ZlllllkZIIStlll MIIMMIOBE. No. 5068. 41ste Jaargr. Dingsdag April 1885. r MflgB' 7 jVMa.v' Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60. ADV ERTENTIËN, van 13 regels 30 Cts., meerdere regels 10 Cis., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voonniddags 10 ure bezorgd worden. Groote Letter wordt naar plaatsruimte berekend Nieuwstijdingen, ïvualattï», Een te Moskou verschijnend Duitsch blad meldt, dat aldaar op Góeden-Vrijdag een hevige brand gewoed heeft waarbij 19 personen, meerendeels jonge meisjes, het leven verloren. Het vuur brak des ochtends te twee uur uit in een houten huis van twee verdiepingen in de groote Grusinastraat en nam zoo spoedig toe, dat weldra het geheele huis brandde. Op de bovenverdieping was een linnennaaijerij en woonde een gepensioneerd luitenant met 3 kinderen op kamers. Alle personen die zich daar bevonden kwamen in de vlamen om, en daaronder acht naaisters en vier onderwijzeressen. ifijongarije. Vijftig jaar geleden woonden in een steegje te Pesth twee burgergezinnen. In het eene was een knaap van 12 jaren, in het andere een meisje van 10 jaren. De beide kinderen waren altijd zamen en men noemde hen lachend man en vrouw. Ten laatste namen de jon gelieden hun rol als aanstaande echtgenooten ernstig op. De knaap werd zelf een Othello. Op zekeren dag wierp hij uit jaloezie een kameraad met een steen, die ongelukkig het oog van het meisje trof, dat daardoor voor haar leven verminkt was. De jongen vluchtte uit angst en men hoorde niets meer van hem. Het meisje werd oud en kon met moeite in haar levensonderhoud voorzien. Dezer dagen klopte een bedaard, maar nog, krachtig man aan haar huisje aan. Hij viel vóórhaar op de knieen en vroeg haar vergiffenis. Het was de speelkameraad van vóór vijftig jaren. Hij bood haar zijn hand aan en een kollosale fortuin, die hij in Indië vergaard had en de „man en vrouw" herleefden. Dit is geen roman, maar een werkelijk feit, dat men in de Hongaarsche bladen als volkomen echt ver haald vindt. Staüe. Het eiland Caprera is door de weduwe en kinderen van Garibaldi aan het Italiaansche rijk afgestaan en het daarop betrekkelijk document is 9 dezer te Genua door den minister van binnenlandsche zaken onder teekend. De overdracht is geschied onder de volgende voorwaarden1 het stoffelijk overschot van den generaal zal steeds op het eiland blijven berusten2. de weduwe en kinderen hebben het recht om in hetzelfde graf te Caprera bijgezet te worden3. de regeering zal op het eiland een hospitaal stichten voor gebrekkige matrozen en soldaten4. er zal daar een monumentale vuurtoren verrijzen5. het eiland zal nooit tot verbanningsoord of strafplaats mogen gebezigd worden6. de familie behoudt het recht om het huisje van Garibaldi tijdelijk te bewonen. Garibaldi betaalde indertijd het eiland met 40,000 francs; zijn erfgenamen hebben het nu aan den staat „afgestaan" voor een som van 3,000,000 francs. De publieke opinie is met den aankoop op deze voorwaarden weinig ingenomende regeering moet er alleen toe overgegaan zijn, omdat zij vreesde dat men het stoffelijk overschot van den generaal te eeniger tijd naar Rome zou willen overbrengen. JFtranft rt)Ü. Dat de regtbanken in Frankrijk tegenwoordig door hun vrijspraak van dames, die zich met dolken en vitriool regt verschaffen, velen ergernis geven, is genoeg bekend. Ook tot het toelaten van verzachtende omstandigheden zijn zij zeer bereid, getuige het hof van het dep. Cotus du Nord, dat Jean Fauré tot levenslangen dwangarbeid veroordeelde wegens moord van de dochter van zijn patroon Prual, op wie hij verliefd was. Daar hij haar niet krijgen kon, besloot hij haar te dooden. Hij slaagde daarin niet, maar dat Célestine de vreeselijke, gruwelijke verwondingen, die Fauré haar toebragt, overleefde, (de hals was half doorgesneden en de borst doorboord) is inderdaad een wonder. Het hof beschouwde dat misschien als ver zachtende omstandigheid. jOuitsdilfcmb. Berlijn ,17 April. Blijkens alhier ontvangen be- rigten zijn Engeland en Rusland overeengekomen, de onderhandelingen over eene definitieve regeling der Afghaansche grens te bespoedigen, ter voorkoming van nieuwe onverwachte gebeurtenissen. Het berigt uit Rusland, volgens hetwelk er in Afghanistan een opstand tegen den Emir zou zijn uitgebroken, heeft zich tot nog toe niet bevestigd. Daarentegen