ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag li Julij 1872. No. 5105. 28steJaarg( BEK jSNDM A KING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- rikzee malïcn beleend, dat zij ter bewaring der openbare cytde by gelegenheid van het op den lCden dezer hier te honden feesthebben goedgevonden te bepalen dat op den feestdag, na twaalf uur des middags tot aan den afloop van het feest, niet met r ij t u i- gen mag worden gereden aan de Noord en Zuidzijde der Oude haven lusschen 'de eerste en de tweede houten binnenbrug, noch over de tweede houten binnenbrug; 2°. dat gedurende dien tijd het rijden met ry~ tniffen over de eerste houten binnenbrug geoor loofd is, met uitzondering van die oogenblikken waarop de politio het noodig zal vinden dit lijdelijk te verbieden 3°, dat gedurende den geheelen feestdag, in de bebouwde kom der gemeente niet met pistolen of ffe- weeren mag worden geschotenen. 4°. dat met uitzondering van het door de feestcom missie op het feestterrein af te steken vuurwerk op den feestdag nergens anders binnen de gemeente eenige vuurwerken mogen worden aigostolien, dan op de Nieuwe haven to! aan het Karsteil, en zulks niet vóór des avonds acht uur. Zullende deze bekendmaking worden afgekondigd aangeplakt en in den Zierikzeeschen Nieuwsbode geplaatst. De Burgemeester en Wethouders, B. C. CAU. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Het nieuwe Ministerie. Wij hebben eindelijk een nieuw ministerie. Het heeft lang geduurd maar de ondervinding heeft geleerd dat een Ministerie in een of twee etmalen tjjds bjj een - gebragtniet altijd is het gelukkigst Ministerie. Lange duur van voorbereiding kan een waarborg zjjn van duurzaamheid van bestuur. Het is niet aannemelijk dat het nieuwe Ministerie is tot stand gekomen zonder overleg zonder bepaald plan. Maar dan is het ook de pligt van ieder serieus Miuistoriezich den tjjd te nemen om zich over 's lands zaken te beraden. Deze crisis was ernstiger dan ooit eene te voren. Het gold nu de vraagof de liberale partij met Thor- becke zóó was vereenzelvigd dat zij bestemd was als een zeepbel uiteen te spatten na zijnen dood. Het gold de vraagof deze partijbehalve het gezag en het prestige van een gevierden naam ook had beginselen welke den persoon zonden overleven. Het gold eindelijk de vraagof de liberale partijdie de meerderheid heeft bjj de beide Kamers der "Volksvertegenwoordiging, die de meerderheid heeft ook bij de natienog krachtig genoeg was om de teugels der Regei-iug te aanvaarden dan wel of zij die teugels zou laten glippen en in handen spelen van kerkelyke invloeden waaraan ook de con servatieven zich gaarne onderwerpen. De crisis is opgelostgelijk de liberale party in het land dit wenschte en begeerde. Aan het hoofd van het Ministerie staat (althans op de lijst in de Staats-Courant) Mr. G. de Vries Az.die belast is met het Departement van Justitie. Zjjne grootste verdiensten zjjn deze, dat hij een nieuw man en een talentvol man is. Hij heeft nooit deelgenomen aan het parlementaire levenhij hoeft zich gedurende zijn gansclie leven gewijd aan de wetenschap van het Staatsregt. Hij is in groot aanzien hij alle regtsgeleerden in Nederland en volkomen in staatom onze wetgeving vooruit te brengen. De heeren Gericke en Brocx zijn uitmuntende spe cialiteiten niet alleen kan van hen worden getuigd dat zjj opgewassen zijn tegen de taak hun opgelegd maar hun aanblijven is uitnemend geschikt om het ge meen overleg tusschen Regering en Vertegen woordiging te bevorderen. De heer Gericle is even geëerd bij de diplomatieals de heer Brocx by de marine. Waarom zou mon geen reden hebben zich te ver heugen over de optreding van de heeren Fransen van de Putte