Zlllllk/IISÜII NIEUWSBODE.
J\o.5089. Zul ur dag 8 Junij 1872. 28steJaarg.
DE DOOD VAN EEN STAATSMAN.
Neêrlauds grootste staatsman, Mr. Jan Rudolf
Thorbecke, is niet meer. Hjj is Ding9dag avond
ten negen uren op ruim vier en zeventig jarigen
leeftyd te 's Gravenhage overleden. De groote
van der Palm zegt ergens in zijn bekend gedenk
schrift van Nederlands herstelling, dat op den dag
van Nederlands bevrijding de blijdschap zóó groot
was, dat ieder burger in het openbaar den anderen
te gemoet snelde en dat de nationale vreugde zóó
ongemeen was, dat het scheeu alsof zjj een iegelijk,
zonder uitzondering, betrof.
Zóó is ook thans de rouw algemeen, waarin
Nederland is gedompeld. De ganscbe natie heeft
door het afsterven van den heer Thorbecke een
onherstelbaar verlies geleden. Er is uit ons mid
den een man weggegaan, die door heldorheid van
geest en schranderheid van oordeel boven de meesten
zjjner tjjdgenooten uitblonk; een ster van de eerste
grootte; een zeldzaam karakter; een staatsman
wiens naam tot ver buiten onze grenzen was door
gedrongen een ongeëvenaard redenaar, meester
van hot woord, van zijne gedachte en van zijn
govoel, de gave bezittende der zelfbeheorsching
in eene mate als misschien nimmer werd aange
troffen, bovenal uitmuntende door werkzaamheid,
vastberadenheid, onverzettelijkheid, ongezind zijne
meening, uit diepe wortels opgegroeidop te
offeren aan de inzigten van anderen, op zandgrond
gebouwd. In één woord, een krachtige, voor niets
terugdeinzende geest, een eerlijk streng karakter,
een goed en trouw burger, die aanspraak uiogt
maken op de hoogste eer en die ook de hoogste
kroon, de burgerkroon, verwierf. De ganscbe
natie, die aan de staatszaken deelneemt, gevoelt
dat zjj een uitstekend voorganger, wars van al wat
zweemde naar oppervlakkigheid en middelmatig
heid, heeft verlorendat sedert dertig jaren de
naam van Thorbecke aan onze gansche staatuinrig-
ting ten naauwate is verbonden. Zjjn asBche ruste
in vredeZijn naam gaat niet verlorennooit
zal Nederland, zoo lang het zijne onafhankelijkheid
weet te handhaven, dien naam uit zijn geheugen
wisschen, want hot is de onbevlekte naam van den
krachtigen man wiens hoogste weusch en vurigst
streven het was Nederland eene waardige plaats te
doen bekleoden onder de rij der beschaafde natiën
van Europa, den man, die Nederland niet slechts
met eene nieuwe staats-inrigting, maar met de
schoonste van al onze wetten, de wet op het
middelbaar onderwjjs, begiftigd beeft
Enkele trekken uit het veelbewogen leven van
Iden ontslapen staatsman mogen hier op hunne
plaats zijn. Geboren den 14 January 1798 te Zwolle
volbracht hjj zijne studiën aan het Athenaeum 111 ustre
te Amsterdam en aan de Leidsche hoogeschool
(van 1815 tot 1820,) waar hg zelfs twee malen
eene gouden medaille voor zjjne beantwoording
van uitgeschreven prjjsvragen verwierf; daarna
bezocht hij ook de Duitsche hoogescholen en maakte
zich met de studie der wijsbegeerte vertrouwd
zonder daarom do regtsstudie te verwaarloozen.
Ke n n i s g e v i n g.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter ken
nis van de Ingezetenen, dat er op Maandag den lOden
Junij e. k., des namiddags te één ure, op hot Raadhuis
alhier, eene openbare Vergadering van den Geineente-
Raad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 7 Junij 1872.