moet er te Herat oproer dreigen, waartegen de gouverneur aldaar mili taire maatregelen heeft genomen. Het totale bedrag der inzameling voor de Yon Bis marck hulde bedraagt 3 millioen Mark. De helft is voor den aankoop van Schönhausen besteedde andere helft zal worden gebezigd tot 't stichten van Academie beurzen voor de hoogere vakstudiën, alzoo niet wij volgen den Duitschen tekst met inbegrip van de theologie. In het Duitsche stadje Stolp vond onlangs een voorval plaats, dat levendig aan den bouw van zeker raadhuis herinnert, waarin, toen het gereed was, de vensters vergeten bleken te zijn. Het bestuur der spaarbank te Stolp was tot de overtuiging gekomen, dat de bestaande brandkast der instelling te klein was en had daarom eene nieuwe brandkast besteld, die ongeveer veertig centenaar zwaar zoude worden en 1860 mark moest kosten. Toen het voorwerp gereed was, bleek ongelukkigerwijze, dat in het geheele ge bouw geen ruimte was, waar men het plaatsen kon. Goede raad was duur, er werd druk gedebatteerd, en men kwam tot het besluit om de kast voorloopig in een brandspuitenhnisje te bewaren, totdat het stadhuis (waarin de bureaus der spaarbank gevestigd zijn) zal verbouwd zijn, 't geen waarschijnlijk over twee jaren gebeurt. Het juiste aantal slachtoffers van het mijnongeluk bij Saarbriicken, dat men thans eerst in staat is op te geven, bedraagt niet minder dan 180. Daarvan stierven 176 in de mijn en 4 overleden in het gasthuis aan de bekomen wonden. De dooden laten 141 weduwen na en 499 kinderen, waarvan 448 nog geen 16 jaren oud zijn. ©dg u. Brussel, 18 April. De „Etoile beige" verneemt dat het Kabinet besloten heeft, Dinsdag bij de Kamer een wetsontwerp in te dienen, hetwelk den Koning machtigt, de souvereiniteit van den vrijen Congo- staat te aanvaarden, nu voor zulk ontwerp eene meer derheid in de Kamer verzekerd is. Tessel, 16 April. Sedert eenige dagen houden zich nabij onze kust ook eenige Zeeuwsche schuitjes, en wel vaartuigjes uit Bruinisse, met het inzamelen van jonge mosseltjes bezig. Alhoewel door onze visschers nog aanhoudend veel mosselzaad naar Zeeland ter aan planting wordt verzonden, schijnen zij aan al de aan vragen niet tijdig genoeg te kunnen voldoen. 'sGravenhage, 17 April. Een der meest bekende bankierskantoren alhier is gevallen, de Com manditaire Haagsche Bankvereeniging (F. Polak Co.) Toen het publiek hedenmorgen toegang verlangde tot de kantoren, zoowel van de effecten-zaak als van de Staatsloterij het oude kantoor van M. M. Polak Zoon werd dit door de politie verboden, terwjjl in de kantoren zeiven een inspecteur van politie wacht hield, terwijl de officier van justitie zich druk bezig hield met de opneming van kas en boeken. De heer Felix Polak, de oudste firmant, die in tal van belangrijke industriëele ondernemingen, gasfabrie ken, veenderijen enz. betrokken is, was afwezig. Reeds voor een zestal dagen ging hij op reis, vermoedelijk met het plan om niet weder terug te keeren. De tweede-vennoot in de commanditaire bankvereeniging, de heer Louis Wolff, commissaris van de Centraal- spoorwegmaatschappij en president van de Ned. Gas maatschappij, was nog eergisterenavond ten kantore van de firma. Gisterenmorgen begaf hij zich op reis en in den avond ontving men hier uit Antwerpen het berigt dat hij door een revolverschot een einde aan zijn leven had gemaakt. Sedert eehige dagen hadden er reeds ongunstige geruchten over de Haagsche Bankvereeniging geloopen. Door belangrijke verliezen was de zaak sints geruimen tijd in wankelenden toestand Een zwaar verlies, door een groot faillissement te Parijs geleden, deed de maat overloopen. De heer Polak scheen onmiddellijk het hopelooze van den toestand in te zien en maakte zich uit de voeten. De heer Wolff was aanvankelijk ook aan wanhoop ten prooi en beproefde ook in zijn woning zelfmoord te plegen, doch zijn jeugdige echtgenoote belette dit. Hij trachtte dahrna door zeer belangrijke beursoperatiën te Amsterdam, waar hij in de laatste dagen voortduiend heen reisde, een slag te slaan; doch ook dit mislukte en na eergisteren gaf hij den moed op en maakte, op de vermelde wijze een einde aan zijn bestaan. Op dit oogenblik is de omvang van deze financiëele catastrophe nog niet te overzien. De zaak is in handen der justitie. Zooveel is echter reeds nu gebleken dat er een