Zlllllk/.IIStlll NIEUWSBODE. No. 5505. 50steJaarg. Dingsdag 28 October 1875. ^randschcwwingT Verschijnt DINGSDAG, DONDERDAG en ZATURDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post 1,60. ADVERTENTIËN 10 Cts. per regel, kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags voormiddags 10 ure bezorgd worden. K De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken nis van de Ingezetenendat er op Woensdag den 29 Oc tober e. k., des namiddags te 6'/2 ore, op het Raadhuis alhier eenc openbare Vergadering van den Gemeonte- Raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 27 October 1873. De Burgemeester v. CITTERS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie ribzee brengen ter kennis van de Ingezetenen dat op Maandagden 3 November eerstkomende en volgende dagen eene ALGEMEENE BRAND- SCHOUWING door de Directie der Brandweer in de woningen der Ingezetenen zal worden gehouden overeenkomstig de bepalingen der Verordening tot voor koming en blusachïng van brand, afgekondigd den 6 December 1855. Zieuikzee den 23 October 1873. De Burgemeester en Wethouders, v. CITTERS. De Secretaris J. P. N. ERMERINS, Banken van Leening. I. Ia den kaatsten tjjd is wederom meer dan vroeger de aandacht gevestigd op het ingewikkelde onderwerp der banken van leeuing. Reeds meer dan veertig jaren geleden schreef een onzer geleerden „daar is misschien geene weldadige instelling, welke meer tot misbruik by de behoeftige volksklasse aanleiding geeft dan die der banken van leeuing" en ook andere schrjjvers hebben verklaard, „dat er geen onderwerp is, dat zoo diep iir het volksleven ingrijpt en zóó naauw zamenbargt met die kwalen der maatschappy, welke dringend herstel behoeven." Zoo op eenig gebied de parlementaire wer keloosheid zich nadeelig doet gevoelen dan is het hier zoo op eenig gebied staatkunde met maatschappelijk belang verband houdt, dan is het wederom hier. Dit is een vloek, die op ons volksleven rust, dat de par lementaire schermutselingen en de politieke hartstogten meer on meer de aandacht afleiden van die volksbe langen, wier regeling reeds al te lang werd verschoven. Onberekenbaar zijn de gevolgen vau die slapheid en laauwheid der Wetgevende Macht. Instellingen worden ongewijzigd bestendigdwelke aan 'g volks geluk en welvaren knagen wetsovertredingen worden geheeten zoodanige handelingen welke op een ander gebied van het regt als geoorloofd worden beschouwd en met den geest onzer wetgeving in volkomene overeenstemming zyn. Het wordt meer dan tijd dat eindelyk eens de kwestie der banken van leening tot eene voldoende oplossing worde gebragt, dat blijke wat als eene ge oorloofde wat als eene onzedelijke en strafwaardige handeling is te beschouwen. Alvorens onze meening daaromtrent in 't kort te ontwikkelen zal-een terugblik op de geschiedenis van dit onderwerp niet ondienstig worden geacht. Als wij van geschiedenis spreken bedoelen wij natnurlyk de parlementaire. Want die geschiedenis wijst ons tevens aan over welke stelsels hier gestreden wordt. De banken van leening worden nog steeds beheerscht door een zeer verouderd IconiDkljjk besluit van 31 October 1826welks geldigheid wij thans niet hebben te on derzoekon. Zij werden daarin genoemd„instellingen van liefdadigheidin te rigtea en te besturen ton meeste nutte der genen die zich genoodzaakt zullen zien daartoe hunne toevlucht te nemen;" ze zouden zijn „een hulp middel in dringende heooodigdheden en de beleeners voor den woeker beveiligenterwyl het bestuur zou worden opgedragen aan „eene administratie van lief dadigheid." Het „publiek gezag" hield toezigt over de banken bij de oprigting onmiddellijk indirect daaren tegen bjj de benoeming van den directeur en de be ambten alsmede bjj de aflegging der rekening. Het belang der zaak, meer nog dan de dubbelzin nigheid van het besluit van 1826datterzelfder tjjd dat het naar vermindering van den