
een diepen kelder. Op den Kloveniersburgwal kregen
een paar jongens twist om een peerde ruzie liep
zoo hoog, dat de een den ander een messteek in de
borst toebragt. Een andere twist, aan den Singel
bij de Paleisstraat, tussehen moeder en zoon, werd
uitgemaakt door twee politie-agenten, maar niet dan
nadat de moeder door haar beestachtigen telg dermate
geslagen was, dat zij bewusteloos werd. 's Morgens
om 4 uren reeds was er in de Nes hevig gevochten
tussehen vier personen over de vraag, wie hunner twee
bittertjes moest betalen de oplossing lag blijkbaar
in den wang van een der partijen, ten minste dit
ligchaamsdeel werd door de tanden van een ander-
deerlijk gehavend. Een andere twist vloeide voort
uit een dispuut tussehen twee mannen, die op de
Nieuwmarkt een vlieger wilden oplaten; na de noodige
verwijten over onkundigheid in het oplaten van vliegers
ter eenre, en over onhandigheid in het vervaardigen
van volksspeeltuig ter andere zijde, sloeg men elkaar
geducht en deed hierbij de klos waarom het touw
gewonden was zoo krachtig dienst, dat een der vech
tenden in bewusteloozen toestand werd weggedragen.
In de Warmoesstraat kregen een marinier en een
burger het te kwaad, welke laatste zulk een hevigen
stoot met de scheede van des mariniers wapen tegen
de buik ontving, dat hij neerzeeg. In de Anjelier
straat vochten twee mannenwaarbij er één een
hoofdwond bekwam. Aan de Baangracht streden
twéé diamantslijpers om een eereschuld, ten gevolge
waarvan de een bewusteloos naar zijn-woning werd
gebragt.
Het is bekend, dat in Rusland dikwijls bij den
voorpostendienst honden worden gebruikt, die door
hunne waakzaamheid de nadering van vijandelijke
patrouilles verraden, reeds lang voordat zij door den
mensch gezien of gehoord kunnen worden. Ook bij de
dezer dagen gehouden vereenigde oefeningen van zee-
en landmagt te Helder is gebleken welk eene nuttige
rol de hond bij de landsverdediging kan spelen In
een stikdonkeren nacht van 7 op 8 September landde
een vijandelijke afdeeling onder bevel van de luitenant
ter zee Van der Mandele tussehen de batterij Kaaphoofd
en het fort Kijkduin, met het doel de posten der ver
dedigers te bekruipen, of de troepen der dijkbewaking
te alarmeeren. Reeds was de afdeeling op het strand
en gereed het duin te beklimmen, toen een hond haar
aanblafte en den verdediger zoodoende opmerkzaam
maakte op hetgeen hij door de volslagen duisternis
onmogelijk had kunnen waarnemen. De dijkbewaking
richtte nu terstond haar geweervuur op den aanvaller,
die, zijne goed getroffen maatregelen verijdeld ziende,
in allerijl naar de sloep terugkeerde, achtervolgd door
den hond, die een der matrozen te ljjf ging en zoo fel
vervolgde, dat hij bij de worsteling om van het dier
ontslagen te worden in het water viel, en eerst na dit
nachtelijk bad de sloep kon bereiken, waarmede men
zich haastte weder zee te kiezen. Het was de poedel
Mouton van den Kolonel Hojel aan dezen door wijlen
Z. K. H. den Prins van Oranje ten geschenke gegeven
die aldu3 op zijne manier tot de verdediging van
den Nederlandschen bodem meende te moeten mede
werken.
Te Zaandam wilden Maandagmorgen de werklieden
van de waterleiding niet aan het werk gaan, wanneer
hurT geen hooger loon werd gegeven. Aan dezen eisch
werd echter niet voldaan, met dit gevolg, dat zij bijna
den geheelen dag in de kroeg doorbragten, waarbij
het tusschenbeide nog al onstuimig toeging.
Deze werkstaking kwam zeer ten voordeele van een
aantal Zaandamsche werklieden, die tijdelijk zonder
werk waren en nu gaarne voor het gewone loon van
15 cent per uur aan het werk gingen. De werkstakers
hadden 18'cent geëischt.
-s Grav©jilxa.«:e, 15 Sept. In de „St. Ct." van
heden avond komt voor het programma voor de opening
door Z. M. den Koningvan de vergadering van de
Staten-Generaal te 's Gravenhageop Maandag den
21 September.
's Gravenhage, 17 Sept. De zaak van Jeanne
Marie Lorette is heden voor het Geregtshof aange
vangen.