hoogst belangrijk tekort is en de Haagsche Bankvereeniging sedert lang feitelijk in staat van faillissement verkeerde. Maatregelen tot opsporing van den voortvluchtigen vennoot zijn genomen, doch men vermoedt dat hij ge legenheid gevonden heeft reeds naar Zuid-Amerika scheep te gaan. In hoever er spoedig gelegenheid zal worden ge geven aan 't publiek om de klassikale briefjes in de thans loopende Staatsloterij te verwisselen, zal de justitie moeten beslissen. De Regtbank heeft heden de Haagsche Bankvereeni ging in staat van faillissement verklaard. Het faillisse ment werd aangevraagd door het Engelsche handels huis Messel and Co. te Londen. De Regtbank heeft tot regter-commissaris benoemd mr. Van Marle en als curators aangesteld mr. Gerard van Rossem en een lid der bankiersfirma Scheurleer Zoonen. Wat aan de zaak een meer ingrijpend karakter geeft en vooral de tusschenkomst der justitie schijnt te hebben teweeggebragt, moet de desolate toestand zijn, waarin het waarborgfonds zou verkeeren van de Neder- landsche Gas- en Verwarmingmaatschappij, waarvan L. Wolff onlangs bij numerieke meerderheid van st. tot directeur was benoemd, terwijl F. Polak haar thesaurier was en als zoodanig bedoeld fonds, dat een aanmerkelijk kapitaal bedroeg, beheerde. De raad van Toezicht der Maatschappij verlangde in de jongste dagen na het bekend worden van de Parijsche krach zich van de aanwezigheid van het waarborgfonds te overtuigen en dit, gevoegd bij de run op het genoemde bankiershuis van ingezetenen, die zaken daarmede loopende hadden, heeft, nadat pogingen tot redres op familieleden van den directeur L. W. schipbreuk hadden geleden, medegewerkt tot den defini tieven val van de Haagsche „Bankvereeniging", welker bestaan door het faillissement van het Fransche huis toch reeds voor drie vierden in de waagschaal was gesteld. Omtrent den zelfmoord van den vennoot Wolff deelt de Antwerpsche „Koophandel" het volgende mede „Een vreemdeling, die Vrijdag middag in een hotel onzer stad afgestapt was, heeft zich in zijne kamer een revolverschot door het hoofd gelost. Het wapen, dat gediend heeft om zijn noodlottig besluit ten uit voer te brengen, is nevens hem gevonden en was nog met drie kogels geladen. „Het was slechts rond 5 ure namiddag dat eene meid van het hotel, die in zijne kamer was gegaan om eenig werk te verrichten, hem dood op zijn bed heeft gevon den. Uit de papieren, op hem gevonden, bleek hij Louis Wolff te zijn. In zijn bezit werd ook eene som van ruim 12,000 frank gevonden. „Wat doet schijnen dat deze ongelukkige vast be sloten was een einde aan zijn leven te stellen, is, dat hij alvorens te stervenzelf twee depêches opgesteld heeft, de eene-voor ingeval hij dood was, en de tweede als hij slechts zou gewond geweest zijn. De eerste dezer depéchen is naar zijnen schoonbroeder in den Haag verzonden. De geneesheer Fremie heeft den dood bevestigd. Het lijk is naar het gasthuis gebragt". ,s GraveuJia<;e ,18 April. Heden is aange nomen de gewijzigde vestingbegrooting en oorlogs- begrooting met 28 tegen 4 stemmen. De begrootingen van Waterstaat en Koloniën zijn unaniem aangenomen. De Minister van Koloniën kon zich niet uitlaten over den inhoud van de maatregelen, welke zijn in te dienen ter tegemoetkoming aan de suikerindustrie. De Kamer is op recjes. In de vergadering van aandeelhouders in de Haag sche brood- en meelfabriek is heden bekrachtigd het ont slag van den directeur Van der Putten. Benoemd tot directeur H. W. Van Vollenhoven. Een particulier telegram uit Parijs aan het „Hbld". meldt, dat in de financiëele wereld groote opschudding heerscht wegens het verdwijnen van een schoonzoon, tevens kassier, van den bankier Camondo. De gevluchtte laat in zijn kas een passief van 12 millioen frank achter. Goes19 April, - De gemeenteraad nam Vrijdag het gewichtige besluit tot verandering der meisjesschool voor middelbaar onderwijs in eene inrichting voor uitgebreid lager onderwijs. Zooals men weet was door het aannemen in de Tweede Kamer van het amendement tot schrapping van de subsidiën aan de meisjesscholen het voortbestaan der Goesche inrichting onmogelijk De Raad besloot daarom de meisjesschool tegen 31 Aug. a. s. op te heffen, en het personeel dat daaraan werkzaam is, wordt tegen dien datum op de meest eervolle wijze ontslagen met bepaling dat iedere