rentetax streefde, aan de afzonderlijke reglementen geheel overliet to bepalen te wiens behoeve de zuivere winsten door de baoken gemaakt, zouden komen, deed onze Wetgevende Kamer herhaaldelijk op eene wettelijke regeling aan dringen. Het eerste ontwerpdat de Tweede Kamer bereiktewas afkomstig van den Minister van Reenen. Op welken grondslag was dit ontwerp opgetrokken? Het poogde het karakter vau liefdadigheid dezer iurig- tingen nader te bevestigen. Eeoe „krachtdadige ver mindering van lasten" was het doelwaariiaar men streven moest. Maar boe was dit tnogelykomdat de kosten van beheer der banken de réuten der kapitalen en de huur der localen voor de beleeningen gebruikt „natuurlijk" voor rekening moesten komen der belee ners? De Regering was er op bedacht haar doel op deze wjjze te bereiken dat de winsten door de banken gemaakt, uitsluitend zouden bestemd worden tot aflos sing der haar niet toebehoorende Kapitalen en tot het verkrjjgen van den eigendom der vereischte gebouwen en meubelen. Een loffelijk meuschlievend denkbeeld. Maar was het voor verwezenlijking vatbaar? En ligt het op den weg der Regering menschlievend te zjjn? Kon eene al te strikte beperking de banken niet aan groote verliezen blootstellen Gold het hier niet inrig- tiDgen van uitgebreider) omvangwelke een zeer moeije- ljjk en ingewikkeld beheer vorderen en was het dan zoo onredeljjk, datzjj, die van die inrigtingen gebrnik maaktenook zoodanig aandeel in de onkosten be taalden als noodig was tot hare instandhouding en tot kapitaal-aflossing Aan het stelsel, waarop het ontwerp van den heer van Reenen rustte, viel in do Kamer geen gunstigonthaal te beurten bjj de openbare beraadslagingen werd het na verwerping van het eerste artikel ingetrokken. De Tweede Kamer plaatste zich reeds dadelijk op het vrjjzinnige standpunten stelde de vraag of de banken van leening wel van het openbaar gezag behooren uit te gaandan wel of die inrigtingen aan den particu lieren ondernemingsgeest onder de noodige wettelyke waarborgen gevoegljjk kondén worden overgelaten Het ontwerp van Reenen ging evenwel niet alleen mank aaD dit euveldat het naar eene „krachtdadige ver mindering van lasten" streefde, welke in de wezenlijkheid onbereikbaar scheen maar het leed aan een nog ern stiger gebrek. Het hinkte op twee gedachten. Terwjjl het aan do eene zjjde het beginselook door den heer Thorbecbe krachtig voorgestaandat do banken van leeuing aan gemeentelyk toezigt zouden zjjn on derworpen handhaafdebad het zich aan deze grove inconsequentie schuldig gemaakt, dat hetue mogelijkheid opende tot oprigting of instandhouding van particuliere banken voor het geval mogt blyken „van volstrekte behoefte." Die tweeslachtige, regeling liet zich niet verdedigen. Zoo toezigt noodig waswaarom dan wil voor de gemeentelijke inrigtingen en niet voor de par ticuliere banken Het duurde elf jaren, alvorens een tweede ontwerp bjj de Tweede Kamer werd ingediend. Ofschoon op dezelfde beginselen gegrond als bot vorigepoogde het den steen des aanstoots, dien het vorig ontwerp in de erkenning en instandhouding van particuliere banken gevonden hadte vermgden. Daartoe werden deze wel i is waar niet geheel opgeheven doch aan het kncllendste keurslijf onderworpen. Het beginsel van regerings- toezigt bleef echter voor beiden gehandhaafd. Al waren er elf jaren verloopon sedert de Tweede Kamer het vorig outwerp in behandeling had genomende meerderheid was dezelfde gebleven. Zij bleef de be grippen dio aan de voordragt ten grondslag lagen >verouderd" achten. Kon men hier wel gewagen van instellingen van »openbaar nutnu het uit de opgaven der Regering zelve was gebleken dat in 34 gemeenten slechts banken bestondendie door of van wege bet openbaar gezag werden beheerdterwjjl in 44 andere, door en voor rekening van bjjzondere personen derge lijke banken werden gehoudendat iu meer dan duizend andere