ZlllllkZIIStlll MIIMMIOBE.
No. 5068.
41ste Jaargr.
Dingsdag April 1885.
r MflgB' 7 jVMa.v'
Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60.
ADV ERTENTIËN, van 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voonniddags 10 ure bezorgd worden. Groote Letter wordt naar plaatsruimte berekend
Nieuwstijdingen,
ïvualattï»,
Een te Moskou verschijnend Duitsch blad meldt,
dat aldaar op Góeden-Vrijdag een hevige brand gewoed
heeft waarbij 19 personen, meerendeels jonge meisjes,
het leven verloren. Het vuur brak des ochtends te
twee uur uit in een houten huis van twee verdiepingen
in de groote Grusinastraat en nam zoo spoedig toe, dat
weldra het geheele huis brandde. Op de bovenverdieping
was een linnennaaijerij en woonde een gepensioneerd
luitenant met 3 kinderen op kamers. Alle personen
die zich daar bevonden kwamen in de vlamen om, en
daaronder acht naaisters en vier onderwijzeressen.
ifijongarije.
Vijftig jaar geleden woonden in een steegje te
Pesth twee burgergezinnen. In het eene was een knaap
van 12 jaren, in het andere een meisje van 10 jaren.
De beide kinderen waren altijd zamen en men noemde
hen lachend man en vrouw. Ten laatste namen de jon
gelieden hun rol als aanstaande echtgenooten ernstig
op. De knaap werd zelf een Othello. Op zekeren dag
wierp hij uit jaloezie een kameraad met een steen, die
ongelukkig het oog van het meisje trof, dat daardoor
voor haar leven verminkt was. De jongen vluchtte uit
angst en men hoorde niets meer van hem. Het meisje
werd oud en kon met moeite in haar levensonderhoud
voorzien. Dezer dagen klopte een bedaard, maar nog,
krachtig man aan haar huisje aan. Hij viel vóórhaar
op de knieen en vroeg haar vergiffenis. Het was de
speelkameraad van vóór vijftig jaren. Hij bood haar
zijn hand aan en een kollosale fortuin, die hij in
Indië vergaard had en de „man en vrouw" herleefden.
Dit is geen roman, maar een werkelijk feit, dat
men in de Hongaarsche bladen als volkomen echt ver
haald vindt.
Staüe.
Het eiland Caprera is door de weduwe en kinderen
van Garibaldi aan het Italiaansche rijk afgestaan en
het daarop betrekkelijk document is 9 dezer te Genua
door den minister van binnenlandsche zaken onder
teekend. De overdracht is geschied onder de volgende
voorwaarden1 het stoffelijk overschot van den generaal
zal steeds op het eiland blijven berusten2. de weduwe
en kinderen hebben het recht om in hetzelfde graf te
Caprera bijgezet te worden3. de regeering zal op het
eiland een hospitaal stichten voor gebrekkige matrozen
en soldaten4. er zal daar een monumentale vuurtoren
verrijzen5. het eiland zal nooit tot verbanningsoord
of strafplaats mogen gebezigd worden6. de familie
behoudt het recht om het huisje van Garibaldi tijdelijk
te bewonen.
Garibaldi betaalde indertijd het eiland met 40,000
francs; zijn erfgenamen hebben het nu aan den staat
„afgestaan" voor een som van 3,000,000 francs. De
publieke opinie is met den aankoop op deze voorwaarden
weinig ingenomende regeering moet er alleen toe
overgegaan zijn, omdat zij vreesde dat men het stoffelijk
overschot van den generaal te eeniger tijd naar Rome
zou willen overbrengen.
JFtranft rt)Ü.
Dat de regtbanken in Frankrijk tegenwoordig
door hun vrijspraak van dames, die zich met dolken
en vitriool regt verschaffen, velen ergernis geven, is
genoeg bekend. Ook tot het toelaten van verzachtende
omstandigheden zijn zij zeer bereid, getuige het hof
van het dep. Cotus du Nord, dat Jean Fauré tot
levenslangen dwangarbeid veroordeelde wegens moord
van de dochter van zijn patroon Prual, op wie hij
verliefd was. Daar hij haar niet krijgen kon, besloot
hij haar te dooden. Hij slaagde daarin niet, maar dat
Célestine de vreeselijke, gruwelijke verwondingen, die
Fauré haar toebragt, overleefde, (de hals was half
doorgesneden en de borst doorboord) is inderdaad een
wonder. Het hof beschouwde dat misschien als ver
zachtende omstandigheid.
jOuitsdilfcmb.
Berlijn ,17 April. Blijkens alhier ontvangen be-
rigten zijn Engeland en Rusland overeengekomen, de
onderhandelingen over eene definitieve regeling der
Afghaansche grens te bespoedigen, ter voorkoming van
nieuwe onverwachte gebeurtenissen. Het berigt uit
Rusland, volgens hetwelk er in Afghanistan een opstand
tegen den Emir zou zijn uitgebroken, heeft zich tot
nog toe niet bevestigd. Daarentegen moet er te Herat
oproer dreigen, waartegen de gouverneur aldaar mili
taire maatregelen heeft genomen.
