van toepassing kan zijn, in het bijzonder niet bij het ge
meenschappelijk dragen van de kosten der gemeente-huis
houding.
Vervolgens de redenen nagaande, waardoor de voorstellers
zich hebben doen leidenbespreekt de Commissie
1°. het verkrijgen van meer gelijkheid der draagkracht.
Zij weerspreekt met aanhalingen uit de overgelegde tabellen
dat dit overigens goede doel door de aanneming van het
voorstel zou kunnen bereikt worden. Zij neemt aandat het
denkbeeld om door progressie der belasting ecue meer gelijk
matige verdeeling tot stand te brengen, eene illusie is, niet
vatbaar voor verwezenlijking;
2°. het niet uitgesproken, doch in de Memorie van Toe-
lichting slechts aangegeven beginsel„de progrestieve aantlag
een correctief tegenover te lage aangiften
Indien werkelijk het kwaad van tc lage aangiften bestaat,
dan is dit eene onzedelijkheid die door de progressie, dat
is hoogere percenten voor hoogere klassen, juist in de hand
gewerkt wordt. Het middel is niet goed gekozen, doch ook
overbodig, omdat de Raad is geroepen de aangiften te con
troleren en, zoo daartoe redenen bestaan, er verandering in
tc brengen.
Eene niet onbelangrijke wijziging bevat het voorstel in
„de aantlag van de personenniet meer van de gezinnen."
De meerderheid der Commissie vreest, dat hieruit nadeel
voor de gemeente zal ontstaan in de toepassingde minder
heid, die zich-met dit deel van het voorstel vereenigt, wenscht
verandering in de redactie. Ook zoudenbij aanneming
meerdere artikels van het Besluit tot heffing moeten gewijzigd
worden.
Verder wenschen de voorstellers //dat dc aanslagen in de
//rijks-personele belasting en de aard en den omvang van de
//bedrijven en neringen in verband tot anderen, in den aan-
//slag der patentbelasting" bij de beoordeeling van den uitcr-
lijken staat der aangevers in aanmerking genomen zullen worden.
Ten deele heeft dit reeds plaats; de aanslag in patentbe
lasting kan hier echter naar de meening der Commissie niet
dienen, terwijl het stelsel van onderlinge vergelijking tc zeer
misbruikt wordt, om het niet streng te vermijden.
De laatste voorgestelde wijziging houdt ina dat van
elke 10000 meer inkomen dan ƒ50000 eene verhooging
van percenten zal worden betaald, telken jarc door den Raad
te bepalen, en b dat de aanslag voortaan zal geschieden
niet naar het laagste cijfer dat iedere klasse aangeeft, maar
naar het midden cijfer.
De Commissie beschouwt, dat het sub a genoemdeniet
met de wet of de billijkheid is overeen te brengen.
Ismen van oordeel, dat er in de gemeente ingezetenen zijn
of zullen komen, die een inkomen van ƒ60,000 of meer
hebben, dan zon de rationele weg zijn een of meer klassen
aan de bestaande toe te voegenuit net voorstel zou onregt-
vaardigheid voor de meer vermogende klassen geboren kunnen
worden. De voorgestelde wijziging sub b, aanslag naar het
middencijfer, wordt door de voorstellers aanbevolen //omdat
//alleen op die wijze aan den wensch tot vermindering der
//opcenten kan worden tegemoet gekomen." De Commissie
noemt dit onjuist en de bepaling zelve ondoelmatigdoor
aanneming van het middencijfer zal een grooter totaal van
het gemeenschappelijk inkomen worden verkregen dan door
toepassing, zooals thans plaats vindt, van het laagste cijfer
doch bij gelijk bedrag van hoofdelijke» omslag zal het door
ieder verschuldigd bedrag hetzelfde blijveu, als in het eerste
geval de percenten lager, in het laatste geval als die hooger
gesteld worden met cijfers wordt dit nader toegelicht. Zoo
intusschen uit dit oogpunt door de wijziging alles gelijk zou
blijven, moet toch de Commissie aantoonen, dat het voorstel
een absoluut onregt zou aandoen aan hendie volgens hunne
klasse wel het minimum inkomen hebben, maar beneden het
middencijfer blijvendeze zouden over een hooger bedrag
belast worden, dan hun inkomen bedraagt; daarom kan dit
voorstel niet aangenomen worden.
