Zlllllk/.IIStlll NIEUWSBODE.
No. 5505.
50steJaarg.
Dingsdag 28 October 1875.
^randschcwwingT
Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60.
ADVERTENTIËN 10 Cts. per regel, kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden.
K
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken
nis van de Ingezetenendat er op Woensdag den 29 Oc
tober e. k., des namiddags te 6'/2 ore, op het Raadhuis
alhier eenc openbare Vergadering van den Gemeonte-
Raad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 27 October 1873.
De Burgemeester
v. CITTERS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
ribzee brengen ter kennis van de Ingezetenen dat op
Maandagden 3 November eerstkomende en volgende
dagen eene ALGEMEENE BRAND-
SCHOUWING door de Directie der Brandweer
in de woningen der Ingezetenen zal worden gehouden
overeenkomstig de bepalingen der Verordening tot voor
koming en blusachïng van brand, afgekondigd den 6
December 1855.
Zieuikzee den 23 October 1873.
De Burgemeester en Wethouders,
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS,
Banken van Leening.
I.
Ia den kaatsten tjjd is wederom meer dan vroeger
de aandacht gevestigd op het ingewikkelde onderwerp
der banken van leeuing. Reeds meer dan veertig jaren
geleden schreef een onzer geleerden „daar is misschien
geene weldadige instelling, welke meer tot misbruik
by de behoeftige volksklasse aanleiding geeft dan die
der banken van leeuing" en ook andere schrjjvers hebben
verklaard, „dat er geen onderwerp is, dat zoo diep iir
het volksleven ingrijpt en zóó naauw zamenbargt met
die kwalen der maatschappy, welke dringend herstel
behoeven." Zoo op eenig gebied de parlementaire wer
keloosheid zich nadeelig doet gevoelen dan is het hier
zoo op eenig gebied staatkunde met maatschappelijk
belang verband houdt, dan is het wederom hier. Dit
is een vloek, die op ons volksleven rust, dat de par
lementaire schermutselingen en de politieke hartstogten
meer on meer de aandacht afleiden van die volksbe
langen, wier regeling reeds al te lang werd verschoven.
Onberekenbaar zijn de gevolgen vau die slapheid en
laauwheid der Wetgevende Macht. Instellingen worden
ongewijzigd bestendigdwelke aan 'g volks geluk en
welvaren knagen wetsovertredingen worden geheeten
zoodanige handelingen welke op een ander gebied van
het regt als geoorloofd worden beschouwd en met den
geest onzer wetgeving in volkomene overeenstemming
zyn. Het wordt meer dan tijd dat eindelyk eens de
kwestie der banken van leening tot eene voldoende
oplossing worde gebragt, dat blijke wat als eene ge
oorloofde wat als eene onzedelijke en strafwaardige
handeling is te beschouwen.
Alvorens onze meening daaromtrent in 't kort te
ontwikkelen zal-een terugblik op de geschiedenis van
dit onderwerp niet ondienstig worden geacht. Als wij
van geschiedenis spreken bedoelen wij natnurlyk de
parlementaire. Want die geschiedenis wijst ons tevens
aan over welke stelsels hier gestreden wordt. De
banken van leening worden nog steeds beheerscht door
een zeer verouderd IconiDkljjk besluit van 31 October
1826welks geldigheid wij thans niet hebben te on
derzoekon. Zij werden daarin genoemd„instellingen
van liefdadigheidin te rigtea en te besturen ton meeste
nutte der genen die zich genoodzaakt zullen zien daartoe
hunne toevlucht te nemen;" ze zouden zijn „een hulp
middel in dringende heooodigdheden en de beleeners
voor den woeker beveiligenterwyl het bestuur zou
worden opgedragen aan „eene administratie van lief
dadigheid." Het „publiek gezag" hield toezigt over de
banken bij de oprigting onmiddellijk indirect daaren
tegen bjj de benoeming van den directeur en de be
ambten alsmede bjj de aflegging der rekening.
