Zlllllk/IISÜII NIEUWSBODE. J\o.5089. Zul ur dag 8 Junij 1872. 28steJaarg. DE DOOD VAN EEN STAATSMAN. Neêrlauds grootste staatsman, Mr. Jan Rudolf Thorbecke, is niet meer. Hjj is Ding9dag avond ten negen uren op ruim vier en zeventig jarigen leeftyd te 's Gravenhage overleden. De groote van der Palm zegt ergens in zijn bekend gedenk schrift van Nederlands herstelling, dat op den dag van Nederlands bevrijding de blijdschap zóó groot was, dat ieder burger in het openbaar den anderen te gemoet snelde en dat de nationale vreugde zóó ongemeen was, dat het scheeu alsof zjj een iegelijk, zonder uitzondering, betrof. Zóó is ook thans de rouw algemeen, waarin Nederland is gedompeld. De ganscbe natie heeft door het afsterven van den heer Thorbecke een onherstelbaar verlies geleden. Er is uit ons mid den een man weggegaan, die door heldorheid van geest en schranderheid van oordeel boven de meesten zjjner tjjdgenooten uitblonk; een ster van de eerste grootte; een zeldzaam karakter; een staatsman wiens naam tot ver buiten onze grenzen was door gedrongen een ongeëvenaard redenaar, meester van hot woord, van zijne gedachte en van zijn govoel, de gave bezittende der zelfbeheorsching in eene mate als misschien nimmer werd aange troffen, bovenal uitmuntende door werkzaamheid, vastberadenheid, onverzettelijkheid, ongezind zijne meening, uit diepe wortels opgegroeidop te offeren aan de inzigten van anderen, op zandgrond gebouwd. In één woord, een krachtige, voor niets terugdeinzende geest, een eerlijk streng karakter, een goed en trouw burger, die aanspraak uiogt maken op de hoogste eer en die ook de hoogste kroon, de burgerkroon, verwierf. De ganscbe natie, die aan de staatszaken deelneemt, gevoelt dat zjj een uitstekend voorganger, wars van al wat zweemde naar oppervlakkigheid en middelmatig heid, heeft verlorendat sedert dertig jaren de naam van Thorbecke aan onze gansche staatuinrig- ting ten naauwate is verbonden. Zjjn asBche ruste in vredeZijn naam gaat niet verlorennooit zal Nederland, zoo lang het zijne onafhankelijkheid weet te handhaven, dien naam uit zijn geheugen wisschen, want hot is de onbevlekte naam van den krachtigen man wiens hoogste weusch en vurigst streven het was Nederland eene waardige plaats te doen bekleoden onder de rij der beschaafde natiën van Europa, den man, die Nederland niet slechts met eene nieuwe staats-inrigting, maar met de schoonste van al onze wetten, de wet op het middelbaar onderwjjs, begiftigd beeft Enkele trekken uit het veelbewogen leven van Iden ontslapen staatsman mogen hier op hunne plaats zijn. Geboren den 14 January 1798 te Zwolle volbracht hjj zijne studiën aan het Athenaeum 111 ustre te Amsterdam en aan de Leidsche hoogeschool (van 1815 tot 1820,) waar hg zelfs twee malen eene gouden medaille voor zjjne beantwoording van uitgeschreven prjjsvragen verwierf; daarna bezocht hij ook de Duitsche hoogescholen en maakte zich met de studie der wijsbegeerte vertrouwd zonder daarom do regtsstudie te verwaarloozen. Ke n n i s g e v i n g. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken nis van de Ingezetenen, dat er op Maandag den lOden Junij e. k., des namiddags te één ure, op hot Raadhuis alhier, eene openbare Vergadering van den Geineente- Raad zal gehouden worden. Zierikzee, den 7 Junij 1872. De Burgemeester B. C. CAU. Bekendmaking. