moeten komen te leggen, een afstand, 106 ver, dat er van //dragen" door de stads-arbeiders geen sprake meer wezen kan en bijgevolg alles per as zou moeten plaats hebben, dat noodwendig grootere kosten veroorzaakt. Zij vermeenendat zij door den voorgestelden maatregel minstens 600 per jajir meer loon zouden moeten uitbetalen zij vertrouwen dat de Raad geen gevestigde ingezetenendie natuurlijk bezwaard zijn met hunne gemeentelijke opbrengsten, zoo maar ter wille en ten gevalle van eene- nieuwe onderneming zal willen fnui ken, en verzoeken daarom dat de Raad liet voorstel van Burgemeester en Wethouders zal wijzen van de hand en de stoomboot //Zeeland" eene plaats zal aangewezen worden, die den handel van hen niet benadeelt, niet hindert en niet krenkt. Naar aanleiding dezer adresseii wenscht de Voorzitter de stukken betreffende deze zaak voor de leden ter visie te leggen en de behandeling aan te houden tot eene vergade ring in de volgende weok. Mr. Moolenburgh zegt, dat indien alle stukken worden ter visie gelegdmondelinge toelichting overbodig ishij wcnschte echter wel eens te vernemen welke bezwaren er thans ver bonden zijn aan het vroeger gedane voorstel om de //Zeeland" aan het Karsteil te leggen. De heer Houwer deelt mede, dat die boot moeilijk aan het Karsteil zal kunnen leggen; door zijne breedte zou hij veel nadeel toebrengen aan de schipperij, door het afbreken van touwen, bolders enz. Maar ook met liet oog op de los- en laadplaats van hooi, suikerbieten enz., zou de plaats aan het Karsteil vrij "moeten blijven. Mr. Moens weet dat de zaak urgent is; in de laatste dagen en zelfs nog heden morgen hebben Burgemeester en Wethouders zich daarmede bezig gehouden en hij zou wel wenschen dat de Raad zooveel mogelijk daaromtrent werd ingelicht. Hij verzoekt daarom den Wethouder Houwer een en ander nader toe te lichten. De heer Houwer bespreekt de kosten der verschillende plannen die ter sprake zijn gebragt en geeft daaromtrent nadere inlichtingenhet tweede plan was het kostbaarste en daarom is het Bestuur er van afgezien; het derde plan, afgezien de bezwaren voor de bootenwas belemmerend voor de scheepvaart en ook voor den handelhet vierde plan heeft men laten varen naar aanleiding van een onderzoek van deskundigenook met het oog op de kosten van uit dieping; tegen het vijfde plan, om de «/Zeeland" te leggen aan het Luitjebestond ook bezwaaromdat de grond daar steeds zakt; het zesde plan, om de Spoorboot te leggen aan de kop van het Luitje kon ook niet, daar dit punt steeds dient als ligplaats voor alle groote en kleine uit gaande schepen, en het 7de plftn (een uitloopende steiger) zou de gemeente op veel hoogere kosten brengen. De heer van Nes stelt voor, om de Spoorboot en de Zierikzeesche boot op te doen schuiven naar het Luitje en de //Zeeland" achteraan te doen leggen. De regeling der orde van de booten kan toch geen hoogere kosten van uitdieping geven. Mr. Moolenburgh stelt voor, dit in zeer ernstige over weging te namen, daar dit idéé hem toelacht. De Voorzitter deelt mede, dat dit een nieuw plan is eai door het Dagelijksch Bestuur zal overwogen worden. Mr. Boeije vraagt of er bezwaar zou bestaan om de drie booten gebruik te doen maken van de twee thans bestaande paardentrappen. Hij meent dat dit zeer goed kan, daar zij toch zelden gelijk zullen, aankomen of vertrekken, en mogt dit het geval zijn, dan zou de eene naast de andere kunnen leggen en daarover heen laden of lossen, zooals dit ook in groote plaatsen het geval is. De Voorzitter zegt dat daartegen bezwaar zal bestaan, waarop mr. Boeije antwoordt dat steeds bezwaren zullen blijven bestaan, die niet allen weg te nemen zijn. Dr. Goemans zegt, dat de Raad thans niet mag treden in de regten, eerst onlangs aan Burgemeester en Wethouders opgedragen. De vraag is alleen kan de Raad credict ver leenen Maar nog eene andere vraag moet men voor iedere nieuwe onderneming, die lust heeft ons isolement op te heffen, een crediet aanvragen Laat men aan iedere nieuwe onder neming eene ligplaats aanwijzen en hen zelf laten zorgen voor eene los- en laadplaats. Daarom stelt hij voor, dat de Raad thans beslisse of zij al of niet crediet zal verleenen. De Voorzitter en de Wethouder Houwer herinneren aan het voorstel om de behandeling dezer zaak aan te houden, ten einde de ingekomen adressen te overwegen en daarna te beslissen. Mr. Moens erkent dat de beschikking over de ligplaatsen bij Burgemeester en Wethouders behoort, doch de Raad beschikt over het credietbeide zaken zijn onafscheidelijk. Het denk6eeld van den heer Boeije is om de zaak te vereen voudigen. Indien echter de eene boot achter de andere ligt, dan