gemeenten geene dergeljjko inrigtingen bestaan „Het zjjn" zoo was het gevoelen der meerderheid „hoofdzakelijk inrigtingen tot het uit oefenen van liefdadigheid en dit deel barer taak zy beter aaD philantropische vereenigingen voorbehouden." Het ontwerp van den'Minister Heemskerk bereikte de openbare beraadslagingen niet. De beurt kwam du aan het Ministerie Focb, dat, twee jaren later, iu 1869 wederom eon ontwerp van wet op de banken van leening indiende. Dit ontwerp was ontegenzeggelijk op mildere beginselen geschoeid en zou naar wjj meenen zelfs kans op aanneming hebben gehad. De Regering ging bjj het voorstellen van dit wetsontwerp uit van dit denkbeelddat de tjjdgeest losmaking der banden van handel en nijverheid eiechtedat het niet de taak des wetgevers is te zorgen dat de minvermogende beneden den prjjs kunne leenendat het natuurlijk is dat hjj die het genot dezer instellingen heeft, de kosten van inrigting en van het beheer der bankboven en behalve de moeite en den tjjd van den bankhouder, voor het geval dat eenig particulier dat beroep uitoefende, betaalt; dat evenwel een plotselinge overgang tot het stelsel van vrjje concurrentie haar niet raadzaam voor kwam; dat derhalve de wetgever bepalingen moest vaststellendie tegen „bedrog en oneerljjkheid" zou den waken. De bepalingen daartoe strekkende kramen hoofd zakelijk hierop neder. Het oprigten eener bank van leening staat ieder vrij. De bankhouder is verpligt tot het houden van registers van beleening. De voorwerpen, daartoe aangebodenmoeten door schatters worden gewaardeerd. De wet regelt de uitreiking der pand brieven de rente, de bewaring en assurantie; wijst aan den termjjn na verloop waarvan het niet geloste pand zal worden verkocht en hoe de eindrekening tusschen pandgever en pandnemer geschiedt. Eindelyk werd het toezigt der overheid op de banken van leening door eene reeks bepalingen geregeld. Het plaatseljjk bestuur stelt eene cautie vastdie de bank houder te storten heeft; de gemeentelijke overheid oefent regelmatig toezigt uit door peruoonljjk inzage der registers en iospectie der panden de besluiten van Burgemeester en Wethouders zyu vatbaar voor appel langs administratieven weg. Ten laatste wordt aan de gemeentelijke bauken een eigen afdeeling gewjjd. Ofschoon in die bepalingen veel voorkwam wat naar onze meening, niet met de bedeudaagsche be grippen van vr^zinnigheid is overeen te brengen ofschoon vooral de wettoljjke voorschriften omtrent de rente ons toeschenen weinig te strooken met den tjjd geest en de voorschriften der staathuishoudkundige wetenschapzoo mogteu wij toch de verklaring niét achterhouden datware dit wets-ontwerp aangenomen in vele opzichten een betere toestand zou zijn geschapen dan diewaardoor het tegenwoordige leenbankwezen wordt beheerscht. Nieuwstijdingen. üwnetifta, Kapitein Cooney, gestationeerd met een detachement soldaten te Camp Colorado in Texas ter beveiliging van de bewoners dier landstreek tegen de strooperijen der Indianen, vond onlangs in het boscb het lijk hangen van een jong meisje, wier hoofd was gescalpeerd. Het bleek de dochter te zyu van een pachter te Jemneds Creek, op twaalf rajjlen afstanda van Camp Colorado. Gedurende de afwezigheid van den bewoner, Williams geheeten, en diens zoon waren de Indianen binnenge drongen. Zy poogden de vrouw des huizes mede te voeren die zich daartegen met de kracht der wanhoop verzetteten laatste werd zjj doorboord door een pjjl- en een pistoolschot. Daarop verwijderden de Indianen zich met haar dochternadat zjj nog haar zoontje een kind van zeven maanden, in het vuur hadden geworpen. De moeder, hoe zwaar gewond ook, kroop naar het vuur om haar kind te redden. Zij bezweek nog dienzelfden nacht aan de ontvangen wonden, haar oudste zoon keerde nog intjjds terug om haar bran denden dorst te laven en afscheid vau zjjn moeder te nemen. Eeuige dagen later stierf ook