ZlllllkZIISdll NIEUWSBODE.
mÊ^Èsm
Dingsdag 27 October 1874.
K
e n n i s g e v i n g.
Nieuwstijdingen.
VERSLAG
PLEITREDE VAN DEN VERDEDIGER.
ctr\i
ia evSSÈ*«[-ras ié
-"»SÏSS /TSfea
'4 rd?èTörde er mankeerde geen jotageen stip
w-^rfEÊ
No. 5456.
Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prjjs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post ƒ1,60.
ADVEETENTIËN 10 Cts. per regel, kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden.
5lsle Jaarg.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken
nis van de Ingezetenendat er op Vrijdag den
30sten October e. k.des namiddags te 6'/a uurop
bet Raadhuis alhiereene openbare Vergadering van
den Gemeente-Raad zal gebonden worden.
Zierikzee, den 23 October 1874.
De Burgemeester
v. C I T T E R S.
Zulten ter tafel te brengen
Mededeeling van ingekomen stukken. Advies van
Burg. en Weth. op het adres van eenige hulponder
wijzers om verhooging hunner jaarweddenalsmede
op het voorstel van vier raadsleden, tot wijziging der
besluiten tot beffing van schoolgeld op de openbare
scholen voor lager onderwijs, Hoogere Burgerschool en
Burgeravondschool. Behandeling Gemeentebegrooting
1875. enz.
Tengevolge van den leveudigen handel in diamanten
tusschen Europa en Amerika en het hooge invoerregt
ad 10 percent Vhn de waardedat in de Amerikaansche
havens wordt gehevenwordt er op allerlei wijze ge
smokkeld en tracht men de ambtenaren bij den neus
te hebben. Een Nieuw-Yorker gelukte dit onlangs zeer
aardig. Hij kwam met de stoomboot uit Liverpool te
Nieuw-York aan en de ambtenaren waren op zijn
komst voorbereid. Terstond werd hp naar bet tolbureau
gebragt om tot op zjju laatste kleedingstuk te worden
onderzocht; hij scheen opgewonden, bevreesd en zenuw
achtig te wezen en trachtte de ambtenaren tot een
overeenkomst te bewegen, die echter werd afgeslagen.
Men bladerde in zijn zakboekje en vond daar een waarde
van 12,000 p. st. in diamanten genoteerd; werkelijk
gelukte het den zoekers op zijn hartonder het vest,
18 diamanten te ontdekken, en na deze in beslag te
hebben genomen, werd onder allerlei spotternij de koop
man ontslagen.
Deze ging zoo snel mogelijk naar huis, omhelsde
vrouw en kinderen nam eenige versterking en daarop
een warm bad, en nadat in het warme water een
groote pleister op zjjn rug was losgeweekt, kwamen
daaronder 18 echte diamanten te voorschijn; hp had
den ambtenaren even zooveel valsche, uit glas ver
vaardigd, achter gelaten om zich mede te amuseren.
Hoogeveeu, 22 Oct. Maandag nacht is do tolgaarder
bij de nieuwo brug alhier eensklaps door zoo hevige krank
zinnigheid aangegrepen dat het noodig is geweest hem den
volgeuden dng door de rijkspolitio lo doen vervoeren.
Naor dienaangaande wordt medegedeeld, lag de vrouw sedert
eenige dagen ziek te bed. Maandag zcide A. K. op eens tot
haar: „ik zal 22 hoofdslukken uit don bijbel lezen eo dan zal
je boter wezen; als je dan niet beter bent, moet ik je dood
slaan.1'
Hij leest alle 22 hoofdstakken achter elkander cn vraagt
zijne vrouw: „of zij nu niet beter was;" hetgeen deze natuurlijk
met ja beantwoordde. In den vroegen morgen van Dingsdag
dwong hij zijne zieko vrouw om voor een aankomend rijtuig
den tol opeu te doen, omdat hij niet naar buiten durfde,
waar >de duivel op den loer stond om hem te grijpen.
