van twee boomen met de kosten van het protest kunnen
worden aangenomen dc opgaven van den adressantte zamen
bedragende 8 7,49;
dat als schadeloosstelling aan den knecht van den adressant
kan worden aangenomen het loon voor 2 wekenbedragende
in het geheel /'II, en wel omdat de directe schade aan het
vaartuig overkomen, zooals de deskundigen hebben verklaard,
in dien tijd kon worden hersteld en de langere duur der
reparatie daaraan is toe te schrijvendat de adressant nu
het vaartuig eenmaal op de werf wasook andere reparatiën
daaraan heeft laten doen;
verder neemt de commissie nog aan eene som van/130
als vergoeding voor geleden verlet en komt zoo tot een totaal
bedrag van 228,49
zij stelt ten slotte aan den Raad vooraan den adressant
vergoeding te verleenen voor de geleden nadeelen en te be
palen, dat die vergoeding de som van"/228,49 niet zal over
treffen.
De Voorzitter zegt de commissie dank voor het uitvoerig
en oordeelkundig rapport door hen uitgebragt en stelt voor
dit ter inzage van de leden ter Secretarie neder te leggen
waartoe besloten wordt.
Tot leden van het stembureau bij de verkiezing van een
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalop den
10 Junij e. k. en zoo noodig ook bij de herstemming,
worden benoemd de HH. Mr. Bolle on Labrijn en de overige
leden tot plaatsvervangers.
Ter voorziening in de vacatures ontstaan in de districts
commissie alhier, voor het fonds van den gewapenden dienst
in de Nederlanden, door het genomen ontslag van deheeren
C. J. van Zandijk en P. Kijn, worden uit de voorgedragen
dubbeltallen met algemeene stemmen benoemd de heeren
A. Buijze, Mz. en J. Groeneveld de Kater.
Van de districts-commissie is berigt ontvangen dat zij
tot Secretaris-Penningmeester heeft benoemd het lid C. J. Kijn.
Namens Burgemeester en Wethouders, stelt de Voorzitter
voor dat de Raad magtiging verleenen zal om eenige on
bruikbare losse goederenwaarvan de lijsten ter inzage hebben
gelegenbenevens de corps mort op de Nieuwe Haven
liggende, in het openbaar te doen verlcoopen.
De heer Zuurdeeg stelt voor er bij te voegen de deuren
van de Havenpoorten en van de Nobelpoort, omdat die
nergens meer toe dienen en de voertuigen er dikwijls last
van hebben.
De Voorziter en Mr. Kokker verklaren zich thans tegen
eene beslissing en willen nader een onderzóek'naar die deuren
instellen.
De heer Zuurdeeg vindt dit goed, doch verzoekt dat de
politie in het belang der publieke veiligheid zal toezien, dat
die deuren niet meer los staan.
De gevraagde magtiging wordt daarop verleend.
De rekening van het Luthersch Armbestuur komt in
behandeling.
De heer Mr. Kokker verkrijgt het woord en zegt: dat
hij de opmerkingen omtrent die rekening gemaakt door de
commissie in wier handen zij is gesteld, van zooveel belang
acht, dat de rekening niet vatbaar is voor goedkeuring.
Hij kan niet meegaan met de opmerking, dat de kosten,
vallende op het innen van renten van inschrijving op' het
Grootboek der Nat. Schuld, die thans van de ontvangen
som zijn afgetrokken, afzonderlijk in uitgaafzouden behooren te
worden gebragt, omdat dit niet overeenkomt met de modellen
der rekening en begrooting. Op de laatste komt zulk een
post niet voor, en het kan zeer goed dat de zuivere ont
vang verantwoord wordt, doch er dient een bewijs te zijn
wat ontvangen is en dit ontbreekt.
De tweede opmerking der commissie was dat de opbrengst
der collecten in de kerk en aan de huizen en de vrijwillige
fiften in een post zijn uitgetrokken. Op de specifieke staat
ie bij de rekening behoort, had daarvan splitsing behooren
te geschieden.
De bedeeling in broodgeld enz. wordt door geen bewijs
gestaafd. Door de andere armbesturen worden daarvan kwi-
tantiën van de diakens overgelegd. Ook is van de belooning
aan den Ontvanger betaald geen bewijs.
Hij stelt daarom voor de rekening ter verandering en aan
vulling aan het armbestuur terug te zenden.
De heer Mr. Bolle was van een ander gevoelen dan
Mr. Kokkeromtrent het aftrekken van de kostenvallende
op het ontvangen der renten, omdat bij een andere derge
lijke post het ontvangen bedrag zonder aftrek van kosten
gebragt is. De commissie meende niet te mogen adviseren
tot afkeuring van de rekening. Hij is er echter niet tegen
dat de rekening terug gezonden wordt.
