ZHIIIkZIISCIIi: NIEUWSBODE.
No. 5426.
51sle«laarg.
Dingsdug 18 Augustus 187-4.
Men abonneert zich:
In Nederland bij de Uitgevers
DE LOOZE WAALE,
Hoek van de Schuithaven, B, No. 94,
en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, en bij A. van NIMWEGEN tePaterson,
Abonnemeuts-Prp:
Voor 3 maanden 1,30.
Franco per post, in Nederland- 1,60.
Voor Noord-Amerika, franco p, po9t- 2,5ü.
V ersch\jnt:
Dingadag, Donderdag en Zaturdag.
Adyertentiën:
10 cent per gewone regel.
GROOTE LETTERS worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanvragen 30 cent a contant en franco aan het Bureau
De inzending der Advertentiën kan geschieden
Maandag, Woensdag en Vrijdag, uiterlijk tot des voormiddags 10 ure
O el gr e fr ankeerde brieven worden
niet aangenomen.
Oproeping Verlofgangers.
De BURGEMEESTER van Zierikzee:
Gelet op eene kennisgeving van den heer Commis
saris des Konings in deze provincie, van den 12 dézer
maand, A, No-.-3-783, 3de Afdeeling, brengt ter kennis
van de Miliciens-Verlofgangers CORNELIS KOREMAN,
JOHAN MARCELIS SCHOCK ABRAHAM ENZLIN
en CHARLES MARINUS DIETZbehoorende tot de
ligting van 1871dezer gemeenteingelgfd bp het
2de Regiment Vesting-Artilleriedat zg zgn opgeroe
pen tot de werkeljjke dienst en op Donderdag
den 97 Augustus e. k.de.s namid
dags vóór uur, bij hun Corps tegenwoordig
moeten zjjnvoorzien van al de voorwerpen van klee
ding en uitrusting, door hen bjj hun vertrek met groot
verlof medegenomen terwgl hun onder het oog wordt
gebragt, dat zjj in gebreke blgvende op den bepaalden
tjjd onder de wapenen te komenbjj hunne latere
opkomst zooveel langer in dienst zullen worden ge
houden en zjj voorts worden gewezen op art. 145 der
Militie-Wet, volgeus hetwelk de Verlofganger, die
niet aan de oproeping voldoet, als deserteur zal wor
den behandeld.
Zierikzee, den 15 Augustus 1874.
De Burgemeester
J. L. de JONGE, Weth. l.B.
Een halve maatregel.
De Regeringdie welhaast zal zijn afgetredenlaat
eene groote nalatenschap achter van wets-ontwerpen
die het tjjdperk der openbare beraadslagingen niet
hebben mogen bereiken. Wat zal er worden van zoo
menige vrucht, door het wegstervend Ministerie ge
kweekt, maar die, tengevolge der plotseling ontstane
ministeriëele crisisniet tot vollen wasdom mocht
geraken
Bepaaldeljjk hebben wjj thans bet oog op het wets
ontwerp door den Minister de Friwaangeboden en
dat de strekking had om de straf in eenzame opslui
ting wederom een jaar verder uit te strekken en het
maximumin plaats van op twee op drie jaren celstraf
te bepalen Ook aan dit wetsvoorstel scheen een gun
stig onthaal te zullen ten deel vallen. Het Verslag
over het ontwerp uitgebragt, ademde over het alge
meen een goedkeurenden geest. Doch ook boven het
hoofd van dit ontwerp stak een politieke storm op
en gereed om ter dagorde te worden gesteldsloop
het zachtkens onmerkbaar weg cn wie weetwanneer
deze hervorming van het gevangeniswezen in de Tweede
Kamer wederom aan de orde zal komen? Wie weet,
hoevele andere gewigtigenog meer noodzakeljjke en
nog meer aanlokkelijke hervormingen om den voorrang
zullen dingen
Het beginsel vau het ontwerp van den Minister de
Vries verdiende zonder voorbehoud allen lof. In zeer
korte woorden werden in de Memorie van Toelichting
d'e redenen opgesomddie vóór het stelsel der afzon
derlijke opsluiting pleiten»de onmogelijkheid van
onderling bederf der gevangenende grootere ontvan
kelijkheid voor goede indrukken die tot zelfkennis en
berouw brengende in de gemeenschap bjjna uitge-
slotene mogelijkheid eener juiste kennis van aard en
karakter, van deugden en zwakheden van eiken ge
vangene afzonderlijkwaardoor het geven van indruk
ken het werken op verbeteringgemakkelijk wordt
gemaaktde gelegenheid vopr ontslagenenom zonder
vrees voor ontmoeting van medegevangenen herken
ning en vervolging door henzich in de maatschappij
vooruit te brengen en te rehabiliterenorde in het
gevangenisbeheer eindeljjknimmer verstoord door
complot en gemeenschappelijk verzetworden zeker
door niemand meer miskend."