de zuigeling ten gevolge der vreesseljjke brandwonden. Op 8 October 11. heeft het geregtshof van Brook lyn uitspraak gedaan in eene zaak welke voor hét schoone geslacht van bet hoogste gewigt is. Een zekere mej. Homans eischte nameljjk van den heer Carle eene schadeloosstelling van 50,000 gld., omdat hjj haar met een verliefden blik had aangezien en eenige malen had omhelsd. Het hof heeft beslist dat dergelijke feiten, nameljjk dat verliefd aanzien en dat omhelzenovereenkomen met eene moudelingsehe trouwbelofte en den heer Carle bevolen eene keuze te doen tusschen een huweljjk met mej. Homans of-eene schadeloosstelling te betalen vaD 85.000 gld., daar het hof de eisch van 50,000 gld. te hoog achtteomdat de dame zich niet op buitenge wone schoonheid kon beroemen. De heer Carle heeft verkozeD de boete te betalen. ©wgeltïnb. Herhaaldelijk reeds is er door de Londeusche bladen op aangedrongendat van wege de overheid maat regelen zullen genomen worden tot wering van een misbruik dat meer en meer in zwang geraakt't ver- koopen van vervalschto thee. Hoe dringend noodig zoodanige maatregelen wezen zouden moge hieruit blijkendat (luidens 't verslag van de gezondheids commissie te Londen) in de maand July j 1. eene hoe veelheid van Diet minder dan 10,000,000 Eng. ponden vervalschte thee in de entrepots aanwezig was. De vervalschingdie, naar 'tscbjjnt, in China door de Chinezen zelf wordt in praktijk gebragtgeschiedt door inmenging van ijzervijlsel en anderevoor de gezondheid nog schadelijker stoffen soms tot een bedrag van 70 pCt. bjj slechts 30 pCt. wezenljjke thee. c. Do Tutksche Rcgcering heeft, volgen9 eene officieels mede- deeling van den Londenschen Morning Post, aan hare gezanten inden vreemde een memorandum'doen toekomen, handelende over de voorgenomen hervormiogen alsde secularisatie der Vakuf (geestelijke goederen men wil 3/3 van 't land die tot nu toe vrij van belasting waren,) dc tabaksverkoophet zegel en de grondbelasting. Het zegelregt wordt in 't me morandum gezegd zalnaar men verwachteen millioeu pond opleveren per jaar. Ia 't algemeen zal in 't beheer der Financiën voortaan moer regelmatigheid heersohen en meer zorgvuldigheid iu acht worden genomen. Hp ««je. Het regt van 5 percent op den uitvoer, dat op 1 November zou worden gehevenheeft vooral onder de wijnhandelaren en landbouwers zooveel tegenwerking ondervonden dat de regering op de door verschillende deputation uitgesproken wenschendat regt met één percent verminderd en het tydatip der invoering nader op 1 January 1874 bepaald heeft. Een correspondent der Kölnische Zeitung in het leger van don Carlos en daarbjj als officier van den generalen staf geplaatst, geeft de volgende beschryving van bedoeld leger: »Nog is er gebrek aan geschut en ruiterij. Voor 'teerste worden tegenwoordig, naar men zegt, belang rijke inkoopen in het buitenland gedaantot dusverre (de brief is van 5 October) heeft men slechts berg- kanonnen in zeer voldoend aantal. Ze zijn alle op de republikeinen veroverd. Voor de ruitery ontbreken de paarden. De door ons bezette gewesten, de bergachtige Btreken des lands, houden zich niet veel met paarde- fokken op, niet meer dan noodig is om in de behoefte aan muildieren te voorzien. De weinige bruikbare dieren zjjn 'reeds lang in beslag genomen of door de republi- Slechts een klein deel des legers heeft uniformen, en ook deze zijn voor den naderenden winter onvoldoende. »Het grootste gebrek in het geheele leger heerecht er aan goede, ervaren officiers en nog meer aan onder officiers." Het eskader der Carthageensche insurgenten heeft Va lencia verlaten en is weêr in zee gestoken, men vermoedt met bestemming naar de plaats van waar ze zijn gekomen. Voor zo vertrokken, hebben ze nog weêr 10 koopvaardijschepen leeggeplunderd en vier daarvan, zjjnde stoombootenmet zich medegevoerd. Ook trachten ze ziclr meester te maken van een