De Burgemeester
B. C. CAU.
Bekendmaking.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee maken bekenddat de heer P. O. OLIVIER
wonende in deze gemeente, vergunning heeft gevraagd
om op het perceel kadastraal bekend sectie A, nos. 1327
en 1328, gelegen aan de Noordzjjde der Verre-Nieuw-
straat in deze gemeente voor de op te rigten firma
OLIVIER C°.eene Meelirap-Fabi'ïek
te stichten, en dat de informatiën de commodo
et incommodo betreffende dit verzoek zullen worden
gehouden op Woensdag den 12 Junjj aanstaande, te
twaalf uur des middags, in de gewone vergaderkamer
van het Bestuur, ten Raadhuize; zullende allen, die
tegen dat verzoek bezwaren mogten willen inbrengen,
alsdan in de gelegenheid zijn om iu hun belang te
worden gehoord.
Zierikzee, den 5 Jung 1872.
De Burgemeester en Wethouders
B. C. CAU.
De Secretaris,
J. P. N. ERMERINS.
Nieuwstijdingen.
Batavia, 26 April. In het algemeen overzicht
van het N. B. H. leest men:
Het voornaamste feit van den dag is, dat de Merapi
in den avond van den 15den sterk is begonnen te wer
ken en eene hevige uitbarsting heeft plaats gehad ge
paard met asch- en steenregen, die in middel-Java
nederkwam en zich ook in den Oosthoek deed gevoelen.
Te Bodjonejore en Soerakarta leefde men den 16 len
in 1848. Thorbecke, de man die haar schonk,
werd echter streng geweerd uit het eerste Ministerie,
bestemd om de nieuwe Grondwet tot eeno nationale
kracht te verheffen. Onbekwaam tot buigen
-vreesde men dat hjj zich slechts door nieuwe man
nen, zijne vroegere discipelen, zou willen omringd
zien. De tegenstaud. dien hij outmootte, prikkelde
zjjuo kracht en schonk nieuwen luister aan zjjn naam.
De wil der natie was echter niet te stuiten.
Thorbecke werd minister. En hij is driemalen
geroepen geworden een Ministerie zamen te stellen.
Zijn glansrijkst Ministerie was zijn eerste, van 31
October 1849 tot 19 April 1853. Kieswet, provin
ciale wet, gemeentewet dagteekenen van dien tijd.
Ongcloofeljjk was zijn invloed en kracht gedurende
dit tjjdsverloop; zjjn naam was mot een prestige
omgeven. Hij steunde niet op eene zelfstandige
Volksvertegenwoordiging, maar zijne volgelingen
waren tevens zijne dienaren. Do heer Thorbecke
werd als heilige verheerljjkt.
Onverdiend werd hjj ten val gebragt. Alleen
staatslist kon er in slagen den uitucmenden man
te doen aftraden. Door die miskenning breidde
wederom zijn aanhang zich uit. Van 1853 tot 1862
was Thorbecke de uitnemende leider der oppositie,
die, in den meest gematigden vorm, de scherpste
kritiek uitoefende over de elkander opvolgende
regeringen. De regeerkracht berustte bij hem.
Wat wonder, dat hij op nieuw geroepen werd
in 1862 een nieuw Ministerie te vormen V Reeds
te lang was de volksstem onverhoord gebleven.
Hjj was wederom Minister van 1 February 1862
tot 10 February 1866. Was hij onder zijn eerste
ministerie opgetreden als hervormer van den staat,
thans beoogde hjj vooral maatschappelijken voor
uitgang. Hij trad op met de spade op zijn rug
dat wil zeggen hij wenschte bovenal in te willigen
den eisch der actualiteit, waarop vroegere rego-
ringen hadden schipbreuk geledenhij wenschte
den geestelijken en stoffelijken vooruitgang dos
volks te verhoogen. Wij noemen slechts twee
gewrochten: de wet op het middelbaar onderwjjs,
en de verbetering der groote en kleinere zeehavens.
