BIJVOEGSEL Zierikzeeschen Nieuwsbode van Dingsdag 26 Maart 1878. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD BEHOORENDE BIJ DEN BESCHRIJVING DER PERSONELE BELASTING, DIENSTJAAR IS78/,,. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierik zee, brengen bij deze ter kennis van de Iugezetenen dezer Gemeente, dat met het primitief beschrijvingswerk voor de Personele Belasting, over het dienstjaar 1878/79, een aanvang zal worden gemaakt op Maandag den 6 Mei aanstaande, en de beschrijvings-biljetten met den achtsten dag daarna, door of van wege den Ontvanger der Directe Belastingen zullen worden opgehaald, met aanmaning om die biljetten naauw- keurig in te vullen, ten einde zich voor schade en onaan genaamheden te hoeden, alsmede aan hen, die bij de bij de beschrijving geen biljet mogten ontvangenom zich ten spoe digste bij den Ontvanger hiervoor aan te melden, ten einde dit vóór den 31sten Mei te zijnen kantore volgens art. 30 4 der Wet van den 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4), ingevuld te kunnen bezorgen. Tot Tegenschatters voor deze Gemeente, om aan de zijde der belastingschuldigen te dienen, zijn benoemd de Hceren: L. KooleW. Mus, J. van der Linden en M. Couvée Jr. Zierikzee 27 Maart 1878. De Burgemeester en Wethouder* J. MAUBITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, J. P. N. ERMERIN8. BESCHRIJVING VAN HET PATENTREGT, DIENSTJAAR 18 De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente zierikzee Gezien de circulaire van den Heer Commissaris des Ko- nings in deze provincie van den 12 dezer, (Prov. blad no. 34); Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente: dat de aangiften of verklaringen ter vetkrijging van patent, binnen deze provincie, zullen worden uitgegeven van den 7 tot en met den 14 Mei e. k.; dat die verklaringenbehoorlijk ingevuldzullen moeten zijn ingezameld, of bij den Ontvanger dien het aangaat, inge diend, op den 28en, doch in de gemeenten Middelburg VlissingenGoes en Zierikzee op den 31en Mei e. k.; dat de registers der patentpligtigen zullen worden gesloten in de gemeente Middelburg op den 23en Junij e. k., in de gemeenten Vlissingen, Goes en Zierikzee op den 16en, en in de overige gemeenten op den 12en dier maand; dat aan slijters, tappers; kroeghouders enkoffijhuishouders (no. 37 tot 40 van tabel no. XtV), aan hunne huizen on middellijk na den lsten Mei, een aangift-b'xliet zal worden bezorgddat na verloop van drie dagen zal worden opge haald dat de kramers gehouden zijnbij het doen hunner aan vrage om patent op te geven de wijze waarop zij hun beroep uitoefenennaar aanleiding der onderscheidingen bij 1 van tabel no VII, gevoegd bij de wet van den 16en Junij 1832 (Staatsblad no. 30)alsmede de gezamenlijke inkoopswaarde der door hen te koop aan te bieden goederen; zullende dien onverminderd de patentpligtigen, bij i en c van 1 der tabel no. VII vermeldevenzoo opgave moeten doen van den tijd van duurwat betreft die bij b bedoeld, van hun verblijf in de gemeente, en wat betreft die bij c bedoeld, van de te houden verkoopiug; terwijl, zoo zij de wijze van verkoop veranderende waarde hunner waren vermeerderenof den duur van hun verblijf of van de te houden verkooping verlengendie patentschuldigen daarvan op den voet van art. 19 der patentwet, en op de boeten bij art. 37 bepaaldaangifte moeten doenin de gemeente waar zij zich bevinden, en zoodanig aanvullingsregt voldoen, als van hen, bij werkelijk toegonomen belastbaarheidzoude kunnen worden gevorderd; dat wijders de kramers en vreemde kooplieden vermeld in tabel no. VII, de patentpligtigen bedoeld in tabel no. VIII, de hier te lande gevestigde koopliedencommissio nairs fabrijkanten en trafijkantendie in het belang van hun beroep reizen benevens de debitanten van loterijbriefjes, krachtens art. 3 der Wet van den 24sten April 1843 (Staats blad no. 16), op eene boete van drie gulden verpligt zijn het patent bij de uitoefening hunner bedrijven steeds met zich te voeren; dat de patentpligtige eigenaars, vaste huurders of andere vaste gebruikers van binnen-vaartuigenvermeld in de tabel no. XVI, gearresteerd bij de Wet van den 22sten April 1852, (Staatsblad no. 61), tot het doen hunner aangiften, in te rigtcn volgens de resolutie van den Minister van Fi nanciën van den 20 April 1852 110. 