B IJ VOEGSEL Zierikzeeschen Nieuwsbode vau Dingsdag 8 November 1881. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD behoorende bij den TE Z I E KI H Z E E, gehouden 29 October 1881. Voorzitter: Mr. J. Mauritsz GanderheijdenBurgemeester. Afwezig zijn de heeren Mr. Moolenburgh en Zuurdeeg. Aan de orde is voortzetting der behandeling van de ge- meentebegrooting voor 1882. UITGAVEN. Bij Hoofdst. V, afd. 2, art. 1 (kosten der Schutterij) wordt goedgekeurd de .begrooting der Schutterij voor 1882 in ontvang en uitgaaf op 928,GO. Bij Hoofdst. VI, afd. 2, art. 1, subsidie Burgcrl. Armbe stuur, wordt de begrooting van dat bestuur voor 1882 goedgekeurd in ontvang en uitgaaf op 9728,51. He subsidie Bedraagt ƒ8640. Hoofdst. VI, afd. 2, art. 2 (verplegingskosten van krank zinnigen) wordt op voorstel van Burg. en Weth. verhoogd met ƒ210, tengevolge eener circulaire van Gedep. Staten van 16 Sept. jl. Bij Hoofdst. VII, afd. 2, art. 1 (jaarwedde leeraars II. B. S.) deelt de Voorzitter mede, dat is ingekomen een voorstel der Commissie van Toeziet op het Middelbaar Onderwijs tot verhooging der jaarwedden van al de leeraren. Burgemeester en Wethouders zullen hieromtrent later een voorstel doen. Bij Hoofdst. VII, afd. 3, art. 1 (jaarwedden lager ouder wijs) deelt de Voorzitter roede, dat is ingekomen een adres van Mej. I. do Bruine, om verhooging harcr jaarwedde. Burgemeester en Wethouders stellen voor die te verhoogeu met ingang van 1 Sept. met 100 en alzoo tc brengen op 600. Mr. Schneiders zal voor dit voorstel stemmendoch meent dat de billijkheid meebrengt ook de jaarwedde van Mejufv. Krenzer-Bax te verhoogeu. Deze toch heeft vele werkzaam heden en het Schooltoezigt is zeer tevreden over haar. Hij stelt dus voor ook hare jaarwedde te verhoogeu tot 600. Mr. Boeije zegt dat het Dagelijksch Bestuur niet voorne mens was de jaarwedden der onderwijzers in het algemeen te verhoogenaan Mej. de Bruine was echter reeds vroeger uitzigt op verhoogin" gegeven en bovendien zou zij zeer waarschijnlijk naar elders solliciteren, indien hare jaarwedde niet verhoogd werd. Beide voorstellen woorden met algemeeue stemmen aangenomen. Bij art. 4 dezer afdeeling wordt, overeenkomstig het advies der Schoolcommissieafwijzend beschikt op het verzoek der hulponderwijzers de Bil en Letzer, om verhoogiug hunner jaarwedden als onderwijzers der avondscholen. Bij art. 15 (Toelage aan de brei- en naaischool) meent de meerderheid der Commissiedat eene afzonderlijke brei- en naaischool hier geheel overbodig is, nu op alle openbare lagere scholen en ook op de openbare avondschool voor meisjes onderwijs wordt gegeven in de nuttige handwerken. Zij stelt daarom voor die school op te heffen en de daarvoor uitgetrokken som van ƒ525 te doen vervallen. Mr. van Kinschot zegt, dat hij dc minderheid in de Com missie was. Hij heeft zich toen reeds tegen de opheffing verklaard en een later door hem ingesteld onderzoek naar deze school, waarmede hij weinig bekend was, heeft bemin zijne meening versterkt. Hij blijft bij zijn gevoelendat die school nuttig werkt, gaat dat nut in bijzonderheden na en stelt dus voor deze te behouden. Daarenboven komt het voorstel der Commissie om deze school op te heffen, hem minder juist voor, daar zij geen gemeente-instelling is. Mr. Moens bestrijdt het door den vorigeu spreker aange voerde. Volgens zijne meening is die school wel degelijk eene gemeente-inrigting. Nu echter op dc lagere scholen voldoende voor het onderwijs in de handwerken wordt ge zorgd meent hij dat de uitgaaf voor de brei- en naaischool wel kan