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie rikzee maken bekenddat de heer P. O. OLIVIER wonende in deze gemeente, vergunning heeft gevraagd om op het perceel kadastraal bekend sectie A, nos. 1327 en 1328, gelegen aan de Noordzjjde der Verre-Nieuw- straat in deze gemeente voor de op te rigten firma OLIVIER C°.eene Meelirap-Fabi'ïek te stichten, en dat de informatiën de commodo et incommodo betreffende dit verzoek zullen worden gehouden op Woensdag den 12 Junjj aanstaande, te twaalf uur des middags, in de gewone vergaderkamer van het Bestuur, ten Raadhuize; zullende allen, die tegen dat verzoek bezwaren mogten willen inbrengen, alsdan in de gelegenheid zijn om iu hun belang te worden gehoord. Zierikzee, den 5 Jung 1872. De Burgemeester en Wethouders B. C. CAU. De Secretaris, J. P. N. ERMERINS. Nieuwstijdingen. Batavia, 26 April. In het algemeen overzicht van het N. B. H. leest men: Het voornaamste feit van den dag is, dat de Merapi in den avond van den 15den sterk is begonnen te wer ken en eene hevige uitbarsting heeft plaats gehad ge paard met asch- en steenregen, die in middel-Java nederkwam en zich ook in den Oosthoek deed gevoelen. Te Bodjonejore en Soerakarta leefde men den 16 len in 1848. Thorbecke, de man die haar schonk, werd echter streng geweerd uit het eerste Ministerie, bestemd om de nieuwe Grondwet tot eeno nationale kracht te verheffen. Onbekwaam tot buigen -vreesde men dat hjj zich slechts door nieuwe man nen, zijne vroegere discipelen, zou willen omringd zien. De tegenstaud. dien hij outmootte, prikkelde zjjuo kracht en schonk nieuwen luister aan zjjn naam. De wil der natie was echter niet te stuiten. Thorbecke werd minister. En hij is driemalen geroepen geworden een Ministerie zamen te stellen. Zijn glansrijkst Ministerie was zijn eerste, van 31 October 1849 tot 19 April 1853. Kieswet, provin ciale wet, gemeentewet dagteekenen van dien tijd. Ongcloofeljjk was zijn invloed en kracht gedurende dit tjjdsverloop; zjjn naam was mot een prestige omgeven. Hij steunde niet op eene zelfstandige Volksvertegenwoordiging, maar zijne volgelingen waren tevens zijne dienaren. Do heer Thorbecke werd als heilige verheerljjkt. Onverdiend werd hjj ten val gebragt. Alleen staatslist kon er in slagen den uitucmenden man te doen aftraden. Door die miskenning breidde wederom zijn aanhang zich uit. Van 1853 tot 1862 was Thorbecke de uitnemende leider der oppositie, die, in den meest gematigden vorm, de scherpste kritiek uitoefende over de elkander opvolgende regeringen. De regeerkracht berustte bij hem. Wat wonder, dat hij op nieuw geroepen werd in 1862 een nieuw Ministerie te vormen V Reeds te lang was de volksstem onverhoord gebleven. Hjj was wederom Minister van 1 February 1862 tot 10 February 1866. Was hij onder zijn eerste ministerie opgetreden als hervormer van den staat, thans beoogde hjj vooral maatschappelijken voor uitgang. Hij trad op met de spade op zijn rug dat wil zeggen hij wenschte bovenal in te willigen den eisch der actualiteit, waarop vroegere rego- ringen hadden schipbreuk geledenhij wenschte den geestelijken en stoffelijken vooruitgang dos volks te verhoogen. Wij noemen slechts twee gewrochten: de wet op het middelbaar onderwjjs, en de verbetering der groote en kleinere zeehavens. Ook thans steunde hjj op eene sterke meerderheid in de kamer, maar die door overmaat van kracht zich verbrokkelde evenals het Ministerie zelf, dat, uit te krachtige bestanddeelen gevormd, uiteen spatte. Het was niet meer de heer Thorbecke die zijne partij, maar het was de partij, die den heer Thorbecke vooruitstuwde. Hjj viel, omdat hij in zjjne eigene partij tegenwerking en achterdocht ontwaarde, voor een deel voortgekomen uit ver schil omtrent beginselen, voor een deel het gevolg van persoonljjke redenen, die al te dilcwjjls de politieke zaak bederven. Na de uitspattingen van hetonbindings-Ministerie en do zwakke regeerkracht van het Ministerie Fock, viel het oog der natie in 1871 op nieuw op den heer Thorbecke als op een rustpunt. Na de politieke beroeringen der laatste jaren gevoelde H de natie zich wederom veilig onder zijne schuts des morgensin volslagen duisternis. Op sommige plaat sen lag de asch tot vier voeten hoog. Eer.ige kampongs zijn vernield en een aantal menschen