Het totale bedrag der inzameling voor de Yon Bis
marck hulde bedraagt 3 millioen Mark. De helft is
voor den aankoop van Schönhausen besteedde andere
helft zal worden gebezigd tot 't stichten van Academie
beurzen voor de hoogere vakstudiën, alzoo niet wij
volgen den Duitschen tekst met inbegrip van de
theologie.
In het Duitsche stadje Stolp vond onlangs een
voorval plaats, dat levendig aan den bouw van zeker
raadhuis herinnert, waarin, toen het gereed was, de
vensters vergeten bleken te zijn. Het bestuur der
spaarbank te Stolp was tot de overtuiging gekomen,
dat de bestaande brandkast der instelling te klein was
en had daarom eene nieuwe brandkast besteld, die
ongeveer veertig centenaar zwaar zoude worden en
1860 mark moest kosten. Toen het voorwerp gereed
was, bleek ongelukkigerwijze, dat in het geheele ge
bouw geen ruimte was, waar men het plaatsen kon.
Goede raad was duur, er werd druk gedebatteerd, en
men kwam tot het besluit om de kast voorloopig in
een brandspuitenhnisje te bewaren, totdat het stadhuis
(waarin de bureaus der spaarbank gevestigd zijn) zal
verbouwd zijn, 't geen waarschijnlijk over twee jaren
gebeurt.
Het juiste aantal slachtoffers van het mijnongeluk
bij Saarbriicken, dat men thans eerst in staat is op te
geven, bedraagt niet minder dan 180. Daarvan stierven
176 in de mijn en 4 overleden in het gasthuis aan de
bekomen wonden. De dooden laten 141 weduwen na
en 499 kinderen, waarvan 448 nog geen 16 jaren
oud zijn.
©dg
u.
Brussel, 18 April. De „Etoile beige" verneemt
dat het Kabinet besloten heeft, Dinsdag bij de Kamer
een wetsontwerp in te dienen, hetwelk den Koning
machtigt, de souvereiniteit van den vrijen Congo-
staat te aanvaarden, nu voor zulk ontwerp eene meer
derheid in de Kamer verzekerd is.
Tessel, 16 April. Sedert eenige dagen houden
zich nabij onze kust ook eenige Zeeuwsche schuitjes,
en wel vaartuigjes uit Bruinisse, met het inzamelen
van jonge mosseltjes bezig. Alhoewel door onze visschers
nog aanhoudend veel mosselzaad naar Zeeland ter aan
planting wordt verzonden, schijnen zij aan al de aan
vragen niet tijdig genoeg te kunnen voldoen.
'sGravenhage, 17 April. Een der meest
bekende bankierskantoren alhier is gevallen, de Com
manditaire Haagsche Bankvereeniging (F. Polak Co.)
Toen het publiek hedenmorgen toegang verlangde
tot de kantoren, zoowel van de effecten-zaak als van
de Staatsloterij het oude kantoor van M. M. Polak
Zoon werd dit door de politie verboden, terwjjl
in de kantoren zeiven een inspecteur van politie wacht
hield, terwijl de officier van justitie zich druk bezig
hield met de opneming van kas en boeken.
De heer Felix Polak, de oudste firmant, die in tal
van belangrijke industriëele ondernemingen, gasfabrie
ken, veenderijen enz. betrokken is, was afwezig. Reeds
voor een zestal dagen ging hij op reis, vermoedelijk
met het plan om niet weder terug te keeren. De
tweede-vennoot in de commanditaire bankvereeniging,
de heer Louis Wolff, commissaris van de Centraal-
spoorwegmaatschappij en president van de Ned. Gas
maatschappij, was nog eergisterenavond ten kantore
van de firma. Gisterenmorgen begaf hij zich op reis
en in den avond ontving men hier uit Antwerpen het
berigt dat hij door een revolverschot een einde aan zijn
leven had gemaakt.
Sedert eehige dagen hadden er reeds ongunstige
geruchten over de Haagsche Bankvereeniging geloopen.
Door belangrijke verliezen was de zaak sints geruimen
tijd in wankelenden toestand Een zwaar verlies, door
een groot faillissement te Parijs geleden, deed de maat
overloopen.
De heer Polak scheen onmiddellijk het hopelooze
van den toestand in te zien en maakte zich uit de
voeten. De heer Wolff was aanvankelijk ook aan
wanhoop ten prooi en beproefde ook in zijn woning
zelfmoord te plegen, doch zijn jeugdige echtgenoote
belette dit. Hij trachtte dahrna door zeer belangrijke
beursoperatiën te Amsterdam, waar hij in de laatste
dagen voortduiend heen reisde, een slag te slaan;
doch ook dit mislukte en na eergisteren gaf hij den
moed op en maakte, op de vermelde wijze een einde
aan zijn bestaan.
Op dit oogenblik is de omvang van deze financiëele
catastrophe nog niet te overzien. De zaak is in handen
der justitie. Zooveel is echter reeds nu gebleken dat
er een hoogst belangrijk tekort is en de Haagsche
Bankvereeniging sedert lang feitelijk in staat van
faillissement verkeerde.
