ZlllllkZIISdll NIEUWSBODE. mÊ^Èsm Dingsdag 27 October 1874. K e n n i s g e v i n g. Nieuwstijdingen. VERSLAG PLEITREDE VAN DEN VERDEDIGER. ctr\i ia evSSÈ*«[-ras ié -"»SÏSS /TSfea '4 rd?èTörde er mankeerde geen jotageen stip w-^rfEÊ No. 5456. Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prjjs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post ƒ1,60. ADVEETENTIËN 10 Cts. per regel, kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. 5lsle Jaarg. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken nis van de Ingezetenendat er op Vrijdag den 30sten October e. k.des namiddags te 6'/a uurop bet Raadhuis alhiereene openbare Vergadering van den Gemeente-Raad zal gebonden worden. Zierikzee, den 23 October 1874. De Burgemeester v. C I T T E R S. Zulten ter tafel te brengen Mededeeling van ingekomen stukken. Advies van Burg. en Weth. op het adres van eenige hulponder wijzers om verhooging hunner jaarweddenalsmede op het voorstel van vier raadsleden, tot wijziging der besluiten tot beffing van schoolgeld op de openbare scholen voor lager onderwijs, Hoogere Burgerschool en Burgeravondschool. Behandeling Gemeentebegrooting 1875. enz. Tengevolge van den leveudigen handel in diamanten tusschen Europa en Amerika en het hooge invoerregt ad 10 percent Vhn de waardedat in de Amerikaansche havens wordt gehevenwordt er op allerlei wijze ge smokkeld en tracht men de ambtenaren bij den neus te hebben. Een Nieuw-Yorker gelukte dit onlangs zeer aardig. Hij kwam met de stoomboot uit Liverpool te Nieuw-York aan en de ambtenaren waren op zijn komst voorbereid. Terstond werd hp naar bet tolbureau gebragt om tot op zjju laatste kleedingstuk te worden onderzocht; hij scheen opgewonden, bevreesd en zenuw achtig te wezen en trachtte de ambtenaren tot een overeenkomst te bewegen, die echter werd afgeslagen. Men bladerde in zijn zakboekje en vond daar een waarde van 12,000 p. st. in diamanten genoteerd; werkelijk gelukte het den zoekers op zijn hartonder het vest, 18 diamanten te ontdekken, en na deze in beslag te hebben genomen, werd onder allerlei spotternij de koop man ontslagen. Deze ging zoo snel mogelijk naar huis, omhelsde vrouw en kinderen nam eenige versterking en daarop een warm bad, en nadat in het warme water een groote pleister op zjjn rug was losgeweekt, kwamen daaronder 18 echte diamanten te voorschijn; hp had den ambtenaren even zooveel valsche, uit glas ver vaardigd, achter gelaten om zich mede te amuseren. Hoogeveeu, 22 Oct. Maandag nacht is do tolgaarder bij de nieuwo brug alhier eensklaps door zoo hevige krank zinnigheid aangegrepen dat het noodig is geweest hem den volgeuden dng door de rijkspolitio lo doen vervoeren. Naor dienaangaande wordt medegedeeld, lag de vrouw sedert eenige dagen ziek te bed. Maandag zcide A. K. op eens tot haar: „ik zal 22 hoofdslukken uit don bijbel lezen eo dan zal je boter wezen; als je dan niet beter bent, moet ik je dood slaan.1' Hij leest alle 22 hoofdstakken achter elkander cn vraagt zijne vrouw: „of zij nu niet beter was;" hetgeen deze natuurlijk met ja beantwoordde. In den vroegen morgen van Dingsdag dwong hij zijne zieko vrouw om voor een aankomend rijtuig den tol opeu te doen, omdat hij niet naar buiten durfde, waar >de duivel op den loer stond om hem te grijpen. Kort daarna nam de woestheid zoo toodtll de ongelukkige zich zelf geen meester meer was en hij tot voorkoming van ongelukken door de buren moest gekneveld worden. Men zegt, dat de moeder van K. ook jaren krankzinnig js geweest. ]N"ieirvre«l!ep23 Oct. Woensdagmorgen om streeks tien ure is op den Razenden Bol gestrand een visscherschuitbemandmet vaderzekeren Koken twee zoons. Bange uren hebben deze menschen daar doorgebragt en na langen tijd door het barre weer te vergeefs moeite gedaan te hebben om opgemerkt te worden werd Goddank! tegen