ZHIIIkZIISCIIi: NIEUWSBODE. No. 5426. 51sle«laarg. Dingsdug 18 Augustus 187-4. Men abonneert zich: In Nederland bij de Uitgevers DE LOOZE WAALE, Hoek van de Schuithaven, B, No. 94, en bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren. In Noord-Amerika bij J. QUINTUS, te Grand Rapids, en bij A. van NIMWEGEN tePaterson, Abonnemeuts-Prp: Voor 3 maanden 1,30. Franco per post, in Nederland- 1,60. Voor Noord-Amerika, franco p, po9t- 2,5ü. V ersch\jnt: Dingadag, Donderdag en Zaturdag. Adyertentiën: 10 cent per gewone regel. GROOTE LETTERS worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanvragen 30 cent a contant en franco aan het Bureau De inzending der Advertentiën kan geschieden Maandag, Woensdag en Vrijdag, uiterlijk tot des voormiddags 10 ure O el gr e fr ankeerde brieven worden niet aangenomen. Oproeping Verlofgangers. De BURGEMEESTER van Zierikzee: Gelet op eene kennisgeving van den heer Commis saris des Konings in deze provincie, van den 12 dézer maand, A, No-.-3-783, 3de Afdeeling, brengt ter kennis van de Miliciens-Verlofgangers CORNELIS KOREMAN, JOHAN MARCELIS SCHOCK ABRAHAM ENZLIN en CHARLES MARINUS DIETZbehoorende tot de ligting van 1871dezer gemeenteingelgfd bp het 2de Regiment Vesting-Artilleriedat zg zgn opgeroe pen tot de werkeljjke dienst en op Donderdag den 97 Augustus e. k.de.s namid dags vóór uur, bij hun Corps tegenwoordig moeten zjjnvoorzien van al de voorwerpen van klee ding en uitrusting, door hen bjj hun vertrek met groot verlof medegenomen terwgl hun onder het oog wordt gebragt, dat zjj in gebreke blgvende op den bepaalden tjjd onder de wapenen te komenbjj hunne latere opkomst zooveel langer in dienst zullen worden ge houden en zjj voorts worden gewezen op art. 145 der Militie-Wet, volgeus hetwelk de Verlofganger, die niet aan de oproeping voldoet, als deserteur zal wor den behandeld. Zierikzee, den 15 Augustus 1874. De Burgemeester J. L. de JONGE, Weth. l.B. Een halve maatregel. De Regeringdie welhaast zal zijn afgetredenlaat eene groote nalatenschap achter van wets-ontwerpen die het tjjdperk der openbare beraadslagingen niet hebben mogen bereiken. Wat zal er worden van zoo menige vrucht, door het wegstervend Ministerie ge kweekt, maar die, tengevolge der plotseling ontstane ministeriëele crisisniet tot vollen wasdom mocht geraken Bepaaldeljjk hebben wjj thans bet oog op het wets ontwerp door den Minister de Friwaangeboden en dat de strekking had om de straf in eenzame opslui ting wederom een jaar verder uit te strekken en het maximumin plaats van op twee op drie jaren celstraf te bepalen Ook aan dit wetsvoorstel scheen een gun stig onthaal te zullen ten deel vallen. Het Verslag over het ontwerp uitgebragt, ademde over het alge meen een goedkeurenden geest. Doch ook boven het hoofd van dit ontwerp stak een politieke storm op en gereed om ter dagorde te worden gesteldsloop het zachtkens onmerkbaar weg cn wie weetwanneer deze hervorming van het gevangeniswezen in de Tweede Kamer wederom aan de orde zal komen? Wie weet, hoevele andere gewigtigenog meer noodzakeljjke en nog meer aanlokkelijke hervormingen om den voorrang zullen dingen Het beginsel vau het ontwerp van den Minister de Vries verdiende zonder voorbehoud allen lof. In zeer korte woorden werden in de Memorie van Toelichting d'e redenen opgesomddie vóór het stelsel der afzon derlijke opsluiting pleiten»de onmogelijkheid van onderling bederf der gevangenende grootere ontvan kelijkheid voor goede indrukken die tot zelfkennis en berouw brengende in de gemeenschap bjjna uitge- slotene mogelijkheid eener juiste kennis van aard en karakter, van deugden en zwakheden van eiken ge vangene afzonderlijkwaardoor het geven van indruk ken het werken op