Ook thans steunde hjj op eene sterke meerderheid in
de kamer, maar die door overmaat van kracht
zich verbrokkelde evenals het Ministerie zelf, dat,
uit te krachtige bestanddeelen gevormd, uiteen
spatte. Het was niet meer de heer Thorbecke die
zijne partij, maar het was de partij, die den heer
Thorbecke vooruitstuwde. Hjj viel, omdat hij in
zjjne eigene partij tegenwerking en achterdocht
ontwaarde, voor een deel voortgekomen uit ver
schil omtrent beginselen, voor een deel het gevolg
van persoonljjke redenen, die al te dilcwjjls de
politieke zaak bederven.
Na de uitspattingen van hetonbindings-Ministerie
en do zwakke regeerkracht van het Ministerie
Fock, viel het oog der natie in 1871 op nieuw op
den heer Thorbecke als op een rustpunt. Na
de politieke beroeringen der laatste jaren gevoelde H
de natie zich wederom veilig onder zijne schuts
des morgensin volslagen duisternis. Op sommige plaat
sen lag de asch tot vier voeten hoog. Eer.ige kampongs
zijn vernield en een aantal menschen verloven het leven.
De schade, die de asch regen aanrigtte, is hier en daar
belangrijk. De dagbladen van Samarang zijn gevuld
met bjjzonderheden aangaande deze gebeurtenis.
Sfwertfta.
Eene correspondentie uit Santo Thomas brengt het
verhaal taan van een verschrikkelijk tooneel. Een neger,
met name Billy-Boy, gewed hebbende dat hjj te paard
over de haven zou zwemmenvan af de Long-Bay tot
aan de Carrenage, besteeg een dravertje dat moedige
in zee sprong en naar het doel z.wom. Naauweljjks
was de helft van den togt afgelegd of zjj werden om
ringd door een stroom bloed. Eene haai had bet paard
een bil afgebeten. Het moedige dier poogde met de
drie overige pooten voort te zwemmenmaar geraakte
uitgeput en verdronk. Billy-Boy, die een uitmuntend
zwemmer isbegon vastberaden te zwemmen. Vier
haajjen vervolgden hem. De worsteling werd verschrik-
keljjk. De neger sloeg twintig minuten lang met han
den en voeten om de monsters te beletten op den rug
te liggen zijnde de eenige manier, waarop zjj hunne
prooi kunnen grijpen. Eindeljjk, op het oogenblik dat
een schip ter zjjner hulp kwamverdween Billy-Boy.
Met twee riemslagen kwamen de redders hjjmen har-
poende het ligebaam, dat boven dreef, in de kleederen;
doch het hoofd was afgebetenen de vier overwinnende
haajjen betwistten elkander den buit.
De aannemers te Loudendie gezamenljjk 30,000
werklieden in dienst hebben, hebben besloten, al hun
werkzaamheden te zullen stakenindien de werklieden
mogten blijven volharden bij hun eischom den werk
dag op negen uren te bepalen.
De Londen8che bladen deelen een zelfmoord mede,
welke een lOjarige knaap, John Pricezoon van een
daglooner, op merkwaardig vastberaden wijze beging.
Toen de kleine levensmoede uit de school kwamgaf
hjj aan een speelkameraad zjjn mes ter bewaring en
zeide, dat hjj zich het leven wilde benomen. Hjj ging
daarop naar een vjjver in de nabjjheid der schooldoch
het water niet diep genoeg vindende, keerde hjj om en
liep naar de baan van den London-Brightonspoorweg.
Juist kwam er een sneltrein aan, het kind wierp zich
op de rails en werd in 't naastvolgend oogenblik over
reden. De stoker zegt dat hjj 't kuaapje zag liggen
toen de trein nog eenige ellen van hem af was, hij had
het hoofd even opgeheven en toon het gezicht mot de
handen bedekt. De aanleiding tot dit allertreurigst
geval is onbekend.
Ia de Londensche Times wordt een op jl. Don
derdag te Londen bjj de commissie tot leniging dor
noodljjdenden door den hongersnood in Perzië van haren
agent te Ispahan ontvangen telegram medegedeeld.
