BIJ VOEGSEL
Zierikzeeschen Nieuwsbode van Dingsdag 6 Augustus 1878.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
behoorende bij den
TE
ZIERIKZEE,
gehouden den 2 Augustus 1878.
Voorzitter Mr. J. Mauritsz GanderheijdenBurgemeester.
Afwezig zijn de Ileeren Fokker, Moeus, Modtenburgh,
Pilaar en Labrijnalle met kennisgeving. De Heer Schneiders
van Greijtïenswerth komt onder het lezen der notulen ter
vergadering.
De notulen van het verhandelde in de vergaderingen van
12 Junij en 30 Julij jl. worden voorgelezen en goedgekeurd.
Van Gedeputeerde Staten zijn de volgende brieven ingekomen:
1.° Drie stuks, houdende goedkeuring der raadsbesluiten
van 12 Junij jl., tot verhoogiug der jaarwedde van don
hulponderwijzer Lemson, tot beschikking over den post voor
Onvoorziene Uitgaven, begrooting 1878 en tot het doen van
af- en overschrijvingen, begrooting 1877;
2.* ten geleide van het goedgekeurd kohier van den hoof-
delijken omslag voor 1878.
Al deze brieven worden voor notificatie aangenomen.
3.* betrekkelijk eene algemeeno herziening der jaarwedden
van Gemeente-ontvangers in deze provincie. Gedeputeerde
Staten wenschen die van den ontvanger dezer gemeente vast
te stellen op 1200 en het gevoelen van den Raad daarom
trent te vernemen vóór 15 Augustus aanstaande.
Burgemeester en Wethouders zijn voor de voorgestelde
verhooging op grond van de verdienstelijke wijze, waarop de
ontvanger zijne taak vervult.
De Heeren Mulock Houwer en Ochtman verklaren zich
wegens bloed- en aanverwantschap van stemming te zullen
onthouden.
Het overschietend aantal loden onvoldoend zijnde om te
kunnen besluiten, wordt deze zaak aangehouden tot eene
volgende vergadering en worden inmiddels de stukken ter
visie gelegd voor de leden.
Van den Commissaris des Konings is ingekomeu de uitnoo-
diging tot het opmaken cener voordragt van een dubbeltal
voor 2 leden van het collegie van Zetters, ten gevolge der
periodieke aftreding op 31 December a. s. van de Heeren
J. van der Linden en C. van der Vliet Dz.
De Voorzitter deelt mede, dat de Heer van der Vliet
verzocht heeft niet meer in aanmerkiug te komen.
De uitslag der stemmingen is, dat op de voordragt worden
geplaatst, ae Heeren: J. van der Linden, A. Giljam, A.
Buijze Mz. en P. Labrijn.
Voorts zijn ingekomen 5 verzoekschriften om ontheffing
van hoofdelijken omslag
1.° van Ds. P. van der Veen, aangeslagen in de 25ste klasse
voor f 35,62®, wegens vertrek naar Alkmaar in het einde
van Junij, voor 6 maanden of 17,81
2.° van J. L. Hertstein, aangeslagen in de 26ste klasse
voor ƒ28,50, wegens vertrek naar Amsterdam den 25 Junij,
voor 6 maanden of 14,25
Op beide wordt toestemmend beschikt.
'3.° van J. Borghstijn, aangeslagen in de 27ste klasse voor
ƒ22,80, wegens vertrek naar elders met einde April, voor
8 maandeu of ƒ15,20.
Burgemeester en Wethouders stellen voor op dit verzoek
afwijzend te beschikken. Adressaut heeft vóór zijn vertrek
bij net aanvragen van een paspoort naar het buitenland ver
zocht hier ingeschreven te olijven. Hij heeft alzoo hier zijn
hoofdverblijf eu is dus belastingschuldig ingevolge art. 245
der gemeentewet.
Den heer Zuurdeeg is de zaak niet duidelijk. Al is de
verzoeker ingeschreven in de registers van den burgerlijken
stand, daarom woont hij hier niet: feitelijk heeft hij de
gemeente verlaten. Het is Spreker niet bekenddat ook in de
verordening hieromtrent iets te vinden is. Adressant moge
bij de aanvraag van het paspoort verzocht hebben hier inge-
zeten te blijvenhierop kan hij later terugkomen. Hij is
vertrokken en in zijn verzoekschrift ligt opgesloten, dat hij
geen ingezeten blijft.
