ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. No. 5105. 29sleJaarg. Donderdag 28 November 1872. WAARSCHUWING W. J. S. J. BLOM, W. J. S. J. BLOM. Wij ijziging der Jagtwet. Nieuwstijdingen. Sbtïrtje. ®w jffilcbcvlanb. aan ACHTERSTALLINGEN in de betaling van IIooP> dolijken Omslag' en IIoiKlonbelasting der Gemeente Zierikzeetot aanzuiTcring; der vorschencn termijnen en zulks ter voorkoming van onkosten. Zierikzee, De Gemeente-Ontvanger, November 187'2. M. F. van den THÖORN. Aan de Kiezers. Och! waren alle menschen wijs En wilden daarbjj wel Doez' aarde waar' een paradijs Nu is ze vaak een hel. Onwillekeurig kwamen deze woorden ons te binnen toen wo ons neerzolteu om voor het laatst U op te wekken aanstaanden Vrijdag Uwe stem uit te brengen op den Hoer die, wat er ook gezegd en geschreven is, zijne candi- datuur ernstig blijft handhaven. Wij hebbenzooals ieder bekend isonzen Candidaat op eerlijke wijze en door wettige middelen aanbevolen namelijk door het geschreven woord dat voor iederdie het willeesbaar is. Wij hebben geen enkele poging aangewend om in het geheim of op minder loijale wijze stemmen te werven. Hot algemeen belang gaat ons boven particuliere belangen. Eerst toen we zagen hoe er door andoren gewerkt werd om hun Candidaat te doen zegevieren toen hebben we een scherp woord go- schreven om dat alios aan de kaak te stellen en aller oogen te openen. Een scherp woord dat ons zeiven leed deed dat ook anderen leed deed. Het ware wel te weuschen dat dat scherpe woord niet noodig was geweest. En het zou niet noodig geweest zijn als bij do Verkiezing alles richtig toegingals ieder met open vizier streed. Maar de waarheidal is ze soms scherp on bitter, is ze daarom minder waar? De vorm, waarin dat sclierpo woord gekleed was, moge den een minder behagen dan den andermaar de inhoud er van is niet wedevlegd en kan ook niet wcderlegd wordon. Wij nemen er dan ook niets van terug. De waarheid zal toch eiudelijk trium- feeren. Toont dat, Kiezers, ook op aanstaanden Vrijdag. Getrouw ter stembus opgegaan niet vergeten dat het plicht is gebruik te maken van een recht. Het denkende gedeelte der kiesgerechtigde burgerij beeft ons reeds getuigenis gegeven want onze Candidaat had de meeste stemmen. Dat het nogmaals spreke en beslisse 1 Wij herhalen het vroeger gezegde: Wio Uwer vrjj en onafhankelijk is en wil zijn, wie zelf van zijn kiesrecht, gebruik toil maken hij brenge zijne stem uit op onzen Candidaat diewat er ook gezegd en ge schreven ie zijne Gandidaluur ernstig blijft handhaven op den Heer Iu de zittiDg der Tweede Kamer der Staten-Generaal van 20 November word door de hecren van Kerkwijk Idzerda eu Gratamaeen amendement voorgesteld ten einde een besluit der Kamer uit te lokken tot wijziging der jagtwet. Do heer van Kerkwijk zeide o. a.volgens het ge drukte verslag in het Bijblad Reeds herhaaldelijk is gesproken over het wenacholijke tot wijziging der jagtwetzoodat ik slechts kort het amendemeut zal toelichten. De jagtwet is niets anders dan een overblijfsel uit de middeneeuwen en van de heerlijke regten eene bevoorregting van enkele rijke lieden om zich een genot te verschaffen ten koste van de landbouwers. De landbouw wordt door de jagtwet benadeeld en in do tegenwoordige tijden van reglvaar- digheid en billijkheid komt oen dergelijke toestand niet te pas. Ik erken dat or enkele lieden zijndie niet voor buu genot, maar voor hunne kostwinning jagen maar juist dat jagen doet dikwijls het meeste nadeel