Het belang der zaak, meer nog dan de dubbelzin
nigheid van het besluit van 1826datterzelfder tjjd
dat het naar vermindering van den rentetax streefde,
aan de afzonderlijke reglementen geheel overliet to
bepalen te wiens behoeve de zuivere winsten door de
baoken gemaakt, zouden komen, deed onze Wetgevende
Kamer herhaaldelijk op eene wettelijke regeling aan
dringen. Het eerste ontwerpdat de Tweede Kamer
bereiktewas afkomstig van den Minister van Reenen.
Op welken grondslag was dit ontwerp opgetrokken?
Het poogde het karakter vau liefdadigheid dezer iurig-
tingen nader te bevestigen. Eeoe „krachtdadige ver
mindering van lasten" was het doelwaariiaar men
streven moest. Maar boe was dit tnogelykomdat de
kosten van beheer der banken de réuten der kapitalen
en de huur der localen voor de beleeningen gebruikt
„natuurlijk" voor rekening moesten komen der belee
ners? De Regering was er op bedacht haar doel op
deze wjjze te bereiken dat de winsten door de banken
gemaakt, uitsluitend zouden bestemd worden tot aflos
sing der haar niet toebehoorende Kapitalen en tot het
verkrjjgen van den eigendom der vereischte gebouwen
en meubelen. Een loffelijk meuschlievend denkbeeld.
Maar was het voor verwezenlijking vatbaar? En ligt
het op den weg der Regering menschlievend te zjjn?
Kon eene al te strikte beperking de banken niet aan
groote verliezen blootstellen Gold het hier niet inrig-
tiDgen van uitgebreider) omvangwelke een zeer moeije-
ljjk en ingewikkeld beheer vorderen en was het dan
zoo onredeljjk, datzjj, die van die inrigtingen gebrnik
maaktenook zoodanig aandeel in de onkosten be
taalden als noodig was tot hare instandhouding en tot
kapitaal-aflossing
Aan het stelsel, waarop het ontwerp van den heer
van Reenen rustte, viel in do Kamer geen gunstigonthaal te
beurten bjj de openbare beraadslagingen werd het na
verwerping van het eerste artikel ingetrokken. De
Tweede Kamer plaatste zich reeds dadelijk op het
vrjjzinnige standpunten stelde de vraag of de banken
van leening wel van het openbaar gezag behooren uit
te gaandan wel of die inrigtingen aan den particu
lieren ondernemingsgeest onder de noodige wettelyke
waarborgen gevoegljjk kondén worden overgelaten
Het ontwerp van Reenen ging evenwel niet alleen mank
aaD dit euveldat het naar eene „krachtdadige ver
mindering van lasten" streefde, welke in de wezenlijkheid
onbereikbaar scheen maar het leed aan een nog ern
stiger gebrek. Het hinkte op twee gedachten. Terwjjl
het aan do eene zjjde het beginselook door den
heer Thorbecbe krachtig voorgestaandat do banken
van leeuing aan gemeentelyk toezigt zouden zjjn on
derworpen handhaafdebad het zich aan deze grove
inconsequentie schuldig gemaakt, dat hetue mogelijkheid
opende tot oprigting of instandhouding van particuliere
banken voor het geval mogt blyken „van volstrekte
behoefte." Die tweeslachtige, regeling liet zich niet
verdedigen. Zoo toezigt noodig waswaarom dan wil
voor de gemeentelijke inrigtingen en niet voor de par
ticuliere banken
Het duurde elf jaren, alvorens een tweede ontwerp
bjj de Tweede Kamer werd ingediend. Ofschoon op
dezelfde beginselen gegrond als bot vorigepoogde het
den steen des aanstoots, dien het vorig ontwerp in de
erkenning en instandhouding van particuliere banken
gevonden hadte vermgden. Daartoe werden deze wel i
is waar niet geheel opgeheven doch aan het kncllendste
keurslijf onderworpen. Het beginsel van regerings-
toezigt bleef echter voor beiden gehandhaafd. Al waren
er elf jaren verloopon sedert de Tweede Kamer het
vorig outwerp in behandeling had genomende
meerderheid was dezelfde gebleven. Zij bleef de be
grippen dio aan de voordragt ten grondslag lagen
>verouderd" achten. Kon men hier wel gewagen van
instellingen van »openbaar nutnu het uit de opgaven
der Regering zelve was gebleken dat in 34 gemeenten
slechts banken bestondendie door of van wege bet
openbaar gezag werden beheerdterwjjl in 44 andere,
door en voor rekening van bjjzondere personen derge
lijke banken werden gehoudendat iu meer dan
duizend andere gemeenten geene dergeljjko inrigtingen
bestaan „Het zjjn" zoo was het gevoelen der
meerderheid „hoofdzakelijk inrigtingen tot het uit
oefenen van liefdadigheid en dit deel barer taak zy
beter aaD philantropische vereenigingen voorbehouden."
