Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt be
sloten op de begrootiug der Gemeente voor 1877 af te
schrijven van H. IX, art. 1(Onvoorziene Uitgaven) en
over te schrijven op
H. II, afd. II, art. 5, voor kosten van de
bevolkings-registersf 21,34
H. II, afd. II, art 6, voor kosten voor
schrijfbehoeften16,73
H. II, afd. II, art. 9, voor verschillende
kleine uitgaven en verschotten 3,82s
H. VIart. 2voor kosten van het aanleg
gen en bijhouden der kiezerslijsten en van het
uitoefenen der kiesverrigtingu 10,88
H. VI, art. 3, voor kosten der brandweer u 5,97'
II. VII, art. 7, voor kosten van doodschouw
van lijken en voor het begraven van onvermogenden 7,
H. VIH, afd. IV, art. 10, voor kosten van
jaar- en weekmarkten1,55
en te beschikken over den post voor Onvoorziene Uitgaven
begrooting 1877
a. tot eene som van 603,15 ter betaling eener rekening
van P. J. Kipp Zoon te Delft, wegens in 1876 gedane
levering van hulpmiddelen voor het onderwijs en de natuur
kunde aan de Hoogere Burgerschool, en
b. tot een bedrag van 497,50 ter betaling van:
I.° de declaratie van de Commissie van Fabricage ten
name van 3. Roedoewegens het maken van eene rijbaan
op een gedeelte van den Oosthavendijk tegenover de Nieuwe
Haven
2.° eene nota van den Gemeente-bouwmeester, wegens bij
voorschot gedane betalingen te dezer zake;
3.° eene nota van D. Q. Mulock Houwer, wegens gele
verd graszaad voor de Nieuwe Kade op den Oosthavendijk.
Ten opzigte van den post sub a f 603,15, wordt door
den "Voorzitter en den Wethouder Mr. Moens toegelicht
dat een deel der geleverde instrumenten voor Physica niet
had voldaan, dat hierover met de leveranciers is gecorres
pondeerd en deze zaak eerst nu ten einde gebragt is:
dientengevolge kan deze post eerst nu betaald worden.
De voorzitter stelt alsnu aan de orde het voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot verdieping van een gedeelte
der buitenhaven. Zooals bekend is, heeft zich aan het einde
der haven eene droogte gevormd, waarover bij herhaling van
schippers en andere belanghebbenden klagten ziju ingekomen.
De verdieping zoude moeten geschieden over eene lengte van
225 meters, te beginnen 125 meters uit de wachterswoning.
Burgemeester en Wethouders vragen den Raad autorisatie om
dit werk uit te voeren bij publieke aanbesteding; op de be
grooting voor 1878 is niets voor dezen post gebragt.
De Wethouder Mr. Moens licht het voorstel nader toe
dat dit werk noodzakelijk zoude worden is reeds lang voor
zien de uitvoering is echter niet gemakkelijk. De Commissie
van Fabricage acht de verdieping door uitbaggering niet aan
nemelijk. De kosten van eene stoombaggermachine zijn zoo
enorm, dat de commissie hiervoor is terruggedeinsdeene
handbaggermolen zal niet gemakkelijk te huren zijn, terwijl
zij in aanschaffing voor rekening der gemeente geen heil
ziet, omdat er voortdurend geen werk voor zoude zijn en de
baggermolen bij stilliggen te veel zou achteruitgaan. Daarom
wordt het voorstel gedaanpubliek aan te besteden.
Uit financieel oogpunt moet dit werk beschouwd worden
als van buitengewonen aard en zon dus uit de buitengewone
middelen moeten bestreden worden. De kosten zijn zoo moei
lijk te bepalen, dat daarvoor geen cijfer kan worden vast
gesteld. Overigens doet spreker opmerken, dat aan de bui
tengewone middelen, voortspruitende uit den verkoop van
zelkasch, bij de begrooting voor 1878 nog geen andere
bestemming is gegeven dan voor inschrijving op het Groot
boek, zoodat daaruit de kosten zullen kunnen bestreden
•worden zonder eenig verder bezwaar voor de Gemeente.