en Geertsema Men zal beweren dat de beer van de Putte den naam heeft van een doortastend man, en dat ook de heer Geertsema is progressistisch van gemoed. Doch stelt men zich dan eene liberale Rege ring voor wier roeping is niet doen niet voorwaarts streven niet trouw blijven aan hare beginselen Eene vreemde opvatting, die men zich maakt van het beeld van het reine liberalismeDe heer van de Putte is in 1866 als koloniaal hervormer opgetreden en als kolo niaal hervormer gevallen. Dat hem de Hercules-taak te zwaar vielwas niet zijne schuldmaar was het gevolg van tegenwerking en van de scheuring, welke tusschen Thorbecke en non de Putte ontstond. Men zal hem werkzaamheid en eerlijkheid toch wel niet als ver wijten willen aanrekenen. De heer van de Putte is een onmisbaar staatsman, een rondborstig-karakter en een strijdlustig redenaar. Hy weet de slagen die men hem toebrengtaf te wenden en zal de waardigheid der Regering zeker niet door zoetsappigheid (en naar wjj hopen ook niet door overmoed) verzwakken. De heer Geertsema is een zeer bekwaam doorkundig en hoogst gevat spreker. Of hij ook een politiek denker iszie hier eene vraagwelke wij niet wagen te be antwoorden. Maar dit is zekerdat by als Minister van Binnenlandsche Zaken de regte man is op de regte plaatshij is in 1866naast den heer van de Putte te kort Minister geweestom zijne volle talenten en krachten ten toon te spreiden. Niets billijker dan dat hem daartoe thansnu Thorbecke ons ontvielde ge legenheid wordt gelaten. Do heer Geertsema is door zyne tegenstanders zeer verguisd omdat hij het Mi nisterie Heemskerk van Zuylcn bestreed met brieven, die men beweerde, dat de Minister Cremers uit het staats-archief had medegenomen. Dat was evenwel niet de zuivere waarheidhet waren brieventot den heer en niet tot den Minister Cremers gerigt en vooral han delende over private aangelegenheden. Het persoonlijk karakter van den heer Geertsema staat te hoogdan dat het door die verdachtmaking kon Ijjden. Toch onttrok hij zich aan de discussie om haar niet in een persoonlpk gekrakeel te doen ontaardenen begroef zich in den Raad van State. De heer Geertsema is een te krachtvol persoondan dat hij het woelige staats leven niet zou verkiezen boven doodsche rust. Eindeljjk waarborgen de politieke antecedenten van den heer van Deldendat men in hem een kundig en vooral werkzaam Minister van Finantiën mag verwachten, terwijl omtrent de bekwaamheid van den titularis voor Oorloggeneraal-majoor van Limburg Stirum (of schoon als politiek persoon onbekend) de uitmuntendste geruchten in omloop zijn. De nieuwe Ministers verdienen den dank der natie dat zy met edele zelfopoffering de nalatenschap van het laatste Ministerie Thorbecke hebben aanvaard. Wij ver wachten veel van him goeden wil en van hunne onmis kenbare krachten. Maar wat zal het baten of de Ministers krachtig en eensgezind zullen zjjo wanneer de liberale party in de Kamer niet geneigd is om oude twisten te vergeten en met behoud van individuele zelfstandigheidaan de Regering haar vertrouwen en bare medewerking te schenken De liberale partij moet thans beseffen dat, indien zy persoonlijke rancunes hooger stelt dan het algemeen belangniet alleeu haar eigen bestaanmaar onze gansche Staatsinstellingen op het spel staan. Van de eensgezindheid der liberale partij haDgt tbans vooral de toekomst van Nederland af! Nieuwstijdingen. SI wie x it Now-Yorli6 Julij. In het geheel zijn hier 1000 men8chen door de zonnesteek aangetast en 200 gestorvenvoornamelijk kinderen. De sterfte in de andere steden staat in verhouding tot die van New- York. Thans begint de hitte te verminderen. In de afgeloopen week zjjn hier ter stede 1569 personen overleden. De