Kort daarna nam de woestheid zoo toodtll de ongelukkige
zich zelf geen meester meer was en hij tot voorkoming van
ongelukken door de buren moest gekneveld worden.
Men zegt, dat de moeder van K. ook jaren krankzinnig
js geweest.
]N"ieirvre«l!ep23 Oct. Woensdagmorgen om
streeks tien ure is op den Razenden Bol gestrand een
visscherschuitbemandmet vaderzekeren Koken
twee zoons. Bange uren hebben deze menschen daar
doorgebragt en na langen tijd door het barre weer te
vergeefs moeite gedaan te hebben om opgemerkt te
worden werd Goddank! tegen drie ure des namiddags
van den wal door een heldere bui waargenomendat
op die gevaarlijke plek zich mensehen bevonden. On
middellijk begaf de reddingboot dèr Noord- en Zuid-
Hollandsche Reddingmaatschappijschipper J. Koning-
Bteingesleept door de stoomboot Stad Amsterdam
kapitein Bakkerzich derwaarts en al zag mennaderbij
komendedirect geen levende wezens, een zwarte klomp
toch deed hem verder onderzoeken wat dit mogtzijn.
Ter plaatse gekomenzag men de drie opvarenden
uitgeput van vermoeijenis en angst in elkander gezakt,
geheel bewusteloos. Hoewel zij aanvankelijk daar
sprakeloos neerlagenkwamen -zij door het toedienen
van eenige opwekkende middelen spoedig tot bewustzijn
en vernam mendat zijzich geheel als verloren be
schouwende geen kracht meer hadden en den dood
afwachttendie door den hoogen vloed stellig zou
gevolgd zijn.
Om zeven uur kwam de reddingbootgesleept door
voormelden stoomermet het drietal geredden in de
haven en aandoenlijk was de Ontmoeting met een derden
zoon alhier, die den geheelen dag in den grootsten
angst verkeerendezjjn vader en broers reeds dood
waande. Eere aan de onverschrokken redders en aan
allen die pogingen deden om blijk te geven vau hun
men8chlievendheid. De schuit rekent men verloren.
Beverwijk, 12 Oct. Sinds 24 uren waait hier
een felle storm, die aan onze Konnemer zeekust nog
al schade aanrigtte.
Do over de haven van den nieuwen waterweg naar
Amsterdam liggende brug, voor het overvoeren van
de zware betonblokken bestemd, is grootendeels weg
geslagen, terwijl .de voortdurend hooge zee nog geen
onderzoek duldt of de vrees voor schade aan de hoof
den gegrond is.
De duinen onder Yelzen en Wijk aan Zee zijn op
verschillende plaatsen en over honderden ellen, wat
men hier noemt geschort, d. i. aan den voet wegge
slagen door de golven, waardoor hooger liggende massaas
zand naar beneden stortten.
Te Wijk aan Zee moest eene visschersbom zich van
nacht op strand laten loopen.
De schuit zit zoo hoog tegen de duinen dat er aan
afkomen niet te denken is voor het weder is bedaard
en rollen enz. van Zandvoort of Egmond aan Zee zijn
aangevoerd.
Zulks deed den stuurman wellicht besluiten den ge
ringen vangst op Wijk aan Zee te veilen, en hadden
ook de min gegoede bewoners het voorrecht eens
volop lekkere visch te kunnen eten.
Waar de voorraad voor liet dorp toch nog al be
trekkelijk groot was, gingen meerdere partijtjes op
den afslag voor een prijsje, waarbij een fiksche levende
scbar of schol op één cent kwam te staan.