drie ure des namiddags van den wal door een heldere bui waargenomendat op die gevaarlijke plek zich mensehen bevonden. On middellijk begaf de reddingboot dèr Noord- en Zuid- Hollandsche Reddingmaatschappijschipper J. Koning- Bteingesleept door de stoomboot Stad Amsterdam kapitein Bakkerzich derwaarts en al zag mennaderbij komendedirect geen levende wezens, een zwarte klomp toch deed hem verder onderzoeken wat dit mogtzijn. Ter plaatse gekomenzag men de drie opvarenden uitgeput van vermoeijenis en angst in elkander gezakt, geheel bewusteloos. Hoewel zij aanvankelijk daar sprakeloos neerlagenkwamen -zij door het toedienen van eenige opwekkende middelen spoedig tot bewustzijn en vernam mendat zijzich geheel als verloren be schouwende geen kracht meer hadden en den dood afwachttendie door den hoogen vloed stellig zou gevolgd zijn. Om zeven uur kwam de reddingbootgesleept door voormelden stoomermet het drietal geredden in de haven en aandoenlijk was de Ontmoeting met een derden zoon alhier, die den geheelen dag in den grootsten angst verkeerendezjjn vader en broers reeds dood waande. Eere aan de onverschrokken redders en aan allen die pogingen deden om blijk te geven vau hun men8chlievendheid. De schuit rekent men verloren. Beverwijk, 12 Oct. Sinds 24 uren waait hier een felle storm, die aan onze Konnemer zeekust nog al schade aanrigtte. Do over de haven van den nieuwen waterweg naar Amsterdam liggende brug, voor het overvoeren van de zware betonblokken bestemd, is grootendeels weg geslagen, terwijl .de voortdurend hooge zee nog geen onderzoek duldt of de vrees voor schade aan de hoof den gegrond is. De duinen onder Yelzen en Wijk aan Zee zijn op verschillende plaatsen en over honderden ellen, wat men hier noemt geschort, d. i. aan den voet wegge slagen door de golven, waardoor hooger liggende massaas zand naar beneden stortten. Te Wijk aan Zee moest eene visschersbom zich van nacht op strand laten loopen. De schuit zit zoo hoog tegen de duinen dat er aan afkomen niet te denken is voor het weder is bedaard en rollen enz. van Zandvoort of Egmond aan Zee zijn aangevoerd. Zulks deed den stuurman wellicht besluiten den ge ringen vangst op Wijk aan Zee te veilen, en hadden ook de min gegoede bewoners het voorrecht eens volop lekkere visch te kunnen eten. Waar de voorraad voor liet dorp toch nog al be trekkelijk groot was, gingen meerdere partijtjes op den afslag voor een prijsje, waarbij een fiksche levende scbar of schol op één cent kwam te staan. Venlo 21 Oct. Een treurig ongeval had heden avond te halfzeven uren plaats op heir stations terrein alhier. De arbeider Lieftmkdie zijn hulp verleende bij de draaischijf, werd., terwijl hij zich op zijde van een gedraaid wordende locomotief bevond, door een voorbjjkomeuden trein gegrepen én onder de wagons geworpendie hem het geheele onderlijf letterlijk van het ligchaam sneden. De ongelukkige was Bpoedig een lijk en laat een zwangere vrouw met drie kinderen achter. Indien hot waar is wat men zegtdat het ongeluk vooral is toe te schrijven aan het slechte weer en de duisternisdan rijst de vraag ofwat het laatste punt ten minte betreftop zulke gevaar volle punten van het aanzienlijk uitgestrekte terrein alhierniet voor betere verlichting dient te worden gezorgd. De Raad van toezigt kan den ongelukkige niet in het leven terugroepenmaar in bestaande ge breken kan en moet hij voorzien. Yeere22 Oct. De ontwikkeling der visscherijen is in den laatsten, tjjd in Zeeland zeer toegenomen en zij werpt goede voordeelen af, wat aan een paar Veersche ingezetenen aanleiding heeft gegeven te trach ten in deze zoo gunstig gelegen plaats een uitgangs punt voor de vischvangst te vormen en op die wijze eenige meerdere welvaart in ons zoo kwijnend stadje te brengen. Zij hebben nl. gelden bjjeengebragtwaar voor te