De heer Mr. Moens is voor liet voorstel van Mr. Kokker.
Dit voorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomeu.
Eene concept-instructie voor den Gemeente-Ontvanger
door Burgemeester en Wethouders, in overleg met dien
ambtenaar opgemaakt, zal ter inzage van de leden worden
nedergelegd ter Secretarie.
Op het vroeger ingekomen adres van C. J. van Zandijk
en tien andere bewoners van de noordzijde der Oude Haven
om eene wijziging te brengen in het plan van aanleg van
het gedempte gedeelte der Oude Haven, omdat de voor
hunne woningen staande boomen anders geroeid zouden
moeten worden, en deze daardoor aan de felle zonnestralen
blootgesteld zouden zijnwordt op voorstel van Bnrgemeester
en Wethouders afwijzend beschikt, op grond dat er geen
termen zijn om wegens de door adressanten aangevoerde
redenen verandering in het plan van aanleg te maken.
Daarna komt in behandeling het adres van S. Pasveer en
4 andere turfschippersom wijziging te brengen in het tarief
der vereeniging van stads arbeiders, omdat de arbeiders meer
loon vorderen voor het lossen en vervoeren van turf, nu de
turfschepen moeten lossen tusschen de beide houten binnen-
bruggen.
De Voorzitter stelt' namens Burgemeester en Wethouders
voor, afwijzend daarop te beschikken en overeenkomstig
het advies van de Kamer van Koophandel aan de adres
santen te kennen gegeven:
dat de zakkendragers verpligt zijnzoo lang hun tarief
niet is gewijzigd, zich daaraan te houden op straffe van
boete volgens hun regiem epW
en dat, als zij veranderingen dat reglement noodig achten
zij zelve daartoe een voorstel aan den Raad moeten doen.
De heer Blom zegt zich daarmede geheel te kunnen vèr-
eenigen en dat hij in overweging geeft, de leden van de
vereeniging opmerkzaam te maken op de strafbepalingen
van het reglement. Het is hem bekend dat er wel eens po
gingen zijn aangewend om meer te vorderen dan het tarief
voorschrijft en herhaling daarvan acht hij niet wenschelijk.
De héér Mr. Moolenburgh vindt het voorgestelde door den heer
Blom nog al moeijelijk, en acht dit buiten de roeping van
den Raad. Als den heer Blom een feit bekend is, kan hij
.dit aan het dagelijksch bestuur raededeelen om een onder
zoek in te stellen.
De heer Blom zegt dat het feit te lang- geleden is om er
nog op terug te komendoch zou het nuttig vinden de
belanghebbenden van tijd tot tijd aan het reglement te
herinneren.
Nadat de Voorzitter daarop had verklaard dat het dage
lijksch bestuur, wanneer daartoe aanleiding is, dit zal doen,
is het voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Komt ter tafelI. een voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot verkoop van het politie-wachthuis en een gedeelte
van den openbaren gemeentegrondverkregen door het dempen
van een deel' der Oude Haven, te weten:
aan A. Paulussen, voor ƒ500, het politie-wachthuis en
p. m. 288 M2. grondonder voorwaarde dat het wachthuis wordt
verbouwd, volgensovergelegde teekening en het terrein af
gescheiden dat er niets op gebouwd mag worden zonder
vergunning van Burgemeester en Wethouders en toegang tot
de waterleidingen zal worden gegeven, zoo dikwijls noodig;
voorts voor 50 cent per M3. aan:
G. Guinée32,64 M2. grond;
A. A. Mes Gz101,92 u
P. de Vos 58,65 u
R. O. van Nieuwenhuijze 48,13 u
P. S. Wansink38,07 ,t u
en J. Ochtman Johz62,80 ,t u
onder voorwaarde, dat het terrein met een hekwerk moet
worden afgescheiden van de openbare straat, volgens het
voorschrift van Burgemeester en Wethoudersdat zonder
hunne toestemming op het uitgegeven terrein niet mag worden
gebouwd en toegang tot de waterleidingen zal worden ge
geven zoo dikwijls noodig.
De heer Mr. Bolle stelt voor dat bepaald zal wordendat
de afscheiding van het terrein van den heer Ochtman tot
dat van den heer Mes, ijzeren hekwerk moet zijn, omdat dit
beter staan zal.
De Voorzitter en de HH. Mr. Kokker, Jhr. Mr. Schorer
en Jhr. de Jongeverklaren zich tegen die bepaling en willen
het aan Burgemeester en Wethouders overlaten deze kunnen
dan doen wat hun 'tbest voorkomt: men moet niet te veel
voorschrijven.
De heer Jhr. Mr. Schorer wenscht alleen bij het voorstel
te voegendat de afscheiding van het terrein van den heer
Paulussen ook volgens de voorschriften van Burgemeester en
Wethouders geschieden zal; hetgeen wordt aangenomen.
