ZIEMKZEESGHE NIEUWSBODE.
No. 5561.
5ÖsleJaarg.
Zaturdag 14 Maart 1874.
Verschijnt DINGSDAGDONDERDAG en ZATÜRDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post 1,60.
ADVERTENTIËN 10 Cts. per regel, kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden.
Bij dit No. behoort een BIJVOEGSELbe
vattende drie bekendmakingen van het Gemeentebe
stuureenig buitenlandsch nieuws, vier ingezonden
stukken benevens de Burg. stand van Zierikzee.
De verwerping der Muntwet.
Wij komen nog met een enkel woord op de ver
werping der muutwet terug. Dit feit heeft in de politieke
wereld zulk een verpletterenden indruk te weeg ge-
bragt, dat het op dit oogenblik nog alle andere
vraagpunten van den dag overheer8cht. De Tweede
Kamer heeft harde waarheden in de laatste dagen
moeteu hooren. De liberale pers is als uit éóo mond
in het gausche land tegen de beslissing der Kamer in
verzet gekomen de couservatieve en „calvinistische"
pers daarentegen (want na de jongste redevoering van
den heer Knijper te Leiden uitgesproken is de anti
revolutionaire partg niet meer reactionnairmaar
calvinistisch) hebben leedvermaak over den wrevel der
liberalen, die van alle zijden is opgestoken. Zij wyten
aan de instellingenwat alleen aan de personenaan
hunne onhandelbaarheid en hunne eigenliefde moet
geweten worden.
De heer de Roo van Alderwerelt heeft de Kamer op
kalme wijze pogen te verdedigen. Hy heeft gezegd
dat de Kamer niet gebonden is aau het advies van
deskundigen en datindien men dit anders mogt willen
opvattenhare zelfstandigheid zou verloren gaan.
Volkomen juist. De Kamer zij nayverig op hare zelf
standigheid. Maar zij zorge dat zij niet hare deugden
overdrijve. Al te groote zelfstandigheid leidt tot los
bandigheid en losbandigheid sticht wanorde; losban
digheid heeft ten gevolge, dat de beslissing over de
gewigtigste zaken afhangt van bet blind toeval, in
plaats van eene besliste overtuiging. Enwanneer de
Kamer van het eenparig advies van deskundigen meent
te moeten afwyken, dan geve zij voor het minst duchtige
redenen waarom zij van dit advies afwijkt. Enhoe
herhaaldelijk wij ook de veelvuldige en zwaar geniet
bare jBy&ZatZ-kolommen hebben nagelezenhet is ons
niet gelukt die duchtige redenen in de adviezen der
bestrijders te ontdekken. Er is veel, zeer veel gesproken
van munt -verzwakkingmaar dat de argumenten van
de deskundigenin hun tweede rapport aangevoerd
tot aanneming van den gouden standaardverzwakt
zyn is ons niet gebleken.
Wie verlangtdat de leden der Kamer Btemmachines
zullen worden? Dat een liberaal Ministerie, tot iederen
prijs, door liberale afgevaardigden zal worden gesteund?
Laten wij nooit vergetendat het de allereerste pligt
van den volksvertegenwoordiger istoezigtscherp
toezigt uit te oefenen op de handelingen der Regering.
Maar wie verlangt ookdat een liberaal Ministerie
(niet één, maar onderscheidene achtereen) door liberale
afgevaardigden worden bestookt en gedwarsboomd?
En indien eene liberale Regering bij iederen maatregel,
dien zy voorstelt, het krachtigst en het felst door hen,
die zich hare vrienden noemen, wordt aangevallen op
wien zal zij zich dan verlaten
Hadden zy die de muntwet zoo fel bestredenhet
alléén legen de muntwetof ook tegen den Minister
van Finantien gerigt Het is altijd zeer moeijelijk de
harten der menschen te doorgronden. Het heettedat
de politiek aan het onderwerp geheel vreemd was
toch zóó geheel vreemd kon het niet zijnwant het
was altijd een vraagpunt van economie politique. De
politiek stond er dus altyd mede in verband. Maar
wij hebben krachtiger aanwijzingen dan deze woord
speling om te meenen dat men het wel degelijk op
den Minister van Finantien gemunt had.