verloven het leven. De schade, die de asch regen aanrigtte, is hier en daar belangrijk. De dagbladen van Samarang zijn gevuld met bjjzonderheden aangaande deze gebeurtenis. Sfwertfta. Eene correspondentie uit Santo Thomas brengt het verhaal taan van een verschrikkelijk tooneel. Een neger, met name Billy-Boy, gewed hebbende dat hjj te paard over de haven zou zwemmenvan af de Long-Bay tot aan de Carrenage, besteeg een dravertje dat moedige in zee sprong en naar het doel z.wom. Naauweljjks was de helft van den togt afgelegd of zjj werden om ringd door een stroom bloed. Eene haai had bet paard een bil afgebeten. Het moedige dier poogde met de drie overige pooten voort te zwemmenmaar geraakte uitgeput en verdronk. Billy-Boy, die een uitmuntend zwemmer isbegon vastberaden te zwemmen. Vier haajjen vervolgden hem. De worsteling werd verschrik- keljjk. De neger sloeg twintig minuten lang met han den en voeten om de monsters te beletten op den rug te liggen zijnde de eenige manier, waarop zjj hunne prooi kunnen grijpen. Eindeljjk, op het oogenblik dat een schip ter zjjner hulp kwamverdween Billy-Boy. Met twee riemslagen kwamen de redders hjjmen har- poende het ligebaam, dat boven dreef, in de kleederen; doch het hoofd was afgebetenen de vier overwinnende haajjen betwistten elkander den buit. De aannemers te Loudendie gezamenljjk 30,000 werklieden in dienst hebben, hebben besloten, al hun werkzaamheden te zullen stakenindien de werklieden mogten blijven volharden bij hun eischom den werk dag op negen uren te bepalen. De Londen8che bladen deelen een zelfmoord mede, welke een lOjarige knaap, John Pricezoon van een daglooner, op merkwaardig vastberaden wijze beging. Toen de kleine levensmoede uit de school kwamgaf hjj aan een speelkameraad zjjn mes ter bewaring en zeide, dat hjj zich het leven wilde benomen. Hjj ging daarop naar een vjjver in de nabjjheid der schooldoch het water niet diep genoeg vindende, keerde hjj om en liep naar de baan van den London-Brightonspoorweg. Juist kwam er een sneltrein aan, het kind wierp zich op de rails en werd in 't naastvolgend oogenblik over reden. De stoker zegt dat hjj 't kuaapje zag liggen toen de trein nog eenige ellen van hem af was, hij had het hoofd even opgeheven en toon het gezicht mot de handen bedekt. De aanleiding tot dit allertreurigst geval is onbekend. Ia de Londensche Times wordt een op jl. Don derdag te Londen bjj de commissie tot leniging dor noodljjdenden door den hongersnood in Perzië van haren agent te Ispahan ontvangen telegram medegedeeld. Daarin wordt onder anderen gezegd: #De hongersnood is erger dan ooit. Brood is niet te verkrijgen. In Julfa en Ispahan heerscht groote onrust. De onderstand aan do armen is verdubbeld moeten worden zoodat er in de/.e maand (Mei) 2000 p. st. zal zijn uitgegeven." De Times bevat dc volgende bijzonderheden omtrent den cycloon, die den 15den Mei het eiland Zanzibar heeft geteis terd en vrceselijke verwoestingen heeft aangerigt. Des Zondags avonds was de lucht met dikke wolken bezet; alles voorspelde een regenachtigen nacht. Tegen zes nre des avonds begon de regen met stroomen te vallen, die door een heftigen zuidenwind werden voorgedreven. Van acht tot tien ure verminderden regen eu wind, maar den geheelen nacht door staken er gedurig sterke vingen op. Tot aan den morgen leverde die verschijnselen niet9 buiten gewoons op; het scheen het begin van den zuid-mousson. Van het nanbreken van den dag tot acht ure nnmen wind en regen toe eu men begon iets ongewoons te voorzien. De daken die aan vroegere moussons weerstand hadden geboden, bezweken reeds; (alrijke voorteekenen duidden aan dat de storm toenam in kracht. Al spoedig werden de ijzeren dakendie de hoogo huizen van den sultan bedekten door een windvlaag in zee geworpen. De9 namiddags werden