Maatregelen tot opsporing van den voortvluchtigen
vennoot zijn genomen, doch men vermoedt dat hij ge
legenheid gevonden heeft reeds naar Zuid-Amerika
scheep te gaan.
In hoever er spoedig gelegenheid zal worden ge
geven aan 't publiek om de klassikale briefjes in de
thans loopende Staatsloterij te verwisselen, zal de
justitie moeten beslissen.
De Regtbank heeft heden de Haagsche Bankvereeni
ging in staat van faillissement verklaard. Het faillisse
ment werd aangevraagd door het Engelsche handels
huis Messel and Co. te Londen.
De Regtbank heeft tot regter-commissaris benoemd
mr. Van Marle en als curators aangesteld mr. Gerard
van Rossem en een lid der bankiersfirma Scheurleer
Zoonen.
Wat aan de zaak een meer ingrijpend karakter geeft
en vooral de tusschenkomst der justitie schijnt te
hebben teweeggebragt, moet de desolate toestand zijn,
waarin het waarborgfonds zou verkeeren van de Neder-
landsche Gas- en Verwarmingmaatschappij, waarvan
L. Wolff onlangs bij numerieke meerderheid van st.
tot directeur was benoemd, terwijl F. Polak haar
thesaurier was en als zoodanig bedoeld fonds, dat een
aanmerkelijk kapitaal bedroeg, beheerde.
De raad van Toezicht der Maatschappij verlangde
in de jongste dagen na het bekend worden van de
Parijsche krach zich van de aanwezigheid van het
waarborgfonds te overtuigen en dit, gevoegd bij de run
op het genoemde bankiershuis van ingezetenen, die
zaken daarmede loopende hadden, heeft, nadat pogingen
tot redres op familieleden van den directeur L. W.
schipbreuk hadden geleden, medegewerkt tot den defini
tieven val van de Haagsche „Bankvereeniging", welker
bestaan door het faillissement van het Fransche huis
toch reeds voor drie vierden in de waagschaal was gesteld.
Omtrent den zelfmoord van den vennoot Wolff
deelt de Antwerpsche „Koophandel" het volgende mede
„Een vreemdeling, die Vrijdag middag in een hotel
onzer stad afgestapt was, heeft zich in zijne kamer
een revolverschot door het hoofd gelost. Het wapen,
dat gediend heeft om zijn noodlottig besluit ten uit
voer te brengen, is nevens hem gevonden en was nog
met drie kogels geladen.
„Het was slechts rond 5 ure namiddag dat eene meid
van het hotel, die in zijne kamer was gegaan om eenig
werk te verrichten, hem dood op zijn bed heeft gevon
den. Uit de papieren, op hem gevonden, bleek hij
Louis Wolff te zijn. In zijn bezit werd ook eene som
van ruim 12,000 frank gevonden.
„Wat doet schijnen dat deze ongelukkige vast be
sloten was een einde aan zijn leven te stellen, is, dat
hij alvorens te stervenzelf twee depêches opgesteld
heeft, de eene-voor ingeval hij dood was, en de tweede
als hij slechts zou gewond geweest zijn. De eerste
dezer depéchen is naar zijnen schoonbroeder in den
Haag verzonden.
De geneesheer Fremie heeft den dood bevestigd. Het
lijk is naar het gasthuis gebragt".
,s GraveuJia<;e ,18 April. Heden is aange
nomen de gewijzigde vestingbegrooting en oorlogs-
begrooting met 28 tegen 4 stemmen.
De begrootingen van Waterstaat en Koloniën zijn
unaniem aangenomen. De Minister van Koloniën kon
zich niet uitlaten over den inhoud van de maatregelen,
welke zijn in te dienen ter tegemoetkoming aan de
suikerindustrie. De Kamer is op recjes.
In de vergadering van aandeelhouders in de Haag
sche brood- en meelfabriek is heden bekrachtigd het ont
slag van den directeur Van der Putten. Benoemd tot
directeur H. W. Van Vollenhoven.
Een particulier telegram uit Parijs aan het „Hbld".
meldt, dat in de financiëele wereld groote opschudding
heerscht wegens het verdwijnen van een schoonzoon,
tevens kassier, van den bankier Camondo. De gevluchtte
laat in zijn kas een passief van 12 millioen frank achter.
Goes19 April, - De gemeenteraad nam Vrijdag
het gewichtige besluit tot verandering der meisjesschool
voor middelbaar onderwijs in eene inrichting voor
uitgebreid lager onderwijs. Zooals men weet was door
het aannemen in de Tweede Kamer van het amendement
tot schrapping van de subsidiën aan de meisjesscholen
het voortbestaan der Goesche inrichting onmogelijk
De Raad besloot daarom de meisjesschool tegen 31
Aug. a. s. op te heffen, en het personeel dat daaraan
werkzaam is, wordt tegen dien datum op de meest
eervolle wijze ontslagen met bepaling dat iedere leerares
en leeraar tot 1 Oct. d. a. v. in het bezit blijft van
het volle en tot 1 Januari 1886 van het halve trakte
ment, indien ze nl. voor dien tijd niet hier of elders
in de eene of andere betrekking worden benoemd.
