VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD toirè borderellenaanwijzende de kadastrale kenmerken der perceelenwelke in de overgeschreven acten en in de inge schreven borderellen voorkomen. Art. 8. De ingezetenen van liet grondgebied dat naar eene andere gemeente overgaat, of van dat, hetwelk aan eenigegemeente wordt toegevoegdworden van den dag van het in werking treden dezer wet, voor het opmaken der kiezerslijsten en voor de verkiesbaarheid tot leden van den gemeenteraad be schouwd als ingezetenen der gemeente, waartoe zij zijn over gegaan of waaraan zij zijn toegevoegd. Art. 9. Diegenen der in het vorig artikel bedoelde ingezetenen, die bij het in werking treden dezer wet ingeschreven zijn voor de eerstvolgende ügting der nationale militieworden op de registers der gemeenten, waartoe zij daarna behooren, overgeschreven. Gelijke overschrijving geschiedt ten aanzien van de inge zetenen die tot de schutterij behooren. Zierikzke, den 19 October 1881. De Burgemeester en Wethouders, J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN, De Secretaris, J. P. N. ERMERTNS. te Z I E It I K Z K E, gehouden 15 October 1881. Voorzitter Mr. J. Mauritsz Ganderhcijden, Burgemeester. Afwezig Mr. Schneiders. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: I. Verzoekschriften om remissie van Hoofdelijke» Omslag van A. Voorbeitel ad ƒ10,61 en van E. R. van Nes van Meerkerk ad ƒ35,87^. Beide verzoeken worden ingewilligd. Mr. Schneiders komt binnen. II. Een verzoek van J. Dekker, om een der lokalen der voormalige Teekenschool te mogen gebruiken voor een cursus in huis- of handen-arbeid; op voorstel des Voorzitters wordt dit adres gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. Alsnu komt in behandeling het voorstel van de Com missie, benoemd tot onderzoek van het voorstel tot heffing van een vergunningregt op den verkoop van sterken drank in het klein. De Commissie stelt voor bet vergunningsregt te bepalen op ƒ17,50. Naar hun eenstemmig oordeel is de door Burgemeccter en Wethouders voorgestelde som van 25 te hoog en zouden de groote bedrijven in vergelijking met de kleine daardoor veel te zwaar worden gedrukt. De Voorzitter opent de algemeene beraadslagingen. Mr. Moolenburghals rapporteur der Commissie, zegt, dat bij de algemeene beraadslagingen alleen dit te zeggen is dat de wet verpligt om eene gemeente-verordening daar omtrent in het leven te roepen. Men kan alleen in twijfel verkeeren omtrent de boegrootheid van het vergunningsregt. Daarin moet echter ook de billijkheid betracht worden en dat heeft de Commissie ook begrepen. Art. 1 der verordening wordt aangenomen. Bij de behandeling van art. 2, waarbij bepaald wordt dat het vergunningsregt zal geheven worden h 25 van iedere ƒ100 der huurwaarde, met bepaling dat ieder, die tusschen Zaturdag avond 6 ure en Maandag morgen 6 ure niet tapt, eene korting van 25 pCt. zal worden toegestaan, vraagt Mr. Moolenburgh bet woord cn zegt dat de Commissie ge meend heeftmet het oog op de billijkheid ten opzigte der personen die het bedrijf van tapper of slijter uitoefenen, vooral ten opzigte der grootere verkoopers, het maximum niet te mogen loepassen. Wat de kleine kroegen betreft, weinigen zullen er zijn die meer dan 25 zullen moeten betalen, terwijl daarin dikwijls meer verdiend wordt dan in de grootere localen. De taxatie is in ieder opzigt moeijelijk. Het palent is gebaseerd op het beroep, doch daar is niet op aange geven of men koflijbier of sterken drank verkoopt. De grootere localiteiten zouden veel meer worden gedrukt dan de kleine, waar bepaald alleen sterken drank wordt verkocht. Daarom heeft de Commissie gemeend, den middenweg te moeten bewandelennl. tusschen het maximum cn het minimum dat de wet toestaat en alzoo bet vergunningsregt te bepalen op ƒ17,50. Mr. Boeije herinnert, dat de wet ruimte gelaten heeft van ƒ10 tot 25. De beoordeeling wat hier zal betaald wordenhangt af van ieders oordeel. De Commissie stelt homogeen ƒ17,50 uit het oogpunt van billijkheid. Het Dagelijksch Bestuur ging ook uit van het standpunt der billijkheid en daarom ging men mede met de bedoeling der wet, nl. de stipte naleving daarvan, want laat men vrij spel, dan gaat de bedoeling der wet verloren. De Com missie maakt bepaald bezwaar omdat de groote localen te zwaar zouden worden belast, doch zij vergeet dat niet de localcn in de eerste plaatsmaar het verbruik