alle daken aan de zuidzijde verwoest. In de haven vergingen alle schepen der inboorlingen; de stoorabooten en zeilschepen van den sultandie van hunne ankers waren geslagen stootten zich te pletter op de klippen. Tegen één ure ging de storm liggen; en volkomen windstilte volgde, zoodat een veer lood- regt naar beneden viel. Diegenen van ons, die den storm geëindigd waanden, gingen naar buiten om de verwoestingendie hij had teweeg gebragt in oogenschouw te nemeu. Een oud vriend, die beter dan ik met de cylonen bekend was, waarschuwde mij dat ik te huis zon blijven en mij zou verzekeren, dat de deuren en ramen aan do noordzijde goed gesloten waren. Op dat oogenblik had do kalmte iets vreeselijkers nog dan de storm weinige minuien geleden. Geen zonnestraal brak door de loodkleurige lucht, die in het noorden al zwarter co zwarter werd; hier en daar wa9 eene hellichte plek. Al de dieren waren onbe wegelijk en zwegen. Mijne papegaaijen, wier veêren overeind stonden, antwoordden niet meer als ik haar toesprak; de kippen lieten zich opnemen en gaveu geen geluid. Ik hnd wel een3 gehoord van het voorgevoel der dieren iu dergelijke toestanden en verwachtte eene aardbeving. Mijn vriend vond ik bezig met het barricaderen van zijne ramen, alsof hij een geregelden aanval van vijanden verwachtte. Ik volgde zijn voorbeeld, zonder mij te haasten; als er een storm uit het noorden kwam, zoo dacht ik, zou hij geleidelijk opsteken en ik zon den tijd hebben om mijne boeken en papieren te bergén. Geen drie kwartier waren er verstreken sedert de storm oit het zuiden was gaan liggen. Terwijl ik mijne ramen vast sjorde met touwen, hoorde ik schelle geluiden als die van de fluit ecner stoomboot. Ik meende dat het seinen waren van de Abt/dos. Een venster dat ik sloot begon tot drie-, viermaal toe heftig te klapperen; eene onwoderstaanbare kracht wierp het geheel opeu rukte het oil zijne scharnieren en deed ons allen op den grond vallen. Die eerste stormvlaag schijnt mij toe de heftigste ie zijn geweest. Ik rees ophield mij aan de balustrade vast eu zag naar het noordendc duisternis was zoo volkomen dat ik zelf9 de balustrade niet zag, waar aan ik mij vastklemde. Het water joeg bij stortvlagen in mijn kamerhet was zoutwater en zand dat de orkaan uit de zee opzweepte. In weinige oogenblikken waren de vertrekken overstroomd en de meubels omvergeworpen; boeken en kussens dreven door elkan der. IJdel zou het geweest zijn eene poging aan te wenden om iets te redden. De storm duurde tot laat iu den avond. Eerst toen de- hemel opklaarde konden wij ons een denkbeeld maken van de verwoesting, die hij had te weeg gebragt. De kaden waren weggeslagen, en de huizen er tegenover waren alle min of meer ondermijnd. De groote gebouwen van dc Engelsche missiede AmerikaanscheEngelsche en Duitsche consulaten hadden geen oogenblik langer weerstand kunnen bieden. Vele schepen waren op de klippen vergaan en met man en muis verdwenen. In de stad waren alle huizen van klei vernield. Overal zag men dc grootste verwoesting. De berigteu uit het binnen land van bet eiland melden eveneens dat alles is vernietigd. De cacaobosschen zijn omgeworpen van de 600 boomen staan er geen 20 meer. Ook de kruidnagelbosschen zijn verdwenen vijfiien jaar is er noodig vóór de cacao- en kruidnagelboomen vruchten afwerpen. De geheele ryst-, aardappelen- en maïsoogst, is verwoest. Hongersnood en verderf wachten den bowoners. De schade wordt geschat op 20 a 60 miiliocn gulden. 