verlammend werkende op de uitoefening harer taak dat zij
geheel en al ten ouregte den Commissaris van Politie be
schuldigen van meening te zijn, dat de geheele directie der
brandweer en daarbij ook de gecommitteerde uit den Raad
onder zijne bevelen staat en de directie te belemmeren of
te willen belemmeren in de uitoefening harer taak, dat zij
derhalve zonder'eenigen grond beweren, dat de toestand niet
houdbaar is en dat conflicten van ernstigen aard te wachten
zijn, indien er geen maatregelen worden genomen.
Adressanten betreuren het, dat de noodzakelijkheid hen
dwingt tot dezen stapomdat zijovertuigd dat de politie
den zedelijken steun der burgers behoeftniet den schijn
willen hebbendoor te klagen over de politiealsof het
hunne bedoeling was dien steun te ondermijnen.
Burgemeester en Wethouders van hunne zijdeverklaren
het te betreuren dat adressanten zich op zulke onbeduidende
gronden hebben diets gemaakt dat die noodzakelijkheid bestond.
Al ware nu evenwel de klagt even gegrond als zij thans
ongegrond is gebleken te zijnonderzoek van den werkkring
van den Commissaris van Politie tegenover de brandweer kan
tot geen resultaat leiden en maatregelen om conflicten als
adressanten vreezente voorkomenkunnen door den Raad
niet genomen worden. De zaak is eenvoudig genoeg en be
hoorde beter bekend te zijn.
De bevoegdheid van den Commissaris van Politie is ge
regeld bij de wet en strekt zich uit over alle politie-vcrorde-
ningen m de gemeente geldende. Gecne instructiegeene
verordening van den Raad kan in die bevoegdheid eenige
verandering maken. Hij staat, wat de gemccutc-politie be
treft onder de bevelen van den Burgemeester en wel van
den Burgemeester alleen. Noch eenig lid der directie van de
brandweernoch die directie als ligchaamnoch de gecom
mitteerde uit den Raad geeft derhalve den Commissaris van
Politie bevelen.
De bevoegdheid van de directie der brandweer, geregeld
bij de plaatselijke verordeningenstaat zooals adressanten
ook stellen als die van een zelfstandig college vast. De
Commissaris heeft ook haar geen bevelen te geven.
De twee magten alzoo naast elkander staande en van elkander
onafhankelijk, d. i. met andere woordenelkander geen bevelen
mogende geven, hebben beide hetzelfde te behartigen, 11.1. de
beveiliging van het algemeen belang en daarom is zamcn-
werhngvrijwillig gemeen overleg noodig.
Indien nu die samenwerking, dat vrijwillig gemeen overleg
te wenschen heeft overgelaten, door wiens schuld zij in
het midden gelatendan mcenen Burgemeester en
Wethouders zich te mogen vleijen, dat zulks in het vervolg
niet meer zoo zijn zal. Brandweer en politie, eenmaal ver
trouwd met de vaste wetenschap, dat zij elkander niet te
bevelen hebben, doordrongen als beide zijn van het pligtbesef
dat zij het algemeen belang te beveiligen hebben, kunnen
niet anders dan den goeden weg opgaan van zamenwerking
en vrijwillig gemeen overleg.
Burgemeester en Wethouders adviseren, dat de Raad aan
de adressanten, in antwoord op hun adres te kennen zal geven
1.° dat de bevoegdheid van den Commissaris van politie
krachtens de wet zich uitstrekt over alle gemeentelijke ver
ordeningen, dus ook over die welke speciaal betrekking heb
ben op de brandweer. Dat die bevoegdheid evenwel niet in
zich sluit, het geven van bevelen aan de directie der brand
weer of aan de manschappen, veel min aan den gecommit
teerde uit den Raad;
2.° dat de directie van de Brandweer als zelfstandig col-
legie werkzaam is, geen bevelen, van den Commissaris van
politie ontvangende en hein ook geen bevelen gevende
3.° dat geen wijziging van verordeningen, maar alleen
zamenwerking en vrijwillig gemeen overleg, conflicten als de
adressanten vreezen, kuunnen en ook behooren te voorkomen
4.° dat de Raad, vertrouwen hebbende in de burgerdeugd
der adressanten, verwacht dat zij het aan die noodzakelijke
zamenwerkiug en dat vrijwillig gemeen overleg niet zullen
laten ontbreken.
Wordt besloten, de stukken tot deze zaak betrekking
hebbende, ter visie te leggen van de leden, om later te
worden behandeld.
Tot leden eener Commissie, in wier handen zal worden
gesteld de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur voor
1877, gewijzigd in verband met de toegekende verhoogde
subsidie, in ac vergadering van 25 October 11., worden
benoemd, de HH. Koole, Zuurdeeg en Pilaar.
Dc Voorzitter verzoekt die Commissie het onderzoek dier
stukken dadelijk te doen plaats hebben, omdat de zaak
eenigszins spoed eischt en schorst daartoe de vergadering.
Heropend zijnde, brengt de heer Koole namens de Com
missie rapport uit van haar onderzoek, strekkende tot goed
keuring der begrooting zooals zij is ingediendin ontvang
en uitgaaf op f 10788,51.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Tot dc behandeling van het suppletoir kohier van den
hoofdelijken omslag voor 1876, gaat de openbare vergadering
in ccnc beslotenc over.
Na de heropening der openbare vergadering, wordt dit
kohier met algeinccne stemmen vastgesteld op f 73,05 en
do vergadering daarop na omvraag door den Voorzitter
gesloten.
Uitgevers DE LOOZE WAALE.