Daarin wordt onder anderen gezegd: #De hongersnood
is erger dan ooit. Brood is niet te verkrijgen. In Julfa
en Ispahan heerscht groote onrust. De onderstand aan
do armen is verdubbeld moeten worden zoodat er in
de/.e maand (Mei) 2000 p. st. zal zijn uitgegeven."
De Times bevat dc volgende bijzonderheden omtrent den
cycloon, die den 15den Mei het eiland Zanzibar heeft geteis
terd en vrceselijke verwoestingen heeft aangerigt.
Des Zondags avonds was de lucht met dikke wolken bezet;
alles voorspelde een regenachtigen nacht. Tegen zes nre des
avonds begon de regen met stroomen te vallen, die door een
heftigen zuidenwind werden voorgedreven. Van acht tot tien
ure verminderden regen eu wind, maar den geheelen nacht
door staken er gedurig sterke vingen op.
Tot aan den morgen leverde die verschijnselen niet9 buiten
gewoons op; het scheen het begin van den zuid-mousson. Van
het nanbreken van den dag tot acht ure nnmen wind en regen
toe eu men begon iets ongewoons te voorzien.
De daken die aan vroegere moussons weerstand hadden
geboden, bezweken reeds; (alrijke voorteekenen duidden aan
dat de storm toenam in kracht. Al spoedig werden de ijzeren
dakendie de hoogo huizen van den sultan bedekten door
een windvlaag in zee geworpen. De9 namiddags werden alle
daken aan de zuidzijde verwoest. In de haven vergingen alle
schepen der inboorlingen; de stoorabooten en zeilschepen van
den sultandie van hunne ankers waren geslagen stootten
zich te pletter op de klippen. Tegen één ure ging de storm
liggen; en volkomen windstilte volgde, zoodat een veer lood-
regt naar beneden viel.
Diegenen van ons, die den storm geëindigd waanden, gingen
naar buiten om de verwoestingendie hij had teweeg gebragt
in oogenschouw te nemeu. Een oud vriend, die beter dan
ik met de cylonen bekend was, waarschuwde mij dat ik te
huis zon blijven en mij zou verzekeren, dat de deuren en
ramen aan do noordzijde goed gesloten waren. Op dat oogenblik
had do kalmte iets vreeselijkers nog dan de storm weinige
minuien geleden. Geen zonnestraal brak door de loodkleurige
lucht, die in het noorden al zwarter co zwarter werd; hier
en daar wa9 eene hellichte plek. Al de dieren waren onbe
wegelijk en zwegen. Mijne papegaaijen, wier veêren overeind
stonden, antwoordden niet meer als ik haar toesprak; de
kippen lieten zich opnemen en gaveu geen geluid. Ik hnd
wel een3 gehoord van het voorgevoel der dieren iu dergelijke
toestanden en verwachtte eene aardbeving.
Mijn vriend vond ik bezig met het barricaderen van zijne
ramen, alsof hij een geregelden aanval van vijanden verwachtte.
Ik volgde zijn voorbeeld, zonder mij te haasten; als er een
storm uit het noorden kwam, zoo dacht ik, zou hij geleidelijk
opsteken en ik zon den tijd hebben om mijne boeken en
papieren te bergén.
Geen drie kwartier waren er verstreken sedert de storm
oit het zuiden was gaan liggen. Terwijl ik mijne ramen vast
sjorde met touwen, hoorde ik schelle geluiden als die van
de fluit ecner stoomboot. Ik meende dat het seinen waren
van de Abt/dos. Een venster dat ik sloot begon tot drie-, viermaal
toe heftig te klapperen; eene onwoderstaanbare kracht wierp
het geheel opeu rukte het oil zijne scharnieren en deed ons
allen op den grond vallen. Die eerste stormvlaag schijnt mij
toe de heftigste ie zijn geweest. Ik rees ophield mij aan
de balustrade vast eu zag naar het noordendc duisternis
was zoo volkomen dat ik zelf9 de balustrade niet zag, waar
aan ik mij vastklemde. Het water joeg bij stortvlagen in mijn
kamerhet was zoutwater en zand dat de orkaan uit de
zee opzweepte.