Spaanscbe kanonneerboot, maar dat mislukte. De rreemde schepen lieten heD rustig begaan. Groot is in geheel Spanje de verontwaardiging over de houding der Engelecbe en Frauache «ehepen. m Barcelona, vreezende voor een bezoek van het eskader der insurgeuteDbrengt zich in staat van verdediging. In een faerïgt uit dezelve stad heet het dat Mauresa pn Vich op nieuw door de Carlisten zijn geblokkeerd. Uit Madrid wordt gemeld dat zich weer verscheidene Carlisten o. a. een cabecillo hebben aangemeld om het indillo (amnestie) te ontvangen. JFranförijfc. "Versailles, 24 Oct. In de heden gehouden zitting in het geding-Bazaineheeft de spoorweg inspecteur Scale getuigd dat de maarschalk zich 22 Augustus 1870 gemakkelijk niet ver van Metz door een coup de mainvan een aantal stukken belegerings geschut en van een grooten voorraad levensmiddelen welke voor de Duitscbers bestemd warenzoa hebben kunnen meester maken. Te Parjjs heeft do politie de hand gelegd op een individudat een allerzonderlingst begrip heeft vau de regteu vau den man over zyne vrouw. Het is een werkman in een suikerraffinaderijsedert drie maanden getrouwd met een meisje vau 17 jarendat dageljjks zonder redeD, door hem mishandeld werd, en vervolgens, als haar man uitging, aan een jjzeren ketting, die de beide beenen digt by elkander hieldwerd vastgelegd. Dat ongehoorde feit is uitgekomen doordien er brand ontstond in het huiswaarin de vrouw woonde. Het arme mensch wilde toen vlugtendoch kon niet. By onderzoek is gebleken, dat de man, die du in de ge vangenis zitwerkelyk ter goede trouw meendedat by het regt had over leven en dood zyner gadeen zyne verwondering kende geen grenzen, toen hjj werd beduid dat hjj voorloopig in hechtenis zou bljjven. De jonge vrouw is tot hare ouders teruggebragten zal zich laten scheiden. De jjzeren ketting schijnt dus den band tusschen de getrouwden niet te hebben versterkt. Zwolle, 24 Oct. In deze streek worden in den laatsten tjjd meest alle varkens van 60 tot 100 kilo's voor Engelsche rekening opgekocht tot 48 cts. per kilo. De handel in zwaardere varkous staat dienten gevolge schier geheel stil en zjj worden alleen voor directe behoefte gekocht van 52 tot 56 ets. per kilo. De verzending naar Engeland geschiedt levendig. Leiden24 Oct. Naar wjj vernemen zjjn de dames-BtudeDten aan de Leidsche Hoogescbool weder vertrokken. Door een der hoogleeraren werden zjj niet toegelaten tot de lessen over de practische geneeskunde, omdat zjj daartoe geene voldoende voorbereiding be zaten. Volgens de wet toch kan men eerst tot die lessen toegang verkrijgen, als het propaedeutisch examen is afgelegd. Was het heiden dames in hare studiën gelukt, dan waren zjj weldra door een tien- of twintig tal anderen gevolgd. Nu zjjn zjj naar Bern gegaan om hare studiën voort te zetten, en hiermede ïb voorloopig die dames-kwestie te Leiden afgedaan. Rotterdam, 24 Oct. De schade veroorzaakt tenge volge van het ten vijfden male doorbreken van den koloasa- len kistdam laatst met 300 zakken versterkt iu de Wijnhaven alhier, is. Daar men nader berigt, zeer groot. De' beide landhoofden der brug toch moeten nog geheel opgetrok ken worden. De drie pijlers zijn reeds tot boven hoogwater voltooid. De machines in den put aanwezig werden door het binneustroomonde water neergeworpen en hebben belangrijk geleden. Rotterdam 25 Oct. Heden stond alhie^> voor de reglbatik eene 21jarige dieostbode teregt, die zich onder het opgeven van verschillende namen en een valsch getuigschrift bij acht farailien verhuurde, met afspraak eenige dagen later in dienst le komen. Zij ontving bij eiken nieuwen dienst een huurpenning doch vergat in dienst te tredenen zoo zij dit al bij een paar farailien deed, liep zy onder bet een of ander voorwendsel onmiddelijk weder weg. De regtbank veroordeelde baar tot eeoe cellulaire gevangenisstraf van een half jaar en 6 boeten vau ƒ25 de boeten