Het komt der Commissie billijk voor, de jaarwedde van ƒ550 te brengen op ƒ600, zijnde dit ook de belooning van de hulponderwijzers dier school de BilLetzer en Hottinga. Jhr. Mr. Boeije vraagt hoe het komt, dat adressant tot nu toe minder traktement heeft genoten dan de andere hulponderwijzers. Mr. Fokker licht toe, dat Lemson benoemd is ter ver vulling eener vacature, waarvoor toen eene jaarwedde van 550 was uitgeloofd. Bij latere vacature moest 600 worden toegestaan, omdat tot lagere belooning geen personeel ver krijgbaar was. Toen hij later de hoofdondenvijzersacte be haalde, heeft hij de daarvoor gestelde toelage ad ƒ100 verkregen. Zijne jaarwedde is echter steeds 50 beneden die der andere hulponderwijzers gebleven. De Schoolcommissie is tevreden over zijne werkzaamheden; er is dus geene reden om hem minder te beloonen dan anderen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. Van Dr. J. N. Boom is ingekomen het verzoek, om wegens gevorderden leeftijd te' wordeu ontslagen als gemeente geneesheer, tegen 1 Julij e. k. Het eervol ontslag wordt verleendonder dankbetuiging voor de bewezene diensten. Hierop komt in behandeling het verzoek van Dr. Hendrik Goemans, om tot gemeente-geneesheer te worden benoemd. De Voorzitter deelt mede, dat zich slechts cén sollicitant heeft aangemeld en stelt voor tot benoeming over te gaan. Met algemeene stemmen wordt adressant benoemd. Naar aanleiding van het adres van Diakenen der Her vormde Gemeente tot afkoop van het Brandspuithuisje der gemeente, in de Hooge Molenstraat, ter vergadering van 23 Maart jl. gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders, wordt door den Voorzitter namens het Dagelijksch Bestuur voorgesteldhet verzoek niet toe te staandan tegen betaling eener som van ƒ1200 of tegen aanwijzing van eene andere even geschikte gelegenheid voor een brandspuithuisje. Op de bemerking van den heer van Nes van Meerkerk die de som van 1200 zeer hoog vindt voor een dergelijk gebouwtje, antwoordt de Wethouder Mr. Fokker, dat Bur gemeester en Wethouders door het voorstel willen doen blijkeu, dat de afkoop niet zal kunnen doorgaan. Het adres is gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van advies en tot zuivering van dien last moet een voorstel gedaan worden. Het Bestuur is van gevoelen, dat het brandspuithuisje niet kan gemist worden. Als het ver kocht werd, zoude iets anders in de plaats gesteld moeten worden, wat even bruikbaar is, doch inoeijelijk tc vinden zal zijn. De som van 1200 is misschien veel, doch 600 zoude nog te hoog zijn voor Diakenen, die meenden, dat het brandspuithuisjc zeer goed gemist kon worden. Het punt wordt ter sprake gebragt, omdat er eene beschikking genomen moet wordenals het verzoek niet ingetrokken wordt. Jhr. Mr. Boeije zouals lid van liet collegie van Diakenen persoonlijk niet aarzelen, om liet adres in te trekken, doch mag dit niet doen namens het collegie. Spreker deelt mede dat het adres zijn oorsprong vindt daarin, dat men de ruimte wilde benuttigen en daarbij van de meening uitging, dat toch het huisje binnenkort geamoveerd zou moeten worden. Daarom was het nu eene geschikte gelegenheid voor de gemeente om het van de liantl te zettenvoor Diakenen om het te koopen. Zooals echter nu de stand van zaken blijkt te zijnzal dc gemeente het huisje niet afstaan dan tegen de volle waarde of het stellen van een ander geschikt gebouw, hetgeen in beide gevallen te hoog uitkomt. Gestelddat de begrooting van wege de gemeente te hoog is, zelfs 600, waarop de kosten van wege de Diakonie zijn opgenomen, zou nog te hoog zijn. Niemand verder hierop het woord verlangende, wordt conform het voorstel besloten. De Voorzitter brengt ter tafel een adres van Diakenen der Hervormde Gemeente, waarbij te kennen wordt gegeven, dat het gebleken is, dat het gebouwtje en erf, staande en gelegen onmiddelijk achter het brandspuithuisjc in de Hooge Molenstraat, kadastraal bekend sectie A, no. 1261 en ge deelte van no. 1030, ten name staat van de gemeente Zierikzee als eigenares. Adressanten