leerares en leeraar tot 1 Oct. d. a. v. in het bezit blijft van het volle en tot 1 Januari 1886 van het halve trakte ment, indien ze nl. voor dien tijd niet hier of elders in de eene of andere betrekking worden benoemd. Maar niet enkel afbrekend ook opbouwend ging de gemeenteraad te werk en wel volgens een plan, waar van bestek en teekening ontworpen waren door Bur gemeester en Wethouders, een plan, waaraan ieder, die zijne eischen niet te hoog stelt, naar het ons voor komt, zijn eervolle goedkeuring kan schenken. Er werd nl. besloten tegen 1 Sept. a. s. in het be staande gebouw der meisjesschool eene inrichting U.L. O. voor meisjes te vestigen, waaraan behalve de gewone vakken, drie vreemde talen (Fransch, Engelsch en Duitsch), wiskunde en handwerken zullen worden on derwezen. In het plan van B. en W. waren ook opge nomen teekenen en gymnastiek, doch deze vakken zijn bij amendement geschrapt, wat we voor het leer plan geen voordeel noemen. Maar dat kan misschien later nog terecht komen. In het bestaande gebouw is eene flinke teekenzaal en de toelage van 400 per jaar voor den leeraar is niet onoverkomelijk. En tegen de gymnastiek werd aangevoerd, dat enkele uren per week zoo weinig is, maar in het geheel geen onderwijs is toch nog minder Aan de nieuwe inrichting zullen worden benoemd een hoofd op eene jaarwedde van ƒ1300 met ƒ300 vergoeding voor huishuur; twee onderwijzeressen ieder a ƒ1100 en eene a 1000, een onderwijzer in de wis kunde a ƒ400 en eene onderwijzeres in de handwerken a J 400. De nieuwe inrichting valt nu in de termen der wet om 30% restitutie van rijkswege te ontvangen. Houdt men daarmede rekening, dan is de gereorganiseerde school minder drukkend voor de gemeentekas dan de middelbare. Door een der antirevolutionaire leden werd o. m. voor gesteld het schoolgeld van ƒ40 op ƒ60 per jaar te brengen. Daar het vaststellen van het schoolgeld niet aan de orde was, kon het voorstel niet in behandeling komen. Maar we verwachten dat in het plan van B. en W. geen verhooging zou léggen; verlaging zou eer aan beveling verdienen. De ondervinding toch zal leeren dat de inngting voor U. L. O. meer populair zal wor den, dan de middelbare school, hoe uitstekend die ook was. Daardoor zal zeker het aantal leerlingen toenemen, als men ze n. 1. niet door hooger schoolgeld verjaagt. Jhr. M. J. de Marees van Swinderen heeft ontslag genomen als lid der schoolcommissie, terwijl in plaats van den hr. Ph. M. de Ronde Bressen, die naar elders vertrekt, tot lid van dat college is gekozen de notaris J. E. Mulock Houwer. Ter vervanging van G. C. Blitterswijk, in leven Sas- en buitenhavenmeester, werd benoemd G. C. Blitters wijk Jr. Weinig menschen zijn vlugger in het verhoogen en langzamer in het verminderen der prijzen van hunne artikelen dan bakkers en slagers. Pas is het meel eenig- zins in prijs gestegen of onmiddellijk is door de bak kers het brood met 1 cent per kilo verhoogd. Maar om die cent er weer af te krijgendaartoe zal het meel heel wat meer in prijs moeten dalen dan nu de toeneming bedraagt. Dr. F. Leo de Leeuw, directeur der Oestermaat schappij te Wemeldinge, heeft een prijs van 1000 kronen ontvangen voor de beantwoording eener prijsvraag uit geschreven door een oester-compagnie te Christiania over de oestercultuur in het algemeen en die aan de Noorweegsche kust in het bijzonder. 2 Engelsche, 7 Amerikaansche, 2 Fransche, 3 Noor- sche en 1 Nederlandsche antwoorden waren daarop ingekomen, van welke het eenige Nederlandsche, dat van dr. de Leeuw, bekroond is geworden. Enkele bladen bevatten de mededeeling, dat de invoer, o. a. van varkens uit Nederland in Duitschland, verboden zou zijn. Meppeler kooplieden hebben daaromtrent aan hun agenten in Duitschland inlichtingen gevraagd en Maan dag per telegraaf ten antwoord bekomen, dat van zoodanig verbod niets bekend is. Voor de veehouders is deze tijding van grootbelang, daar Duitschland nog steeds de grootste afnemer van biggen is. Alleen aan het sfation Meppel werden er in de vorige week meer dan 1000 verzonden. Zieriliziee 20 April. Bij - het kroondomein zijn benoemdtot rent meester in het rentambt Culenborg de hr. Tielenius Kruythoff, thans rentmeester in het rentambt Middel burg en Goes, te Middelburg Baron Taets van Ame- rongen, thans te Tholen, te Tholen de hr. Gelinck, rentmeester te