Gelijk te verwachten was, was de nieuwsgierigheid
buitengewoon. Onder het talrijk publiek dat de ge-
regtszaal vulde, merkten wij op de Ministers van
Justitie en Buitenlandsche Zaken, de Belgische en
Fransche gezanten, vele hooggeplaatste regterlijke
ambtenaren. De banken van het publiek waren inge
nomen door vele dames en ook de ongereserveerde
tribune was geheel gevuld.
Onmiddellijk na de opening der zitting beval de
President dat besch. zou worden binnengeleid. Zij was
reeds vroegtijdig uit de gevangenis naar het Geregtshof
overgebragt. De brigadier-majoor en een brigadier der
rijks-veldwacht leidden haar in de regtszaal, terwijl
zij den arm gaf aan een gevangenbewaarster, die achter
haar plaats nam.
Jeann6 Lorette heeft een interressant gezicht, zij
heeft haar gelaat echter geheel geblanket. Haar toilet
bestaat uit een blauw kastoren hoed met geele veer,
blauw fluweelen strik, dikke gaze-delize-voile, een
prachtig gebrocheerd zwart kleed, waarover een lange
zwarte mantel van geripte stof met zwarte kant. Ter
stond bij haar binnentreden hield zij haar zakdoek
voor 't gelaat en bleef bijna voortdurend in die houding.
Verschillende getuigen bevestigen de reeds vroeger
medegedeelde" feiten vóór en na den moord, terwijl de
beklaagde erkent de daad en den wil om den verslagene
te dooden, doch niet met voorbedachten rade.
De zitting is tot morgen verdaagd. (Zie Telegram).
Met het oog op het weinige werk vestigt het
„Dagblad" de aandacht van de jongelieden, die thans
nog bij de militie dienen, op de gelegenheid welke
voor hen bestaat, om nog zes maanden onder de
wapenen te blijven. Zij kunnen ook voor langeren tijd
dienst nemen, maar door nu voor nog zes maanden
te teekenen, gaan zij zeiven een onbekommerden winter
tegemoet en blijft er meer werk over voor anderen.
Rotterdam17 Sept. Een patroon, aan de
Wijnstraat wonende, riep Zaturdag zijn knechts bijeen
en zeide hun dat hij reeds sedert geruimen tijd voor
nemens was geweest zijne zaken, omdat alles zoo slecht
gaat, aan kant te doen en stil te gaan leven, doch
dat hij het gelaten had om zijne knechts, die broode
loos zouden worden. Mochten zij nu evenwel des Zon
dags de socialisten volgen, dan behoefden zij des Maan
dags niet terug te komen, want zij zouden de zaak
gesloten vinden. Deze daad van edelmoedigheid maakte
den diepsten indruk op de knechts, en niemand hunner
ging zelfs naar de socialisten kijken. In andere werk
plaatsen waar gewaarschuwd was, dat hij, die dezen
optocht meemaakte, ontslag zou krijgen, heeft de waar
schuwing niet bij allen geholpen. Sommigen hebben
aan den optocht deelgenomen en zijn ontslagen. Ook
aan het Rijnspoor zijn om deze reden zes man bedankt.
Zondagmorgen stond bij onderscheidene Rotter
dammers op de deur geschreven„Jongens hier zitten
de duiten."
Rotterdam, 17 Sept. In de geheimzinnige ge
schiedenis van 't vinden van een lijk onder het spoor
weg-viaduct alhier, is wat meer licht gekomen, dat
het vermoeden bevestigt, dat hier waarschijnlijk slechts
aan de misdaad van berooving gedacht zal moeten
worden. Drie personen zijn voor deze zaak thans in
hechtenis, te weten een man, die met den gevondene
uit is geweest, de houdster van een publiek huis en
een bewoonster van dat zelfde huis. Heden morgen
moet ia dat huis opnieuw eene huiszoeking hebben
plaats gehad.
Middelburg, 17 Sept. Gelijk bij advertentie
was medegedeeld, trad heden avond de heer Mr. Keu-
chenius, in de concertzaal alhier voor zijne kiezers op,
om te spreken over de groote kwestie, die reeds 30
jaren lang in- en buiten 's lands vergaderzalen de ge
moederen verdeelt, namelijkover artikel 194 dei-
Grondwet.
