derheid der commissie voor de strafverordeningen, die eene andere redactie wenscht en licht daarop zijn voorstel toe. De heer Labrijn kan zicli niet vereenigen met het voorstel der commissie om de verordening in te trekken en gaat met het voorstel van Mr. Moolenburgh mede. Jhr. de Jonge geeft in overweging, om, als dit voorstel wordt aangenomen, bij liet aan Gedeputeerde Staten te zen den afschrift der verordening eene nota van toelichting te voegenwaarin de geschiedenis van het artikel en de bedoeling die men met de gemaakte bepaling heeft, worden uiteengezet, ten einde het gevaar te ontloopen dat er weder bezwaren tegen worden gemaakt. Nadat de Voorzitter verklaard had zich met het voorstel van Mr. Moolenburgh te kunnen vereenigen, wordt dit aan genomen met 11 stemmen tegen 1, die van Mr. Moens. De Voorzitter benoemt tot leden eener Commissie tot onderzoek van de ingekomen geloofsbrieven en verdere daarbij behoorende stukken van de onlangs herkozen raadsleden, de HH. W. A. Ochtman, J. C. Pilaar, Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije en E. R. van Nes van Meerkerk, de HH. Zuurdeeg, Labrijn en Mr. Schneiders. De vergadering wordt daarop voor eenige oogenblikken geschorscht. Na de heropening deelt de heer Zuurdeeg namens de Commissie mededat zij de stukken heeft nagezien en in orde bevonden en adviseert tot toelating der gekozenen. Alzoo besloten. Jhr. de Jonge brengt namens de daartoe benoemde Com- niissiën verslag uit van haar onderzoek: 1.° der rekening van de inkomsten en uitgaven der ge meente over 1876. Zij wordt overeenkomstig het advies der Commissie voor- loopie vastgesteld, in ontvang op f 131729,36 in uitgaaf op- 127040,976 met een goed slot van4688,38® Burgemeester en Wethouders hebben zich van deelname aan dit besluit onthouden 2°. der rekening van het Roomsch-Katholiek Armbestuur over 1876. Overeenkomstig het advies der commissie wordt zij goed gekeurd, in ontvang opf 4220,23' in uitgaaf op- 4251,33s met een nadeelig saldo van31,10 3°. der rekening van het Harmoniegezelsehap //Kunst en Eer" over 1876. Zij wordt goedgekeurd zooals de commissie voorstelt, in ontvang op ƒ465,19 in uitgaaf op- 619,47* De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders met den heer Kantonregter onderhandelingen hebben gevoerd om het thans tot getuigenkamer dienende vertrek in het Raadhuis ten westen van de zaal van liet kantongeregt, in te rigten tot een lokaal voor den Ambtenaar van liet -Openbaar Mini sterie bij liet kantongeregt, en om als getuigenkamer voor kantongeregt in gebruik af te staan het lokaal ten noordoosten van de zaal van het Kantongeregt. De kosten hiervoor te makenzullen ongeveer 200, bedragen. Burgemeester en Wethouders stellen voor hun te magtigen om bedoeld getuigen kamertje tot een vertrek voor den Amb tenaar van het Openbaar Ministerie bij het kantongeregt in te rigten en het andere lokaal als getuigenkamer in gebruik te geven, mits het Rijk de som van 200, thans voor het gebruik der lokalen van het Kantongeregt betaald, verhoogt tot 250. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dien overeenkomstig besloten. De Voorzitter brengt ter tafeleen voorstel van de Com missie voor de Strafverordeningen, om eene kleine wijziging te brengen in het reglement van politie op de markten tengevolge van het raadsbesluit, waarbij verandering in den duur der kermis wordt gebragt. Dit voorstel wordt aangenomen met algemecne stemmen. De Voorzitter doet omvraag. Jhr. Boeije vraagt hoe het is afgeloopen met de verkooping der specie uit de Versche gracht. Mr. Moens geeft te kennen, dat de veiling is beproefd, doch niet doorgegaan, omdat zich slechts één kooper heeft opgedaandie er geen aannemelijk bod voor deed. De specie zou dan slechts hebben opgebragt 22 a 23 cent per M.8 Burgemeester en Wethouders stellen zich echter voor, de veiling nogmaals te beproeven, daar het mogelijk is dat vele landbouwers om de eene of andere reden verhinderd zijn geweest de eerste veiling bij te wonen Jhr. Boeije hoopt voor de gemeente dat zulks het geval geweest is, doch hij kan het bijna niet gelooven. Hij vraagt of men het opgraven der specie heeft laten aannemenzoo niet dan zou hij voorstellen die nu verder te laten zitten omdat zij toch bijna geen waarde heeft en het voetpad dan ook slecht gemaakt wordt. Mr. Moens zegt, dat er eene overeenkomst is aangegaan om een gedeelte van den bagger uit te gravendoch dat men als de verkoop daarvan niet mogt kunnen doorgaan, ook niet verder zal laten uitgraven. De Voorzitter sluit daarop de vergadering. met een nadeelig saldo van ƒ154,285 Uitgevers: DE LOOZE WA ALE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1877 | | pagina 4