verbeteringgemakkelijk wordt gemaaktde gelegenheid vopr ontslagenenom zonder vrees voor ontmoeting van medegevangenen herken ning en vervolging door henzich in de maatschappij vooruit te brengen en te rehabiliterenorde in het gevangenisbeheer eindeljjknimmer verstoord door complot en gemeenschappelijk verzetworden zeker door niemand meer miskend." En hoe was de ondervindinghier te lande van het stelsel van eenzame opsluiting opgedaan De Regering antwoordt: «dat de goede vruchten niet te vergeefs worden gewacht, en dat aan de andere zjjde de bezwaren tegen het stelsel aangevoerd, in werkelijkheid niet te duchten zün." Het springt in het oog dat hier alleen de rede is van korte gevangenisstraf. De vraag of langdurige op sluiting in de cel alléén geschieden kanis moejjeljjk op te lossen. Met langdurige celstraf is in Nederland de proef nooit genomen, en wjj kunnen dus, wat die straf betreft, niet over ondervinding spreken. Maar de ondervinding, in andere landen verkregen, is niet zeer gunstig voor al te langdurige celstraf. Zjj bewjjst, dat by die al te lang eenzaam is opgeslotenden moed voor de toekotnst geheel verliest en door zekere dofheid wordt bevangen die zjjn geest uitbluscht en zjjn veerkracht vernietigt. Er was dan ook bjj bet ont werp, door den Minister de Vries voorgesteld, niet de rede van langdurige celstraf, maar van zoodanige celstraf, als waarmede alleen die misdrjjven worden bedreigddie thans correctioneel worden beregt. Juist omdat zjjdie correctioneel worden veroordeeld ge- meenljjk zich aan zooveel ligtere vergrjjpen hebben schuldig gemaakt en zooveel minder bedorvenheid van gemoed hebben doen bljjken dan de zware misdadigers, is de straf der eenzame opsluiting ook voor hen een des te geschikter middel tot zedeljjke verbetering. De zware misdadigers zjjn in den regel veel vevdorvener booswichten (er bestaan eebter vele uitzonderingen) maar daarom is het ook wenscheljjk dat, ter hunner bestraffingeen geheel ander strafstelsel worde aan genomen dan ter bestraffing der meestal jeugdige mis dadigers die van vele onzer medemenschendie niet veroordeeld worden en zich rustig in de maatschappij bewegen Blechts hierin verschillen dat zij sneller tot handelen overgaan. Voor die beginnende misdadigers is geene meer louterendemeer veredelendemeer indrukwekkende straf denkbaar dan die der eenzame opsluiting; en of die straf tot drie jaren kan worden uitgebreidzonder gevaar voor verzwakking of kren king der geestvermogens worde door hen beslist, die de zielkunde tot een onderwerp hunner bijzondere studiën hebben gemaakt. Al ware eene driejarige cel straf uit het oogpunt der gezondheid van den jeug digen misdadiger af te keuren (hetgeen wjj nog niet zoo gereodeljjk zouden willen toegeven) dan ontneemt dit niets aan de heilzaamheid der straf zelve in be ginsel dan bestaat het verschil alléén over het aantal drachmen dat men den zedeljjken patient (want een veroordeelde kan door ieder opregt menschenvriend niet anders worden beschouwd) zal moeten toedienen, Het wetsontwerp van den Minister de Vries berustte dus op een uitnemend beginsel: toepassing, uitbreiding, zoo mogeljjk, van de straf der eenzame opsluiting. En toch aarzelen wij niet dien op zich zelf deugdeljjken maatregel slechts als een halven maatregel te beschou wen. Men dweept vooral in Nederland zeer met het denkbeeld van afzonderlijke opsluitingmet het denkbeeld van 'éénzaamliêïdjdat" aanUe cellulaire opsluiting ten grondslag ligt. Maar een zeer bevoegd schrjjver heeft eens deze opmerking gemaakt: «Zooveel staat vast, de gedachte der afzondering op zich zelve bevat niets anders dan iets negatiefsde opheffing der gemeen schappelijke opsluiting." Dit negatieve is niet de grootste