Nadat de vergadering met gebed was geopend, leidde
de heer Mr. Pompe van Meerdervoort zijn medestrijder
voor de anti-revolutionaire beginselen in en drukte
daarbij den wensch uit, dat het onbekend maakt
onbemind" na de bespreking door Mr. K. zou ver
anderen in liefde voor diens persoonlijkheid, in liefde
vooral voor zijn streven. De heer K. herdacht nu den
strijd tegen gezegd artikel, reeds door Groen van
Prinsteren met zooveel toewijding gevoerd, een artikel
dat reeds daarom ieder Christen een gruwel moest
zijnomdat het in der tijd zijn grootsten ver
dediger vond in het eenige Israëlitische lid der Tweede
Kamer, den heer Godefroi, die geen scholen wenschte
uitsluitend voor zijne geloofsgenooten, maar neutraal
openbaar onderwijs verlangde, met opwekking tot maat
schappelijke en christelijke deugden doch zonder
den persoonlijken ChristusSpreker ontwikkelde nu
de wenschen der anti-revolutionaire partij, die geen
Grondwets-herziening wil zonder wijziging van art. 194,
terwijl de liberalen, en daaronder ook de Middel-
burgsc.be afgevaardigde ter Eerste Kamer, Mr. Pické,
dit vóór alles verlangen gehandhaafd te zien. De
heer K. releveerde de argumenten van beide partijen,
erkende de goede bedoelingen der liberalen, die naar
zijne overtuiging, volstrekt niet gekant zijn tegen den
godsdienst, maar ten onregte vermeenen, dat godsdienst
onderwijs slechts tehuis behoort in het gezin en bij
de godsdienst-leeraars en sccte-scholen noodwendig
godsdiensthaat in 't leven roepen.
Nieuws vernamen we niet, of 't moest dit zijn, dat
de heer K. in den strijd der volken, in de beweging
der sociaal-democraten, in de ontevredenheid en den
onrust die overal heerscben, een zeker teeken ziet dat
»de tijd daar is, waarin de Heer komt." Natuurlijk
knoopte de redenaar hier aan opwekking en verzuch
ting vast.
Na bespreking der aangekondigde demonstratie dei-
sociaal-democraten te 's Gravenhage, wijdde de heer K.
eenige welwillende woorden aan hun voorganger hier
te lande, wiens rein en ingetogen leven, innige over
tuiging en eerlijke bedoelingen hij prees.
I-Ioek (bij Ter Neuzen), 16 Sept. Door het be
danken van den heer A. Dieleman W.Gz., bij herstem
ming verkozen tot lid van den gemeenteraad, heeft
alsnu voor de vijfde maal weder eene verkiezing
plaats gehad, bij welke ingeleverd zijn 51 geldige
stembriefjes daarvan verkreeg de heer J. Riemens Mz.
17 en de heer L. de Jonge Fz. 12 stemmen, zoodat
wederom eene herstemming plaats moet hebben.
Goes, 16 Sept. Naar wij vernemen is op last van
den Burgemeester proces-verbaal opgemaakt wegens
burengerucht tegen den gezagvoerder der stoomboot
„Admiraal de Ruiter," omdat deze vóór het vertrek
signaal geeft met de stoomfluit. Indien men nu in
aanmerking neemt dat de locomotief van den trein
dagelijks burengerucht maakt en alhier eene kolossale
meelfabriek bestaat, die zoodanig dreunt dat de muren
van het gasthuis daardoor zijn gescheurd (zeker tot
opwekking der bejaarde zieken en verpleegden), dan
zal men kunnen begrijpen dat men nieuwsgierig is
naar het oordeel van den heer kantonregter over deze
zaak.
Ter vervanging van den heer P. Walraven, onlangs
te Hoedekenskerke overleden, is tot brievengaarster
aldaar benoemd mej. D. Walraven en tot postbode
J. Walraven, die tevens in plaats van zijn vader tot
lichtwachte-r is benoemd.
Tlioler». Dingsdag en Woensdag hield Floralia
in het lokaal Non Semper haar 6e tentoonstelling.
De zaal was netvol versierd, niet alleen door de planten
die naar prijzen dongen, maar enkele belangstellenden
hadden prachtige bloemen, beelden en verschillende
opgezette vogels enz. ter versiering gezonden.
Er waren 6 prijzen in geld en tien in voorwerpen.
De geldprijzen werden betaald door K. Klaassen,
P. Praat, Jb. Vercouteren, W. v. Dullemen, Johs.
Kromschee en P. Beekman.
De voorwerpen vielen ten deel aan M. de Rijke,
J. A. Sakko, Antje van de Linde, Jb. Lindhout Jr.,
R. Fokker, H. Meerman, Johs. Soomers, C. van den
Broeke, F. C. van Dijk en Mietje Geluk.
Van de 346 afgegevene plantjes waren 271 ingeleverd.