worden bespaard. Mr. Schueiders zou het betreureu als de brei- en naai school werd opgeheven. Het onderwijs in de handwerken op de lagere scholen is niet te vergelijken met dat wat op eerstgeraelde school gegeven wordt. Bovendien worden de goederendie op die school vervaardigd wordenvoor lagen prijs aan de minder gegoeden verkocht, zoodat zij ook van die zijde beschouwd, haar nut heeft. De lieer de Looze is thans tegen de opheffing der school, vooral omdat hij meent dat men de onderwijzeres niet zou kunnen ontslaanzonder haar eene toelage te geven, zooals indertijd aan den heer Mol is gedaau. Mr. Moens kan zich niet vercenigen met dc meening van Mr. Schneiders. Voor meisjes, die de lagere school hebben verlaten, is gelegenheid om bedoeld onderwijs nog te genieten op de Avondschool. Het verkoopeu van goedereu voor lagen prijs aan minvermogendenheeft eenigzins het karakter van armverzorging. Het argument vau den heer de Loozeom trent het geven eener toelage aan de onderwijzeres, is geen argument dat voor het nut der school pleit. Hij blijft dus voor het voorstel der Commissie tot opheffing der school. Mr. van Kinschot verdedigt nog nader zijn gevoelen. Hij meent ook dat liet onderwijs op de brei- en naaischool uitgebreider is dan dat op de lagere scholen. De heer S. J. Ociitman verklaart zich voor de opheffing, omdat de school, naar zijne weeniug, haar redenen van bestaan verloren heeft. Ook Mr. van Manen verklaart zich voor het voorstel der Commissie. Mr. Boeije beweert daarop in bijzonderheden dat deze school eene zeer nuttige instelling is en het onderwijs daarop niet gemakkelijk zal kunnen vervangen worden. Bij opheffing der subsidie, zal men de onderwijzeres toch eene toelage moeten geven en alzoo zal de bezuiniging tot een gering cijfer worden teruggebragt. Mr. van Manen meent, dat het ouderwijs op de brei en naaischool in hoofdzaak wel gelijk zal staan met dat op de lagere scholen. Nu hij heeft gehoord, dat het eene particuliere instelling is, die door de gemeente gesubsidieerd wordt, zal hij zich later tegen het geven eener toelage of pensioen moeten verklaren. Hoe langs zoo meer komt hij tot ac overtuiging, dat deze school eigenlijk is een mengsel van onderwijs cn liefdadigheid. Hij zal dus vóór het voorstel der Commissie stemmen. Dr. Goemans is na bet gehoorde vóór de intrekking der subsidie. Hij meent ook dat, reeds vroeger door dames het nut dier school zeer twijfelachtig genoemd werd. Nadat nog de HH. Mrs. Boeije en Moens het woord fevoerd haddenstelt de heer Houwer voor de subsidie aan ie school voor 1882 te bepaleu op /"250, ten einde de school nog eeiiigcn tijd tc laten voortbestaan. In dien tns- scheutijd kan het herhaling-onderwijs behoorlijk geregeld zijn. Mr. Moens stelt voor eerst te besluiten omtrent de subsidie; de opheffing der school zelve kan door Burgemeester en Wethouders nog worden overwogen. Het voorstel der Commissie om de subsidie van ƒ525 aan de brei- en naaischool te doen vervallen, wordt daarop aangenomen met 6 tegen 4 stemmentegen stemden de HH. Boeije, de Looze, van Kinschot en Schneiders. Bij afd. Vart. I (toelage aati het Harmoniegezelschap //Kunst en Eer,") worden den heer van Manen eenige inlich tingen gegeven. Bij afd. VI (jaarwedde van den privaat-docent in dcLatijnsche en Grieksche talen) deelt de Voorzitter mededat deze thans aan vijf leerlingen onderwijs geeft. INKOMSTEN. Bij Hoofdstuk IV, afd. 1, art. 2 (vergoeding door het Rijk Van 30 pCt. kosten lager onderwijs) maakt de Com-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1881 | | pagina 1