aan den landbouw. Ook erken ik, dat het wild eene bron van voedsel oplevertdat niet te versmaden is, en vooral voor de liefhebbers een groot genot is maar als volksvoedsel heeft het geen de minste be- teekenis. Men moot toch wel bedenken dat het wild niet van de lucht leeftmaar dat het graan en ander voedsel gebruikt. Wanneer men dat voedsel van het wild nu kon geven aan andere beesten dan zou dit voor de volksvoeding voordeeliger zyn en de landbouwer zou ook meer graan van zijn akker oogsten. Bij de laatste vaststelling der jagtwet is er reeds op gewezen dat die wet in strijd is met hot Burgerlijk Wetboek. Art. 641 van het Burgerlijk Wetboek zegt: „Het regt, om zich het wild of de visschen toe te eigenen behoortbij uitsluitingaan den eigenaar van den grondwaarop zich het wildof van hot water waarin zich do visschen bevinden behoudens de regten door derden verkregen waarvan zij tegenwoordig het genot hebbenen onverminderd do wetten en veror deningen op dat stuk aauwezig." De Minister van Justitie van der Brugghen, die zulk een ruim aandeel heeft gehad in de vaststelling van die weterkende zelfs dat de jagtwet in strijd was met art. 641 Burgerlijk Wetboek en wist niets anders te zeggen tot verdediging der jagtwet, dan: wacht met de afschaffing van de jagtwet tot dat er geen klasse van menschen moer gevonden wordt die groot vermaak schept in het schieten van wild. Nu heb ik veel eerbied voor do nagedachtenis van dien Minister, maar om zoo lang te wachten komt mij een weinig overdreven voor. Wanneer ik spreek van de jagtwet gelieve men er wel aan te denken dat ik de jagt zeer onderscheid van de visscherjj. De bepalingen op de jagt en vi9scherij zgn in ééue wet vercenigd en toch is er een groot onderscheid tusschen de vischerij en de jagt. Meer en meer begint men in te zien dat de vis scherij is een tak van volksvoedsel en dat men daarom het vermeerderen van de visschen zooveel mogelijk moet bevorderen. Daarenboven doet het visschen weinig of geen nadeel aan den landbouw, terwijl dit met het jagen wel het geval ia. Hot wild is niet,9 anders dan een zeker Boort van dierendie men in do wet met den naam van wild heeft bestempelden daarom door den landeigenaar niet mogen gedood worden. De laudbonwer moet toe zien dat de landbouw door dat soort van gedierte wordt benadeeld terwijl bij er weinig of niots aan kau doen. Volgens myne zienswijze moet de landbouwer het regt hebben om het wild dat op zijn land is te dooden. Dieren die zijn bcdrjjf benadeelen moet bij niet be hoeven te ontzien. Volgens de tegenwoordige wet heeft de landbouwer alleen het regt om dat gedierte weg te doen door dooding wanneer hij een jagtacte heeft, maar ook dan nog alleen slechts gedurende zekere tijden vau het jaar. Het koopen van het jagtregt helpt hem nietwant daardoor krjjgt hij het regt nog niet het wild te dooden. Het spreekt van zelf dat wanneer ik aan ieder eigeuaar van land het regt wil geven om het wild daarop te doodenik niet weg wil nemen het regt uat derden hebben op de jagt op sommige landerijen. Behalve nadeelig voor den landbouw, is de jagt nog zeer nadeelig voor de zedelijkheid. Bij ons volk zien de meesten er geen bezwaar in om zoo als men dit iu liet dagelijksche leven noemt, te stroopeu. En toch hoeft do wet zulk eone handeling strafbaar gemaakt; daardoor komen zeer velen in den lande in aanraking met de justitie eu door die gedurige aanraking met de justitie verliezen zij den eerbied voor do justitie en deu 6chrik