Oosterhout, te Goes H. M. Baron Schim- melpenninck van der Oije, thans te Wageningen, te Oosterhout, als tweeden rentmeester, Baron Mullert, surnumerair op het bureau van den administrateur. Door den Gemeenteraad van Oosterland is het volgende adres verzonden Aan de Tweede Kamer der Staten-Gener aal. Geeft met verschuldigden eerbied de Gemeenteraad van Oosterland te kennen, dat hij met leedwezen heeft gezien, dat in het Wetsontwerp tot herziening van de tabel, bedoeld in art. 99 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37), voorgesteld wordt om de gemeenten Oosterland en Bruinisse, thans behoorende tot het district Zierikzee, te voegen bij het district Goes. Geene enkele reden wordt aangevoerd tot dit voor stel de eenige reden schijnt, dat het district Zierikzee, op 1 January 1884 telde 47471 zielenen daarom ge noemde Gemeenten, te zamen eene bevolking hebbende van 3537 zielen, er afgenomen worden, zoodat het district Zierikzee zou hebben 53934 zielen. Heeft het district Zierikzee, hetwelk volgens de Grondwet 45000 inwoners behoort te hebben, thans te veel inwoners, volgens het Wetsontwerp zal het te weinig inwoners krijgen. In andere districten, waar het getal inwoners kleiner is dan 45000, is zulks geen bezwaar, omdat, vooral in grootere steden, het getal inwoners zeer vermeerdert. Dit is hier anders. Door achteruitgang van den landbouw, vermindert het getal inwoners in sommige Gemeenten van dit eiland. Blijkens het Pro vinciaal verslag voor Zeeland, zijn in 1883, uit Schou wen en Duiveland 594 inwoners wegens landverhuizing vertrokken. De Gemeenten Oosterland en Bruinisse hebben sinds de invoering van de eerste Kiestabel in 1850, steeds een gedeelte uitgemaakt van het Kiesdistrict Zierikzee. De eilanden Schouwen en Duiveland vormen als het ware een geheel en maken dan ook één district uit voor het kiezen van Leden van de Provinciale Staten. Met het district Goes daarentegen hebben de inge zetenen van Oosterland en Bruinisse geene punten van aanraking, de reis naar Goes is duur en lastigzelden bezoeken de ingezetenen dezer Gemeenten Goeszoodat overleg met hunne medekiezers, tot het bespreken van gewichtige aangelegenheden de verkiezing betreffende, niet zal plaats hebben. De ingezetenen worden daar door feitelijk van huil stemregt verstoken. De stad Zierikzee wordt door de bewoners van dit eiland, vooral bij marktdagen, herhaaldelijk bezocht, en is daardoor eene plaats waar de Kiezers uit Schou wen en Duiveland elkander ontmoeten en in overleg treden. Op grond van het bovenstaande verzoekt de onder- geteekende eerbiedig, dat het Uwe Vergadering moge behagen, in het aangeboden Wetsontwerp tot herzie ning der tabel, bedoeld in art. 99 der Wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no. 37) zoodanige verandering te maken, dat de gemeenten Oosterland en Bruinisse niet by het district Goes worden gevoegd maar bij het district Zierikzee blijven. Volgen handt.) Een passagier, die Dingsdag 11. met het stoom schip »Willem Prins van Oranje" van de maatscLappij Zeeland" naar Engeland vertrok, kwam in Londen tot de ontdekking, dat hij zijn portefeuille, waarin eenige cheques en een aanzienlijk bedrag in gelds waarde, mistte. Onmiddellijk werd naar Queenboro geseind, waar intusschen genoemde portefeuille reeds door een stewart was gevonden en aan den eersten stewart was overgegevendeze had hem aan den stationchef aldaar overhandigd, die haar op zijne beurt persoonlijk naar Ludgate-Hill bragt en aan den station chef aldaar ter hand stelde. Nadat de portefeuille in het bijzijn van den verliezer geopend was, verklaarde deze dat de cheques aanwezig waren, maar dat een som van 23,000 aan Hollandsche en Engelsche bank noten ontbrak De politie van een en ander in kennis gesteld, be gaf zich Donderdagmorgen bij de terugkomst van het stoomschip aan boord ten einde een onderzoek in te stellen. Met belangstelling ziet men den verderen loop dezer eenigszins duistere zaak te gemoet. Het contracteeren van suikerbieten voor 9 de 1000 K. G. is in de gemeente St. Annaland nagenoeg afgeloopen. Zooals te voorzien was, zullen dit jaar aanmerkelijk minder suikerbieten uitgezaaid worden. Volgens het Landbouwverslag waren er in 1884 145 H.A. met dit gewas bezet, en dit jaar rekent men ruim 2/3 minder. Daarentegen zijn veel meer aardappelen gepoot, en