Ostende een visscherschuit is gekochtdie te Veere zal worden uitgerust en in de vaart gebragt. In de vorige week hebben 4 Arnemuidéche visscher- schuiten haar vangst alhier bij wijze van proeve gelost. Zierikzee, 26 Oct. Door B. en W. van Haarlem is benoemd tot keurmeester van het slagtvee, vleesch en spek, tevens keurmeester van de ter markt aan te brengen paarden, varkens en vee, de heer J. Mazure Cz. thans prövinc. veearts te Brouworshaven. Van Dingsdag tot Woensdag-avond heeft een hevigen storm uit het Z. W. gewoed. De uitwerkselen op verschillende plaatsen getuigden van de geweldige kracht van den wind. In en om Amsterdam zijn enkele boomen omgewaaid, en op het Hoedenmakerspad aan de Utrechtsche zijde van don Amstel, stortten 8 in (aanbouw zijnde huizen in. Ook op andere plaatsen in ons land doet zich de kracht van den wind gevoelen. In Den Haag zijn dakpannen afgewaaid en glasruiten verbrijzeld, zoodat in de nieuwe buitenwijken sommige straten met de stukken als bezaaid lagen. In het Bosch zijn zware boomen ontwortelt; schuttingen zjjn omge waaid enz. Te Haarlem hebben verscheidene daken van perceelen schade bekomen, en heeft men in den Haarlemmerhout aan den dreef, het verlies van een paar schoone boomen te betreuren, terwijl het houtgewas over 't algemeen veel letsel heeft gekregen. Te Dokkum is woensdag-middag tusschen 121 uur, juist in 't etensuur van 't werkvolk, de toren van de in aanbouw zijnde R. C. Kerk omvergewaaid. De kerk heeft groote schade bekomen, doch de omliggende huizen in 't geheel niet. Kort te voren waren een 150tal van de scholen komende kinderen daar gepas seerd, waar thans bergen steen opeengestapeld liggen. De boot van Harlingen op Amsterdam is wegens het stormweer, bij Stavoren op aandrang van de beangste passagiers teruggekeerd. Die van Amsterdam op Har lingen is behouden en op tjjd te Harlingen gearriveerd. Niettegenstaande het eiland Schokland zoo goed als onbewoond is, er woont slechts éen huisgezin heeft het in het jaar 1873 nog 33,000 itan onder houd gekost, hoofdzakelijk voor werken ten behoeve van de schipperij, welke vaak bjj stormweder daar een toevlucht zoekt. van de zaak betreffende den Boekhouder der Bank van Leening te Zierikzee. Nadat, zooals wij in ons vorig No. mededeelden de proc.-gen. had gerequireerd tot schuldigverklaring van den beklaagdemet vrijspraak van het tweede punt van beschuldiging (valschheid)was in de zitting van Zaturdag het woora aan den verdediger Mr. D. van Raaltedie gedurende drie uren van improvisatie ten gunste van Rinkier sprak. Zoo getrouw mogelijk geven wij hier zijn pleidooi en laten den redenaar zelve spreken Edel groot Achtbare Deer enPresident en Raden! Wanneer ik op dit oogenblik opsta, moet ik de ver klaring afleggen dat ik niet zonder huivering het woord opvatniet omdat ik in het allerminst twijfel aan de deugdelijkheid der zaakniet omdat ik sta voor een rechter iu een andere provincie dan die mjjner inwo ning maar dan is het vooral omdat ik vrees dat ik in de verdediging dezer zaak, die zooveel ruchtbaar heid heeft verkregen die in de dagbladen is behandeld, wellicht niet zal kunnen voldoen aan de verwachting van het talrijk publiek dat nu getuige isomdat ik vrees zeg ikte kort te blijven en niet te kunnen beantwoorden aan dat vertrouwen dat de familie in mij steltwant als ik een blik werp op die bank en zie wie daar is gezeten, dan klinkt in mijn ooren hetgeen het diepbedroefd huisgezin mij toesprakwat een bedroefde echtgenoote mij zeide »geef mij mijn man wat liefhebbende kinderen mij toeriepen »geef mij onzen vader weder," en wanneer ik dan bedenk dat ik spreek voor een mandie na 30 jaren zwoegens en van zwaren arbeidvoor een ijverig mandie mis schien een verkeerd terrein betreden heeftvoor een werkzaam man, spreekdie aan den avond van zijn leven op de