BIJVOEGSEL
Zierikzeeschen Nieuwsbode van Zaturdag 17 Augustus 1872.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD
behoorende bij den
TB
ZIERIKZEE,
gehouden den 14 Augustus ÏS^S.
Voorzitter Mr. B. C. Cau.
Afwezig de HH. LabrijnMulock Houwer en Jhr. Mr.
Schorer, buiten de gemeente, Mr. Lokker, van der Grijp en
Koole, wegens verhindering.
De notulen der vorige vergadering zijn gelezen en goed
gekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. een brief van Gedeputeerde Staten, houdende mede-
deeling van de goedkeuring van liet. Raadsbesluit tot ver
huring van het ijklokaal aan het Rijk.
Voor kennisgeving aangenomen.
2°. de rekening van het R. C. armbestuur over 1871;
3°. de rekening der dienstdoende schutterij over 1871.
Beide rekeningen zijn gesteld in handen eener commissie,
tot leden waarvan de Voorzitter benoemt de HH. Jhr. de
Jonge, Mr. Moolenburgli en van der Vliet.
4°. een verzoek van P. J. F. du Bois om remissie van
hoofdelijken omslag. Verleend tot een bedrag van ƒ4,335.
5°. een verzoek van gelijke strekking van J. A. Wilberts.
Remissie verleend tot een bedrag van f 0,805.
6°. het gemeenteverslag van Vlissingen.
Ter inzage gelegd van de leden om later in de boekerij te
worden opgenomen.
De Voorzitter deelt mede dat in de vorige vergadering een
adres is ingediend door L. G. de Bie, verzoekende om ge
handhaafd te worden in het ongestoord genot, van zijn. van
de gemeente gepachte grond buiten de Zuidhavenpoort en dat
P. Geradts geen gebruik zal maken van een. perceel grond
aldaar tot het. leggen van mest, welk adres toen is gesteld
in handen van Burgemeester en Wethouders. Deze hebben
er den adressant op gehoord, die, als pachter van de gras-
maaiing van vijf weegjes in den Zuidhoekbeweerde het. recht
te hebben om mest te leggen op zekere, terreinen buiten de
Zuidhavenpoort, en dat de genoemde P.' Geradts daartoe,
geenszins bevoegd was.
De Voorzitter zegt dat den adressant vroeger wel eens
vergunning is verleend op sommige plaatsen mest te leggen,
maar dat hij dan of langzamerhand eene zoo groote ruimte
innam dat de passage belemmerd werd, öf om andere reden
aanleiding gaf dat de vergunning moest worden ingetrokken.
Zoo is hem o. a. het gebruik gegeven van een zeker terrein
bij de stads mestput, maar de ontruiming daarvan is gevraagd
moeten worden, toen bij de laatste verpachting van het op
halen van straatmest ook de beer verpacht werd. Nu beweert
de adressant dat hij op dit terrein recht heeft als pachter
van de grasmaaiing van vijf weegjes in den Zuidhoek, maar
die bewering is blijkbaar onjuist, eensdeels omdat liet recht
op de grasmaaiing niet in zich sluit het recht om mest neer
te leggen en anderdeels, omdat het terrein niet behoort tot
zijn gepachte. Het eerste weegje toch is verpacht in één
perceel met den Meeldijk en de straatweg begint eerst bij
dat weegje, maar niet aan de schuur van M. Geelhoed. Bij
inzage van het tableau der buurtwegen is dit niet twijfel
achtig. Wat betreft het terrein dat door P. Geradts is in
genomen tot het neerleggen van mest, zal spreker in het
midden laten, of deze daartoe het recht heeft, maar zeker
is het dat de adressant zich daarop niet kan beroepen, of
dat die mest ligt op grondwaarop hij eenig recht heeft.
Op grond van een en ander stellen Burgemeester en Wet
houders voor den adressant te kennen te geven dat zijn ver
zoek niet kan worden ingewilligd.
Na eenige vragen van de HH. Zuurdeeg en Mr. van Dongen
die door den Voorzitter zijn beantwoord is het voorstel zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter deelt mede dat bij de laatste opneming vau
de kas des gemeente-ontvangers is gebleken, dat over 1871
en 1872 was ontvangen161887,49
en uitgegeven'- 157734,85
meer ontvangen 4152,64
waarbij het goed slot van den dienst 1870 - 6028,056
is in kas 10180,696
Voor kennisgeving aangenomen.