Yan al de épisodes, die zich in de muntwet hebben
voorgedaanwas er zeker geen zoo gewigtig als de
aanneming door de Kamerop den laatsten dagvan
het voorstel van den heer Schimmelpenninck (de Kamer
wist nietof zy 't een amendementdan wel eene motie
zou noemen) om de stemming over art. 2 aan die over
art. 1 te doen voorafgaan. Wat dreef dien spreker,
een der woordvoerders der oppositie, tot dit voorstel
Waarom moest juist hij dit voorstel doen Reeds dit
was iets onnatuurlijks. Want die tegen het beginsel der
wet gestemd wasdie den zilveren standaard behouden
wilde, was het onverschillig, hoe gestemd werd; by
zou wel alles afstemmen, want iedere verandering keurde
hij af. Maar de spreker gevoelde deernis met hen, die
niet tegen de aanneming van den goudeu standaard
gestemd warenmaar alleen tegen de toepassing van
dien standaard, tegen het gehalte. Wat ware nu na
tuurlijker geweest dan dat 't voorstel tot verandering
van stemming van één van de afgevaardigden die de
toepassing van het ontwerp afkeurden ware uitgegaan.
Het bleek later uit de stemming, dat van de 69
aanwezige leden 48 vóór den gouden standaard waren
in den eenen of anderen vorm, terwijl 21 tegen allen
vorm van gouden standaard waren. Daaruit kon ieder
opmaken dat de groote meerderheid vóór het hoofd
beginsel der wet was. Waarom heeft die groote meer
derheid dat bij art. 1 niet willen verklaren Wat hield
haar terug De moeielijkheidwaarin die ledendie
het over 't gehalte oneens waren, zich ten aanzien van
van art. 1 bevonden? Doch dit was een uitvlucht, die
leden bevonden zich in geonerlei moeyelykheid. Zij had
den art. 1 kunnen aannemen, art. 2 kunnen afstemmen
als zij hun zin niet hadden gekregen en daarna al
of niet de wet kunnen afstemmen, naar mate van 't
gewigt, dat zy aan hunne eigene zienswijze hechten.
Welke reden was er dan toch voor dien zijsprong, voor
die hinderlaag Bewijsbare redenen kunnen wij niet
aanvoeren maar de vraag is by ons gerezen, of de
kamer niet alléén daarom huiverde zich voor het be
ginsel te verklaren, ten einde een volgenden minister
van finantien de handen niet te bindenten einde ook
zelve tegenover dien volgenden minister geheel vrij te
blyven? Maar is die onderstelling juist (en wy weten
voor de handeling der kamer geene andere verklaring
te geven), dan volgt daaruit, in verband met den
persoon die de motie deeddat de kamer van deze
gelegenheid wilde gebruik maken om los te komeu
van een minister van finantien, dien zij niet opgewassen
achtte tegen zyn taak: dat de afstemming der munt
wet niet zoozeer 't uitvloeisel was van 't slechte gehalte
dier wet, dan wel van deze omstandigheid, dat de minister
van finantiende heer van Delden, de liberale partij
niet naar den smaak was, en dat men meende dat ook
de dagen dezer Regering geteld waren.