Maar niet enkel afbrekend ook opbouwend ging de
gemeenteraad te werk en wel volgens een plan, waar
van bestek en teekening ontworpen waren door Bur
gemeester en Wethouders, een plan, waaraan ieder,
die zijne eischen niet te hoog stelt, naar het ons voor
komt, zijn eervolle goedkeuring kan schenken.
Er werd nl. besloten tegen 1 Sept. a. s. in het be
staande gebouw der meisjesschool eene inrichting U.L. O.
voor meisjes te vestigen, waaraan behalve de gewone
vakken, drie vreemde talen (Fransch, Engelsch en
Duitsch), wiskunde en handwerken zullen worden on
derwezen. In het plan van B. en W. waren ook opge
nomen teekenen en gymnastiek, doch deze vakken
zijn bij amendement geschrapt, wat we voor het leer
plan geen voordeel noemen. Maar dat kan misschien
later nog terecht komen. In het bestaande gebouw is
eene flinke teekenzaal en de toelage van 400 per jaar
voor den leeraar is niet onoverkomelijk. En tegen de
gymnastiek werd aangevoerd, dat enkele uren per week
zoo weinig is, maar in het geheel geen onderwijs is toch
nog minder
Aan de nieuwe inrichting zullen worden benoemd
een hoofd op eene jaarwedde van ƒ1300 met ƒ300
vergoeding voor huishuur; twee onderwijzeressen ieder
a ƒ1100 en eene a 1000, een onderwijzer in de wis
kunde a ƒ400 en eene onderwijzeres in de handwerken
a J 400.
De nieuwe inrichting valt nu in de termen der wet
om 30% restitutie van rijkswege te ontvangen. Houdt
men daarmede rekening, dan is de gereorganiseerde
school minder drukkend voor de gemeentekas dan de
middelbare.
Door een der antirevolutionaire leden werd o. m. voor
gesteld het schoolgeld van ƒ40 op ƒ60 per jaar te brengen.
Daar het vaststellen van het schoolgeld niet aan de
orde was, kon het voorstel niet in behandeling komen.
Maar we verwachten dat in het plan van B. en W.
geen verhooging zou léggen; verlaging zou eer aan
beveling verdienen. De ondervinding toch zal leeren
dat de inngting voor U. L. O. meer populair zal wor
den, dan de middelbare school, hoe uitstekend die ook
was. Daardoor zal zeker het aantal leerlingen toenemen,
als men ze n. 1. niet door hooger schoolgeld verjaagt.
Jhr. M. J. de Marees van Swinderen heeft ontslag
genomen als lid der schoolcommissie, terwijl in plaats
van den hr. Ph. M. de Ronde Bressen, die naar elders
vertrekt, tot lid van dat college is gekozen de notaris
J. E. Mulock Houwer.
Ter vervanging van G. C. Blitterswijk, in leven Sas-
en buitenhavenmeester, werd benoemd G. C. Blitters
wijk Jr.
Weinig menschen zijn vlugger in het verhoogen
en langzamer in het verminderen der prijzen van hunne
artikelen dan bakkers en slagers. Pas is het meel eenig-
zins in prijs gestegen of onmiddellijk is door de bak
kers het brood met 1 cent per kilo verhoogd. Maar
om die cent er weer af te krijgendaartoe zal het
meel heel wat meer in prijs moeten dalen dan nu de
toeneming bedraagt.
Dr. F. Leo de Leeuw, directeur der Oestermaat
schappij te Wemeldinge, heeft een prijs van 1000 kronen
ontvangen voor de beantwoording eener prijsvraag uit
geschreven door een oester-compagnie te Christiania
over de oestercultuur in het algemeen en die aan de
Noorweegsche kust in het bijzonder.
2 Engelsche, 7 Amerikaansche, 2 Fransche, 3 Noor-
sche en 1 Nederlandsche antwoorden waren daarop
ingekomen, van welke het eenige Nederlandsche, dat
van dr. de Leeuw, bekroond is geworden.
Enkele bladen bevatten de mededeeling, dat de
invoer, o. a. van varkens uit Nederland in Duitschland,
verboden zou zijn.
Meppeler kooplieden hebben daaromtrent aan hun
agenten in Duitschland inlichtingen gevraagd en Maan
dag per telegraaf ten antwoord bekomen, dat van
zoodanig verbod niets bekend is.
Voor de veehouders is deze tijding van grootbelang,
daar Duitschland nog steeds de grootste afnemer van
biggen is. Alleen aan het sfation Meppel werden er
in de vorige week meer dan 1000 verzonden.
Zieriliziee 20 April.
Bij - het kroondomein zijn benoemdtot rent
meester in het rentambt Culenborg de hr. Tielenius
Kruythoff, thans rentmeester in het rentambt Middel
burg en Goes, te Middelburg Baron Taets van Ame-
rongen, thans te Tholen, te Tholen de hr. Gelinck,
rentmeester te Oosterhout, te Goes H. M. Baron Schim-
melpenninck van der Oije, thans te Wageningen, te
Oosterhout, als tweeden rentmeester, Baron Mullert,
surnumerair op het bureau van den administrateur.