De heer van Nes van Meerkerk vraagt of de plaats, waar
deze verondieping is ontstaan, geregeld gepeild wordt en of
die ondiepte plotseling is ontstaan.
Op het antwoord van den Voorzitter, dat van deze
reeds meermalen sprake is geweest en dat in de haven be
hoorlijk van tijd tot tijd gepeild wordt, vraagt de heer van
Nes van Meerkerk of de ondiepte in den laatsten tijd is
gebleven zooals zo was, dan wel of die toenemend is bevonden.
De Wethouder Moens zegt, dat voortdurend in de laatste
jaren is geklaagd over verondieping; bij de algemeene uitdie
ping der haven was ook deze droogte weggenomendoch
sedert is die weder teruggekeerd. "Van tijd tot tijd wordt de
haven gepeild: uit de peilkaarten blijkt, dat de haven goed
blijft en dat dc aanslibbing weinig beteekent, behalve op de
thans bedoelde plaats, waar zij voortdurend is en de uitdie
ping periodiek zal terugkeeren. Bij berekening is gebleken,
dat het van belang is niet alle jaren uit te diepen, doch
dat het beter is dit van tijd tot tijd te laten doen en telkens
zoo lang mogelijk te laten aanloopen-. de kosten eener ge
ringere uitdieping verschillen betrekkelijk weinig met eene
zwaardere. In elk geval is het te verwachtendat het werk
later weer zal moeten geschieden.
De heer van Nes van Meerkerk vraagt of, ingeval bij de
besteding te veel geëischt werd, het aanwenden van een
werktuig niet wenschelijker zou zijn.
De Voorzitter acht dit kostbaarder.
De Wethouder Mr. Moens zegt dat de raming lager is,
dan de kosten van 10 a 12 dagen werkens met een stoom-
molen.
De heer van Nes van Meerkerk geeft in bedenking, of
het niet beter zoude zijn, als de besteding te boog liep,
de zaak nader te bespreken en bet gebruik eener machine
in overweging te nemen.
De Wethouder Mr. Moens zegt, dat alle aanbestedingen
bij de Commissie van Fabricage in nadere overweging worden
fenomen, wanneer het geraamd bedrag overschreden wordt,
preker kan echter mededeelendat voor kosten eener machine
f 100 per dag wordt gevraagdbehalve het transport her
waarts en zonder de sleepboot die de vaartuigen met ge-
baggerden grond naar buiten moet slepen. Hierbij komt nog
de aansprakelijkheid bij beschadiging, terwijl de huur door
loopt ook voor dagen, waarop niet gewerkt wordt. Bij dit
alles wordt het nog als eene gunst beschouwd, als men de
machine verhuurt: op al deze gronden achten Burgemeester
en Wethouders het geraden eene besteding te beproeven.
Loopt die te hoog, dan zal de zaak opnieuw in den Raad
ter sprake gebrast worden.
Jhr. Mr. Boeije oordeelt dc aanschaffing eener stoombag-
gerraolen te duurdoch vraagt of eene handbaggermachine
niet wenschelijk zoude zijn. Voortdurend heeft men voor
het voorgestelde werk geen zoo groote machine noodig.
Spreker beeft nu vernomen dat de droogtewaarvan hier
sprake is, telkens terugkeert; ook heeft hij klagten verno
men over aanslibbing bij het Sas, waardoor o. a. ook de
uitwatering der polders benadeeld wordt; misschien kon de
handmachine ook hiervoor gebruikt worden en dan mogelijk
ook voor het deel der Versche Gracht, welker uitdieping
toch in principe is aangenomen en waaraan dus vroeger of
later gevolg moet worden gegeven. Indien eene handbag-
germnchine voor al deze werken kon toegepast worden, zou
dan de aanschaffing niet in aanmerking komen
De Voorzitter antwoordt, dat al deze zaken ook bij Bur
gemeester en Wethouders in aanmerking zijn genomen, doch
dat publieke aanbesteding waarschijnlijk het minst kostbaar
zal zijn.