En dat het met de aanneming dier motie de bepaalde
toeleg was om de wet te doen vallen, wordt bevestigd
door de omstandigheid, dat van de veertig leden, die
vóór de motie van den heer Schimmelpenninck stomden,
slechts zes zich vóór art. 2 verklaarden. Op die «es na,
waren dus allen, die voor de omzetting der artikelen
1 en 2 stemden, tegenstanders der wet en desniettemin
voor het grootste gedeelte voorstanders van het beginsel
der wet. Kan, na deze uiteenzetting, nog iemand er
aan twjjfelen, dat het plan bestond de wet te doen
vallen, al was men het eens met het beginsel, met het
wezen der voordragt En heeft er niet een bepaalde
toeleg bestaan om op kunstmatige wyze eene meerder
heid tegen de wet in het leven te roepen, uit allerlei
minderheden zamengesteld
Eindelijk pleit voor dien bepaalden toeleg der kamers
om den minister van finantien te doen vallen (die even
wel nog niet gevallen is) de zwakheid van de gronden,
door de bestrijders tegen de wet aangevoerd. Reeds
hebben wij er op gewezen, dat de meeste bestryders
niet het beginsel, maar de toepassing laakten. Maar
wat wilden nu zij, die principale bezwaren hadden
Hadden zy eene bepaalde, eene betere overtuiging
omtrent dit vraagstuk In geenen deele. Wanneer
men zich de moeite wil geven de schitterende rede
voeringen van den heer Kappeijne van de Cappello te
ontleden, dan zal men zien, dat by geen bepaalde over
tuiging had. Zijne kritiek was zuiver (of onzui
ver)- afbrekend. Nu eens verklaarde hij niet onder
alle omstandigheden zich tegen de aanneming van den
gouden standaard te verzettendan weder helde hij
over tot den dubbelen standaardeindelijk weder v/ilde
hij tijdelijk beperking van aanmunting van zilver. Tel
kens eene andere remedie, maar van vaste overtuiging
geen spoor.
Wat was het hoofdbezwaar van dien spreker, dat
ook bij vele andere leden woog, dat ook den genadeslag
aan 't ontwerp heeft toegebragt? Niet, dat de gelijk
tijdige regeling van het Indische muntwezen was nage
laten. De stemming over de motie van den heer Kappeijne
tot uitstel der discussie bewees, dat dit bezwaar slechts
door de minderheid werd gedeeld. Neen het hoofd
bezwaar, dat bij deze discussie den doorslag gaf en dat
met het talent van den heer Kappeijne voorgedragen,
de weifelende leden overreedde, was dit, dat de rechten
der burgers zouden kunnen worden gekrenkt, indien
zij by de inwisseling van zilveren in gouden munt,
niet volkomen hetzelfde fijn gehalte ontvingen als zy
vroeger bezaten.
Maar dit hoofdbezwaar was volkomen ongegrond. Het
kon juist alléén gerigt worden tegen al de voorgestelde
argumenten, welke alle in bestaande regten eeuige,
Boms zeer weinige inbreuk maakten, ten einde een groot
algemeen belang, dat eener behoorlijke aansluiting aan
een ander land, te verkrygen. Juist al de voorstellers
der amendementen toonden het algemeen belang hooger
te stellen dan het strikte regt. De Regering daarentegen
gaf een goudgulden van 0.60561 wigtjes in de plaats
van 9.450 wigtjes in zilver, maar daardoor ook vol
komen dezelfde waarde in goud, als men vroeger in
zilver bezat, aangenomen de verhouding van zilver
tot goud als van 1 15.604.
Ja maar, zeide de heer Kappeijne nu tot den Minister,
dat moogt gy niet doen; op die wijze (het zyn de eigene
woorden welke wy aanhalen) »op die wyze stelt gy
ten eeuwigen dage eene legale verhouding vast tusscheu
zilver en goud; op die wyze, als gij toch eene wille
keurige waarde tusschen beide metalen aanneemt, hadt
gij den zilveren standaard kunnen behouden."
Onze grief tegen den Minister van Finantien is alleen
deze: dat hjj zich in zijne repliek niet tot dit hoofd
punt heeft bepaald, want dit was 't hartader der quaestie,
en de Minister had beter gedaan hierbij stil te staan
dan dit hoofdpunt in een zee van details te verzwelgen.