De tentoonstelling werd evenals vorige jaren druk
bezocht, vooral op het oogenblik dat de uitreiking der
prijzen plaats hadwelke dit jaar opgeluisterd werd
door het fanfarencorps „Concordia".
Na afloop van de uitreiking der prijzen bedankte
de Voorzitter van Floralia in kernachtige bewoordin
gen allen die medegewerkt hadden om deze tentoon
stelling te doen slagen en uitte den wensch dat de
belangstelling in het lcweeken van planten moge
toenemen tot bloei van Floralia.
JBi'iiiuiss©, 17 Sept. Sedert Dingsdag is onze
mosselbank geopend. Van heinde en ver zijn de vis-
schersvaartuigen komen opdagen om de zaaimossels ;op
te vangen.
Over het algemeen zün de visschers nog al tevreê
over de vangst. De twee eerste dagen is er ongeveer
12000 ton zaad gevangen, hetwelk even zooveel guldens
vertegenwoordigt.
Algemeen evenwel is de klacht over de groote
hoeveelheid zeesterren (vijfhoeken) en ledige schelpjes
die opgehaald worden.
't Is een aardig gezicht zoo'n driehonderd vaartuigjes
met volle zeilen bij elkaar, druk aan het korren en
het zou wel de moeite van een photograaf loonen,
om er een instantané van te nemen.
En wanneer 's avonds de scheepjes onder den wal
zijn teruggekeerd, met de lantaarns in het touw, dan
heeft het geheel wel een aanzien van eene Veneti-
aansche gondeltocht.
Zierikzee 9 18 September.
Benoemdtot lid van het bestuur der waterkee-
ring van het calamiteus waterschap Ellewoutsdijk en
den calamiteu8en Borsselepolder, C. van Strien Cz.
tot plaatsver. dijkgr. van den Philipinepolder, J. Ram
mel ootot gezworen van het waterschap Baarland,
C. Meeuwsein het bestuur van den Loozepolder,
tot dijkgraaf A. Scheele, en tot plaatsverv. dijkgr. F.
Dielemantot dijkgraaf van den Noordpolder, A.
Dekkertot plaatsverv. djjkgr. van den Boonepolder,
F. Burgertot lid van het bestuur der waterkeering
van den calamiteusen Annapolder, A. Markusse Az.
tot dijkgraaf van den Zuidkraaijertpolder, N. Priester;
in het bestuur van den Nieuwe of Jongenpolder
van Dreischor, tot dijkgr. Mr. Cvan der Lek de Clercq,
en tot plaatsverv. dijkgraaf K. A. van Langeraad;
in het bestuur van den Jongepolder, tot dijkgraaf J.
van der Have Az. in het bestuur van den Van
Citterspolder, tot dijkgraaf M. van 't Westeinde Jz., en
tot plaatsverv. dijkgr. C. Mol Az.tot gezworen
van het waterschap Gouweveer en Zelke, J. Kooijman
tot plaatsverv. dijkgr. van den Wilhelminapolder,
D. van 't Westeinde; tot dijkgraaf van den Zuid-
vlietpolder, D. A. Dronkers.
Geslaagd in het natuurkundig examen te Am
sterdam, de heer A. Hertstein.
Niet als een zeldzaamheid maar als een aardig
heid, kan gemeld worden, dat op 17 dezer, de laatste
kermisdag 57 wagens .over Brrjdorpe, stadwaarts zijn
gereden.
De hulppostkantoren te Brouwershaven, Domburg
Haamstede, Phillippine, Westdorpe, Wolfaartsdijk en
Zaamslag zijn opengesteld voor de behandeling van
aangeteekende brieven, een waarde van ƒ600 te boven
gaande.
De vorige week werd een bewoner der Pomp
straat te Goriuchem, bezocht door een boer, zich
noemende B. Willemse, wonende te Arkel, die hem een
trommeltje met 15 heerlijke persiken en een flinke
tros blauwe druiven ten geschenke kwam aanbieden,
met het gezegde dat dit een kleinigheid was van zijn
grootje voor een dienst, die de oude heer een tiental
jaren geleden aan haar had bewezen. Genoemde heer
twijfelde er echter aan of hij wel bij den regten wel
doener was aangeland en aarzelde de vruchten in
ontvangst te nemen, doch op aanhoudend bevestigen
van den boer, werd het geschenk aangenomen. De
boer bleef intusschen nog een poosje praten en ver
telde o. a. dat hij te Gorinchem tien mud aardappelen
a 1,40 per mud had gekocht en de verkooper er nog
2 mud van had, die hij nu ook gaarne wilde koopen
doch geen geld in den. zak had en Arkel te ver ver
wijderd was, om het even te halen. Hij vroeg alzoo
of men zoo beleefd wilde zijn om hem de 56 stuivers
voor te schieten, daar hij zou zorgen den volgenden
morgen vóór tien uur deze weder terug te geven. Na
eenig beraad besloot men er toe, daar men geloofde
met een eerlijken boer te doen te hebben, maar ja,
men verwachte den volgenden morgen den boer, doch
deze verscheen tot heden toe niet. De 15 persiken en
de tros druiven zijn met ƒ2.80 alzoo ruim betaald.