25clgic. Men meldt uit Lier: Dingsdag werd in onze hoofd kerk het huwelijk ingezegend van den heer L. van Riel, goudborduurder, versierd met de werkmansdecoratie te Antwerpenmet mej. Theresia Bequetkleermaakster alhier. Daar beiden doofstom zjjnzoo had deze plech tigheid vele nieuwsgierigen uitgelokt. Talrijke vrienden van bruidegom en bruidinsgelijks doofstommenzoo van onze stad als van andere plaatsen waren tot het feest uitgenoodigd. Zondag namiddag omstreeks een ure waren te Brussel drie jongens, een van 13 en twee van 15 janrin een huis dat wordt afgebroken, aan't spelen, toen plotseling een munr, die zij gedeeltelijk ondermijnd hadden omverviel en zij onder het puin begraven werden, met het gevolg dat alle drie oogen- blikkelijk gedood werden. Dat niet meer slagtoffere bij deze gelegenheid zija gevallen is alleen toe te schrijven aan de omstandigheid dat eenige oogenblikken tc voren een groot aan tal Btraatjongeo9 door de politie uit het huis was weggejaagd en ook eene vronw uit de buurt ze herhaaldelijk uit de ge vaarlijke bouwval had verdreven. De drie slagtoffere wareo echter stilletjes teruggekeerd en hadden hun gevaarlijk spel voortgezet. SUcb crlanb. Amsterdam 4 Junij. Voor het prov. geregts- hof werd heden voortgezet de behandeling der zaak betreffende den op 5 Dec. 11. op P. J. Kees te Heemstede gepleegden moord. Deze zitting was gewijd aan de verdediging. De heer Mr. J. C. Oijensdie voor do weduwe Kees en voor A. Geeven optradconcludeerde tot vrjjspraak op grond dat het wettig bewijs hunner schuld niet was geleverddaar hunne bekentenis niet werd bevestigd door andere getuigen. De verdediger van van Tongeren Mr. Goutsmidtrachtte aan te toonen dat alle wettig bewijs voor hem ontbraken dat even goed een ander als hij den moord kon hebben begaan en vooral dat bjj volstrekt geen belang had bjj het misdrjjf; hjj concludeerde dan ook tot vrijspraak. Dingsdag 11 Junjj a. s. zal het Hof uitspraak doen. Gravenhage6 JuDjj. Do begrafenis van den beer Thorbecke is bepaald op Zaturdag a.s.des voor middags ten 11 ure, op de algemeene burgerljjke begraafplaats alhier. Volgens uitdrukkelijk verlangen van den overledene zal zjj op de meest eenvoudige wijze plaats hebben. Met de waarneming der portefeuille van Binnen- landsche Zaken is tjjdeljjk belast de heer van Bosse Minister van Koloniën. Zierikzee, 7 Junjj. Gisteren werd alhier door het dageljjksch bestuur van den polder Schouwen aanbesteed: Het onderhouden der sluizen in de zee- en iulaagdjjken van dat waterschap over 1872, in 3 pcr- ceelen. Aannemer van al de perceelen is geworden de heer P. de Vries te Haamstede, voor ƒ1460. De raming bedroeg ƒ2065. Z. M. heeft bij besluit van 29 Mei jl. o. a. be paald dat tot het houden der practische oefeningen in de legerplaats bij Zeist zullen worden opgeroepen do militiens-verlofganger8 der ligtingen van 1868 eu 1869 van het regement grenadiers en jagers en de overige regementen infanterie. Zjj zullen worden opgeroepen tegen den 13 Aug. a. s. om vóór of op den 17 Sept. daaraanvolgende weder met groot verlof gezonden te worden. De militiens-verlofgangers der ligting van 1868 der drie reg. vesting-artillerie zullen in twee gedeelten worden opgeroepen en wel tegen den 27 Julij eu den 22 Aug. a. s. De militiens der ligting van 1868zoo van de infanterie als van de artillerie, die vóór den 1 Aug. dezes jaars gehuwd zijn worden buiten oproe ping gelaten. De vrees dat de mazelen, die in de laatste maan den van het vorig jaar in Zeeland veelvuldig voorkwamen, gaandeweg haar goedaardig karakter zouden verliezen, is gebleken gegrond te zjjn geweest. Alleon in de maand Maart van dit jaar bezweken in Zeeland aan die ziekte 62 personen. Uit 22 gemeenten zjjn berigten ingekomen van epidemische verbreiding van mazelen, die in som mige gemeenten de sluiting van scholen gevorderd beeft, te Domburg en te Fort Bath do gemeenteschoolte Middelburg een Fröbelschool en te Westkapelle de openbare en een kinder-bowaarschoolin Middelburg en Vlissingen hebben zjj ook vele volwassenen aange tast en te Rilland traden zjj geljjktjjdig op met kink hoest. Iu vele gemeenten intuaschen