die volstrekt noodig zijn. Uit do opgaven die bjj voorbeeld iu 1868 aau de Kamer zijn verschaftblijkt dat 3630 veroordeelingen hebben plaats geluid wegens jagtdelicten en 715 transactiën. Wat is dan de reden dat men de jagtwet in stand zou houden. Is hot voordeel voor de schatkist? In geenen deele. Wanneer men deze begrooting nagaat ziet men dat de opbrengst van de jagt en visscherjj ƒ115,000 bedraagt. Daarvan kan men rekenen ongeveer 50,000 voor de visscherij die ik in stand wenscli te houden. Uit de artt. 21 en 22 blijkt dat de kosten van toezigt ƒ95,000 bedragen; geheel naauwkeurig kan ik bet echter niet opgeven omdat in art. 22 de kosten van kloeding niet zijn gespecificeerd en ik niet weet wat aan de gewone veldwachters en wat aan de gewone opzigters van de jagt en visscherij wordt" ten koste gelegd voor kleediug. Wanneer mijn wenscli dat de jagtwet worde herzien wordt ingewilligd dau zal men toch om in harmonie te blijven met art. 641 van het Burgerlijk Wetboek, dienen te bepalen wat men in het vervolg door wijd zal gelieven te verstaan. Men zal eene straf moeten vaststellen voor hen die met een geweer loopen of die het wild schieten op grond van een ander. Bovenal zal art. 3 van de jagtwet, dat onder andereu regelt de wijze van afkoop van het jagt regt behooren herzien te worden want zooals dit nu bestaat is het voor het grootste getal landeigenaren bijna onmogelijk om het jagtregt af te koopen. Ik erken dat op den vorm van het amendement veel is af te dingen het doel is niets anders dan den wenscli uit te spreken dat de jagtwet worde herzien in den geest, zooals ik zulks heb aangegeven. Wil men de jagtwet in stand houden dan kan men zich achter deu vorm verschuilen en alle jagtliefhebbersvoorstanders van heerlijke regten en andere privelegien hebben een goed voorwendsel tot tegenstemmen. De heer Begram bestrood "het amendement om den vorm en het ontijdige. De Minister van Justitie was tegen het amendement, maar verklaarde spoedig eene wet 'op de visscherij te zullen indienen en als die. aangenomen waseene wijziging der jagtwet te zullen voorstellen. Do heer Oldenhuis Gratama weerlegde de aangevoerde bezwaren. De heer Storm van 's Graoesandc kwam tegen het amendement op. De heer Idzerda constateerde, dat niemand opgekomen was tegen het beginsel van het amendementmaar dat, daar de Minister had te kennen gegevendat hij eeno wijziging der jagtwet zou voorstellen het dool van de voorstellers was bereikteu zij dus het amendement introkken. Bat avia 17 Oct. In het Mail-Overzigt van het B. II. leest men: Het laatste berigt uit Deli is een telegram van 2 dezer inhoudende de tijdingdat de versterkte stelling der Batuks bij Laoe Totah na een kort gevecht door onze troepen is genomen. De vijand is gevlngt met achterlating van twee stukken geschut. Ann onze zijde was zelf geen enkele gewonde. Het verlies des vijands was onbekend. Van dc twee oproerige daloes is lot dusver geen sprake meer; en het blijkt nu zonneklaar dal het aanbod der Bntaka om hen uit te leveren niets anders is geweest als een list om tijd te winnenten einde zich te kunnen versterken. Men heeft van sommige vorsten wel eens gezegd, dat zij niets geleerd hadden, doeli het zijn niet alleen vorsten van wie men zoo iels beweren kan. Telkens en telkens worden wij door den sluwen inboorling misleid want in welk opzigt bij beneden ons moge staan in list en sluwheid overtreft hij ons ver en telkeus weer beginnen wij lot onzo sehade en schande te