Door den Gemeenteraad van Oosterland is het
volgende adres verzonden
Aan
de Tweede Kamer der Staten-Gener aal.
Geeft met verschuldigden eerbied de Gemeenteraad
van Oosterland te kennen, dat hij met leedwezen heeft
gezien, dat in het Wetsontwerp tot herziening van
de tabel, bedoeld in art. 99 der wet van 4 Juli 1850
(Staatsblad no. 37), voorgesteld wordt om de gemeenten
Oosterland en Bruinisse, thans behoorende tot het
district Zierikzee, te voegen bij het district Goes.
Geene enkele reden wordt aangevoerd tot dit voor
stel de eenige reden schijnt, dat het district Zierikzee,
op 1 January 1884 telde 47471 zielenen daarom ge
noemde Gemeenten, te zamen eene bevolking hebbende
van 3537 zielen, er afgenomen worden, zoodat het
district Zierikzee zou hebben 53934 zielen. Heeft het
district Zierikzee, hetwelk volgens de Grondwet 45000
inwoners behoort te hebben, thans te veel inwoners,
volgens het Wetsontwerp zal het te weinig inwoners
krijgen. In andere districten, waar het getal inwoners
kleiner is dan 45000, is zulks geen bezwaar, omdat,
vooral in grootere steden, het getal inwoners zeer
vermeerdert. Dit is hier anders. Door achteruitgang
van den landbouw, vermindert het getal inwoners in
sommige Gemeenten van dit eiland. Blijkens het Pro
vinciaal verslag voor Zeeland, zijn in 1883, uit Schou
wen en Duiveland 594 inwoners wegens landverhuizing
vertrokken.
De Gemeenten Oosterland en Bruinisse hebben sinds
de invoering van de eerste Kiestabel in 1850, steeds
een gedeelte uitgemaakt van het Kiesdistrict Zierikzee.
De eilanden Schouwen en Duiveland vormen als het
ware een geheel en maken dan ook één district uit
voor het kiezen van Leden van de Provinciale Staten.
Met het district Goes daarentegen hebben de inge
zetenen van Oosterland en Bruinisse geene punten van
aanraking, de reis naar Goes is duur en lastigzelden
bezoeken de ingezetenen dezer Gemeenten Goeszoodat
overleg met hunne medekiezers, tot het bespreken van
gewichtige aangelegenheden de verkiezing betreffende,
niet zal plaats hebben. De ingezetenen worden daar
door feitelijk van huil stemregt verstoken.
De stad Zierikzee wordt door de bewoners van dit
eiland, vooral bij marktdagen, herhaaldelijk bezocht,
en is daardoor eene plaats waar de Kiezers uit Schou
wen en Duiveland elkander ontmoeten en in overleg
treden.
Op grond van het bovenstaande verzoekt de onder-
geteekende eerbiedig, dat het Uwe Vergadering moge
behagen, in het aangeboden Wetsontwerp tot herzie
ning der tabel, bedoeld in art. 99 der Wet van 4 Juli
1850 (Staatsblad no. 37) zoodanige verandering te
maken, dat de gemeenten Oosterland en Bruinisse niet
by het district Goes worden gevoegd maar bij het
district Zierikzee blijven. Volgen handt.)
Een passagier, die Dingsdag 11. met het stoom
schip »Willem Prins van Oranje" van de maatscLappij
Zeeland" naar Engeland vertrok, kwam in Londen
tot de ontdekking, dat hij zijn portefeuille, waarin
eenige cheques en een aanzienlijk bedrag in gelds
waarde, mistte. Onmiddellijk werd naar Queenboro
geseind, waar intusschen genoemde portefeuille reeds
door een stewart was gevonden en aan den eersten
stewart was overgegevendeze had hem aan den
stationchef aldaar overhandigd, die haar op zijne beurt
persoonlijk naar Ludgate-Hill bragt en aan den station
chef aldaar ter hand stelde. Nadat de portefeuille in
het bijzijn van den verliezer geopend was, verklaarde
deze dat de cheques aanwezig waren, maar dat een
som van 23,000 aan Hollandsche en Engelsche bank
noten ontbrak
De politie van een en ander in kennis gesteld, be
gaf zich Donderdagmorgen bij de terugkomst van het
stoomschip aan boord ten einde een onderzoek in te
stellen.
Met belangstelling ziet men den verderen loop dezer
eenigszins duistere zaak te gemoet.
Het contracteeren van suikerbieten voor 9 de
1000 K. G. is in de gemeente St. Annaland nagenoeg
afgeloopen. Zooals te voorzien was, zullen dit jaar
aanmerkelijk minder suikerbieten uitgezaaid worden.
Volgens het Landbouwverslag waren er in 1884 145
H.A. met dit gewas bezet, en dit jaar rekent men ruim
2/3 minder. Daarentegen zijn veel meer aardappelen
gepoot, en ook meer perceelen voor ajuin bestemd.