eventueel te vervangen door 6 dagen cellulair. Iu deu afgeloopeu nacht is een pand aan het Haagache veer geheel uitgebrand. Hedenmorgen ontdekte men het geheel verkoolde lijk van den heer H., die als rentenier de boven verdieping bewoonde. Later ie gebleken dat genoemde heer tijdens den brand op straat is gezien, zoodat het vermoeden bestaat dat hij zich nog in het reeds brandende pand heeft ge waagd, om nog iets te redden. Breda., 25 Oct. Volgens bekendmaking van het gemeentebestuur zyu van den I8den tot den 24sten dezer maand alhier 9 cholera-gevallen bjjgekomen, waarvan 6 met doodeljjken afloop, zoodat tot op gisteren in het geheel aan die ziekte zjjn overleden 4 mannen, 4 vrouwen en 8 kinderen, terwjjl 1 man en 1 kind herstellende en 3 kinderen in behandeling zjjn. Bruinisse25 Oct. Ten vervolge op een vroeger berigt kunnen wjj nog mededeelen dat uit het onlangB op eene diepte van 60 voet gezonken stoomschip Mul- talulie, door den helmduiker Jacob Visser meest alle goederen uit de diepte zjjn opgehaald. Zelfs heeft deze er geen gevaar in gezien om met een hamer en beitel de kajuit open te breken en daaruit de gelden te halen, die door de werking der boot onder de buikholling waren geraakt. Zieriltzeo27 Oct. Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het arrondiss. Zierikzee, ter standplaats de gemeente Zierikzee, mr, J. Moolenburgh, candidaat- notaris, thans procureur bjj de arrondiss.-regtbank alhier en burgemeester der gemeente Zonnemairo, zjjnde bem tevens eervol ontslag verleend als procureur bjj de arrondiss.-regtbank te Zierikzee, een en ander in te gaan met 1 Nor. a, s. Door eene commissie van drie leden isnamens den Kerkeraad der Nederl. Herv. gemeente alhier een uitnoodiging gerigt tot alle beoefenaars van den zang onder de leden dier gemeenteom mede te werken aan de oprigting van een gemengd koorvoor de uit voering van gewjjde muziek. Het dool dat de commissie zich voorstelt is verbetering Van het kerkgezang en daardoor tevens opwekking lot meer deelneming in de openbare godsdienstoefening. Aanvankelijk bestaat het voornemen om de eerste uitvoering te doen plaats hebben bij gelegenheid van bet aanstaande Kerstfeest. Naar wjj vernemen zal de heer J. J. de Beucker van Antwerpen den llden November a. b. te Renesse en den 12deu en den 13den daaraanvolgende te Zie rikzee voordragten houden op het gebied van plant-, tuin- én landbouwkunde. 'Aan hoorders zal bet den begaafden spreker wel niet ontbreken. Het in de vorige week op het Nieuwe Zand gestrande schip is waarschynljjk de Franecbe brik Marguerite, althans te Ouddorp is dusdanig naambordje aangespoeld, tarwjjl aan het strand te West-Schouwen is gevonden een zakboekje, waarin twee brieven met Fransche adressen. Van de bemanning is niets vernomen, zoodat deze zeer waarschynljjk is omgekomen. Volgens berigt van den vuurtoren van Westen- Schouwen, is het volgend met potlood beschreven briefje aangespoeld nBradey" Head about thirty miles N.N.E., ship sinking »Arethusa" from Havre 20st. September 1873. Door de provinciale commissie in Zeeland voor het af nemen der examens voor lager onderwys zijn nog geëxamineerd 6 adspiranten als hulponderwijzers, waarvan 5 toegelaten, waar onder de kwcekeling J. van den Ende van Zierikzee, Door een ingezeten van Amsterdam, zegt het Ilbl., is een brief nit Londen ontvangen, waarin het volgende voorkomt (in de Duitsche taal)»Volgens heden hier uit Sumatra ontvangen telegrammenworden de Atchinezen overal door de Nederlandacho troepen teruggedreven en steken zy op hun aftogt alle peper- plantages in brand." Daar do tweede groote expeditie, Voor zooveel hier te lande bekend is, nog niet is be gonnen, schjjnt dit berigt, indien het waarheid bevat, betrekking te hebben op de blokkade, die gepaard kan gaan met landingen op verschillende punten der Atchi- neescbe kust. Uit eene circulaire van het hoofdcomilé