Het ontwerp van den'Minister Heemskerk bereikte
de openbare beraadslagingen niet. De beurt kwam du
aan het Ministerie Focb, dat, twee jaren later, iu 1869
wederom eon ontwerp van wet op de banken van leening
indiende. Dit ontwerp was ontegenzeggelijk op mildere
beginselen geschoeid en zou naar wjj meenen zelfs
kans op aanneming hebben gehad. De Regering ging
bjj het voorstellen van dit wetsontwerp uit van dit
denkbeelddat de tjjdgeest losmaking der banden van
handel en nijverheid eiechtedat het niet de taak des
wetgevers is te zorgen dat de minvermogende beneden
den prjjs kunne leenendat het natuurlijk is dat hjj
die het genot dezer instellingen heeft, de kosten van
inrigting en van het beheer der bankboven en behalve
de moeite en den tjjd van den bankhouder, voor het
geval dat eenig particulier dat beroep uitoefende,
betaalt; dat evenwel een plotselinge overgang tot het
stelsel van vrjje concurrentie haar niet raadzaam voor
kwam; dat derhalve de wetgever bepalingen moest
vaststellendie tegen „bedrog en oneerljjkheid" zou
den waken.
De bepalingen daartoe strekkende kramen hoofd
zakelijk hierop neder. Het oprigten eener bank van
leening staat ieder vrij. De bankhouder is verpligt tot
het houden van registers van beleening. De voorwerpen,
daartoe aangebodenmoeten door schatters worden
gewaardeerd. De wet regelt de uitreiking der pand
brieven de rente, de bewaring en assurantie; wijst
aan den termjjn na verloop waarvan het niet geloste
pand zal worden verkocht en hoe de eindrekening
tusschen pandgever en pandnemer geschiedt.
Eindelyk werd het toezigt der overheid op de banken
van leening door eene reeks bepalingen geregeld. Het
plaatseljjk bestuur stelt eene cautie vastdie de bank
houder te storten heeft; de gemeentelijke overheid
oefent regelmatig toezigt uit door peruoonljjk inzage
der registers en iospectie der panden de besluiten van
Burgemeester en Wethouders zyu vatbaar voor appel
langs administratieven weg. Ten laatste wordt aan de
gemeentelijke bauken een eigen afdeeling gewjjd.
Ofschoon in die bepalingen veel voorkwam wat
naar onze meening, niet met de bedeudaagsche be
grippen van vr^zinnigheid is overeen te brengen
ofschoon vooral de wettoljjke voorschriften omtrent de
rente ons toeschenen weinig te strooken met den tjjd
geest en de voorschriften der staathuishoudkundige
wetenschapzoo mogteu wij toch de verklaring niét
achterhouden datware dit wets-ontwerp aangenomen
in vele opzichten een betere toestand zou zijn geschapen
dan diewaardoor het tegenwoordige leenbankwezen
wordt beheerscht.
Nieuwstijdingen.