Na nog eenige discussie tusschen genoemde heeren en
eenige opmerkingen van de heeren Mrs. Moens en Moolenburgh
omtrent het aanleggen der rijbanen, is in stemming gebragt
het amendement van den heer Mr. Bolle', hetwelk met 8
stemmen tegen 1, die van den voorsteller, is verworpen.
Met algemeene stemmen is daarop het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders aangenomen.
II. een voorstel als voren, tot den openbaren verkoop van
7 opgaande boomen: 6 op de begraafplaats en 1 bij de
meestoof //de Zon," waarvan de roeijing noodig isten einde
aldaar zelkasch te kunnen uitgraven.
Dienovereenkomstig is besloten.
De "Voorzitter deelt medeI. dat uit de Nieuwe Haven
178 paalstompen zijn gehaald, waarvan de kosten zijn ƒ512
met voorstel dit goed te keuren en aan het Luitje nog een
aanwezige paalstomp uit te. laten halen en voorts om hierbij
dit werk te bepalen.
De heer Zuurdeeg vraagt, of die paalstompen niet publiek
kunnen verkocht worden, waarop de Voorzitter zegt dat er
bedongen is dat deze liet eigendom zouden worden van den
aannemer.
De heer Mr. Moolenburgh vraagt naar aanleiding van de
zaak van L, Anker, of er later in de Oude Haven nog ge
peild ishij zou het niet overbodig achten dat dit nog eens
geschiedde.
De Voorzitter zegt dat dit niet gebeurd, is doch dat Burge
meester en Wethouders het in overweging zullen nemen.
Het voorstel is vervolgens aangenomen.
II. dat het bij nader onderzoek gebleken is, dat de paard en-
trap voor de Zierikzeesche stoomboot zooals die is voorgesteld
en waarvan de kosten op 105 geraamd waren niet vol
doende zou zijn en er nu een ander plan is opgemaakt, en
dat de kosten van den trap volgens dat laatste plan ƒ318
zullen zijn. Burgemeester en Wethouders verzoeken nu mag
tiging het maken daarvan openbaar aan te besteden.
De heer Jhr. Mr. Schorer en Mr. Moolenburgh vragen
eenige inlichting omtrent den bestaanden en de breedte van
den te maken trap, die de Voorzitter verstrekt.
De heer Jhr. de Jonge zegt dat het groote verschil in de
raming der kosten hieruit voortspruit, dat eerst slechts ver
laging van den bestaanden trap verlangd werd en toen een
paardentrap.
De heer Mr. Kokker meent dat dit tengevolge van een
misverstand is geweest, daar de Directeur der boot nooit
anders dan een paardentrap heeft bedoeld.
De magtiging is daarop verleend.
Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt be
sloten .aan den Commies-Griffier ter Secretarie eene belooning
van ƒ40 toe te kennen, voor het opmaken van de lOjarige
tafels op de alphabetische lijsten van den burgerlijken stand
en daartoe tot dat bedrag te beschikken over den post voor
Onvoorziene Uitgaven, begrooting 1873.
Vervolgens wordt besloten om het opgehoogde gedeelte
van de Zoute gracht voor het loopende jaar ter bezaaijing
met mangelwortel of klaver te verpachten, voor gedeelte
van de zuivere opbrengst aan M. van den Ende, die zulks
heeft gevraagd.
De heer van der Grijp verlaat de vergadering.
Ter inzage van de leden wordt ter Secretarie neder ge
legd een voorstel tot wijziging van art. 36 van het reglement
van politie, door de Commissie voor de strafverordeningen
opgemaakt.
De Voorzitter doet daarna omvraag en verleent het woord
aan Jhr. Mr. Schorer.
Deze zegt dat het vernieuwen van den kaaimuur bij de
lste houten binnenbrug tot geen einde schijnt te kunnen
komen. In het bestek staat, dat de oplevering moet geschie
den den 1 October 1872. Hij kan persoonlijk getuigen dat
er verbazend langzaam gewerkt wordt, soms is er 2 A 3 man
aan het werk, en de bewoners van de Oude haveu zullen
allen over den tragen gang er van klagen. Hij vraagt of de
aannemer aan geen termijn van oplevering gebonden is; hij
acht het wenschelijk dat er een einde aankomt.
De Voorzitter antwoordt dat er wijziging in het werk is
gebragt moeten wordendat de muur eene andere inrigting
heeft gekregen en men zich dus niet aan den bepaalden ter
mijn van oplevering houden kon, doch dat de aannemer
aangemaand is spoed te maken.
De heer Jhr. Mr. Schorer vraagt of er dan nu hoegenaamd
geen termijn is gesteld, en wenscht dat men den aannemer
eene aanschrijving zal zenden.