En hoe was de ondervindinghier te lande van het
stelsel van eenzame opsluiting opgedaan
De Regering antwoordt: «dat de goede vruchten
niet te vergeefs worden gewacht, en dat aan de andere
zjjde de bezwaren tegen het stelsel aangevoerd, in
werkelijkheid niet te duchten zün."
Het springt in het oog dat hier alleen de rede is
van korte gevangenisstraf. De vraag of langdurige op
sluiting in de cel alléén geschieden kanis moejjeljjk
op te lossen. Met langdurige celstraf is in Nederland
de proef nooit genomen, en wjj kunnen dus, wat die
straf betreft, niet over ondervinding spreken. Maar de
ondervinding, in andere landen verkregen, is niet zeer
gunstig voor al te langdurige celstraf. Zjj bewjjst,
dat by die al te lang eenzaam is opgeslotenden
moed voor de toekotnst geheel verliest en door zekere
dofheid wordt bevangen die zjjn geest uitbluscht en
zjjn veerkracht vernietigt. Er was dan ook bjj bet ont
werp, door den Minister de Vries voorgesteld, niet
de rede van langdurige celstraf, maar van zoodanige
celstraf, als waarmede alleen die misdrjjven worden
bedreigddie thans correctioneel worden beregt. Juist
omdat zjjdie correctioneel worden veroordeeld ge-
meenljjk zich aan zooveel ligtere vergrjjpen hebben
schuldig gemaakt en zooveel minder bedorvenheid van
gemoed hebben doen bljjken dan de zware misdadigers,
is de straf der eenzame opsluiting ook voor hen een
des te geschikter middel tot zedeljjke verbetering. De
zware misdadigers zjjn in den regel veel vevdorvener
booswichten (er bestaan eebter vele uitzonderingen)
maar daarom is het ook wenscheljjk dat, ter hunner
bestraffingeen geheel ander strafstelsel worde aan
genomen dan ter bestraffing der meestal jeugdige mis
dadigers die van vele onzer medemenschendie niet
veroordeeld worden en zich rustig in de maatschappij
bewegen Blechts hierin verschillen dat zij sneller tot
handelen overgaan. Voor die beginnende misdadigers
is geene meer louterendemeer veredelendemeer
indrukwekkende straf denkbaar dan die der eenzame
opsluiting; en of die straf tot drie jaren kan worden
uitgebreidzonder gevaar voor verzwakking of kren
king der geestvermogens worde door hen beslist, die
de zielkunde tot een onderwerp hunner bijzondere
studiën hebben gemaakt. Al ware eene driejarige cel
straf uit het oogpunt der gezondheid van den jeug
digen misdadiger af te keuren (hetgeen wjj nog niet
zoo gereodeljjk zouden willen toegeven) dan ontneemt
dit niets aan de heilzaamheid der straf zelve in be
ginsel dan bestaat het verschil alléén over het aantal
drachmen dat men den zedeljjken patient (want een
veroordeelde kan door ieder opregt menschenvriend
niet anders worden beschouwd) zal moeten toedienen,
Het wetsontwerp van den Minister de Vries berustte
dus op een uitnemend beginsel: toepassing, uitbreiding,
zoo mogeljjk, van de straf der eenzame opsluiting. En
toch aarzelen wij niet dien op zich zelf deugdeljjken
maatregel slechts als een halven maatregel te beschou
wen. Men dweept vooral in Nederland zeer met het
denkbeeld van afzonderlijke opsluitingmet het denkbeeld
van 'éénzaamliêïdjdat" aanUe cellulaire opsluiting ten
grondslag ligt. Maar een zeer bevoegd schrjjver heeft
eens deze opmerking gemaakt: «Zooveel staat vast, de
gedachte der afzondering op zich zelve bevat niets
anders dan iets negatiefsde opheffing der gemeen
schappelijke opsluiting."