Araerikaan9che schrijfster Fanny Fern laai zich op de volgende wijze uit over de kleediug der dames te New-York: „Als ik zeg, dat de wandelco9lurae9 van het meerendeel der fatsoenlijke dames wansmakelijk zijn, druk ik maar vooreen klein deel mijn opinie uitwant de clowns in een paardenspel dragen niet een zoo vreemdsoortigen opschik als tegenwoordig onze dames met dien uitwas van achter, met die rosetten op de schouders, die valsche huarmassu op het hoofd, met die pofFen en doffen en strooken en knoopen en al die rom mel op het korte bovenkleed gedragen over een gestreepten snlijnen onderrokdie noodzakelijk te kort moet zijn om nog hooggehakte en rijk versierde laarzen aan het oog te verloonen. Er zijn meer kleuren cn nuances van kleuren opeengehoopt op dit vrpuwelijke ligchaam, dau in den regenboogen al uie kleoreumnssa, gedragen zonder dal de weersgesteldheid, tijd of plaats in aanmerking genomen wordt, i3 te naar om bespot telijk genoemd te kunnen worden. Ik kan niet lngchen om die dwaze jonge meisjes', die God sta haar bij eens vrouwen en moeders zullen worden. Ik denk als ik teere ligchaamsdee- len blootgesteld zie aan scherpe wind en tocht arme aan staande moeder! Ik denk, als ik het onervaren jonge meisje hare spiereu en voeten zie bederven door die poging om te loopen op hakjes, zoo klein als een kurk, terwijl het overige deel van den voet zoo stijf is vastgeknoopt, dat het bloed niet circu leert cn er natuurlijk hevige hoofdpijn door ontstaat arme aanstaande vrouw en moederI Ik denk, nis ik zie, welk een last er op de heupen gelegd wordt door die panier9poffen of welken naam men aan dien ballast ook moge gevenarme aanslaande vrouw en moeder! hoe bitter zult ge 't u eens be klagen dat gij niet hebt leeren begrijpen dat de volkomen gezondheid een schat is, dien men niet ontbeeren kan! Dat liet vooroordeel tegen neger9 in Amerika nog lang niet uitgestorven isblijkt uit eene gruwelijke misdaad te Montgomery (Staat Alabama) gepleegd. Een kleurling had een blanke vrouw getrouwd en woonde met haar in de nabijheid der stad. De blanken in de buurt dreigden het paar met geweld dadige tusschenkomst zoo ze niet verkozen te scheiden 'l geen beiden echter standvastig weigerden. In 't holle van den nacht werd hun huis door een beude mannen omsingeld die de deur insloegen en den ongclukkigen neger wreedaardig om 'l leven bragten. Hun grootste woede keerde zich echter tegen de vrouw. Haar bonden ze vast op haar ledikantdrenkten haar kleederen en het bed met terpentijnslaken het huisje in brand en verwijderden zich. De gemeentelijke overheid van Montgomery heeft geweigerd de booswichten in hechtenis le doen nemen zoodat de „Marshall" der Vereenigde Staten in Alabama (zoo veel als onze ambtenaar van 't O. M.) zich met de zaak bemocijen moe9t. Het schijnt dat de ellendigen op den bijval cn den steun der blanken zoozeer rekendendat zij van hun euveldaad vol strekt geen geheim mankten. En ziet zonder reden, want toen zij gevangen genomen waren werden er openlijk toebereidse len gemaakt tot eene bestorming van de gevangenis, zoodat de krijgsmngt ter hulp moest geroepen worden. Men slaagde er met dat al in den cipier, ook een neger, uit de gevan genis le lokken die, weigerende verraad te plegen dit met den dood bekoopen moc3t. Voor de Evangelisatie van Spanje werd in 1871 in Nederland verzameld 7834 gld., en voor de Evangelische kerk te Madrid 7700 gld., dus te zaraen 15534 gulden. De Evangelische beweging, welke zich in Spanje verbreidt, is ook niet zonder invloed op Portugal gebleven. Reeds 2 jaar geleden opende een bekend Spaansch geestelijke te Lissabon eene Evangelische godsdienstoefening, eerst in eene kamer, later in een lokaal