Men wachte zich voor zulke cadeaux
De heer G. A. Yorsterman van Oye heeft aan
den Minister van Binnenl. Zaken tegen 1 October zijn
eervol ontslag aangevraagd als onderwijzer aan de
Rijksnormaalschool te Oostburg.
Te Veenendaal zijn door bijna alle bakkers de
broodprijzen verminderd, en wel het roggebrood met
5 ct. per K. G. en het witte brood met 2 ct. per K.G.
Dat er nog altijd plaats is voor een rooskleurige
beschouwing der dingen, bewijst wel hetgeen de schrij
ver van de Haagsche brieven in de „Zaanl. Crt." zegt
omtrent de ougunstige tijdsomstandigheden.
.,Ik heb zegt hij meelij met zoovele knappe
werklui, die den naderenden winter met ang3t en beving
tegemoetgaan; maar daarom gil ik nog niet mee met
de massa, die 't wil doen voorkomen alsof de wereld
geschiedenis nooit slechtere tijden heeft gekend. Elders
zoowel als in ons eigen land hebben we heel wat andere
dagen beleefd. We hebben hongersnood enepidemiën
gehad, waarvan de oudste onder ons nog weet te ver
halen en waarbij de haren te berge rijzen. Maar zulke
dingen vergeten we. Ja, als we nu zeggen, dat in de
laatste vijftig jaren het lot van den minderen man
oneindig veel gunstiger is geweest dan voor dezen, dan
ziet men ons ongeloovig aan, en toch is 't zoo. Zijn
woning is beter en gezonder dan vroeger, zijn kleeding
nooit zoo voldoende geweest als thansen wat zijn
voeding betreft, ze moge nu nog niet in alle opzichten
naar wensch zijn, beter is ze zeker. We kennen de af-
zigtelijke krotten van woningen van weleer niet meer;
de schamele kleeding van vroeger is thans een zeld
zaamheid, en de veeltijds walgelijke spijs van voorheen
heeft plaats gemaakt voor ja wel eenvoudigenmaar
niettemin gezonden kost. Ons nationaal vermogen is
grooterde welvaart is algemeenerde loonen zijn
hooger geworden. We hebben dit alles verkregen door
een beter Staatsbestuur, door de toepassing van betere
economische begrippen, door een juister besef van
meuschenwaarde. Op dezen weg moeten wij voortgaan,
en dit doen we ook. Hongersnood kennen we niet meer,
epidemieën zooals die vroeger de volken decimeerden
evenmin; terwijl tal van inrigtingen bestaan of worden
opgerigt om het leven te verzekeren van het hulpbe
hoevend kind, van den zieken man, zoowel als van den
oude van dagen. Ja er is nooit ergens een tijd ge
weest als tegenwoordig bij de meest beschaafde en door
nijverheid bloeijende volken van het westen van Europa,
dat zooveel aandacht werd gewijd aan den arïhen en
aan den arbeidzamen man.
De heer J. van 't Lindenhout, directeur der
weesinrigting te Neerbosch, ontving zeer gunstige
berigten uit Transvaal van de weezen, die derwaarts
trokken. Pijpstra is nog altijd bij den heer Bührman,
terwijl Kluvers en Scholten een zeer goed tehuis ge
vonden hebben bij den heer de Jager, een ouden,
vromen Transvaalschen boer.
Tegen C. P. L., dienstmeid te Delft, is proces
verbaal opgemaakt, uithoofde zjj van de afwezigheid
der familie, bij wie zij diende, gebruik heeft gemaakt
om alles de deur uit te dragen, wat onder haar bereik
was. Het belangrijkste gedeelte was door haar in de
bank van leening verpand en daar in beslag genomen,
terwijl zij de overige goederen öf aan kennissen had
ten geschenke gegeven, öf in de woning barer ouders
had geborgen, al welke goederen eveneens zijn in beslag
genomen; op den dag der terugkomst van de familie
heeft zij de voordeur dicht getrokken, na de sleutel op
den trap te hebben gelegd en zich naar elders begeven,"
zoodat men eerst de deur moest laten openstekenal
vorens in de woning te kunnen komen.