Dit negatieve is niet de grootste aanbeveling der straf
van eenzame opsluiting. Men verliest in Nederland al
te dikwjjls uit het oog, dat eenzaamheid niet een doel
is, maar een middel. Het hoofddoel van iedere vrijheids
straf iszedelijke verbetering van den veroordeeldein
de oogen van den wetgever een misdadiger, in de oogen
van God misschien niets meer dan een zwakkere onder
de zwakken. Daarom ontwikkelt die schrijver dat het
werkeljjk doel der straf ie: zedelijke verbetering, en de
middelendaartos aan te wenden zjjn veel bezoek
onderwjjs, godsdienstige toespraak nuttige, opwek
kende arbeid voor allen, onverschillig hoe lang of kort
de tjjd zjj der opsluiting.
Dit punt wenschen wjj nog met een enkel woord in
het licht te stellen. Wat de straf der eenzame opslui
ting in onze oogen aanlokkeljjk maaktis niet de
opsluiting op zich zelve, maar de arbeid en het onder
wijs (maatschappelijk en godsdienstig) waartoe zij zich,
meer dan iedere ander straf en beter dan de gemeen
schappelijke opsluiting, leent. Welke zjjn de hoofd
oorzaken, dat jeugdige personen zich zoo herhaaldelijk
en zoo veelvuldig aan geriDge misdrjjven schuldig
maken Welke zijn de vruchtbare kweeksters van
misdrijf? Luiheid en onwetendheid; luiheid en onwe
tendheid, die armoede met zich voeren, die den tragen
en onbe8chaafden mensch tot dronkenschap en ontucht
verleiden en hem tot een vjjand maken van de maat
schappij waarvan hjj een nuttig lid had kunnen uit
maken. Welnu! Wat sleohte opvoeding, vroege ver-
waarloozingkwade voorbeelden eene verpestende
omgeving hebben te weeg gebragtdat moet de
staat trachten te verbeteren in de gevangenis. Zjjne
taak is het niet alleen de daad te bestraffen maar
den menschdie de daad pleegdegelouterd aan de
maatschappij terug te geven: het kwaad in den
misdadiger uit te roejjen.
«Er kan" zeide ten vorigen jare de heer Rutgers
van Rozenburg in de Tweede Kamer «er kan niet_ te
veel worden gedaan voor het onderwjjs van jeugdige
gevangenen." En wat wordt daarvoor thans nog bitter
weinig gedaan! Waar zijn de geestelijken en onder
wijzers die eene ruime bezoldiging genieten voor het
onderwjjs, dat zjj in de gevangenissen verschaffen?
Het onderwijs in de gevaugenissen behoorde het on
derwerp te zjjn eener afzonderlijke wettelijke regeling,
en niet aan administratieve willekeur te worden over
gelaten. Zonderling! Waar het geldt sociale vraagstuk
ken op te lossengaat onze Tweede Kamer gaarne
voorbjj die onderwerpenwelke zij slechts voor het
grjjpen heeft, om zich by voorkeur te bemoegen met
zoodanige sociale vraagstukken, die zich in de nevelen
verliezen 1 Wanneer zal onze Volksvertegenwoordiging
eens inzien dat de geldendie zg uitgeeft voor her
vorming van het onderwgs in de gevangenissenbe
sparingen zgn op de uitgaven, welke wegens de récidive
van onverbeterde misdadigers later van haar gevorderd
zouden worden. Geene sentimentele philantropie bestuurt
onze pen; wat ohb aandrgft, is ooi het staatsbelang.
Maar nog erger misschien is het bg ons gesteld met
den arbeid in de gevangenissen en de verbeterhuizen.
Geen onderwerpdat in het internationale gevangenis
congres twee jaren geleden te Londen gehouden
ernstigergrondigerlangduriger besprokeu werd dan
de verbetering der jeugdige gevangenen. Het is onge-
loofelgkwat in Engeland en Noord-Amerika wordt
gedaan om jeugdige verwaarloosden op te heffen en
teregt te brengeD. In Amerika bestaat eene chïldrens
aid Society die over een jaarlgksch inkomen van 200,000
dollars beschikt en jaarlgks vele duizende verwaarloosde
kinderen naar de Westelgke Staten overplant om hen
daar behoorlgk te doen verzorgen liefdergk te doen
verplegen. Vrouwen van den aanzienlgksten stand
wgden zich aan de verbetering van jeugdige gevangenen.