Eene repliek moet kortkrachtig, snijdend ziju en zich
tot het hoofdpunt bepalen.
De Minister van Finantien had den heer Kappeijne
dit kunnen antwoorden„De eeuwigheidmijnheer Kap
peijne, kunnen wij bij deze questie gerust laten liggen;
wij hebben in deze eeuw al drie munt-hervormingen
beleefd en deze zal waarschijnlyk niet de laatste zijn.
Maar wat gij noemt eene legale verhoudingis niet
eene legaal-arbiirairein strijd met de natuur der zaken
gelijk men bij den dubbelen staudaard aanneemten
die ook stand houdt, onverschillig welke belangryke
wyziging de verhouding lussehóu goud en zilver onderga*:
maar eene legaal-natuurlijkeeene legaledie met
de natuurlijke overeenstemt. Ik protesteer ten sterksto
tegen uwen uitlegalsof ik eene willekeurige aanneem.
Juist mijn voorstel houdt zich vrij van iedere inbreuk
op het regt ten behoeve van het algemeen belang
dat aan de amendementen ten grondslag ligt. Juist
mijn voorstel is de striktste regtvaardigheid. Juist mijn
voorstel strekt tot bevestiging van de innerlijke waarde
van onzen standpenningen wil die noch verhoogen
noch verzwakken. En indien het misschien waar is
dat over eenige volgende jaren de verhouding tusschen
goud en zilver in de duizendste deelen eene kleine
verandering ondergadat met den loop der tijden zelf
de verhouding worde 1 16 in plaats van 1 15,
dit mag ons wetgeversniet terughouden die verhou
ding aan te nemen op het oogenblik dat wy de wet
makenwant indien ons dit ongeoorloofd waredan
zouden wy ons muntstelsel nooit mogen hervormen.
Eene meening, welke gijmijnheer Kappeijne, blijkens
hetgeen in uwe redevoeringen hier en daar voorkomt,
zelf niet schijnt te deelen."
Zóó en in dien geest had do Minister van Finantien
den heer Kappeijne moeten teregtwijzen. Aan bekwaam
heid ontbrak het den Minister uietwèl aan kracht
en gevatheid. Maar moet de Kamer dan alléén op
welsprekendheid acht slaanen moeten niet de argu
menten het zwaartst wegen Hoeindien een regler
zich door de welsprekendheid eens advokaats en zijn
boeyende voordragt liet verblindenin de plaats van
door zijn redenen liet overtuigen
En tochzulk een regter was de Tweede
Kamer den 2den Maart van dit jaarWij hebben ge
wacht ons oordeel uit te sprekenalvorens het Bijblad
aandachtig te hebben nagelezen en overwogen. Wy
poogden onbevangen te oordeelen. Indien het aan ons
Btond eene motie voor te stellen wij zouden haar dus
formuleren: „De verwerping van de muntwet door de
Tweede Kamer der Staten-Generaal is in geen enkel
opzigt te regtvaardigen."
Nieuwstijdingen.
Op den 13n Dec. heeft in Ternate een amok- (beter
gezegd moord-) party plaats gehad, zoo als nog nooit
op Ternate is voorgevallen, en die de geheele plaats
gedurende 14 dagen in rep en roer bragt, den gewonen
gang van zaken stremdeen een vreemdeling in het
denkbeeld zou hebben gebragt dat de bewoners in staat
van beleg verkeerden.
Op genoemden dag, 's namiddags ten 3 uur, ging een
kettingganger naar de Passar, en kocht wat tabak. Plot
seling trok hij zyn mes, en wondde 22 personen. Van
die 22 menschen zyn 19 overleden terwijl 3 nog in
behandeling blijven. Een kind dat zich van de schoei
van den heer Roduner naar de passar begaf, kreeg
twee messteken, doch is hersteld. De schuttery en het
volk van den Sultan, nagenoeg 250 man, hebben ge
durende 11 dagen naar den booswicht gezocht.