üwnetifta,
Kapitein Cooney, gestationeerd met een detachement
soldaten te Camp Colorado in Texas ter beveiliging
van de bewoners dier landstreek tegen de strooperijen
der Indianen, vond onlangs in het boscb het lijk hangen
van een jong meisje, wier hoofd was gescalpeerd. Het
bleek de dochter te zyu van een pachter te Jemneds
Creek, op twaalf rajjlen afstanda van Camp Colorado.
Gedurende de afwezigheid van den bewoner, Williams
geheeten, en diens zoon waren de Indianen binnenge
drongen. Zy poogden de vrouw des huizes mede te
voeren die zich daartegen met de kracht der wanhoop
verzetteten laatste werd zjj doorboord door een pjjl-
en een pistoolschot. Daarop verwijderden de Indianen
zich met haar dochternadat zjj nog haar zoontje
een kind van zeven maanden, in het vuur hadden
geworpen. De moeder, hoe zwaar gewond ook, kroop
naar het vuur om haar kind te redden. Zij bezweek
nog dienzelfden nacht aan de ontvangen wonden, haar
oudste zoon keerde nog intjjds terug om haar bran
denden dorst te laven en afscheid vau zjjn moeder te
nemen. Eeuige dagen later stierf ook de zuigeling ten
gevolge der vreesseljjke brandwonden.
Op 8 October 11. heeft het geregtshof van Brook
lyn uitspraak gedaan in eene zaak welke voor hét
schoone geslacht van bet hoogste gewigt is. Een zekere
mej. Homans eischte nameljjk van den heer Carle eene
schadeloosstelling van 50,000 gld., omdat hjj haar met
een verliefden blik had aangezien en eenige malen had
omhelsd.
Het hof heeft beslist dat dergelijke feiten, nameljjk
dat verliefd aanzien en dat omhelzenovereenkomen
met eene moudelingsehe trouwbelofte en den heer Carle
bevolen eene keuze te doen tusschen een huweljjk met
mej. Homans of-eene schadeloosstelling te betalen vaD
85.000 gld., daar het hof de eisch van 50,000 gld. te
hoog achtteomdat de dame zich niet op buitenge
wone schoonheid kon beroemen.
De heer Carle heeft verkozeD de boete te betalen.
©wgeltïnb.
Herhaaldelijk reeds is er door de Londeusche bladen
op aangedrongendat van wege de overheid maat
regelen zullen genomen worden tot wering van een
misbruik dat meer en meer in zwang geraakt't ver-
koopen van vervalschto thee. Hoe dringend noodig
zoodanige maatregelen wezen zouden moge hieruit
blijkendat (luidens 't verslag van de gezondheids
commissie te Londen) in de maand July j 1. eene hoe
veelheid van Diet minder dan 10,000,000 Eng. ponden
vervalschte thee in de entrepots aanwezig was. De
vervalschingdie, naar 'tscbjjnt, in China door de
Chinezen zelf wordt in praktijk gebragtgeschiedt
door inmenging van ijzervijlsel en anderevoor de
gezondheid nog schadelijker stoffen soms tot een bedrag
van 70 pCt. bjj slechts 30 pCt. wezenljjke thee.
c.
Do Tutksche Rcgcering heeft, volgen9 eene officieels mede-
deeling van den Londenschen Morning Post, aan hare gezanten
inden vreemde een memorandum'doen toekomen, handelende
over de voorgenomen hervormiogen alsde secularisatie der
Vakuf (geestelijke goederen men wil 3/3 van 't land die
tot nu toe vrij van belasting waren,) dc tabaksverkoophet
zegel en de grondbelasting. Het zegelregt wordt in 't me
morandum gezegd zalnaar men verwachteen millioeu
pond opleveren per jaar. Ia 't algemeen zal in 't beheer der
Financiën voortaan moer regelmatigheid heersohen en meer
zorgvuldigheid iu acht worden genomen.
Hp ««je.