ook meer perceelen voor ajuin bestemd. Men schrijft uit 't Loo, gemeente Duiven, aan de „Arnh. CF": Aanstaanden Vrijdag vertrekken van hier 2 landbouwers en 1 smid met hunne gezinnen, tellende te zamen 19 personen, naar Ghent, Staat Minnesota, in Noord-Amerika. De 2 vertrekkende landbouwers hebben te dier plaatse een vrij belangrijk bundertal land aangekocht, dat reeds gedeeltelijk onder den ploeg is genomen door reeds vroeger van hier daarheen verhuisde familieleden. De in den loop der laatste jaren naar Amerika ver trokken personen uit deze gemeente maken het daar, volgens hunne berigten, allen goed. Wanneer de land bouwonderneming van den heer K., sedert eenige maanden van hier naar Noord-Amerika vertrokken, aldaar gunstig slaagt, zullen wellicht nog meerdere personen van hier naar de Nieuwe Wereld vertrekken, tot verbetering van hunnen financieelen toestand. Het is hier gedurende de laatste iaren vooral voor den pachtboer een slechte tijd geweest. Hooge pachten en slechte jaren. Het is te hopen dat daarin spoedig verandering ten goede komt. Als een bewijs dat in deze gemeente toch nog flinke pachtboeren worden aangetroffen, kan dienen, dat op een dezer dagen alhier gehouden erfhuis van den pachtboer H. van K. alléén de paarden en het vee ruim ƒ6000 opbragten. Naar aanleiding van den dood van de dochter van mr. van Oppen, deelt het »Hbl." het volgende mede, een paar jaren geleden uit den mond van èen kundig arts opgeteekend Gelijk iedereen weet, stroomt het slagaderlijk bloed van het hart door het lichaam, en het aderlijke keert veel langzamer daarheen terug. >Is nu bij eene verwonding een slagader doorge sneden, dan moet de ader afgebonden worden door middel van een stijf verband, desnoods een touw boven de wonde, d. i. altoos tusschen de wonde en het hart. Bij doorsnyding van een ader daarentegen, beneden de wonde, teneinde het bloed, dat naar het hart terug keert en zich dus door de wonde zou ontlasten, tegen te houden. Het aderlijk en slagaderlijk bloed zijn min der aan de kleur, dan wel aan de uitstorting te kennen het eerste loopt met een straal, het laatste met golven. Zelfs bij eene geringe verwonding aan den vinger, waarvan het lastige bloeden niet wil ophouden, is het eenvoudigste, doch doeltreffendste middel, een katoenen draad stevig er omheen gewonden. Pleisters kunnen zich door het wegvloeiende bloed gewoonlijk niet hechten". Bij de plaats gehad hebbende akte-examens te Middelburg zijn o. a. nog geslaagdE. M. v. d. Maas van Wissekerke en J. M. Meerman van Tholen. Hoe duur het oorlogvoeren is, blijkt uit de vol gende cijfers. De oorlog van 1870-71 kostte Frankrijkƒ4,674,600,000, waarbij nog ƒ2,181,000,000 voor het verloren gebied kan gerekend worden. De kosten voor Duitschland, dat den oorlog op 's vijands gebied voerde, waren natuurlijk minder. Zij bedroegen 562,200,000. De Amerikaansche oorlog kostte 4,158,000,000, en de Krim-oorlog kwam Engeland op 2,104,000,000 te staan. Een Middelburgsch winkelier is het slachtoffer geworden van eene welberaamde oplichterij. Tusschen licht en donker vervoegde zich iemand in een winkel die, een rijksdaalder op de toonbank leggende, om het een of ander vroeg. De verlangde waar werd hem af gewogen en geleverd en daarna twee galden en eenig klein geld voorgeteld. Terwijl de winkelier den rijks daalder opnam, verdween de klant, vóórdat nog de winkelier tijd had gehad te bemerken, dat het geld stuk geen halve cent waarde had. Het was n.l. een stuk lood, waarop een papieren rijksdaalder was geplakt. Nu die eene poging zoo goed geslaagd is, kan zij welligt door andere worden gevolgdmen zij dus op zijn hoede. TELKGR A (VI. Louden20 April. De politieke toestand blijft zóó, dat voorbereiding tot den oorlog noodig blijft. De onderhandelingen heb ben een minder gunstig aanzien, daar Rusland nieuwe eischen stelt. KERKNIEUWS. Bij een door de Arrondissements-Regtbank te Zwolle uitgesproken vonnis is de heer J. Kuijpers, pred. bij de Ned. Herv. gemeente te Nunspeet, die, zooals wij meldden, 9 dezer teregtstond als beklaagd wegens hoon en laster, alleen aan het eerstgenoemde feit schuldig verklaard. Hij is veroordeeld tot eene geldboete van 8. Haagsche Brieven. den Haag, 19 April. De Tweede Kamer had zes weken noodig om de Staatsbegrooting af te doen; de Eerste Kamer niet meer dan drie dagen. Slechts twee punten van gewigt leverde deze korte bijeenkomst op de algemeene on tevredenheid der Kamer over den heer Grobbée, en de rede van den heer Fransen van de Putte over de suiker crisis in Ned.