Men schrijft uit 't Loo, gemeente Duiven, aan de
„Arnh. CF": Aanstaanden Vrijdag vertrekken van hier
2 landbouwers en 1 smid met hunne gezinnen, tellende
te zamen 19 personen, naar Ghent, Staat Minnesota,
in Noord-Amerika.
De 2 vertrekkende landbouwers hebben te dier
plaatse een vrij belangrijk bundertal land aangekocht,
dat reeds gedeeltelijk onder den ploeg is genomen door
reeds vroeger van hier daarheen verhuisde familieleden.
De in den loop der laatste jaren naar Amerika ver
trokken personen uit deze gemeente maken het daar,
volgens hunne berigten, allen goed. Wanneer de land
bouwonderneming van den heer K., sedert eenige
maanden van hier naar Noord-Amerika vertrokken,
aldaar gunstig slaagt, zullen wellicht nog meerdere
personen van hier naar de Nieuwe Wereld vertrekken,
tot verbetering van hunnen financieelen toestand.
Het is hier gedurende de laatste iaren vooral voor
den pachtboer een slechte tijd geweest. Hooge pachten
en slechte jaren. Het is te hopen dat daarin spoedig
verandering ten goede komt.
Als een bewijs dat in deze gemeente toch nog flinke
pachtboeren worden aangetroffen, kan dienen, dat op
een dezer dagen alhier gehouden erfhuis van den
pachtboer H. van K. alléén de paarden en het vee
ruim ƒ6000 opbragten.
Naar aanleiding van den dood van de dochter
van mr. van Oppen, deelt het »Hbl." het volgende
mede, een paar jaren geleden uit den mond van èen
kundig arts opgeteekend
Gelijk iedereen weet, stroomt het slagaderlijk
bloed van het hart door het lichaam, en het aderlijke
keert veel langzamer daarheen terug.
>Is nu bij eene verwonding een slagader doorge
sneden, dan moet de ader afgebonden worden door
middel van een stijf verband, desnoods een touw boven
de wonde, d. i. altoos tusschen de wonde en het hart.
Bij doorsnyding van een ader daarentegen, beneden de
wonde, teneinde het bloed, dat naar het hart terug
keert en zich dus door de wonde zou ontlasten, tegen
te houden. Het aderlijk en slagaderlijk bloed zijn min
der aan de kleur, dan wel aan de uitstorting te kennen
het eerste loopt met een straal, het laatste met golven.
Zelfs bij eene geringe verwonding aan den vinger,
waarvan het lastige bloeden niet wil ophouden, is het
eenvoudigste, doch doeltreffendste middel, een katoenen
draad stevig er omheen gewonden. Pleisters kunnen
zich door het wegvloeiende bloed gewoonlijk niet
hechten".
Bij de plaats gehad hebbende akte-examens te
Middelburg zijn o. a. nog geslaagdE. M. v. d. Maas
van Wissekerke en J. M. Meerman van Tholen.
Hoe duur het oorlogvoeren is, blijkt uit de vol
gende cijfers.
De oorlog van 1870-71 kostte Frankrijkƒ4,674,600,000,
waarbij nog ƒ2,181,000,000 voor het verloren gebied kan
gerekend worden. De kosten voor Duitschland, dat den
oorlog op 's vijands gebied voerde, waren natuurlijk
minder. Zij bedroegen 562,200,000.
De Amerikaansche oorlog kostte 4,158,000,000, en
de Krim-oorlog kwam Engeland op 2,104,000,000 te
staan.
Een Middelburgsch winkelier is het slachtoffer
geworden van eene welberaamde oplichterij. Tusschen
licht en donker vervoegde zich iemand in een winkel
die, een rijksdaalder op de toonbank leggende, om het
een of ander vroeg. De verlangde waar werd hem af
gewogen en geleverd en daarna twee galden en eenig
klein geld voorgeteld. Terwijl de winkelier den rijks
daalder opnam, verdween de klant, vóórdat nog de
winkelier tijd had gehad te bemerken, dat het geld
stuk geen halve cent waarde had. Het was n.l. een
stuk lood, waarop een papieren rijksdaalder was geplakt.
Nu die eene poging zoo goed geslaagd is, kan zij
welligt door andere worden gevolgdmen zij dus op
zijn hoede.
TELKGR A (VI.
Louden20 April.
De politieke toestand blijft zóó, dat voorbereiding
tot den oorlog noodig blijft. De onderhandelingen heb
ben een minder gunstig aanzien, daar Rusland nieuwe
eischen stelt.
KERKNIEUWS.
Bij een door de Arrondissements-Regtbank te
Zwolle uitgesproken vonnis is de heer J. Kuijpers,
pred. bij de Ned. Herv. gemeente te Nunspeet, die,
zooals wij meldden, 9 dezer teregtstond als beklaagd
wegens hoon en laster, alleen aan het eerstgenoemde
feit schuldig verklaard. Hij is veroordeeld tot eene
geldboete van 8.
Haagsche Brieven.
den Haag, 19 April.