aanbeveling der straf van eenzame opsluiting. Men verliest in Nederland al te dikwjjls uit het oog, dat eenzaamheid niet een doel is, maar een middel. Het hoofddoel van iedere vrijheids straf iszedelijke verbetering van den veroordeeldein de oogen van den wetgever een misdadiger, in de oogen van God misschien niets meer dan een zwakkere onder de zwakken. Daarom ontwikkelt die schrijver dat het werkeljjk doel der straf ie: zedelijke verbetering, en de middelendaartos aan te wenden zjjn veel bezoek onderwjjs, godsdienstige toespraak nuttige, opwek kende arbeid voor allen, onverschillig hoe lang of kort de tjjd zjj der opsluiting. Dit punt wenschen wjj nog met een enkel woord in het licht te stellen. Wat de straf der eenzame opslui ting in onze oogen aanlokkeljjk maaktis niet de opsluiting op zich zelve, maar de arbeid en het onder wijs (maatschappelijk en godsdienstig) waartoe zij zich, meer dan iedere ander straf en beter dan de gemeen schappelijke opsluiting, leent. Welke zjjn de hoofd oorzaken, dat jeugdige personen zich zoo herhaaldelijk en zoo veelvuldig aan geriDge misdrjjven schuldig maken Welke zijn de vruchtbare kweeksters van misdrijf? Luiheid en onwetendheid; luiheid en onwe tendheid, die armoede met zich voeren, die den tragen en onbe8chaafden mensch tot dronkenschap en ontucht verleiden en hem tot een vjjand maken van de maat schappij waarvan hjj een nuttig lid had kunnen uit maken. Welnu! Wat sleohte opvoeding, vroege ver- waarloozingkwade voorbeelden eene verpestende omgeving hebben te weeg gebragtdat moet de staat trachten te verbeteren in de gevangenis. Zjjne taak is het niet alleen de daad te bestraffen maar den menschdie de daad pleegdegelouterd aan de maatschappij terug te geven: het kwaad in den misdadiger uit te roejjen. «Er kan" zeide ten vorigen jare de heer Rutgers van Rozenburg in de Tweede Kamer «er kan niet_ te veel worden gedaan voor het onderwjjs van jeugdige gevangenen." En wat wordt daarvoor thans nog bitter weinig gedaan! Waar zijn de geestelijken en onder wijzers die eene ruime bezoldiging genieten voor het onderwjjs, dat zjj in de gevangenissen verschaffen? Het onderwijs in de gevaugenissen behoorde het on derwerp te zjjn eener afzonderlijke wettelijke regeling, en niet aan administratieve willekeur te worden over gelaten. Zonderling! Waar het geldt sociale vraagstuk ken op te lossengaat onze Tweede Kamer gaarne voorbjj die onderwerpenwelke zij slechts voor het grjjpen heeft, om zich by voorkeur te bemoegen met zoodanige sociale vraagstukken, die zich in de nevelen verliezen 1 Wanneer zal onze Volksvertegenwoordiging eens inzien dat de geldendie zg uitgeeft voor her vorming van het onderwgs in de gevangenissenbe sparingen zgn op de uitgaven, welke wegens de récidive van onverbeterde misdadigers later van haar gevorderd zouden worden. Geene sentimentele philantropie bestuurt onze pen; wat ohb aandrgft, is ooi het staatsbelang. Maar nog erger misschien is het bg ons gesteld met den arbeid in de gevangenissen en de verbeterhuizen. Geen onderwerpdat in het internationale gevangenis congres twee jaren geleden te Londen gehouden ernstigergrondigerlangduriger besprokeu werd dan de verbetering der jeugdige gevangenen. Het is onge- loofelgkwat in Engeland en Noord-Amerika wordt gedaan om jeugdige verwaarloosden op te heffen en teregt te brengeD. In Amerika bestaat eene chïldrens aid Society die over een jaarlgksch inkomen van 200,000 dollars beschikt en jaarlgks vele duizende verwaarloosde kinderen naar de Westelgke Staten overplant om hen daar behoorlgk te doen verzorgen liefdergk te doen verplegen. Vrouwen van den aanzienlgksten stand wgden zich aan de verbetering van jeugdige gevangenen. Bg ons te lande ligt dit veld