Het regt van 5 percent op den uitvoer, dat op
1 November zou worden gehevenheeft vooral onder
de wijnhandelaren en landbouwers zooveel tegenwerking
ondervonden dat de regering op de door verschillende
deputation uitgesproken wenschendat regt met één
percent verminderd en het tydatip der invoering nader
op 1 January 1874 bepaald heeft.
Een correspondent der Kölnische Zeitung in het leger
van don Carlos en daarbjj als officier van den generalen
staf geplaatst, geeft de volgende beschryving van bedoeld
leger:
»Nog is er gebrek aan geschut en ruiterij. Voor
'teerste worden tegenwoordig, naar men zegt, belang
rijke inkoopen in het buitenland gedaantot dusverre
(de brief is van 5 October) heeft men slechts berg-
kanonnen in zeer voldoend aantal. Ze zijn alle op de
republikeinen veroverd. Voor de ruitery ontbreken de
paarden. De door ons bezette gewesten, de bergachtige
Btreken des lands, houden zich niet veel met paarde-
fokken op, niet meer dan noodig is om in de behoefte
aan muildieren te voorzien. De weinige bruikbare dieren
zjjn 'reeds lang in beslag genomen of door de republi-
Slechts een klein deel des legers heeft uniformen,
en ook deze zijn voor den naderenden winter onvoldoende.
»Het grootste gebrek in het geheele leger heerecht
er aan goede, ervaren officiers en nog meer aan onder
officiers."
Het eskader der Carthageensche insurgenten heeft Va
lencia verlaten en is weêr in zee gestoken, men vermoedt met
bestemming naar de plaats van waar ze zijn gekomen. Voor
zo vertrokken, hebben ze nog weêr 10 koopvaardijschepen
leeggeplunderd en vier daarvan, zjjnde stoombootenmet zich
medegevoerd. Ook trachten ze ziclr meester te maken van een
Spaanscbe kanonneerboot, maar dat mislukte. De rreemde
schepen lieten heD rustig begaan. Groot is in geheel Spanje
de verontwaardiging over de houding der Engelecbe en Frauache
«ehepen. m
Barcelona, vreezende voor een bezoek van het eskader der
insurgeuteDbrengt zich in staat van verdediging. In een
faerïgt uit dezelve stad heet het dat Mauresa pn Vich op
nieuw door de Carlisten zijn geblokkeerd. Uit Madrid wordt
gemeld dat zich weer verscheidene Carlisten o. a. een cabecillo
hebben aangemeld om het indillo (amnestie) te ontvangen.
JFranförijfc.
"Versailles, 24 Oct. In de heden gehouden
zitting in het geding-Bazaineheeft de spoorweg
inspecteur Scale getuigd dat de maarschalk zich
22 Augustus 1870 gemakkelijk niet ver van Metz door
een coup de mainvan een aantal stukken belegerings
geschut en van een grooten voorraad levensmiddelen
welke voor de Duitscbers bestemd warenzoa hebben
kunnen meester maken.
Te Parjjs heeft do politie de hand gelegd op een
individudat een allerzonderlingst begrip heeft vau de
regteu vau den man over zyne vrouw. Het is een
werkman in een suikerraffinaderijsedert drie maanden
getrouwd met een meisje vau 17 jarendat dageljjks
zonder redeD, door hem mishandeld werd, en vervolgens,
als haar man uitging, aan een jjzeren ketting, die de
beide beenen digt by elkander hieldwerd vastgelegd.
Dat ongehoorde feit is uitgekomen doordien er brand
ontstond in het huiswaarin de vrouw woonde. Het
arme mensch wilde toen vlugtendoch kon niet. By
onderzoek is gebleken, dat de man, die du in de ge
vangenis zitwerkelyk ter goede trouw meendedat
by het regt had over leven en dood zyner gadeen
zyne verwondering kende geen grenzen, toen hjj werd
beduid dat hjj voorloopig in hechtenis zou bljjven. De
jonge vrouw is tot hare ouders teruggebragten zal
zich laten scheiden. De jjzeren ketting schijnt dus den
band tusschen de getrouwden niet te hebben versterkt.