voor het hulde blijk Ier nagedachtenis van mr. J. R. Thorbecke blijktdat voor dat doel ongeveer f50,000 is bijeeugebragt. Van die som worden ƒ23,000 vereiseht voor het standbeeld eu een wit marmeren grafsteen zoodat aaD de twee eerste pnnleo van het besluit der algemeene vergadering geheel kan worden voldaan. Tot uitvoering van het derde punt echter het aankoopen en bewaren van het huis waar Thorbecke te 's Hoge heeft gewoond is het overblijvende, dat met derenten ƒ30,000 belooptniet voldoende. Wij vertrouwcu dat de pogingen om het ontbrekende, ten bedrage van ƒ20,000 bijeen te brengen, spoedig met goeden uitslag zullen worden bekroond. De hoofdcommissie heeft ano den Haagsohe Gemeenteraad, verzocht het standbeeld op den Vijverberg te mogen plaatseo. Tegen de oprigting op het Binnenhof waren door den Minis- van Financiën materieels bezwaren ingebracht. Kerkni eu ws. Beroepen bjj de Herv. gem. te Axel Ds. D. H. Telj'er, pred. te Hellevoetsluis. Jl, Zondagvoormiddag werd de nieuwe leeraar bij de Chr, Geref. gem. te Zierikzee, de Cand. Ph. J. Wessels, bevestigd door den Consulent Ds. P. Siemense, pred. te Ooaterland, met eene rede naar aanleiding van 1 Petr. 5 2, 3 eu 4. De hand-oplegging geschiedde met den Statenbijbel op het hoofd. Des namiddags ten 3 ure hield de bevestigde leeraar zjjne intreê-rede, tot grondslag nemende 1 Kon. 3 9a. Gemengde berigteu. „Na heb ik toch eeo rat aan het spek gekregen," zegt eene molenaarsvronw te Sint.," nn ik mijne dochter zoo mooi heb opgeschikt, en nu zal het niet lang meer duren of wij zullen bruiloft hébben. Zij iB nog wel wat jong, maar zij zal wel ouder worden; ze zijn er op den hoek wel wat tegen, maar 2ij kannen het toch niet keereo. Te Sint. M. moest een dametje zoo niet achter een molenaar loopen want hij wil niet9 van haar weten. Eene boerin onder F. wordt aaDgeradco, wat minder te praten en wat beter hare zaken te doen, en vooral bare boter zoo ligt en zoo zöut niet te maken, en hare molk zoo blaauw niet. Eene vrouw te Sint-Annaland moest geen oliekoeken brengen bij een jongmen3ch om hare dochter aan hem t? verpassen, want dat zal niet ge lukken zij is veel te mal. Te Zuidland wordt eene arbei ders-dochter aangeraden, zich des Zondags-avonds wal fatsoen lijker te gedragen, en niet te voel drank meer fe gebruiken want zij loopt dan maar voor spot over straat. Een schermmeester te S. moest geen beestje meer helpen zoeken daar hij dat andere beestje heeft laten loopen dat toch zoo mooi niet is, al noemt hij zich eco stevigen burger, hoewel hij toch ook moet werkeD. De zoon van een dijkbans te W. wordt aangeraden als hij zijn pleizier wil zoeken buiten het dorp, geen menschen in hun rust testoren. Ziju makker koos het hazenpad, om niet voor zijn vriend in bewaring ge nomen tc worden. Eene boeren-meid te Kattendyke moest zoo niet droomen over haren vrijer. "Zij droomde dat zij kreeg een man Dus wat een mensch niet droomen kan. De dochter van eene wednwe te Sint-Maartensdijk heeft zich 11. Zondag buitengewoon mooi opgeschiktom een heer van over water in de fuik te krijgen, maar het is tegengevallen. Do gemeente W. is thans verrijkt met 7 hoofd-onderwijzers van welk er 5 in de beide scholen dieost doen, n.l. 2 als hoofd- en 3 als hulponderwijzers. Een schoenmaker te C. zegt tegen zijne dochter: „Ik geef u goeden raad aan d'hand, „Dus luister naar mijn raad: „Marien is van een lagen stand „Hoewel hij zeer hoog staat. „Wncbt liever nog een jaar of wat, „En geef hem maar de bons, „Misschien komt er een nit de stad „Met veel: „God zij met ons." „Ach vader 1" sprak de dochter kloek, „Gij moet zoo barsch niet zijn, „Want ik kryg immers geen verzoek, „Dan toch maar van Marijn. „En vader wat er meer van is, „Ik meen het regt ter deeg, „En ook mijn tooisel is niet mis „Maar ach! mijn beura is leeg."

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1873 | | pagina 1