geloovcn aan zijn goede trouw. Had men in den beginne gedaan wat men thans doetde loop van zaken zon waarschijnlijk een geheel andere zijn geworden. In Philadelphia is de sterfte onder de paarden zoo groot, dat thans alle wagens, zelfs de tramways, door menschen worden getrokken. Yoor deze laatste zjjn twaalf mau gespannen en de tarieven voor hen die er gebruik van maken, zijn verdubbeld. In het stadje Mennelinckin de Russische provincie Ufawoonde een molenaar met zijn huisgezin. Eenigen tijd geleden werden zij des avonds door drie Tartaren overvallen, die hen eerst onder de hevigste martelingen noodzaakten te zeggen waar hun geld geborgen was en hen daarna door bijlslagen ter dood bragten met uitzondering van een meisjedat zij gebonden in een hoek lieten liggen. De moordenaars maakten zich daarna van alles meester wat waarde hadeu zetten zich toen nog niet bebloede handen en kleederentegenover het van pijn en angst kermende meisje nederom te eten en te drinken. Eindeljjk werd een der snoodaards het kermen van 't meisje moedeen om er een einde aan te makenbegoot hij haar geheel met kokend water. Middelerwijl was echter de zoon van den molenaar uit het naaste dorp te huis gekomen. Deze ziet door het venster wat er gebeurd is en zonder zijne tegenwoor digheid van geest te verliezen haalt hij uit een schuurtje een zwaar breekijzer en vat daarmede post aan de deur waar hijdoor do duisternis beschermd de moordenaars afwacht. Twee hunner werden toen zij de deur uit kwamen geveld door de krachtige slagen van den woedenden aanvaller, terwijl ook do derde na eenigo worstelingdoor hem werd dood geslagen.Daarop het huis binnengaandevond do zoon de misvormde lijken zijner ouders terwijl ook de wonden vau 't meisje zoo lievig waren dat zij geen herstel deden verwachten. Aan eene particuliere correspondentie uit Kiel ontleenen wij het volgende: Door den zwaven storm zijn niet alleen Kiel en zjjn omgeving, maar is de geheele Noordkust door de zee overstroomd. Do huizen nabij de haven zijn tot aan de eerste verdieping met water gevuld, zoodat de wagens door bootjes vervangen zijn. i In bet naburige visschersdorp Ellerbeek zijn de meeste j huizen weggespoeld. Nagenoeg 200 menschen, die zich j op boomen gered hadden, vonden den dood in de golven, daar de storm de boomen ontwortelde en de vloed ze wegspoelde. Op het oogenblik, dat ik alles overzag, wat de golven medevoerden, klopte een vriend mij op den schouder en zeide ontzet: »Zie dit droevige schouw spel toch eens aan I" Eene oude vrouw namelijk, zich krampachtig aan haar bed vastklemmende, werd door het water medegevoerd en vóór de aanwezige matrozen haar hulp konden verleenen had, een groote golf haar opgenomen en de zee haar verslonden. Verder zagen wjj drjjven 43 schapen, 67 vnrkeDs, een piaoo-forte, een oude omnibus, gioote stukken van schepen, een wngen met brood, balen tabak, meubilaire en andere goederen van allerlei aard, zelfs tooneelspeelers-costumes uit de geheel onder water staande Schwiegerstra9se. Opmerkelijk was 't groote aantal visschgn uit de meeren iu den omtrek, die door het zeewater gedood en aange spoeld werden. Aan de haven zijn groote steenen en geheele stukken grond weggeslagen. Do schade aan een eu ander veroorzaakt is aanzienlijk, Het ongunstige weder van eonige dagen geleden zalnaar men vreest, ongelukkige gevolgen hebben voor de arme bevolking van Ierland. Er bestaat geen kans turf binnen tc halen cn kolen worden reeds met 3 p. st. de