Bg ons te lande ligt dit veld genoegzaam braak. Valt
er nog veel te doen voor verwaarloosde kinderen beneden -
de zestien jarenwg hebben thans meer op het oog
de verbetering der jeugdige misdadigersdie thans de
bevolking onzer cellulaire gevangenissen uitmaken. Hoe
brengen deze thans den tgd hunner opsluiting door?
Met het lozen van godsdienstige en zedekundige werken;
met het bgwoneu van godsdionst-oofeningenmet het
overdenken van hun verleden en hunne toekomstmet
eenigen werktuigelgken arbeid. Maar geeft zoodanige
afzondering eenigen waarborg dat zg na eenigen tgd
uit de cel ontslagen te zgnwerkelgk voor de maat-
schappelgke zamenleving weder geschikt zgn geworden,
grondig een ambacht hebben geleerd Is niet de celstraf
voor de meesten niet daarom ondragelgkomdat de
gevangene slechts weinige bezoeken ontvangtmaar
omdat kg zich óf in het geheel nietóf met geest-
doodenden arbeid .moet bezig houden Reeds in 1848
schreef de heer Mollet een keurige Mémoire sur Vutilité
du système d'emprisonnemenl cellulaire en wees (bl.23—27)
op het groote belang van behoorlgken arbeid voor den
gevangenedie eenzaam is opgesloten. Hjj betoogde
zonneklaar dat de vrees om met de particuliere ng ver
heid in concurrentie te tredenden Staat niet mag
weerhouden om zich aan zgnen pligt: tot zedelgke
verbetering der gevangenen te onttrekken. „Chasser
les habitudes de paresse et de dissipation" zeide hg
„en réveillant l'esprit et le goüt de l'industrie et de
1'économie-, tel doit être 1'effet du travail dans les
prisonset ce sont 1&sans doutedes dispositions
qui ne peuvent qu' avancer la réformation morale des
prisonniers!"
Men bewere nietdat de gevangenis geen gelegenheid
aanbiedt tot afzonderlgken arbeid. Er zgn een aantal
beroepen die in do cel kunnen worden aangeleerd.
Het is volstrekt niet dienstig voor de maatscbappg dat
alle in eenzaamheid opgeslotenende gevangenis als
krullejongens verlaten. Het is een jammerlgk feitdat
de Staat zich aan den arbeid der gevangenen te weinig
laat gelegen liggen, terwgl hg zoovelo hulpmiddelen,
als vooral in ons land bestaan om nuttigen arbeid ook
in de gevangenissen te doen verrigtenongebruikt laat.
Uit vrees voor de particuliere ng verheid te benadeelen
laat de Staat in de gevangenissen het liefst zoodanig werk
verrigtendat dient voor de uitrusting van leger en vloot.
Maar welken weldadigen invloed kan die arbeid op de
zeden van den gevangene uitoefenen In de gevangenis
moet een ander doel op den voorgrond Btaan, dan dat
om tot iederen prgs den tgd te dooden. Niet de tgd
moet gedoodmaar de aanleg van den_ tgdelgk ver
doolden moet- levend worden gemaakt, zgn geest moet
worden bezieldsluimerende krachten moeten worden
opgewekt, de goddelgke vonk, die ook in den bedor
vensten mensch sluimert, te voorschgn worden geroepen.
En dat geschiedt nietwanneer men de gevangenen
eenvoudig wat pluiswerk laat verrigten. Dat geschiedt
niet, wanneer men de gevangenen eenvoudig de-Bgbel
voorlegt. De cellulair gevangene moet leeren teekenen,
graveren, boekbinden, vooral letterzetten. Er is mogelgk
geen arbeidzoo geschikt om in de cellulaire gevan
genis te worden onderwezen dan het letterzetten het
vereischt weinig inspanning, het verschaft voortdurend
afwisseling, het stemt tot nadenken, vooral wanneer de
copy van Bfichtelgken of zedekundigen aard is. Niet
de afzonderingmaar de ledigheidhet mateloos na
denken over eigen lot en toekomst verwart het brein.
Dit ledige moet worden aangevuld en dat geschiede
niet door een enkel kort bezoek, iederen dag door een
gevangenbewaarder gebragt, maar alléén door opwek-
kenden arbeid. Hoe komt het dan, dat telkens wanneer
de Regering aanvragen kreeg, soms geheel belangeloos,
uit zuivere menschenliefde,om jeugdige veroordeelden
te onderwgzeneen beroep te leeren en hen vooral
daardoor tegen het begaan van nieuwe misdrgven te
vrgwaren, de pogingen van regeringswege steeds tegen
kanting, nooit ondersteuning hebben gevonden?