In weinige oogenblikken waren de vertrekken overstroomd en de
meubels omvergeworpen; boeken en kussens dreven door elkan
der. IJdel zou het geweest zijn eene poging aan te wenden
om iets te redden. De storm duurde tot laat iu den avond. Eerst
toen de- hemel opklaarde konden wij ons een denkbeeld maken
van de verwoesting, die hij had te weeg gebragt. De kaden
waren weggeslagen, en de huizen er tegenover waren alle min
of meer ondermijnd. De groote gebouwen van dc Engelsche
missiede AmerikaanscheEngelsche en Duitsche consulaten
hadden geen oogenblik langer weerstand kunnen bieden. Vele
schepen waren op de klippen vergaan en met man en muis
verdwenen. In de stad waren alle huizen van klei vernield. Overal
zag men dc grootste verwoesting. De berigteu uit het binnen
land van bet eiland melden eveneens dat alles is vernietigd.
De cacaobosschen zijn omgeworpen van de 600 boomen staan
er geen 20 meer. Ook de kruidnagelbosschen zijn verdwenen
vijfiien jaar is er noodig vóór de cacao- en kruidnagelboomen
vruchten afwerpen. De geheele ryst-, aardappelen- en maïsoogst,
is verwoest. Hongersnood en verderf wachten den bowoners.
De schade wordt geschat op 20 a 60 miiliocn gulden.
25clgic.
Men meldt uit Lier: Dingsdag werd in onze hoofd
kerk het huwelijk ingezegend van den heer L. van Riel,
goudborduurder, versierd met de werkmansdecoratie te
Antwerpenmet mej. Theresia Bequetkleermaakster
alhier. Daar beiden doofstom zjjnzoo had deze plech
tigheid vele nieuwsgierigen uitgelokt. Talrijke vrienden
van bruidegom en bruidinsgelijks doofstommenzoo
van onze stad als van andere plaatsen waren tot het
feest uitgenoodigd.
Zondag namiddag omstreeks een ure waren te Brussel
drie jongens, een van 13 en twee van 15 janrin een huis
dat wordt afgebroken, aan't spelen, toen plotseling een munr,
die zij gedeeltelijk ondermijnd hadden omverviel en zij onder
het puin begraven werden, met het gevolg dat alle drie oogen-
blikkelijk gedood werden. Dat niet meer slagtoffere bij deze
gelegenheid zija gevallen is alleen toe te schrijven aan de
omstandigheid dat eenige oogenblikken tc voren een groot aan
tal Btraatjongeo9 door de politie uit het huis was weggejaagd
en ook eene vronw uit de buurt ze herhaaldelijk uit de ge
vaarlijke bouwval had verdreven. De drie slagtoffere wareo
echter stilletjes teruggekeerd en hadden hun gevaarlijk spel
voortgezet.
SUcb crlanb.
Amsterdam 4 Junij. Voor het prov. geregts-
hof werd heden voortgezet de behandeling der zaak
betreffende den op 5 Dec. 11. op P. J. Kees te Heemstede
gepleegden moord. Deze zitting was gewijd aan de
verdediging. De heer Mr. J. C. Oijensdie voor do
weduwe Kees en voor A. Geeven optradconcludeerde
tot vrjjspraak op grond dat het wettig bewijs hunner
schuld niet was geleverddaar hunne bekentenis niet
werd bevestigd door andere getuigen. De verdediger
van van Tongeren Mr. Goutsmidtrachtte aan te toonen
dat alle wettig bewijs voor hem ontbraken dat even
goed een ander als hij den moord kon hebben begaan
en vooral dat bjj volstrekt geen belang had bjj het
misdrjjf; hjj concludeerde dan ook tot vrijspraak.