-Indië. De Eerste Kamer had in de laatste vier jaren reeds herhaaldelijk te kennen gegeven, dat zij geene Staatsbegrooting meer zou aannemen als het te kort op de gewone middelen door niets anders ge dekt werd dan door schatkistbiljetten. In de laatste jaren bedraagt het te kort op de gewone middelen 23 millioen, voor dit jaar is het geraamd op 20 mil lioen. Gaat het aan vroeg de Eerste Kamer onze gewone middelen te doen sluiten met vlottende schuld tot zulk een lioog bedragwant het mag waar zijn, zoo als de heer Heemskerk beweerde, dat sedert zeventig jaren onze gewone uitgaven altijd door buitengewone middelen zijn gedekt (en hij doelde daarbij vooral op de Indische baten, die ons thans ontvallen zijn), het is niet minder waar, dat buitengewone middelen, die in werkelijke baten bestaan, toch van geheel anderen aard zijn dan buitengewone middelen die in schatkist biljetten bestaan. Tegen de begrooting van Financiën ging een geweldigen storm op. De Eerste Kamer was eenparig in hare afkeuring van 's Ministers beleid, dat zich niet door gemis van werkzaamheid, maar door gemis van standvastigheid kenmerkt. Had de Minister niet, na de verwerping der klassenbelasting in Juni van het vorig jaar, moeten aftreden Was hij dit niet verschuldigd geweest aan zijne eer, aan zijn karakter, aan de constitutionele beginselen, aan het belang van eene zuivere oplossing der financiële questie, welke door hem onopgelost bleef? En kan het houding geven, dat de Minister telkens voor den kwaden indruk, dien zijne belastingvoorstellen maken, terugschrikt? Met de grootste overtuiging zet hij zich aan het werk, maakt eene tabaksbelasting gereed, eene belasting die in alle landen bestaat, die in Nederland misschien wel drie millioen zou opbrengen. Alvorens haar bij de Staten-Generaal aanhangig te maken, dient hij haar in bij de verschillende Kamers van Koophandel, die bijkans alle een ongunstig verslag uitbrengen. Een paar leden in de Tweede Kamer (het krachtigst de heer Gildemeester) verzetten zich tegen de tabaksbelasting, noemen haar (natuurlijk met eenige overdrijving) de ondergang van onzen handel en landbouw en de Minister is onmiddellijk gereed in een zeer diplomatieke onthulling te verklaren, dat de wet zelfs den Raad van State niet zal bereiken. De Eerste Kamer keurde die handeling eenparig af. Toch bleef de Minister aan. Waarom? Vooreerst omdat een deel der Kamer het met de rede van den heer Mees in de Tweede Kamer- eens was, dat het geschikte oogenblik om met den Minister van Financiën over belasting-questiën te keu velen (dat wil zeggen hem te doen tuimelen) zich zal voordoen bij de ontwerpen tot aanvulling van de Wet op de Middelen voor 1885, welke de Minister heeft toegezegd. Waarom zou de Eerste Kamer den Minister vijandiger zijn dan de Tweede In de tweede plaats omdat de heer Heemskerk tot driemalen toe in de Eerste Kamer de verwerping van de begrooting van Financiën eene Kabinetszaak noemde, waaruit viel af te leiden, dat het Ministerie den heer Grobbée niet alleen wilde laten heengaan. Die bedreiging heeft indruk gemaakt. Ziedaar wat een krachtig Minister president vermag. Alleen een premier, die iets van zijne." onmisbaarheid gevoelt, kan zóó spreken. Men zou dus van de beraadslagingen in de Eerste Kamer kunnen zeggende begrooting werd aangenomen, de Minister verworpen. De heer Heemskerk kreeg zijn zin. Zal nu de heer Grobbée beengaan? Maar de heer Grobbée heeft niets te zeggen. De heer Heems kerk heeft hem gemaakt, alleen de heer Heemskerk mag hem afmaken. Het gerucht, dat dadelijk na de Kamer-zitting algemeen vernomen werd, dat de heer Grobbée zijn ontslag werkelijk had gevraagd, heeft zich niet bevestigd, werd ten stelligste tegengesproken. De heer Heemskerk laat den heer Grobbée niet los, en wij zullen vermoedelijk dien Minister terugzien, als over veertien dagen in de Tweede Kamer het werk weer aanvangt. Ik vraag nietwat is er van de stand vastigheid van dezen Minister overgebleven Maar ik vraagwat rest er van zijne zedelijke kracht, waar de heer Pynappel hem toevoegde„het eenige, dat gij bij de aanneming uwer begrooting hebt te doen, is U ^onmiddellijk