geeft het dit bezwaar, dat die boot niet in zijn zaat ligt, dat vooral bij het lossen en laden van goederen over eene andere boot zeer belemmerend is. Het plan van den heer van Nes is nieuw. Burgemeester en Wethouders wilden zoo weinig mogelijk verandering brengen in bestaande toe standen. Thans heeft de Zierikzeesche boot zijn ligplaats over liet kantoor en om dat zooveel mogelijk te behouden was het plan gemaakt, dat f 4600 zou kosten. Door het voorstel-van Nes wordt weinig of niets gewonnen. Misschien de kosten van een paardentrapdoch dit is zelfs nog onzeker. Met het eerste plan van Burgemeester en Wethouders was alles behou den, ook de belangen der pakhuizen, 't Is waar, privaat belang moet voor publiek belaug wijkendoch hij acht dat de handeldie hier nog iswel alle mogelijke bescherming mag genieten. De lieer Ochtman meent dat het niet aangaat, telkens credieteu te verleenen onder den naam van algemeen belang. Thans heeft men het voor een tweede-', later voor een derde boot, maar dan wordt liet geen algemeen- maar particulier belang. De thans bestaande Maatschappijen hebben toch wel eenig regt op hunne ligplaatsen. Hij stelt daarom voordat de Raad geen crediet zal verleenen, doch Burgemeester en Wethouders zal magtigen tot liet stellen van vloeipalen en trap, terwijl alle overige uitgaven voor rekening der belang hebbenden blijven. Mr. Moolenburgh meent, dat het denkbeeld van den vorige» spreker niet ver genoeg of te ver gaat. Hij zou wenschen dat de Raad uitspreker dat zij ieaer industrieel wil ondersteunen van materiëele zijdedocli rekening koude met dén toestand van de onderneming. Om nu reeds te bepalendat men geen credict zal verleenen acht hij gevaarlijk. Mr. Bociic geeft nadere opheldering van zijn voorstel. Ieder raadslid zal toch gaarne willen medewerken om de communicatie te helpen verbeteren en daarpm meende hij dat de gemeente verpligt is om iedere maatschappij gebruik te doen maken van de bestaande twee goede ligplaatsen. Hij zal daarom gaarne meegaan met ieder denkbeeld, dat bevorderlijk kan zijn om de verschillende diensten te helpen en daarbij niet alleen bet oog hebben op de bestaande maat schappijen. De behandeling au fond wcnschte hij uit te stellen tot de volgende vergadering. Do Voorzitter wenscht in omvraag te brengen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitstel cler behandeling dezer zaak. Mr. van Manen meent dat het voorstel van den heer Ochtman of de Raad al dan niet crediet zal verleenen prioriteit verdient. Dc lieer Ochtman wijzigt zijn voorstel aldusdat in deze geen crediet zal worden verleend. Hij protesteert tegen dc uitdrukking van Mr. Boeijeals zou hij gesproken hebben alleen in liet belang van de bestaande maatschappijen. Hij heeft alleen het belang der burgerij op het oog. Dc heer van Nes zal tegen hot voorstel van den heer Ochtman stemmen. Iedere vermeerdering der middelen van communicatie is in het belang der burgerijdoch steeds zou hij borgstelling wenschen van dc betrokken maatschappijen voor de aan de gemeente veroorzaakte kosten. Dr. Goemans wenscht faciliteit voor de op te rigten maatschappijendoch tevens dat de gemeente de kosten niet zal dragen. Mr. Boeije verklaart den heer Ochtman, dat hij alleen wenschte dat alle booten gebruik kondeu maken van de bestaande aanlegplaatsen. Mr. van Manen wenschte gaarne eenige nadere inlichtingen van den heer Ochtman, waarom aan de boot der firma Kloos geen behoorlijke ligplaats kan worden aangewezen. Z. i. moet ieder nieuw communicatie-middel zooveel mogelijk begunstigd worden. De lieer Houwer wijst er op dat de gemeente geen schade kan lijden, daar de firma Kloos eene som bescnik- baar moet stellen in evenredigheid van de kosten. De heer Ochtman zegt, dat er thans waarlijk geen be hoefte aan vermeerdering van communicatie-middelen te water bestaat: een tweede boot is in de vaart, de derde is aan gekondigd en uit het adres van Commissarissen der Spoor- .boot blijkt dat weldra eene vierde boot op Rotterdam in de vaart zal komendaarenboven heeft men twee booten via Zijpe. Mr. van Manen meent, indien men de tweede boot zoo slecht behandelt, de overige zullen afgeschrikt worden. De heer de Looze stelt voor de verdere behandeling dezer zaak aan te houden. Het voorstel van den heer Ochtman wordt verworpen met 7 tegen 3 stemmenvdór stemden de lieeren Ochtman, Goe mans en de Looze. Daarna wordt het voorstel van Burgemeester en Wethou ders om de behandeling dezer zaak aan te houden met al- gemeene stemmen aangenomen. Na omvraag sluit de Voorzitter de Vergadering. Uitgevers: DE LOOZE WA.A.LE,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1881 | | pagina 4