De Tweede Kamer had zes weken noodig om de
Staatsbegrooting af te doen; de Eerste Kamer niet
meer dan drie dagen. Slechts twee punten van gewigt
leverde deze korte bijeenkomst op de algemeene on
tevredenheid der Kamer over den heer Grobbée, en de
rede van den heer Fransen van de Putte over de suiker
crisis in Ned.-Indië. De Eerste Kamer had in de laatste
vier jaren reeds herhaaldelijk te kennen gegeven, dat
zij geene Staatsbegrooting meer zou aannemen als het
te kort op de gewone middelen door niets anders ge
dekt werd dan door schatkistbiljetten. In de laatste
jaren bedraagt het te kort op de gewone middelen
23 millioen, voor dit jaar is het geraamd op 20 mil
lioen. Gaat het aan vroeg de Eerste Kamer onze
gewone middelen te doen sluiten met vlottende schuld
tot zulk een lioog bedragwant het mag waar zijn, zoo
als de heer Heemskerk beweerde, dat sedert zeventig
jaren onze gewone uitgaven altijd door buitengewone
middelen zijn gedekt (en hij doelde daarbij vooral op
de Indische baten, die ons thans ontvallen zijn), het
is niet minder waar, dat buitengewone middelen, die
in werkelijke baten bestaan, toch van geheel anderen
aard zijn dan buitengewone middelen die in schatkist
biljetten bestaan. Tegen de begrooting van Financiën
ging een geweldigen storm op. De Eerste Kamer was
eenparig in hare afkeuring van 's Ministers beleid, dat
zich niet door gemis van werkzaamheid, maar door
gemis van standvastigheid kenmerkt. Had de Minister
niet, na de verwerping der klassenbelasting in Juni
van het vorig jaar, moeten aftreden Was hij dit niet
verschuldigd geweest aan zijne eer, aan zijn karakter,
aan de constitutionele beginselen, aan het belang van
eene zuivere oplossing der financiële questie, welke
door hem onopgelost bleef? En kan het houding
geven, dat de Minister telkens voor den kwaden indruk,
dien zijne belastingvoorstellen maken, terugschrikt?
Met de grootste overtuiging zet hij zich aan het werk,
maakt eene tabaksbelasting gereed, eene belasting die
in alle landen bestaat, die in Nederland misschien wel
drie millioen zou opbrengen. Alvorens haar bij de
Staten-Generaal aanhangig te maken, dient hij haar
in bij de verschillende Kamers van Koophandel, die
bijkans alle een ongunstig verslag uitbrengen. Een paar
leden in de Tweede Kamer (het krachtigst de heer
Gildemeester) verzetten zich tegen de tabaksbelasting,
noemen haar (natuurlijk met eenige overdrijving) de
ondergang van onzen handel en landbouw en de
Minister is onmiddellijk gereed in een zeer diplomatieke
onthulling te verklaren, dat de wet zelfs den Raad
van State niet zal bereiken. De Eerste Kamer keurde
die handeling eenparig af. Toch bleef de Minister aan.
Waarom? Vooreerst omdat een deel der Kamer het
met de rede van den heer Mees in de Tweede Kamer-
eens was, dat het geschikte oogenblik om met den
Minister van Financiën over belasting-questiën te keu
velen (dat wil zeggen hem te doen tuimelen) zich zal
voordoen bij de ontwerpen tot aanvulling van de Wet
op de Middelen voor 1885, welke de Minister heeft
toegezegd. Waarom zou de Eerste Kamer den Minister
vijandiger zijn dan de Tweede In de tweede plaats
omdat de heer Heemskerk tot driemalen toe in de
Eerste Kamer de verwerping van de begrooting van
Financiën eene Kabinetszaak noemde, waaruit viel af
te leiden, dat het Ministerie den heer Grobbée niet
alleen wilde laten heengaan. Die bedreiging heeft
indruk gemaakt. Ziedaar wat een krachtig Minister
president vermag. Alleen een premier, die iets van
zijne." onmisbaarheid gevoelt, kan zóó spreken. Men
zou dus van de beraadslagingen in de Eerste Kamer
kunnen zeggende begrooting werd aangenomen, de
Minister verworpen. De heer Heemskerk kreeg zijn
zin. Zal nu de heer Grobbée beengaan? Maar de
heer Grobbée heeft niets te zeggen. De heer Heems
kerk heeft hem gemaakt, alleen de heer Heemskerk
mag hem afmaken. Het gerucht, dat dadelijk na de
Kamer-zitting algemeen vernomen werd, dat de heer
Grobbée zijn ontslag werkelijk had gevraagd, heeft zich
niet bevestigd, werd ten stelligste tegengesproken. De
heer Heemskerk laat den heer Grobbée niet los, en
wij zullen vermoedelijk dien Minister terugzien, als
over veertien dagen in de Tweede Kamer het werk
weer aanvangt. Ik vraag nietwat is er van de stand
vastigheid van dezen Minister overgebleven Maar
ik vraagwat rest er van zijne zedelijke kracht,