Zwolle, 24 Oct. In deze streek worden in den
laatsten tjjd meest alle varkens van 60 tot 100 kilo's
voor Engelsche rekening opgekocht tot 48 cts. per
kilo. De handel in zwaardere varkous staat dienten
gevolge schier geheel stil en zjj worden alleen voor
directe behoefte gekocht van 52 tot 56 ets. per kilo.
De verzending naar Engeland geschiedt levendig.
Leiden24 Oct. Naar wjj vernemen zjjn de
dames-BtudeDten aan de Leidsche Hoogescbool weder
vertrokken. Door een der hoogleeraren werden zjj niet
toegelaten tot de lessen over de practische geneeskunde,
omdat zjj daartoe geene voldoende voorbereiding be
zaten. Volgens de wet toch kan men eerst tot die
lessen toegang verkrijgen, als het propaedeutisch examen
is afgelegd. Was het heiden dames in hare studiën
gelukt, dan waren zjj weldra door een tien- of twintig
tal anderen gevolgd. Nu zjjn zjj naar Bern gegaan om
hare studiën voort te zetten, en hiermede ïb voorloopig
die dames-kwestie te Leiden afgedaan.
Rotterdam, 24 Oct. De schade veroorzaakt tenge
volge van het ten vijfden male doorbreken van den koloasa-
len kistdam laatst met 300 zakken versterkt iu de
Wijnhaven alhier, is. Daar men nader berigt, zeer groot. De'
beide landhoofden der brug toch moeten nog geheel opgetrok
ken worden. De drie pijlers zijn reeds tot boven hoogwater
voltooid. De machines in den put aanwezig werden door het
binneustroomonde water neergeworpen en hebben belangrijk
geleden.
Rotterdam 25 Oct. Heden stond alhie^> voor de
reglbatik eene 21jarige dieostbode teregt, die zich onder het
opgeven van verschillende namen en een valsch getuigschrift
bij acht farailien verhuurde, met afspraak eenige dagen later
in dienst le komen. Zij ontving bij eiken nieuwen dienst een
huurpenning doch vergat in dienst te tredenen zoo zij dit
al bij een paar farailien deed, liep zy onder bet een of ander
voorwendsel onmiddelijk weder weg. De regtbank veroordeelde
baar tot eeoe cellulaire gevangenisstraf van een half jaar en
6 boeten vau ƒ25 de boeten eventueel te vervangen door
6 dagen cellulair.
Iu deu afgeloopeu nacht is een pand aan het Haagache
veer geheel uitgebrand. Hedenmorgen ontdekte men het geheel
verkoolde lijk van den heer H., die als rentenier de boven
verdieping bewoonde. Later ie gebleken dat genoemde heer
tijdens den brand op straat is gezien, zoodat het vermoeden
bestaat dat hij zich nog in het reeds brandende pand heeft ge
waagd, om nog iets te redden.
Breda., 25 Oct. Volgens bekendmaking van het
gemeentebestuur zyu van den I8den tot den 24sten
dezer maand alhier 9 cholera-gevallen bjjgekomen,
waarvan 6 met doodeljjken afloop, zoodat tot op gisteren
in het geheel aan die ziekte zjjn overleden 4 mannen,
4 vrouwen en 8 kinderen, terwjjl 1 man en 1 kind
herstellende en 3 kinderen in behandeling zjjn.
Bruinisse25 Oct. Ten vervolge op een vroeger
berigt kunnen wjj nog mededeelen dat uit het onlangB
op eene diepte van 60 voet gezonken stoomschip Mul-
talulie, door den helmduiker Jacob Visser meest alle
goederen uit de diepte zjjn opgehaald. Zelfs heeft deze
er geen gevaar in gezien om met een hamer en beitel
de kajuit open te breken en daaruit de gelden te halen,
die door de werking der boot onder de buikholling
waren geraakt.