Vloeit die tegenstand werkelgk uit niets anders
voort dan uit vrees voor concurrentie met de bgzon-
dere ng verheiddan zeggen wg met HfoWe£:,»Quand
on compare le nombre des prisonniers avec celui des
ouvriers hors des prisons on doit convenir que cette
concurrence n'est jamais aussi considérable que Ton
voudrait bien la représentër. D'ailleurs le but du
gouvernement est de faire des honnêtes gens des
prisonniers qu'il fait travailler, il a en vue de leur
donner de l'industrie afin que, rentrés dans la société,
leur travail puisse contribuer au bien-être de la société."
Wanneer men slechts opregt wilzgn de bezwaren
wel te overwinnendie zich in de praktgk tegen het
aanleeren van ambachten in de gevangenissen mogten
voordoen. Maar dan moet men breken met de oude
sleur en dan moet men vooral breken met die gedachte,
dat men meent genoeg gedaan te hebben als men
telkens de bakens der cellulaire straf een eind wgdêr
openzetzonder hare natuurharen aard te verbeteren.
De cellulaire straf, wil zg werkelgk tot zedelgke ver
betering van den gevangene strekken moet leidend
opwekkend en heelend zgn en door onderwgs en arbeid
in staat gesteld om zgn brood te verdienen moet de
gevangene in de maatscbappg werkelgk gelouterd terug-
keeren tegen de verleidingen die de wereld oplevert j
bestand en door zgne opregte verbetering voor anderen
eene waarschuwing en een voorbeeld 1
Nieuwstijdingen.
Een vroeger inwoner van Detroit heeft aan de Tribune
van die stad een brief geschreven, waarin o. a. het
volgende voortkomt omtrent de plaag der sprinkhanen
in den staat Minnesota
Schrikkelgk is de verwoesting, welke de sprinkhanen
in zuidwestelgk Minnesota aangerigt hebben. Eene
diepe neerslagtigheid heerscht in deze geheele streek
van" wege de gansche ruïnering van duizenden huis
gezinnen. Slechts met eigen oogen kunt gg eenig denk
beeld krggen over de grootte dezer heirlegers van
verwoesting. Yan den grond af tot zoo hoog in dé
lucht, als het menschelgk oog schouwen kan, heb ik
gedurende uren deze digte drommen zich met de snel
heid van den wind zien bewegen en, door eene winds-
verandering, kwamen zg terug in digte zwermen op de
schoone graanvelden, de hoop en vreugde des land
bouwers. Binnen een zeer korten tgd zgn deze velden
veranderd in naakte en afzigtelgke tooneelen van ver
woesting. Indien de verwoestende adem van den engel
des verderfs over deze velden heengegaan ware, kon
de vernieling niet vollediger geweest zgn. Dq wolf
des gebreks staat bg velen reeds aan de deur en zg
moeten omkomen, tenzg er hulp van buiten verschaft
■worde.
Een weinig verder zegt de schrg ver
De sprinkhanen hebben een zeer bedorven smaak,
verkiezende sterk gekruid boven zacht voedsel. Tabaks
bladeren, ugen, salie, peper, reinvaar (tancy) en alsem
worden vernield door de verkenningslegers, terwgl het
groote leger voortzweept en al wat groen is, vernielt.
Zg loeren op de maisvelden en doen zioh goed aan het
malscbe prairiegras, terwijl de akkerman met schrik en
beven heuveltje na heuveltje beplant.
Misschien zullen er eenige aardappelen behouden
blgven. Het is nog niet te laat voor boekweit en
knollen, doch spoedig zal het te laat zgn en de ver-
woesters vreten zoo gulzig als ooit. De «groene aalbessen"
glinsterden aan de struiken twee dagen daarna geleken
zg op dor struikgewas, waardoor een felle brand ge
zweept heeft. Een zeker landbouwer had 27 akkers
mais, dat 5 duim hoog stond. Twee dagen daarna was
er niets meer van overig. 10,000 menschen in deze anders
zoo vruchtbare streek hebben niets te eten, en slechts
zeer weinig kleoderen. Honderden vertrekken met hun
vee naar andere streken, waar zg werk krggen kunnen.