Eerst den 23n December mogt het gelukken hem in
handen te krygen. De moordenaar liep een woniDg
binnen in het bosch op de helling van den berg, doch
werd dadelijk mot een lans aangevallen door een jongen
inlander die onmiddellijk om hulp riepwaarop zijn
vader toesnelde, den vlugtenden amokmaker achterna
liep, hem omklemde, en met behulp van eenige berg
bewoners zich van hem meester maakte, echter niet dan
nadat de amokmaker hem op drie plaatsen gewond had.
De lieden van den Sultan, die zich niet veraf bevon
den, waren spoedig ter plaatsehakten zyn ligchaam
als tot frikadel, waarop zijn hoofd, dat den vorm van
hoofd nagenoeg geheel verloren badal tandakkende
en in optogt naar den Resident Musschenbroek werd
gebragt. Deze had een belooning van honderd gulden
uitgeloofd aau hem, die den man levend of dood zou
uitleveren, en dadelyk werd de som dan ook aan den
ouden, die hem gevat had, uitbetaald.
Gelijk men weet, heeft de Koning der Ashantynen
op verraderlijke wijze de Engelschen pogen te omsin
gelenterwyl hij met hen over de vredesvoorwaarden
onderhandelde. De wyze, waarop sir Garnet gewaar
schuwd werd, om op zijn hoede te zija, is allermerk
waardigst. Een Eugelsck ambtenaar, de heer Dawson,
was een gevangene van den Koning sinds hij tot hem
was gezonden om over de bevrijding van een Duitschen
zondeling te spreken. Toen de vredesonderhandelingen
begonnenwas hem geld toegezondenen daar do
Koning er prijs op stelde, dat de Engelschen in zija
goede gezindheid gelooven zouden, werd de heer
Dawson het geld overhandigd en hem vergunning ge
geven de goede ontvangst te berigten. Dit deed hy in
twee regelser aan toevoegende dezelfde boodschapper
brengt u een brief van den Koning. Zie s. v. p. 2 Kor. 2:11.
Bij ontvangst van den brief, die als niets verkeerds
bevattende door Coffee Calcali gezonden waswerd
de tekst opgeslagen en vond men: »opdat de satan
op ons geen voordeel verkrygewant zyne lagen zyn
ons niet onbekend."
De Scotsmaneen Britsch dagblad, verhaalde eenige dagen
geleden dat men in de maag van een kabeljauw een Bijbel
had gevonden, in kalfslederen band, gemerkt met den naam
William Sim en het jaartal 1830. Deze Sim, een inwoner
van de Schotsche stad Dundee, was in 1834 als zeeman op
reis gegaan en had nooit weêr iets van zich laten hooren.
Merkwaardig genoeg kregen 's mans erfgenamen, op denzelfden
dag dat men in een kabeljauw zijn Bijbel terugvond, van het
geregt de vergunning om een som van verscheidene honderden
ponden sterlings te benaderen, die huo bij testament was ge
legateerd. Onzekerheid omtrent zijn overlijden had waarschijnlijk
de toewijzing dezer erfenis vertraagd. De vondst in de maag
van den kabeljauw heeft thaus het vermoeden der regtbank
bevestigd,
Hpanjje.