Dingsdag 11 Junjj a. s. zal het Hof uitspraak doen.
Gravenhage6 JuDjj. Do begrafenis van
den beer Thorbecke is bepaald op Zaturdag a.s.des voor
middags ten 11 ure, op de algemeene burgerljjke
begraafplaats alhier. Volgens uitdrukkelijk verlangen
van den overledene zal zjj op de meest eenvoudige wijze
plaats hebben.
Met de waarneming der portefeuille van Binnen-
landsche Zaken is tjjdeljjk belast de heer van Bosse
Minister van Koloniën.
Zierikzee, 7 Junjj. Gisteren werd alhier door
het dageljjksch bestuur van den polder Schouwen
aanbesteed: Het onderhouden der sluizen in de zee- en
iulaagdjjken van dat waterschap over 1872, in 3 pcr-
ceelen. Aannemer van al de perceelen is geworden de
heer P. de Vries te Haamstede, voor ƒ1460.
De raming bedroeg ƒ2065.
Z. M. heeft bij besluit van 29 Mei jl. o. a. be
paald dat tot het houden der practische oefeningen in
de legerplaats bij Zeist zullen worden opgeroepen do
militiens-verlofganger8 der ligtingen van 1868 eu 1869
van het regement grenadiers en jagers en de overige
regementen infanterie. Zjj zullen worden opgeroepen
tegen den 13 Aug. a. s. om vóór of op den 17 Sept.
daaraanvolgende weder met groot verlof gezonden te
worden. De militiens-verlofgangers der ligting van 1868
der drie reg. vesting-artillerie zullen in twee gedeelten
worden opgeroepen en wel tegen den 27 Julij eu den
22 Aug. a. s. De militiens der ligting van 1868zoo
van de infanterie als van de artillerie, die vóór den
1 Aug. dezes jaars gehuwd zijn worden buiten oproe
ping gelaten.
De vrees dat de mazelen, die in de laatste maan
den van het vorig jaar in Zeeland veelvuldig voorkwamen,
gaandeweg haar goedaardig karakter zouden verliezen,
is gebleken gegrond te zjjn geweest. Alleon in de maand
Maart van dit jaar bezweken in Zeeland aan die ziekte
62 personen. Uit 22 gemeenten zjjn berigten ingekomen
van epidemische verbreiding van mazelen, die in som
mige gemeenten de sluiting van scholen gevorderd beeft,
te Domburg en te Fort Bath do gemeenteschoolte
Middelburg een Fröbelschool en te Westkapelle de
openbare en een kinder-bowaarschoolin Middelburg
en Vlissingen hebben zjj ook vele volwassenen aange
tast en te Rilland traden zjj geljjktjjdig op met kink
hoest. Iu vele gemeenten intuaschen schenen zjj reeds
in de maand Maart hare grootste hoogte te hebben
bereikt. In de vier maanden van haren duur bezweken
niet minder dan 129 personen in 22 gemeenten, waarvan
te Vlissingen 39, te Hulst 17, te Zierikzee 17, te Graauw
14, te Middelburg 10, te Groede 5 en in 16 andore
gemeenten respectievelijk minder dan 5.
Voor de paardenslagterjj te Amsterdam worden
bjj verschillende landbouwers iu de provincie Utrecht
paarden, die voor don arbeid ongeschikt zjjn en in een
gezonden toestand verkeeren, evenals het vea, dat voor
de slagtbank bestemd isvet gemest en tegen hoogen
prjjs afgezet.
Eenigen tijd geleden betrapte een veldwachter
twee jagers die zonder akte aan 'tjagen waren. Do
veldwachter gebood hun, hem tot bjj den burgemeester
te volgen, om een proces-verbaal te maken; zjj gehoor
zaamden oogenblikkeljjk. Onderweg kwamen zij aan eeu
herberg: de jagers noodigden den veldwachter uit met
hen een borreltje te gaan drinken, hetgeen de politieman
die een fameuse liefhebber van de ftescli was, niet afsloeg;
van den eenen borrel kwamen er twee, vau twee drie enz.;
de veldwachter werd eindeljjk zoo suf als een snip, kende
noch menschen noch beenen meer, en viel in slaap.