KERKNIRUWS.
Bedankt voor de toezegging van beroep naar de
Evang. Luth. gemeente te Middelburg door Ds. J. H.
Gunning J.Hz. te Bennebroek.
PREDIKBEURTEN
bij de
CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE GEMEENTE
TE ZlERIKZEE,
Afdeeling Sint-Domusstraat.
Zondag SO SejptemTbei- 1885.
's Morgens 10 ure, ds J. A. GOEDBLOED.
's avonds 6 ure, ds. J. A. GOEDBLOED, Cat. Zondag 28.
Collecte voor tl© Tlieol. Scliool.
TELEGRAM.
's Gï-x*a,-v©ii3ia.g-© 18 September.
Heden werd voortgezet de zaak van Jeanne Lorette.
De Procureur-Generaal, Mr. v. d. Berg, requireerde
met aanneming der jeugd van de bekl. als verzachtende
omstandigheden, eene tuchthuisstraf van 10 jaren.
Mr. Haas pleitte vrijspraak op grond van ontoereken
baarheid en ontstentenis van elke premeditatie.
Uitspraak Donderdag a. s.
Haagsche Brieven.
Den Haag, 16 September.
Zou er werkelijk iets in Nederland broeien? In de
laatste weken hoort men van niets anders dan van
kleine opstootjes, eerst te Rotterdam, daarna te Haar
lem, vervolgens te Amsterdam, waar onderscheidene
avonden achtereen de politie in grooten getale op den
Dam verscheen en duizende nieuwsgierigen waren toe
gevloeid, terwijl er niets anders gebeurd was dan dat
een courantenjongen van het socialistisch weekblad
Recht voor Allen (hoofdredacteur de welbekende ex-
predikant Domela Nieuwenhuis) dit blad met al te veel
ophef aan den man zocht te brengen. Doch al wat er
tot dusver gebeurd is, zou in het niet verzinken voor
hetgeen aanstaanden Zondag in den Haag zal gebeuren.
Onze Burgemeester heeft het wordt hem door niet
weinigen, euvel geduid verlof verleend aan de
werkliedenverenigingen om niet op den dag van de
opening der Staten-Generaal, maar daags vóór de
opening eene „betooging" te houden op de openbare
straat, zoo als die ook wel eens in België plaats vin
den de Burgemeester heeft dit en dit wordt hem
door nog meerderen kwalijk genomen op Zondag
na den middag toegelaten, omdat die dag voor arbeiders
verenigingen de meest geschikte is. Bij die betooging
zal men zich van „vaandels" bedienen op die vaan
dels zullen geschreven staan de woorden„algemeen
stemrecht." Wie zou zich aan zoodanige „betooging"
ergeren, als alles een rustig karakter heeft? En dat
dit het geval zal zijn, daarvoor waarborgt ons reeds
het feit dat daaraan wordt deelgenomen door de werk
liedenverenigingen, aan wier hoofd de heer Heldt te
Amsterdam staat, wien het om niets anders dan om
de zaak te doen is en die vast overtuigd is, dat het
kiesrecht aan eiken burger in den staat moet toekomen.
De vereenigingen van den heer Heldt werken bij deze
optochten zooveel als remtoestellen, wanneer de minder
kalme vereenigingen neiging betoonen van het rechte
spoor af te wijken.
Intusschen, hoe ook de meesten gelooven, dat deze
„betooging" (de eerste, die men hier in Nederland te
zien krijgt) rustig en ordelijk zal afloopen, geheel
zeker is men daaromtrent niet. Er zijn er ook, die
erg bevreesd zijn, dat den boventoon zal worden
gevoerd door de blinde aanhangers der socialistische
denkbeelden, de getrouwe lezers van het socialistische
weekblad, die er des avonds hun werk voor zouden
laten varen om de denkbeelden en beginselen van dat
blad, onder de lichtgeloovige en licht ontvlambare
massa te verspreiden, die geen onderscheidingsver
mogen genoeg bezitten, om een verschil te makeü>
tussehen overtuiging en opwinding, tussehen een ge
oorloofd streven naar lotsverbetering en een onrecht-
matigen aandrang tot omverwerping van gevestigde
toestanden. En die vrees is niet weinig vermeerderd
door het verslag der „betooging" die Zondag te Rot
terdam heeft plaats gehad. Al was het een verblijdend
verschijnsel, dat, zoodra de roode vlag werd ontplooid,
het Werkliedenverbond zich terugtrok, toch was de rede
van den sociaal-democraat van der Stadt alles behalve
opwekkend. Wat in die rede tastbaar uitkwam was,
dat het zoo geliefkoosde en zoo vurig aangebeden
algemeen stemrecht toch niet veel meer is dan een
uithangbord, een devies, en dat er achter dat algemeen
stemrecht veel meer schuilt dan menigeen zou vermoeden.
