BIJVOEGSEL
1-
Zierikzeeschen I\ieiiwsbo<Ie van Zatiirdag 20 December 1875.
PUB L I C A T I E.
NATIONALE MILITIE.
Vp
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
BEKE ND M AKING.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
BEHOORENDE BIJ DEN
n een ingezc-
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente Zierikzee
Gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen be-
trekkelijk de Nationale Militie
Brengen bij deze ter kennis van een iegelijk die znlks zonde
mogen aangaan
dat het register tot inscfirfivfinj*1 van »l!e mannelijke
ingezetenen welke op den Isten Jannarij aanstaande hun 19de
jaar zullen zijn ingetredendat zijn diegenen welke in 1855
zijn geborenzal gereed leggen op dc gemeeiite-gccrMarie van
den laten tot en met den 31sten Jannarij 1874van des
voormiddags 10 tot des namiddags 4 nnr
dat voor ingezeten wordt gehonden
1.° hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder,
of zijn beide overleden wiens voogd ingezeten is volgens
de wet vao den 28sten Jnly 1850 (Staatsblad oo. 44)
2-° hij, die, geen onders of voogd hebbende, gedurende dc
laatste achttien manodenvoorafgaande aan den Isten
Jannarij van het jaar waarin hij zich .moeten laten in
schrijven, in Nederland verblijf hield;
.3.° hij, van wiens ouders de Inngstleveode ingezeten was,
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rjjk
verblijf hondt;
dnt niet voor ingezeten wordt gehouden de vreemdeling
behoorende tot eeueo Staat, waar de Nederlander niet aan
de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien
der dieusfpligtigheid het beginsel ran wederkcerigbeid is aan
genomen (art. 15 der wet van 19 Aognslns 1861 Staatsblad
no. 72);
dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch
vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, verpligt
is zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven
bij Bnrgemeester en Burgemeester en Welhondors der gemeente,
waar de inschrijving volgens nrf. 16 moet geschieden (art. 20
der wel);
dat voor de' militie niet wordt ingeschreven
1°. dc io een vreerad Rijk achtergebleven
ten, die geen Nederlander is
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende onderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten (nrt.
17 der wet)
dat de inschrijving geschiedt:
1°. van een ongehnwde in de gemeente, waar de vader, of,
is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden,
de voogd woont;
2°. vaneen gchnwde en van een weduwenaarin de gemeente
waar hij woont;
3°. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is achtergelatenof wiens voogd bnitcn 'a lands
gevestigJ is, in de gemeente waar hij wooht;
van den builen JanJj wonenden zoon van een Neder-
die ter zake van 'a lands dienst in een vreemd
land Spontin de gemeentewanr zijn vader of voogd
het Iaftikt in Nederland gewoond heeft (art. IC der wet),
dnt elk, diVyoigens art. 15 behoort te worden ingeschreven,
verpligt is zich\|nnrtoc bij Bnreemeestcr cn Wethouders ter
boven aangegeven.plaatse en binnen den daar bepaalden tijd
nan Ie geven, en \i (,y diens ongesteldheid afwezigheid of
onstenlenis zijn vndès 0ff j9 (]eze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden, voogd tot het doen van die aan
gifte verpligt is (art. ly.ler wel).
Belanghcbbcndeo word» mitsdien dringend aangemaand ano
de op hnn rustende verplrgjng |e voldoen en wordt bon ten
overvloede onder dc anndncVgebragt dat bij bovengemelde
wet onder meer is bepaald:
dat met boete van ƒ25 tot JhpO wordt gestraft de over
treding van art. 18 en dnt by eh» veroordeeling tot boelen
tevens door den regter wordt bepfe dat, indien daaraan niet
is voldaan binnen twee maanden na i%i veroordeelde lot
betaling is aangemaand, de boete doo» gevangenisstraf van ten
hoogste tien maanden zal worden vervnv^n>
En opdat niemand ten deze onweten^d Zonde kunnen
voorwenden, zal deze ter voldoening aan Gt bepaling van art.
19 der wet van den 19den Augustas 1861 p1
voor de eerste maal worden aangeplakt
deze gemeente te doen gebruikelijk is.
Zierikzee den 17 December 1873.
He Burgemeester en Wet Meiers
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
aan d* bepaling van art,
1861 Wjntsblnd no. 72)
ilakt, wa<wzu]){S binnen
i, "V
r 1873.