tot den Koning te wenden met het eerbiedig verzoek dat het Z. M. moge behagen U ten spoedigste eervol ontslag te verleenen." Als zóó de vrienden spreken, hoe moeten dan wel de tegen standers zich doen hooren Wat blijft de vraag zal de Minister van Financiën doen tot versterking der rijksmiddelen Wat is de andere groote vraag, waartoe de jongste discussiën in de Eerste Kamer aanleiding gaven wat zal de Minister van Koloniën doen tot tegemoet koming der suiker-industrie op Java Natuurlijk was de heer van de Putte afkeerig van directe hulp aan de fabrikanten door rentegarantie of protectie, maar toch durfde hij in den tegenwoordigen toestand hulp vragen in den vorm van schorsing voor eenigen tijd, zooal niet opheffing van de uitvoerrechten op suiker, koffie en thee. Die aandrang was van te meer belang omdat zij uitging van hem, van wien de jongste Indi sche tariefsherziening afkomstig was. Bij de verdedi ging zijner tariefwet in 1872 gaf de heer van de Putte de toezegging, dat hij niet zou aarzelen tot opheffing of vermindering van uitvoerrechten het voorstel te doen, zoodra daartegen geene financieele bezwaren meer bestonden en de omstandigheden daartoe geschikt waren. Naar de heer van de Putte meende, bestonden die voorwaarden thans. Hij hoopte dat de Minister de moeder en niet de stiefmoeder onzer koloniën mocht zijn. De Minister van Koloniën bezag de zaak der suikercrisis op kalmer wijze; hij meende dat het grootste gevaar voor de suiker-industrie reeds door de offervaardigheid van de hoofdstad was afgewend. Welke tegemoetkomingen aan de industrieelen verder moeten worden verleend is eene zaak van rijp beraad en de heer Sprenger van Eyk wilde daaromtrent eerst de noodige gegevens verzamelen. Wat Atjeh betreft, gaf de Minister slechts dit advieslaat men op Atjeh niet vertrouwend, maar waakzaam zijn. Den Haag is wederom vol, vau een groote financieele ramp. Van een der voornaamste bankiershuizen heeft de eene vennoot, Felix Polak, zich verwijderd, en de andere Louis Wolff, zich te Antwerpen Donderdag namiddag door een pistoolschot van het leven beroofd. Eene treurige geschiedenis, al behoort zij in de laatste jaren niet tot de zeldzaamheden. De heer Felix Polak dreef onder de sedert eene halve eeuw bestaande firma M. M. Polak en Zonen, een loterijkantoor op deri hoek van de Papestraat, en sedert 1873, onder den naam van „de Haagsche Bankvereeniging", eene bankiers- en kassierszaak. Toen Vrijdag morgen het gerucht zich verspreidde, dat de vennoot Wolff zich voor het hoofd had geschoten, werd het kantoor bestormd door personen die hunne in bewaring gegeven geldswaarden kwamen opeischen. Daags te voren was reeds door een Engelsche firma het faillissement aangevraagd, dat onmiddellijk na het bekend worden van de ramp Vrijdag morgen werd uitgesproken. De procureur Mr. G. van Rossum en de bankier Scheurleer werden tot curators gekozen. Het tekort wordt, volgens de'dag bladen, op zes millioen geschat. Men weet echter daar van op dit oogenblik niets met zekerheid te zeggen. In de laatste zes jaren werden geene balansen gemaakt. De firma had zich in de laatste jaren in groote indus- trieele ondernemingen gestoken, in eene zeer inpro- ductieve ontginning van Drentsche veenen, in de overdracht der centraal-spoorwegmaatschappij, in een consortium tot exploitatie van gasfabrieken in Frankrijk. De zaak moet een toonbeeld zijn van naamlooze ver warring. Depóts en beleeningen moeten spoorloos ver dwenen zijn. De vennooten, die op weelderigen voet leefden, moeten zonder kapitaal zijn aangevangen en jaren lang hebben gesteund op de veelvuldige schakee ringen die het kunstmatig crediet aanbiedt, en op de fondsen die hun ter bewaring waren verstrekt. Naar men zegt zullen vele kleine kapitalisten door dit failissement gevoelige verliezen lijden en zou zelfs een onzer voornaamste oud-Indische generaals, die ook in de Atjeh-tragedie eene rol heeft gespeeld, op zijn ouden dag door dezen schok geheel geruïneerd zijn geworden. V. Stoomboot „ZEELAND." Zierikzee en R, o 11 e r <1 a EN TUSSCHENGELEGEN PLAATSEN. APRIL 1885. in Van ZIERIKZEE: Dingsd. 21 'smorg. 8.- Dond. 23 8.- Zaturd. 25 8.- Van ROTTERDAM: u. Woens. 22 'smorg. 11.u Vrijd. 24 11.— Maand. 27 11.30 De Directeur, A. van GASTEL.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1885 | | pagina 1