De sociaal-democraten dit is wederom uit deze rede
duidelijk geworden verlangen het algemeen stem
recht niet als doel, maar als middel. Het doel reikt
veel verder. „Toen de bourgeoisie stond onder den
plak van geestelijkheid en adel" zeide de heer van
der Stadt, „vormde zij zich tot eene macht om hare
vrijheid te veroveren. Datzelfde moeten nu de arbeiders
doen. Het gaat niet langer aan, dat de een alles ge
nieten kan, terwijl de ander niets dan zorgen heeft.
Het onrecht zit thans in het maatschappelijk leven
voor. Er zijn nog slechts machtigen en rampza
ligen. Het recht om te leven ®wordt den minderen
man betwist. De economische verhoudingen worden
hoe langer hoe schriller. Het kapitaal concentreert
zich meer en meer. Het geld is eene macht ge
worden, die de arbeiders verdrukt. Zij behoeven zich
niet langer te onderwerpen aan de willekeur eener aller
nietigste minderheid." Als dit niet is oproertaal, als dit
niet is opruien tot volksbeweging, dan moet ik er
kennen, dat de kracht onzer moedertaal mij ontgaat.
Blijkbaar was deze Rotterdamsche betooging slechts
eene inleiding tot die welke wij aanst. Zondag in den
Haag te zien krijgen en er bestaat dus wel eenige
reden, waarom zeer vele rustlievende burgers der hof
stad den dag van Zondag met zekere bekommering te
gemoet zien. Wie kan er voor instaan, dat waar der
gelijke kreten op de openbare straat worden aangeheven,
alle naturen zich zullen weten te bedwingen en de
politie niet tussehen beiden zal moeten komen om
kloppartijen te keeren en belhamels te arresteeren
Wat ik echter in alle oprechtheid hoop is, dat men
aan deze bewegingen en kloppartijtjes niet al te veel
gewicht' zal hechten en zal inzien dat niets meer ge
schikt is om deze bewegingen te voeden dan daaraan
te groote waarde toe te kennen. De politie moet op
zulke dagen het allermeest geharnast zijn met zelfbe-
heersching. Zij moet zich slechts in geringen getale
vertoonen en niet door dadelijk in groot aantal op te
komen, hare innerlijke vreesachtigheid openbaren. Zij
moet veeleer den schijn aannemen van den optocht,
nu hij eenmaal werd toegestaan, te willen leiden dan
te willen bedwingen. Niets dat oproerige bewegingen
meer aanmoedigt dan de wetenschap, dat de overheden
voor de gevolgen daarvan beducht zijn. Allerlei ge
ruchten doen de ronde. Men beweert dat een Minister
van Justitie bij gelegenheid van de opening der Kamers
op het Binnenhof eens tot een commandeerend officier
gezegd heeft „als er wat mocht voorvallen, schiet er
maar flink op los", en dat de tegenwoordige premier
zelfs zich met al deze bewegingen bemoeit en last
geeft om de militairen te consigneeren ten einde hen
onmiddelijk in gereedheid te hebben, als het noodig is.
Als zeker is mij medegedeeld, dat twee jaren geleden
een fungeerenden directeur van Rijkspolitie met zijn
maréchauchées met hun paarden legerde onder het
parket en zijn rijksveldwachters en hunne geweren en am
munitie daarboven. Al dergelijke zaken doen meer kwaad
dan goed. Zij getuigen terzelfdertijd van de vrees, welke
de hooge autoriteiten- voor dergelijke georganiseerde
bewegingen koesteren en van het weinige vertrouwen
dat zij in de gemeente-politie stellen. Wanneer men
de zaak stillekens aan de gemeente-politie overlaat,
en wanneer deze tact genoeg bezit om eene dergelijke
betooging haren weg te laten gaan, zoolang zij, die
daaraan deelnemen zich niet aan feitelijkheden schuldig
maken, zal er niets gebeuren. En hoe minder nieuws
gierigen er op de been zijn, hoe minder de socialisten
wil hebben van hunne inspanning.