Juist hield er eeu diligence stil: de twee jagers pakten
den veldwachter opplaatsten hem in de diligence
betaalden aan den conducteur de reis tot in een ver
afgelegen stad en trokken er al lagcheude van door.
Ge kunt denken hoe de veldwachter stond te kjjkou
toen hij, 's anderendaags 's morgens nuchter vroeg waar
hij was, vernam, dat hjj achttien uren ver van zijn dorp
was verwijderd. En bjj moest zijn proces-verbaal binnen
de vier en twintig uren opmaken 1 daar stond hij nu
zonder geld, zonder kennissen Afgemat en dood van
honger en dorst kwam hjj tegen middernacht in zjjn
dorp terug, zwerende, maar te laat, dat men hem zoo
nooit meer beet hebben zou!
Kerknieuws.
Bedankt voor hot beroep naar Nieuwe Tonge door
den kand. W. Boxman.
Beroepen bij de Cbr. Ger. gem. te Zuid-Beyerland
Ds. G. de Braai, pred. te Prinsland.
Gemengde berigten.
Te Ellewoutsdijk vraagt men: of de barbier geen huismid
deltje weet om de tong van zijne vrouw wat beter stil te doen
liggen? zooveel snaps past toch niet voor de vrouw van een
man, die zoo vroom en notabel in de kerk zit. De vrouw
van den veldwachter te '9 Heer. moest zoo niet babbelen over
de huishouding van hare melkvrouw, want zij heeft ook hare
gebrekenen
Zij trekt incest een zuur gezigt,
Bij het werk dal zij verrigt.
Te 's Heer-Abtskerke is een zoon van eeno weduwe zoo
verzot op een meisje dat hij er 'a nachts niet van kan slapen
Maar hou hij zingt, en hoe hij fluit,-
De meisjes lagchen hem manr uit.
Iemand te Noordgouwe wordt aangeraden zalko praatjes
niet uit te strooijen, onder den schijn van vriendschap. Maar
het vat geeft uit wat het in heeft. Eene boeren-dochter
te 'sHeer-Abtskerke vroeg onlangs aan haien papa, hoe het
toch kwam dat er zoudags geen jongens op hanr afkomen?
Dat komt, zeidc de vader, omdat gij hen tc karig onthaald.
En nu zal het kind worst gaan bakkcuen dan zullen de
vrienden haar wei komen bezoeken. De zoon van een
boomsnoeijer te C. moest zijn buurmeisje niet uitmaken voor
gemeen, in naamlooze briefjes. Als hij hanr iets te zeggen
heeft, kan hij dat wel mondelings doen, want hij ziet hanr
eiken dag. Een dametje te Cortgeen zoekt haren ouden
vrijer weer in de val to krijgenmaar dut zal uiet gelukken, want:
Het is zoo als een ieder zegt,
Zij is wel fijn maar niet opregt.
Een 8chippers-knecht te St. wordt nangeraden nis hjj nog
meer met een meisje uitgaatzich dan wat fatsoenlijker te
gedragendaar hij anders er nooit meer een zal kunnen krijgen
want: Zoo veel wind en weinig geld,
Zijn geen meisjes opgesteld
Rap van tong en traag van hand
Somtijds dol en geen verstand
Hij kan varen zonder wind
Zegt men van dat schippers-kind.
Drie meisjes te A. hebbeD zoo veel jongens niet kunnen
vragen dat zij er een hebben kunnen krijgen. Zij 9tonden
dan ook in de herberg te kijken met beschaamde kaken gin-
.gen spoedig naar huis. Iemand te Middclhnrnis moest zoo
dikwijls niet te Melissant komen, daar hij toch de dochter van
den kastcleiu niet in dc fuik zal krijgen.