De Wethouder Mr. Moens zegt, dat sedert geruimen tijd
bij de Commissie van Fabricage het voor en tegen naauw-
keurig is overwogenook of een handbaggermolen aanbeve
lenswaardiger zou zijn. Het advies van het speciaal deskundig
lid Commissie, den heer Labrijn, was dat hij daarin geen
belang zag. Ofschoon geen deskundige, gelooft Spreker niet,
dat die machine ook voor andere doeleinden met voordeel
toe te passen is. Voor het uitdiepen van aanslibbingen is
f 200 uitgetrokken: deze uitbaggeringen geschieden met
beugels, hetgeen de goedkoopste weg is. Eene handbagger
molen zou daarvoor minder dienstig zijnterwijl die voor de
gracht wegens diepgang zeer waarschijnlijk niet te gebruiken
zou zijn. Inmiddels kan dit in gedachten gehouden worden.
Spreker verzekert, dat de zaak in het breede is besproken
met den heer Labrijn en dat voortdurend naauwlettenae zorg
aan de havens wordt besteed.
Hierop wordt het voorstel met algemeene stemmen aan
genomen.
De Voorzitter doet mededeeling, dat bij de aanbesteding
van het leveren van 10.000 straatkeijenaan den minsten
inschrijver, den heer F. J. Smits te "Dordrechtde levering
is gegund tot 68,68 per 1000 stuks.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Vervolgens wordt in behandeling genomen het kohier der
hondenbelasting voor 1878. De Voorzitter deelt mede, dat
hiertegen geen reclames zijn ingekomen.
Niemand het woord verlangende, wordt het Kohier met
algemeene stemmen vastgesteld tot een bedrag van ƒ473,
Opuitnoodiging van den Voorzitter brengt Jhr. Mr. Boeije
verslag uit namens de Commissiebelast met het onderzoek
der rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
en die van het Pensioen- en Weduweufonds der gemeente-
beambten, beide over 1877. De Commissie heeft de reke
ningen onderzocht en heeft geene bedenkingenzij adviseert
mitsdien tot goedkeuring en vaststelling der cijfers als volgt
eerstgenoemde rekening i
in ontvang opf 250,00
uitgaaf - 240,59
goed slotf 9,41
laatstgenoemde
in ontvang op969,016
u uitgaaf - 969,0lt
goed slotNihil.
Conform liet advies der Commissie wordt besloten.
De Voorzitter deelt mede, dat nog een verzoekschrift is
ingekomen van Diakenen der Hervormde Gemeentewaarbij,
onder referte aan een vroeger adres van 15 April 1874, door
gemeld Collegie wordt verzocht het brandspuithuisje van de
gemeente, grenzende aan het Hervormd Diaconie-Armenge-
sticht, aan hen te verkoopenom bij den herbouw van het
gesticht den grond te kunnen benuttigenbij toestemmende
beschikking met opgaaf der voorwaarden.
Op voorstel des Voorzitters wordt dit verzoekschrift ge
steld in handen van Burgemeester en Wethoudersom met
den noodigen spoed daarop een voorstel te doen.
Dc Voorzitter doet de gewone omvraag, waarop de Heer
Blankert het woord vraagt.
Spreker wcnscht te vernemenwanneer de Commissie
in October benoemd tot behandeling van het voorstel tot
wijziging der verordening op den Hoofdclijken Omslag, haar
rapport zal kunnen uitbrengen: nu 5 maanden verloopen
zijn, meent Spreker te mogen vragen, of men weldra in
kennis zal worden gesteld met het rapport dier Commissie.
Mr. Moolenburgh, lid der Commissie, kan geen volledige
inlichting geven, doch zal met zijne 2 medeleden over de
zaak spreken. De stukken hebben bij de leden gecirculeerd
en Spreker verwacht, dat de President, Mr. Fokker, denke
lijk spoedig dc Commissie zal bijeenroepen en dan zal zij on
getwijfeld weldra haren arbeid voortzetten.
Niemand verder het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de Vergadering.
UitgeversDE LOOZE WA ALE.