De kortzichtigheid der socialisten kent geene gren
zen. Men verlangt propaganda te maken voor algemeen
stemrecht men schept zich droomon alsof, wanneer
men maar eerst algemeen stemrecht zal hebben ver
kregen, hooge loonen, werk in overvloed, aandeel in
het grondbezit van zelve volgen zullen. Alsof niet in alle
landen, waar het algemeen stemrecht bestaat, eveneens
over gebrek aan werk en overbevolking van werklieden
geklaagd wordt. En alsof, wanneer men het algemeen
stemrecht zal verworven hebben, de zamenstelling der
Wetgevende Macht veel verschillen zal van de tegen
woordige! Er mogen enkele fatsoenlijke werklieden,
met gezond verstand bedeeld, tot leden der Tweede
Kamer worden gekozen, het grootste gedeelte zal wel
blijven bestaan uit handelaren, industrieelen en ge
letterden, omdat nu eenmaal het lidmaatschap der
Tweede Kamer algemeene kundigheden onderstelt welke
niet bij iederen arbeider, die met beitel en hamer, met
schaar en spanriem werkt, worden gevondenHet_ is
den staatsman waardig te onderzoeken op welke wijze
aan het gebrek aan werk, dat ook in Nederland bestaat,
kan worden tegemoet gekomen, maar ik vrees dat de
„betoogingen" dit onderzoek niet veel verder zullen
brengen.V.
TOONEELNIEUWS.
Woensdagavond voerde men in den schouwburg Van
Lier op het drama Richard III of de grafkelder der
grijze monniken. In dit stuk werden vooral toegejuicht
de heer Potharst als Raoul de Fulkes en de dames
Ellenberger en Grader. Overigens wenschen wij van de
andere rollen niet veel te zeggen. Allen deden hun beat,
maar we weten niet of iedere speler wel in zijne rol was.
We betwijfelen dit ten minste van den heerVeltman.
Anders was dit Donderdagavond. Als Appiani in het
bekende stuk Marie Jeanne of de vrouw uit de volks
klasse, leerde men hem beter kennen. Wat meer le jen
in zijne rol, was gewenscht geweest. Mevr. Ellenberger
was als Marie Jeanne voortreffelijk, evenals den heer
Potharst was als Bertrand. Den heer Blaaser als Remy
wenschen we niet te vergeten. Tot het einde toe was
hij de vroolijke losbol, voor wien het leven geene
lasten, maar alleen lusten heeft. Mevr. Grader heeft
aanspraak op onzen dank, waar zij als moeder tegen
over Marie Jeanne stond. Maar onze geheele erkente
lijkheid heeft de titelrol. We zullen het allen eens zijn,
dat Mevr. Ellenberger in waarheid kunstenares was.
Hoe voortreffelijk speelde zij die rol en niemand zal
heengegaan zijn, die haar niet beschouwde als de brave
moeder, die onder alle omstandigheden toch haar kiad
lief had, ook al scheen het, dat zij het voor een oogen
blik vergat. Den strijd viel de arme moeder zwaar,
maar goud was niet in staat haar kind aan een ander
over te geven, 't Was waarlijk geen wonder dat zij
na elk bedrijf teruggeroepen werd. Voor het overige
kunnen we van de andere rollen niet' veel zeggen.
KERMIS-NAGALM.
Weêr zijn ze voorbij,
die genotvolle dagen,
Door velen met blijdschap
al weken verbeidt,
En wat hier met geestdrift
eerst op werd geslagen,
Werd nu aan den slopenden
hamer gewijd.
Het joelend gedruisch
van de vrolijke scharen,
Was naauwlijks verstomt
op het Kermis-terrein,
Of 't was zoo in tent
als in kraam te ontwaren,
Dat ieder verlangde
weêr elders te zijn.
Men stopte zijn Honden
en Apen in kisten,
En borg zijne Beelden
met spoed in de doos,
Terwijl geen der Zaugers
of der Pianisten,
Een langer verblijf
in de stad meer verkoos.
Het spoor van den Tram
ligt aireede verbroken,
En heel onze vloot zit
gehavend op strand,
Eeu KIEVIT, waarvan steeds
met lof werd gesproken,
Kreeg aan de Concertzaal
op eens ook het land.
Muziek, dat ons oorvlies
soms streelde of verscheurde,
Is heden vervangen
door akTig geklop,
En wat men tot vreugd
op de straten bespeurde,
Is eensklaps verhuisd,
want de centen zijn op.
Slechts één is er ons
toch nog overgebleven
Trok niet als de andhen
zoo haastig van hier,
En wordt er nog heden
en morgen gegeven,
Een voorstelling door het
gezelschap van LIER.
Die Heeren en Dames
wie zal het weerspreken,
Vertoonen talentvol
een keurig geheel,
En kom dus voor dat men
ook daar gaat aan V breken,
Nu nog eens getrouw
naar hun Schouwburg-TooneeL