162, gelegenheid zullen hebbente rekenen van den len Mei dat, wanneer de patentpligtige eigenaars, vaste huurders of andere vaste gebruikers van binnen-vaartuigen woonplaats hebben aan den vasten walof de vaartuigen eene vaste ligplaats hebbende betaling van het verschuldigde regt ge schiedt in tien termijnen, evenals zulks voor de patentplig tigen der overige tabellen is bepaald, en dat in net tegen overgestelde geval het regt in eens invorderbaar is; dat, ingevolge 19 van tabel no. XVI, voor elk vaartuig een afzonderlijk patent wordt afgegevende omschrijving van het vaartuig Behelzendezooals daarvan de aangifte is gedaanen dat zij die geen termijn van betaling hebben hun patent niet kunnen ligtendan op vertoon der kwi tantie van de gedane betaling. Indien de aangifte vóór of op den 15 Mei heeft plaats gehadwordt het patent uitgegeven in den loop dier maand, en wanneer de aangifte later is gedaan binnen veertien dagen na de aangifte. Zie&iKziKdea 27 Maart 1878. De Burgemeester en Wethouders J. MAUR'ITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretai is J. T. N. ERMERtNS. Bekendmaking. PERSONELE BELASTING EN PATENTREGT. Dc BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikeeb Gezien dc Circulaire van den Heer Commissaris des Ko- nings in deze provincie van den 12 Maart jl. (Prov. blad no. 34), betrekkelijk de beschrijving der Personele belasting en van het Patentrcgt, voor het dienstjaar ÏS78/^. Maken de ingezetenen opmerkzaam op de verphgtingom bij hunne bezwaarschrifteningevolge art. 1 der wet van den 4 April 1870 (Staatsblad no. 60), over te leggen een du plicaat van hun aanslag-biljet, tegen betaling van 5 cent bij den Rijks-ontvanger verkrijgbaar gesteld. Zierikzee, den 27 Maart 1878. De Burgemeester en Wethouders J. MAÜRIT8Z GANDERHEIJDEN. De Secretaris J. P. N. ERMERINS. te ZIKRIKZEE, gehouden den 23 Maart 1878. Voorzitter Mr. J. Mauritsz GahderheijdenBurgemeester. Afwezig de HH. Jhr. de Jouge, Labrijn, Mr. Schnei ders van Greijflenswerth, Zuurdeeg, Mr. Fokker en Mulock Houwer, beide laatste met kennisgeving. De notulen van het verhandelde ter vorige vergaderiug worden voorgelezen en goedgekeurd. De Voorzitter brefigt de volgende ingekomen stukken ter tafel 1.° Vijf brieven van Gedeputeerde Statcu, bevattende: a. goedkeuring van het Raadsbesluit van 13 Februarij tot onderhandsche aanbesteding van het maken eener rijbaan op een gedeelte van den Oosthavendijk b. goedkeuring van het Raadsbesluit van 2 Maart jl. tot verkoop van inschrijving in bet Grootboek der Nat. W. S.; c. goedkeuring van het Raadsbesluit tot wijziging der begrooting dezer Gemeente voor 1877; d. toezending van het Koninklijk Besluit van 25 Febru arij N°. 2, houdende goedkeuring van de wijziging der verordening op de invordering van begrafenisregten deze brieven worden voor kennisgeving aangenomen; e. eene opmerking, betreffende de wijziging der verorde ning van politie op den verkoop van vee en vleescb, zooals die door den Raad bij besluit van 26 Januarij jl. is vastgesteld en waarin eene verkeerde verwijzing voorkomt naar een der zinsneden van art. 3 De Voorzitter deelt mede, dat de Commissie voor de strafverordeningen zich met het gevoelen van Gedeputeerde Staten vereenigt: hij adviseert de wijziging van gemeld Raadsbesluit goed te keuren, waartoe conform wordt be sloten. 2.° Eene circulaire van Gedeputeerde Statenhoudende nadere regeling der jaarwedden van de Burgemeesters en Secretarissen in Zeeland, komende daaronder voor die voor Zierikzee tot een bedrag van 1400 voor elk der beide titularissen, met ingang op 1 Julij 1878. De Voorzitter herinnert, dat de Raad voor de jaarwedde van den Secretaris had voorgesteld 1500. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3.° Een brief van de Commissie van Toezigt op het Mid delbaar Onderwijs, ter mededeeling, dat Mr. C. J. Fokker als Voorzitter en Mr. J. W. Schneiders van Greijffenswerth als Secretaris dier Commissie zijn herbenoemd; Deze brief wordt mede voor kennisgeving aangenomen. 4.