Nog dagelijks nemen in Madrid de teekenen van alge-
meene geestdrift toe. Alles voor den oorlog" is de leus en
de inschrijvingen en giften voor de gekwetsten worden reeds
talrijker. Linnen, pluksel, wijn, brandewijn, Liebigs vleesch-
exlract, alles wordt gegeven. Een oud-officier bragt zijn eeuigen
mantel, een rentenier met 75 francs inkomen in de maand
staat er maandelijks 15 van af. De voornaamste klassen blijven
niet achter. De bankier Gandara heeft een beroep gedaan op
zijne confrères en op het publiek. Hij wil eene vereeoiging
tot stand brengen om gedurende een jaar een korps vrijwil
ligers van 10,000 man te organiseren, kleeden, wapenen en
onderhouden; voor ziju deel zou hij daarvoor 1 millioen francs
en meer geven. De pers wilde bij ook voor zijn plan winnen;
trouwens alle bladen gedragen zich uitmuotend en het moet
een zeer diepen en heilzamen indruk hebben gemaakt, dat de
Tiempo, eep alphonsistisch blad, een warm artikel geschreven
heeft in dezen geestdat men politiek op zijde moest zetten
en met alle magt de Regering steunen. De alphonsistische
bladen laten zich allen in gelijken zin uit,
SBUWrtanb.
Leeuwarden 10 Maart. Ia de nabijheid van
Wommels heeft eergisteren een droevig ongeluk plaats
gehad. De persoon van H. R.van Leeuwarden nl. die
daar 's nachts met zyn scheepje lag om voor eene firma
te dezer stede kalk te lossenwerd 's morgens dood
gevonden. Zeer waarschynlyk is hijzoo ook de hond,
die dood naast hem lag door kolendamp gestikt. De
ongelukkige was pas 24 jaren oudeenigste zoon en
zou weldra in het huwelijk treden.
Assen9 Maart. Zaturdag jl. is door den regter-
commissari8 alhier tegen K. P., arbeider, wonende op
het Aardscheveldtegen wien door de rijksveldwacht
te Assen procesverbaal is opgemaakt ter zake dat hij
getracht zou hebben zijn broeder Jan met petroleum te
verbranden bevel van gevangenneming verleend. Den
zelfden dag is de beklaagde door de rijksveldwacht
gearresteerd en in het Huis van Arrest en Justitie alhier
overgebragt. Naar wij nader vernemen heeft de sterke
drank in de zaak eene groote rol gespeeld. K. P. en
zyn broeder moeten daarvan met nog een anderen
broeder in eensgezindheid eerst eene ruime hoeveelheid
gebruikt en daarna ruzie gekregen hebben.
Utrecht, 10 Maart. In de afgeloopene week had
alhier het volgende voorval plaatsEen jeugdig paar
zou zich naar het gemeentehuis begeven om het voor
genomen huwelijk te laten voltrekken. Aan de Katharyne-
barrière verwyderde de bruidegom zich onder eenig
voorwendsel en maakte zich uit de voeten. Langs den
Centraal-spoorweg begaf hy zich naar Amersfoort, waar
hy door den persoon die hem zyn beste kleederen
geleend had ontdekt werd. Deze noodzaakte hem zyn
eigendom terug te geven. De bruidegom zou alsnu
voornemens zyn, als soldaat naar Indiete vertrekken.
De aankoop van sparren en groen onder de ge
meenten ZeistSoest en Soesterberg is zoo grootdat
koopliodendie uit Amsterdam en Rotterdam nog
dagelijks bomen onverrigter zake moeten terugkeeren.
Miclcielfonrg, 11 Maart. Gisteren namiddag ia alhier
voorbijge6loomd en te 2,50 aan het haveustalion to Vlissingen
aangekomen een extra trein, bestaande uit een zestal Russische
waggons, waarin zich bevond de heer Alquié, directeur der
Russische spoorwegen, vergezeld van zijn secretaris, alsmede
van den controleur van het mouvement der Maatschappij tot
exploitatie vau staatsspoorwegenden heer Obreen, Te 5,30
is die trein met genoemde heeren van Vlissingen hier terug
gekeerd en heden morgen te 8,55 naar Keulen vertrokken.