Dus wil dat maar laten staan
Want het zal toch nimmer gaan
En dan komt gij met gcdruisch
Zeker met een blaauwtje t' huis.
Te 's Gravenpolder wordt iemand aangeraden zoo dikwijls
niet naar eene hofstede ie loopen want ieder begrijpt waar
het om te doen is.
En nn wordt die groote zot,
Van een ieder reeds bespot.
„Nu begin ik het ook te zien," zegt dc dochter van
een kastelein te 'a Graven„dat die smid mij maar voor
den gek hondt; want nu gaat hij 'a zondag9 naar 's Heer-
Arendskerke, en hij Iaat mij tc huis." Dus dat kind /.il nn
weêr zonder vrijer. Een lantarcnannslckcr te 's G. moest
toch met zijne dochter zoo niet te koop loopen, want het i9
toch zooveel bijzonders niet. Hij moest haar laten verloten.
Twee gekken te Biezelinge moesten hun fatsoen wal beter
houden, en des avonds zoo laat niet naar Schore loopen, want
zullen daar toch niet vinden wat zij zoeken. Een slagters-zoon
te Swordt aangeraden, zoo niet naar Biezelinge te loopen,
om een dametje in de fuik te krggen, daar hij zijn fortuin
met voeten heeft geschopt, en het meisje het du9 voor.de.
tweede keer niet zal wagen.
jtiy uragt net met aeze stuaien zoo verre, a at ny
te Giessen, als vrij hoogleeraar, een acadeiniachen
cursus opende en zich vooral aan historische stu
diën wijdde. In 1824 keerde hij naar Nederland
terug 011 werd spoedig benoemd tot hoogleeraar
in de staatkundige wetenschappen aan de hooge
school te Gent. Zoowel déAr, als later te Leiden,
onderwees hij eene reeks van leervakken, o. a.
de Roineiusche regtsgeschiedenis, het handelsregt,
het diplomatiek regt, de Nederlandsche staatswet
geving en vooral het administratief regt cn de
interpretatie der Grondwet. Te Leiden was de heer
Thorbecke het middenpunt der wetenschap. Zijn
woord boeide door onweerstaanbare kracht; hij
vormde, in den waren zin des woords, eene school
en zjjne staatkundige leerstellingen plantten zich
als zoovele waarheden over in de maatscbapjj.
Door eene reeks van publiek-regterljjke geschriften
vestigde hij zjjn naam.
Dio naam won aan iuvloed door de miskenning,
welke hjj ondervond. Zjjne meer vooruitstrevende
leerstellingen maakttn hem verdacht bjj de toen
malige regeringspartjj, van iedere staatkundige
hervorming afkeerig. Toch kon die partij de
grondwetsherziening niet weerhouden zjj kwam
en nanier. j.ocn was 111 air uerae ministerie ae
heer Thorbecke, die als minister op het veld van
eer is gevallen, niet meer de krachtige, energieke
man van weleer. Zjjne ligchaamskrachten waren
gesloopt en niet bestand tegen den overspannen
den arbeidaan zjjn veelomvattend ambt ver
bonden. En juist gedurende dit tjjdvak, dat hjj
de meeste medewerking zijner partij behoefde en
inriep, wies de tegenwerking tegen zjjn beleid
zjjne oude vrienden werden zjjne heftigste tegen
standers niet altjjd uit belang, ook omdat de
voorganger, naar hun oordeel, te langzaam voor-
uitscbreed op de bane der hervorming. Aan wiens
zjjde hier het regt bestond, zal alleen de toekomst
aantoonen.
De heer Thorbecke, bjj heeft dit meermalen-
gezegd, streefde niet naar de volksgunst. Het was
niet zjjne neiging, populair te zjjn. En toch was,
ondanks de gebreken van zjjn karakter, of liever
de natuurlijke eigenschappen van dat karakter,
toch was niemand meer dan hjj het troetelkind
der natie en toch zal het moeijeljjk zjjn iemand
in Nederland aan te wijzen, die meer in de volks
gunst stond dan hjj