ton betaald. Hooi is cr bijna niet voorbanden, en het stroo en de haver, die men er vindt, hebben haast geen waarde. Op gansche veldeu is't gras niet gemaaid en waar men het heeft afgesuedenj moest het dikwijls blijven liggen en verrotten. Men vreest, dnt de zelfde hoeveelheid die anders gewoonlijk voor2'/2 tot 3 pond wordt verkocht, thans wel tot een prijs van 9 pd. zal stijgen. Een brief uit Genua bevat aardige bijzonderheden omtrent do avonturen van een Hollandsch meisjedat als jongen verkleeddienst genomen had aan boord van de bark Eskdale, van Hartlepool. De eigenaar en de kapitein van het schip, toen op de reede van Shields liggende, bemerkende dat de jonge knaap vlug en be hendig was, namen hem aan als jongen, voor een tijdvak van drie jaren. Gedurende de reis van Shields naar Genua gedroeg hij zich zeer goed, verrigtte alle werk zaamheden en klom in de masten met de vlugheid van een aap. Men had volstrekt geen vermoeden omtrent haar geslachttot den dag na de aankomst van het schip te Genua. De matrozen ontdekten het feit en maakten er deu kapitein mede bekend. De kleine kajuitsjongen(l) werd bij den kapitein geroepen en bekende weldra dat zij zich als jongen verkleed had. Men begaf zich naar den consul; het contract, waarbij zij zich voor drie jaar als jongen had verhuurd, werd verbroken, doch de Hollandsche werd onmiddellijk ge- engageerd als keukenmeid op het schip voor de terugreis. Na acht dagen en nachten onophoudelijk te hebben gewerkt, is mon er in geslaagd in de Pelsallmyü de lijken te vindon van de arbeidersdie men wist dat niet door het water bereikt waren. Het vermoeden heeft zich bevestigddat de ODgelukkigen gestikt zjjn door bedorven lucht; waarschijuljjk hebben zjj weinig geloden, men vond de 19 lijken tegen elkander aangedrongen aan de uiterste grens van den mijngang. Ai'nlaem, 25 Nov. Donderdag a. zal voor liet prov. gc- reglshof alhier behandeld worden de zaak van Jan vbd Druten beschuldigd van moord op zijn dochtertje gepleegd. Aan de acte van beaohuldiging ontleenen wij het volgende In de maaud April deze» jaars overleed do vrouw van den beschuldigde. Gedurende de eerste maanden dnarua werd zijn huishouding waargeuomea door zijne buurvrouw, Johanna Kuilijes, echtgenoot van Johnunes Jacobus Bouwmantoen echter in het midden van deu afgeloopen zomer eenig verschil tnsscheu heu outstond cd zij zich dientengevolge aan die zorg oDttrok, werden twee zijner kinderen, zijne beide dochtertjes Ida vier jaren en Theodora Maria, vijf jaren oud, iu den kost besteed bij Evcrdina van Kerkhof, weduwe van Evert Mulder wonende op hel Geldersch Spijker onder Arnhem ten huize van welke vrouw hij zelf nu eu dan op zolder deD uacht doorbragt. Den nacht vaD den 30sten op den 3Isten Augustus II. deed hij dat niet en eerst in den namiddag van laatstgemclden dag zag de weduwe Miilder hem terug, Bij haar tehuiskomstdes namiddags om half vijf, vond zij hem op een bank zitten voor haar huis met zijne twee meisjes. Hij verzocht haar de kinderen gereed te makenomdat hij ze wilde brengen bij eene weduwe achter de Sabelspoormuur; met wie hij zeide te gaan trouwen. Vrouw Mulder maakte zwa righeid en verklaarde, dat zij ze nog een veertien dagen wen»chte te hóuden; ook het. jong9te kiod Ida verlangde te blijven en te gano slapen. Hij wilde evenwel daar Diet van hooren weshalve aan zijn begeerte werd voldaan; de kinderen werden klaar gemaakt on aan hem medegegeven. Door de stad waar hij in dc \Vielakker9teeg, de