schenen zjj reeds in de maand Maart hare grootste hoogte te hebben bereikt. In de vier maanden van haren duur bezweken niet minder dan 129 personen in 22 gemeenten, waarvan te Vlissingen 39, te Hulst 17, te Zierikzee 17, te Graauw 14, te Middelburg 10, te Groede 5 en in 16 andore gemeenten respectievelijk minder dan 5. Voor de paardenslagterjj te Amsterdam worden bjj verschillende landbouwers iu de provincie Utrecht paarden, die voor don arbeid ongeschikt zjjn en in een gezonden toestand verkeeren, evenals het vea, dat voor de slagtbank bestemd isvet gemest en tegen hoogen prjjs afgezet. Eenigen tijd geleden betrapte een veldwachter twee jagers die zonder akte aan 'tjagen waren. Do veldwachter gebood hun, hem tot bjj den burgemeester te volgen, om een proces-verbaal te maken; zjj gehoor zaamden oogenblikkeljjk. Onderweg kwamen zij aan eeu herberg: de jagers noodigden den veldwachter uit met hen een borreltje te gaan drinken, hetgeen de politieman die een fameuse liefhebber van de ftescli was, niet afsloeg; van den eenen borrel kwamen er twee, vau twee drie enz.; de veldwachter werd eindeljjk zoo suf als een snip, kende noch menschen noch beenen meer, en viel in slaap. Juist hield er eeu diligence stil: de twee jagers pakten den veldwachter opplaatsten hem in de diligence betaalden aan den conducteur de reis tot in een ver afgelegen stad en trokken er al lagcheude van door. Ge kunt denken hoe de veldwachter stond te kjjkou toen hij, 's anderendaags 's morgens nuchter vroeg waar hij was, vernam, dat hjj achttien uren ver van zijn dorp was verwijderd. En bjj moest zijn proces-verbaal binnen de vier en twintig uren opmaken 1 daar stond hij nu zonder geld, zonder kennissen Afgemat en dood van honger en dorst kwam hjj tegen middernacht in zjjn dorp terug, zwerende, maar te laat, dat men hem zoo nooit meer beet hebben zou! Kerknieuws. Bedankt voor hot beroep naar Nieuwe Tonge door den kand. W. Boxman. Beroepen bij de Cbr. Ger. gem. te Zuid-Beyerland Ds. G. de Braai, pred. te Prinsland. Gemengde berigten. Te Ellewoutsdijk vraagt men: of de barbier geen huismid deltje weet om de tong van zijne vrouw wat beter stil te doen liggen? zooveel snaps past toch niet voor de vrouw van een man, die zoo vroom en notabel in de kerk zit. De vrouw van den veldwachter te '9 Heer. moest zoo niet babbelen over de huishouding van hare melkvrouw, want zij heeft ook hare gebrekenen Zij trekt incest een zuur gezigt, Bij het werk dal zij verrigt. Te 's Heer-Abtskerke is een zoon van eeno weduwe zoo verzot op een meisje dat hij er 'a nachts niet van kan slapen Maar hou hij zingt, en hoe hij fluit,- De meisjes lagchen hem manr uit. Iemand te Noordgouwe wordt aangeraden zalko praatjes niet uit te strooijen, onder den schijn van vriendschap. Maar het vat geeft uit wat het in heeft. Eene boeren-dochter te 'sHeer-Abtskerke vroeg onlangs aan haien papa, hoe het toch kwam dat er zoudags geen jongens op hanr afkomen? Dat komt, zeidc de vader, omdat gij hen tc karig onthaald. En nu zal het kind worst gaan bakkcuen dan zullen de vrienden haar wei komen bezoeken. De zoon van een boomsnoeijer te C. moest zijn buurmeisje niet uitmaken voor gemeen, in naamlooze briefjes. Als hij hanr iets te zeggen heeft, kan hij dat wel mondelings doen, want hij ziet hanr eiken dag. Een dametje te Cortgeen zoekt haren ouden vrijer weer in de val to krijgenmaar dut zal uiet gelukken, want: Het is zoo als een ieder zegt, Zij is wel fijn maar niet opregt. Een 8chippers-knecht te St. wordt nangeraden nis hjj nog meer met een meisje uitgaatzich dan wat fatsoenlijker te gedragendaar hij anders er nooit meer een zal kunnen krijgen want: Zoo veel wind en weinig geld, Zijn geen meisjes opgesteld Rap van tong en traag van hand Somtijds dol en geen verstand Hij kan varen zonder wind Zegt men