Suppletoir kohier der Hoofdelijke Belasting
DIENST 187 3.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee mnken
bekenddat liet Suppletoir kohier dor JioofV7el\jI<e be
lasting van deze gemeenteover het loopend dienstjaarop
beden door hen op nieuw voorloopig ia vastgesteld en van den
22sten dezer maand tot den 5den January 1874 ter Secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing zal liggen zullende ieder
aangeslagenebinnen dien tjjdtegen zyn' aanslag bij den Raad
bezwaren kunnen inbrengenbjj verzoekschrift op ongezegeld
papier, ii'gevolge de wet.
Zierikzee. den 17 December 1873.
tester en Wethouders
v. CITTERS.
j De Secretaris
J. (P. N. ERMERINS.
Suppletoir kohier der Belasting op de Honden
DIENST 1873.
Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken
bekend: dat het Snppletoir kohier der lioiKloiilx-liixtiiis*
van deze gemeente over het loopend dienstjaar op heden door
den Gemeenteraad is vastgesteld en van den 22sten tot den 30sten
dezer maand ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter Kring
Zal liggenzullende ieder aangeslagenebinnpn dien tyd tegen
zjjo' aanslag by de Gedeputeerde Staten in beroep kunnen komen
bjj verzoekschrift op ongezegeld papier, ingevolge de wet.
Zierikzee den 17 December 1873.
De Burgemeester en Wethouders
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
benoeming;
van Leden der vaste Commissie».
De BURGEMEESrER en WETHOUDERS van Zierikzee bren
gen ter kennis van do ingezetenon, dat door den Raad dez- r ge
meente in zyno op heden gehouden Vercadcring zjjn benoemd
tot Leden der vnsto Commismën bedoeld bjj art. 54 der Gem»ento-
wette weten
"Voor dc StrnlVerorileuinifon
de Heeren Mr. FOKKER en Mr. MOOLENBURGH
Voor <lc Fabriwiffo
de Heeren van der GRIJP, LABRIJN en BLOM
Voor «le Gasfabriek ei» <lo Strantvorltchting;,
do Hoeren van der GRIJP, MULOCK HOUWER en LABRIJN
tot Commissnrie over de Wandolingen,
de Heer van der GRIJP;
on tot Coinniiswiriswe» «lor ViselimarUt,
de Heeico MULOCK HOUWER en van der GRIJP:
Zullende de Commissie voor de Strafverordeningen worden ge
presideerd door den Burgemeester, ingevolge de wetde Commissie
van Fabricage door den Burgemeester en bjj diens verhindering
door den Wethouder Jhr. de JONGEen de Commissie voor de
Gasfabriek »>n Straatverlichting door den Wethouder Jbr. de
JONGE en bjj diens verhindering door den Burgemeester.
Zierikzee, den 17 December 1873.
De Burgemeester cn Weihouders,
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
te
ZIERIKZE E,
gehouden den V7 December 10*73.
Voorzitter Jhr. W. van Citters.
Afwezig zijn de HH. Jhr. de Jonge en Jhr. Mr. Schorer
met kennisgeving cn van der Grijp en Koole.
De heer van der Vliet is onder het lezen der notulen
binnengekomen.
De notulen der voorgaande drie vergaderingen worden
gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat de lieer Mr. J. Moolenburgh
heeft kennis gegeven zijne benoeming tot lid van de Plant-
'dijke Schoolcommissie aan te nemen en dat vier brieven
ingekomenwaarvan drie, houdende berigt van de aan-
utttftng der benoeming
1.° van Mr. G'. J. Fokker tot regent van het Burger
weeshuis en lid van de Commissie van toezigt voor het
Middelbaar onderwijs;
2.° van Mr. P. A. J. Bouvin, tot lid van de Plaatselijke
Schoolcommissie, en
3.° van J. van der Linden, tot Regent van het Burgerlijk
Armbestuur;
en een brief van Dr. P. J. Andre®, houdende mededeeling,
dat hij tegen liet einde van dit jaar ziju ontslag heeft aan
gevraagd als Districts-Schoolopziener en dat hij daarom nu
aan den Raad ontslag verzoekt als adviserend lid van het
collegic van Curatoren over de Latijnsche school, welke be
trekking hij als Districts-Schoolopziener heeft bekleed.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt be
sloten het gevraagd ontslag eervol te verleenenonder dank
betuiging voor de vele en gewigtige diensten aan de gemeente
in genoemde betrekking bewezen.