rigting volgende naar de Koepelkerkonder anderen nog is waargc- nomeu door Johannes Mulder, den zoon van meergenoemde weduwe, begaf hij zich met zijne kindertjes naar de tapperij van Johanna Hainweduwe van Ilendrikus Johannes Gradns Dnainsin de Vijf Zinnen, om eeuige borrels te driuken cn vau daar by het vallen van den avond naar Ooderlangs. Daar ter plaatse van de petroleum-loods by den zoogenaamdcD Has pel liep bij met de kinderen naar de zijde van de rivier nnm eerst het jongste meisje Idn op, en wierp haar in den Rijnvervolgens haar zusje Theodora Maria en wierp haar eveoeeus in het wafer. Ida verdween terstond in deu 3troom, maar Theodorawelke toevallig niet zoover als Ida was tc- regtgekomenwist zich hoewel ze reeds iu het water lag aan een tak van het rijshoutstaande langs de rivierte grijpen en naar boven te komen en is, bij het slaken van den noodkreet »vader", door den beschuldigde verder opge trokken en vervolgens medegevoerd naar de buurt van de wo ning van vrouw Mulder. Op eene plaats gekomen, waar zij dat huis zien kon, heeft hij haar neergezet, gelast om te hnis komende, te zeggen: „dat vader en Daatje weg waren; dat zij in de beek waren verdronken," cn heeft hij zich uit de voeten gemaakt. Het kind 19 naar haar kosthuis terugge gaan, en daar kwart voor tien uur ongeveer druipnat aan gekomen. Hare verpleegster omarmende heeft zij haar ver haald: «vader heeft ons in het water gegooid; mijn zusje ie verdronkenmijn vader is cr ook in gevallen en ik ben er weer uitgekropen door mij aan een tak vast te houden." Het lijkje van Ida van Drnten is in den morgen van I Sept. nabij Wageningen uit den Rijn oggevischt cn door de weduwe Mulder en Beenen als haar lijkje herkend. Middelburg;, 25 Nov. Concessionarissen van de diligence-dienst tusschen Middelburg en Vlissingen heb ben bekend gemaakt dat die dienst met 1 Dec. a. s. zal worden gestaakt. "Wolfaartsd\jl<, 27 Nov. Ten einde, gedurende het winter-seizoen, een dringende belemmering voor velen in het kerkgaan op te heffen, hebben Kerkvoogden der Herv. gemeente alhier in het kerkgebouw thans 2 circuleer-kagchels, met cokes gestookt, doen plaatsen, welke een gelijkmatige warmte verspreiden. Ouwerkerlt26 Nov. Verleden Donderdag gaf de sedert kort hier gevestigde rederijkers-Kamer Nut tige uitspanning" hare eerste voorstelling. Een vrij groot aantal personen uit deze en uit naburige gemeenten woonden de opvoering bij, waarvan met regt mag gezegd worden, dat zij aller verwachting voldaan, die van velen zelfs overtroffen heeft. Wanneer men toch in aanmerking neemt, dat de kamer alleen bestaat uit personen tot den werkenden stand behooren de, dan moet men zich verwonderen over de inspanning en de opoffering dei- leden, waarvan de meesten na moeitevollen dagelijk- schen arbeid tijd en lu9t vinden, zich voor te bereiden met het doel, aan menigeen een genoegelijken avond te verschaffen. Eu hierin zijn de leden, zooals wij zeiden, naar wensch geslaagd. Jammer echter dat het lokaal, waarin de opvoering gegeven werd, niet ruimer is. De kleine zaal, hoe opge propt zij ook was, kon niet allen bevatten, die gewenscht hadden de voorstelling bjj te wonen. Niet minder te bejammeren was het, dat er in dit kleine lokaal geene behoorlijke bediening was, hoeveel men in dergelijke ge vallen ook moet toegeven. Niet alleen dat bet publiek zulks eischt, de leden der kamer verdienen inzonder heid eene flinke behandeling. Indien er mogelijkheid toe bestond, ware het zeer to