Yelen gaan weg met niets en bedelen om voedsel langs
den weg, wanneer zg niet langer worken kunnen.
Maóli'irt, 13 Aug. De gezanten van de Ver-
eenigde Staten Belgie NederlandItalië Engeland
en Duitschland hebben den Minister van Buitenlaudsche
Zaken Ullola geluk gowenscht met de erkenning van
de Regering en de inneming van Oteiza. De Minister
heeft den Duitschen Keizer zgn dank betuigd dat deze
het initiatief genomen heeft in de erkenning van de
Spaansche Regering.
Bayonne14 Aug. Generaal Zabalaaan het
hoofd van 24,000 manis heden van Miranda vertrokken
om Vittoria te hulp te komen. Dorregaray bevindt zich
•te Puebla. Een gevecht wordt ieder oogenblik verwacht.
FarjjS) 13 Aug. 't Geen de leden van het Kabinet
thans zeer verbolgen maakt, is de omstandigheid, dat zij Bazaine'9
ontvlugting in verband meenen te moeten brengen met Bona-
partiache intrigues. Als zeker toch wordt gemeld, dat in
Bonapartiaohe militaire kringen reeds sinds eenige dagen het
gerucht liep dat Bazaine zou ontsnappen. Onderscheidene
Bonapartische generaals, o. n. Colzin, de voormalige directeur
van het Ministerie van Oorlog, en Castelnau, gewezen adjudant
van Napoleon III, bekend door zijne zending naar Mexiko,
moeten reeds jl. Vrijdag van Bazaine's voornemen kennis
hebben gedragen.
Volgens de Parijsche bladen, heeft mevrouw Bazaine voor
eenige dagen in persoon te Versailles bij Mac-Mahon pogingen
aangewend, om de gevangenschap van haar man in altoosdu-
rende ballingschap te doen veranderen, maar heeft de President
haar verklaard dat het hem niet mogelyk was verandering in
het lot van den gevangene te brengen. Mevrouw Bazaine was
daarop naar Sainte-Marguérite teruggekeerd. De vernietiging
der op haren stap gebouwde hoop, zal het ontvlagtingsplan
waarschijnlijk tot rijpheid hebben gebragt.
Zondag moet mevrouw Bazaine het eiland verlaten hebben,
den overste Villette alleen bij haar gemaal achterlatende. Te
middernacht begaf Bazaine zich naar zijn slaapvertrek en
niet lang daarna was de vogel gevlogen.
Parijs14 Aug. Volgens de Soir heeft de direc
teur der gevangeniswaar de ex-maarschalk Bazaine
was upgeslotenin een verhoor tegenstrgdige verkla
ringen afgelegdzoodat ernstige vermoedens jegens
dien persoon gerezen zgn.
In de winkelkast van een juwelier in de rue de la Paix
te Parijs ligt een broche te koop, uit een enkele diamant be
staande, geprijsd met fr. 500,000. Een kleinigheid 1
Hoe een dief bestolen werd en wat de gevolgen daarvan
waren, vinden wij in le Droit op de volgende wijze verhaald.
De concierge van een huis op de Boulevard Ornano te Parijs,
had zich uit zijn loge verwyderd en daarvan maakte een dief
gebruik om naar boven te klimmen. Op de derde verdieping
klopte hy aan een deur. Er kwam geen antwoord en met
een valachen sleutel werd de deur door hem opengedaan. Hy
sloot haar achter zich, doorsnuffelde alle meubelen en daar
hij noch geld noch geldswaarde vond, kwam hij op de ge
dachte om zich van hoofd tot teenen in de kleederen van den
bewoner te steken. Daartoe koos by in de garderobe een
pantalon, een jas, een vest, een hoed, een paar laarzen, een
fijn linnen hemd nit, die hij netjes op het bed legde. Na
deze toebereidselen gemaakt te hebben ontkleedde hij zich.