Zieriltzeo27 Oct. Z. M. heeft benoemd tot
notaris binnen het arrondiss. Zierikzee, ter standplaats
de gemeente Zierikzee, mr, J. Moolenburgh, candidaat-
notaris, thans procureur bjj de arrondiss.-regtbank alhier
en burgemeester der gemeente Zonnemairo, zjjnde bem
tevens eervol ontslag verleend als procureur bjj de
arrondiss.-regtbank te Zierikzee, een en ander in te
gaan met 1 Nor. a, s.
Door eene commissie van drie leden isnamens
den Kerkeraad der Nederl. Herv. gemeente alhier een
uitnoodiging gerigt tot alle beoefenaars van den zang
onder de leden dier gemeenteom mede te werken
aan de oprigting van een gemengd koorvoor de uit
voering van gewjjde muziek. Het dool dat de commissie
zich voorstelt is verbetering Van het kerkgezang en
daardoor tevens opwekking lot meer deelneming in de
openbare godsdienstoefening. Aanvankelijk bestaat het
voornemen om de eerste uitvoering te doen plaats
hebben bij gelegenheid van bet aanstaande Kerstfeest.
Naar wjj vernemen zal de heer J. J. de Beucker
van Antwerpen den llden November a. b. te Renesse
en den 12deu en den 13den daaraanvolgende te Zie
rikzee voordragten houden op het gebied van plant-,
tuin- én landbouwkunde.
'Aan hoorders zal bet den begaafden spreker wel niet
ontbreken.
Het in de vorige week op het Nieuwe Zand
gestrande schip is waarschynljjk de Franecbe brik
Marguerite, althans te Ouddorp is dusdanig naambordje
aangespoeld, tarwjjl aan het strand te West-Schouwen
is gevonden een zakboekje, waarin twee brieven met
Fransche adressen.
Van de bemanning is niets vernomen, zoodat deze
zeer waarschynljjk is omgekomen.
Volgens berigt van den vuurtoren van Westen-
Schouwen, is het volgend met potlood beschreven
briefje aangespoeld
nBradey" Head about thirty miles N.N.E., ship
sinking »Arethusa" from Havre 20st. September 1873.
Door de provinciale commissie in Zeeland voor het af
nemen der examens voor lager onderwys zijn nog geëxamineerd
6 adspiranten als hulponderwijzers, waarvan 5 toegelaten, waar
onder de kwcekeling J. van den Ende van Zierikzee,
Door een ingezeten van Amsterdam, zegt het
Ilbl., is een brief nit Londen ontvangen, waarin het
volgende voorkomt (in de Duitsche taal)»Volgens
heden hier uit Sumatra ontvangen telegrammenworden
de Atchinezen overal door de Nederlandacho troepen
teruggedreven en steken zy op hun aftogt alle peper-
plantages in brand." Daar do tweede groote expeditie,
Voor zooveel hier te lande bekend is, nog niet is be
gonnen, schjjnt dit berigt, indien het waarheid bevat,
betrekking te hebben op de blokkade, die gepaard kan
gaan met landingen op verschillende punten der Atchi-
neescbe kust.
Uit eene circulaire van het hoofdcomilé voor het hulde
blijk Ier nagedachtenis van mr. J. R. Thorbecke blijktdat
voor dat doel ongeveer f50,000 is bijeeugebragt. Van die som
worden ƒ23,000 vereiseht voor het standbeeld eu een wit
marmeren grafsteen zoodat aaD de twee eerste pnnleo van het
besluit der algemeene vergadering geheel kan worden voldaan.
Tot uitvoering van het derde punt echter het aankoopen
en bewaren van het huis waar Thorbecke te 's Hoge heeft
gewoond is het overblijvende, dat met derenten ƒ30,000
belooptniet voldoende. Wij vertrouwcu dat de pogingen
om het ontbrekende, ten bedrage van ƒ20,000 bijeen te brengen,
spoedig met goeden uitslag zullen worden bekroond.