van dat schippers-kind. Drie meisjes te A. hebbeD zoo veel jongens niet kunnen vragen dat zij er een hebben kunnen krijgen. Zij 9tonden dan ook in de herberg te kijken met beschaamde kaken gin- .gen spoedig naar huis. Iemand te Middclhnrnis moest zoo dikwijls niet te Melissant komen, daar hij toch de dochter van den kastcleiu niet in dc fuik zal krijgen. Dus wil dat maar laten staan Want het zal toch nimmer gaan En dan komt gij met gcdruisch Zeker met een blaauwtje t' huis. Te 's Gravenpolder wordt iemand aangeraden zoo dikwijls niet naar eene hofstede ie loopen want ieder begrijpt waar het om te doen is. En nn wordt die groote zot, Van een ieder reeds bespot. „Nu begin ik het ook te zien," zegt dc dochter van een kastelein te 'a Graven„dat die smid mij maar voor den gek hondt; want nu gaat hij 'a zondag9 naar 's Heer- Arendskerke, en hij Iaat mij tc huis." Dus dat kind /.il nn weêr zonder vrijer. Een lantarcnannslckcr te 's G. moest toch met zijne dochter zoo niet te koop loopen, want het i9 toch zooveel bijzonders niet. Hij moest haar laten verloten. Twee gekken te Biezelinge moesten hun fatsoen wal beter houden, en des avonds zoo laat niet naar Schore loopen, want zullen daar toch niet vinden wat zij zoeken. Een slagters-zoon te Swordt aangeraden, zoo niet naar Biezelinge te loopen, om een dametje in de fuik te krggen, daar hij zijn fortuin met voeten heeft geschopt, en het meisje het du9 voor.de. tweede keer niet zal wagen. jtiy uragt net met aeze stuaien zoo verre, a at ny te Giessen, als vrij hoogleeraar, een acadeiniachen cursus opende en zich vooral aan historische stu diën wijdde. In 1824 keerde hij naar Nederland terug 011 werd spoedig benoemd tot hoogleeraar in de staatkundige wetenschappen aan de hooge school te Gent. Zoowel déAr, als later te Leiden, onderwees hij eene reeks van leervakken, o. a. de Roineiusche regtsgeschiedenis, het handelsregt, het diplomatiek regt, de Nederlandsche staatswet geving en vooral het administratief regt cn de interpretatie der Grondwet. Te Leiden was de heer Thorbecke het middenpunt der wetenschap. Zijn woord boeide door onweerstaanbare kracht; hij vormde, in den waren zin des woords, eene school en zjjne staatkundige leerstellingen plantten zich als zoovele waarheden over in de maatscbapjj. Door eene reeks van publiek-regterljjke geschriften vestigde hij zjjn naam. Dio naam won aan iuvloed door de miskenning, welke hjj ondervond. Zjjne meer vooruitstrevende leerstellingen maakttn hem verdacht bjj de toen malige regeringspartjj, van iedere staatkundige hervorming afkeerig. Toch kon die partij de grondwetsherziening niet weerhouden zjj kwam en nanier. j.ocn was 111 air uerae ministerie ae heer Thorbecke, die als minister op het veld van eer is gevallen, niet meer de krachtige, energieke man van weleer. Zjjne ligchaamskrachten waren gesloopt en niet bestand tegen den overspannen den arbeidaan zjjn veelomvattend ambt ver bonden. En juist gedurende dit tjjdvak, dat hjj de meeste medewerking zijner partij behoefde en inriep, wies de tegenwerking tegen zjjn beleid zjjne oude vrienden werden zjjne heftigste tegen standers niet altjjd uit belang, ook omdat de voorganger, naar hun oordeel, te langzaam voor- uitscbreed op de bane der hervorming. Aan wiens zjjde hier het regt bestond, zal alleen de toekomst aantoonen. De heer Thorbecke, bjj heeft dit meermalen- gezegd, streefde niet naar de volksgunst. Het was niet zjjne neiging, populair te zjjn. En toch was, ondanks de gebreken van zjjn karakter, of liever de natuurlijke eigenschappen van dat karakter, toch was niemand meer dan hjj het troetelkind der natie en toch zal het moeijeljjk zjjn iemand in Nederland aan te wijzen, die meer in de volks gunst stond dan hjj

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1872 | | pagina 1