genoegzaam braak. Valt er nog veel te doen voor verwaarloosde kinderen beneden - de zestien jarenwg hebben thans meer op het oog de verbetering der jeugdige misdadigersdie thans de bevolking onzer cellulaire gevangenissen uitmaken. Hoe brengen deze thans den tgd hunner opsluiting door? Met het lozen van godsdienstige en zedekundige werken; met het bgwoneu van godsdionst-oofeningenmet het overdenken van hun verleden en hunne toekomstmet eenigen werktuigelgken arbeid. Maar geeft zoodanige afzondering eenigen waarborg dat zg na eenigen tgd uit de cel ontslagen te zgnwerkelgk voor de maat- schappelgke zamenleving weder geschikt zgn geworden, grondig een ambacht hebben geleerd Is niet de celstraf voor de meesten niet daarom ondragelgkomdat de gevangene slechts weinige bezoeken ontvangtmaar omdat kg zich óf in het geheel nietóf met geest- doodenden arbeid .moet bezig houden Reeds in 1848 schreef de heer Mollet een keurige Mémoire sur Vutilité du système d'emprisonnemenl cellulaire en wees (bl.23—27) op het groote belang van behoorlgken arbeid voor den gevangenedie eenzaam is opgesloten. Hjj betoogde zonneklaar dat de vrees om met de particuliere ng ver heid in concurrentie te tredenden Staat niet mag weerhouden om zich aan zgnen pligt: tot zedelgke verbetering der gevangenen te onttrekken. „Chasser les habitudes de paresse et de dissipation" zeide hg „en réveillant l'esprit et le goüt de l'industrie et de 1'économie-, tel doit être 1'effet du travail dans les prisonset ce sont 1&sans doutedes dispositions qui ne peuvent qu' avancer la réformation morale des prisonniers!" Men bewere nietdat de gevangenis geen gelegenheid aanbiedt tot afzonderlgken arbeid. Er zgn een aantal beroepen die in do cel kunnen worden aangeleerd. Het is volstrekt niet dienstig voor de maatscbappg dat alle in eenzaamheid opgeslotenende gevangenis als krullejongens verlaten. Het is een jammerlgk feitdat de Staat zich aan den arbeid der gevangenen te weinig laat gelegen liggen, terwgl hg zoovelo hulpmiddelen, als vooral in ons land bestaan om nuttigen arbeid ook in de gevangenissen te doen verrigtenongebruikt laat. Uit vrees voor de particuliere ng verheid te benadeelen laat de Staat in de gevangenissen het liefst zoodanig werk verrigtendat dient voor de uitrusting van leger en vloot. Maar welken weldadigen invloed kan die arbeid op de zeden van den gevangene uitoefenen In de gevangenis moet een ander doel op den voorgrond Btaan, dan dat om tot iederen prgs den tgd te dooden. Niet de tgd moet gedoodmaar de aanleg van den_ tgdelgk ver doolden moet- levend worden gemaakt, zgn geest moet worden bezieldsluimerende krachten moeten worden opgewekt, de goddelgke vonk, die ook in den bedor vensten mensch sluimert, te voorschgn worden geroepen. En dat geschiedt nietwanneer men de gevangenen eenvoudig wat pluiswerk laat verrigten. Dat geschiedt niet, wanneer men de gevangenen eenvoudig de-Bgbel voorlegt. De cellulair gevangene moet leeren teekenen, graveren, boekbinden, vooral letterzetten. Er is mogelgk geen arbeidzoo geschikt om in de cellulaire gevan genis te worden onderwezen dan het letterzetten het vereischt weinig inspanning, het verschaft voortdurend afwisseling, het stemt tot nadenken, vooral wanneer de copy van Bfichtelgken of zedekundigen aard is. Niet de afzonderingmaar de ledigheidhet mateloos na denken over eigen lot en toekomst verwart het brein. Dit ledige moet worden aangevuld en dat geschiede niet door een enkel kort bezoek, iederen dag door een gevangenbewaarder gebragt, maar alléén door opwek- kenden arbeid. Hoe komt het dan, dat telkens wanneer de Regering aanvragen kreeg, soms geheel belangeloos, uit zuivere menschenliefde,om jeugdige veroordeelden te onderwgzeneen