Na behandeling van nog eenige ondergeschikte punten,
die meer den vorm en de redactie betreffen, komt de Com
missi e tot de conclusie:
//Dat zij zich genoopt ziet den Raad te adviserenoin noch
„a het voorstel tot wijziging van de verordening op de
//heffing van den hoofdelijk en omslag, noch b het voorstel
//tot wijziging van de verordening op de invordering dier
//belasting, noch c het voorstel tot-wijziging van hetRaads-
vbesluit tot heffing van opcenten op de personele belasting
z/aan tc nemen en
z/dat zij, hoezeer erkennende, dat eene verhooging van den
//hoofdclijken omslag en eene vermindering der opcenten op
//het personeel bij wijze van proefneming zou kunnen worden
«aanbevolen en dat in die voorstellen, betreffende de heffing
«en invordering van den hoofdelijke» omslag enkele onder
geschikte punten voorkomen, die de voorkeur schijnen te
«verdienen hoven de bestaande bepalingen bij hare uit-
«gedrukte meeuitig, dat de voorstellen in hoofdzaak en in
„hun geheel niet aannemelijk zijn te achtengeen amende-
«ment aanbiedt op de voorstellen betrekkelijk het bedrag van
«hoofdclijken omslag en opcenten op het personeel en het
«overbodig achten aangaande de ondergeschikte punten be-
paalde voorstellen te formuleeren, te meer omdat naar haar
«oordeel de tijd niet ver af kan zijn, waarop door den
«algcmcenen wetgever eene verandering in het Rijksbelasting-
«stclsel zal worden behandeld, die, zooals reeds te voren is
«opgemerkt, noodwendig invloed op het financiewezen der
«gemeenten zal uitoefenen."
De "Voorzitter stelt voor het verslag ter visie te leggen,
om het onderwerp later tc behandelen.
Op voorstel van den heer de Jonge wordt besloten het
stuk met het voorstel en de bijlagen te doen drukken en
aan de leden rond te doelen.
Nog is ingekomen het verslag der Commissie tot onder
zoek ucr rekeningen over 1877 van het burgerweeshuis, de
dd. Schutterij en het Harmoniegezelschap Kunst en Eer.
De lieer de Jonge, namens de Commissie, rapporteert dat
de rekeningen zijn onderzocht en in orde zijn bevonden en
doet mitsdien het voorstel
a. tot goedkeuring van de rekening van net Burgerweeshuis
met een ontvang van8901,04s
uitgaaf - 7994,82
goed slot 906,72'
b. tot voorloopigo goedkeuring der rekening van de Schutterij
met een ontvang vanƒ1045,50
uitgaaf - 1028,50
goed slot 17,—
c. tot goedkeuring der rekening van het Harmoniegezelschap
Kunst en Eer met een ontvang van 522,21®
met een uitgaaf van- 655,106
nadeelig slot 132,89
De Commissie vraagt eenige opheldering omtrent een post
van nog niet ingekomen renten van kapitalen op het Groot
boek der Nationale schuld, behoorende aan het Weeshuis,
waarop de heer Moens toelicht, dat die post betrekking heeft
op eene inschrijving, waarvan de procuratie tot ontvangst
der rente moest vernieuwd worden en bij welke gelegenheid
ook het oude hoofd «Oude Mannen- en Vrouwenhuis' moest
veranderd worden in «Burgerweeshuis." Door deze formalitei
ten is eenige vertraging ontstaan en zal het bedrag eerst in
het loopend jaar ontvangen worden.
Verder beveelt de Commissie aan eenige baar noodzakelijk
voorkomende verandering te maken in den vorm der rekening
van het Weeshuis, die zij overigens onberispelijk oordeelt.
Hierna worden de rekeningen sub a en c definitief en die
sub b voorloopig goedgekeurd.
Bij de behandeling der rekening van het Burgerweeshuis
heeft de heer Fokker, bij die der Schutterij de heer Moens,
de vergadering verlaten, beide als rendant.
Niemand verder iets hebbende voor te stellen, sluit de
Voorzitter de Vergadering.
UitgeversDE LOOZE WAALE.