Op het oogenblik, dat hij van linnengoed zou verwisselen,
hoorde hy gerucht op de trap. Snel bukte hij zich en hij
verdween onder het bed. De deur werd geopend. Er kwam
iemand binnen. Onder het bed verscholen en zeer ongerust
over den uitslag van zijn nvontuur, waagde de dief het niet
zich te verroeren. Nauw waren er vyf minuten verloopen of
de persoon, die de kamer binnen gekomen wa9, ging weer
heen en daalde de trap af. De boosdoener kwam toeu nit
zyn schuilhoek te voorschijn. Het hemd lag niet meer op het
bed; de kleederen, die hij daar had neergelegd, waren ver
dwenen. Hy was dus genoodzaakt om zijn eigen pluüje weer
aan te doen. Hy ging naar het voeteneinde van het ledekant,
waar hy zijn kleeren had neergelegd o schrik 1 ze waren
weggenomen. Tot overmaat van ramp was de garderobe geheel
geleegd en het linnen uit de latafel spoorloos verdwenen. De
man, die het laatst iu de kamer gekomen was, was niet de
eigenaar maar een tweede dief geweest, die van alles wat hij
vond een pak gemaakt en dit weggenomen had. Terwijl de
eer9te dief nadacht hoe zich uit dit moeilijk parket te redden,
kwam de eigenaar tehuis. Hij zag de wanorde in zyn kamer
en begreep onmiddelijk dat hy bestoleD was. Lang geleden
kon dat niet zijn, want hij was slechts een half uur afwezig
geweest. Hy liep regelregt naar een donkeren hoek en stond
daar tegenover een mooderoaakt en zeer confuus personage.
Deze kon natuurlijk geen rekeuschap geven, waarom hij daar
was, en kreeg bevel om mee naar het digtst bijzijnde bu
reau van politie te gaan. Da dief werd in een beddelaken
gewikkeld en meegenomen. Onder weg riep hy maar altoos
weer: «Dat i3 me een historie I Ik ben, waarachtig zelf de
bestolene."
DeFransche luchtreiziger Braquet, van Bordeaux
is jl. Zondag bg het doen zgner 331ste opstggingte
Royen eene badplaats in het departement der Gironde,
jammerlgk omgekomen. Ten gevolge van het te spoedig
gegeven bevel om „los te latenheeft de ballon eene
botsing ondergaan die zoo sterk was dat Braquet uit
het Bchuitje geslagen is. Hg is aau het veiligheidskoord
blgven hangen en het was hem reeds gelukt daarlangs
tot dïgt bg het schuitje weder op te klimmentoen
de koord brak en do luchtreiziger van eene hoogte van
300 ellen op den grond nederstortte. Men heeft hem
dood en deerlgk misvormd opgenomen. Hg was 44 jaren
oud en laat eene vrouw met verscheideue kinderen na.
Yoor eenigen tgd stierf te Pargs de heer Julieneen
der chefs van den WeBterspoorweg hg liet 50,000 fr.
achter, welke moesten verdeeld worden onder de be
dienden die onder zgn bestuur hadden gestaan.
De secretarissen en onder-secretarissen van zgn bureel
waren ten toppunt van vreugdezg waren twaalf in
getal en bij gevolg stond hun ieder ongeveer 4000 fr.
te wachten.
Weldra kwamen echter al de machinisten, wisselwach
ters, smeden, enz. opdagen, die zich, niet zonder eenige
redenook als bedienden beschouwden welke de heer
Julien onder zgn beheer had gehad, en eischten hun
deel van de 50,000 fr.
Deze bedienden zgn ten getale van 24,000indien
nu de regtbank ten hunnen voordeele uitspraak doet
zullen zg ieder ongeveer 2 fr. 10 centimen bekomen.
Zoo ver is de zaak echter nog niet.
5B>tutsdilttn&.
Mainz, 14 Aug. Heden namiddag arriveerde hier Ba
zaine. Hy kwam uit Bazel, en reisde dadelijk over Keulen
naar Brussel door. Hy zag er voortreffelijk uit. Met hem
reisden zyno dochter uit zijn eerste huwelijk, en een jongeman.
Het dagelgksch bestuur der stad Kissiugen heeft
het volgende besluit genomen. Ter herinnering aan de
gebeurtenis aldaar op 13 Julg voorgevallen zal een
marmeren gedenksteen in den voorgevel vau het huis
worden geplaatst door den heer von Bismarck gedurende
eenigen tgd bewoond. Het opsohrift zal luiden als volgt:
«Op 13 Julg 1874 werd door Gods besturende hand
Z. D. prins von Bismarck tegen een aanslag op zgn
leven beschermd. Deze gedenksteen wordt ter herinne
ring daaraan door Kissingon's bevolking aau de Duitsche
natie opgedragen." Het geheel is gevat in een sierlgken
lgst van twee dooreengevlochten eiken- en lauriertakken.