BIJVOEGSEL
Ziei'ikzeeschen Nieuwsbode van Dingsdag 10 December 1878.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
behoorende bij den
TE
ZIEK IKZEE,
gehouden den 6 December 1878.
Voorzitter Mr. J. Mauritz GanderbcijdenBurgemeester.
Afwezigde HH. de Jonge, Schneiders van Greijffcns-
wcrth, Pilaar, Boeije en van JJes van Meerkerk.
De notulen van het verhandelde ter vorige vergadering
worden voorgelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Boeije heeft kennis
gegeven, dat hij door ongesteldheid verhinderd is deze ver
gadering bij te wonen en stelt daarop aan de orde de
behandeling van het voorstel van den heer Moolenburgh yom
//gunstig te beschikken op het verzoek van de Hoeren van
//Manen c. s., om een der lokalen van de Meisjesschool te
//mogen gebruiken voor het geven van godsdienstonderwijs,
//onder zoodanige voorwaarden, als Burgemeester en Wethou-
«ders zullen noodig vinden te bepalen." De beslissing omtrent
dit voorstel is in vorige vergadering, wegens staking van
stemmenuitgesteld.
Niemand het woord verlangende, wordt dadelijk tot stem
ming overgegaan en tot aanneming besloten met 5 tegen
2 stemmen, die van de HH. Fokker en Mocns.
De Voorzitter deelt mede, dat van Gedeputeerde Staten
de gevraagde magtiging is ontvangen tot gemeenschappelijke
regeling van het onderhoud van den straatweg naar Brou
wershaven met de daarbij betrokken besturen. Het voorstel van
Burgemeester en Wethouders omtrent deze zaak kan echter niet
behandeld worden, aangezien de heer Mocns, als voorzitter
der Commissie voor den straatweg, zich van medewerking I
moet onthouden en nlzoo geen genoegzaam aantal leden
overblijft om een besluit te nemen.
Het punt wordt tot de volgende vergadering aangehouden.
De volgende ingekomen stukken worden ter tafel gebragt
I. Vier brieven van Gedeputeerde Statenberigtende
a. de goedkeuring van het Raadsbesluit van 29 Oct. jl.
tot regeling van eenige levernntiën en andere werken ten
behoeve der gemeente bij wijze van jaarlijksch abonnement;
b. de goedkeuring van het suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag voor 1878;
c. de berusting in het subsidie, voor 1879 aan het Bur
gerlijk Armbestuur verleend
d. de goedkeuring der begrooting voor de dd. Schutterij
voor 1879.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
II. Brief van Jhr. Mr. A. J. Rethnan Macaré, berigtende
het overlijden van zijn broeder Jhr. Mr. P. J. F. Rc.thnnn
Macaré.
Burgemeester en Wethouders hebben gemeend in den geest
van den Raad te handelendoor een brief van rouwbeklag
te zenden aan de betrekkingen van den overledene.
De vergadering hecht hieraan hare goedkeuring.
III. Brief van Baron de Posson, adjudant van Z. M. den
Koning, houdende dankbetuiging voor de aan Z. M. aange
boden gelukwenschenter gelegenheid van H. D. verloving.
Voor notificatie aangenomen.
Hierop komt in behandeling het voorstel van Burgemeester
en Wethouderstot den verkoop van 5 opgaande boomen
bij het sas, bij de woning van den heer Bevelander en van
22 boomen langs de Regenboogstraat (het Padje). De eerst
genoemde 5 boomen zijn slagtbaarde 22 laatste moeten
voornamelijk worden geroeid ,tot verbetering van den weg
die anders niet goed te maken is.
Wordt conform besloten.
De Voorzitter deelt mededat bij de verkiezing op
20 November jl.ter vervanging van den heer Blankert
wegens vertrek tot Raadslid is benoemd de heer A. Giljatu
en dat van het nieuwe lid de geluofsbrief en de daarbij be
hoorende stukken zijn ingekomen. Hij stelt deze stukken in
handen eener Commissie tot onderzoekbestaaude uit de
HH. Moens, Labrijn en Ochtman.
De vergadering wordt hierop geschorst: bij heropening
deelt de heer Moens mededat de Commissie de stukken
in orde heeft bevonden en tot toelating adviseert.
Wordt conform besloten.
De Voorzitter geeft kennis, dat de volgende boekwerken
ten geschenke zijn ontvangen
a. Wetboekje voor het openbaar verkoopen van roerende
zaken en voor het beheer der Strandvonderijvan den schrijver,
den heer J. Franse
b. Inventaris van het oud Archief der Provincie Zeeland,
deel II, 3de aflevering (11191574), van de Commissie
over de Provinciale Bibliotheek.
De vergadering vereenigt zich met het voorstel van den
Voorzitterom deze boekenonder dankzegging aan de
inzenders, ter visie te leggen voor de leden en daarna te
plaatsen in de boekerij.
De Voorzitter brengt in behandeling vier verzoekschriften
om remissie van hoofdelijken omslag voor 1878, wegens
vertrek uit deze gemeente. Overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders verleent de Raad de volgende
ontheffingen
a. aan C. Cornelisscthans te Rotterdam voor 2 maanden
of ƒ3,80;
b. aan D. Ilagcthans te Brouwershaven voor 2 maanden
of ƒ1,90;
c. "ban C. J. Hopman thans te Rotterdam voor 3 maanden
of ƒ2,13';
d. nan wed. J. Korsten thans te Assenvoor 2 maanden
of 1,90.
Verder is ingekomen van II. van Dijke en verdere bij
zonder belanghebbenden bij den weg //het Padje" (de
Regenboogstraat) een verzoekschrift tot verbetering van dien
weg, waaraan bij toenemend verkeer dringende behoefte
bestaat, en tot betere verlichting aldaar en aan het eind
der Weststrnat.
De Voorzitter zegtdat Burgemeester en Wethouders over
tuigd zijn van de wenschelijkheid om den bedoelden weg te
verbeteren, doch dat die verbetering onmogelijk is zoo lang
de boomen daar aanwezig blijven. Dit is dc reden waarom
het Dagelijksch Bestuur besloot aan den Raad den verkoop
der boomen aan het Padje voor te stellenreeds vóér het
adres was ingekomen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, dat de Raad
zal besluiten
1." aan hen op te dragende verbetering van den bedoelden
wegop zoodanige wijs, als hen na dc roeijing der boomen
noodig zal voorkomen
2.° aan het verzoekbetreffende betere verlichting te
voldoen door een lantaarn te plaatsen op het daartoe meest
geschikte punt.
De. heer Zuurdeeg is bij eigen ervaring volkomen over
tuigd van de noodzakelijkheid van verbetering, maar drukt
de wenschelijkheid uitdat cr een termijn van uitvoering
worde bepaaldom zeker te zijndat in een volgenden
winter de verbetering tot stand gebragt zal zijn.
Dc Voorzitter en de heer Moens lichten den heer Zuurdeeg
toe, dat een vasten termijn niet te bepalen is, doch dat uit
liet reeds goedgekeurd voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot opruiming der boomen voldoende blijkt, dat het de
bedoeling van het Bestuur is, den raeesten spoed te maken.
Nadat de heer Zuurdeeg zich met deze toelichting tevreden
verklaard hadwijst nog de heer Fokker er opdat eerst in
January met het roeijen der boomen kan worden begonnen
en dat er in dit saizoen weinig gelegenheid meer zal zijn
om den weg te gaan maken. Ilij releveert dit, opdat
belanghebbenden zich niet zouden vleijen, dat reeds dezen
winter de weg in orde zal komen.