beroep te leeren en hen vooral daardoor tegen het begaan van nieuwe misdrgven te vrgwaren, de pogingen van regeringswege steeds tegen kanting, nooit ondersteuning hebben gevonden? Vloeit die tegenstand werkelgk uit niets anders voort dan uit vrees voor concurrentie met de bgzon- dere ng verheiddan zeggen wg met HfoWe£:,»Quand on compare le nombre des prisonniers avec celui des ouvriers hors des prisons on doit convenir que cette concurrence n'est jamais aussi considérable que Ton voudrait bien la représentër. D'ailleurs le but du gouvernement est de faire des honnêtes gens des prisonniers qu'il fait travailler, il a en vue de leur donner de l'industrie afin que, rentrés dans la société, leur travail puisse contribuer au bien-être de la société." Wanneer men slechts opregt wilzgn de bezwaren wel te overwinnendie zich in de praktgk tegen het aanleeren van ambachten in de gevangenissen mogten voordoen. Maar dan moet men breken met de oude sleur en dan moet men vooral breken met die gedachte, dat men meent genoeg gedaan te hebben als men telkens de bakens der cellulaire straf een eind wgdêr openzetzonder hare natuurharen aard te verbeteren. De cellulaire straf, wil zg werkelgk tot zedelgke ver betering van den gevangene strekken moet leidend opwekkend en heelend zgn en door onderwgs en arbeid in staat gesteld om zgn brood te verdienen moet de gevangene in de maatscbappg werkelgk gelouterd terug- keeren tegen de verleidingen die de wereld oplevert j bestand en door zgne opregte verbetering voor anderen eene waarschuwing en een voorbeeld 1 Nieuwstijdingen. Een vroeger inwoner van Detroit heeft aan de Tribune van die stad een brief geschreven, waarin o. a. het volgende voortkomt omtrent de plaag der sprinkhanen in den staat Minnesota Schrikkelgk is de verwoesting, welke de sprinkhanen in zuidwestelgk Minnesota aangerigt hebben. Eene diepe neerslagtigheid heerscht in deze geheele streek van" wege de gansche ruïnering van duizenden huis gezinnen. Slechts met eigen oogen kunt gg eenig denk beeld krggen over de grootte dezer heirlegers van verwoesting. Yan den grond af tot zoo hoog in dé lucht, als het menschelgk oog schouwen kan, heb ik gedurende uren deze digte drommen zich met de snel heid van den wind zien bewegen en, door eene winds- verandering, kwamen zg terug in digte zwermen op de schoone graanvelden, de hoop en vreugde des land bouwers. Binnen een zeer korten tgd zgn deze velden veranderd in naakte en afzigtelgke tooneelen van ver woesting. Indien de verwoestende adem van den engel des verderfs over deze velden heengegaan ware, kon de vernieling niet vollediger geweest zgn. Dq wolf des gebreks staat bg velen reeds aan de deur en zg moeten omkomen, tenzg er hulp van buiten verschaft ■worde. Een weinig verder zegt de schrg ver De sprinkhanen hebben een zeer bedorven smaak, verkiezende sterk gekruid boven zacht voedsel. Tabaks bladeren, ugen, salie, peper, reinvaar (tancy) en alsem worden vernield door de verkenningslegers, terwgl het groote leger voortzweept en al wat groen is, vernielt. Zg loeren op de maisvelden en doen zioh goed aan het malscbe prairiegras, terwijl de akkerman met schrik en beven heuveltje na heuveltje beplant. Misschien zullen er eenige aardappelen behouden blgven. Het is nog niet te laat voor boekweit en knollen, doch spoedig zal het te laat zgn en de ver- woesters vreten zoo gulzig als ooit. De «groene aalbessen" glinsterden aan de struiken twee dagen daarna geleken zg op dor struikgewas, waardoor een felle brand ge zweept heeft. Een zeker landbouwer had 27 akkers mais, dat 5 duim hoog stond. Twee dagen daarna was er niets meer van overig. 