als kapel ingerigt. De kleine vergadering noemt zich Spaansche kerk, omdat volgens de bestaande wetten het verlaten van bet Katho licisme op strenge straffen verboden is. Zij staat onder de bescherming van het Spaansch gezantschap, en de prediking geschiedt in het Spaansch, ofschoon de meeste leden Portögezen zijn, die evenwel zeer gemakkelijk de taal van het naburige volk verstaan. Üdcisrittnb. Deventer8 Julij. Eenigen tijd geleden huwde alhier eene Protestantscbe vrouw met een Katholiek man. Bij dit huwelijk werd de bepaling gemaakt, dat zoo er kinderen kwamende meisjes den godsdienst der moeder, de jongens dien des vaders zouden volgen. Toen nu de vrouw aan twee meisjes tegelijk het leven gaf, haalde de moeder van den man den pastoor, om de tweelingen naar het R. K. formulier te laten doopen. De pastoor kwam, maar werd door de moeder der kraamvrouw zeer slecht ontvangen en den volgenden dag viel den kapellaan die reeds al het noodige voor de doopplegtigheid had medegebragt, een nog minder goede ontvangst ten deel. De vrouw heeft zich het denkbeeld dat hare kleinkinderen beiden Roomsch zouden worden, zóó aangetrokken, dat hare geestver mogens gekrenkt werden, en zij naar een krankzinnigen gesticht moest worden overgebragt. Amsterdam8 Julij. De gisteren alhier ge- honden vergadering ter bespreking van »de sociale kwestie" werd door ruim 800 personen in de beste orde bijgewoond. Ten slotte werd de volgeude motie aaugenomen 7>Het is wensclielijk dat bij ons te lande, ter voorkoming en beslechting van geschillen tusschen patroons en gezellenzich vormen liefst bestendige raden van verzoening, zamengesteld uit een gelijk aantal leden afzonderlijk door patroons en werklieden daartoe te kiezen." TTtreelit, 5 July. Voor de arrond.-regtbank alhier werd heden ten einde gobragt de zaak van Mej. van Frankenhuizen directrice van een inrigtii g te Mont- foort, waar kinderen worden opgenomen, wier ouders hen 'thuis niet willen of kunnen opvoeden, en P. de Graaf, oud 59 jaar, bestedeling in dat gesticht, be klaagd van het mishandelen van twee meisjeswelke aan de zorgen der eerste beklaagde waren toevertrouwd. De voornaamste getuigen waren personen die deze meisjes na hunne ontvlugting uit het gesticht hadden gezien en verpleegd. Deze getuigen verklaarden dat de ongelukkigen bijna ongekleed warenmet striemen en blaauwe plekken op haar rug, armen en beenen. Voorts verklaarden deze getuigendat zy uitgehongerd waren en aten als een wild beest. Een hunner keerde toen niet naar het gesticht terugdoch werd eerst als bedelares en land loopster gevat en vervolgens naar bet krankzinnigen gesticht te Rotterdam overgebragt. Twee der getuigen, een boerenmeisje en een boerenknechtgaven een ver van gunstig verslag betreffende de voeding en de be handeling die de verpleegden in het Montfoortsche gesticht genotenen verklaarden onder anderen dat de jongens van honger moesten bedelenen dat zij vochten om koolstronken van de mestvaalt. De regtbank veroordeelde heden de eerste beschul digde mej. van Frankenhuizen, tot een jaar cellulaire gevangenisstraf en twee geldboeten elk van ƒ100, en den tweeden beschuldigdede Graaf, als medepligtige aan de mishandelingen tot 6 maanden cellulaire ge vangenisstraf en 8 boete. Werkemlam, 8 Julij. - Vrijdag jl. zijn hier bij publieke veiling verkocht 42 bunders vlas hoewel het onge dierte er veel schade aan toegebragt had heeft het nog 530 per bunder opgebragt. Enkele stukken zijn tot later verkoop uitgestelddaar het voor die soort nog wat vroeg was en de koopers bang waren voor verdere beschadiging door hel onge dierte, dat dan ook hier in de buitenpolders in raeoigte is en veel schade veroorzaakt. Breöla, 8 Julij. De