° Een verzoekschrift van Jhr. Mr. A. R. P. van Kin schot, om geplaatst te worden op de Lijst van Kiezers voor Leden der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Wordt door den Voorzitter gesteld in banden eener Com missie, bestaande uit de HH. Mr. Moens, Ochtman en van Nes van Meerkerk, Hierop wordt de vergadering geschorst. Na heropening rapporteert Mr. Moens namens de Commissie, dat adressant niet op de kiezerslijsten van 15 Februarij jl. is geplaatst, aangezien bij de destijds ingekomen opgaaf van belasting schuldigen zijn aanslag niet voldoende was om Kiezer te zijn. Onder de overgelegde stukken behöort ook adressants aanslag te Voorburg, waardoor het gevorderd belastingcijfer bereikt wordt. Daar ook het bezit der overige vereischten tot Kiesbevoegdheid der Commissie voldoende is gebleken, adviseert zij het verzoek toe te slaan. De Voorzitter stelt mitsdien voor adressant op de lijst van Kiezers te plaatsen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. 5.° Een boekgeschenk van Mr. B. C. Caugetiteld Geschiedkundige bijzonderheden betreffende den polder Schouwen. Wordt besloten, onder dankzegging aan deü schrijver; het boek ter visie te leggen voor de leden en het dadrna in de boekerij te plaatsen. De Voorzitter brengt aan de orde de benoeming van een hulponderwijzer aan de Tussohenschooi. Drie sollicitanten hebben zich opgedaan, die door Burge meester en Wethouders op de voordragt zijn geplaatst als volgt 1°. W. A. Kuijper Boone. 2°. A. II. Lemson. 8°. L. van der Have. De uitslag der stemming is, dat de heer Kuijper Bóone wordt benoemd met 6 stemmen. Dc heer van der Have bekwam 1 stem. Aan den benoemde zal do noodige kennis geving worden gedaan. Hierop wordt overgegaan tot de benoeming van de Com missie tot onderzoek vau de in te komen réclames tegen het door Burgemeester en Wethouders voorloopig opgemaakt kohier van den hoofdclijken omslag vóör 1878waartoe door de Vergadering Worden gekozen de HH. Blankert, van Nes van Meerkerk en Ochtman. De Voorzitter deelt mede, dat overeenkomstig het besluit der vorige Vergadering door Burgemeester en Wethouders het noodige onderzoek is ingesteld ten opzigte van het adres van Diakenen der Hervormde Gemeente, om het gebouw der voormalige Teekenschool tijdelijk in gebruik te mogen nemen. Diakenen wenschen eenige veranderingen aan te brehgen, als het afschutten der speelplaats van de aangren zende bewaarschool en het bouwen van eeli keukentje. Zij verbinden zich echter het gebouw in denzelfden toestand te zullen opleveren als het aanvaard zal wordenen inmiddels zorg te gullen drdgèn voor de huisvesting van de jufvrouwen Ribbe. De ingebruikgeving zoude duren tot einde 1879. Burgemeester en Wethouders zien er geen bezwaar in het gebouw zoo af te staan en stellen Voor, onder dezé voorwaardenhet verzoek toe te staan. Jhr. Mr. Boeije verklaartals zelf het adres onderteekend hebbendezich buiten stemming te zullen houden. Hij zoude echter wenschen de termijn niet vast bepaald te zien op einde 1879dit zou tot moeijclijkheid kunnen leidenals men dan niet klaar was. Hij vraagt of die termijn niet verlengd zoude kunnen wordenof in andere minder bepaalde termen gesteld zoude kunnen worden. De bedoeling is wel om spoedig door te werkendoch bij onverhoopt tijdverlies alvorens met bouwen te kunnen aanvangen, zou de ge stelde tijd te kort kunnen zijn. De Voorzitter zegt, dat de termijn wol gesteld is op einde 1879, doch dat ongetwijfeld verlenging zoude worden toe gestaan als dit later noodig bleek. Mr. Moens wijst er opdat het gebouw niet gebruikt wordt en dat er geen uitzigt is, dat het benoodigd zal worden voor de Gemeente. Van die zijde beschouwd, be staat dus geen bezwaar tegen langeren of onbepaald en termijn van ingebruikgevingdoch hij Betwijfelt oi Gedeputeerde Staten onvoorwaardelijk genoegen zouden nemen met een onbepaalden termijn van gratis gebruik. Hij acht den ge stelden tijd genoegdoch is niet tegen langer termijn hoewel die verlenging bij behoefte ook later zoude kunnen worden toegestaan. Spreker kan hier nog bijvoegen, dat de afschutting van een deel der speelplaats met Commissarissen van de bewaarschool geregeld is. Niemand verder het woord verlangendewordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders met algemeene stemmen aangenomenuitgezonderd Jhr. Mr. Boeijedie zich buiten stemming houdt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1878 | | pagina 3