vermeenen, dat die ten- naamstelling verkeerd is, op grond dat die perceelen sedert onheugelijke jaren uitsluitend in gebruik zijn geweest bij het gesticht. De inrigting en ligging zijn zoodanig, dat er geen toegang is dan over de eigendommen van de Diaconie. Eigendomsbewijzen van de bedoelde perceelen zijn niet voor handen, evenmin als van het Gesticht zelf, zoodat adres santen zich moeten beroepen op hun bezit en de verjaring. Aangezien deze perceelen ook in het plan voor het nieuw te bouwen Gesticht zijn opgenomenverzoeken Diakenen erkenning en medewerking tot regeling van het eigendoms regt, door die perceelen te doen stellen ten name van de Diaconie der Hervormde Gemeente, onder aanbod voor be hoorlijke afscheiding der eigendommen te zorgen. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor het verzoek toe te staan en verzoekt magtiging om tot de rectificatie mede te werken. Jhr. Mr. Boeije zal, als mede-onderteekenaar van het adres, zich bij dit punt even als bij het vorige, van stem ming onthouden. Spreker zegt, dat na inzending van het vorig request door een toeval de verkeerde ten naamstelling is gebleken. De perceelen zijn steeds beschouwd als eigendom der Diaconie, als zoodanig gebruikt en zelfs voor een ge deelte bebouwd. Het erf is opgenomen in het bouwplan voor het nieuwe Gesticht. Men heeft gezegddat er geen gevaar bij is, de zaak zoo te laten, doch spreker acht het in het belangdat het eigendomsregt geregeld wordt. Tegenover de gemeente wordt geen regt gelaedeerd. Was dit het geval, dan mogt de wijziging niet geschieden, doch ligging en inrigting toonen aandat de gemeente geen eigeuares is zoodat geen bezwaar bestaat tegen de verbeterde tennaara- stelling. Nu het brandspuithuisje niet wordt afgekochtzullen alleen eenige kosten moeten worden gemankt om den scheidsmuur op te trekken. Diakenen willen deze kosten op zich nemen. Mr. Fokker zal hier bijvoegendat door de gemeente nimmer door eenige daad van bezit eenig eigendomsregt gepretendeerd is ap het bleek je en de helft van het ge bouwtje op no. 1030; beide zijn steeds in gebruik geweest bij het Gesticht. Spreker toont met de kaart de locale ge steldheid nader aan. De scheidsmuur moet tot tegen het dak worden verhoogd, dan zullen de eigendommen behoorlijk afgescheiden zijnhij ziet geene reden om niet mede te werken tot rectificatie. Zonder verdere discussie wordt het voorstel van Burge meester en Wethouders aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat bij het Raadsbesluit van 29 April jl. tot afschrijving van den post voor Onvoorziene uitgaven, begrooting 1877, voor kosten der Brandweer ad ƒ294,18, het op dien post nog beschikbaar bedrag is over schreden. Burgemeester en Wethouders stellen voor, onder intrekking van genoemd besluit, af- en over te schrijven op de begrooting voor 1877 1°. van Hoofdstuk IX, (Onvoorziene Uitgaven) op Hoofd stuk VIII, afd. 1, art. 1, kosten van Middelbaar en Lager Onderwijs 11,55 2°. van Iloofdst. IX (Onvoorziene Uitgaven) opHoofdst. VI, art. 3, voor kosten der Brandweer 108,61s; 3°. van Iloofdst. VIII, afd. 2, art. 1, (Subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur) op Iloofdst. VI, art. 3, voor kosten der Brandweer 185.56s de laatste af- en overschrijving behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Voorts te beschikken over den post voor Onvoorziene Uitgaven, begrooting 1878, tot een bedrag van /42,83 voor afkoopsom van tienden. Conform deze voorstellen wordt besloten. Burgemeester en Wethouders stellen voor eene wijziging te brengen in art. 3 van het //Besluit tot heffing van haven en kaaigeld" naar aanleiding van het verzoek van II. F. van Rentcrghemkapitein der Goesche Stoombootdie thans op vaste tijden deze haven aandoet, doch daarvoor een vrij aanzienlijk havengeld moet betalen. Wordt gesteld in handen eener Commissiebestaande uit de heeren Moolenburgh, Boeije cn Zuurdeeg. Na de gewone omvraag sluit de Voorzitter de Vergadering. UitgeversDE LOOZE WAALE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1878 | | pagina 4