reizigers met den laat9len trein van Bergen-op-Zoom naar Bredaen omgekeerd zijn gisteren avond aan een zeer groot gevaar ontsnapt. De beide treinen waren op het punt om in volle vaart tegen elkander aan te rijdendoch door de machinisten die het gevaar zagen aan komen werd alles in 't werk gesteld om te stoppen hetwelk dan ook gelakte. Aog9t en schrik onder de passagiers waren onbeschrijfelijk danr do conducteurs langs de -loopplank alle ramen der rijluigeo kwamen sluiten en men niets hoorde dan een oorverdoovend gefluit en gesis van den met alle kracht ontsnappendon stoom. Zoover men weet, zijn er geen onge lukken gebeurd de oorzaak is ook nog niet juist mede te deelen. Dintelooi*d, 3 Julij. In plaats van den heer G. Jansen van Rijssen, die naar Hallum vertrekt, is be noemd tot hoofdonderwijzer aan de vacante Christeljjke school alhier de heer Luiks, van Middelburg. Den Bommel, 6 Julij. Door den hoer A. van Weel, Dzoud lid van de Eerste Kamer en in leven Notaris te Ooltgensplaat, is bij testamentaire beschik king aan de Diaconie der Hervormde gemeonte alhier gelegateerd een Certificaat Ned. werk. schuld ad 3 percent, groot éénduizend gulden, en aan die zijner woonplaats Ooltgensplaat eene som vau éénduizend gulden, beide vrij van successie-regten. Zierikzee10 July. De heer J. A. Hoozegeb. te Wissenkerke in 1851, werd 6 dezer aan de Polytechnische school te Delft bevorderd tot mjjnen-ingenieur. Bij den burgerlijken stand te Groningen word dezer dagen aaögifte gedaan van een huwelijkwaarvan bruid en bruide gom beiden voor de vierde maal het huwelijksbootje wilden intreden. Zij zijn beiden nog beneden de 50 jaren. De bakkersknechts te Leeuwarden zijn geslaagd in de opriching eener eigen bakkerijdie den naam Zelfstandigheid voert. Des Zoodags wordt niet gewerkt en i9 de winkel gesloten. Kerknieuws. Ds. J. F. de Laterpred. le Nieuwpoorlheeft het beroep naar St.-Annaland aaugenomen en bedankt voor dat naar Rjjnsburg. Ds. E. A. Lasonder, pred. te Berkel en Rodenrjjs, heeft bedankt voor het beroep naar St.-Maartensdjjk. Gemenffde berigten. Een boeren-dametje onder Ooltgensplaat, moest geen veertien dagen voor kermis zich komen aanmelden om kermis te hou den want zij is niet veel in trek. Als zij eens goed wat rijksdaalders laat zien, is het mogelijk dat zij verpast zal raken. Te Melissant wordt een dametje aangeraden zoo hoog niet te vliegen, daar zy wel eens laag kaD vallen; zij draait op haar hieltjes of zij kunsten maken wilen kan zoo goed worden op kermissen. Eene werkvrouw le Poortvliet wordt verzocht, geen kwaad te spreken van eene dienstmeid daar zij zelf vol gebreken is, al pot zij in stilte. Een kwast te Kloetinge heeft nog al goedkoop Kruiningsche kermis gehouden; hij had ceu dametje opgeloopen, die hij goed van hare schijven heeft afgeholpen, en had dan ook meer geld toen de kermis uit was, dan toen zij begon; en: Hij zat bij volle glazen, En gaf het kind een zoen, En sprong met haar in 't ronde, Zonder haar zeer te doen. Het dochtertje van eeu melkboer te X. moest haar spraak deel wat in toom houdenwant het staat niet mooi van zulk een zedig meisje om zooveel van een ander te babbelen. Drie dames te T. doen than9 eiken avond strooptogten in de bo9schco om heeren te vangen. Na zingt één dametje: Kon ik den witten toch maar krijgen, Ik zou het tegen and'ren zwijgen Maar hij zegt het overal: „Nooit krijgt zij mij in de val." Ing-ezonden stukken. Zijn door ons reeds een en andermaal bezwaren te berde gebracht ten opzigte van de reisgelegenheid per Spoorbootvoor zooveel althans daarmede in ver band staat het daarstellen van eenen derden steiger in de Zandkreekaan het Katscheveernu zien wjj ons gedrongenook met betrekking