bank der beschuldigden zit, dat is het wat mij bevreesd maakt; maar als ik een oogenblik mijn blikken vestig naar de zetels van 't Hof en be denk dat dit Hof geen misdaden straft, dan die door onomstootbare bewjjzen zijn gestaafden de misdaad niet zoekt, maar dat ik sta voor een Hof, samengesteld uit mannen in utisqe subscelius versati, toegerust niet alleen met die kundighedendie een goed rechter eigen zijntoegerust met een mate van mcnschen- kennisdie het sieraad en de deugd van een goed rechter is, die in elke afwjjking van het pad der deugd nog niet altjjd een misdaad zietdan krijg ik moed dan herstel ik mijdan mag ik mij vlejjen met de hoop dat ik u zal kunnen overtuigen dat ik niet spreek voor een geheel schuldeloos wezen die alles punctueel ten uitvoer heeft gebracht, die in alles zijn plicht heeft gedaan', maar voor een man die ja zich schuldig heeft gemaakt aan ongeregeldhedenmaar dat gedaan heeft in een omgeving waar alles ongeregeldheid ademt, waar het wemelt van ongeregeldhedendie niet alleen toe passelijk zijn op den beschuldigde maar op de geheele bank van leeningdan zeg ikkrijg ik moed en vlijt om den rechter toe te Bpreken op eene wijzewaar van het onverbrekelijk gevolg zal zjjn- vrjjspraak van den beschuldigde. Ik zal bij de verdediging van don beschuldigde niet volgen de ordedie de procureur-generaal gevolgd heeftik zal dat niet doen omdat inderdaad de volgorde van den procureur-generaal naar mijn oordeel door alle omstandigheden niet wordt gewettigd. Wat wordt ge zegd en hoe wordt door 't Openbaar Ministerie gerede neerd Het Hof zal zien uit bet verslag dat door 't Openbaar Ministerie bij de Raadkamer is ingediend dat 'tO. M. is uitgegaan van de stelling: »Er is een verduistering van 3000 fr. of minstens den borgtocht te boven gaandeom dit te bedekken en daartoe te geraken hebt gijbeschuldigde zoo ïedeneert 't O. M. gepleegd valschheid in 't registerge hebt Active panden beleend en om dit weder te bedekken hebt ge moed willig brand gesticht." Ziet M. H. zoo wikkelt men den beschuldigde in een cirkel van misdrjjven. Wjj zullen beginnen by 't begin. Het uitgangspunt van de geheele beschuldiging, de daadzaak, die aan 'tproces verbaal leven heeft gegeven, is het onderzoek naar de brandstichting en al dadelijk doet zich de vraag voor hoe en in welk verband de daadzaken staan tot hetgeen er gebeurd is. Is het juris prud. bewezen Dat is de vraag. Dat is ons eerste onderzoek. Heeft de beschul digde moedwillig brand gesticht of is de brand niet het gevolg van een ongelukkig toeval Wat is er bewezen aangaande de brandstichting (De verdediger haalt hier aan de wjjze hoe de brand is ontdekt en gebluscht enz., daarop gaat hij voort): Hoe is nu brand ontstaan Ik moet dit beantwoorden met een schouderophalen. Niemand weet het, zelfs Rinkier niet. Men heeft gesproken van zelfontbranding. Zelfontbrandingwaarvan de mogelijkheid bestaat. Men heeft immers voorbeelden van broeijing bij hooibergen. Ik heb wel eens gehoord van wol, die ontbrandt aoor broejjingook van leer dat dicht op elkander gepakt tiszelfs heb ik in de couranten wel gelezen van spoor wagens die van zelf ontbranden. Hoe dit nu zijof men dit gelooft of nietzooveel is zeker dat de instructie ons eenigermate op den weg heeft geholpen. Wij be hoeven niet te denken aan zelfontbrandingbroejjing. De instructie en de debatten hebben ons de waarschijn lijke aanleiding aan de hand gedaan. In de instructie hebben Berg en Tachi verklaard dat zij Rinkier wel met een brandende pjjp hebben zien binnengaanwaar schijnlijk was er wel een dop op die pijpmaar zooals de heeren wel zullen weten en hét is mij ook wel eens gebeurd, mogelijk is de dop losgegaan en juist die dop zal Rinkier minder attent gemaakt hebbeneen vonk zal ontsnapt zijnde goederen zijn aan 't smeulen gegaan en ziedaar een