wensclien, dat zij bij volgende gelegenheden hunne voorstellingen in een beter en geschikter gebouw konden geven. Het is daarom niet te hopen, dat deze redenen oorzaak mochten zijn van verslapping in hunne werkzaamheden, veeleer gaan zjj voort hunne krachten te wijden :.an het doel dat zij zich voofstelleu. Gewis zullen zij daardoor veler goedkeuring verwerven. Zieriitasee, 27 Nov. Van de 172 kiesgeregtigdeu leverden 82 hunne stembiljetten in bij de heden plaats gehad hebbende verkiezing van drie leden iii de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, ten gevolge dei- periodieke aftreding dor Hoeren Jhr. J. L. de Jonge D. Q. Mulock Houwer en O. van der Vliet Dz., waar van de beide eersten verzocht hadden niet in aanmer king te komen. Gekozen zijn de Heeren C. van der Vliet Dz. met 61, J. W. V. la Brand met 47 on P. O. Olivier met 45 stemmen. Voorts verkregen de HH. A. Buijze Mz. 35, J. Ochtman Joliz. 24 en M. C. de Crane Jr. 21 stem men terwijl de overige op verschillende personen verdeeld waren. Onder het opschrift „Onderwijzersèllende" schrijft de heer T. H. van Beyma thoe Kingma, schoolopziener te Heerenveen, in de Monitor het volgende: „Zooeven kom ik te huis van een schoolbezoek, dat mij dan toch zoodanig heeft aangegrepeudat ik tot Nederland het „wee u"! moet uitroepen. Verbeeld u, ik kwam klokslag 9 uur bij de school. De onderwijzer, gekleed of niet gekleeddat is min der, zonder fraajje kleederen kan men leven ontving mij hartelijk en leidde mij in de schooleen net gebouw, gevuld met 24 kinderen. Hij vroeg mjj, wat ik verkoos. Het gewone antwoord: „ga eenvoudig uw gang; doe alsof ik er niet ben", volgde de man op, eu, hoe iB het mogelijk? de man gaf een aller liefst, opwekkend onderwijs voor 300 's jaars, zonder meer. Na schooltjjd zoude ik dadelijk verder gaan, ach, had ik het maar gedaandoch ik nam helaasde uitnoodiging aanom bij hem binnen te komen en vond daar eene vrouw, schamel, schamel gekleed, twee kinderen handen en beenen niet kunneude ge bruiken door kliergezwellenellende en armoede ten top, zoo erg als ik het zelden heb aangetroffen. Daar stond ik schier als een gevangene. Wat hier te doen? Levertraan voor de kinderen, maar een flesch wat baatte deze? Kleederen voor vrouw en kin deren, maar welke: onder- of bovenkleederen Een dokter voor de ziek liggende kinderen? De dokters rekening van het vorige jaar was nog onbetaald hoe hem dus te krijgen? Troost, ja welke? Versterkend voedsel, maar van waar? Ja, daar stond ik, de steun, de raadgever, volgens de wet. Hoe is bet mogeljjk, dacht ik, dat die man, zooeven in de school zoo flink, zoo opgewekt voor en bjj de kinderen, daar in huis nederzinkt in die kommervolle ellende Hjj verklaarde mij geen uitkomst te weten en met een brekend hart zich geweld aan te moeten doen om dat opwekkend onderwijs eiken dag vol te houden. Inderdaad, men kent de ellende van vele onderwijzers in Nederland niet; want dan kon het zoo niet zijn eu blijven. "VVilt gij zamelen voor dit gezin? Ik weet geen ander middel. Waarom dan zijn naam verzwegen De armoede is eerlijk: Hjj is Camstra, hoofdonderwijzer te Langedijke, gemeente Oost Stellingwerf, provincie Friesland." Zaturdagmorgen heeft op het fort Honswijk een treffend ongeluk plaats gehad. Bjj het ledigen van granaten is er een gesprongen waarbij de korporaal M. doodelijk gewond en den kanonnier v. cl. A. beide armen verbryzeld werden. Op het bekomen berigt is te Utrecht de eerstaanwezende officier van