10,000 menschen in deze anders zoo vruchtbare streek hebben niets te eten, en slechts zeer weinig kleoderen. Honderden vertrekken met hun vee naar andere streken, waar zg werk krggen kunnen. Yelen gaan weg met niets en bedelen om voedsel langs den weg, wanneer zg niet langer worken kunnen. Maóli'irt, 13 Aug. De gezanten van de Ver- eenigde Staten Belgie NederlandItalië Engeland en Duitschland hebben den Minister van Buitenlaudsche Zaken Ullola geluk gowenscht met de erkenning van de Regering en de inneming van Oteiza. De Minister heeft den Duitschen Keizer zgn dank betuigd dat deze het initiatief genomen heeft in de erkenning van de Spaansche Regering. Bayonne14 Aug. Generaal Zabalaaan het hoofd van 24,000 manis heden van Miranda vertrokken om Vittoria te hulp te komen. Dorregaray bevindt zich •te Puebla. Een gevecht wordt ieder oogenblik verwacht. FarjjS) 13 Aug. 't Geen de leden van het Kabinet thans zeer verbolgen maakt, is de omstandigheid, dat zij Bazaine'9 ontvlugting in verband meenen te moeten brengen met Bona- partiache intrigues. Als zeker toch wordt gemeld, dat in Bonapartiaohe militaire kringen reeds sinds eenige dagen het gerucht liep dat Bazaine zou ontsnappen. Onderscheidene Bonapartische generaals, o. n. Colzin, de voormalige directeur van het Ministerie van Oorlog, en Castelnau, gewezen adjudant van Napoleon III, bekend door zijne zending naar Mexiko, moeten reeds jl. Vrijdag van Bazaine's voornemen kennis hebben gedragen. Volgens de Parijsche bladen, heeft mevrouw Bazaine voor eenige dagen in persoon te Versailles bij Mac-Mahon pogingen aangewend, om de gevangenschap van haar man in altoosdu- rende ballingschap te doen veranderen, maar heeft de President haar verklaard dat het hem niet mogelyk was verandering in het lot van den gevangene te brengen. Mevrouw Bazaine was daarop naar Sainte-Marguérite teruggekeerd. De vernietiging der op haren stap gebouwde hoop, zal het ontvlagtingsplan waarschijnlijk tot rijpheid hebben gebragt. Zondag moet mevrouw Bazaine het eiland verlaten hebben, den overste Villette alleen bij haar gemaal achterlatende. Te middernacht begaf Bazaine zich naar zijn slaapvertrek en niet lang daarna was de vogel gevlogen. Parijs14 Aug. Volgens de Soir heeft de direc teur der gevangeniswaar de ex-maarschalk Bazaine was upgeslotenin een verhoor tegenstrgdige verkla ringen afgelegdzoodat ernstige vermoedens jegens dien persoon gerezen zgn. In de winkelkast van een juwelier in de rue de la Paix te Parijs ligt een broche te koop, uit een enkele diamant be staande, geprijsd met fr. 500,000. Een kleinigheid 1 Hoe een dief bestolen werd en wat de gevolgen daarvan waren, vinden wij in le Droit op de volgende wijze verhaald. De concierge van een huis op de Boulevard Ornano te Parijs, had zich uit zijn loge verwyderd en daarvan maakte een dief gebruik om naar boven te klimmen. Op de derde verdieping klopte hy aan een deur. Er kwam geen antwoord en met een valachen sleutel werd de deur door hem opengedaan. Hy sloot haar achter zich, doorsnuffelde alle meubelen en daar hij noch geld noch geldswaarde vond, kwam hij op de ge dachte om zich van hoofd tot teenen in de kleederen van den bewoner te steken. Daartoe koos by in de garderobe een pantalon, een jas, een vest, een hoed, een paar laarzen, een fijn linnen hemd nit, die hij netjes op het bed legde. Na deze toebereidselen gemaakt te hebben ontkleedde hij zich. Op het oogenblik, dat hij van linnengoed zou verwisselen, hoorde hy gerucht op de trap. Snel bukte hij zich en hij verdween onder het bed. De deur werd geopend. Er kwam iemand binnen. Onder het bed verscholen en zeer ongerust over den uitslag van zijn nvontuur, waagde de dief het niet zich te verroeren. Nauw waren er vyf minuten verloopen of de persoon, die de kamer binnen gekomen