BIJVOEGSEL Zierikzeeschen Nieuwsbode van Zaturdag' 1 September 1877. VERGADERING VAM DEN GEMEENTERAAD BEHOORENDE BIJ DEN Afkondiging. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne Vergadering van den 80 Julij 1877, is vastgesteld de volgende Verordening BESLUIT tot wijziging der Verordening tot voorkoming en blussching van brand. De GEMEENTERAAD van Zierikzee: Overwegende dat de eerste en tweede zinsnede van art. 17 der Verordening tot voorkoming en blusscliing van brand in strijd zijn met de wet van den 2 Junij 1875 (Staatsblad no. 95) en dat ook wijziging noodig is van art. 27 dier Verordening; Gelet op artikel 151 der Gemeentewet; BESLUIT. Artikel 1. De eerste en de tweede zinsnede van artikel 1-7 der Ver ordening tot voorkoming en blussching van brand in deze gemeente, worden ingetrokken. In de derde zinsnede van dat artikel wordt in plaats van Hdie vergaarbakken" gelezen: //de vergaarbakken van asch en vuilnis." Art. 2. De laatste zinsnede van artikel 27 wordt ingetrokken. Aldus vastgesteld ter openbare Raadsvergadering van den 30 Julij 1877. De Burgemeester, (get.) J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, (get.) J. P. N. ERMERINS. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 24 Augustus 1877, no. —12, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoortden 31 Augustus 1877. De Burgemeester en Wethouders, J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Afkondiging. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee doen te wetendat door den Raad dier gemeente in zijne Vergadering van den 30 Julij 1877is vastgesteld de volgende Verordening: B E S L U I T tot wijziging der Verordening op het bewaren en verkoopen van petroleum De GEMEENTERAAD van Zierikzee; Overwegende dat aanvulling noodig is van artikel 5 der Verordening op het bewaren van petroleum (steenolie); BESLUIT: Eenig artikel. Aan artikel 5 der Verordening op het bewaren van pe troleum (steenolie) wordt toegevoegd de volgende zinsnede: //Dit artikel is alleen van toepassing op inrigtingenopge- rigt voor het in werking treden van het Koninklijk besluit wvan den 29^ April 1864 (Staatsblad no. 39)." Aldus vastgesteld ter openbare Raadsvergadering van den 30 Julij 1877. De Burgemeester, (get.) J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, (get.) J. P. N. ERMERINS. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 24 Augustus 1877 no. —12 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 31 Augustus 1877. De Burgemeester en Wethouders, J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, J. P. N, ERMERINS. A fk o n d i g i n g. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee doen te wetendat door den Raad dier gemeente, in zijne Vergadering van den 30 Julij 1877, is vastgesteld de volgende Verordening: BESLUIT lot intrekking der Verordening op het begraven van gestorven of afge maakt vee. De GEMEENTERAAD van Zierikzee; Overwegende dat de Verordening op het begraven van gestorven of afgemaakt vee, van den 13 January 1862in strijd is met art. 31 van de wet van den 20 Julij 1870 (Staatsblad no. 131), met 1 der voorschriften gegeven bij het Koninklijk besluit van den 4 December 1870 (Staatsblad no. 191) en met art. 4- van bet Koninklijk besluit van den 30 October 1872 (Staatsblad no. 105); Gelet op artikel 151 der Gemeentewet; BESLUIT: De Verordening op liet begraven van gestorven of afge maakt vee, van den 13 January 1862, wordt ingetrokken. Aldus vastgesteld ter openbare Raadsvergadering van den 30 Julij 1877. De Burgemeester, (get.) J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, (get.) J. P. N. ERMERINS. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 24 Augustus 1877f no. 12, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 31 Augustus 1877. De Burgemeester en Wethouders, J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Afkondiging. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne Vergadering van den 30 Julij 1877, is vastgesteld de volgende Verordening BESLUIT tot intrekking der Verordening op het ontsmetten van woningen en vaar tuigen bij heerschende cholera. De GEMEENTERAAD van Zierikzee; Overwegende dat de Verordening op het ontsmetten van woningen en vaartuigen bij heerschende cholera, van den 23 Julij 1866, een onderwerp regelt, waarin is voorzien bij de wet van den 4 December 1872 (Staatsblad no. 3 34); Gelet op artikel 151 van de Gemeentewet; BESLUIT: De Verordening op het ontsmetten van woningen en vaartuigen bij heerschende cholera, van den 23 Julij 1866, wordt ingetrokken. Aldus vastgesteld ter openbare Raadsvergadering van den 30 Julij 1877. De Burgemeester (get.) J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, (get.) J. P. N. ERMERINS. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 24 Augustus 1877 no. —12, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 31 Augustus 1877. De Burgemeester en Wethouders, J. MAURITSZ GANDERHEIJDEN. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. te ZIERIKZEE, gehouden den 29 Augustus 1877. Voorzitter Mr. J. Mauritsz Ganderheijden, Afwezig zijn de HH. Mr. Moolenburgh, Mr. Moens en Ochtman met kennisgeving. De heer Labrijn is na de opening der vergadering, onder het lezen der notulen binnengekomen. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Namens Burgemeester en Wethouders wordt door den Voorzitter aan den Raad aangeboden, de gemeente-begrooting met memorie van toelichting, de begrooting der dienstdoende schutterij en van het Burgerlijk Armbestuur, alles voor 1878. De Raad stelt deze stukken tot onderzoek en verslag iu handen eener Commissiebestaande uit de HH.Mulock HouwerPilaar en van Nes van Meerkerk. Zullende de gemeente-begrooting volgen^ de wet tegen betaling der kosten algemeen worden verkrijgbaar gesteld en voor een ieder worden ter inzage gelegd ter secretarie en daarna aan de Commissie worden toegezonden. De Voorzitter deelt daarna mede, dat Burgemeester en Wethouders het voorstel doen, om de Kamer van Koop handel en Fabrieken alhier op te heffen, omdat de redenen die tot de oprigting aanleiding hebben gegeven thans niet meer bestaan en bij den ongunstigen financiëelen toestand waarin de gemeente verkeert, alle onnoodige uitgaven dienen te worden vermeden. Dit voorstel wordt ter inzage gelegd van de leden, om in eene volgende vergadering te worden behandeld. De Voorzitter brengt ter tafel de volgende ingekomen stukken a. een verzoekschrift van de wed. Corsmit geb. Houbaer om ontheffing van haren aanslag in den hoofdelijken omslag over 1877. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierop afwijzend beschikt, omdat de bestaande verordening geen aanleiding geeft het verzoek in te willigen; b. een verzoekschrift van P. P. Wulfaert om afschrijving van hoofdelijken omslag over 1877, wegens vertrek uit de Afschrijving wordt op voorstel van Burgemeester en Wet houders verleend tot een bedrag van 1,90. c. het verslag over de Gasfabriek over 1876, uitgebragt door de Commissie voor de Gasfabriek en straatverlichting. Dit verslag zal gedrukt en als bijlage van het gemeente verslag over 1876, worden rondgezonden. d. eeu brief van de Ged. Statenberigtende de ontvangst van afschriften der op den 30 Julij 11. vastgestelde veror deningen tot wijziging van die tot voorkoming en blussching van brand en van die op het bewaren en verkoopen van petroleum, en tot intrekking van die op het begraven van gestorven of afgemaakt vee en vau die op het ontsmetten van woningen en vaartuigen bij heerschende cholera. Voor kennisgeving aangenomen; e. een verzoekschrift van Mej. A. C. van Loenenom tegen 1° November a. s. te worden ontslagen uit hare be trekking van hulponderwijzeres aan de Meisjes-school. Dit verzoekschrift zal worden gesteld in handen der Plaatselijke Schoolcommissie om advies; f een schrijven van den heer J. J. van Elsacker te Oosterland, berigtende dat hij zijne benoeming tot hulpon derwijzer aan de Tusschenschool aanneemt en dat hij zijne betrekking zoo spoedig mogelijk zal aanvaarden. Voor kennisgeving aangenomen. Bij monde van Jhr. de Jonge wordt namens de daartoe benoemde Commissie verslag uitgebragt, omtrent de rekenin gen van het Burger-weeshuis over 1876 en vau de Com missie tot wering van bouwvallen over 1876 en 1877. Het verslag strekt tot goedkeuring dier rekeningen zoo als zij zijn ingediend, respectivelijk in ontvang opf 11,792,57* 229,73. op- 10,838,13 - 229,73. 954,44* Nihil. met een goed slot van Mr. Fokker heeft zich bij de behandeling der rekening van het weeshuis verwijderd en Jhr. Mr. Boeije heeft aan de beslissing over die van de Commissie voor de bouwvallen, niet medegewerkt, beiden als rendanteu van rekening. Namens de daartoe benoemde commissie wordt door den heer Labrijn verslag uitgebragt van haar onderzoek omtrent de rekening der dienstdoende schutterij over 1876. Het advies

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1877 | | pagina 2