waarschynlijke oorzaak van den brand. Ik sprak in de instructie van Tachi en Berg, ook Franco verklaart, dat toen hij met Rinkier werkte, deze altijd met zijn pyp liep. Ook de getuige van der Grijp verklaart dat hij Rinkier met een pijp het ma gazijn wel eens heeft zien binnengaan. Ook Timmer mans (en diens verklaring is opmerkeljjk) ook Timmer mans een zaakkundigeheeft verklaard dat hy ook wist dat R. met een brandende pijp het magazijn wel eens binnenging en op een vraag aan T. hoe hij dacht dat de brand was ontstaanhad hy met ronde woorden geantwoord: »Wel, dat heeft de pyp hem gelapt." Die heeft ons gegeven de wezenlijke oorzaak van den brand. Het O. M. zegt dat niemand dan R. toegang had tot 't magazijndat die brand van Zaturdag tot Maan dag zou gesmeuld hebbenzooveel is zeker dat de getuige Timmermans verklaart dat het den avond te voren zelfs langer gesmeuld kan hebben voor dat men het ontdekte. Ten aanzien van de oorzaak van den brand weten wij eigenlijk niets, ook 't O. M. niet. Geen van beiden kan de ware oorzaak opgeven. Het eenige wat wij doen kunnen by het zoeken naar de oorzaakis de omstandigheden nagaan waaronder de brand heeft plaats gehad. Een allerbelangrijkste verklaring heeft de getuige Jacoba Simmers afgelegd dat is een allerbelangrijkste verklaring. En wat heeft zij gisteren onder eede ver klaard eu op een wijze geheel overeenkomstig de waar heid? Wat heeft ze gezegd? Als altijd ben ik om zes uur gekomen ook dien morgenhet huisgezin sliep gewoonlyk tot 7 of 7'/» uur. Op 30 Junij deed Rinkier mij open; blijkens zijn kleeding kwam hy pas uit bed; - hij ging in de slaapkamer schrijvende oudste dochter en de jufvrouw waren nog in bed. Yrouw Bij de Vato komt nu R. waarschuwendeze was zeer ontsteld. Ontsteld een allerbelangrijkste omstandigheid bjj iemand, die zelf brand heeft gesticht.^ Jufvrouw R. viel van haar zeivende sleutel was niet op de deurRinkier opende die en de vlammen werden zichtbaar; Rinkier hielp flink blusschen en niemand wist de oorzaak van den brand. Hoe of de vlammen gewoed hebben, daar van kunnen wjj niet veel zeggen, want de vlam is geen penseel. De schilder heeft een penseel om lijnen te trekken maar de vlammen doen al heel raar. Ik heb het honderd maal gelezen (nog bij den brand van de Tuileriën) hoe kamerswaar omheen de vlammen speelden, geheel ongedeerd zjjn gebleven. Hoe de vlam men gewoed hebbendaarvan valt niets te zeggen. Nu spreekt men van moedwillige brandstichting. Maar M. H. mogen wjj nu maar zoo aannemen dat een mandie weet dat de vlammen woeden naast de kamer waar zjjn vrouw ongesteld te bed ligt, waar boven zjjn dochter slaaptdat die man zou wagen om daar rustig en wel aan den arbeid te bljjven als bij weet dat het dierbaarste wat hjj bezit, dat wat het naast hem aan het hart hangtals hjj weet dat vrouw en dochter in levensgevaar verkeeren. Is dat aan te nemen van een man en vader, die, wat men ook van hem zeggen moge, altijd getoond heeft een liefhebbend echtgenoot en vader geweest te zjjn Waarljjk dat is niet aan te nemen. Welke was de houding van R. bjj den brand Dat was die van een man, die helpt waar hjj helpen kan om dien te blusschende getuige Timmermans zegt zelf dat R. zich flink bjj den brand heeft gedragen. Er was geen sterveling in Zierikzeedie op de ge dachte kwam dat R. den brand gesticht had en dit zeg ik wordt uit de stukken bewezen. Op 30 Juni is er brand ontstaan en wanneer is er onderzoek naar de ooyzaak gedaan Meer dan twee maanden laterop 4 Sopt. Dat bewjjst meer dan alles. Justitie en politie hebben bewezen moed te bezitten om dien chaos van 306 processen-verbaal te doordringen(spreker brengt hulde aan de nauwgezetheid én helderheid van hem aan wien dit opgedragen was), maar zooveel is zeker, men heeft niet aan Rinkier gedacht; men had geen presumptie op