Naar wy vernemen was het doel der reis zich op de hoogte
te stellen van den aard onzer spoorwegiorigting en de werken
te Vlissingen, in verband met de voorgenomen reis van Z. M.
den Keizer vau Rusland over Vlissingen naar Engeland. De
uitslag van het onderzoek schijnt gunstig te zijn geweest, zoo
dat de keizer en gevolg den llden Mei a. s. te Vlissiugen
verwacht worden, teneinde zich van daar naar Engeland in te
schepen.
Zïeriltzee13 Maart.
Sommige bladen hebben gemelddat de lotelingen
der nationale militie van de ligting van 1874 dit jaar
oen maand vroeger dan gewoonlyk in dienBt zou wor
den gesteld. Dat bericht is ongegrond. Dergelijke
vroegtijdige oproeping zou in strijd zijn met art. 112
der wet op de Nationale Militie, dat aldus luidtJaar-
lyksch tusschen 1 en 15 Mei geschiedt de aflevering
van de in dat jaar door den militieraad voor de dienst
aangewezen en in de ligting begrepen jongelingen
van hun plaatsvervangers of nummerverwisselaars en van
de vrijwilligers voor de ligting van dat jaar.
By Kon. besluit van 7 Maart 1874no. 17is
aan den Oost-Indischen ambtenaar J. N. van der Halen
gewezen tweeden commies bjj het postkantoor te Wel
tevreden (Batavia), laatstelijk met verlof hier te lande
op zyn verzoek, met ingang van 1 Maart 1874, een
eervol ontslag verleend uit 's lands dienBt, met toe
kenning van pensioen.
Kerknieuws.
Beroepen te Benschop, Ds. H. Bax, pred. te Poortvliet.
Da. Lautspred. te EemueB-buitenheeft bedankt
voor het beroep naar Warns; - Ds. K. W. Hulstijn,
te Vreeswijkvoor dat naar Krabbendyke.
Aan een Engelsch blad wordt uit Nederland ge
schrevendat de Bisschoppelijke Klerezy heeft besloten,
de tot dusver in naam bestaande onderworpenheid aan
den Paus op te geven. By de aaustaande wijding van
een nieuwen aartsbisschop van Utrecht zou de gewone
mededeeling aan Rome achterwege blyven. Ook is men
voornemens den naam Oud-Katholiek aan te nemen.
Gemengde berigteu.
„Nu ik den zoon van een schoenmaker niet meer kau
krijgen," zegt eene bocren-meid te 's Heer. „nu zal ik miju
ouden vrijer weer maar op gaan zoeken.
Dus Willem wil mij nu bijstaan,
Ik zal nu niet meer van u gaan,
Want ik ben nu zoo bedrogen,
Dat ik sta met natte oogen
Maar het is zooals men ziet
Die men wildie krijgt men niet."
Een arbeiders-zoon te Gortgeen wordt verzocht, zooveel
wind niet te hebben, waar Saartje niet op is gesteld,
Maar het is, zooals men zegt,
Hij is wel fijn -maar niet opregt.
Te Nieuw-Beijerlaud heeft eene dienstmeid een vogeliju,
dat zij gebruikt om haar baas wakker te maken.
Maar meisjehoud uw mond toch digt
Want alles brengt gij aan het licht,
En gij brengt met uw verstand,
U bekend door heel het land,
Een boer onder Nisse wordt verzochtwanneer bij nog
meer wat te vertellen heeft op een koopdag, eerst zijn eigen
kwaad te overdenken.
Maar daar durft hij niets van zeggen,
Als hij ploegen gaat of eggen,
Maar 't zal komen aan den dag
Zelfs van iemand die 't niet zag.