tot die reis gelegenheid zelveeen klagt kenbaar te maken. Op Zaturdag den 6 dezer was eene onzer kennissen voornemens uit Goes naar Zierikzee te vertrekkenen zou die reis doen per Spoorbootwelke's morgens uit Middelburg voer ten 5 u. 30 min. In tyds ter plaats zijndevan waar de wagen naar het Wolfaartsdjjksche veer moest afrijdenbleek hetna lang vervelend wachtenBdat die wagen niet verscheen waardoor dan het reisplan verjjdeld werd. Nu bleef geen andere weg over dan 's middags met de boot op Rotterdamwelke ten 12 ure uit Middel burg kwam. Maar behalve verlies van tjjd en verdere teleurstellingmoest men zich nu ook meerdere reis kosten getroostenals naar Zijpe en van daar per Diligence naar Zierikzee. Naardien de Provinciale fondsen zoozeer bezwaard wordenbehalve met 12000 gld. jaarlijksche subsidie aan die boot, en nu daarenboven nog met den aanleg en onderhoud van eenen nieuwen steigerin welke kosten ieder ingezeten dezer provinciedoor de. tbans zoo zeer opgevoerde opcenten op de Grond- en Personele Belastingmoet bijdragen nu meeut men dan bok wel recht te hebben dat die dienst stipteljjk vervuld worde. Het moge dageljjks wel op te merken zijn dat de wagen uit Goes sedert de opening der spoorlijn te Middelburg slechts een zeer gering getal passagiers meer te vervoeren heeftdit neemt toch niet weg, dat men zich nu maar niet de vrjjheid veroorloven mag om aan het reizend publiek dusdanige teleurstellingen te berokkenen. den 8 July 1872. ZELANDICUS. Mijnheer de Redacteur I De Kerkeraad der Cbr. Ger. Gemeente alhier heeft mjj verzocht op den aanstaanden Feestdag een toespraak te houden. Dit verbljjdde mjj. Waarom? Ik wil het u zeggen. Omdat ik geloof, dat al zjjn onze "Volksfeesten niet wat zij wezen moeten er voor niemand reden bestaat, om zich geheel daaraan te onttrekken. En bjj een feest hoort natuurljjk een feestwooi'd. Maar een woord dat te geljjker tjjd zegt, ivaarom en hoe wjj als Christenen moeten feestvieren. Een woord dat getuigt: tegen dien geest die ons dierbaar Vaderland wil losrukken van zjjn historischen bodem tegen dien geest van ongeloof en afval die allerwege om zich heen grjjpt; tegen dien geest die eindigt in schepselvergoding in plaats van ootmoedig te buigen voor Hem dio door Zjjn Woord en daden Nederland heeft groot gemaakt. Eere wien eere toekomt! Eere aan alle helden die er toe hebben bjjgedragen dat ons land dat ook onze stad met hare omstreken is verlost geworden I Eere aan Oranje. En al het volk zegge „Oranje boven Maar eere dan bovenal dien God die waakte voor Neerland en Oranje en van Wien we in onze Geschiedenis, zoo menig achtbaar gedenkteeken hebben Zijner wonder macht en trouw. Dat is onze leus. Neen zegge wie het wil Christenen laken geen nationale feestviering op zich zelv'. Zij weten het dat men David toezong in de reien dat Mirjam met trommelen een krijgslied aanhief, zjj en hare maagden tot eer vau Israels God dat de Chr. Kerk ook in haar bloeitjjd zoovel' zij Icon, deelnam aan Volksfeesten. Zjj weten dit alles. Zjj weten ook dat zjj hun vaandel mogen en moeten opsteken in den naam van hun God, al doet hun buurman het in den naam van den god dezer eeuw. Maar zjj weten ook hoe alles ontaard en ontaarden kan hoe men bjj 't geschreeuw van »Vrjjheid" en wat niet al voortgaat te onderdrukken hoe maar neen. Ook op 16 Juli willen zjj zoo luide mogeljjk den Dichter na zeggen 't Geheim van allen Zegen (Oranje en Neêrland hoort 't) Is in Gods vrees gelegen Zjjn dienst, Zjjn gunst, Zjjn woord. Zierikzee. WIE R S M A. FEESTZANG voor Zierikzee's burgerij op 16 July 1872; bjj Ochtjian, Pieterse en van Dishoeck. Onder de vele liedjes die dezer dagen in onze stad ver spreid worden, trok er een