De hoofdcommissie heeft ano den Haagsohe Gemeenteraad,
verzocht het standbeeld op den Vijverberg te mogen plaatseo.
Tegen de oprigting op het Binnenhof waren door den Minis-
van Financiën materieels bezwaren ingebracht.
Kerkni eu ws.
Beroepen bjj de Herv. gem. te Axel Ds. D. H. Telj'er,
pred. te Hellevoetsluis.
Jl, Zondagvoormiddag werd de nieuwe leeraar bij de
Chr, Geref. gem. te Zierikzee, de Cand. Ph. J. Wessels,
bevestigd door den Consulent Ds. P. Siemense, pred.
te Ooaterland, met eene rede naar aanleiding van
1 Petr. 5 2, 3 eu 4. De hand-oplegging geschiedde
met den Statenbijbel op het hoofd.
Des namiddags ten 3 ure hield de bevestigde leeraar
zjjne intreê-rede, tot grondslag nemende 1 Kon. 3 9a.
Gemengde berigteu.
„Na heb ik toch eeo rat aan het spek gekregen," zegt
eene molenaarsvronw te Sint.," nn ik mijne dochter zoo mooi
heb opgeschikt, en nu zal het niet lang meer duren of wij
zullen bruiloft hébben. Zij iB nog wel wat jong, maar zij zal
wel ouder worden; ze zijn er op den hoek wel wat tegen,
maar 2ij kannen het toch niet keereo. Te Sint. M. moest
een dametje zoo niet achter een molenaar loopen want hij
wil niet9 van haar weten. Eene boerin onder F. wordt
aaDgeradco, wat minder te praten en wat beter hare zaken
te doen, en vooral bare boter zoo ligt en zoo zöut niet te
maken, en hare molk zoo blaauw niet. Eene vrouw te
Sint-Annaland moest geen oliekoeken brengen bij een jongmen3ch
om hare dochter aan hem t? verpassen, want dat zal niet ge
lukken zij is veel te mal. Te Zuidland wordt eene arbei
ders-dochter aangeraden, zich des Zondags-avonds wal fatsoen
lijker te gedragen, en niet te voel drank meer fe gebruiken
want zij loopt dan maar voor spot over straat. Een
schermmeester te S. moest geen beestje meer helpen zoeken
daar hij dat andere beestje heeft laten loopen dat toch zoo
mooi niet is, al noemt hij zich eco stevigen burger, hoewel
hij toch ook moet werkeD. De zoon van een dijkbans te
W. wordt aangeraden als hij zijn pleizier wil zoeken buiten
het dorp, geen menschen in hun rust testoren. Ziju makker
koos het hazenpad, om niet voor zijn vriend in bewaring ge
nomen tc worden. Eene boeren-meid te Kattendyke moest
zoo niet droomen over haren vrijer.
"Zij droomde dat zij kreeg een man
Dus wat een mensch niet droomen kan.
De dochter van eene wednwe te Sint-Maartensdijk heeft
zich 11. Zondag buitengewoon mooi opgeschiktom een heer
van over water in de fuik te krijgen, maar het is tegengevallen.
Do gemeente W. is thans verrijkt met 7 hoofd-onderwijzers
van welk er 5 in de beide scholen dieost doen, n.l. 2 als
hoofd- en 3 als hulponderwijzers. Een schoenmaker te C.
zegt tegen zijne dochter:
„Ik geef u goeden raad aan d'hand,
„Dus luister naar mijn raad:
„Marien is van een lagen stand
„Hoewel hij zeer hoog staat.
„Wncbt liever nog een jaar of wat,
„En geef hem maar de bons,
„Misschien komt er een nit de stad
„Met veel: „God zij met ons."
„Ach vader 1" sprak de dochter kloek,
„Gij moet zoo barsch niet zijn,
„Want ik kryg immers geen verzoek,
„Dan toch maar van Marijn.
„En vader wat er meer van is,
„Ik meen het regt ter deeg,
„En ook mijn tooisel is niet mis
„Maar ach! mijn beura is leeg."