De heer Jhr. de Jonge merkt op, dat men hier den aard
van het werk niet voorbij zien mag en dat ieder die water
werken kent het met hem eens zal zijn. De aannemer moet
1,60 -M. beneden laag water werken. Hij heeft uitstel ge
vraagd en dit is hem verleend. Hij heeft het werk soms
krachtig voortgezet. Dikwijls is hij ook met veel werkvolk
op het werk gekomen, doch moest dan onverrigter zake
terugkeeren omdat het water niet afging. Er wordt naar
zijne meening veel oppervlakkig over gesproken. Hij wil
echter niet ontkennen dat het onvoltooide werk een onaan
genaam gezigt oplevert. Het uitstel is ook niet in het voordeel
van. den aannemer, maar het is den drang der noodzakelijkheid.
Men hoopt dat het nog op te trekken gedeelte van den muur
niet zoo diep in den grond zal behoeven te komen, en als
dit zoo is, zal het werk spoedig klaar zijn.
Naar aanleiding van het gesprokene door Jhr. de Jonge,
zegt de heer Jhr. Mr. Schorer dat zijne bewering volstrekt niet
uit de lucht gegrepen is. Wat betreft de onvoorziene omstan
digheden kan hij niet met dien spreker meêgaau, hiervoor
is de aannemer aansprakelijk gesteld. In het afgeloopen najaar
en voorjaar is er niet aan gewerkt; hij kan geen kennis
hebben van het werk, maar heeft kuunen waarnemen dat er
dikwijls slechts een paar man aan 'tjverk waren die met
emmers een klein vakje droog maakten. Het heeft ook de
aandacht getrokken, dat dezelfde aannemer vele andere werken
in dien tijd heeft opgeleverd.
De heer Mr. Kokker zegt dat er eene groote verandering
in den stand der muur gekomen is. In den winter kon de
aannemer volstrekt niet werken. Hij heeft toen ook uitstel
gekregen tot den 1 Junij 11. en heeft nu weer verlenging van
clen termijn gevraagdwaarop nog geen beschikking genomen
is en deze zal afhangen van de wijze waarop hij nu werkt.
De heer Mr. Moolenburgh vraagtals er zulk eene wijzi
ging in het bestek komt, dat een uitstel van 6 maanden
gegeven wordt, of dè Raad dan niet had moeten gehoord
worden, omdat de gemeente nu veel meer zal moeten betalen.
Het is hem geen persoonlijke grief, maar hij acht het van
belang dat de Raad eerst ware gehoord, daar men nu voor
een fait accompli staat.
De Voorzitter zegt dat het werk uitbreiding heeft gekregen
en er natuurlijk meerder werk zal zijnhoeveel kan men niet
zeggen, doch alles is toch voor hetzelfde doeleinde.
De heer Mr. Moolenburgh zou bij zulk een inbreuk op
het bestek, gaarne de goedkeuring van den Raad hebben
zien gevraagd.
De heer Jhr. de Jonge betoogt, dat men is uitgegaan van
de veronderstelling dat de onderste lagen van den ouden mum-
goed waren óm den nieuwen muur op te trekken; in verband
waarmede het daii ook in de bedoeling lagom dat gedeelte
van den nieuwen muur dat noodzakelijkerwijze moest vooruit
springen omdat men den binnenwaartschen bogt die in den
ouden muur was, thans wilde rectificeren, door eenige be-
heijing of op andere doelmatige wijze te steunen. In de raming
was daarop, zooals hij stellig meent, ook gerekend en is de
gezegde en thans toegepaste veranderde rigting van den ouden
muur vóór het maken van het bestek met den heer Gemeente
bouwmeester in loco besproken en bepaald.
Bij de uitvoering bleek evenweldat de onderste lagen van
den ouden muur, waarop men gehoopt had den nieuwen muur
te bouwenin zoodanigen toestand waren, dat het onverant
woordelijk zou zijn geweest om zulks te wagen. Het nood
wendig gevolg van die verijdelde hoop, was dus dit: dat men
öf heiwerk moest aanbrengen, of zoo diep graven tot dat
men een bodem vond, geschikt om den nieuwen muur op te
bouwen. Van daar nu die groote diepte van 1,60 M. beneden
laagwaterpeil. Uit die omstandigheden vloeit voort dat er
meer metselwerk zijn zal dan men oorspronkelijk heeft geraamd
of heeft kunnen ramen. Het is dus hier zooals dit bij der
gelijke werken meer geschiedt, de kwestie van meerder werk.
Hoeveel dit wel zijn zal, zou hij op dit oogenblik niet
kunnen zeggen.
De heer Mr. Moolenburgh zegt voor die inlichtingen dank
waarop de vergadering gesloten is.
Uitgevers: db LOOZE WA ALE.
DrukkergOCHTMANPIETERSE VAN DISHOECK
MeelatraatB65.