bjjzonder onze aandacht, en om den echtreinen zin, dien hot ademt, en om den juis- ten vroljjken volkstoondien het aanslaat. Heeft het ons gehinderd, dat het April feest op vele plaatsen is ontsierd geworden door slecht, gemeen straatgezang, geen nood daarvoor in Zierikzee, waar zulke krachtige maatregelen daartegen genomen worden waar men mannen vindt, die niet slechts klagen over het slechte volksgezang, maar die banden aan 't werk slaan en zich nêerzetten om wat beters te leveren. Opwekking tot feestvreugde, echte vaderlands liefde met kwinkslagen gekruid, vinden we in boven staand lied vereenigd. Dat het maar niet een deun is maar wel degeljjk gedachte bevat, bewjjst o. a. onder staand couplet waarin de schrjjver verzoenend optreedt in den kaarsemaker-strijd en aantoont dat we met dezen held niet de bron van onze feestvreugde verloren hebben Dwong waarheidszin ons ooit uw daÊtn Te schrappen uit d'historieblaau, Wat nood! verdichting's stralenkrans; Vermindert niet uw glans; Het land, waar gjj begraven ligt, Het volk, dat Kaarsemaker dicht, Verwekt hem't heeft nog 't eigen bloed Gjj eedle, bljjf gegroet! Moge deze belangelooze poging tot opluistering van ons volksfeest, tot verheffing van ons volksgezang ruime ondersteuning vinden en'elk in zjjn kring tot versprei ding er van meêwerkeu. De uitgevers hebben met not- heid van uitvoering goedkoopheid doen gepaard gaan. Correspond en tie. O. vraagt of liet geen schandeljjko afzetterjj is dat hem Zaturdag jl. door de slepers 25 cents werd afge nomen voor het thuisbrengen van een pakje. Genoemd pakje kostte aan vracht van Amsterdam naar bier slechts 40 ets. Bestaat er ook een tarief van de bestel- loonen, of mogen de bestellers den burger zoo diep snjjden als ze willen? üfrintricntich. Ondertrouwd CORNELIS KERKHOVEN, van Hellevoetiluis en PIETERNELLA KLAASSE. Brouwershaven, 4 July 1872. Door Gods goedheid voorspoedig (doch ontjjdig) bevallen van een' Jongen en Meisje, M. P. de RIJCKE, geliefde Echtgenoote van Tholen, A. c. GREEP. 6 July 1872. Oüwerkerk, 8 Juli 1872. Bevallen van een' Zoon, J. C. ROMEIJN-Schoo. M Bevallen van eene Docliter, S. ZOETER—van Oeveren. Zijpe, 8 July 1872. Oosterland 8 Juli 1872. Bevallen van eene Docliter, A. P. BEIJE—Flohil. Eenige en algemeene kennisgeving. Voor de vele bewjjzen van deelneming ondervonden bjj het overljjden van mjjne eenigste Dochter CATHARINA JOHANNAbetuig ik mjjneu liartelylcen danlc. Zierikzee, Wed. P. KEUNINGS. 9 Juljj 1872. üBif i unie. De COMMISSIE voor de nanstaaudo FEEST» VIERING te Zierikzee, danlc zeggende aan alleu, die hebben medegewerkt ter voorbereiding van het op den 16den dezer te houden FEEST, noodigt de feestvierenden verder uitieder van zijne zjjde bjj te dragen ter verzekering van den goeden afloop. Zjj vestigt daartoe inzonderheid de aandacht op het verbod van het gemeentebestuur, om pistolen of ff e weren af te soliieten en om vuur werk af te stelcen op eene andere dan de aangewezen plaats en beveelt de stipte naleving van dat verbod aan allen dringend aan. Zjj vertrouwt, dat bjj eeu feest, waartoe door ieder is bjjgedragenook verder door ieder zal worden medegewerkt ter bewaring der goede orde. Zierikzee, De Commissie voornoemd 10 Juljj 1872. G. L. SCHORER, Voorzitter. J. VERDOORN Az.Secretaris. De oudergeteekende verzoekt allen wieu hy iets versclmldiffd is hem hunne rekeningen TEN SPOEDIGSTE, cn wel uiterlylc vóór 16 Juljj, in te zenden. J. C. E. VAN LIJNDEN. De ondergeteekendo verzoekt beleefdeljjk allen die iets te vorderen hebben of versclmldiffd zjjn hierover te bescliilclcen en te voldoen vóór SO July a. s. Zierikzee. B. JOPPE Jz_ c

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1872 | | pagina 1