gezondheiddokter Weteling, met nog 2 officieren van gezondheid onmid dellijk naar de plaats van hetouheil gegaau oin bijstand te verleenen. De korporaal is korten tijd daarna over leden en des avonds met den kanonnier naar het hospi taal aldaar overgebragt, waar den laatste beide voorarmen zijn geamputeerd. Naar men verneemt, is zijn toestand naar omstandigheden wel. Voor een paar dagen bevond zich te Beerta een jeugdig koopman in blikgoederon. B. K.van Winschoten cn werd onderweg door een commies staande gehouden die evenwel niet wist of hij was ventende dan of hij die goederen ergens moe9t bezorgen. Onzen jongen koopman naauwelijks l'tjaren oud, werd door den bedoelden commies een „patent" afgevraagd. De jongen zeide heel eenvoudig: een patent meneer, wat is dat? Zoo gij geen patent vertoond moet gij mede naar hut kantoor: doch onze jongen zette heel bedaard zijn „kiep" waariu hij de goederen hadop den grond. De commies gelaste hem de kiep weer op te nemen en hem Daar het kantoor te volgen, doch de jongen antwoordde droogjes „a9 dei kiepe noa 't kantoor mout droag hom cr dan zolfs henwnnl ik dou 't niet." De commies nam do kiep op deu rug als een echte koopman in blikgoederen. Ieder staarde hem lagchend na tot hij aan het tolhuis te Nieuw-Beerta kwam, waar hij vier zijner ambts-broeders vond. Hier werd de goede vangst besproken en de jongen op nienw in een verhoor genomen over 't patent. Nn wat praten over de groote 9traf die hij had te wachten en verbeurdverklaring zijner goederenzeide dc joDgen eindelijk: Och, meDeer ik heb zoon stok papier in de bnnrtse dat kenjo wel reis in zeio, of dat ook 'n patent is." En jawel de zaak werd in orde bevonden. Den koopman werden zijn goederen teruggegevenen hij ontslagen van alle geregtelijke vervolging. Onze handelaar in blikgoederen nnm zijn kiep weer op den rug zeggende: meneer ik dank joe wel die ie mien kiep zoo wied droagen hebben, ik mos toch disse kant oet. Kerknieuws. Ds. II van Grielhuijsen (vroeger te Poortvliet en te N.-Tonge), thans pred. te Oudega, c. a.heeft zijn 28ste beroep ontvangen en wel nu naar Schoonrewoevd. Ds. H. BaxDz.pred. te Poortvlietdie reeds 41 beroepen ontvinggedurende zijne 19jarige kerkelijke loopbaan heeft bedankt voor Hengeloen alzoo 37 beroepen afgewezen. Bij de beroeping te Waarde in Z.-Bevelaiid van den kand. C. B. Oorthuijs die dit beroep heeft aangenomen is bet predikants-tracteinent uit de kerkelijke fondsen met 174 verhoogd en alzoo nu op 1000 gebragt. Bedankt voor het beroep naar Kruiningen door Ds. B. A. de Jong te Boven-Bardinxveld. Gemengde berigrteii. De gemeenteraad te 'sGravenhage heeft het voorstel om de kermis af te schaffen met eene groote meerderheid verwor pen. Men kan wel losbandig zijn al is liet geen kermis, en vooral in den Hang. P. Regout te Maastricht heeft nnn de St. Servaaskerk een vensterraam in gebrand glos geschonken, waarop zich portretten van 21 vermaarde bisschoppon bevin den cn heeft voor zich ook een plaatsje behouden geknield zittende op eeu bidstoeltje cn gekleed met een witten mantel. Het is een zeer vermogend man die vroeger groote aanbie dingen heeft gedaan om van Brouwershaven een spoorweg lot Maastricht te doen leggen. De Italiaanschc regeering heeft aan den pau9 zeven millioen aangeboden om die aau dc noodlijdenden door de overstrooming te schenken volgens zijn goedvinden. De paus was daar eerst zeer mede ingenomen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1872 | | pagina 1