De heer Boeije is van meening, dat, nu de heer Borgh
stijn heeft gevraagd ingezeten te blijven, zijn verzoek niet
kan worden toegestaanhij kan echter op die vraag terug
komen en dan zou de Raad een nader besluit kunnen nemen.
De heeren Zuurdeeg en Schneiders van Greijffenswerth zijn
voor het verleenen van remissieadressant heeft de gemeente
verlaten en geeft in zijn adres te kennen, dat hij zich elders
heeft gevestigd. Op zijn vroeger verzoek om ingezeten te
blijven kon hij terugkomen als hij wilde.
De lieer van Nes van Meerkerk stelt voor het adres tot
eene volgende vergadering aan te houden, waartoe conform
wordt besloten
4.° van II. Hage, aangeslagen voor 2,85, wegens vertrek
naar Ouwerkcrk in Mei, voor de maanden, die hij niet in
deze gemeente heeft doorgebragt.
Burgemeester en Wethouders stellen voor het verzoek toe
te staan en voor 7 maanden of ƒ1,665 remissie te verleenen.
De Raad besluit dienovereenkomstig
5.° van de erfgenamen van Dr. J. N. Boom, die aange
slagen was in de 23ste klasse voor ƒ49,876 en den 26 Junij jl.
is overleden. Voor de buiten deze gemeente verblijf houdende
erven wordt remissie gevraagd voor */10, over 6 maanden
berekend, of 9,976.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt beslo
ten de ontheffing te verleenen voor4/10, berekend van 27 Junij
tot 31 December of 10,27s.
De Voorzitter deelt mede, dat de weduwe L. de Waardt
heeft verzocht, om, wegens ongunstige omstandigheden, te
worden ontslagen van den aanslag van wijlen haar echtgenoot
in den hoofdelijken omslag voor 1878, bedragende 8,55.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, in plaats van
het gevraagde, ontheffing te verleenen van af het overlijden
van L. de Waardt op 27 April, tot 31 December, alzoo
tot een bedrag van ƒ5,81.
Wordt conform besloten.
Verslagen zijn ingekomen van de gemeenten Leiden, Zut-
phen, Amsterdam, Rotterdam, 's Hage en Leeuwarden en
van de Gasfabriek te Nijmegen.
Zullen in de boekerij geplaatst worden.
De ingekomen rekeningen van het Harmoniegezelschap
//Kunst en Eer", van liet Burgerweeshuis en van dc diensta.
Schutterij, alle over het jaar 1877, worden tot onderzoek
gesteld in handen eener Commissiebestaande uit dc Heeren
ae Jonge, Mulock Houwer en Pilaar.
Op het verzoek van den heer P. van der Veen, om ont
slagen te worden als lid der Plaatselijke Schoolcommissie,
verleent de Raad eervol ontslag, zullende de Commissie
worden uitgenoodigdbinnen eene maand eene aanbeveling
van 2 personen te doen.
De Voorzitter brengt ter tafel een verzoekschrift van de
wed. F. H. Hollander, om uitkeering uit het pensioen- en
weduwenfonds vau gemeente-ambtenaren, waartoe naar haar
gevoelen de verordening haar aanspraak geeft.
Burgemeester en Wethouders zijn van tegenovergestelde
meeningvolgens het Reglement strekt de aanspraak zich
niet uit tot weduwen van reeds gepensioneerde ambtenaren.
De Voorzitter stelt voor de stukken ter visie te leggen,
om later daarop te beslissen.
De Raad vereenigt zich hiermede.
Namens Burgemeester en Wethouders vraagt de Voorzitter
magtiging om de visscherij in de put van Kauwes-inlage
onderhands te verpachten aan J. Fondsevoor 50 cent per jnoT.
Op eene vraag van den heer Zuurdeeg, antwoordt de
Voorzitter, dat getracht was deze visscherij publiek te ver
pachten, doch dat cr geen bod voor was verkregen.
De gevraagde magtiging wordt verleend.
Verder stellen Burgemeester en Wethouders voor om de
helft van de opbrengst der op de lijnbaan gerooide boomen
in 1875 pubhek verkocht voor netto ƒ164, uit te keeren
aan Mr. W. C. de Crane, die de lijnbaan van de gemeente
in erfpacht heeft.