moedwil. Ziet M. H. dit is een allerbe langrijkste zaak want uit den aard der zaak is bjj eiken brand do eerste vraag naar de oorzaakdat ligt op ieders tongnatuurlijk ook te Zierikzeeen niemand is op de gedachte gekomen Rinkier te verdenken. Hoe is men op dat denkbeeld gekomen? De reden daartoe is niet ver te. zoeken. Er was geassureerd. En nu is het zoo 't algemeen verschynsel in de maatschappij dat meest ieder politieman in ieder een persoon voor de gevangenis ziet, even als een brandwaarborgmaatschappjj ook zoo gemakkeljjk in iemand bij wien brand komteen voorwerp zietdat oorzaak van zoo'n brand is. Het is die maatschappjj volstrekt niet kwaljjk te nemen dat zjj de zaak onder zoekt. Hier begon de assurantie-inaatschappjj niet te onderzoeken (dat is het regte woord niet)zjj begon te wroeten. Wjj zien dat uit de stukken. Getuige de Kater krijgt een tijding van de maatschappjj om te onderzoeken, en wat voor praatjeswat voor gesprekkon doen zich nu voor? Wat zeggen de oude vrouwtjes wel? Die praatjes komen aan de ooren van de Maat schappjj deze zendt Krieger naar Zierikzee om te onderzoeken, en wat gebeurt Krieger komt ongeluk kigerwijze iu gezelschap van ïujjnheer de Graafge wezen inbrenger. Uit den aard'der zaak is deze een aartsvjjand van Rinkier. Wanneer ik u zeg een aarts- vjjand, dan wjjs ik u op de stukken. (De verdediger dankt het O. M. dat het dezen getuige niet heeft opgeroepen.) Die stukken ademen niets dan haat en afgunst. De Graaf ligt de doopceel van Rinkierhjj had Rinkier altijd geld moeten geven; Rinkier deed allerlei slechte zakenhjj verhuurde panden om die Zondags aan te kunnen trekkenbij nam 1ST ook aftefeïie^ femüie en staande dat bleef de Commissie toch nog altijd ne te twijfelen. H® was (19 jimrp'bésturen Sem" t wèlopgevoeden stand voor- vveek uit en d^voor ltH,J forluin keeft^ dan Kn 1 onbS^i tfgroot rgertKKfVH. dat zou de grootste niet de onomstootbare bewijzen i Bueler, geen Wie SS t to"aïïkopgewondh/was uitlooper, nooit dooi uen va(ier. een man die of op. concerten (TOtdioWW in£» besteedde een man, omtrent wien d» dat zjj derde jaren lang, nooit CauenFokker; ontvangen; dit getuigen arrestatie, geen en- twijfelen. Die man was n koelea bloede dien man verwachten daartoe mMtel onomstootbare bewijzen (luce Sarin.) zijn en daarvan ^nnnhonttSSnkrKteoDogteder commissie. I» dat nu ter process0 kacHelük Had hjj gelden £efLB. ^dfe'beb'ifgevondei. Welk tekort was er? Dat ™oet -gen. b® het verslag ?,etH0fl*lïï.^fesck.ddTgdPé riet van"de bank bal gebleken is dat Bg g{ altban3 een die toegeëigend een som^van waar dit tekort? den borgtogt te bore g olmatig boek bobt Hoe komt dat? Omdat ge u m»n moet dlt gehoudend g e„ denken mag stattt omkoeren Bg al wtómm gg rende die 30 jaar deze zaak vastïeaer j 5. rekeuing aan den ieder jaar werd er een 00k wel atn Gerf. gemeenteraad overgeleg volgens art. 9 en de Hooge Reseeuug. 30 men lang v g vonden die in ordei, er al8 alles ml orde ^TwLSuiiftdün dat tekort Een maand voor den brand was allesnog in or kag integendeel er^Vt^»g/6ot°vrteel. Yai een tekort k^jlaar'wat zegt nu ^e^™^Sbeer^a^aangedrongen De beschuldigde heeft bn lf komt dit voor kert bewbzou? DH ^mak-. bestaande haddan kon eeheelen. En nu achtsten maken, ^njer°andenTeschuldigde." zegt men>dat was zoo dein k maar het 'tb een feit dat niet wél in andere bgcTefd w^bet i-SSSS: stond; dat was zoo de g ureKleinentmaar bezwarendhet is wel stry g de Comrai89je kommissieVoor niet zorgen; ik zoek S0er8een6ercuris de Commisme, ht b een bewp. dat die zaak geheel en al onsch en d(J Art. 18 spreekt van de opgave jan^ h1dr& is'1énPgroote' rancune. Moet men nnk. v. Er is een rok ingekomen met zoo'n kraag, noodig als' eTktleeners waren. Van 't getal is geen sprake. waren wlj

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1874 | | pagina 1