Venlo 21 Oct. Een treurig ongeval had heden
avond te halfzeven uren plaats op heir stations terrein
alhier. De arbeider Lieftmkdie zijn hulp verleende
bij de draaischijf, werd., terwijl hij zich op zijde van
een gedraaid wordende locomotief bevond, door een
voorbjjkomeuden trein gegrepen én onder de wagons
geworpendie hem het geheele onderlijf letterlijk van
het ligchaam sneden. De ongelukkige was Bpoedig een
lijk en laat een zwangere vrouw met drie kinderen
achter. Indien hot waar is wat men zegtdat het
ongeluk vooral is toe te schrijven aan het slechte
weer en de duisternisdan rijst de vraag ofwat
het laatste punt ten minte betreftop zulke gevaar
volle punten van het aanzienlijk uitgestrekte terrein
alhierniet voor betere verlichting dient te worden
gezorgd. De Raad van toezigt kan den ongelukkige
niet in het leven terugroepenmaar in bestaande ge
breken kan en moet hij voorzien.
Yeere22 Oct. De ontwikkeling der visscherijen
is in den laatsten, tjjd in Zeeland zeer toegenomen
en zij werpt goede voordeelen af, wat aan een paar
Veersche ingezetenen aanleiding heeft gegeven te trach
ten in deze zoo gunstig gelegen plaats een uitgangs
punt voor de vischvangst te vormen en op die wijze
eenige meerdere welvaart in ons zoo kwijnend stadje
te brengen. Zij hebben nl. gelden bjjeengebragtwaar
voor te Ostende een visscherschuit is gekochtdie te
Veere zal worden uitgerust en in de vaart gebragt.
In de vorige week hebben 4 Arnemuidéche visscher-
schuiten haar vangst alhier bij wijze van proeve gelost.
Zierikzee, 26 Oct.
Door B. en W. van Haarlem is benoemd tot
keurmeester van het slagtvee, vleesch en spek, tevens
keurmeester van de ter markt aan te brengen paarden,
varkens en vee, de heer J. Mazure Cz. thans prövinc.
veearts te Brouworshaven.
Van Dingsdag tot Woensdag-avond heeft een
hevigen storm uit het Z. W. gewoed. De uitwerkselen
op verschillende plaatsen getuigden van de geweldige
kracht van den wind. In en om Amsterdam zijn
enkele boomen omgewaaid, en op het Hoedenmakerspad
aan de Utrechtsche zijde van don Amstel, stortten 8
in (aanbouw zijnde huizen in. Ook op andere plaatsen
in ons land doet zich de kracht van den wind gevoelen.
In Den Haag zijn dakpannen afgewaaid en glasruiten
verbrijzeld, zoodat in de nieuwe buitenwijken sommige
straten met de stukken als bezaaid lagen. In het Bosch
zijn zware boomen ontwortelt; schuttingen zjjn omge
waaid enz.
Te Haarlem hebben verscheidene daken van perceelen
schade bekomen, en heeft men in den Haarlemmerhout
aan den dreef, het verlies van een paar schoone boomen
te betreuren, terwijl het houtgewas over 't algemeen
veel letsel heeft gekregen.
Te Dokkum is woensdag-middag tusschen 121 uur,
juist in 't etensuur van 't werkvolk, de toren van de
in aanbouw zijnde R. C. Kerk omvergewaaid. De kerk
heeft groote schade bekomen, doch de omliggende
huizen in 't geheel niet. Kort te voren waren een
150tal van de scholen komende kinderen daar gepas
seerd, waar thans bergen steen opeengestapeld liggen.
De boot van Harlingen op Amsterdam is wegens het
stormweer, bij Stavoren op aandrang van de beangste
passagiers teruggekeerd. Die van Amsterdam op Har
lingen is behouden en op tjjd te Harlingen gearriveerd.
Niettegenstaande het eiland Schokland zoo goed
als onbewoond is, er woont slechts éen huisgezin
heeft het in het jaar 1873 nog 33,000 itan onder
houd gekost, hoofdzakelijk voor werken ten behoeve
van de schipperij, welke vaak bjj stormweder daar
een toevlucht zoekt.
van de zaak betreffende den Boekhouder
der Bank van Leening te Zierikzee.