wa9, ging weer heen en daalde de trap af. De boosdoener kwam toeu nit zyn schuilhoek te voorschijn. Het hemd lag niet meer op het bed; de kleederen, die hij daar had neergelegd, waren ver dwenen. Hy was dus genoodzaakt om zijn eigen pluüje weer aan te doen. Hy ging naar het voeteneinde van het ledekant, waar hy zijn kleeren had neergelegd o schrik 1 ze waren weggenomen. Tot overmaat van ramp was de garderobe geheel geleegd en het linnen uit de latafel spoorloos verdwenen. De man, die het laatst iu de kamer gekomen was, was niet de eigenaar maar een tweede dief geweest, die van alles wat hij vond een pak gemaakt en dit weggenomen had. Terwijl de eer9te dief nadacht hoe zich uit dit moeilijk parket te redden, kwam de eigenaar tehuis. Hij zag de wanorde in zyn kamer en begreep onmiddelijk dat hy bestoleD was. Lang geleden kon dat niet zijn, want hij was slechts een half uur afwezig geweest. Hy liep regelregt naar een donkeren hoek en stond daar tegenover een mooderoaakt en zeer confuus personage. Deze kon natuurlijk geen rekeuschap geven, waarom hij daar was, en kreeg bevel om mee naar het digtst bijzijnde bu reau van politie te gaan. Da dief werd in een beddelaken gewikkeld en meegenomen. Onder weg riep hy maar altoos weer: «Dat i3 me een historie I Ik ben, waarachtig zelf de bestolene." DeFransche luchtreiziger Braquet, van Bordeaux is jl. Zondag bg het doen zgner 331ste opstggingte Royen eene badplaats in het departement der Gironde, jammerlgk omgekomen. Ten gevolge van het te spoedig gegeven bevel om „los te latenheeft de ballon eene botsing ondergaan die zoo sterk was dat Braquet uit het Bchuitje geslagen is. Hg is aau het veiligheidskoord blgven hangen en het was hem reeds gelukt daarlangs tot dïgt bg het schuitje weder op te klimmentoen de koord brak en do luchtreiziger van eene hoogte van 300 ellen op den grond nederstortte. Men heeft hem dood en deerlgk misvormd opgenomen. Hg was 44 jaren oud en laat eene vrouw met verscheideue kinderen na. Yoor eenigen tgd stierf te Pargs de heer Julieneen der chefs van den WeBterspoorweg hg liet 50,000 fr. achter, welke moesten verdeeld worden onder de be dienden die onder zgn bestuur hadden gestaan. De secretarissen en onder-secretarissen van zgn bureel waren ten toppunt van vreugdezg waren twaalf in getal en bij gevolg stond hun ieder ongeveer 4000 fr. te wachten. Weldra kwamen echter al de machinisten, wisselwach ters, smeden, enz. opdagen, die zich, niet zonder eenige redenook als bedienden beschouwden welke de heer Julien onder zgn beheer had gehad, en eischten hun deel van de 50,000 fr. Deze bedienden zgn ten getale van 24,000indien nu de regtbank ten hunnen voordeele uitspraak doet zullen zg ieder ongeveer 2 fr. 10 centimen bekomen. Zoo ver is de zaak echter nog niet. 5B>tutsdilttn&. Mainz, 14 Aug. Heden namiddag arriveerde hier Ba zaine. Hy kwam uit Bazel, en reisde dadelijk over Keulen naar Brussel door. Hy zag er voortreffelijk uit. Met hem reisden zyno dochter uit zijn eerste huwelijk, en een jongeman. Het dagelgksch bestuur der stad Kissiugen heeft het volgende besluit genomen. Ter herinnering aan de gebeurtenis aldaar op 13 Julg voorgevallen zal een marmeren gedenksteen in den voorgevel vau het huis worden geplaatst door den heer von Bismarck gedurende eenigen tgd bewoond. Het opsohrift zal luiden als volgt: «Op 13 Julg 1874 werd door Gods besturende hand Z. D. prins von Bismarck tegen een aanslag op zgn leven beschermd. Deze gedenksteen wordt ter herinne ring daaraan door Kissingon's bevolking aau de Duitsche natie opgedragen." Het geheel is gevat in een sierlgken lgst van twee dooreengevlochten eiken- en lauriertakken.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1874 | | pagina 1