waar de heer Pynappel hem toevoegde„het eenige,
dat gij bij de aanneming uwer begrooting hebt te doen,
is U ^onmiddellijk tot den Koning te wenden met
het eerbiedig verzoek dat het Z. M. moge behagen
U ten spoedigste eervol ontslag te verleenen." Als zóó
de vrienden spreken, hoe moeten dan wel de tegen
standers zich doen hooren Wat blijft de vraag
zal de Minister van Financiën doen tot versterking
der rijksmiddelen
Wat is de andere groote vraag, waartoe de jongste
discussiën in de Eerste Kamer aanleiding gaven
wat zal de Minister van Koloniën doen tot tegemoet
koming der suiker-industrie op Java Natuurlijk was
de heer van de Putte afkeerig van directe hulp aan
de fabrikanten door rentegarantie of protectie, maar
toch durfde hij in den tegenwoordigen toestand hulp
vragen in den vorm van schorsing voor eenigen tijd,
zooal niet opheffing van de uitvoerrechten op suiker,
koffie en thee. Die aandrang was van te meer belang
omdat zij uitging van hem, van wien de jongste Indi
sche tariefsherziening afkomstig was. Bij de verdedi
ging zijner tariefwet in 1872 gaf de heer van de Putte
de toezegging, dat hij niet zou aarzelen tot opheffing
of vermindering van uitvoerrechten het voorstel te
doen, zoodra daartegen geene financieele bezwaren meer
bestonden en de omstandigheden daartoe geschikt
waren. Naar de heer van de Putte meende, bestonden
die voorwaarden thans. Hij hoopte dat de Minister
de moeder en niet de stiefmoeder onzer koloniën mocht
zijn. De Minister van Koloniën bezag de zaak der
suikercrisis op kalmer wijze; hij meende dat het
grootste gevaar voor de suiker-industrie reeds door de
offervaardigheid van de hoofdstad was afgewend. Welke
tegemoetkomingen aan de industrieelen verder moeten
worden verleend is eene zaak van rijp beraad en
de heer Sprenger van Eyk wilde daaromtrent eerst de
noodige gegevens verzamelen. Wat Atjeh betreft, gaf
de Minister slechts dit advieslaat men op Atjeh niet
vertrouwend, maar waakzaam zijn.
Den Haag is wederom vol, vau een groote financieele
ramp. Van een der voornaamste bankiershuizen heeft de
eene vennoot, Felix Polak, zich verwijderd, en de andere
Louis Wolff, zich te Antwerpen Donderdag namiddag
door een pistoolschot van het leven beroofd. Eene
treurige geschiedenis, al behoort zij in de laatste jaren
niet tot de zeldzaamheden. De heer Felix Polak dreef
onder de sedert eene halve eeuw bestaande firma M.
M. Polak en Zonen, een loterijkantoor op deri hoek
van de Papestraat, en sedert 1873, onder den naam
van „de Haagsche Bankvereeniging", eene bankiers-
en kassierszaak. Toen Vrijdag morgen het gerucht
zich verspreidde, dat de vennoot Wolff zich voor het
hoofd had geschoten, werd het kantoor bestormd door
personen die hunne in bewaring gegeven geldswaarden
kwamen opeischen. Daags te voren was reeds door een
Engelsche firma het faillissement aangevraagd, dat
onmiddellijk na het bekend worden van de ramp
Vrijdag morgen werd uitgesproken. De procureur Mr.
G. van Rossum en de bankier Scheurleer werden tot
curators gekozen. Het tekort wordt, volgens de'dag
bladen, op zes millioen geschat. Men weet echter daar
van op dit oogenblik niets met zekerheid te zeggen.
In de laatste zes jaren werden geene balansen gemaakt.
De firma had zich in de laatste jaren in groote indus-
trieele ondernemingen gestoken, in eene zeer inpro-
ductieve ontginning van Drentsche veenen, in de
overdracht der centraal-spoorwegmaatschappij, in een
consortium tot exploitatie van gasfabrieken in Frankrijk.
De zaak moet een toonbeeld zijn van naamlooze ver
warring. Depóts en beleeningen moeten spoorloos ver
dwenen zijn. De vennooten, die op weelderigen voet
leefden, moeten zonder kapitaal zijn aangevangen en
jaren lang hebben gesteund op de veelvuldige schakee
ringen die het kunstmatig crediet aanbiedt, en op de
fondsen die hun ter bewaring waren verstrekt. Naar
men zegt zullen vele kleine kapitalisten door dit
failissement gevoelige verliezen lijden en zou zelfs een
onzer voornaamste oud-Indische generaals, die ook in
de Atjeh-tragedie eene rol heeft gespeeld, op zijn ouden
dag door dezen schok geheel geruïneerd zijn geworden.
V.
Stoomboot „ZEELAND."
Zierikzee en R, o 11 e r <1 a
EN TUSSCHENGELEGEN PLAATSEN.
APRIL 1885.
in
Van ZIERIKZEE:
Dingsd. 21 'smorg. 8.-
Dond. 23 8.-
Zaturd. 25 8.-
Van ROTTERDAM:
u. Woens. 22 'smorg. 11.u
Vrijd. 24 11.—
Maand. 27 11.30
De Directeur,
A. van GASTEL.