Nadat, zooals wij in ons vorig No. mededeelden
de proc.-gen. had gerequireerd tot schuldigverklaring
van den beklaagdemet vrijspraak van het tweede
punt van beschuldiging (valschheid)was in de zitting
van Zaturdag het woora aan den verdediger Mr. D.
van Raaltedie gedurende drie uren van improvisatie
ten gunste van Rinkier sprak. Zoo getrouw mogelijk
geven wij hier zijn pleidooi en laten den redenaar
zelve spreken
Edel groot Achtbare Deer enPresident en Raden!
Wanneer ik op dit oogenblik opsta, moet ik de ver
klaring afleggen dat ik niet zonder huivering het woord
opvatniet omdat ik in het allerminst twijfel aan de
deugdelijkheid der zaakniet omdat ik sta voor een
rechter iu een andere provincie dan die mjjner inwo
ning maar dan is het vooral omdat ik vrees dat ik
in de verdediging dezer zaak, die zooveel ruchtbaar
heid heeft verkregen die in de dagbladen is behandeld,
wellicht niet zal kunnen voldoen aan de verwachting
van het talrijk publiek dat nu getuige isomdat ik
vrees zeg ikte kort te blijven en niet te kunnen
beantwoorden aan dat vertrouwen dat de familie in
mij steltwant als ik een blik werp op die bank en
zie wie daar is gezeten, dan klinkt in mijn ooren
hetgeen het diepbedroefd huisgezin mij toesprakwat
een bedroefde echtgenoote mij zeide »geef mij mijn
man wat liefhebbende kinderen mij toeriepen »geef
mij onzen vader weder," en wanneer ik dan bedenk
dat ik spreek voor een mandie na 30 jaren zwoegens
en van zwaren arbeidvoor een ijverig mandie mis
schien een verkeerd terrein betreden heeftvoor een
werkzaam man, spreekdie aan den avond van zijn
leven op de bank der beschuldigden zit, dat is het
wat mij bevreesd maakt; maar als ik een oogenblik
mijn blikken vestig naar de zetels van 't Hof en be
denk dat dit Hof geen misdaden straft, dan die door
onomstootbare bewjjzen zijn gestaafden de misdaad
niet zoekt, maar dat ik sta voor een Hof, samengesteld
uit mannen in utisqe subscelius versati, toegerust niet
alleen met die kundighedendie een goed rechter
eigen zijntoegerust met een mate van mcnschen-
kennisdie het sieraad en de deugd van een goed
rechter is, die in elke afwjjking van het pad der deugd
nog niet altjjd een misdaad zietdan krijg ik moed
dan herstel ik mijdan mag ik mij vlejjen met de hoop
dat ik u zal kunnen overtuigen dat ik niet spreek voor
een geheel schuldeloos wezen die alles punctueel ten
uitvoer heeft gebracht, die in alles zijn plicht heeft
gedaan', maar voor een man die ja zich schuldig heeft
gemaakt aan ongeregeldhedenmaar dat gedaan heeft
in een omgeving waar alles ongeregeldheid ademt, waar
het wemelt van ongeregeldhedendie niet alleen toe
passelijk zijn op den beschuldigde maar op de geheele
bank van leeningdan zeg ikkrijg ik moed en vlijt
om den rechter toe te Bpreken op eene wijzewaar
van het onverbrekelijk gevolg zal zjjn- vrjjspraak van
den beschuldigde.
Ik zal bij de verdediging van don beschuldigde niet
volgen de ordedie de procureur-generaal gevolgd
heeftik zal dat niet doen omdat inderdaad de volgorde
van den procureur-generaal naar mijn oordeel door alle
omstandigheden niet wordt gewettigd. Wat wordt ge
zegd en hoe wordt door 't Openbaar Ministerie gerede
neerd Het Hof zal zien uit bet verslag dat door
't Openbaar Ministerie bij de Raadkamer is ingediend
dat 'tO. M. is uitgegaan van de stelling: »Er is een
verduistering van 3000 fr. of minstens den borgtocht
te boven gaandeom dit te bedekken en daartoe te
geraken hebt gijbeschuldigde zoo ïedeneert 't O. M.