Twee Bchippera-jongens te T. worden aangeradendes
Zondags-avonds zulk een beweging uiet te maken bij een
meisje, dat hen niets in den weg legt, anders zullen zij in
moeite komen, en zeker achter slot komen waar hel hou niet
bevallen zal. Te N.-Dorp worden twee damesde zooge
naamde katinnen aangeraden zooveel snaps niet te hebben, daar
zy zoodoende nooit verpast zullen raken. „Wat heb ik
een spijt," zegt de dochter van een wagenmaker te Nisse,
„dat mijn Adriaan is vertrokken, want nu is het geheel ver
loren." Maar het meisje denkt dat er nu Bpoedig een ander
op haar zal afkomen. De meid van een rentenier te N.
moest zulke verbeelding niet van haar hebbendaar zij nog
geen erfgenaam is. Eene boereu-mcid onder Geersdijk wordt
aangeradenniet op deu zolder te kruipen als er zondags
jongens naar haar komen zoeken, want dat past niet voor zulk
eene dame, om dan met hem weg te kruipen. Een schip-
pers-zoon van den Zuid-Kraaijert is zoo in zijn schik nu hij
zijn buurmeisje bij de hand heeft, dat hij wel mot haar te
kijk zou willen gaan; en nu zegt hij
Ik ben wel jong van jaren
Doch heb reeds veel gezien
Ik zou dus willen paren
ZooalB de meeste liêo,
En op een schippers-zoon met geld
Daar is het meisje op gesteld.
Correspondentie.
Naar wij vernemen hebben de bewoners der Ver-
renieuwstraat zich met een request tot het gemeente
bestuur gewend met verzoek de ia die straat staando
pomp (nog een overblijfsel uit den oudep tijd) af te
breken en dezelve te vervangen door een ijzeren pomp,
te plaatsen aan de voormalige vleeschhal.
Wy symphatiseren ten volle met de verzoekers en
hopen dat het gemeentebestuur aan dit verlangen zal
voldoen1.° omdat aan die pomp menigmaal een
vergaderplaats van vuilnis wordt gehouden2.° omdat
dezelve die straat ontsiert, en 3.° omdat ze menig
maal en vooral op marktdagen belemmerend is bij het
drukke verkeer zoo van diligences als andere voertuigen.
Pryzen van Boter en E ij eren.
Zierikzee, 12 Maart 1874.
Boter laagste koers ƒ0,67* en hoogste koers ƒ0,75
per 5 hectogrammen. Kip-Eijeren laagste koers ƒ0,70
en hoogste koers ƒ0,80 per 25 stuks.
STOOMBOOTDIEN ST
tusschen
Middelburg en Zierikzee.
CORRESPONDERENDE YAN EN NAAR ZIERIKZEE
OP DEN SPOORWEG TE GOES.
Maart 1874.
Van MIDDELBURG: Van ZIERIKZEE:
Zaturd. 14'smor.ll,— u.
Zondag 15 7,-—
Maand. 16 7,—
Dingsd. 17 7,—
Woensd.18's nam. 3,—
Dond. 19 3,—
Vrijdag 20 3,-
Zaturd. 14's nam. 3,—u.
Zondag 15 3,
Maand. 16 3,
Dingsdag 17 tot Corlg.'smidd.
2,30, terug 'e midd. 4 uur.
Woensd.18 'smorg.?,
Dond. 19 6,—
Vrijdag 20 7,
Goederen te bezorgen Va uur vóór 't vertrek bij den
Agent W. ABELS. Naar Goes voor Passagiers en ligte
Goederen een Omnibus van Katsche Veer. Voor zware
Goederen, Katsche Veer- Goes, afzonderlijke wagens.
SUfeWvtcntunt
Sójarige ESelitvereeniging
van ©jsl
B. MENSCH M
Ondertrouwd
ADRIAAN VIERGEVER
Brouwershaven
13 Maart 1874.
Algemeene kennisgeving.
CORNELIA GAST.
Getrouwd
Haamstede,
13 Maart 1874.
C. DALEBOUT Mz.
en
M. den BOER Md.
1* Bevallen van een' «Jongen,
M. PADMOS, Gast.
Duivendijke, 9 Maart 1874.
Bevallen van een' «Jongen,
A. van VESSEM—Hocke.
Oosterland, 11 Maart 1874.