De Voorzitter stelt aan de orde, de vaststelling van het
suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag voor 1873,
op een bedrag van 228,78$, waarover in de vorige verga
dering de stommen hebben gestaakt.
Nadat over de uitlegging van de bepalingen der verorde
ning nog eenige discussion hadden plaats gehad, wordt het
kohier verworpen met 5 stemmen tegen 4. Vóór stemden
de HH. Mr. Fokker, Labrijn, Mr. Moolenburgh en Mr. Moens.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor, aan het Bestuur der Bank van Leening overeenkomstig
een door haar ingediend schrijven magtiging te verleenen om
de inschrijving op het Grootboek, die het reservefonds dier
Bank uitmaakt, te gelde te makenten einde daarmede
betaling te doen van rente cn aflossing van opgezegde ka
pitalen.
Met algemeene stemmen wordt de gevraagde magtiging
verleend.
De Voorzitter brengt in behandeling:
1.° het door Burgemeester en Wethouders voorloopig op
gemaakte suppletoir kohier der hondenbelasting voor 1873,
waar tegen geen bezwaren zijn ingekomen.
Vastgesteld op een bedrag van f 40,50.
2°. het vroeger ter tafel gebragte plan tot verandering van
den weg toegang gevende tot dc begraafplaats, waarin Bur
gemeester. en Wethouders tc kennen geven:
dat volgens dc raededceling van den Sasmeester onder den
weg die toegang geeft tot de algemeene begraafplaats nog
eene vrij groote hoeveelheid zelkasch aanwezig is, die, als «ij
werd uitgegraven, naar zijne raming eene hate van ƒ3000
zou opleveren.
Dat die mededceling hun aanleiding heeft gegeven' om tc
onderzoeken, of dc tegenwoordige toegang naar de begraaf
plaats ook zou kunnen worden verlegd, omdat anders niet
aan liet uitgraven van den weg kan worden gedacht; en het
is gebleken dat daartoe alleszins gelegenheid bestaat.
De ingang van de begraafplaats zou kunnen worden gemaakt
aan de zijde van het. bouwland naast dc woning van den
grafdelver.
0]i de begraafplaats zelve behoeft daartoe slechts eene
kleine verandering tc worden gemaakt.
De gemeente-bouwmeester heeft een uitgewerkt plan van
zoodanige verandering gemaakt en de kosten geraamd op
ƒ3000 als men een straatweg maakt en van 2000 als men
in plaats van den straatweg een schelp- of grindbaan ter
dikte van 8 h 10 centimeters legt.
Na overleg met de Commissie, van fabricage komt het aan
Burgemeester en Wethouders wenschclijk voor dat de aange
geven verandering worde uitgevoerd. Zij mcenen echter met
het oog op het verschil in kosten en omdat eene schelp- of
grindbaan even goede diensten zal doen, aan zulk eene baan
de voorkeur tc moeten geven.
De grond waarover de nieuwe weg moet worden gelegd
behoort, slechts gedeeltelijk aan de gemeente en is voor een
groot deel het eigendom van den heer D. Bevelander. Deze
is echter bereid de voor den weg benoodigde oppervlakte aan
de gemeente af te staan indien hij daarvoor zoodanige opper
vlakte gemeentegrond in ruiling ontvangt, als met. den grond
door hem af te staan in waarde gelijk staat, zulks naar de
schatting van deskundigen, door hem en door de gemeente
in gelijken getale te benoemen.
Dit aanbod komt. aan Burgemeester cn Wethouders aan
nemelijk voor. Zij stellen nu voor dat de Raad liet aangegeven
plan zal goedkeuren en hun ter uitvoering daarvan zal
magtigen met D. Bevelander onder nadere goedkeuring van
den Raad de noodige ruiling van grond aan te gaan en daarna
over te gaan tot het maken van een schelp- of grindbaan
volgens de omschrijving van den gemeente-bouwmeester en
voorts zal bepalen dat de kosten van het werk zullen worden
gevonden uit de opbrengst van den verkoop van zelkasch.
Eindelijk merken zij op, dat de bestaande muur met de
daarin aanwezige hekken zouden moeten blijven staanmaar de
hekken niet meer tot toegangen worden gebezigd en dat zij