gepleegd valschheid in 't registerge hebt Active panden
beleend en om dit weder te bedekken hebt ge moed
willig brand gesticht." Ziet M. H. zoo wikkelt men
den beschuldigde in een cirkel van misdrjjven. Wjj
zullen beginnen by 't begin. Het uitgangspunt van de
geheele beschuldiging, de daadzaak, die aan 'tproces
verbaal leven heeft gegeven, is het onderzoek naar de
brandstichting en al dadelijk doet zich de vraag voor
hoe en in welk verband de daadzaken staan tot hetgeen
er gebeurd is. Is het juris prud. bewezen Dat is de
vraag. Dat is ons eerste onderzoek. Heeft de beschul
digde moedwillig brand gesticht of is de brand niet het
gevolg van een ongelukkig toeval Wat is er bewezen
aangaande de brandstichting (De verdediger haalt hier
aan de wjjze hoe de brand is ontdekt en gebluscht enz.,
daarop gaat hij voort):
Hoe is nu brand ontstaan Ik moet dit beantwoorden
met een schouderophalen. Niemand weet het, zelfs
Rinkier niet. Men heeft gesproken van zelfontbranding.
Zelfontbrandingwaarvan de mogelijkheid bestaat. Men
heeft immers voorbeelden van broeijing bij hooibergen.
Ik heb wel eens gehoord van wol, die ontbrandt aoor
broejjingook van leer dat dicht op elkander gepakt
tiszelfs heb ik in de couranten wel gelezen van spoor
wagens die van zelf ontbranden. Hoe dit nu zijof
men dit gelooft of nietzooveel is zeker dat de instructie
ons eenigermate op den weg heeft geholpen. Wij be
hoeven niet te denken aan zelfontbrandingbroejjing.
De instructie en de debatten hebben ons de waarschijn
lijke aanleiding aan de hand gedaan. In de instructie
hebben Berg en Tachi verklaard dat zij Rinkier wel
met een brandende pjjp hebben zien binnengaanwaar
schijnlijk was er wel een dop op die pijpmaar zooals
de heeren wel zullen weten en hét is mij ook wel eens
gebeurd, mogelijk is de dop losgegaan en juist die dop
zal Rinkier minder attent gemaakt hebbeneen vonk
zal ontsnapt zijnde goederen zijn aan 't smeulen gegaan
en ziedaar een waarschynlijke oorzaak van den brand.
Ik sprak in de instructie van Tachi en Berg, ook
Franco verklaart, dat toen hij met Rinkier werkte,
deze altijd met zijn pyp liep. Ook de getuige van der
Grijp verklaart dat hij Rinkier met een pijp het ma
gazijn wel eens heeft zien binnengaan. Ook Timmer
mans (en diens verklaring is opmerkeljjk) ook Timmer
mans een zaakkundigeheeft verklaard dat hy ook
wist dat R. met een brandende pijp het magazijn wel
eens binnenging en op een vraag aan T. hoe hij dacht
dat de brand was ontstaanhad hy met ronde woorden
geantwoord: »Wel, dat heeft de pyp hem gelapt."
Die heeft ons gegeven de wezenlijke oorzaak van den
brand.
Het O. M. zegt dat niemand dan R. toegang had
tot 't magazijndat die brand van Zaturdag tot Maan
dag zou gesmeuld hebbenzooveel is zeker dat de
getuige Timmermans verklaart dat het den avond te
voren zelfs langer gesmeuld kan hebben voor dat men
het ontdekte. Ten aanzien van de oorzaak van den
brand weten wij eigenlijk niets, ook 't O. M. niet.
Geen van beiden kan de ware oorzaak opgeven. Het
eenige wat wij doen kunnen by het zoeken naar de
oorzaakis de omstandigheden nagaan waaronder de
brand heeft plaats gehad.