tot maatstaf zal genomen worden. Stel bv. een kleine kroeg, waarin 100 vaten per jaar worden getapt, cn een groote zaak met café, enz., waarin evenveel wordt getapt, dan is het geheel in de bedoeling van de wet oin de eerste soort te treffen. Het Dagelijksch Bestuur meent alzoo dat de voorgestelde som van 25 niet zóó bezwarend is voor deze gemeente als de Commissie dit voorstelt en handhaaft het voorstel. Mr. van Kinschot stelt voor om te doen vervallen de vermindering ad 25 pCt voor het niet tappen tusschen Zaturdag avond en Maandag morgen; dit is reeds aange geven bij de algemeene wet en alzoo heeft de Raad daartoe geene bevoegdheid. Mr. Moolenburgh zegt, dat het gezegde van Mr. van Kin schot ook aanvankelijk het denkbeeld der Commissie was, daar het van zelf uit de wet voortvloeit. Het kan toch echter geen kwaad verband te brengen tusschen de invordering en ae heffing. Hierop volgen tusschen de heeren Mrs. Moolenburgh, Boeije en van Kinschot eenige beschouwingen van admini stratieven aard over de wijze van invordering van het ver gunningsregt. Mr. van Manen stelt voot het vergunningsregt te bepalen op ƒ25 en ziet niet in het benadeelen der groote lokalen. Air. Moens zal ook meegaan met het voorstel van Burge meester en Wethouders. Hij noemt deze belasting proble matiek, en de ervaring heeft geleerd, dat het gemakkelijk is eene belasting te verlagen, doch moeilijk die te verlioogen. Hij zou willen dat men eerst de werking der wet afwachtte, dan kau men later naar ondervinding handelen. De heer de Looze zegt dat de Raad gehoord heeft het rapport der Commissie om het vergunniugsregt te bepalen op ƒ17,50. Hij zou dit wel op ƒ15 bepaald willen hebben, want deze wet is van zeer ingrijpenden aard, vooral voor hen die thans eene gemengde zaak uitoefenen. Zij worden bena deeld in hunne inkomsten en terwijl de regering aan regters die hunne betrekking wordt ontnomen, een wachtgeld toestaat, geeft zij aan neringdoenden, die de helft van hun bestaan verliezennietsen Kelast hen nog bovendien met eene nieuwe belasting, onder den naam van vergunningsregt. De lieer Zuurdeeg zegt, dat hij meent dat de wetgever niet liet grootste heil ziet in een hoog vergunningsregt. Alsnu wordt in stemming gebragt liet voorstel der Com missie om het vergunningsregt te bepalen op ƒ17,50 van elke ƒ100 huurwaarde of gedeelte daarvan. Dit voorstel wordt aangenomen met 9 tegen 3 stemmen. Tegen stemden de HH. Mrs. Boeije, van Manen en Moens. Het amendement van Mr. van Kinschot om de bepaling ten opzigte der vermindering van 25 pCt. voor het niet-tappen tusschen Zaturdag-avond en Maandag-morgen te doen vervallen wordt verworpen met 10 tegen 2 stemmen. Vóór stemden de HH. S. J. Ochtman en Mr. van Kinschot. Op voorstel van Mr. van Manen wordt met 8 tegen 4 stemmen besloten den eed voor de schatters te doen ver vallen en dien te vervangen door eene belofte. Tegen stem den de HH. Mrs. Schneiders, Boeije, Moens en van Kinschot. Na eenige kleine wijzigingen in het besluit cn de veror dening op de invordering van het vergunningsregt worden deze met algemeene stemmen goedgekeurd. Alsnu brengt Mr. Moolenburgh rapport uit namens de Commissie benoemd tot onderzoek van liet voorstel tot wijzi ging der verordening op de invordering van den Hoofdclijkcn Omslag. Naar aanleiding der Wet van 28 .Tunij 1881 (Staatsblad no. 102) stellen Burgemeester en Wethouders voor de artt. 6 cn 9 der verordening op de invordering van een hoofde- lijkcn omslag in deze gemeente aldus te lezen //Nadat liet onderzoek der aangiften is volbragt, wordt het kohier door Burgemeester en Wethouders opgemaakt en door den Raad vastgesteld." //Nadat het kohier overeenkomstig de wet is vastgesteld en goedgekeurdwordt het onmiddelijk aan den ontvanger ter hand gesteld." De Commissie adviseert tot goedkeuring dier wijziging. Aldus besloten. Bij de gewone omvraag vraagt de lieer de Looze of de goedkeuring van Gedcp. Staten reeds verkregen is op den koop der Garancinefabriekopdat zoo mogelijk in den aan staanden winter met den afbraak zou kunnen worden begonnen en alzoo werk verschaft worde. De Voorzitter zegt dat de goedkeuring is aangevraagd. Nadat de lieer van Kinschot de aandacht, gevestigd heeft op liet. voortdurende stinken der Zoute Grachtsluit de Voor zitter de vergadering. Uitgevers: DE LOOZE WAALE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1881 | | pagina 3