Het advies der commissie, welke de rekening van het
burgerlijk armbestuur over 1871 heeft onderzocht en daarvan
in de vorige vergadering rapport heeft gedaan, is aangenomen
zonder hoofdelijke stemming.
De Voorzitter deelt mede dat op het verzoek van den heer
P. Schuringa om definitief te worden aangesteld als leeraar
aan de Hoogere Burgerschool alhier, zijn gehoord de com
missie van toezicht en de Inspecteur van het M. O., welke
gunstig hebben geadviseerd. Hij stelt daarom voor om ge
noemden sheer definitief te benoemen tot leeraar in de wis-,
natuur- en werktuigkunde en kosmographie aan de Hoogere
Burgerschool. Alzoo besloten.
De Raad besluit van de onvoorziene uitgaven over te
schrijven op:
Hoofdstuk I afd. II art. 14 /"350 voor jaarwedde van een
tiende lid der nachtwacht en belooning van diensten door
tijdelijk aangestelde nachtwakers.
Hoofdstuk IV afd. II art. 2 ƒ1,906 voor dijk- en pol-
derlasten.
De Voorzitter deelt mede dat is ontvangen eene circulaire
behelzende het verzoek dat de gemeenteraad eene bijdrage
zal geven voor de kosten van opneming, het maken van
plannen, het. doen van peilingen, en in het algemeen voor
alles wat noodig is om concessie tc vragen voor eene spoor
weglij n van Brouwershaven langs Zierikzee naar Zevenbergen.
Namens de commissie, welke eene vergadering voor die zaak
heeft belegd, is te kennen gegeven dat als de som, welke
noodig is voor voorloopige kosten, wordtingeschreven, en
er concessie verleend wordt, er vooruitzicht bestaat dat de
noodige gelden zullen gevonden worden. In ieder geval is
liet wenschelijk dat het geld, dat voorloopig noodig is,
bijeenkomt, omdat elke poging om deze eilanden met een
spoorweg aan het vaste land te verbinden, ondersteuning
verdient. Met het oog op de som, die reeds is ingeschreven
en hetgeen noodig is, stellen Burgemeester en Wethouders
I voor, dat zij gemachtigd worden om in te schrijven voor eene
som van ƒ500, onder voorwaarde dat de Gedeputeerde Staten
I hunne goedkeuring aan dit raadsbesluit verleenen.
De heer Mr. van Dongen vraagt of de buitengemeenten
ook in de gelegenheid worden gesteld om in te schrijven.
De "Voorzitter antwoordt dat de voorloopige commissie aan
28 gemeenten circulaires heeft verzonden en zegt dat als de
spoorweglijn tot stand komt, de ingeschreven sommen worden
teruggegeven, terwijl, wanneer de zaak schipbreuk lijdt, ze
I ten minste is onderzocht en het al of niet bestaanbare van
eene spoorwegverbinding is gebleken.
De heer Mr. Moolenburgh meent, door bespreking met
twee andere burgemeesters, dat het voornemen ook in andere
gemeenten bestaat om de zaak te ondersteunen. De gemeente
1 Zonnemaire heeft ingeschreven voor eene som van ƒ50,
terwijl de ingezetenen zoo in de vergadering van verleden
zaterdag, als op particuliere lijsten, hebben ingeschreven voor
eene som van ƒ150. Hij meent dat ook de andere ingeze
tenen "van Schouwen en Duiveland hun belang zullen inzien.
Het is moeilijk om een cijfer te bepalen voor deze gemeente,
maar hij acht de voorgestelde som wel wat weinig. Komt
de zaak nu niet tot standdan duurt het misschien weer
jaren eer er iets aan gedaan wordt, want menschen als de
heer Verster, die, zooals hij zegt, er moeite, tijd en geld
voor over heeft gehad, zijn niet altijd te vinden. Hij zou
daarom ƒ1000 willen toestaan, als die som ten minste mocht
blijken noodig te zijn. Het is wel een bezwaar, dat als an
deren hooren, dat de gemeente zooveel geeft, zij zich zullen