Een allerbelangrijkste verklaring heeft de getuige
Jacoba Simmers afgelegd dat is een allerbelangrijkste
verklaring. En wat heeft zij gisteren onder eede ver
klaard eu op een wijze geheel overeenkomstig de waar
heid? Wat heeft ze gezegd? Als altijd ben ik om zes
uur gekomen ook dien morgenhet huisgezin sliep
gewoonlyk tot 7 of 7'/» uur. Op 30 Junij deed Rinkier
mij open; blijkens zijn kleeding kwam hy pas uit bed;
- hij ging in de slaapkamer schrijvende oudste dochter
en de jufvrouw waren nog in bed. Yrouw Bij de Vato
komt nu R. waarschuwendeze was zeer ontsteld.
Ontsteld een allerbelangrijkste omstandigheid bjj iemand,
die zelf brand heeft gesticht.^ Jufvrouw R. viel van
haar zeivende sleutel was niet op de deurRinkier
opende die en de vlammen werden zichtbaar; Rinkier
hielp flink blusschen en niemand wist de oorzaak van
den brand. Hoe of de vlammen gewoed hebben, daar
van kunnen wjj niet veel zeggen, want de vlam is
geen penseel. De schilder heeft een penseel om lijnen
te trekken maar de vlammen doen al heel raar. Ik
heb het honderd maal gelezen (nog bij den brand van
de Tuileriën) hoe kamerswaar omheen de vlammen
speelden, geheel ongedeerd zjjn gebleven. Hoe de vlam
men gewoed hebbendaarvan valt niets te zeggen.
Nu spreekt men van moedwillige brandstichting.
Maar M. H. mogen wjj nu maar zoo aannemen dat
een mandie weet dat de vlammen woeden naast de
kamer waar zjjn vrouw ongesteld te bed ligt, waar
boven zjjn dochter slaaptdat die man zou wagen om
daar rustig en wel aan den arbeid te bljjven als bij
weet dat het dierbaarste wat hjj bezit, dat wat het
naast hem aan het hart hangtals hjj weet dat
vrouw en dochter in levensgevaar verkeeren. Is dat
aan te nemen van een man en vader, die, wat men
ook van hem zeggen moge, altijd getoond heeft een
liefhebbend echtgenoot en vader geweest te zjjn
Waarljjk dat is niet aan te nemen.
Welke was de houding van R. bjj den brand Dat
was die van een man, die helpt waar hjj helpen kan
om dien te blusschende getuige Timmermans zegt
zelf dat R. zich flink bjj den brand heeft gedragen.
Er was geen sterveling in Zierikzeedie op de ge
dachte kwam dat R. den brand gesticht had en dit zeg
ik wordt uit de stukken bewezen. Op 30 Juni is er
brand ontstaan en wanneer is er onderzoek naar de
ooyzaak gedaan Meer dan twee maanden laterop
4 Sopt. Dat bewjjst meer dan alles. Justitie en politie
hebben bewezen moed te bezitten om dien chaos van
306 processen-verbaal te doordringen(spreker brengt
hulde aan de nauwgezetheid én helderheid van hem
aan wien dit opgedragen was), maar zooveel is zeker,
men heeft niet aan Rinkier gedacht; men had geen
presumptie op moedwil. Ziet M. H. dit is een allerbe
langrijkste zaak want uit den aard der zaak is bjj eiken
brand do eerste vraag naar de oorzaakdat ligt op
ieders tongnatuurlijk ook te Zierikzeeen niemand
is op de gedachte gekomen Rinkier te verdenken.
Hoe is men op dat denkbeeld gekomen?
De reden daartoe is niet ver te. zoeken. Er was
geassureerd. En nu is het zoo 't algemeen verschynsel
in de maatschappij dat meest ieder politieman in ieder
een persoon voor de gevangenis ziet, even als een
brandwaarborgmaatschappjj ook zoo gemakkeljjk in
iemand bij wien brand komteen voorwerp zietdat
oorzaak van zoo'n brand is. Het is die maatschappjj
volstrekt niet kwaljjk te nemen dat zjj de zaak onder
zoekt. Hier begon de assurantie-inaatschappjj niet te
onderzoeken (dat is het regte woord niet)zjj begon
te wroeten. Wjj zien dat uit de stukken. Getuige de
Kater krijgt een tijding van de maatschappjj om te
onderzoeken, en wat voor praatjeswat voor gesprekkon
doen zich nu voor? Wat zeggen de oude vrouwtjes
wel? Die praatjes komen aan de ooren van de Maat
schappjj deze zendt Krieger naar Zierikzee om te
onderzoeken, en wat gebeurt Krieger komt ongeluk
kigerwijze iu gezelschap van ïujjnheer de Graafge
wezen inbrenger. Uit den aard'der zaak is deze een
aartsvjjand van Rinkier. Wanneer ik u zeg een aarts-
vjjand, dan wjjs ik u op de stukken. (De verdediger
dankt het O. M. dat het dezen getuige niet heeft
opgeroepen.) Die stukken ademen niets dan haat en
afgunst. De Graaf ligt de doopceel van Rinkierhjj
had Rinkier altijd geld moeten geven; Rinkier deed
allerlei slechte zakenhjj verhuurde panden om die
Zondags aan te kunnen trekkenbij nam
1ST ook aftefeïie^ femüie en
staande dat bleef de Commissie toch nog altijd ne
te twijfelen. H® was (19 jimrp'bésturen
Sem" t wèlopgevoeden stand voor-
vveek uit en d^voor ltH,J
forluin keeft^ dan Kn
1 onbS^i tfgroot
rgertKKfVH. dat zou de grootste
niet de onomstootbare bewijzen i Bueler, geen
Wie SS t to"aïïkopgewondh/was
uitlooper, nooit dooi uen va(ier. een man
die of op. concerten (TOtdioWW in£» besteedde
een man, omtrent wien d»
dat zjj derde jaren lang, nooit CauenFokker;
ontvangen; dit getuigen arrestatie, geen en-
twijfelen. Die man was n koelea bloede
dien man verwachten daartoe mMtel
onomstootbare bewijzen (luce Sarin.) zijn en daarvan
^nnnhonttSSnkrKteoDogteder commissie. I» dat
nu ter process0 kacHelük Had hjj gelden
£efLB. ^dfe'beb'ifgevondei. Welk tekort
was er? Dat ™oet -gen. b® het verslag
?,etH0fl*lïï.^fesck.ddTgdPé riet van"de bank bal
gebleken is dat Bg g{ altban3 een die
toegeëigend een som^van waar dit tekort?
den borgtogt te bore g olmatig boek bobt
Hoe komt dat? Omdat ge u m»n moet dlt
gehoudend g e„ denken mag stattt
omkoeren Bg al wtómm gg rende die 30 jaar
deze zaak vastïeaer j 5. rekeuing aan den
ieder jaar werd er een 00k wel atn Gerf.
gemeenteraad overgeleg volgens art. 9
en de Hooge Reseeuug. 30 men lang v g
vonden die in ordei, er al8 alles ml orde
^TwLSuiiftdün dat tekort Een maand voor den
brand was allesnog in or kag integendeel
er^Vt^»g/6ot°vrteel. Yai een tekort
k^jlaar'wat zegt nu ^e^™^Sbeer^a^aangedrongen
De beschuldigde heeft bn lf komt dit voor
kert bewbzou?
DH ^mak-.
bestaande haddan kon eeheelen. En nu
achtsten maken, ^njer°andenTeschuldigde."
zegt men>dat was zoo dein k maar het
'tb een feit dat niet wél in andere
bgcTefd w^bet i-SSSS:
stond; dat was zoo de g ureKleinentmaar
bezwarendhet is wel stry g de Comrai89je
kommissieVoor niet zorgen; ik zoek
S0er8een6ercuris de Commisme, ht b een bewp.
dat die zaak geheel en al onsch en d(J
Art. 18 spreekt van de opgave jan^
h1dr& is'1énPgroote' rancune. Moet men nnk. v.
Er is een rok ingekomen met zoo'n kraag,
noodig als' eTktleeners waren. Van
't getal is geen sprake. waren wlj